Industriële investeringen beduidend
hoger dan in vorige jaren
Groeiende concurrentie op buitenlandse markten
Terug
naar
de
bron
Felle brand in
meubelfabriek
BOEIENDE ONTMOETINGEN IN DE LITERATUUR
Lezen en laten lezen
Lezen of leven
TITIAAN EN TINTORETTO
Ned. en Vlaamse academies
herdenken Nic. Beets
Titel
Jaarbeurs in teken
van rationalisatie
Indon. opdrachten
in Europa
Zeven landmijnen
op akker
Twee der grootste meesters
onder de Venetianen
Belgisch-Nederlands accoord
Rubens' schetsen naar Boymans;
Rik Wouters naar Tilburg
Mr. J. MILIUS IN JAARBEURSREDE
Geheugenstoornis op sijn
vijftigste verjaardag
Hulp aan Griekenland
LITERAIRE KRONIEK
k mi
Communistisch jeugdwerk
niet bona fide
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1953
PAGINA 3
Groot bedrag aan orders in
behandeling in Ned.
Amerikaanse opdracht
voor Avio Diepen
DE 50.000STE OP DE
SLEM
Prins Bernhard in België
m
ffl
Hohe Messein
Antwerpen door
Nederlanders
Schadepost voor P.T.T.
van 3V2 millioen
Tengevolge Van de
watersnood
Internationale douanepost
te Goirle (Poppel)
Commissie tweede T,H.
geïnstalleerd
Minister van O., K. en W.
(Van onze Utrechtse correspondent)
Mr. J. Milius heeft gistermiddag, voor het laatst in zijn functie van directeur
van de Kon. Ned. Jaarbeurs, de aanstaande Najaarsbeurs ingeleid met een
rede, waarin hij uitvoerig aandacht heeft besteed aan de economische fac
toren, die de beurs als internationaal ontmoetingspunt van handel en industrie
mede bepalen. De Najaarsbeurs zal zich bij het streven van handel en indus
trie naar een grotere rationalisatie, aansluiten door middel van een omvang
rijke Efficiëncy-afdeling, die een uitgelezen aanbod van moderne hulpmid
delen voor de bedrijfsvoering zal omvatten.
Echte christelijke levensstijl is niet
mogelijk zonder dat wij ons in
liefde verenigen met God en met
elkander. Dit thema werkt Van Rens-
tvoude in zijn boekje op voortreffelijke
tvijze uit door met recht en reden
te stellen, dat christelijke levensstijl
tvezenlijk eucharistisch moet
rjjn op straffe van onbestaanbaarheid.
Zeer terecht legt hij dan ook de nadruk
op het sociale karakter van het
Christendom, of liever, zoals in zijn be
toog past, op het sociale karakter van de
H. Eucharistie. Wat overigens op het
zelfde neerkomt, omdat de H. Eucharis
tie de bron is van het Christendom, het
centrum, de krachtcentrale bij uitstek.
Reeds in haar natuurlijke staat heeft
God de mensheid als een eenheid ge
schapen, omdat allen naar Zijn beeld en
gelijkenis gevormd zijn en hetzelfde
doel hebben. In de bovennatuurlijke
orde der genade zijn wij nog meer
één, omdat het hele menselijke geslacht
als één geheel door Christus is verlost,
tot één lichaam is samengesmeed, waar-
Van Hij het hoofd is, en omdat wij allen
kinderen zijn van de éne Vader in de
hemel.
De opdracht, die de Vader ons ge
geven heeft, is dezelfde als die, welke
Christus te vervullen had. n.l. in algehele
o f f e r overgave aan de Vader Zijn Wil
te volbrengen en Hem zodoende te ver
heerlijken. Op de meest volmaakte wijze
heeft Christus deze opdracht volbracht
door het offer van Zijn leven op het
Kruis. En dit offer zet Hij, als Hoofd
van het éne lichaam, waarvan wij de
ledematen zijn, tot aan het einde der
dagen voort tot verheerlijking van de
Vader. Hij doet dat mede in onze
b a a m, om zodoende het éne lichaam
der Verloste mensheid een ononderbro
ken offer van aanbidding, dank, smeking
en verzoening te laten opdragen aan de
Vader. Daar Hijzelf de enige, absoluut
heilige Offeraar is, heeft dit offer ook
steeds een oneindige waarde. Daardoor
leven wij, als werkelijke priesters in
deze offerhouding, in voortdurend con
tact met „het Heilige". Daardoor zijn wij
oneindig hoog opgeheven boven onze
louter menselijke mogelijkheden en kun
nen wij ons op die wijze waardig voor
bereiden op onze uiteindelijke, eeuwige
bestemming van een nimmer eindigend
samenzijn met God.
