Joegoslavië dreigt nu ook met militair vertoon Sovjet-Unie eist Burgemeester van Triest verontrust de politie Uitwisseling krijgsgevangenen in Korea morgen voltooid II wilt Uw kinderen verstandig opvoeden? >ea Vervelende kinderen „ZUSTER CLARA VAN ASSISIË" EN EEN BALLADE De inspiratie van Jacq. Schreurs M.S.C. sOy a yyv Dulles' uitlatingen doen stof opwaaien Russisch meisje op Zwitsers geschut voor W.-Duitsland? Panama wil Kanaalverdrag en hermen Maarschalk Juin op het matje geroepen Radiomasten tussen Johannesburg en San Francisco Averechtse hulp aan Adenauer? „Grand Repulse" LITERAIRE KRONIEK r ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1953 PAGINA 5 Italië wijst verantwoordelijkheid af Remon naar Eisenhower De vluchtelingen in Zuid-Korea Daarom is voorlichting U welkom. Maar voorlichting mag niet te licht zijn lk blijf 'i*ver BEATRIJS'. De ballonactie Conant vraagt overleg met de Bondsrepubliek i mm Ohdokterdat is toch geworden. Dat kunt U 2 had dat kunnen denken 20 'n vervelende jongen ich niet voorstellen. Wie De toekomst van Triëst 35.000 Nederlanders bij herfstmanoeuvres Joegoslavië heeft Italië gisteren, laten weten, dat het gedwongen zal zijn overeenkomstige maatregelen" te nemen, als Italië voortgaat met zijn „mili taire betogingen langs de Joegoslavisch-Italiaanse grens". Wat met die „tegen maatregelen van overeenkomstige aard" piocks wordt bedoeld, is niet dui delijk, maar een woordvoerder te Belgrado heeft wel verklaard, dat het uit sluitend aan de „lankmoedigheid" van Joegoslavië is te danken, dat die maat regelen tot dusver nog niet zijn getroffen. Dit is het vierde protest, dat Joego slavië in enkele dagen tijds bij Italië heeft ingediend. De nota, waarin dit dreigement is Vervat zegt ook, dat Joegoslavië het Italiaanse antwoord op de drie vorigs protesten „onbevredigend" acht. Mili taire maatregelen zijn niet nodig, zo lang er diplomatieke kanalen bestaan om opheldering te krijgen over eikaars gedrag. Morgen spreekt maarschalk Tito, dicht bij de grens, een massaver gadering te Okroglica toe en waarne mers verwachten dan het hoogtepunt Van de spanning tussen beide landen. Italiaanse genietroepen bouwen volgens het Joegoslavische persbureau Tanjoeg Versterkingen bij de grens. De politie van Triëst, die onder toezicht van de geallieerden staat, heeft alle verloven opgeschort, omdat de Italiaanse burgemeester van de stad in een onderhoud met het monar chistische blad „La Patria" heeft ver klaard, dat hij „desnoods" de leiding zou nemen van massale betogingen in de straten van de stad, waar „de bevolking op krachtige wijze zijn trouw en zijn Italiaanse wezen" zou demonstreren. Een lid van het Sloveense kabinet, Boris Krajger, zei in een toespraak te Ljoebljana, dat de enige „rechtvaardige grens tussen Italië en Joegoslavië" de rivier de Soca is, die acht kilometer van de huidige grens loopt. Op de vredesconferentie te Parijs is deze rivier door Joegoslavië al eerder genoemd als grensrivier. De directeur-generaal voor buitenlandse aangelegenheden van het Italiaanse departement yan buitenlandse zaken zou, volgens Tanjoeg, hebben ge weigerd de Joegoslavische zaakgelastig de in Rome, Dalibor, te ontvangen, die het Joegoslavische antwoord op de Ita liaans nota wilde overhandigen. Daar om moest er nu" een koerier aan te pas komen. Het Italiaanse persbureau Ansa meldde gistaren, dat een Joegoslavisch vliegtuig Donderdag het Italiaanse luchtruim bij Salcano zou hebben ge schonden. Italië heeft gisteravond in een nota geantwoord op het jongste protest van Zuid-Slavië betreffende beweerde grens- schendingen. Het wijst daarin alle ver antwoordelijkheid voor de spanning over Triëst van de hand. In antwoord op het dreigement van Zuid-Slavië dat het