Joegoslavië dreigt nu ook met
militair vertoon Sovjet-Unie eist
Burgemeester van Triest
verontrust de politie
Uitwisseling krijgsgevangenen
in Korea morgen voltooid
II wilt Uw kinderen
verstandig
opvoeden?
>ea
Vervelende kinderen
„ZUSTER CLARA VAN ASSISIË" EN EEN BALLADE
De inspiratie van
Jacq. Schreurs M.S.C.
sOy a yyv
Dulles' uitlatingen doen
stof opwaaien
Russisch meisje op
Zwitsers geschut
voor W.-Duitsland?
Panama wil
Kanaalverdrag en
hermen
Maarschalk Juin op
het matje geroepen
Radiomasten tussen Johannesburg en
San Francisco
Averechtse hulp
aan Adenauer?
„Grand Repulse"
LITERAIRE KRONIEK
r
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1953
PAGINA 5
Italië wijst verantwoordelijkheid af
Remon naar Eisenhower
De vluchtelingen in
Zuid-Korea
Daarom is voorlichting
U welkom.
Maar voorlichting mag
niet te licht zijn
lk blijf 'i*ver
BEATRIJS'.
De ballonactie
Conant vraagt overleg
met de Bondsrepubliek
i mm
Ohdokterdat is toch
geworden. Dat kunt U 2
had dat kunnen denken
20 'n vervelende jongen
ich niet voorstellen. Wie
De toekomst van Triëst
35.000 Nederlanders bij
herfstmanoeuvres
Joegoslavië heeft Italië gisteren, laten weten, dat het gedwongen zal zijn
overeenkomstige maatregelen" te nemen, als Italië voortgaat met zijn „mili
taire betogingen langs de Joegoslavisch-Italiaanse grens". Wat met die „tegen
maatregelen van overeenkomstige aard" piocks wordt bedoeld, is niet dui
delijk, maar een woordvoerder te Belgrado heeft wel verklaard, dat het uit
sluitend aan de „lankmoedigheid" van Joegoslavië is te danken, dat die maat
regelen tot dusver nog niet zijn getroffen. Dit is het vierde protest, dat Joego
slavië in enkele dagen tijds bij Italië heeft ingediend.
De nota, waarin dit dreigement is
Vervat zegt ook, dat Joegoslavië het
Italiaanse antwoord op de drie vorigs
protesten „onbevredigend" acht. Mili
taire maatregelen zijn niet nodig, zo
lang er diplomatieke kanalen bestaan
om opheldering te krijgen over eikaars
gedrag. Morgen spreekt maarschalk
Tito, dicht bij de grens, een massaver
gadering te Okroglica toe en waarne
mers verwachten dan het hoogtepunt
Van de spanning tussen beide landen.
Italiaanse genietroepen bouwen volgens
het Joegoslavische persbureau Tanjoeg
Versterkingen bij de grens.
De politie van Triëst, die onder
toezicht van de geallieerden staat,
heeft alle verloven opgeschort, omdat
de Italiaanse burgemeester van de
stad in een onderhoud met het monar
chistische blad „La Patria" heeft ver
klaard, dat hij „desnoods" de leiding
zou nemen van massale betogingen
in de straten van de stad, waar „de
bevolking op krachtige wijze zijn
trouw en zijn Italiaanse wezen" zou
demonstreren.
Een lid van het Sloveense kabinet,
Boris Krajger, zei in een toespraak te
Ljoebljana, dat de enige „rechtvaardige
grens tussen Italië en Joegoslavië" de
rivier de Soca is, die acht kilometer
van de huidige grens loopt. Op de
vredesconferentie te Parijs is deze rivier
door Joegoslavië al eerder genoemd als
grensrivier. De directeur-generaal voor
buitenlandse aangelegenheden van het
Italiaanse departement yan buitenlandse
zaken zou, volgens Tanjoeg, hebben ge
weigerd de Joegoslavische zaakgelastig
de in Rome, Dalibor, te ontvangen, die
het Joegoslavische antwoord op de Ita
liaans nota wilde overhandigen. Daar
om moest er nu" een koerier aan te pas
komen. Het Italiaanse persbureau Ansa
meldde gistaren, dat een Joegoslavisch
vliegtuig Donderdag het Italiaanse
luchtruim bij Salcano zou hebben ge
schonden.
Italië heeft gisteravond in een nota
geantwoord op het jongste protest van
Zuid-Slavië betreffende beweerde grens-
schendingen. Het wijst daarin alle ver
antwoordelijkheid voor de spanning over
Triëst van de hand.