De m o g e 1 ij k h e i d tot heiliging is
daardoor zonder meer voor ons allen
gegeven. Maar of die mogelijkheid ook
werkelijkheid wordt, ligt alleen
aan onze bereidheid tot medewerken
met de genade, die ons daartoe gegeven
wordt. Wij kunnen weigeren. Maar als
Wij dat doen, om welke reden dan ook,
laten wij ons dan toch in 's hemelsnaam
eerst eens goed rekenschap geven van
Wat wij door die weigering op het spel
zetten. Niets meer of minder dan het be
reiken van het doel van ons mens-zijn.
In een echt christelijk leven moet
daarom het H. Misoffer, als de voor
naamste krachtcentrale van heel ons
leven, de eerste plaats innemen. En wel
met de uitgesproken bedoeling om door
het m e d e-opdragen van het allerhei
ligste offer van Christus' Lichaam en
Bloed, één met Christus, in wederliefde
antwoord te geven op de Liefde van de
Vader voor ons! Zoals Christus door Zijn
offer de Vader verheerlijkt, zo moeten
wij door ons mede-offeren onze voor
naamste taak als mens vervul
len: God aanbidden en erkennen als
onze opperste Heer.
Daarv oor zijn wij op aarde en daar-
d o o r moeten wij ons levensdoel berei
ken. Een andere manier is er niet!
De zelfde eenheid, die in ons wordt
uitgewerkt door het H. Misoffer,
ligt ook ten grondslag aan de
H. Communie, die immers in wezen het
zelfde offer is. De H. Mis is het eigen
lijke offer, de H. Communie de offer
maaltijd.
Misschien mogen wij wel zeggen, dat
Vooral op dit punt langzamer
hand onder ons een verkeerde opvatting
is gegroeid, in de redenen waarvan wij
ons nu maar niet zullen verdiepen. Het
is intussen een feit, dat de meeste katho
lieken de H. Communie beschouwen als
een zuiver individueel heili-
gingsmiddel. Het is natuurlijk wel waar,
dat de H. Communie deze uitwerking in
onze zielen kan hebben, zonder enige
twijfel. Maar toch is dat niet haar
eerste bedoeling. De H. Communie is
vooral door Christus bedoeld als de
drijvende kracht tot opbouw van
Z ij n Lichaam. Zij is de band, die
ons allen bindt, die ons tot één gemeen
schap maakt, tot één lichaam, waarvan
Christus het hoofd is. Wij moeten com
municeren, d.i. in gemeenschap treden
met Christus, opdat door Zijn kracht
Gods Rijk kome, Gods Rijk groeie in
ons zelf en in anderen. En het
hiteindelijk doel van deze groei is, dat
God alles worde voor allen en in allen.
„Omdat het één brood is, daarom zijn
*dj, hoe talrijk ook, één lichaam; want
allen hebben wij deel aan het ene
hrood." Deze woorden van Sint Paulus
wel heel duidelijk, dat alle Ks"
thoïieken bij het communiceren een
gemeenschap vormen, en dat zij, al com
municerende, de onderlinge band nau
wer toehalen, meer genade voor elkan
der verdienen, als g r o e p inniger
eén worden, maar ook heiliger dóór de
tracht en de heiligheid van Christus.
Wij staan bij het communiceren nog
Veel te veel naast elkander, ieder met
aijn eigen persoonlijke behoeften, die
hij door de H. Communie zo goed moge-
hjk tracht te behartigen. Maar, zoals
Sezegd, is de H. Communie op de eerste
Plaats een gemeenschaps hande-
JinS, een gezamenlijk-nader-treden-to.-
Christus. Zouden wij ons dat eens goed
b?wust worden, dan zou er ook spoedig
hit heel onze levenshouding een grotere
saamhorigheid blijken, een scherper
Verantwoordelijkheidsgevoel voor el
kander een levendiger samen-opgaan-
tot-God.
tn die richting moeten wij dan ook
«enken, wanneer wij spreken over
christelijke levensstijl. Het ligt voor de
nand. dat de liefde het voornaamste
"hindmateriaal" is. Is de H. Eucharistie
l/ct het voornaamste bewijs van Gods
«efde voor ons? Zo zal dan de H. Mis
h de H. Communie het teken en de
ron van de ware christelijke eenheid
gemeenschapszin worden.
9? heeft ons allen als een eenheid
Schapen. Qnze zelfzucht heeft daarvan
veelheid gemaakt, die ons als af-
De medische afdeling, dit jaar reeds
voor de vijfde maal aan de Jaarbeurs
verbonden, heeft voor haar unieke en
sterk uitgebreide manifestatie een plaats
verkregen in de grote Bernhardhal.
Voor de eerste maal is er aan de beurs
een speciale groep voor schoolmeube-
len toegevoegd, die, hoewel thans nog
klein, van niet te onderschatten bete
kenis is.