zijn beste troepen naar het grensgebied van Gorizia zou Zenden als de Italiaanse troepen niet Van daar worden teruggetrokken, zegt Italië: „Italië stelt Zuid-Slavië ten volle en uitsluitend verantwoordelijk voor de gevolgen van een dergelijke maatregel. De reeds door Italië genomen maat regelen in dat gebied zijn louter be schermend." Het Zwitserse kabinet zal waarschijn lijk volgende week Dinsdag bijeenko men om te beslissen of vergunningen dienen te worden verschaft voor de uit voer van luchtdoelgeschut ter waarde Van 10 millioen gulden voor de West- Duitse grenspolitie, aldus werd gisteren in welingelichte kringen te Bern mede gedeeld. De bestelling van de West-Duitse regering voor het geschut, dat van een kaliber van 20 mm is, werd geplaatst bij Hispano-Suiza te Genève. De order be treft waarschijnlijk 34 stukken. President José Antonio Remon van Banama heeft gisteren gezegd zijn offi cieel bezoek aan Washington, dat hij eind September zal afleggen, te zullen gebruiken om met president Eisen hower te spreken over de herziening Van de Amerikaans-Panamese verdra gen betreffende het bestuur van de Kanaalzone en de Amerikaanse schade- Vergoedingen aan Panama. Gisteren is een groep Panamese des kundigen naar Washington vertrokken Voor de voorbereidende besprekingen, die op 10 September zullen beginnen, sldus Remon. Ook zeide de president, dat de presidenten van Costa Rica en Nicaragua, Figueres en Somoza, begin October een bezoek aan Panama zullen mengen. De Sovjet-Unie heeft Engeland „vla de normale diplomatieke kanalen" ver zocht, de „onmiddellijke terugkeer" te bewerkstelligen van een 13-jarig Rus sisch meisje, dat sinds de oorlog in En geland woont en als een Engels kind is opgevoed. Het meisje is acht jaar geleden door een sociaal werkster uit een kamp voor verdreven personen in Duitsland mee naar Engeland genomen en bij pleeg ouders geplaatst. Haar eigenlijke moeder, wier naam opgegeven werd als Sebsentsova (de naam van de vader wordt in de diploma tieke correspondentie niet genoemd) is na de oorlog naar Rusland teruggekeerd. Geallieerde en communistische gedele geerden hebben vandaag op een bijeen komst van de Commissie voor repatriëring van krijgsgevangenen te Pan Moen Jon ver klaard, dat de uitwisseling van gevangenen morgen zal worden voltooid. Tot en met vandaag hebben de communisten 12.628 van de 12.763 gevangenen, die zij verklaarden in handen te hebben, uitgeleverd. De uit levering van gevangenen die gerepatrieerd wilden worden begon op 5 Augustus. De communisten hebben dagelijks ongeveer 400 man overgedragen, de geallieerden onge veer 2.400. De communisten hebben vandaag meege deeld, dat, als er onder de geallieerde krijgsge vangenen, die op het ogenblik zeggen dat zij niet naar huis willen, zijn, die van ge dachten veranderen tegen de datum, waar op zij aan de commissie van vertegen woordigers van neutrale landen, ingesteld om toezicht op hen te houden, zullen wor den uitgeleverd, deze alsnog zullen worden gerepatrieerd. De communisten hebben een handjevol geallieerde niet-Koreaanse krijgsgevangenen, die zeggen dat zij niet naar huis terug willen, de geallieerden on geveer 7.800 Koreanen en 14.500 Chinezen, die weigeren terug te gaan. Nadat gevangenen, die niet naar huis willen, zullen zijn overgegeven aan de neu trale commissie, zullen gedelegeerden v«n hun vaderland met hen mogen spreken. Als zij dan nog weigeren,11 zal het vraagstuk weer aan de U.N.O. worden voorgelegd, maar als binnen 30 dagen geen beslissing is geno men, zullen zij worden vrijgelaten in het land van hun gevangenschap om daar te blijven, of van daar naar neutrale landen van hun keuze te gaan. Soengsoo Whang, voorzitter van de commissie van Buitenlandse Zaken van de