In antwoord op het dreigement van
Zuid-Slavië dat het zijn beste troepen
naar het grensgebied van Gorizia zou
Zenden als de Italiaanse troepen niet
Van daar worden teruggetrokken, zegt
Italië: „Italië stelt Zuid-Slavië ten volle
en uitsluitend verantwoordelijk voor de
gevolgen van een dergelijke maatregel.
De reeds door Italië genomen maat
regelen in dat gebied zijn louter be
schermend."
Het Zwitserse kabinet zal waarschijn
lijk volgende week Dinsdag bijeenko
men om te beslissen of vergunningen
dienen te worden verschaft voor de uit
voer van luchtdoelgeschut ter waarde
Van 10 millioen gulden voor de West-
Duitse grenspolitie, aldus werd gisteren
in welingelichte kringen te Bern mede
gedeeld.
De bestelling van de West-Duitse
regering voor het geschut, dat van een
kaliber van 20 mm is, werd geplaatst bij
Hispano-Suiza te Genève. De order be
treft waarschijnlijk 34 stukken.
President José Antonio Remon van
Banama heeft gisteren gezegd zijn offi
cieel bezoek aan Washington, dat hij
eind September zal afleggen, te zullen
gebruiken om met president Eisen
hower te spreken over de herziening
Van de Amerikaans-Panamese verdra
gen betreffende het bestuur van de
Kanaalzone en de Amerikaanse schade-
Vergoedingen aan Panama.
Gisteren is een groep Panamese des
kundigen naar Washington vertrokken
Voor de voorbereidende besprekingen,
die op 10 September zullen beginnen,
sldus Remon. Ook zeide de president,
dat de presidenten van Costa Rica en
Nicaragua, Figueres en Somoza, begin
October een bezoek aan Panama zullen
mengen.
De Sovjet-Unie heeft Engeland „vla
de normale diplomatieke kanalen" ver
zocht, de „onmiddellijke terugkeer" te
bewerkstelligen van een 13-jarig Rus
sisch meisje, dat sinds de oorlog in En
geland woont en als een Engels kind is
opgevoed.
Het meisje is acht jaar geleden door
een sociaal werkster uit een kamp voor
verdreven personen in Duitsland mee
naar Engeland genomen en bij pleeg
ouders geplaatst.
Haar eigenlijke moeder, wier naam
opgegeven werd als Sebsentsova (de
naam van de vader wordt in de diploma
tieke correspondentie niet genoemd) is
na de oorlog naar Rusland teruggekeerd.
Geallieerde en communistische gedele
geerden hebben vandaag op een bijeen
komst van de Commissie voor repatriëring
van krijgsgevangenen te Pan Moen Jon ver
klaard, dat de uitwisseling van gevangenen
morgen zal worden voltooid. Tot en met
vandaag hebben de communisten 12.628 van
de 12.763 gevangenen, die zij verklaarden
in handen te hebben, uitgeleverd. De uit
levering van gevangenen die gerepatrieerd
wilden worden begon op 5 Augustus. De
communisten hebben dagelijks ongeveer 400
man overgedragen, de geallieerden onge
veer 2.400.
De communisten hebben vandaag meege
deeld, dat, als er onder de geallieerde krijgsge
vangenen, die op het ogenblik zeggen dat
zij niet naar huis willen, zijn, die van ge
dachten veranderen tegen de datum, waar
op zij aan de commissie van vertegen
woordigers van neutrale landen, ingesteld
om toezicht op hen te houden, zullen wor
den uitgeleverd, deze alsnog zullen worden
gerepatrieerd. De communisten hebben een
handjevol geallieerde niet-Koreaanse
krijgsgevangenen, die zeggen dat zij niet
naar huis terug willen, de geallieerden on
geveer 7.800 Koreanen en 14.500 Chinezen,
die weigeren terug te gaan.
Nadat gevangenen, die niet naar huis
willen, zullen zijn overgegeven aan de neu
trale commissie, zullen gedelegeerden v«n hun
vaderland met hen mogen spreken. Als zij
dan nog weigeren,11 zal het vraagstuk weer
aan de U.N.O. worden voorgelegd, maar als
binnen 30 dagen geen beslissing is geno
men, zullen zij worden vrijgelaten in het
land van hun gevangenschap om daar te
blijven, of van daar naar neutrale landen
van hun keuze te gaan.
