■B8BB Een der moeilijkste karweien op Schouwen achter de rug De kern van de zaak B Nieuwe overwinning, nu in de Klompegeul Niet opvallen Toch nog première van Carmen bij Utrechtse Opera 200 JA DE MM, DIE AAN PARADIJS VOORAFGING Nederlandse nonsens op rijm Zin en onzin Kunst- «n Antiekbeurs in Delfts Prinsenhof E Tegenslag op het critieke moment Theo van Delft 70 jaar Initiatief van Utrechtse burgerij Eerste Kamer slecht te spreken Schaduwzijde van verkoop naar buitenland Het Handvest der Y.N. LITERAIRE KRONIEK ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1953 PAGINA 3 Schilder van landschappen en portretten Bromfietsbond Regeling van 1 Augustus moet worden herzien Betere salariëring van burgemeesters Van kleine gemeenten in Zuid-Holland Speciale melanges en verpakkingen voor export POUWE EGBERTS N.V. JOURE-UTRECHT Ambtenaren tonen weinig eerbied voor de wet Nederland wil studie van wijzigingen Aartsbroederschap van de H- Familie Met man en macht wordt de laatste hand aan het stoere werk gelegd. Sprekend over de zuivere christelijke levensstijl hebben wij reeds erop gewezen, dat daarin een tweevoudig clement te onderscheiden is: een blij - Vend n.l. en een veranderlijk. Het blij kende element kan geen ander zijn dan ne kern van onze heilige godsdienst, de won, waaruit alles zijn kracht ontvangt: de liefde tot God. Wij kennen het prachtige woord van Wnt Jan: God :s liefde. Daarmee duidt ae Apostel vóór alles aan, dat het god delijk wezen liefde is, dat de verhou- d'ng van Vader tot Zoon geheel en al door de liefde wordt bepaald, zoals de Verhouding van de Zoon tot de Vader enkei wederliefde is. En deze weder zijdse liefde „is" van alle eeuwigheid de derde Persoon der H. Drievuldighe.d, de H. Geest. In Zijn Zoon heeft de Va der ons van eeuwigheid voorbestemd; 'n Hem heeft Hij ons van eeuwigheid gezien en liefgehad. Door het H. Doop sel zijn wij deelgenoten geworden aan het leven van Christus, d.w.z. dat wij delen in het leven, dat de Zoon van de Vader ontvangt. Daarom zijn wij ook verplicht mèt de Zoon de Vader onze wederliefde te betuigen. Deze liefde, die geheel bovennatuurlijk is, wordt in ons uitgewerkt door de H. Geest, Die in ons roept: „Abba, Vader." In heel grote lijnen is dit de basis Van onze onbegrijpelijke uitverkiezing, Van onze goddelijke bevoorrechting, die ons midden in „het Heilige" plaatst. Dit is een onderwerp, waarop men een le ven lang niet uitgedacht komt. Wanneer wij deze waarheid nu als oasis nemen voor de overdenking van bet wezen van een echte christelijke le vensstijl, dan moeten we onmiddellijk daaraan toevoegen, dat de liefde tot Christus en daardoor onze liefde tot oe Vader zich uit in het onderhouden fijner geboden. „Wie Mij liefheeft, onder houdt Mijn geboden." In allerlei vormen Komen Sint Jan en Sint Paulus in hun ge schriften telkens en telkens op deze grondwaarheid terug. „Wie zegt: ik be- h">:n God, en dan toch Zijn geboden niet Onderhoudt, is een leugenaar." De liefde tot God is dus het uitgangs punt van heel ons gedrag. Maar uit dit Wtgangspunt volgt onmiddellijk als een Noodzakelijke voorwaarde, dat hij, die P°d bemint, ook zijn evenmens moet befhebben omwille van God. „Hieraan gullen allen erkennen, dat gij Mijn leer- hngen zijt, dat gij elkander liefhebt." -Kinderlijke liefde tot God aldus van Kenswoude die voert tot eenheid-in- hefde-tot-elkander-in-God is het blij kende kenmerk van een ware christelij ke levensstijl. Waar dit gemist wordt, is a'les slechts facade. I uiten dit blijvende element van echte christelijke levensstijl is er echter ook een. dat aan verander lijkheid onderhevig is. Dat is, wat Sint lauius op het oog heeft in zijn eerste