Naar het oordeel van mr. Milius
zullen de Europese landen, indien zij
gelijke tred willen houden met de rest
van de wereld, hun productie aanzien
lijk moeten opvoeren. Deze verhoging
is uitsluitend mogelijk indien een
„marche unique" wordt geschapen, die
een massale consumptie mogelijk
maakt, welke op haar beurt een massa
productie veroorlooft. Weliswaar
streeft men naar groter liberalisatie
van het handelsr>erkeer, doch dit wil
niet zeggen, aldus mr. Milius, dat de
mogelijkheden van uitvoer zijn ver
groot.,
Ten aanzien van die O.E.E.C.-landen
stelt, men zich op een onjuiste basis
aangezien men uitgaat van het volume
van het handelsverkeer in 1948. Sinds
dit jaar heeft de structuur van tal van
landen een wijziging ondergaan. Dit
betekent, dat er naar een nieuwe basis
moet worden gezocht of wat nog beter
is naar een gehele opheffing van de
restricties moet worden gestreefd. Op
de buitenlandse markten moet onze in
dustrie aan een steeds scherper con
currentie van Duitsland en Japan het
hoofd bieden. Vooral in het Nabije
Oosten, India, Pakistan, Zuid-Afrika en
Latijns Amerika. Japan heeft zich
met grote energie geworpen op Zuid-
Oost-Azië. De Beneluxgedachte heeft
helaas haar verwezenlijking nog niet
gevonden. De onlangs opgestelde pro- 1
tocollen bieden, aldus mr. Milius,
evenwel elementen, die goede moge
lijkheden inhouden tot versterking van
het gemeenschappelijk economisch po
tentieel.
Het kompas, waarop de ondernemer
zijn koers uitzet, is de marktprijs. Kan
tegen een rendabele prijs worden ver
kocht, dan zal de ondernemer geneigd
zijn zijn productie te vergroten en
nieuwe investeringen te doen in vaste
activa of voorraden. Wijst zijn kom
pas op grote moeilijkheden van afzet,
dan zal hij het accent verleggen van
uitbreiding naar reorganisatie en ver
vanging van het hoogst noodzakelijke.
Met ingang van 1952 is de investe
ringsactiviteit verflauwd. Aan de
hand van uitgewerkte gegevens (ver
kregen door een enquête onder een
groot aantal Nederlandse onderne
mingen) stelde mr. Milius vast, dat,
uitgaande van 1951 als basisjaar, in
1952 in tal van bedrijfstakken van
een aanzienlijke daling van de ge
realiseerde investeringen kon wor
den gesproken. Niettemin vormen de
totale investeringen een hoger bedrag
dan in 1951. Dit is het gevolg van
een sterke toeneming van de inves
teringen in de metaalnijverheid en
een redelijke stijging in de papier
en leder- en rubberindustrie. De in
vesteringen in de metaalsector wa
ren in 1952 ruim 66 procent hoger
dan in het vorige jaar.
Aangenomen, dat de moeilijkheden
van afzet en rendement in onverminder
de kracht aanhouden, moet in 1953 in tal
van bedrijfstakken op een verdere da
ling van de investeringen worden gere
kend, naar de mening van de heer
Milius. Een analyse van de investerings
plannen wijst echter uit dat de investe
ringen in de metaalsector zich op een
hoog niveau zullen handhaven en dat
in de chemische sector, waartoe ook de
aardolie is gerekend, met een aanzien
lijke stijging kan worden rekening ge
houden.
In tegenstelling tot reeds gepubliceer
de verwachtingen zou het totaal bedrag
der inves'eringen daardoor een hoger
niveau dan in de voorafgaande jaren
kunnen bereiken. Er dient echter reke
ning te worden gehouden met het feit
dat in de gegevens niet zijn verwerkt
de investeringen in de mijnbouw, de
openbare nutsbedrijven en de bouwnij
verheid.
Aangezien de investeringen blijkens
de plannen in sferke mate beperkt zul
len blijven tot enkele bedrijfstakken
wijst dit erop, aldus mr. Milius, dat de
structuur van de investeringen zeer
kwetsbaar is.
Of de geschatte bedragen in 1953 in
derdaad zullen worden geïnvesteeia,
hang zo merkte mr. Milius op, natuur
lijk van tal van factoren af. In dit ver
band pleitte spreker voor een verlaging
van de fiscale lastendruk. Als deze zo
zwaar zijn dat zij bijna prohibitief wer
ken, zullen slechts zeer weinig onderne-
w,o,-o horoirl. yiin extra risico's te aan-
mers bereid zijn extra risico s
vaarden, indien daarvoor niet een ade
quate beloning is te verkrijgen. Stuit
de afzet op moeilijkheden en loopt net
rendement d?r investeringen terug, dan
ontstaat automatisch groter aandacht
voor vraagstukken van rationalisatie.
Gezien de huidige omstandigheden kan
in het bijzonder in de sector van de in
dustrie die eindproducten vervaardigt,
op belangstelling voor „rationeel be
drijfsbeheer' worden gerekend. De ko
mende Najaarsbeurs zal het kenmerk
hiervan dragen en een belangrijk accebt
leggen op alles wat in het kader van de
efficiency en de bedrijfsorganisatie van
betekenis kan worden geacht.