Soengsoo Whang, voorzitter van de
commissie van Buitenlandse Zaken van
de Zuid-Koreaanse nationale vergade
ring, heeft verklaard, dat ondanks de
hulp van de V.N. vele van de negen
millioen vluchtelingen in Zuid-Korea
deze winter zullen omkomen.
Voor de oorlog woonden er 10 mil
lioen mensen in Noord-Korea en 20 mil
lioen in het Zuiden. In de oorlog wa
ren vijf millioen Noord-Koreanen naar
Zuid-Korea gevlucht. Op het ogenblik,
aldus besloot Soengsoo Whang, was de
verhouding in Noord-Korea een Chinese
communist op twee Koreanen.
Advertentie
ABONNEER U OP
HET VROUWENBLAD MET
VERANTWOORDELIJKHEIDSBESEf
lees dus
De Amerikaanse hoge commissaris in
Duitsland, Conant, heeft de Wereldraad
van Kerken te Amsterdam gisteren drin
gend verzocht toestemming aan de be
voegde Westduitse autoriteiten te vra
gen alvorens het voornemen ten uit
voer te brengen om door middel van
ballonnen bijbels uit de Bondsrepubliek
naar Tsjecho-Slowakije te zenden
aanit
De nieuwe ambassadeur van de Sovjet-
Unie in ons land, Stephan Pavlov>itsch
Kirsanov, heeft gistermorgen in het
Paleis aan de Lange Voorhout te Den
Haag zijn geloofsbrieven aan H. M. de
Koningin overhandigd. De nieuwe am
bassadeur, in gala, arriveerde per rij
tuig aan het paleis.
De Franse minister van Defensie, Ple
ven, heeft róaarschalk Juin, opperbevel
hebber der Nato-strijdkrachten in Mid
den-Europa, gisteren in een onderhoud
verzocht zich te onthouden van het af
leggen van verklaringen in het open
baar, die aanleiding kunnen geven tot
onenigheid.
President Auriol had Woensdag op een
kabinetsvergadering bezwaar gemaakt
tegen een uitlating van Juin, dat hij
onder de huidige grondwet geen presi
dent zou willen zijn wegens „allerlei
vervelende karweitjes", die deze functie
met zich mee zou brengen.
Tiuee maanden na
£et uitbreken van
hei Koreaanse con-
J'ict werd de com-
pendant van de
Amerikaanse
Q'lvisie, generaal-
ï^ojoor William
uean, door de
Hoord-Koreanen
nJdsgevangen ge
maakt. Het bericht
,'an zijn vermissing
rocht verslagen-
eid in de wereld
„yaeeg. Thans is
veneraal Dean door
e Noord-Korea-
nen
■Deze
uitgewisseld.
54-jarige
^mmandant was
di hoogste in rang,
Ir door de Noord-
reanen gevangen
zijn
droeg
Benomen. Bij
terugkeer
de generaal
tnU- d°°r de com-
honfnlfn verstrekt
hon!naekscl> dat
li„„ ln tegenstel-
0 Is tot zijn ho-
oe rang.
(Van onze medische medewerker)
Ja, ons Jantje, dat is al een echte jon
gen. geworden. Wij hebben vaak het
grootste plevier om al het katte-
kwaad, dat hij uithaalt". Een jaar later
spreek ik dezelfde moeder van het veel
belovende joch en informeer belangstel
lend naar de kleine Jan. „Oh dokter, dat
is toch zo'n vervelende jongen gewor
den. Dat i inrit u zich niet voorstellen.
Wie had dat kunnen denken!" Ziehier
een sprekende illustratie van een veel
gemaakte opvoedingsfout en probeer
Jantje's moeder daar nu maar eens van
te overtuigen!
Het kan toch geen verwondering wek
ken, dat die kleine deugniet niet be
grijpen kan, dat men hem nu dingen
verbiedt, die men tot nog toe misschien
zelfs heeft aangemoedigd. Hiermee wil
ik niet zeggen, dat dit de enige oorzaak
zou zijn, waardoor kinderen vervelend
kunnen worden, maar wel, dat als het
eenmaal zover is, de ouders er goed aan
zouden doen, zich eens af te vragen in
hoeverre zij er misschien zelf schuld
aan zijn dat hun kleine jongen of meis
je zo vervelend, zo stout is. In plaats
daarvan begaan velen nu de cardinale
fout het kind als het ware om te kopen,
door het iets te beloven, om nu eens
even braaf te zijn. Daarmee is de kiem
gelegd voor het verwende, drenzende
kind, dat net zolang zeurt tot het zijn
zin krijgt.