brief aan de Corinthiëï's, het 9e hoofd- J:l'k, vers 1923. Daar zegt hij. hoe hij 1 c.h weet aan te passen aan Joden en heidenen, enkel en alleen om maar zo- keel mogelijk mensen voor het Evange l's te winnen. Christelijke levensstijl vergt dus oojc zekere soepelheid, aanpassingsver mogen, actualiteit, beweeglijkheid, een «aar-de-mensen-toegaan. Men moet dus «Hes vermijden wat zweemt naar ver- ^tarring, conservatisme, angst voor risi- onvruchtbaar isolement. Dit vooropgesteld moet er echter te- Un gewaarschuwd worden, dat men het bedoelde aanpassingsvermogen nimmer 'acht door te voeren ten koste van Se onveranderlijke waarheid van God. pSarmee is geen „schipperen" mogelijk. J'.een enkele tijdelijke eis der omstan- b'gheden kan noch mag daaraan ooit 'breuk doen. Gods waarheid en rechten L^-an voor eeuwig onaantastbaar vast. de aanoassing aan de ti.idsomstandighe- ,j®h zal dan ook slechts verantwoord „ih onder „bepaalde voorwaarden. En -16 voorwaarden komen altijd hierop ^ber, ciat de goddelijke waarheid beslist k °it of nimmer in het gedrang mag Het dat'de Hgt een beetje voor de hand, 1'elH mentaliteit van de moderne we- Ple t s*erk voor een zekere meegaandheid dat l- En evenzeer ligt het voor de hand, Zty ti9?1 het gevaar dreigt van een ver- dif8v onzer beginselvastheid. Waar npn het geval is. kan men niet ontken- Va dat het met de invloed en de kracht g. het Christendom gedaan is. een? Daulus kon zich om het zo v^r„ uit te drukken de luxe van een dat u?-n?e aanpassing permitteren, om- bonri in a"es steeds met Christus ver ten,,®11 bioef, omdat bij hem het zwaar- t)pnp alti,jd lag in ziin liefde tot God. W We maar eens aan ziin bekende prp„tbg op de liefde: Wat ik ook zou ik aren. als ik de liefde niet had, ben drukiie,.t.s! fl Cor. 13. 1—3). Zeer na- f>n dan 'K zegt hij elders, dat niets heden noernt hij allerlei wederwaardig heid,, °b hem kan scheiden van de van Christus. (Kom. 8, 35—39). Wij moeten dan wel concluderen, dat rnpt _ti Het welslagen van een der moeilijk ste, doch eigenlijk weinig spectaculaire karweien van de dijkdichting op Schou wen heeft Vrijdagmiddag opnieuw een fluitconcert van sleepboten veroorzaakt. Dit werk was het invaren en vastleggen van een „blokkendoos-caisson" in de Klompegeul achter het grote gat van de Schelphoek. Het was geen bijzonder grote caisson ditmaal. De lengte was 37,5 meter bij een breedte van 11 meter en een hoogte van 8 meter. Het beton nen gevaarte werd uit in Nederland gebouwde kleine betonnen caissons en manchetten opgebouwd. De Kiompegeul was nog 't enige open stroomgat in de inlaagdijk, die achter de bijna 500 meter brede gaping in de zeedijk van Serooskerken wordt ge legd. Nu de andere gaten van de inlaag- dijk gesloten waren, werd het sluiten van de Klompegeul een uiterst moei lijke karwei. Van de kentering, het stille ogenblik tussen vloed en eb. dat ter plaatse slechts een minuut of vier a vijf duurt, zou gebruik moeten worden gemaakt om de 'caisson te laten zinken. Sleepboten trokken het enorme drij vende brok beton, dat aan een zijde van een z.g. guillotine was voorzien, Weste lijk van de reeds met rijswerk en steen bezonken geul. Zo nauwkeurig mogelijk mat men de na kentering afnemende stroomsnel- heden op enkele tientallen meters van de caisson af. Toen deze stroomsnel- heden vrijwel nihil geworden waren, werden de kranen opengedraaid. Lang zaam zag men de blokkendoos groten deels in het water verdwijnen. Tot grote schrik bemerkte men op het critieke moment echter, dat de kentering op de bezonken plaats in de geul niet op hetzelfde ogenblik als die even verder naar buiten intrad. Hier door verschoof de caisson bij het zinken iets naar het