■B8BB
Een der moeilijkste karweien
op Schouwen achter de rug
De kern van de
zaak
B
Nieuwe overwinning, nu in
de Klompegeul
Niet opvallen
Toch nog première van Carmen
bij Utrechtse Opera
200 JA
DE MM, DIE AAN PARADIJS VOORAFGING
Nederlandse nonsens op rijm
Zin en onzin
Kunst- «n Antiekbeurs in Delfts Prinsenhof
E
Tegenslag op het
critieke moment
Theo van Delft
70 jaar
Initiatief van Utrechtse burgerij
Eerste Kamer slecht
te spreken
Schaduwzijde van verkoop naar buitenland
Het Handvest
der Y.N.
LITERAIRE KRONIEK
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1953
PAGINA 3
Schilder van landschappen
en portretten
Bromfietsbond
Regeling van 1 Augustus
moet worden herzien
Betere salariëring van
burgemeesters
Van kleine gemeenten
in Zuid-Holland
Speciale melanges en verpakkingen
voor export
POUWE EGBERTS N.V. JOURE-UTRECHT
Ambtenaren tonen
weinig eerbied voor
de wet
Nederland wil studie
van wijzigingen
Aartsbroederschap van
de H- Familie
Met man en macht wordt de laatste
hand aan het stoere werk gelegd.
Sprekend over de zuivere christelijke
levensstijl hebben wij reeds erop
gewezen, dat daarin een tweevoudig
clement te onderscheiden is: een blij -
Vend n.l. en een veranderlijk. Het blij
kende element kan geen ander zijn dan
ne kern van onze heilige godsdienst, de
won, waaruit alles zijn kracht ontvangt:
de liefde tot God.
Wij kennen het prachtige woord van
Wnt Jan: God :s liefde. Daarmee duidt
ae Apostel vóór alles aan, dat het god
delijk wezen liefde is, dat de verhou-
d'ng van Vader tot Zoon geheel en al
door de liefde wordt bepaald, zoals de
Verhouding van de Zoon tot de Vader
enkei wederliefde is. En deze weder
zijdse liefde „is" van alle eeuwigheid
de derde Persoon der H. Drievuldighe.d,
de H. Geest. In Zijn Zoon heeft de Va
der ons van eeuwigheid voorbestemd;
'n Hem heeft Hij ons van eeuwigheid
gezien en liefgehad. Door het H. Doop
sel zijn wij deelgenoten geworden aan
het leven van Christus, d.w.z. dat wij
delen in het leven, dat de Zoon van
de Vader ontvangt. Daarom zijn wij ook
verplicht mèt de Zoon de Vader onze
wederliefde te betuigen. Deze liefde, die
geheel bovennatuurlijk is, wordt in ons
uitgewerkt door de H. Geest, Die in ons
roept: „Abba, Vader."
In heel grote lijnen is dit de basis
Van onze onbegrijpelijke uitverkiezing,
Van onze goddelijke bevoorrechting, die
ons midden in „het Heilige" plaatst. Dit
is een onderwerp, waarop men een le
ven lang niet uitgedacht komt.
Wanneer wij deze waarheid nu als
oasis nemen voor de overdenking van
bet wezen van een echte christelijke le
vensstijl, dan moeten we onmiddellijk
daaraan toevoegen, dat de liefde tot
Christus en daardoor onze liefde tot
oe Vader zich uit in het onderhouden
fijner geboden. „Wie Mij liefheeft, onder
houdt Mijn geboden." In allerlei vormen
Komen Sint Jan en Sint Paulus in hun ge
schriften telkens en telkens op deze
grondwaarheid terug. „Wie zegt: ik be-
h">:n God, en dan toch Zijn geboden niet
Onderhoudt, is een leugenaar."
De liefde tot God is dus het uitgangs
punt van heel ons gedrag. Maar uit dit
Wtgangspunt volgt onmiddellijk als een
Noodzakelijke voorwaarde, dat hij, die
P°d bemint, ook zijn evenmens moet
befhebben omwille van God. „Hieraan
gullen allen erkennen, dat gij Mijn leer-
hngen zijt, dat gij elkander liefhebt."
-Kinderlijke liefde tot God aldus van
Kenswoude die voert tot eenheid-in-
hefde-tot-elkander-in-God is het blij
kende kenmerk van een ware christelij
ke levensstijl. Waar dit gemist wordt, is
a'les slechts facade.