Het loont van de andere kant ook
de moeite eens even stil te staan bij
het begrip „stout". Onze beschaafde en
in woonkazernes verpakte wereld laat
aan de kinderen helaas niet veel
vrijheid. Veel wat ze in de vrije natuur
best zouden mogen, is nu verboden. Ze
mogen niet stampen, niet hollen, niet
met water knoeien, niet schreeuwen en
als ze het toch doen, dan zijn ze „stout".
Toch is dit allemaal niet echt stout en
niet de uiting van een vervelend kind.
Dat is pas het geval als het inzicht van
het kind gaat meespelen, waardoor zijn
gedrag iets slinks krijgt, iets opzette
lijks. Dat alles dienen wij van te voren
te bedenken voor wij het kind hard
gaan vallen over zijn stoutigheden, an
ders zouden wij het ten onrechte zb
kunnen krenken in zijn gevoel voor ei
genwaarde, dat het zo overtuigd raakt
van zjjn eigen ontoereikendheid, dat het
aan een neurotische denkstoornis, een
minderwaardigheidscomplex gaat lijden
en tot de domme kinderen gaat behoren
op school. Misschien alleen om daardoor
weer 'n ietsje medeleven en belangstel
ling der onders voor zich op te eisen.
Dat gebeurt natuurlijk niet bewust en
overdacht, maar net zoals ik dat vroeger
al eens bèschreven heb, toen er sprake
was van kinderen, die gaan bedwateren
om door een vlucht in het negatieve,
T~\ e ballade van het huis en de zeven kle'ine matrozen" 1) en de hagiografie
I „Zuster Clara van Assisië" 2), allebei van Jacques Schreurs M.S.C.,
J-S bevinden zich in deze aanhef wat vreemd tezamen. Het zijn twee pro
ducten van eenzelfde dichterlijke werkzaamheid, ongeveer gelijktijdig in het
licht gegeven, maar zó verschillend van onderwerp, dat men, om toch een ver
band te leggen, vrij diep in de scheppende verbeeldingdie er aan ten grondslag
ligt, moet doordringen. Zulks is een interessante onderneming. Eens te meer
blijkt dan namelijk, dat Schreurs in alles een echte dichter is en dat bij zulk
een dichter het bloed kruipt ook waar het niet kan gaan: dit alles tot onze
vreugde. Wij danken er het levendigste, aansprekelijkste, overtuigendste heili
genleven aan, dat onze moderne letterkunde heeft opgeleverd. Tevens echter
wordt dan iets duidelijker, hoe pater A. i>. Groenewoud O.P. in het Octobernum-
mer 1949 van het Kath. Cult. Tijdschrift Streven de toen ietwat opzienbarende
stelling kon poneren, dat de combinatie kunstenaar-hagiograaf zich slechts moei
lijk verdraagt.
Aan het schrijven van „Zuster Clara
van Assisië" moet heel wat voorberei
dend werk vooraf zijn gegaan, zowel
van studieuze als meditatieve aard. Zelf
zegt de schrijver dienaangaande: „Eer
bied was het, die ons zo lang deed aar
zelen de dingen, die ons langer dan
dertig jaren op het innigst bezig hiel
den, te veruiterlijken." Maar toen hij
dan eindelijk toch aan schrijven toe
was en de stof in zijn geest vorm kreeg,
toen moet daar in hem, zo stel ik mij
voor, een tweevoudige inspiratie aan de
gang zijn gegaan. Eén die zich op de
hagiografie in engere zin richtte en
naar een ernstig, waarheidsgetrouw, on-
geromantiseerd geschiedverhaal streefde.
En één die de zinnebeeldige, meer lite
raire, plastische waarde van het gege
ven omvormde tot een „romance", waar
in het heilige vrijelijk kon worden ge
profaneerd en aan eigen dichterlijke in
tenties dienstbaar gemaakt. Zo ontstond
„De ballade van het huis en de zeven
kleine matrozen", zoals gezegd meer
een romance, d.w.z. een eenvoudig ver
dicht ridderverhaal, als nevenresultaat
van het grote hagiografische werk.
Er zijn slechts enkele indirecte aan
wijzingen voor het ontstaansverband
tussen deze twee werkstukken van pa
ter Schreurs. In de praktijk staan zij
Pater Jacques Schreurs M.S.C.,
schrijver van „Zuster Clara van
Assisië" en „De ballade van het
huis en de zeven kleine matrozen"
los van elkaar en kunnen zij apart
worden genoten. Het zal zelfs wel de
bedoeling zijn, dat zij op de lezer een
heel verschillende invloed oefenen.