Westen, waardoor de guil lotine in het gedrang kwam. En, terwijl de zware horizontale stalen balken, die tot verankering moeten bijdragen, reeds vielen, werd de guillotine gekraakt. Gelukkig bleek de schade achteraf niet al te ernstig te zijn. De caisson lag echter goed vast en dus kon het triom fantelijke en oorverdovende fluitconcert der sleepboten een minuut lang worden aangeheven. Grote kantelbakken werden nadien haastig aangesleept om hun inhoud van enorme keien aan de voet van de cais son te storten. Ook aan de zijkanten werden reusachtige hoeveelheden stort- steen in het water geplensd. Nu de Klompegeul dicht is, wordt het mogelijk de vier kilometer lange in laagdijk achter de Schelphoek te vol tooien. Het zinkwerk is gereed tot hoogte van het maaiveld en ook de schouder stukken van aarde en klei zijn gereed. De kleine „maaiveldcaissons" liggen gereed om geplaatst te worden. Indien geen tegenslagen van bijzondere om vang optreden, dan kan de laatste klei ne caisson eind volgende week geplaatst worden, waarna het dijklichaam verder kan worden voltooid. Dit betekent, dat bijna 9.000 hectare van de grote Schouwse polder van de zee zullen zijn afgesloten. Ongeveer 350 hectare tussen inlaagdijk en zeedijk zullen dan nog aan de zee ten prooi zijn. Binnen drie a vier weken, zo menen deskundigen van de Dienst Dijkherstel, zal zonder tegenslagen het ergste leed van het dijkherstel van Schouwen-Dui- veland geleden kunnen zijn. Dan zal, naar men hoopt, langzamerhand het oude land weer land kunnen worden, achter zo veilig mogelijke dijken. En dit gesprekje viel de zer dagen in de trein te be luisteren: Eerste reiziger: „Snap jij nou die Mossadeq, dat hij weer in zijn pyama moest vluchten?" Tweede reiziger: „Dat zal hij gedaan hebben om niet op te vallen". Vrijdag is de Waalwijkse schilder Theo van Delft zeventig jaar geworden en de Waalwijkers die hem weten te waar deren hebben hun feestvreugde voor een deel aan hem besteed. Theo van Delft, jongere broer van de onlangs overleden schilder Jan van Delft, heeft nooit zijn heil gezocht in wat men zou kunnen noemen boven-Moer- dijkse belangstelling. Hij heeft zeer veel geschilderd, in opdracht en voor zijn plezier, maar eigenlijk nooit voor ten toonstellingen, hoewel hij van tijd tot tijd toch werk heeft geëxposeerd. Maar wie met dat werk kennis heeft gemaakt, mocht ervaren dat hij met een gedegen vakman te doen had. Het schilderen was hem steeds een oprechte behoefte, maar hij wilde gaarne vrij blijven van neig.ngen naar een bepaalde richting. De schilders, die hij bewonderde, er kende hij als meesters en hij wilde er van leren, onverschillig of zij modernen waren of tot een oudere school behoor den. Zijn grote drijfkracht zijn altijd ge weest zijn eigen artistiek temperament en zijn eerlijk vakmanschap. Theoreti seren doet hij onder vier ogen; zijn schilderijen vertellen voorts in het openbaar, wat hij er van denkt. En wat hij dan ook denkt, hij doet het in war me kleuren en forse partijen, zonder compromissen, echter met de vreugde over de mens en de natuur. In "Waalwijk en omgevinf, maar ook in het Noorden bij zijn vriend en col lega Jan' Ritsema, heeft hij in vroeger jaren talrijke landschappen geschilderd zonder veel omhaal, maar mét veel ge negenheid voor het onderwerp. Zijn con cepties en zijn verven doen denken aan de Haagse school, maar zijn verdienste is het dat die overeenkomst door een zeer persoonlijke visie toch een oor spronkelijke trant moet genoemd wor den. Van zijn portretten en zijn land schappen kan men zeggen dat hun eige naars er graag naar kijken, omdat zij de woonkamer vervullen van een har telijke, warme geest, terwijl het critisch