Zuid-Koreaanse nationale vergade ring, heeft verklaard, dat ondanks de hulp van de V.N. vele van de negen millioen vluchtelingen in Zuid-Korea deze winter zullen omkomen. Voor de oorlog woonden er 10 mil lioen mensen in Noord-Korea en 20 mil lioen in het Zuiden. In de oorlog wa ren vijf millioen Noord-Koreanen naar Zuid-Korea gevlucht. Op het ogenblik, aldus besloot Soengsoo Whang, was de verhouding in Noord-Korea een Chinese communist op twee Koreanen. Advertentie ABONNEER U OP HET VROUWENBLAD MET VERANTWOORDELIJKHEIDSBESEf lees dus De Amerikaanse hoge commissaris in Duitsland, Conant, heeft de Wereldraad van Kerken te Amsterdam gisteren drin gend verzocht toestemming aan de be voegde Westduitse autoriteiten te vra gen alvorens het voornemen ten uit voer te brengen om door middel van ballonnen bijbels uit de Bondsrepubliek naar Tsjecho-Slowakije te zenden aanit De nieuwe ambassadeur van de Sovjet- Unie in ons land, Stephan Pavlov>itsch Kirsanov, heeft gistermorgen in het Paleis aan de Lange Voorhout te Den Haag zijn geloofsbrieven aan H. M. de Koningin overhandigd. De nieuwe am bassadeur, in gala, arriveerde per rij tuig aan het paleis. De Franse minister van Defensie, Ple ven, heeft róaarschalk Juin, opperbevel hebber der Nato-strijdkrachten in Mid den-Europa, gisteren in een onderhoud verzocht zich te onthouden van het af leggen van verklaringen in het open baar, die aanleiding kunnen geven tot onenigheid. President Auriol had Woensdag op een kabinetsvergadering bezwaar gemaakt tegen een uitlating van Juin, dat hij onder de huidige grondwet geen presi dent zou willen zijn wegens „allerlei vervelende karweitjes", die deze functie met zich mee zou brengen. Tiuee maanden na £et uitbreken van hei Koreaanse con- J'ict werd de com- pendant van de Amerikaanse Q'lvisie, generaal- ï^ojoor William uean, door de Hoord-Koreanen nJdsgevangen ge maakt. Het bericht ,'an zijn vermissing rocht verslagen- eid in de wereld „yaeeg. Thans is veneraal Dean door e Noord-Korea- nen ■Deze uitgewisseld. 54-jarige ^mmandant was di hoogste in rang, Ir door de Noord- reanen gevangen zijn droeg Benomen. Bij terugkeer de generaal tnU- d°°r de com- honfnlfn verstrekt hon!naekscl> dat li„„ ln tegenstel- 0 Is tot zijn ho- oe rang. (Van onze medische medewerker) Ja, ons Jantje, dat is al een echte jon gen. geworden. Wij hebben vaak het grootste plevier om al het katte- kwaad, dat hij uithaalt". Een jaar later spreek ik dezelfde moeder van het veel belovende joch en informeer belangstel lend naar de kleine Jan. „Oh dokter, dat is toch zo'n vervelende jongen gewor den. Dat i inrit u zich niet voorstellen. Wie had dat kunnen denken!" Ziehier een sprekende illustratie van een veel gemaakte opvoedingsfout en probeer Jantje's moeder daar nu maar eens van te overtuigen! Het kan toch geen verwondering wek ken, dat die kleine deugniet niet be grijpen kan, dat men hem nu dingen verbiedt, die men tot nog toe misschien zelfs heeft aangemoedigd. Hiermee wil ik niet zeggen, dat dit de enige oorzaak zou zijn, waardoor kinderen vervelend kunnen worden, maar wel, dat als het eenmaal zover is, de ouders er goed aan zouden doen, zich eens af te vragen in hoeverre zij er misschien zelf schuld aan zijn dat hun kleine jongen of meis je zo vervelend, zo stout is. In plaats daarvan begaan velen nu de cardinale fout het kind als het ware om te kopen, door het iets te beloven, om nu eens even braaf te zijn. Daarmee is de kiem gelegd voor het verwende, drenzende kind, dat net zolang zeurt tot het zijn zin krijgt. Het loont van de andere kant ook de moeite eens even stil te staan bij het begrip „stout". Onze beschaafde en in woonkazernes verpakte wereld laat aan de kinderen helaas niet veel vrijheid. Veel wat ze in de