Het heiligenleven wil stichten. Er ligt
in dit geval bovendien een actuele prik
kel aan ten voet: het wil Zuster Clara,
zeven eeuwen na haar heilig afsterven,
voor de hedendaagse lezer gestalte ge
ven. In Assisië, in heel Umbrië, is vo
rige maand dit feit twee weken lang
met Zuidelijke exuberantie herdacht. In
de Santa Chiara-basiliek, in de San
Francesco en in het oude kloostertje
van San Damiano hebben de mensen
zich weer eens ingeleefd in die verre
vreemde middeleeuwen, toen het brood
nodig was, dat er een man en een
vrouw opstonden om met hun leven te
bewijzen dat Christus hun werkelijk
heid was. Broer Frans en Zuster Clara,
andere namen kunnen wij nu niet voor
hen vinden. Zij hebben alle eeuwen
door sterk tot de verbeelding gesproken,
hoewel Franciscus altijd méér dan zijn
„kleine plantje", zoals Clara zich gaarne
noemde. Haar eerste levensbeschrijvers
noemden haar, met een beeld uit het
Hooglied, „hortus conclusu s",
besloten hof. En hier heeft men
nu een eerste aanwijzing voor het ont
staansverband tussen dit heiligenleven
van Schreurs en zijn wereldse romance
van het huis. De dichter begint daarin
met te vertellen over een huis, „ergens
op een weg tussen twee kleine steden",
een huis, waar mensen moeten wonen
die „de zegen der armoede hebben ge
kend". Het draagt het jaartal 1893 op
een steen in de gevel; 's dichters ge
boortejaar. Hij zegt er ook nog van, dat
het gekweld en vermoeid in het land
schap staat, dat er zich geen kinderen
vertonen en dat, als hij passeert, het
venstergordijn door geen hand terzijde
genomen wordt „om te turen naar
de man die zichzelf her
kend ha d". Dit is vrij duidelijk. De
dichter heeft in dit „huis" een oeroud
poëtisch sleutelwoord gevonden om het
eigen levensverhaal mee te ontsluiten.
langs de weg van de minste weerstand,
opnieuw de aandacht van de ouders op
zich te vestigen. Dat is bijvoorbeeld ze
ker het geval, als kinderen zonder af
wijkingen in de spraakorganen in deze
omstandigheden gaan stotteren.
Neem een kind zoiets niet kwalijk,
denk niet dat het boos opzet is. Het is
een natuurlijke reaetievorm, zoals hul
len of lachen. Verdiep U er liever in,
hoe U een verandering ten goede kunt
bewerkstelligen. Allereerst dient de oor
zaak van het gedrag van het kind opge
spoord te worden. Elk handboek maakt
nu de klassieke opmerking, dat wormen
best de oorzaak van de prikkelbaarheid
van het Kind kunnen zijn, maar verge
ten wij in een tijd, die daar toch bijzon
der rijp voor is, vooral niet opvoedings
fouten, als boven gesignaleerd. Het zou
ook nog kunnen zijn, dat de ouders,
door moeilijkheden in zaken of andere
zorgen nerveus gestemd, menen, dat
hun kind steeds onhandelbaarder
wordt, omdat zij zelf vroeger licht» over
de dingen heengingen, die ze nu niet
meer kunnen verdragen.
De heropvoeding van een echt ver
velend, lastig kind zal het beste
lukken in een rustige omgeving,
waar men het met begrip tegemoet
treedt. Aanvankelijk eist men niet te
veel van het kind en zeker niet meer
dan men denkt, dat het met niet al te
veel inspanning kan volbrengen. Op die
manier krijgt het kind vertrouwen in
zichzelf, het goede en in de wereld te
rug. Daarom moet een dergelijk jonge
tje of meisje bovenal ook aangemoe
digd worden. Deze positieve manier van
contact met het kind zal zeker meer
resultaat opleveren dan de negatieve
tendenz, die eigen is aan alle vormen
van straf. Dit alles is ongetwijfeld veel
makkelijker gezegd, dan gedaan, maar
het is ook waar, dat een kind, dat een
maal de persoonlijkheid van de opvoe
der heeft leren waarderen, zich graag
aan diens verstandige en vaste leiding
overgeeft, omdat het er respect voor
heeft.