oog met welgevallen in ieder stuk het resultaat van een goed bedreven schil dersambacht waarneemt. Griekenland. Bij de aardbevingen op de Griekse Ionische eilanden Cepha- lonia en Ithaka is naar thans blijkt 90 procent van de dorpen en steden totaal vernield. Meer dan 20.000 huizen liggen in puin. Inmiddels zijn reeds 86 geëva- cueerden naar de eilanden teruggekeerd en 189 anderen hebben eveneens om repatriëring verzocht. zijn w? S hebben te zijn. Natuurlijk feit. T'J. Sean tegenstanders van activi- steêcls p®Sendeel. Maar we zullen er "toeten onder alle omstandigheden op ri6fnen n> dat, wat wij ook onder- "'UisoL ,1J steeds erop bedacht zijn ons zet af te vragen, of het wezen onze christelijke activiteit Het voorlopig bestuur van de Neder landse Bromfietsbond, die 13 Augustus werd opgericht, heeft gezien het grote aantal gunstige reacties, dat na de op richting werd ontvangen, besloten, reeds nu ten aanzien van enkele problemen zijn mening kenbaar te maken. Het stelt zich hierbij op het standpunt, dat de bromfiets in beginsel even grote rech ten op de weg heeft als alle andere ver voermiddelen, dat het voor een gunstige ontwikkeling van de bromfietserij nood zakelijk is, dat maatregelen en voor schriften voor alle merken en typen bromfietsen gelijk zijn, dat de regeling van 1 Augustus het bromfietsenvraag- stuk nijpender heeft gemaakt en ten spoedigste moet worden herzien en dat de 14.jaarlijkse belasting voor brom fietsen dient te vervallen, tenzij dit geld wordt besteed aan de aanleg, de verbe tering en het onderhoud van voor brom fietsen geschikte rijbanen. Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland heeft besloten aan de burgemeesters van gemeenten in Zuid- Holland met een inwonertal van 2000 of minder ten aanzien van de bezoldi ging een verhoging toe te kennen van 5 pet. met een maximum van f 16.65 per maand. Deze verhoging gaat in per 16 Maart 1951. van het Christendom inderdaad de drijf veer is van onze werkzaamheid, of, met andere woorden, de ware, zuivere lief de tot God en de evenmens het eerste motief is van ons handelen. Dan, en dan alleen, zal ons gedrag gekenmerkt zijn door echte christelijke levensstijl. L. Na het bericht, dat de raad van be heer van de Utrechtse Opera ingevolge de weigering van de minister van O., K. en W. om een aanvullend subsidie te verlenen aan de Utrechtse Opera, heeft moeten besluiten alle werkzaamheden van het gezelschap stop te zetten, heeft zich terstond uit de Utrech'se burgerij een comité gevormd waarin vele groe peringen der burgerij zijn vertegen woordigd. Het comité heeft gisteravond, in ver gadering bijeen, aan de Utrechtse Opera de opdracht verstrekt voor re kening van het comité de reeds vastge stelde première van de opera Carmen op 1 September a.s. alsnog uit te voeren. Het comité is er namelijk van overtuigd, dat de hiervoor benodigde gelden zon der twijfel door de Utrechtse burgerij bijeengebracht zullen worden. Het comité is voorts van mening, dat indien Nederland hierdoor nogmaals kennis neemt van de kwaliteiten die de Utrechtse Opera bezit, er ongetwijfeld in den lande algemene stemmen zullen opgaan om dit gezelschap voor Neder land te behouden. De vergadering welke onder leiding stond van mr. W. Derks, benoemde uit haar midden een werkcomité waarin zit ting hebben mr. Derks als voorzitter, de heer F. van Riemsdijk, directeur van de Amsterdamse Bank N.V., bijkantoor Utrecht en Incassobank N.V. kantoor Utrecht (giron. 