In de Bernardhal is een overzichtelijke
en volledige expositie ondergebracht
van essentiële producten v°ot de admi
nistratieve sector van het bedrijf zoais
kantoormachines, boekhoudmachines, ar
chiefsystemen, archiefmeubelen etc. uok
op de betekenis van het interne trans
port zal op het Croeselaanterrem de
aandacht worden gevestigd. Dezelfde be
hoefte aan grote doelmatigheid doet zich
ook voor in de commerciële sector, en
ook hierop zal de komende Najaarsbeurs
een antwoord trachten te zijn. De de-
tailhandel heeft immers zijn kosten aan
zienlijk zien toenemen en groter lasten
en risico's moeten aanvaarden. Mr. Mi
lius achtte het in dit verband van groot
belang kennis te nemen van de ontwik
keling in de Verenigde Staten op het ge
bied van de concentratie in de levens
middelenbranche. Naast kruidenierswa
ren treft men hier onder een dak de as
sortimenten van de groentewinkel, de
slagerij en een deel van het assortiment
van de drogist, de melkboer en soms
nog meer artikelen zoals huishoudelijke
artikelen, textiel, speelgoed ea. Deze
concentratie leidt tot een groter be-
drijfstype, dat veelal efficiënter kan
worden geleid, mede omdat in dit soort
bedrijven volgens het beginsel „cash
and carry" wordt verkocht, en niet
wordt thuisbezorgd. Toepassing in Ne
derland is niet goed mogelijk in ver
band met de vestigingswet kleinbedrijf
1937. welke voor bovengenoemde bran
chevervaging een grote belemmering
vormt.
Tijdens het diner dat in aansluiting
op de conferentie genodigden uit de
Jaarbeurswereld en vertegenwoordigers
van de pers werd aangeboden, is van
vele zijden de scheidende directeur hul
de gebracht voor zijn eminente verdien
sten voor het Jaarbcursinstituut en voor
allen die hierbij regelmatig zijn betrok
ken geweest.
(Van onze correspondent)
Het grootste gedeelte van de meubel
fabriek van de firma Miske en Zoon
te Middelstum is door een felle brand
in de as gelegd. Inzittenden van de
laatste bus van de Marnedienst naar
Zoutkamp ontdekten om half één des
nachts het vuur. De fabriek staat aan
de weg naar Kantens, met een dubbel
landhuis er voor gebouwd. De bewo
ners hadden van het vuur niets ge
merkt. Onmiddellijk werd de brand
weer uit Middelstum gewaarschuwd,
die het vuur bestreed met groot mate
riaal en er in slaagde uitbreiding te
voorkomen. Maar toch is de schade nog
zeer groot geworden. Woonhuis en lak-
kerij bleven gespaard, maar de rest van
de fabriek ging verloren. Door deze
brand komen veertig werknemers zon
der werk.
(Van onze correspondent)
Nabij het radiostation Kootwijk werd
gistermiddag een man aangetroffen, die
niet meer wist wie hij was of waar hij
vandaan kwam. Hij werd per zieken
auto overgebracht naar Apeldoorn,
waar hij in een inrichting van een
plaatselijke zenuwarts ter verpleging
werd opgenomen. In de avond kwam er
van de politie te Beekbergen een tele
fonische mededeling binnen, dat aldaar
een zekere W. v. d. H. werd vermist.
Na onderzoek kwam vast te staan, dat
het slachtoffer de vermiste was. De
man overkwam dit voorval op de dag,
dat hij vijftig jaar was geworden.
zonderlijke individuen naast elkaar
doet leven, waardoor wij het lichaam
van Christus verdelen, verscheu-
ren. Is het dan te verwonderen, dat er
uit onze levenswijze geen vastheid, geen
vorm, geen s t ij 1 blijkt? Op die manier
komt er niets terecht van onze roeping
de wereld te verbeteren door ons v o,or
beeld.
Slechts de groei en de verdieping van
een zuiver eucharistische levensstijl zal
ons opnieuw vat geven op een wereld,
die onmiskenbaar streeft naar eenheid
en gemeenschap. T'
Blijkens het herdenkingsnummer van
de Voorlichtingsdienst van het Indone
sische Hoge Commissariaat waren op 1
Juli 1953 in ons land Indon. regerings
bestellingen in behandeling tot een totaal
bedrag van f 33.276 182. In het eerste
halfjaar 1953 zijn in Nederland Indone
sische regeringsbestellingen geplaatst
tot de som van f 13.204.705 en in geheel
1952 voor f 19.006.732.