I uiten dit blijvende element van
echte christelijke levensstijl is er
echter ook een. dat aan verander
lijkheid onderhevig is. Dat is, wat Sint
lauius op het oog heeft in zijn eerste
brief aan de Corinthiëï's, het 9e hoofd-
J:l'k, vers 1923. Daar zegt hij. hoe hij
1 c.h weet aan te passen aan Joden en
heidenen, enkel en alleen om maar zo-
keel mogelijk mensen voor het Evange
l's te winnen.
Christelijke levensstijl vergt dus oojc
zekere soepelheid, aanpassingsver
mogen, actualiteit, beweeglijkheid, een
«aar-de-mensen-toegaan. Men moet dus
«Hes vermijden wat zweemt naar ver-
^tarring, conservatisme, angst voor risi-
onvruchtbaar isolement.
Dit vooropgesteld moet er echter te-
Un gewaarschuwd worden, dat men het
bedoelde aanpassingsvermogen nimmer
'acht door te voeren ten koste van
Se onveranderlijke waarheid van God.
pSarmee is geen „schipperen" mogelijk.
J'.een enkele tijdelijke eis der omstan-
b'gheden kan noch mag daaraan ooit
'breuk doen. Gods waarheid en rechten
L^-an voor eeuwig onaantastbaar vast.
de aanoassing aan de ti.idsomstandighe-
,j®h zal dan ook slechts verantwoord
„ih onder „bepaalde voorwaarden. En
-16 voorwaarden komen altijd hierop
^ber, ciat de goddelijke waarheid beslist
k °it of nimmer in het gedrang mag
Het
dat'de Hgt
een beetje voor de hand,
1'elH mentaliteit van de moderne we-
Ple t s*erk voor een zekere meegaandheid
dat l- En evenzeer ligt het voor de hand,
Zty ti9?1 het gevaar dreigt van een ver-
dif8v onzer beginselvastheid. Waar
npn het geval is. kan men niet ontken-
Va dat het met de invloed en de kracht
g. het Christendom gedaan is.
een? Daulus kon zich om het zo
v^r„ uit te drukken de luxe van een
dat u?-n?e aanpassing permitteren, om-
bonri in a"es steeds met Christus ver
ten,,®11 bioef, omdat bij hem het zwaar-
t)pnp alti,jd lag in ziin liefde tot God.
W We maar eens aan ziin bekende
prp„tbg op de liefde: Wat ik ook zou
ik aren. als ik de liefde niet had, ben
drukiie,.t.s! fl Cor. 13. 1—3). Zeer na-
f>n dan 'K zegt hij elders, dat niets
heden noernt hij allerlei wederwaardig
heid,, °b hem kan scheiden van de
van Christus. (Kom. 8, 35—39).
Wij moeten dan wel concluderen, dat
rnpt _ti
Het welslagen van een der moeilijk
ste, doch eigenlijk weinig spectaculaire
karweien van de dijkdichting op Schou
wen heeft Vrijdagmiddag opnieuw een
fluitconcert van sleepboten veroorzaakt.
Dit werk was het invaren en vastleggen
van een „blokkendoos-caisson" in de
Klompegeul achter het grote gat van
de Schelphoek. Het was geen bijzonder
grote caisson ditmaal. De lengte was
37,5 meter bij een breedte van 11 meter
en een hoogte van 8 meter. Het beton
nen gevaarte werd uit in Nederland
gebouwde kleine betonnen caissons en
manchetten opgebouwd.
De Kiompegeul was nog 't enige open
stroomgat in de inlaagdijk, die achter
de bijna 500 meter brede gaping in de
zeedijk van Serooskerken wordt ge
legd. Nu de andere gaten van de inlaag-
dijk gesloten waren, werd het sluiten
van de Klompegeul een uiterst moei
lijke karwei.
Van de kentering, het stille ogenblik
tussen vloed en eb. dat ter plaatse
slechts een minuut of vier a vijf duurt,
zou gebruik moeten worden gemaakt
om de 'caisson te laten zinken.
Sleepboten trokken het enorme drij
vende brok beton, dat aan een zijde van
een z.g. guillotine was voorzien, Weste
lijk van de reeds met rijswerk en
steen bezonken geul.
Zo nauwkeurig mogelijk mat men de
na kentering afnemende stroomsnel-
heden op enkele tientallen meters van
de caisson af. Toen deze stroomsnel-
heden vrijwel nihil geworden waren,
werden de kranen opengedraaid. Lang
zaam zag men de blokkendoos groten
deels in het water verdwijnen.