2900 ten name van de Amsterdamse Bank kantoor Utrecht) en de heer A. M. E. H. N. Koemans, direc teur van het Utrechts Nieuwsblad, se cretaris. Advertentie De Eerste Kamer is, naar blijkt uit haar voorlopig verslag over het ont werp van wet tot wijziging van art. 55 van de Wegenwet, slecht te spreken over het feit, dat zij voor een fait ac compli is gesteld. Het gaat bij dit wetsontwerp over de verlenging van een termijn, waarbinnen leggers van wegen moeten worden vastgesteld. Nu blijkt, dat deze termijn reeds enige maanden verstreken is. Dit is, aldus het voorlopig verslag, reeds herhaaldelijk geschied. Tal van ambtenaren achten het on nodig, het hoofd van het departement, waaraan zij zijn verbonden, tijdig te waarschuwen, wanneer een wettelijke termijn komt te vervallen. Uiteraard is in casu de minister verantwoordelijk, doch van deze kan, gelet op zijn over drukke werkzaamheden, moeilijk wor den verwacht, dat hij zich zelfstandig op de hoogte houdt van het aflopen van termijnen in wetten, met de uitvoering waarvan hij is belast. Dit ligt op de weg van zijn naaste medewerkers, die blijk baar weinig waarde er aan hechten, dat de wet nauwkeurig wordt nageleefd. Dit leidt er toe, dat de Staten-Gene- raal zijn genoopt, „le bon ministre mal informé" ter verantwoording te roepen wegens niet naleving van wettelijke voorschriften. T~\ e wereld is apoëtisch ingesteld. Wanneer een of andere dichtsoort nu on- verwachts een greep op de menigte verkrijgt, dan mag men wel aannemen, dat er aan die soort iets loos is. En inderdaad, aan de poëzie van Annie Schmidt, Trijntje Fop, C. Buddingh' en Daan Zonderland is practisch datgene loos, wat van alle kunst het beginsel pleegt te zijn: de zin. Wanneer men er per se toch een zin in wil onderkennen, dan is het de zin van de onzin. Hun verzen J zijn bewust en consequent uitgewerkte nonsensverzen; als zodanig maakver zen, maar met de schijn van echte verzen. velde trok. Braga („dit is geen waak- hond, maar een Noorse Apollo") heette rïlÊÊSÊÊmÊÊÊÈiÈÈÈÈm officieel „een tijdschrift heel in rijm", hetgeen zo veel wilde zeggen als: neem mij maar héél serieus! Braga dan richt- |tt|gflH^ig§|; te zich, behalve tegen allerlei dichter- WBBÊËÊm lijke bombast, ook tegen de al te sen timentele romantiek dier jaren en tegen „het air van gezag" dat tentoongespreid werd in De Gids, het maandblad voor de Nieuwe Vaderlandsche Letteroefe ningen, dat in 1847 door Potgieter was opgericht. Het is duidelijk, dat deze dichtsoort bij uitstek geschikt is om allerlei als echte poëzie uitgegeven verzen op de hak te nemen. In deze functie is het on- zinvers, in Nederland althans, dan ook ontstaan. De Tachtiger Frederik van Eden, als Cornelis Paradijs, is in onze literatuur de man die door middel van het parodistisch gehanteerde nonsens vers afrekende met de zouteloze predi kantenpoëzie der negentiende eeuw. Zijn bundeltje „Grassprietjes", in 1885 ver schenen, heeft zijn uitwerking niet ge mist, maar geen mens had in die jaren nadien kunnen bevroeden, dat deze „Grassprietjes" de naam Van Eeden meer levend zouden houden dan zijn eigen dichtwerk dit kon doen. Zijn ech te verzen onder het motto „Van de pas sieloze lelie" zijn vrijwel ohleesbaar ge worden. maar zijn schijnpoëzie kon in de zojuist verschenen bloemlezing uit Joegoslavië. - Joegoslavië heeft 'in een nota Roemenië beschuldigd van achttien grensschendingen in twintig da gen en er daarbij op gewezen dat deze incidenten zijn voorgevallen op het ogenblik dat besprekingen gaande zijn ter regeling van grensincidenten tussen beide landen. de Nederlandse nonsenspoëzie niet zon der schade worden gemist. Hiermee sa menhangend doet zich nog een ander verschijnsel voor, waardoor de aparte waarde van de nonsenspoëzie eens te meer wordt getekend. Onder de rijmen de dominees, op wie Paradijs het hevigst inhakte, bevond zich namelijk de vaar dige Jan Jacob