vrije natuur best zouden mogen, is nu verboden. Ze mogen niet stampen, niet hollen, niet met water knoeien, niet schreeuwen en als ze het toch doen, dan zijn ze „stout". Toch is dit allemaal niet echt stout en niet de uiting van een vervelend kind. Dat is pas het geval als het inzicht van het kind gaat meespelen, waardoor zijn gedrag iets slinks krijgt, iets opzette lijks. Dat alles dienen wij van te voren te bedenken voor wij het kind hard gaan vallen over zijn stoutigheden, an ders zouden wij het ten onrechte zb kunnen krenken in zijn gevoel voor ei genwaarde, dat het zo overtuigd raakt van zjjn eigen ontoereikendheid, dat het aan een neurotische denkstoornis, een minderwaardigheidscomplex gaat lijden en tot de domme kinderen gaat behoren op school. Misschien alleen om daardoor weer 'n ietsje medeleven en belangstel ling der onders voor zich op te eisen. Dat gebeurt natuurlijk niet bewust en overdacht, maar net zoals ik dat vroeger al eens bèschreven heb, toen er sprake was van kinderen, die gaan bedwateren om door een vlucht in het negatieve, T~\ e ballade van het huis en de zeven kle'ine matrozen" 1) en de hagiografie I „Zuster Clara van Assisië" 2), allebei van Jacques Schreurs M.S.C., J-S bevinden zich in deze aanhef wat vreemd tezamen. Het zijn twee pro ducten van eenzelfde dichterlijke werkzaamheid, ongeveer gelijktijdig in het licht gegeven, maar zó verschillend van onderwerp, dat men, om toch een ver band te leggen, vrij diep in de scheppende verbeeldingdie er aan ten grondslag ligt, moet doordringen. Zulks is een interessante onderneming. Eens te meer blijkt dan namelijk, dat Schreurs in alles een echte dichter is en dat bij zulk een dichter het bloed kruipt ook waar het niet kan gaan: dit alles tot onze vreugde. Wij danken er het levendigste, aansprekelijkste, overtuigendste heili genleven aan, dat onze moderne letterkunde heeft opgeleverd. Tevens echter wordt dan iets duidelijker, hoe pater A. i>. Groenewoud O.P. in het Octobernum- mer 1949 van het Kath. Cult. Tijdschrift Streven de toen ietwat opzienbarende stelling kon poneren, dat de combinatie kunstenaar-hagiograaf zich slechts moei lijk verdraagt. Aan het schrijven van „Zuster Clara van Assisië" moet heel wat voorberei dend werk vooraf zijn gegaan, zowel van studieuze als meditatieve aard. Zelf zegt de schrijver dienaangaande: „Eer bied was het, die ons zo lang deed aar zelen de dingen, die ons langer dan dertig jaren op het innigst bezig hiel den, te veruiterlijken." Maar toen hij dan eindelijk toch aan schrijven toe was en de stof in zijn geest vorm kreeg, toen moet daar in hem, zo stel ik mij voor, een tweevoudige inspiratie aan de gang zijn gegaan. Eén die zich op de hagiografie in engere zin richtte en naar een ernstig, waarheidsgetrouw, on- geromantiseerd geschiedverhaal streefde. En één die de zinnebeeldige, meer lite raire, plastische waarde van het gege ven omvormde tot een „romance", waar in het heilige vrijelijk kon worden ge profaneerd en aan eigen dichterlijke in tenties dienstbaar gemaakt. Zo ontstond „De ballade van het huis en de zeven kleine matrozen", zoals gezegd meer een romance, d.w.z. een eenvoudig ver dicht ridderverhaal, als nevenresultaat van het grote hagiografische werk. Er zijn slechts enkele indirecte aan wijzingen voor het ontstaansverband tussen deze twee werkstukken van pa ter Schreurs. In de praktijk staan zij Pater Jacques Schreurs M.S.C., schrijver van „Zuster Clara van Assisië" en „De ballade van het huis en de zeven kleine matrozen" los van elkaar en kunnen zij apart worden genoten. Het zal zelfs wel de bedoeling zijn, dat zij op de lezer een heel verschillende invloed oefenen. Het heiligenleven wil stichten. Er ligt in dit geval bovendien een actuele prik