De bestellingen in Engeland beliepen
in 1952 in totaal 20.202 en in het eerste
halfjaar 1953 45.706, terwijl op 1 Juli
j.l orders in behandeling waren voor
132.240 Deze bedragen (resp. geheel
1952, le halfjaar 1953 en in behandeling
op 1 Juli 1953) waren voor Duitsland
resp DM 434.827, 256 973 en 323.256. voor
België B. fr. 2.647.607, 60.425 en 571.925,
voor Frankrijk Fr. fr. 23.327.765, nihil en
33.867 en voor Zweden Zw. kr. 25.440
866.723 en 889.653.
Naar wü vernemen heeft de op Ypen-
burg gevestigde NV Avio Diepen een
nieuwe opdracht gekregen voor het uit
voeren van onderhoudswerkzaamheden
aan Amerikaanse vliegtuigen. Het betreft
thans het onderhoud van verkennings-
en verhindingsvliegtuigen van het Ame-
ri- -iar=> 'eger. Dit contract is het vierde
zgn „off-shore procuremenF'-cóntract, dat
Avio Diepen heeft verworven.
Zoals bekend heeft Avio Diepen NV
in Maart een zeer grote opdracht ont
vangen van de Amerikaanse luchtstrijd
krachten in Europa voor het geheel na
zien van en weer vliegklaar maken van
transportvliegtuigen.
Bij het ploegen op het land van de
landbouwer Van der B., te Leunen zijn
niet minder dan zeven landmijnen aan
de oppervlakte gekomen. De ontsteking
van de mijnen was nog vrijwel intact.
Het is haast onbegrijpelijk, dat deze
nooit zijn ontploft, want er is in de loop
der naoorlogse jaren reeds vaak met
landbouwmachines op deze akkers ge
werkt.
Op gironummer 777 van het hoofd
bestuur van het Nederlandse Rode
Kruis is, ten behoeve van de hulpver
lening van de slachtoffers van de
Griekse aardbevingsramp, een bedrag
gestort van f 108.511.63. De vorige stand
luidde f 100.890.24. Verwacht wordt nog
de opbrengst van een aantal collecten,
die in ruim zestig afdelingen van het
Rode Kruis zijn gehouden.
Verwelkomd door het voltallige dage
lijkse bestuur van de internationale
tentoonstelling „Slem 1953" te Waal
wijk, betrad mevrouw Van Dijk—Op
perman uit Kaatsheuvel Vrijdagavond
als 50.000ste bezoekster het tentoonstel
lingsterrein.
De staatssecretaris van het ministerie
van Economische Zaken, dr. G. Veld
kamp, heeft Vrijdag ook met zijn echt
genote de expositie bezocht.
Prins Bernhard is gisteren in Knokke
La Zoute aangekomen, waar hij zal
deelnemen aan een internationaal con
cours hippique.
5?
T~"v e literaire kroniekschrijvers van
I hun collega noemen, maar hij
I y meester. Niemand, die zoals hij
derd woorden zijn lezers tot het lezen
geven, hij kiest zélf zijn te bespreken
lijks om de zenuwslopende actualiteit.
Hoe weet hij niettemin zijn lezers te
interesseren voor bijvoorbeeld „La orin-
cesse de Clèves," die eerste Europese
zielsroman, uit 1678, geschreven door
Madame de La Fayette? Niet door er
een zwaarwichtig literair-historisch
exposé over te houden. Dat zou wel de
afschrikwekkendste methode zijn! Het
is zaak, zo weet Van Huet, de lezer voor
al niet kopschuw te maken Al te velen
hebben toch al het idee, dat „letter
kunde" iets is, waarmee ze zich maar
beter niet in kunnen laten, want ze zijn
er vroeger op school al genoeg mee ge
plaagd. Nu hoeven ze er gelukkig géén
verstand meer van te hebben. „Geen
verstand van," zeggen ze. „Geen gevoel
voor," zeggen ze nooit, want geen mens
gaat graag door voor iemand die geen
gevoel heeft voor iets waar een ander
blijkbaar wel gevoel voor heeft. Welnu,
Van Huet speculeert op dat „gevoel
voor." Speculeien is eigenlijk een te op
zettelijk woord. Hij appelleert. Hij ap
pelleert aan het gevoel door voortdu
rend zichzelf als lezer op het spel te
zetten. „Lezen of leven" heet een vaD
zijn stukjes. Daarin merkt hij op;
„Geen grotere haat tegen boeken dan
dié', welke een boekenwurm soms be
zielen kan".
De boekenwurm, in casu de beroeps
lezer. kan soms door het ontstellende
besef overvallen worden, dat al zijn lezen
hem verhindert te leven. Misschien dat
hardnekkige niet-lezers dit gevaar in
stinctief aanvoelen. Zij willen „erva
ringsmensen" blijven. Daarom krijgt
men hen niet aan de lectuur van een
verbeeldingswerk.