Lodewijk ten Kate, die, ten tijde van de Tachtigers een oud en saai man, tussen 1842 en 44 eenzelfde virtuoze hekelaar der poëtische geza pigheid was geweest als de jonge man, die hem nu „met gelijke munt" kwam betalen: Maar Goddank! zingt nu cantaten.... Daar komt J. J. L. ten Kate! Dankt den Heer met snarenspel Voor Ten Kate J. J. L. Deze regels uit het „Predikantenlied" maken, dat men het slachtoffer, voor letters incluis, voor eeuwig onthoudt. Maar laat men hem dan ook onthouden als de man die aan Paradijs voorafging, toen hij, theologant te Utrecht, met zijn vriend A. Winkler Prins (van de ency clopedie), in zijn plamfettistische tijd schriftje Braga tegen de rhetoriek te en even kostbare als veelsoortige culturele oogst van kunst en kunstvaar digheid, uit schier alle beschavingstüdperken van velerlei volkeren en naties, is dit jaar voor de vijfde maal in „Het Prinsenhof te Delft te zamen gebracht. In de vele tot berstens toe gevulde zalen zijn tot 7 September a.s. door vier en twintig antiquairs van gerenommeerden huize de fraaiste en meest precieuze kunstschatten die zij door nijver speuren wisten bijeen te garen met liefdevolle zorg en kennis van zaken opgesteld, teneinde de koop lustige collectionneurs uit binnen- en buitenland in de gelegenheid te stellen hun verzamelingen op peil te brengen of uit te breiden. Deze jaarbeurs in oude kunst is dan ook een gewild en gezocht trefpunt geworden, waar zij, die geld en liefde voor waardevol antiek hebben, elkander plegen te ontmoeten en waar een levendige handel bedreven wordt. Madonna met Kind" van J. Gossaerts van Mabuse, een van de mooiste schil derijen op de Oude Kunst- en Antiekbeurs te Delft. Na Londen en Parijs heeft deze voor dit jaar op bijzonder hoog niveau inge stelde beurs Nederland op de derde plaats gebracht, wat de omzet van an tiek betreft, en de waarde van het ge- exposeerde ligt tussen de vijf a zes mil- lioen gulden. Intussen heeft deze levendige handel ook zijn schaduwzijde voor zover het verkoop van Nederlands antiek naar het buitenland betreft. De verschijnse len van de laatste tijd wijzen er op, dat Nederland bezig is ziin kleiner par ticulier kunstbezit (schilderijen, anjie- ke meubelen, glaswerk en tapijten) een voudigweg te liquideren. Ofschoon men aan de Nederlandse moderne kunst over het algemeen teleurstellend weinig waarde hecht, oefent vooral de „nieu we wereld" met Amerika voorop, wat de oude kunst betreft een grote zuig kracht uit. Wij geven enkele sprekende cijfers: de totale export van kunstwerken be droeg vorig jaar 8 millioen gulden, waaronder 4 millioen aan schilderijen. In I960 was het totaalcijfer nog 2,8 millioen, waaronder 1,8 millioen aan schilderijen. De export van antieke meubelen en dergelijke is van 1950 tot 1952 gestegen van 1 tot 3.4 millioen gulden. Men kan uiteraard moeilijk zeggen dat de (zakelijk ingestelde) kunsthan del hier „schuld" zou hebben. In dien er van schuld sprake is, dan zoeke men deze in de verminderde koopkracht van hen, die hier in Ne derland van oudsher liefhebbers en verzamelaars waren van schone en kostbare dingen Verder door redene ren komt men wat de schuldvraag betreft onherroepelijk terecht bij de fiscale politiek en de nivellering als gevolg daarvan. Terugkomend op de Delftse expositie vermelden wij nog, dat er opvallend veel goede schilderijen te zien zijn (o.a. een landschap van Hercules Se- ghers en het hierbij gereproduceerde werk van Gossaert van Mabuse). Voorts is er de bekende weelde van meube len, sculptuur, porcelein, curiosa enz De tentoonstelling is dagelijks geopend van 1017.20 en eveneens op de Dins- de verkoop van Nederlands antiek naar Een der aardigste