Tot grote schrik bemerkte men op
het critieke moment echter, dat de
kentering op de bezonken plaats in de
geul niet op hetzelfde ogenblik als die
even verder naar buiten intrad. Hier
door verschoof de caisson bij het zinken
iets naar het Westen, waardoor de guil
lotine in het gedrang kwam. En, terwijl
de zware horizontale stalen balken, die
tot verankering moeten bijdragen, reeds
vielen, werd de guillotine gekraakt.
Gelukkig bleek de schade achteraf
niet al te ernstig te zijn. De caisson lag
echter goed vast en dus kon het triom
fantelijke en oorverdovende fluitconcert
der sleepboten een minuut lang worden
aangeheven.
Grote kantelbakken werden nadien
haastig aangesleept om hun inhoud van
enorme keien aan de voet van de cais
son te storten. Ook aan de zijkanten
werden reusachtige hoeveelheden stort-
steen in het water geplensd.
Nu de Klompegeul dicht is, wordt het
mogelijk de vier kilometer lange in
laagdijk achter de Schelphoek te vol
tooien.
Het zinkwerk is gereed tot hoogte
van het maaiveld en ook de schouder
stukken van aarde en klei zijn gereed.
De kleine „maaiveldcaissons" liggen
gereed om geplaatst te worden. Indien
geen tegenslagen van bijzondere om
vang optreden, dan kan de laatste klei
ne caisson eind volgende week geplaatst
worden, waarna het dijklichaam verder
kan worden voltooid.
Dit betekent, dat bijna 9.000 hectare
van de grote Schouwse polder van de
zee zullen zijn afgesloten. Ongeveer 350
hectare tussen inlaagdijk en zeedijk
zullen dan nog aan de zee ten prooi
zijn.
Binnen drie a vier weken, zo menen
deskundigen van de Dienst Dijkherstel,
zal zonder tegenslagen het ergste leed
van het dijkherstel van Schouwen-Dui-
veland geleden kunnen zijn. Dan zal,
naar men hoopt, langzamerhand het
oude land weer land kunnen worden,
achter zo veilig mogelijke dijken.
En dit gesprekje viel de
zer dagen in de trein te be
luisteren:
Eerste reiziger: „Snap jij
nou die Mossadeq, dat hij
weer in zijn pyama moest
vluchten?"
Tweede reiziger: „Dat
zal hij gedaan hebben om
niet op te vallen".
Vrijdag is de Waalwijkse schilder Theo
van Delft zeventig jaar geworden en de
Waalwijkers die hem weten te waar
deren hebben hun feestvreugde voor
een deel aan hem besteed.
Theo van Delft, jongere broer van de
onlangs overleden schilder Jan van
Delft, heeft nooit zijn heil gezocht in wat
men zou kunnen noemen boven-Moer-
dijkse belangstelling. Hij heeft zeer veel
geschilderd, in opdracht en voor zijn
plezier, maar eigenlijk nooit voor ten
toonstellingen, hoewel hij van tijd tot
tijd toch werk heeft geëxposeerd. Maar
wie met dat werk kennis heeft gemaakt,
mocht ervaren dat hij met een gedegen
vakman te doen had. Het schilderen
was hem steeds een oprechte behoefte,
maar hij wilde gaarne vrij blijven van
neig.ngen naar een bepaalde richting.
De schilders, die hij bewonderde, er
kende hij als meesters en hij wilde er
van leren, onverschillig of zij modernen
waren of tot een oudere school behoor
den. Zijn grote drijfkracht zijn altijd ge
weest zijn eigen artistiek temperament
en zijn eerlijk vakmanschap. Theoreti
seren doet hij onder vier ogen; zijn
schilderijen vertellen voorts in het
openbaar, wat hij er van denkt. En wat
hij dan ook denkt, hij doet het in war
me kleuren en forse partijen, zonder
compromissen, echter met de vreugde
over de mens en de natuur.
In "Waalwijk en omgevinf, maar ook
in het Noorden bij zijn vriend en col
lega Jan' Ritsema, heeft hij in vroeger
jaren talrijke landschappen geschilderd
zonder veel omhaal, maar mét veel ge
negenheid voor het onderwerp. Zijn con
cepties en zijn verven doen denken aan
de Haagse school, maar zijn verdienste
is het dat die overeenkomst door een
zeer persoonlijke visie toch een oor
spronkelijke trant moet genoemd wor
den. Van zijn portretten en zijn land
schappen kan men zeggen dat hun eige
naars er graag naar kijken, omdat zij
de woonkamer vervullen van een har
telijke, warme geest, terwijl het critisch
oog met welgevallen in ieder stuk het
resultaat van een goed bedreven schil
dersambacht waarneemt.