Niet te verwaarlozen zijn ook een vaste
dagindeling, geregelde arbeid en ontspan
ning die het kind dwingen tot geregelde
gehoorzaamheid. Verder ook 't samen iets
doen met andere kinderen. Het zich
moeten inpassen in een kleine gemeèn-
schap, het geven en nemen, die daar het
gevolg van zijn, betekenen een ontzag
lijke hulp bij de ontwikkeling van het
sociale gevoel bij het kind, dat zich
weer begint te schikken in normale
verhoudingen en dat in de jeugdbewe
ging het sluitstuk van zijn heropvoe
ding zal vinden.
Nu kunt U vragen, hoe U moet zor
gen, dat Uw kinderen niet lastig, stout
of vervelend zullen worden. Dan is het
antwoord: Richt het leven zo eenvoudig
mogelijk in. Belemmer de vrijheid van
de jeugd niet door een overdadige wo
ninginrichting en vooral natuurlijk bega
geen fouten als de moeder van Jantje.
Gelukkig kan ik hier voor de al te be
zorgde opvoeders, die zich angstig af
vragen, welke paedagogische blunde
zij wellicht al gemaakt hebben en wat
voor schade zij hun kinderen misschien
al berokkend hebben, aan toevoegen,
dat een gezond kind heel wat opvoed
kundige fouten kan doorstaan, als het
gehele streven der ouders maar gericht
is op een harmonische ontwikkeling ten
goede in het besef, dat de kinderen
hun slechts daartoe zijn toevertrouwd.
Van S.
Maar, als in een film, schuift er door
dit „huis" nog een ander huis heen,
ook een sleutelwoord, waarvan men
echter niet recht aan de weet komt
wat er mee openbaar gemaakt wil wor
den. Aldus begint deze tweede aanhef:
Maar het huis dat ik zag is niet het huis
Dat ik altijd zie als ik die en die naam
hoor noemen
Of een klok in de mist hoor luiden:
Binnen de ommuurde tuin
Vol bloemen en geneeskrachtige kruiden
Met daarboven de bomen, het azuren
landschap
Der luchten met vluchten vogelen
Afwaarts glijdend naar de rivier,
Slaat, als op een oud lumineus schilderij
Van een dier vermaarde Maaslandse
meesters,
Met de windmolen windverloren vlakbij
En in d'e verte de romp van een toren:
Zomerlijk,
Aartsvaderlijk,
Het andere huis.
We zijn dan snel terug in de „baker
mat der herinneringen", in de persoon
lijke zijnssfeer, waarin dit andere huis
zich uiteindelijk toch niet van het eerste
huis blijkt te onderscheiden. Zoals ge
zegd: de beelden vloeien in elkaar over,
en het geheel blijft vaag en bekoorlijk
mysterieus. Maar in een flits heeft de
aangehaalde passage ons toch iets, dat
buiten de verwachting lag, te zien ge
geven. „Als ik die en die naam hoor
noemen". De naam van zijn vader en
moeder? Of de naam van Franciscus en
Clara, figuren die, terwijl hij zijn hagio
grafie onderhanden had, uiteraard bij
zonder sterk op de voorgrond van zijn
verbeelding hebben gespeeld. Die ver
beelding kan machtig en slinks te werk
gaan! „Quiproquo!" laat de dichter dan
ook uit de Meidoornhagen roepen.
Quiproquo, dat is: misverstand, verwis
seling van personen of zaken. Men komt
het woord ook in zijn gewone betekenis
tegen in „Zuster Clara" (pag. 126), waar
de auteur het bezigt om de houding van
kardinaal Ugolino (die dan juist als
Gregorius IX de Stoel van Petrus heeft
beklommen) ten aanzien van de jonge
Clarissenorde te schetsen.
De tweespalf dichfer-hagiograaf
Het was ongetwijfeld in deze en der»
gelijke passages, dat de dichter en de
hagiograaf in Schreurs het meest ge
neigd waren scheidende wegen te kie
zen. De bezonnen wetenschapsmens zal
het reglementerende toedoen van Ugo
lino voor de (al te) spontane leefregel
van Franciscus en Clara eerder geze
gend noemen dan de dichter, die er een
min of meer noodlottige verstarring van
het ideaal uit afleidt. De dichter staat
intuïtief, radicaal, maar onpractisch aan
de kant van de arme broeders en zusters
in Christus, in hun eerste onstuimige
tijd, die. in feite reeds enkele jaren na
het debuut van Franciscus en Clara
eindigde, in 1215, toen het Concilie van
Lateranen noodgedwongen paai en perk
stelde aaa „het vagebonderen van kloos
terlingen en het vrijbuiteren van nieuw
bakken ordestichters".
