MAASTRICHT op zijn Vijftien gulden per dag voor een haveloze figurant 80 MILLIOEN VOOR DE HUISRAADSCHADE 65.000 getroffen gezinnen worden geholpen Anders dan de anderen Regisseur Reinhard zoekt een boerderij Swift nog sneller dan Hawker- Hunter? 'gie55 is een vorm van anders reageren dan normaal Voor hooikoorts e.d is een betere geneeswijze gevonden LITERAIRE KRONIEK ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953 PAGINA 7 door A. Budington Kelland cieel ontvangen. En de heer Clark Gable had toen meteen gelegenheid zijn „fan mail", die er de afgelopen dagen uit alle delen des lands was samenge stroomd, te inspecteren. En Maandag beginnen dan de opna men op de Markt, waaraan 100 Engelse en 20 Nederlandse technici te pas zullen komen. Dat wil zeggen wanneer het mooi weer is tenminste. Want de zon, zo heeft men ons verteld, is een onmis baar attribuut bij het in elkaar steken van deze opnamen. Ten eerste omdat het een kleurenfilm zal worden en ten twee de omdat de onderhavige bevrijdings scène bepaaldelijk door zonlicht over goten dient te worden. Of de heer Rhein- hard in dit verband ook De Bilt heeft ingeschakeld, is ons niet bekend. En Maastricht amuseert zich inmid dels best, want de hele affaire riekt ten slotte een beetje naar het Carnaval. Een confectie-magazijn heeft dat heel fijn aangevoeld. Het richtte een etalage in met talrijke wel geklede poppen, die door een zeer bedrijvige camera-man (compleet mèt ruiten pet) onder de lens worden genomen. Maar het veelzeggende bijschrift luidt: „Nee, voor figurant is u te goed gekleed". (Van onze speciale verslaggever) ft istermorgen stond er om acht uur reeds een aardige file van wij f armoedig geklede personen aan de ingang van de voormalige Domini- vZ canerkerk in Maastricht. Zij kwamen zich aanbieden voor de functie van figurant in de film „The True and the Brave", waarvan, zoals u weet, een gedeelte in de Limburgse hoofdstad opgenomen gaat worden. Die vrij uitge breide belangstelling viel wel te verklaren, want de Metro Goldwyn Mayer had te kennen gegeven, dat zij vijftien gulden per dag zal uitbetalen voor iedere haveloze figurant(e), die zijn (haar) medewerking verleent. En dat is dan toch altijd nog voor menigeen een aardige bijverdienste. U heeft al gelezen, dat de allereerste voorwaarde om tot het walhalla der film-figuratie toegelaten te worden deze was, dat men er zo shabby mogelijk uit zou zien. Want het gaat, zoals u weet, om een rolprent, die speelt in de dagen van de bevrijding. En in die tijd zagen alleen zwarthandelaars er nog enigszins toonbaar uit. Welnu, de sollicitanten, d'le bij de Dominicanerkerk hadden postgevat, hadden kennelijk hun oudste costuum aangetrokken. Al kregen wij de indruk, dat het, voor wat sommigen van hen betreft, tevens hun beste was. Nou ja, vijftien piek per dag. Het Nationaal Rampenfonds heeft tot nu toe in totaal 123 millioen gulden ontvangen. Daarvan zal ongeveer 80 millioen nodig zijn voor de huisraad- schade. De eerste hulp door het fonds verstrekt heeft ongeveer 10 millioen bedragen. Voor pensioenen aan weduwen, wezen enz. wordt een bedrag uitgetrokken van 13 millioen. Ongeveer 13 millioen wordt voor vergoeding van immateriële schade gereserveerd, terwijl voorts nog 5 millioen zal wor den besteed voor schade, door kerken, verpleeginrichtingen, enz. geleden. Het Roode Kruis heeft van zijn zusterorganisaties in het buitenland 65 mil lioen ontvangen. Van andere zijde is uit het buitenland 24 millioen over gemaakt. Met de uitkering van de vergoeding voor immateriële schade door de kerken geleden, is reeds begonnen. Gerekend wordt naar de derving van collecten en andere schade, welke de kerken heb ben geleden. Aldus blijkt uit het vijfde verslag van de commissie voor de watersnood. Hierin zijn o.m. de mededelingen opge nomen die zij heeft verkregen van het bestuur van het Nationaal Rampen fonds. Het Rampenfonds heeft tot nu toe ongeveer 65.000 gevallen van huisraad- schade. De indruk, welke het bestuur van zijn bezoeken en van de besprekin gen met de burgemeesters van de ge troffen gemeenten heeft, is, dat ten aan zien van het huisraad de meesten der getroffenen, met name zij, die een be scheiden inboedel bezaten, er reeds aanstonds beter uitkomen dan zij voor de ramp waren, terwijl ook zij, die in het bezit waren van een kostbare in boedel, in sta at zullen zijn hun woon- milieu te herstellen. Er zullen waarschijnlijk in totaal niet meer dan 5.000 gevallen van immate riële schade zijn. Men meent dat 