„Nu kan ik mijzelf wel voorhouden",
aldus Van Huet, „dat zijn tijd met boe
ken te passeren ook zijn nut heeft, dat
er ook belezen mensen bestaan moeten,
die altijd weer aan boeken refereren,
dat het niet zonder bekoring is om met
grote geesten te verkeren, al is het dan
maar op papier, maar het blijft waar,
dat men zodoende voortdurend vreemd
volk over de vloer heeft, dat men met
zijn drie rijksdaalders, waarvoor nu
drie boeken op de planken staan, heel
wat anders had kunnen doen, dat men
in de tijd. nodig om ten hoogste zes
ideeën uit die boeken op te steken, wel
licht één werkelijke ervaring voorbij
heeft laten gaan, dat men, kortom door
zo te leven meer met zijn brein dan met
zijn ziel is gegroeid, meer met zijn geest
heeft meegemaakt dan met zijn lichaam".
Afkeer van officiële literatuur
In zo'n stemming vervult de officiële
literatuur hem met afkeer. Maar dan
ontdekt hij, terzijde van de Olympos,
altijd wel een of andere pretentieloze
geest die hem warm doet lopen. En dan
schrijft hij bijvoorbeeld over de Engelse
criticus Walter Bagehot, een van die
mensen die van het leven iets opgesto
ken hebben en die. als zij iets te berde
brengen, „uit ervaring spreken".
Bagehot heeft vrij kort geleefd, van
1826 tot '77. „Maar in die spanne tijds
heeft hij kans gezien zowel practisch als
theoretisch uit te blinken". Hij was ach
tereenvolgens o.a. reder, bankier en jour
nalist, schreef over politiek en economie,
over de Engelse grondwet en over de
Nederland kunnen G. H. M. van Huet
is méér, hij is hun aller onnavolgbare
in 'n stukje van duizend a vijftienhon-
van een boek weet te bewegen. Toege-
boeken uit en bekommert zich nauwe-
staatsgreep van Louis Napoléon. Maar
daarbovenuit was hij criticus en als
zodanig enig in zijn soort. „Na iets ge
zegd te hebben, dat vóór hem nog nie
mand gezegd had, haastte hij zich ver
der, zonder acht te geven op een vondst
meer of minder. Hij was onverbeterlijk
wat gezond verstand betreft en zo kon
ook hij alleen dat essay over Shakespeare
schrijven, waarin ons de ervaringsmens
getoond wordt tegenover de loutere
lettré". Daarop gaat Van Huet dan door,
zelf intussen ook niet acht gevend op
vondsten en allerlei pakkende samen
vattingen in de eenvoudigste bewoordin
gen.
Over Thoreau, 'n Amerikaanse
schrijver, die tegen de sociale con
venties in opstand kwam en enige
jaren als kluizenaar in een bos leef
de, heet het: „Thoreau is Thoreau."
d.w.z. een egocentrische asceet, die
zijn eigen gang verkoos te gaan en
bereid was daar voor te betalen. In
zijn persoonlijke staathuishoudkunde
vormde de ontbering een vaste post."
Van vacantie terug
Van Huet schrijft dit stukje als hij
juist van vacantie is teruggekeerd op
zijn redactionele post; bij die gelegen
heid ontpopt hij zich dus ook als jour
nalist. (Hij is redacteur van de N.R.C.).
Over het algemeen deelt hij slechts
weinig over zichzelf mede, maar dit
weinige is juist genoeg om innig con
tact te leggen tussen hem en ons en
om voor ons zijn smaak in te nemen.
„Hoewel het al 15 jaar geleden is,
dat ik de laatste van mijn, j a m m e r
genoeg, talrijke scholen verliet, had
ik tot voor kort nog nooit een van mijn
vroegere leermeesters weergezien." Zo
begint een stukje, getiteld „Een ont
moeting", waarin het onverwachte
weerzien van zijn Duitse leeraar hem
over „het geestelijke fond van een taal"
aan het nadenken brengt. Eigenlijk is
elk zijner stukjes het verslag van zo'n
ontmoeting. Ontmoeting met de on
schuld (Elisabeth Bowen: „The death
of the heart"), met de burgerdeugd
(Eugène Fromentin: „Dominique"), met
de wijsheid van de oude dag (Theodor
Fontane: ..Effi Briest"), enz. Hij weet
soms verbluffend de grondgedachte van
een boek naar voren te halen. Ten
aanzien van Evelyn Waugh's „A hand
ful of dust" schrijft hij; „Wat ons hier
getoond wordt, is de uitwerking van
het grote kwaad, dat in de theologie
a c e d i a heet, traagheid des harten,
oudste van alle zonden en de meest
lusteloze en verdrietigste. Zij is de zon
de van de in allerlei verstrooiingen
vluchtende levensangst, de zonde van de
morele dadenloosheid, van het wilsdefect,
de liefdesonmacht, de geestelijke onbe-
Fandaag geven wij nog twee reproducties van schil
derijen, die op de grote zomertentoonstelling van
Venetiaanse schilderkunst in het Rijksmuseum te
zien zijn. Het zijn werken van twee der grootste meesters
onder de Venetianen, aan wie twee weken geleden reeds
een algemene inleidende beschouwing in ons blad is ge
wijd. Rechts is het beroemde portret afgedrukt van Paus
Paulus III, geschilderd door Tit ia an omstreeks 1543.