Griekenland. Bij de aardbevingen
op de Griekse Ionische eilanden Cepha-
lonia en Ithaka is naar thans blijkt 90
procent van de dorpen en steden totaal
vernield. Meer dan 20.000 huizen liggen
in puin. Inmiddels zijn reeds 86 geëva-
cueerden naar de eilanden teruggekeerd
en 189 anderen hebben eveneens om
repatriëring verzocht.
zijn w? S hebben te zijn. Natuurlijk
feit. T'J. Sean tegenstanders van activi-
steêcls p®Sendeel. Maar we zullen er
"toeten onder alle omstandigheden op
ri6fnen n> dat, wat wij ook onder-
"'UisoL ,1J steeds erop bedacht zijn ons
zet af te vragen, of het wezen
onze christelijke activiteit
Het voorlopig bestuur van de Neder
landse Bromfietsbond, die 13 Augustus
werd opgericht, heeft gezien het grote
aantal gunstige reacties, dat na de op
richting werd ontvangen, besloten, reeds
nu ten aanzien van enkele problemen
zijn mening kenbaar te maken. Het stelt
zich hierbij op het standpunt, dat de
bromfiets in beginsel even grote rech
ten op de weg heeft als alle andere ver
voermiddelen, dat het voor een gunstige
ontwikkeling van de bromfietserij nood
zakelijk is, dat maatregelen en voor
schriften voor alle merken en typen
bromfietsen gelijk zijn, dat de regeling
van 1 Augustus het bromfietsenvraag-
stuk nijpender heeft gemaakt en ten
spoedigste moet worden herzien en dat
de 14.jaarlijkse belasting voor brom
fietsen dient te vervallen, tenzij dit geld
wordt besteed aan de aanleg, de verbe
tering en het onderhoud van voor brom
fietsen geschikte rijbanen.
Het college van Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland heeft besloten aan de
burgemeesters van gemeenten in Zuid-
Holland met een inwonertal van 2000
of minder ten aanzien van de bezoldi
ging een verhoging toe te kennen van
5 pet. met een maximum van f 16.65
per maand. Deze verhoging gaat in per
16 Maart 1951.
van het Christendom inderdaad de drijf
veer is van onze werkzaamheid, of, met
andere woorden, de ware, zuivere lief
de tot God en de evenmens het eerste
motief is van ons handelen. Dan, en
dan alleen, zal ons gedrag gekenmerkt
zijn door echte christelijke levensstijl.
L.
Na het bericht, dat de raad van be
heer van de Utrechtse Opera ingevolge
de weigering van de minister van O., K.
en W. om een aanvullend subsidie te
verlenen aan de Utrechtse Opera, heeft
moeten besluiten alle werkzaamheden
van het gezelschap stop te zetten, heeft
zich terstond uit de Utrech'se burgerij
een comité gevormd waarin vele groe
peringen der burgerij zijn vertegen
woordigd.
Het comité heeft gisteravond, in ver
gadering bijeen, aan de Utrechtse Opera
de opdracht verstrekt voor re
kening van het comité de reeds vastge
stelde première van de opera Carmen op
1 September a.s. alsnog uit te voeren.
Het comité is er namelijk van overtuigd,
dat de hiervoor benodigde gelden zon
der twijfel door de Utrechtse burgerij
bijeengebracht zullen worden.
Het comité is voorts van mening, dat
indien Nederland hierdoor nogmaals
kennis neemt van de kwaliteiten die de
Utrechtse Opera bezit, er ongetwijfeld
in den lande algemene stemmen zullen
opgaan om dit gezelschap voor Neder
land te behouden.
De vergadering welke onder leiding
stond van mr. W. Derks, benoemde uit
haar midden een werkcomité waarin zit
ting hebben mr. Derks als voorzitter, de
heer F. van Riemsdijk, directeur van de
Amsterdamse Bank N.V., bijkantoor
Utrecht en Incassobank N.V. kantoor
Utrecht (giron. 2900 ten name van de
Amsterdamse Bank kantoor Utrecht) en
de heer A. M. E. H. N. Koemans, direc
teur van het Utrechts Nieuwsblad, se
cretaris.