kel aan ten voet: het wil Zuster Clara, zeven eeuwen na haar heilig afsterven, voor de hedendaagse lezer gestalte ge ven. In Assisië, in heel Umbrië, is vo rige maand dit feit twee weken lang met Zuidelijke exuberantie herdacht. In de Santa Chiara-basiliek, in de San Francesco en in het oude kloostertje van San Damiano hebben de mensen zich weer eens ingeleefd in die verre vreemde middeleeuwen, toen het brood nodig was, dat er een man en een vrouw opstonden om met hun leven te bewijzen dat Christus hun werkelijk heid was. Broer Frans en Zuster Clara, andere namen kunnen wij nu niet voor hen vinden. Zij hebben alle eeuwen door sterk tot de verbeelding gesproken, hoewel Franciscus altijd méér dan zijn „kleine plantje", zoals Clara zich gaarne noemde. Haar eerste levensbeschrijvers noemden haar, met een beeld uit het Hooglied, „hortus conclusu s", besloten hof. En hier heeft men nu een eerste aanwijzing voor het ont staansverband tussen dit heiligenleven van Schreurs en zijn wereldse romance van het huis. De dichter begint daarin met te vertellen over een huis, „ergens op een weg tussen twee kleine steden", een huis, waar mensen moeten wonen die „de zegen der armoede hebben ge kend". Het draagt het jaartal 1893 op een steen in de gevel; 's dichters ge boortejaar. Hij zegt er ook nog van, dat het gekweld en vermoeid in het land schap staat, dat er zich geen kinderen vertonen en dat, als hij passeert, het venstergordijn door geen hand terzijde genomen wordt „om te turen naar de man die zichzelf her kend ha d". Dit is vrij duidelijk. De dichter heeft in dit „huis" een oeroud poëtisch sleutelwoord gevonden om het eigen levensverhaal mee te ontsluiten. langs de weg van de minste weerstand, opnieuw de aandacht van de ouders op zich te vestigen. Dat is bijvoorbeeld ze ker het geval, als kinderen zonder af wijkingen in de spraakorganen in deze omstandigheden gaan stotteren. Neem een kind zoiets niet kwalijk, denk niet dat het boos opzet is. Het is een natuurlijke reaetievorm, zoals hul len of lachen. Verdiep U er liever in, hoe U een verandering ten goede kunt bewerkstelligen. Allereerst dient de oor zaak van het gedrag van het kind opge spoord te worden. Elk handboek maakt nu de klassieke opmerking, dat wormen best de oorzaak van de prikkelbaarheid van het Kind kunnen zijn, maar verge ten wij in een tijd, die daar toch bijzon der rijp voor is, vooral niet opvoedings fouten, als boven gesignaleerd. Het zou ook nog kunnen zijn, dat de ouders, door moeilijkheden in zaken of andere zorgen nerveus gestemd, menen, dat hun kind steeds onhandelbaarder wordt, omdat zij zelf vroeger licht» over de dingen heengingen, die ze nu niet meer kunnen verdragen. De heropvoeding van een echt ver velend, lastig kind zal het beste lukken in een rustige omgeving, waar men het met begrip tegemoet treedt. Aanvankelijk eist men niet te veel van het kind en zeker niet meer dan men denkt, dat het met niet al te veel inspanning kan volbrengen. Op die manier krijgt het kind vertrouwen in zichzelf, het goede en in de wereld te rug. Daarom moet een dergelijk jonge tje of meisje bovenal ook aangemoe digd worden. Deze positieve manier van contact met het kind zal zeker meer resultaat opleveren dan de negatieve tendenz, die eigen is aan alle vormen van straf. Dit alles is ongetwijfeld veel makkelijker gezegd, dan gedaan, maar het is ook waar, dat een kind, dat een maal de persoonlijkheid van de opvoe der heeft leren waarderen, zich graag aan diens verstandige en vaste leiding overgeeft, omdat het er respect voor heeft. Niet te verwaarlozen zijn ook een vaste dagindeling, geregelde arbeid en ontspan ning die het kind dwingen tot geregelde gehoorzaamheid. Verder ook 't samen iets doen met andere