Van deze en andere sancties, waarbij de
nieuwe kloosterorden nauwere, meer op de
traditie geïnspireerde leefregels werden
voorgeschreven, was Ugolino de grote man.
Alhoewel hij in zijn bundel richtlijnen
aan bepaalde franciscaanse tendenzen een
plaats inruimt, heeft hij waarschijnlijk
toch gehoopt de ganse beweging in bene-
clictijnse bedding te zien stranden, al du»
pater Schreurs. En nu voelt men hoe voor
zichtig onze dichter wordt in dit gevaar
lijke studeerkamerlicht der historie:
„Want met al de waarachtige bewon
dering immers, die hij (Ugolino) had
voor het heldhaftige leven, dat er in
San Damiano geleid werd en met heel
zijn hoge dunk van Clara's heiligheid
en standvastigheid, heeft Ugolino zich
als kardinaal-protector en later als paus
geen moeite gespaard om het versterkte
slot der allerhoogste Armoede te nivel
leren en zijn grond- en hoeksteen te
ontwrichten".
(Terloops zij hierbij een fout opgemerkt,
door pater Schreurs gemaakt op pg. 30,
waar hij over de zestienjarige Clara schrijft:
„Een halve eeuw zal het nog duren, voor
dat het mysterie dat zij grotendeels zelf
is, tot oplossing gebracht zal worden en
paus Gregorius IX, in 1256, de som zal
kunnen opmaken van een ziel die dan
op duizelingwekkende wijze zichzelf over
troffen zal hebben". Gregorius IX (Ugo
lino) is dan echter al jaren dood; hij stierf
in 1241. Het proces van Clara's heiligver
klaring, waar pater Schreurs in boven
staande denkelijk op zinspeelt, had plaats
onder paus Alexander IV, in 1255, kort na
de dood van paus Innocentius IV, die Cla
ra op haar sterfbed bijstond en daarbij
zijn goedkeuring aan haar leefregel hechtte).
Het fs in ieder geval een feit, dat
Schreurs zijn heldin gemakkelij
ker dichterlijk dan historisch wist
te benaderen, en het was maar goed, dat
hij in „De ballade van het huis en de
zeven kleine matrozen" een uitlaatklep
had, een romantische valbrug, waarover
de zeven ridders, die om Clara's terug
keer in de wereld streden, bonzend en
blakend naar buiten konden galopperen.
In zijn hagiografie en eveneens in zijn
korte schets van Clara's leven in deze
courant enkele weken geleden, heeft
pater Schreurs aan het toch vrij onbe
tekenende relaas van die ridders een
ruime plaats ingeruimd. Hier kon zijn
verbeelding op volle toeren werken!
Waar zij dit niet kon, gaf zij het aanzijn
aan „het huis anno 1893", een speels,
kunstig, blij, hier en daar vernuftig, en.
in alle klaarheid toch vrij duister g e-
d i c h t-o v e r-d e-i n s p i r a t i e. zou ik
haast zeggen. De inspiratie, dit is zij:
deze onnozele spin:
Binnen in dat huis
Bouwt een spin
Die van God noch duivel weet
Op de duisternis tegen het venster.
Twee radiomasten tussen
Johannesburg en San Francisco.
En dan blijken de ridders en matrozen,
zeven in getal, minder belangrijk te zijn
als personages dan wel als symbolen
van het eeuwige romantische heimwee
van de dichter, waaraan hier èn romance
èn hagiografie haar zeggingskracht ont
lenen.
NICO VERHOEVEN
1) Jacques Schreurs (Met Simpele
Cönste)„De ballade van het huis en de
zeven kleine matrozen". Uitg. Het Spec
trum, Utrecht 1953.
2) Jac. Schreurs m.s.c.: „Zuster Clara
van Assisië. Uitgave „Het Spectrum,
Utrecht 1953.
Van verschillende zijden is critiek geoefend op enkele uitlatingen, die de
Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Foster Dulles, eergis
teren op een persconferentie heeft gedaan. De verklaring van 1948, waarin
de Westelijke mogendheden zich uitspraken voor overdracht van het vrije
gebied van Triëst aan Italië, noemde Dulles géén wet van Meden en Perzen.