verzen van Ten Kate in Braga is de parodie „Geniale gedach- tenvonken over rijm en maat", waarin hij blijk geeft heel goed dóór te hebben, hoe men met versvaardigheid alleen geen echte poëzie maakt; des te verbluffender hoe juist hij op latere leeftijd aan het volgende door hem gewraakte euvel is gaan lijden: 'k Zing bij voorbeeld van den hemel, 'k Zoek maar wat de weêrklank is, 'k Vind terstond het stofgewemel; Wat een stoute antithesis! Of ik worstel met de liefde. In het een of ander hart: Kan 't dan anders of zij griefde, Zeer natuurlijk vol van smart. Die ge met iets hartverpletBAARS, ZieldoorvlijmBAARS of ontzetBAARS Bitters, fels of wreeds lardeert, Naar de maat het permitteert! Bron in Engeland Gerrit van de Linde, de man met wie een zojuist bij het Spectrum verschenen bloemlezing van nonsens-poëzie opent is om zo te zeggen de meest rechtstreek se voorvader van het nonsensvers, zoals het in onze dagen in enkele dag- en weekbladen succesvol wordt gepleegd. Hij maakt ons duidelijk, dat de bron de zer poëzie in Engeland ligt. Van de Linde's artistieke lo.opbaan begon (haast vanzelfsprekend in die tijd) als theologisch student in Leiden. Als kanselredenaar voorspelde men hem een glansrijke toekomst. Maar de ver fijnde levensgenieter (Van Lennep noemt hem een Epikurist) hield het in Holland moreel noch financieel uit. In 1834 nam hij de wijk naar Londen, al waar hij in 1858 als kostschoolhouder overleed. Uit zijn nalatenschap heeft Van Lennep ons de meteen voorgoed popu lair geworden „Gedichten van Den Schoolmeester" bezorgd. Zeer bevruchtend heeft de Engelse smaak voor volkspoëzie op de dichter lijke ambitie van De Schoolmeester in gewerkt; langs welke wegen is niet al tijd even duidelijk, maar dat het zo is, bewijst heden ten dage een tweede in Londen woonachtige Nederlander, dr. D. G. v. d. Vat, die als Daan Zonderland onlangs een bundel Redeloze Rijmen alsmede een journalistiek standaardwerk over „Britten, Beesten, Buitenlanders" heeft uitgegeven en die in de onder havige bloemlezing een schitterend fi guur onder zijn tijdgenoten slaat. Dit is zijn stijl: In de grote stad van Londen Wonen honderdduizend honden Die op sanitaire gronden Telken dage vele malen Stil staan bij lantarenpalen. De in 1946 gestorven Haarlemse leraar dr. G. Nolst Trenité, die als Charivariuseen nationale be kendheid verworven heeft door zijn geestige bespotting van aller lei taalmisbruik. Londen nam tot onze stichting Dan ook op zich de verplichting Voor een goede straatverlichting Iets dat, volgens vele honden, Elders zelden wordt gevonden precies iets kruidiger, minder droog, maar even eilanderig als De School meesters Natuurlijke Historie van de Hond: Een hond is vermaard Om zijn gezelligen aard En 't kwispelen van zijn staart. Zijn neus, doorgaans rond, Staat gewoonlijk in 't front En zo lang die maar nat en frisch is, Is 't een bewijs, dat menheer zo gezond als een visch is. in of meer met opzet hebben wij Piet Paaltjens, die ook in dit ge zelschap van nonsenspoëten fi gureert, buiten beschouwing gelaten. Want helemaal hoort hij er naar aan leg niet bij. Tenslotte was hij geen dich ter voor zijn plezier, ook al kunnen wij soms om hem lachen. De titel van zijn bundel „Snikken en Glimlachjes" drukt alleen maar galgenhumor uit. Hij was in alles een échte dichter, die de zelfspot hanteerde als verdedigingswapen tegen de vlagen van melancholie waaraan hij leed. D. de Lange, samensteller van dit alleszins vermakelijke Prismaboekje, heeft uit Paaltjens dan ook slechts een keuze-met-veel-overleg kunnen maken. Wat hij koos kan men als „ironische romantiek" aanvaarden en genieten, maar men legge het accent toch niet al te