Het getuigt van een welhaast navrant psychologisch in-
dringingsvermogen en is van een aanmerkelijk somber
der coloriet dan waarin Titiaan, veelal op jongere leeftijd,
zijn probleemloze, van levensvreugde getuigende werken
schiep.
Hieronder een machtig schilderij van Tintoretto,
die men u'it deze „Bewening van Christus" het best leert
kennen. Hij introduceert de barok in Venetië en daarmee
de contra-reformatie. Zijn tegelijk fantastische en natura
listische sch'ildertrant is van een onvergelijkelijke grootheid,
zijn kleur is minder licht en feestelijk dan bij Titiaan en
Veronese. De menselijke passies worden door hem gedra
matiseerd en hij voert de problemen binnen waar vroeger
de geest heerste van een voortdurend lentelijk feest.
beweeglijkheid, de zonde, zoals Kier
kegaard haar noemt, „van niet diep en
innerlijk te willen". Zij is de uiterste
verveling. Zij is de wanhoop. Zij is
de afwezigheid van het besef van goed
en kwaad." In zulk een roman ken
schetst, openbaart Van Huet zich niet
alleen als een man met smaak maar
ook met positieve oordeelskracht.
Typerend is voorts voor hem, dat hij
alleen schrijft over boeken waarvan hij
houdt. Daar zijn de meest uiteenlopende
exemplaren onder. Vaak ook zijn het
boeken, die over lezen en schrijven gaan.
Als essayist, dat is hierboven trouwens
al gebleken, wordt hij bijzonder geïntri
geerd door het fenomeen van deze
eigenaardigste aller hartstochten: het le
zen.
Lezers worden geboren
„Romans lezen is geen aangenomen
werk, het is een tijdverdrijf", schrijft hij,
zijn eigen wekelijkse plichtmatigheid zo
doende aan de kaak stellend. En elders,
onder de titel „Lezers worden geboren
„Als iemand leest en lezen blijft, doet
hij dat, omdat hij het eenvoudig niet la
ten kan. Met schrijven is het een heel
ander geval. Mijn hemel, de hekel
die ik aan schrijven heb! de mensen,
die brieven van mij moeten krijgen, kun
nen er van getuigen. En iedere week
weerom ben ik present en kom mor
rend en tierend met mijn duizend woor
den. Waarom ik dat doe? Omdat ik het
gevoel heb van een schuld te moeten
vereffenen en me niet aan mijn ver
plichtingen wil onttrekken. Dacht u,
dat het soms ongestraft bleef, als
iemand maar jaren en jaren leest, ter
wijl ziin leeftijdgenoten druk in de
weer zijn met het verdienen van de bo
terham? Men moet ook voor zijn „vices
impunis" betalen. Op zekere dag con
stateer je tot je schrik, dat je, al lezend,
een soort binnenvetter wordt, dat je m
een geestelijke gierigaard dreigt te ont
aarden. Er is geen andere remedie te
gen deze kwaal dan dat je laat meedelen
van je opgespaarde fondsen. Vandaar dit
wekelijkse paaiement."
En rechtstreeks tot de lezer: „Naast
het leven, dat ge leven moet, hebt ge
een ander leven, dat ge uzelf kunt kie
zen, een leven, dat geleefd wordt in de
verbeelding, waaraan alle leven ont
springt en waarheen alle leven weer
neigt. Dit leven nu zult ge het gemak
kelijkst in de boeken vinden."
Al met al is het dus wel duidelijk, dat
de twee onlangs verschenen bundels
van G. H. M. van Huet, „Lezen en laten
lezen""), een hartverkwikking zijn voor
ieder, die, beroepshalve of voor z'n ple
zier, naar de letteren taalt. Naar de in
ternationale wel te verstaan. De vader
landse schijnt deze ideale lezer te be
schouwen als platgetreden en afge
graasd terrein.
NICO VERHOEVEN
G. H. M. van Huet: Lezen en laten
lezen. Beschouwingen over schrijvers en
boeken. Twee bundels. Uitg. N.V. De
Arbeiderspers, Amsterdam, 1951 en 1953.
Het volgend jaar zullen het Concert
gebouworkest en de Ned. Bachvereni-
ging onder leiding van dr, Anthon van
der Horst in de St. Jacobskerk te Ant
werpen Bach's „Hohe Messe" uitvoeren.
Dat zal een hoogtepunt worden in het
culturele leven van Nederland en Bel
gië en het is een van de programma
punten, die de gemengde technische
commissie ter uitvoering van het Bel
gisch-Nederlands cultureel accoord (de
zer dagen in ons blad ter discussie ge
bracht) op haar jongste vergadering, 26
en 27 Augustus te Brussel gehouden,
heeft vastgesteld.