kinderen. Het zich moeten inpassen in een kleine gemeèn- schap, het geven en nemen, die daar het gevolg van zijn, betekenen een ontzag lijke hulp bij de ontwikkeling van het sociale gevoel bij het kind, dat zich weer begint te schikken in normale verhoudingen en dat in de jeugdbewe ging het sluitstuk van zijn heropvoe ding zal vinden. Nu kunt U vragen, hoe U moet zor gen, dat Uw kinderen niet lastig, stout of vervelend zullen worden. Dan is het antwoord: Richt het leven zo eenvoudig mogelijk in. Belemmer de vrijheid van de jeugd niet door een overdadige wo ninginrichting en vooral natuurlijk bega geen fouten als de moeder van Jantje. Gelukkig kan ik hier voor de al te be zorgde opvoeders, die zich angstig af vragen, welke paedagogische blunde zij wellicht al gemaakt hebben en wat voor schade zij hun kinderen misschien al berokkend hebben, aan toevoegen, dat een gezond kind heel wat opvoed kundige fouten kan doorstaan, als het gehele streven der ouders maar gericht is op een harmonische ontwikkeling ten goede in het besef, dat de kinderen hun slechts daartoe zijn toevertrouwd. Van S. Maar, als in een film, schuift er door dit „huis" nog een ander huis heen, ook een sleutelwoord, waarvan men echter niet recht aan de weet komt wat er mee openbaar gemaakt wil wor den. Aldus begint deze tweede aanhef: Maar het huis dat ik zag is niet het huis Dat ik altijd zie als ik die en die naam hoor noemen Of een klok in de mist hoor luiden: Binnen de ommuurde tuin Vol bloemen en geneeskrachtige kruiden Met daarboven de bomen, het azuren landschap Der luchten met vluchten vogelen Afwaarts glijdend naar de rivier, Slaat, als op een oud lumineus schilderij Van een dier vermaarde Maaslandse meesters, Met de windmolen windverloren vlakbij En in d'e verte de romp van een toren: Zomerlijk, Aartsvaderlijk, Het andere huis. We zijn dan snel terug in de „baker mat der herinneringen", in de persoon lijke zijnssfeer, waarin dit andere huis zich uiteindelijk toch niet van het eerste huis blijkt te onderscheiden. Zoals ge zegd: de beelden vloeien in elkaar over, en het geheel blijft vaag en bekoorlijk mysterieus. Maar in een flits heeft de aangehaalde passage ons toch iets, dat buiten de verwachting lag, te zien ge geven. „Als ik die en die naam hoor noemen". De naam van zijn vader en moeder? Of de naam van Franciscus en Clara, figuren die, terwijl hij zijn hagio grafie onderhanden had, uiteraard bij zonder sterk op de voorgrond van zijn verbeelding hebben gespeeld. Die ver beelding kan machtig en slinks te werk gaan! „Quiproquo!" laat de dichter dan ook uit de Meidoornhagen roepen. Quiproquo, dat is: misverstand, verwis seling van personen of zaken. Men komt het woord ook in zijn gewone betekenis tegen in „Zuster Clara" (pag. 126), waar de auteur het bezigt om de houding van kardinaal Ugolino (die dan juist als Gregorius IX de Stoel van Petrus heeft beklommen) ten aanzien van de jonge Clarissenorde te schetsen. De tweespalf dichfer-hagiograaf Het was ongetwijfeld in deze en der» gelijke passages, dat de dichter en de hagiograaf in Schreurs het meest ge neigd waren scheidende wegen te kie zen. De bezonnen wetenschapsmens zal het reglementerende toedoen van Ugo lino voor de (al te) spontane leefregel van Franciscus en Clara eerder geze gend noemen dan de dichter, die er een min of meer noodlottige verstarring van het ideaal uit afleidt. De dichter staat intuïtief, radicaal, maar onpractisch aan de kant van de arme broeders en zusters in Christus, in hun eerste onstuimige tijd, die. in feite reeds enkele jaren na het debuut van Franciscus en Clara eindigde, in 1215, toen het Concilie van Lateranen noodgedwongen paai en perk stelde aaa „het vagebonderen van kloos terlingen en het vrijbuiteren