15 mil lioen hiervoor voldoende zal zijn. Victor May, de 35-jarige Russische oud-militaire arts, die vorig jaar naar het Westen vluchtte, heeft de band met zijn vaderland nog niet verbroken. Integen deel. Dezer dagen trad hij in het huwelijk met Maria Litwinoff, de 23-jarige dochter van een Wit-Rus. De plechtigheid werd voltrokken 'in de Orthodoxe kerk van Miinchen. in Maastricht waren en belangstellend informeerden naar de eventuele aan wezigheid van de regisseur, de heer Rheinhard, kregen wij ten antwoord: „Mijnheer Rheinhard? Nee, die is er niet. Die zwerft door het land. Hij is op zoek naar een boerderij". Inmiddels echter is het uitgebreide filmgezelschap in de stad gearriveerd. Het werd vandaag op het stadhuis offi- Talrijke Limburgers hadden er wel oren naar in een film te mo gen spelen. Ze trokken hun beste pakje aan, om voor figurant te gaan solliciteren, zulks ondanks het feit, dat de filmheren om „gekke" uitmonsteringen hadden gevraagd. Hoe dat zij, driehonderd van hen zul len dan met hun „stille spel" aan de op stapel staande film mogen meewerken. Nu blijft het daar niet bij, want regis seur Reinhard en de andere filmers hopen wel degelijk dat, wanneer Maan dag de buitenopnamen cp de Markt be ginnen, toevallig ter plaatse aanwezige Maastrichtenaren mee zullen doen. Zij krijgen daarvoor echter niet betaald. Nu bestaat er, als wij ons nfet vergis sen. in de Limburgse hoofdstad gulle be reidheid genoeg om de zaak te doen sla gen. Maastricht, een paar dagen op zijn Hollywoods, men voelt er echt wel wat voor dat idee. Vele gemeente-instanties hebben hun onmisbare steun toegezegd. De politie zal er zijn om er voor te zor gen dat niemand aan de filmerij op de Markt enige hinder in de weg zal leggen en de brandweer zal ter plaatse aanwezig zijn, niet alleen om eventueel optredende branden in de kiem te smo ren, maar ook ofh de straat nat te spui ten als dat in verband met de opnamen noodzakelijk zou blijken te zijn. En de commandant van de plaatselijke kazer ne heeft de taak op zich genomen alles te regelen met de vierhonderd man van de Nat. Reserve en met de tanks uit Eindhoven, die eveneens bij het verwe zenlijken van het scenario zijn ingescha keld. Maar het blijft niet bij die officiële behulpzaamheid alleen. De op de Markt wonende Maastrichtenaren ho pen een zo goed en vooral zo echt mogelijk décor voor de film op te trekken. Winkeliers hebben spontaan beloofd dat zij hun étalages leeg zul len halen, opdat niemand, die de film straks zal zien zal denken dat Maas tricht in 1944 baadde In weelde. En een groenteboer heeft zelfs aangebo den dat hij tijdens de opname, geheel in tegenstelling tot de waarheid, een bord voor zijn winkeldeur zal hangen met het opschrift: „Hede geen rooie kool". Overigens mag u bij het vernemen van dit alles niet denken, dat het gaat om een verfilming van de bevrij ding van Maastricht. Zij dankt haar uitverkiezing alleen maar hieraan, dat zij zo'n pittoreske stad is. En dat geldt precies zo voor Delft. Met Sittard ligt het wéér anders. Daar wordt slechts gefilmd, omdat meh er een hotel heeft gevonden met zo'n geschikt balcon. Daarop zal, zoals u weet, de heer Clark Gable gaan staan, om als Neder landse verzetsman te worden gehuldigd en toegejuicht. Het schijnt trouwens toch nog vrjj moeilijk te zijn om een passende omgeving voor do diverse scenes te vinden. Toen wij dezer dagen grijpen uit de volgende beroemd ge worden proef van Smith. Spuit men bij een Cavia, dat is een Guinees Biggetje, heel kleine hoeveel heden vreemd eiwit in, dan wordt het beestje daar in het geheel niet ziek van. Wacht men daarna een dag of veertien en spuit men dan opnieuw, nu voor de tweede maal een kleine hoeveelheid van dat vreemd eiwit in, dan gaat het dier onder zware ziek teverschijnselen ten gronde. Men kan zich nu voorstellen, dat er na de eer ste injectie antistoffen tegen dat vreemde eiwit gevormd zijn, met an dere woorden gezegd, dat het beestje gesensibiliseerd, gevoelig gemaakt is voor dat vreemd eiwit. Opnieuw in spuiten van diezelfde stof wekt dan shocksymptomen op. Het mechanisme van de allergie bij de mens is precies hetzelfde als bij onze cavia. Ook bij de mens doet een gevoeligmaking, een sensibilisering, een allergisering voorafgaan. Het eerste contact met de stof, die de al lergie veroorzaakt, met 't „allergeen" dus, kan heel onopvallend verlopen, omdat dikwijls reeds heel kleine hoe veelheden van een allergeen voldoen de zijn om iemand overgevoelig te maken. Omgekeerd