Op 16 en 17 October a.s. zullen 24 le
den van de Kon. Ned. Akademie in Brus
sel officieel worden ontvangen door de
Kon. Vlaamse Academies voor letteren
en schone kunsten en taal- en letter
kunde. De bijeenkomst zal gewijd zijn
aan Nicolaas Beets en aan Dodoneus, een
Belgische plantkundige, die in Neder
land en België belangrijk werk heeft
verricht.
Met Kerstmis zal in museum Boymans
te Rotterdam een tentoonstelling wor
den gehouden van schetsen van Rubens,
die uit verschillende landen bijeenge
bracht zullen worden. In Tilburg zal een
tentoonstelling van de Belgische schil
der-beeldhouwer Rik Wouters worden
ingericht. Andere Belgische kunstenaars
zullen in Eindhoven en Maastricht ex
poseren. Nederlandse grafische kunst
zal o.a. te Charleroi tentoongesteld wor-
den. In Brugge wordt de tentoonstelling
„Het portret in de oude Nederlanden"
tot 13 September verlengd.
Het totaal der directe schade die door
de watersnoodramp aan PTT-eigendom-
men werd toegebracht en de kosten van
noodvoorzieningen belopen tot dusverre
een bedrag van rond drie en een half
millioen gulden. Bovendien lijdt de Pil
een bedrijfsschade, die thans nog niet
kan worden overzien, aldus deelde de
directeur-generaal der PTT, de heer L.
Neher gisteravond in de regeringsuitzen-
d.ng „Verklaring en toelichting' mede
in een lezing over de herstelwerkzaam
heden van de PTT in het rampgebied.
Ter vergemakkelijking van de doua
neformaliteiten aan de Belgisch-Neder
landse grens zal te Goirle (Poppel)
een internationale douanepost worden
geopend. De inwijding van dit bureau
zal 1 September geschieden.
De minister van Onderwijs, K. en W.,
mr. Cals, heeft gisteren geïnstalleerd
de commissie ter voorbereiding van een
tweede instituut voor Technisch Hoger
Onderwijs, dat te Eindhoven zal worden
gevestigd.
In November wordt een bijeenkomst
van Belgische en Nederlandse cineasten
georganiseerd.
Over de uitwisseling van Nederlandse
en Belgische toneelgezelschappen zal de
gemengde commissie in haar vergade
ring van 19 en 20 November a.s. te Am
sterdam opnieuw beraadslagen.
De vacantiecursussen voor Belgische
leraren en onderwijzers in Nederland
zijn een groot succes geworden. Volgend
jaar zal men vanwege de grote toeloop,
moeten selecteren. De vacantiecursus
sen voor Nederlandse leerkrachten te
Gent en Luik, voor het eerst gehouden,
hebben eveneens grote belangstelling
getrokken. Zij worden volgend jaar
voortgezet. Dan zullen ook de leerlin
gen der kweekscholen van Lier en Haar
lem worden uitgewisseld.
De vorige jaar genomen besluiten
t.a.v. beurzen, uitwisseling van hoogle
raren enz. blijven ook voor 1954 van
kracht.
Een Britse geleerde, Gor
don Cook geheten, heeft
verklaard, zo weet Reuter
te melden, dat proefnemin
gen hebben aangetoond dat
muizen, die een flinke hoe
veelheid alcohol op heb
ben, beter bestand zijn te
gen de gevolgen van een
atoomontploffing, dan wan
neer zij geen alcohol óp hebben. De
heer Cook is verder van mening, dat,
hoewel alles wat goed is voor muizen,
nog niet geschikt voor mensen be
hoeft te zijn, er voldoende reden is
een flinke dosis alcohol in te nemen,
wanneer men weet dat er een
atoombom onderweg is. En ik hóór
het hem tegen die tijd al zeggen:
„Eindelijk een titel om een glas te
drinken."
Het ligt niet in de bedoeling van de
minister van O., K. en W. een verte
genwoordiging van de communistische
organisaties in de „Raad voor Jeugd-
vorrrfing" voor benoeming voor te dra
gen. Dit is reeds hierom onmogelijk,
omdat de opzet van de Raad geen ver
tegenwoordiging van organisaties kent.
Evenmin ligt het in zijn voornemen als
deskundige iemand voor te dragen, die
lid is van een communistische organi
satie. Met zijn ambtsvoorgangers is de
minister n.l. van oordeel, dat het com
munistische jeugdwerk in Nederland
niet opvoedt in nationale gèest en der
halve niet als bona fide jeugdwerk kan
worden aangemerkt, aldus ontlenen we
aan de Memorie van Antwoord op het
Voorlopig Verslag van de commissie
van rapporteurs uit de Tweede Kamer
over het wetsontwerp .Raad voor de
jeugdvorming.*