van nieuw bakken ordestichters". Van deze en andere sancties, waarbij de nieuwe kloosterorden nauwere, meer op de traditie geïnspireerde leefregels werden voorgeschreven, was Ugolino de grote man. Alhoewel hij in zijn bundel richtlijnen aan bepaalde franciscaanse tendenzen een plaats inruimt, heeft hij waarschijnlijk toch gehoopt de ganse beweging in bene- clictijnse bedding te zien stranden, al du» pater Schreurs. En nu voelt men hoe voor zichtig onze dichter wordt in dit gevaar lijke studeerkamerlicht der historie: „Want met al de waarachtige bewon dering immers, die hij (Ugolino) had voor het heldhaftige leven, dat er in San Damiano geleid werd en met heel zijn hoge dunk van Clara's heiligheid en standvastigheid, heeft Ugolino zich als kardinaal-protector en later als paus geen moeite gespaard om het versterkte slot der allerhoogste Armoede te nivel leren en zijn grond- en hoeksteen te ontwrichten". (Terloops zij hierbij een fout opgemerkt, door pater Schreurs gemaakt op pg. 30, waar hij over de zestienjarige Clara schrijft: „Een halve eeuw zal het nog duren, voor dat het mysterie dat zij grotendeels zelf is, tot oplossing gebracht zal worden en paus Gregorius IX, in 1256, de som zal kunnen opmaken van een ziel die dan op duizelingwekkende wijze zichzelf over troffen zal hebben". Gregorius IX (Ugo lino) is dan echter al jaren dood; hij stierf in 1241. Het proces van Clara's heiligver klaring, waar pater Schreurs in boven staande denkelijk op zinspeelt, had plaats onder paus Alexander IV, in 1255, kort na de dood van paus Innocentius IV, die Cla ra op haar sterfbed bijstond en daarbij zijn goedkeuring aan haar leefregel hechtte). Het fs in ieder geval een feit, dat Schreurs zijn heldin gemakkelij ker dichterlijk dan historisch wist te benaderen, en het was maar goed, dat hij in „De ballade van het huis en de zeven kleine matrozen" een uitlaatklep had, een romantische valbrug, waarover de zeven ridders, die om Clara's terug keer in de wereld streden, bonzend en blakend naar buiten konden galopperen. In zijn hagiografie en eveneens in zijn korte schets van Clara's leven in deze courant enkele weken geleden, heeft pater Schreurs aan het toch vrij onbe tekenende relaas van die ridders een ruime plaats ingeruimd. Hier kon zijn verbeelding op volle toeren werken! Waar zij dit niet kon, gaf zij het aanzijn aan „het huis anno 1893", een speels, kunstig, blij, hier en daar vernuftig, en. in alle klaarheid toch vrij duister g e- d i c h t-o v e r-d e-i n s p i r a t i e. zou ik haast zeggen. De inspiratie, dit is zij: deze onnozele spin: Binnen in dat huis Bouwt een spin Die van God noch duivel weet Op de duisternis tegen het venster. Twee radiomasten tussen Johannesburg en San Francisco. En dan blijken de ridders en matrozen, zeven in getal, minder belangrijk te zijn als personages dan wel als symbolen van het eeuwige romantische heimwee van de dichter, waaraan hier èn romance èn hagiografie haar zeggingskracht ont lenen. NICO VERHOEVEN 1) Jacques Schreurs (Met Simpele Cönste)„De ballade van het huis en de zeven kleine matrozen". Uitg. Het Spec trum, Utrecht 1953. 2) Jac. Schreurs m.s.c.: „Zuster Clara van Assisië. Uitgave „Het Spectrum, Utrecht 1953. Van verschillende zijden is critiek geoefend op enkele uitlatingen, die de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Foster Dulles, eergis teren op een persconferentie heeft gedaan. De verklaring van 1948, waarin de Westelijke mogendheden zich uitspraken voor overdracht van het vrije gebied van Triëst aan Italië, noemde Dulles géén wet van Meden en Perzen. En ten aanzien van de verkiezingen in West-Duitsland heeft hij gezegd, dat een nederlaag van kanselier Adenauer een ramp voor het land zou zijn. In