Advertentie
De Eerste Kamer is, naar blijkt uit
haar voorlopig verslag over het ont
werp van wet tot wijziging van art. 55
van de Wegenwet, slecht te spreken
over het feit, dat zij voor een fait ac
compli is gesteld.
Het gaat bij dit wetsontwerp over de
verlenging van een termijn, waarbinnen
leggers van wegen moeten worden
vastgesteld. Nu blijkt, dat deze termijn
reeds enige maanden verstreken is. Dit
is, aldus het voorlopig verslag, reeds
herhaaldelijk geschied.
Tal van ambtenaren achten het on
nodig, het hoofd van het departement,
waaraan zij zijn verbonden, tijdig te
waarschuwen, wanneer een wettelijke
termijn komt te vervallen. Uiteraard is
in casu de minister verantwoordelijk,
doch van deze kan, gelet op zijn over
drukke werkzaamheden, moeilijk wor
den verwacht, dat hij zich zelfstandig
op de hoogte houdt van het aflopen van
termijnen in wetten, met de uitvoering
waarvan hij is belast. Dit ligt op de weg
van zijn naaste medewerkers, die blijk
baar weinig waarde er aan hechten, dat
de wet nauwkeurig wordt nageleefd.
Dit leidt er toe, dat de Staten-Gene-
raal zijn genoopt, „le bon ministre mal
informé" ter verantwoording te roepen
wegens niet naleving van wettelijke
voorschriften.
T~\ e wereld is apoëtisch ingesteld. Wanneer een of andere dichtsoort nu on-
verwachts een greep op de menigte verkrijgt, dan mag men wel aannemen,
dat er aan die soort iets loos is. En inderdaad, aan de poëzie van Annie
Schmidt, Trijntje Fop, C. Buddingh' en Daan Zonderland is practisch datgene loos,
wat van alle kunst het beginsel pleegt te zijn: de zin. Wanneer men er per se
toch een zin in wil onderkennen, dan is het de zin van de onzin. Hun verzen J
zijn bewust en consequent uitgewerkte nonsensverzen; als zodanig maakver
zen, maar met de schijn van echte verzen.
velde trok. Braga („dit is geen waak-
hond, maar een Noorse Apollo") heette rïlÊÊSÊÊmÊÊÊÈiÈÈÈÈm
officieel „een tijdschrift heel in rijm",
hetgeen zo veel wilde zeggen als: neem
mij maar héél serieus! Braga dan richt- |tt|gflH^ig§|;
te zich, behalve tegen allerlei dichter- WBBÊËÊm
lijke bombast, ook tegen de al te sen
timentele romantiek dier jaren en tegen
„het air van gezag" dat tentoongespreid
werd in De Gids, het maandblad voor
de Nieuwe Vaderlandsche Letteroefe
ningen, dat in 1847 door Potgieter was
opgericht.
Het is duidelijk, dat deze dichtsoort
bij uitstek geschikt is om allerlei als
echte poëzie uitgegeven verzen op de
hak te nemen. In deze functie is het on-
zinvers, in Nederland althans, dan ook
ontstaan. De Tachtiger Frederik van
Eden, als Cornelis Paradijs, is in onze
literatuur de man die door middel van
het parodistisch gehanteerde nonsens
vers afrekende met de zouteloze predi
kantenpoëzie der negentiende eeuw. Zijn
bundeltje „Grassprietjes", in 1885 ver
schenen, heeft zijn uitwerking niet ge
mist, maar geen mens had in die jaren
nadien kunnen bevroeden, dat deze
„Grassprietjes" de naam Van Eeden
meer levend zouden houden dan zijn
eigen dichtwerk dit kon doen. Zijn ech
te verzen onder het motto „Van de pas
sieloze lelie" zijn vrijwel ohleesbaar ge
worden. maar zijn schijnpoëzie kon in
de zojuist verschenen bloemlezing uit
Joegoslavië. - Joegoslavië heeft 'in
een nota Roemenië beschuldigd van
achttien grensschendingen in twintig da
gen en er daarbij op gewezen dat deze
incidenten zijn voorgevallen op het
ogenblik dat besprekingen gaande zijn
ter regeling van grensincidenten tussen
beide landen.
de Nederlandse nonsenspoëzie niet zon
der schade worden gemist. Hiermee sa
menhangend doet zich nog een ander
verschijnsel voor, waardoor de aparte
waarde van de nonsenspoëzie eens te
meer wordt getekend. Onder de rijmen
de dominees, op wie Paradijs het hevigst
inhakte, bevond zich namelijk de vaar
dige Jan Jacob Lodewijk ten Kate, die,
ten tijde van de Tachtigers een oud en
saai man, tussen 1842 en 44 eenzelfde
virtuoze hekelaar der poëtische geza
pigheid was geweest als de jonge man,
die hem nu „met gelijke munt" kwam
betalen:
Maar Goddank! zingt nu cantaten....