verzekerd op de grap ervan. Een andere figuur, die geen nonsens dichter is in de gewone zin, alhoewel hij :n dit boekje niet misstaat, is de Haarlemse leraar dr. G. Nolst Trenité. Als Charivarius heeft hij zich een na tionale bekendheid verworven door zijn geestige bespotting van allerlei taalmis bruik en taalmishandeling. Hij is in 1947 gestorven. Zijn „Ruize-Rijmen" versche nen in 1922. Wat van die Rijmen in dit boekje kon worden overgenomen, is nog steeds het aandachtig lezen waard, maar een wereld, een kölderwereld, to vert hij ons toch niet voor ogen. Het ongerijmde neemt bij hem nooit de schijn van gerijmdheid aan, integendeel, het wordt alleen maar aan de kaak ge steld, als iets belachelijks. En juist dit verdraagt het nonsensvers allerminst NICO VERHOEVEN „Nederlandse nonsens op rijm". Prismaboekje. Uitg. Het Spectrum, Utrecht. Nederland heeft Vrijdag de Ver. Naties voorgesteld dit jaar een studie te be ginnen met het oog op een algemene conferentie in 1955 ter overweging van wijzigingen in het Handvest der Ver Natiesdat in 1945 werd opgesteld. Nederland verzocht dit voorstel op te ne- nemen op de agenda voor de komende zit ting van de alg. vergadering der Ver. Na ties, die 15 September zal beginnen. Men verwacht, dat op een eventuele al gemene conferentie een ernstige poging zal worden ondernomen om het vetorecht der grote mogendheden te wijzigen. In een memorandum, dat bij het Neder landse verzoek was gevoegd, werd ver klaard, dat het Handvest er in voorziet, dat een voorstel ter bijeenroeping van een al gemene conferentie ter herziening van het Handvest in 1955, zo niet eerder, zal wor den overwogen. Het voorbereidende werk voor de confe rentie zou kunnen worden ondernomen door de secretaris-generaal van de V.N. en individuele leden. Volgens Nederland zou elk lid kunnen worden uitgenodigd zijn voorlopige mening over mogelijke wijzi gingen te geven en voorstellen in te dienen. De Amerikaanse minister van Buiten landse Zaken, Dulles, heeft medegedeeld, dat de V.S. bijeenroeping van een conferen tie ter herziening van het Handvest, als deze kwestie op de zitting van 1955 ter sprake zal komen, zullen steunen. De Aartsbroederschap van de H. Fa milie is een landelijke actie begonnen onder de onkerkelijke gezinnen door middel van haar Familieblad, Zondags blad voor het Katholieke huisgezin. De inhoud van dit blad zal in de toekomst onderwerpen bevatten, die speciaal voor de onkerkelijke gezinnen interessant kunnen zijn. Met de steun van de le zerskring, die daarvoor de nodige gel den opbrengt, worden in de daarvoor uitgezochte gezinnen exemplaren van het Familieblad bezorgd. De lezers adopteren elk voor zich een dergelijk gezin in die zin, dat zij speciaal voor het geadopteerde gezin bidden teneinda de terugkeer tot de Kerk te verkrijgen. De actie zal de eerste maanden spe ciaal op Breda gericht zijn, waar het afglijdingsproces sterk waarneembaar is. Daar zal van 7 tot 21 November een missie gehouden worden, waarin vooral de afgedwaalde gezinnen betrokken zul len worden. Daarnaast zullen katholieke gezinnen gerecruteerd worden om voor het succes van deze missie te bidden. Over het gehele land verspreidt de Aartsbroederschap van de H. Familie on geveer 400 gratis abonnementen, waar van alleen 300 in Den Haag. De gezin nen, die deze bladen ontvangen, zullen worden bezocht door de paters Redemp toristen. die zich voor dit werk reeds jarenlang in Den Haag hebben geves tigd- Onder auspiciën van de St. Vmcen- tiusvereniging wordt nu tevens een soortgelijke actie begonnen in Den Bosch met in totaal 1500 gratis abon nementen van het Familieblad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 3