En ten aanzien van de verkiezingen in West-Duitsland heeft hij gezegd, dat
een nederlaag van kanselier Adenauer een ramp voor het land zou zijn. In
Londen, Parijs, Rome, Washington, Belgrado en Bonn zijn daardoor reacties
opgeroepen.
Politieke kringen in Londen en Parijs
toonden zich zeer gereserveerd ten aan
zien van Dulles' verklaringen over
Triëst. Zij wezen erop, dat met betrek
king tot deze kwestie nog geen overleg
tussen de drie mogendheden heeft
plaats gehad. De autoriteiten te Bel
grado waren ingenomen met de sugges
tie, in Dulles' woorden besloten, dat de
verklaring van 1948 wel eens herroepen
zou kunnen worden. De Joegoslavische
zienswijze, dat deze verklaring geen
basis voor onderhandelingen zou kunnen
opleveren, heeft nu van Amerikaanse
zijde steun gekregen. In Washington
helde men echter over tot de indruk,
dat minister Dulles, sprekend over
Triëst, zijn persoonlijke mening weer
gaf.
De correspondenten van Italiaanse
bladen in Washington betreurden het,
dat de verklaring van de Amerikaanse
minister bewees, dat er eigenlijk geen
constante Ameikaanse politiek ten
aanzien van Triëst bestaat. Te Rome
legde men er de nadruk op, dat de
verklaring van 1948 was gegrond op
allerlei objectieve gegevens van his
torische en volkenkundige aard, en
dat de inhoud derhalve in vijf jaren
tijds geen wijziging kan ondergaan.
De uitlating van minister Dulles over
de verkiezingen in West-Duitsland is
door de West-Duitse socialisten uiter
aard scherp aangevallen. Maar ook in
Londen en Washington toonde men er
zich niet bijzonder tevreden over. De
„Washington Post" zei het niet te kun
nen bewonderen, dat Dulles alles op
één kaart, die van Adenauer, had gezet.
Het blad vroeg zich af, wat de reactie
van het State Department nu nog zou
kunnen zijn, als daarentegen de socia
listen zouden winnen. Ook het principe
van partij kiezen in buitenlandse ver
kiezingen door een lid van de Ameri
kaanse regering werd hier en daar ver
oordeeld.
Senator Lister Hill uit Alabama zei, dat
hij weliswaar met Dulles eens was, dat
Adenauer's overwinning gunstig zou zijn
voor de Verenigde Staten, maar dat
hjj toch van oordeel was, dat de minis
ter een ander volk niet dient voor te
schrijven, hoe het moet stemmen. Zowel
in Londen als in Washington gaf men
uiting aan de vrees, dat de uitspraak
van Dulles voor Adenauer een ave
rechtse uitwerking zal hebben.
(Van onze verslaggever)
In een gebied tussen Enschede en
Bremen zal van 18 tot 24 September a.».
een grote aanvalsoefening worden ge
houden, waaraan ruim 80.000 militairen
uit Nederland, Engeland, Canada en
Denemarken zullen deelnemen. Aan
deze oefening, die de naam „Grand Re
pulse" draagt, zal het Eerste Nederland
se Legerkorps, bestaande uit 17000 man
Legerkorpstroepen en de gehele parate 4e
Divisie, deelnemen. Onder Nederlands
commando is voorts de 11e Britse Pant
serdivisie geplaatst en een gemotoriseer
de, goed uitgeruste Canadese brigade.
Als vijand zullen een Britse infanterie
divisie en een Deense brigade optreden.
Reeds op 7 September zal een deel van
de Legerkorpstroepen naar het oefenge-
bied worden verplaatst om de materiaal
depots, waar 5000 ton goederen zullen
worden opgeslagen, in te richten. Op 14
September volgen de 4e Divisie en de
overige onderdelen, tot een totaal van
35000 man. Na afloop van de oefening
keren de troepen geleidelijk vóór 1 Oc
tober naar Nederland terug.
Het Eerste Nederlandse Legerkorps
staat onder commando van de luitenant-
generaal H. Th. C. Opsomer.
De oefening wordt geleid door de staf
van de Noordelijke Legergroep en zij
wordt uitgevoerd onder toezicht van een
Engels-Nederlandse scheidsrechtersploeg.
Meer dan 500 buitenlandse waarne
mers uit alle delen van de wereld zullen
deze oefening bijwonen. Voor Nederland
is dit van uitzonderlijk belang, daar ons
land de grootste en belangrijkste deel
nemer is.