Daar komt J. J. L. ten Kate!
Dankt den Heer met snarenspel
Voor Ten Kate J. J. L.
Deze regels uit het „Predikantenlied"
maken, dat men het slachtoffer, voor
letters incluis, voor eeuwig onthoudt.
Maar laat men hem dan ook onthouden
als de man die aan Paradijs voorafging,
toen hij, theologant te Utrecht, met zijn
vriend A. Winkler Prins (van de ency
clopedie), in zijn plamfettistische tijd
schriftje Braga tegen de rhetoriek te
en even kostbare als veelsoortige culturele oogst van kunst en kunstvaar
digheid, uit schier alle beschavingstüdperken van velerlei volkeren en
naties, is dit jaar voor de vijfde maal in „Het Prinsenhof te Delft te
zamen gebracht. In de vele tot berstens toe gevulde zalen zijn tot 7 September
a.s. door vier en twintig antiquairs van gerenommeerden huize de fraaiste en
meest precieuze kunstschatten die zij door nijver speuren wisten bijeen te
garen met liefdevolle zorg en kennis van zaken opgesteld, teneinde de koop
lustige collectionneurs uit binnen- en buitenland in de gelegenheid te stellen
hun verzamelingen op peil te brengen of uit te breiden. Deze jaarbeurs in oude
kunst is dan ook een gewild en gezocht trefpunt geworden, waar zij, die geld
en liefde voor waardevol antiek hebben, elkander plegen te ontmoeten en
waar een levendige handel bedreven wordt.
Madonna met Kind" van J. Gossaerts van Mabuse, een van de mooiste schil
derijen op de Oude Kunst- en Antiekbeurs te Delft.
Na Londen en Parijs heeft deze voor
dit jaar op bijzonder hoog niveau inge
stelde beurs Nederland op de derde
plaats gebracht, wat de omzet van an
tiek betreft, en de waarde van het ge-
exposeerde ligt tussen de vijf a zes mil-
lioen gulden.
Intussen heeft deze levendige handel
ook zijn schaduwzijde voor zover het
verkoop van Nederlands antiek naar
het buitenland betreft. De verschijnse
len van de laatste tijd wijzen er op,
dat Nederland bezig is ziin kleiner par
ticulier kunstbezit (schilderijen, anjie-
ke meubelen, glaswerk en tapijten) een
voudigweg te liquideren. Ofschoon men
aan de Nederlandse moderne kunst over
het algemeen teleurstellend weinig
waarde hecht, oefent vooral de „nieu
we wereld" met Amerika voorop, wat
de oude kunst betreft een grote zuig
kracht uit.
Wij geven enkele sprekende cijfers:
de totale export van kunstwerken be
droeg vorig jaar 8 millioen gulden,
waaronder 4 millioen aan schilderijen.
In I960 was het totaalcijfer nog 2,8
millioen, waaronder 1,8 millioen aan
schilderijen. De export van antieke
meubelen en dergelijke is van 1950 tot
1952 gestegen van 1 tot 3.4 millioen
gulden.
Men kan uiteraard moeilijk zeggen
dat de (zakelijk ingestelde) kunsthan
del hier „schuld" zou hebben. In
dien er van schuld sprake is, dan
zoeke men deze in de verminderde
koopkracht van hen, die hier in Ne
derland van oudsher liefhebbers en
verzamelaars waren van schone en
kostbare dingen Verder door redene
ren komt men wat de schuldvraag
betreft onherroepelijk terecht bij de
fiscale politiek en de nivellering als
gevolg daarvan.