Londen, Parijs, Rome, Washington, Belgrado en Bonn zijn daardoor reacties opgeroepen. Politieke kringen in Londen en Parijs toonden zich zeer gereserveerd ten aan zien van Dulles' verklaringen over Triëst. Zij wezen erop, dat met betrek king tot deze kwestie nog geen overleg tussen de drie mogendheden heeft plaats gehad. De autoriteiten te Bel grado waren ingenomen met de sugges tie, in Dulles' woorden besloten, dat de verklaring van 1948 wel eens herroepen zou kunnen worden. De Joegoslavische zienswijze, dat deze verklaring geen basis voor onderhandelingen zou kunnen opleveren, heeft nu van Amerikaanse zijde steun gekregen. In Washington helde men echter over tot de indruk, dat minister Dulles, sprekend over Triëst, zijn persoonlijke mening weer gaf. De correspondenten van Italiaanse bladen in Washington betreurden het, dat de verklaring van de Amerikaanse minister bewees, dat er eigenlijk geen constante Ameikaanse politiek ten aanzien van Triëst bestaat. Te Rome legde men er de nadruk op, dat de verklaring van 1948 was gegrond op allerlei objectieve gegevens van his torische en volkenkundige aard, en dat de inhoud derhalve in vijf jaren tijds geen wijziging kan ondergaan. De uitlating van minister Dulles over de verkiezingen in West-Duitsland is door de West-Duitse socialisten uiter aard scherp aangevallen. Maar ook in Londen en Washington toonde men er zich niet bijzonder tevreden over. De „Washington Post" zei het niet te kun nen bewonderen, dat Dulles alles op één kaart, die van Adenauer, had gezet. Het blad vroeg zich af, wat de reactie van het State Department nu nog zou kunnen zijn, als daarentegen de socia listen zouden winnen. Ook het principe van partij kiezen in buitenlandse ver kiezingen door een lid van de Ameri kaanse regering werd hier en daar ver oordeeld. Senator Lister Hill uit Alabama zei, dat hij weliswaar met Dulles eens was, dat Adenauer's overwinning gunstig zou zijn voor de Verenigde Staten, maar dat hjj toch van oordeel was, dat de minis ter een ander volk niet dient voor te schrijven, hoe het moet stemmen. Zowel in Londen als in Washington gaf men uiting aan de vrees, dat de uitspraak van Dulles voor Adenauer een ave rechtse uitwerking zal hebben. (Van onze verslaggever) In een gebied tussen Enschede en Bremen zal van 18 tot 24 September a.». een grote aanvalsoefening worden ge houden, waaraan ruim 80.000 militairen uit Nederland, Engeland, Canada en Denemarken zullen deelnemen. Aan deze oefening, die de naam „Grand Re pulse" draagt, zal het Eerste Nederland se Legerkorps, bestaande uit 17000 man Legerkorpstroepen en de gehele parate 4e Divisie, deelnemen. Onder Nederlands commando is voorts de 11e Britse Pant serdivisie geplaatst en een gemotoriseer de, goed uitgeruste Canadese brigade. Als vijand zullen een Britse infanterie divisie en een Deense brigade optreden. Reeds op 7 September zal een deel van de Legerkorpstroepen naar het oefenge- bied worden verplaatst om de materiaal depots, waar 5000 ton goederen zullen worden opgeslagen, in te richten. Op 14 September volgen de 4e Divisie en de overige onderdelen, tot een totaal van 35000 man. Na afloop van de oefening keren de troepen geleidelijk vóór 1 Oc tober naar Nederland terug. Het Eerste Nederlandse Legerkorps staat onder commando van de luitenant- generaal H. Th. C. Opsomer. De oefening wordt geleid door de staf van de Noordelijke Legergroep en zij wordt uitgevoerd onder toezicht van een Engels-Nederlandse scheidsrechtersploeg. Meer dan 500 buitenlandse waarne mers uit alle delen van de wereld zullen deze oefening bijwonen. Voor Nederland is dit van uitzonderlijk belang, daar ons land de grootste en belangrijkste deel nemer is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 5