Terugkomend op de Delftse expositie
vermelden wij nog, dat er opvallend
veel goede schilderijen te zien zijn
(o.a. een landschap van Hercules Se-
ghers en het hierbij gereproduceerde
werk van Gossaert van Mabuse). Voorts
is er de bekende weelde van meube
len, sculptuur, porcelein, curiosa enz
De tentoonstelling is dagelijks geopend
van 1017.20 en eveneens op de Dins-
de verkoop van Nederlands antiek naar
Een der aardigste verzen van Ten Kate
in Braga is de parodie „Geniale gedach-
tenvonken over rijm en maat", waarin
hij blijk geeft heel goed dóór te hebben,
hoe men met versvaardigheid alleen geen
echte poëzie maakt; des te verbluffender
hoe juist hij op latere leeftijd aan het
volgende door hem gewraakte euvel is
gaan lijden:
'k Zing bij voorbeeld van den hemel,
'k Zoek maar wat de weêrklank is,
'k Vind terstond het stofgewemel;
Wat een stoute antithesis!
Of ik worstel met de liefde.
In het een of ander hart:
Kan 't dan anders of zij griefde,
Zeer natuurlijk vol van smart.
Die ge met iets hartverpletBAARS,
ZieldoorvlijmBAARS of ontzetBAARS
Bitters, fels of wreeds lardeert,
Naar de maat het permitteert!
Bron in Engeland
Gerrit van de Linde, de man met wie
een zojuist bij het Spectrum verschenen
bloemlezing van nonsens-poëzie opent
is om zo te zeggen de meest rechtstreek
se voorvader van het nonsensvers, zoals
het in onze dagen in enkele dag- en
weekbladen succesvol wordt gepleegd.
Hij maakt ons duidelijk, dat de bron de
zer poëzie in Engeland ligt.
Van de Linde's artistieke lo.opbaan
begon (haast vanzelfsprekend in die
tijd) als theologisch student in Leiden.
Als kanselredenaar voorspelde men hem
een glansrijke toekomst. Maar de ver
fijnde levensgenieter (Van Lennep
noemt hem een Epikurist) hield het in
Holland moreel noch financieel uit. In
1834 nam hij de wijk naar Londen, al
waar hij in 1858 als kostschoolhouder
overleed. Uit zijn nalatenschap heeft Van
Lennep ons de meteen voorgoed popu
lair geworden „Gedichten van Den
Schoolmeester" bezorgd.
Zeer bevruchtend heeft de Engelse
smaak voor volkspoëzie op de dichter
lijke ambitie van De Schoolmeester in
gewerkt; langs welke wegen is niet al
tijd even duidelijk, maar dat het zo is,
bewijst heden ten dage een tweede in
Londen woonachtige Nederlander, dr. D.
G. v. d. Vat, die als Daan Zonderland
onlangs een bundel Redeloze Rijmen
alsmede een journalistiek standaardwerk
over „Britten, Beesten, Buitenlanders"
heeft uitgegeven en die in de onder
havige bloemlezing een schitterend fi
guur onder zijn tijdgenoten slaat.
Dit is zijn stijl:
In de grote stad van Londen
Wonen honderdduizend honden
Die op sanitaire gronden
Telken dage vele malen
Stil staan bij lantarenpalen.
De in 1946 gestorven Haarlemse
leraar dr. G. Nolst Trenité, die als
Charivariuseen nationale be
kendheid verworven heeft door
zijn geestige bespotting van aller
lei taalmisbruik.
Londen nam tot onze stichting
Dan ook op zich de verplichting
Voor een goede straatverlichting
Iets dat, volgens vele honden,
Elders zelden wordt gevonden
precies iets kruidiger, minder droog,
maar even eilanderig als De School
meesters Natuurlijke Historie van de
Hond:
Een hond is vermaard
Om zijn gezelligen aard
En 't kwispelen van zijn staart.
Zijn neus, doorgaans rond,
Staat gewoonlijk in 't front
En zo lang die maar nat en frisch is,
Is 't een bewijs, dat menheer zo gezond
als een visch is.
in of meer met opzet hebben wij
Piet Paaltjens, die ook in dit ge
zelschap van nonsenspoëten fi
gureert, buiten beschouwing gelaten.
Want helemaal hoort hij er naar aan
leg niet bij. Tenslotte was hij geen dich
ter voor zijn plezier, ook al kunnen wij
soms om hem lachen. De titel van zijn
bundel „Snikken en Glimlachjes" drukt
alleen maar galgenhumor uit. Hij was
in alles een échte dichter, die de zelfspot
hanteerde als verdedigingswapen tegen
de vlagen van melancholie waaraan hij
leed.
D. de Lange, samensteller van dit
alleszins vermakelijke Prismaboekje,
heeft uit Paaltjens dan ook slechts een
keuze-met-veel-overleg kunnen maken.
Wat hij koos kan men als „ironische
romantiek" aanvaarden en genieten,
maar men legge het accent toch niet
al te verzekerd op de grap ervan.
Een andere figuur, die geen nonsens
dichter is in de gewone zin, alhoewel
hij :n dit boekje niet misstaat, is de
Haarlemse leraar dr. G. Nolst Trenité.
Als Charivarius heeft hij zich een na
tionale bekendheid verworven door zijn
geestige bespotting van allerlei taalmis
bruik en taalmishandeling. Hij is in 1947
gestorven. Zijn „Ruize-Rijmen" versche
nen in 1922. Wat van die Rijmen in dit
boekje kon worden overgenomen, is nog
steeds het aandachtig lezen waard,
maar een wereld, een kölderwereld, to
vert hij ons toch niet voor ogen. Het
ongerijmde neemt bij hem nooit de
schijn van gerijmdheid aan, integendeel,
het wordt alleen maar aan de kaak ge
steld, als iets belachelijks. En juist dit
verdraagt het nonsensvers allerminst
NICO VERHOEVEN
„Nederlandse nonsens op rijm".
Prismaboekje. Uitg. Het Spectrum,
Utrecht.
Nederland heeft Vrijdag de Ver. Naties
voorgesteld dit jaar een studie te be
ginnen met het oog op een algemene
conferentie in 1955 ter overweging van
wijzigingen in het Handvest der Ver
Natiesdat in 1945 werd opgesteld.
Nederland verzocht dit voorstel op te ne-
nemen op de agenda voor de komende zit
ting van de alg. vergadering der Ver. Na
ties, die 15 September zal beginnen.
Men verwacht, dat op een eventuele al
gemene conferentie een ernstige poging zal
worden ondernomen om het vetorecht der
grote mogendheden te wijzigen.
In een memorandum, dat bij het Neder
landse verzoek was gevoegd, werd ver
klaard, dat het Handvest er in voorziet, dat
een voorstel ter bijeenroeping van een al
gemene conferentie ter herziening van het
Handvest in 1955, zo niet eerder, zal wor
den overwogen.
Het voorbereidende werk voor de confe
rentie zou kunnen worden ondernomen
door de secretaris-generaal van de V.N. en
individuele leden. Volgens Nederland zou
elk lid kunnen worden uitgenodigd zijn
voorlopige mening over mogelijke wijzi
gingen te geven en voorstellen in te dienen.
De Amerikaanse minister van Buiten
landse Zaken, Dulles, heeft medegedeeld,
dat de V.S. bijeenroeping van een conferen
tie ter herziening van het Handvest, als
deze kwestie op de zitting van 1955 ter
sprake zal komen, zullen steunen.
De Aartsbroederschap van de H. Fa
milie is een landelijke actie begonnen
onder de onkerkelijke gezinnen door
middel van haar Familieblad, Zondags
blad voor het Katholieke huisgezin. De
inhoud van dit blad zal in de toekomst
onderwerpen bevatten, die speciaal voor
de onkerkelijke gezinnen interessant
kunnen zijn. Met de steun van de le
zerskring, die daarvoor de nodige gel
den opbrengt, worden in de daarvoor
uitgezochte gezinnen exemplaren van
het Familieblad bezorgd. De lezers
adopteren elk voor zich een dergelijk
gezin in die zin, dat zij speciaal voor
het geadopteerde gezin bidden teneinda
de terugkeer tot de Kerk te verkrijgen.
De actie zal de eerste maanden spe
ciaal op Breda gericht zijn, waar het
afglijdingsproces sterk waarneembaar
is. Daar zal van 7 tot 21 November een
missie gehouden worden, waarin vooral
de afgedwaalde gezinnen betrokken zul
len worden. Daarnaast zullen katholieke
gezinnen gerecruteerd worden om voor
het succes van deze missie te bidden.
Over het gehele land verspreidt de
Aartsbroederschap van de H. Familie on
geveer 400 gratis abonnementen, waar
van alleen 300 in Den Haag. De gezin
nen, die deze bladen ontvangen, zullen
worden bezocht door de paters Redemp
toristen. die zich voor dit werk reeds
jarenlang in Den Haag hebben geves
tigd-
Onder auspiciën van de St. Vmcen-
tiusvereniging wordt nu tevens een
soortgelijke actie begonnen in Den
Bosch met in totaal 1500 gratis abon
nementen van het Familieblad.