zijn er ook maar heel kleine hoeveelheden van een stof nodig, om bij iemand, die er over gevoelig voor is, allergische verschijn selen op te wekken. Werkelijk alle mogelijke stoffen kunnen als allergeen optre den. Het zou onbegonnen werk zijn om ze alle te willen opnoe men. Men kan echter een soort groeps indeling maken in: Stoffen waar we allergisch op kunnen reageren en die we inademen, zoals stuifmeel van granen en grasjes, stof kortom in de (Van onze medische medewerker) Als in de vroege zomer de gras jes gaan bloeien, verschijnen de eerste patiënten met hooi koorts op het spreekuur. Ze gaan weer naar huis met de wetenschap, dat zij allergisch, anders dan de an deren reageren op het stuifmeel van al die bloeiende grasjes. Als de eer ste aardbeien geveild zijn, komen de kinderen en trouwens ook de vol wassenen, die een allergie vertonen ten opzichte van aardbeien, die er met andere woorden overgevoelig voor zijn, de wachtkamers vullen. Als de pruimen rijp zijn, komen de jonge moeders, die pruimen gegeten hebben en die hun baby zelf voeden, verschrikt, hoopjes ellende laten zien, die onder het uitslag zitten; babies, die allergisch reageren op stoffen uit pruimen, die in de moedermelk wa ren overgegaan. En zo voort. Men kan allergisch reageren op fruit, huisstof, geneesmiddelen, verf, rubber van jar retelle-elastiek, insectenbeten en bac teriën. Wat ls dan toch die allergie? Let terlijk vertaald niets anders, dan „an ders reageren". In 1906 heeft V. Pir- quet het eerst over allergie gespro ken. Het mechanisme van dat anders reageren is misschien het beste te be- van het veroorzakende allergeen, wat niet altijd eenvoudig is. Geen aard beien meer eten, dat gaat nog, maar stuifmeel stuift, graag of niet. Daar om heeft men die patiënten ongevoe lig trachten te maken voor stuifmeel, door ze te behandelen met stijgende doses van 't veroorzakende allergeen. Toegepast bij hooikoortslijders werpt deze methode zeer gunstige resulta ten af. De ontdekking der antihista- minica luidde een nieuw tijdperk in de antiallergische therapie in. Zoals de naam al doet vermoeden, zijn antihistaminica, stoffen, die het histamine, dat immers verantwoor delijk is voor alle narigheid, onwerk zaam maken, en wel op een zeer eigenaardige manier. Het histamine- molecuul grijpt de cel op een bepaal de plaats aan en kan dat ook alleen daar doen. Het antihistamine nu bezet die plaats. Voor het histamine is er dan geen plaats meer en dat betekent, geen einde. Het laat zich slechts (en dan nog schijnbaar) voor de duur van een vers, in elk vers opnieuw, overwin nen; in feite blijft men weemoedig staan in het grensgebied, tussen twee werel den, en men weet van geen kiezen. Dit is de atmosfeer van het grijze en wijze dichterschap van Keuls. Levenswijs, stervenswijs. Jacques Bloem heeft de erkenning van verlangens ontoereikendheid het motto meegegeven: de Nederlaag. Hij koos voor de eeuwig stervende aarde. Met enige geforceerdheid zou men kunnen zeggen, dat Keuls heeft geko zen voor de Overwinning, voor de on aardse regionen, waar hU een ander is dan die hü scheen toen hy „liefde en dorst moest lUden." Belden hebben zy zich met hun keuze verzoend, d.w.z. in laatste heeft hun keuze nooit tets met vrywillig kiezen te maken gehad. Zy zün gewoon die zij altyd waren: dich- Met de herfst is het seizoen der dichters weer aangebroken. Niet alleen in dier voege, dat zij heden weer de eeuwige romantici zijn, aangedaan door de weemoedige schoonhefid van het stervend jaar. Ook voor ons, lezers en lezeressen, wordt het nu weer de tijd, die rijp is voor een vers. De dichters, of juister gezegd hun uitgevers, hebben van de zomer niet stil gezeten. De oogst aan bundels en bundeltjes is zó groot, dat wij hem in één weekend onmogelijk kunnen binnenhalen. Daarom zal enige Zaterdagen achtereen deze kroniek in het teken staan van de poëzie. De vraag is, waarmee we zullen be ginnen. Meteen maar met een experi menteel gedicht (alsof niet elk gedicht in wezen een proef is: het resultaat van „een vermetelheid en een genade", zei Gerard Bruning), of met iets waarvan wij by voorbaat weten dat het uitgewo gen is: een gedicht van H. W. J. M. Keuls, wiens zeventigste verjaardag op 19 Mei van dit haast voorbije jaar on opgemerkt bleef? Keuls is een van die vergeestelijkte en toch zeer aardse mijmeraars uit „de school van 1910." Jacques Bloem is een tijdgenoot en geestverwant van hem. Deze dichters zijn door de lange (kor te?) jaren heen opvallend zichzelf ge bleven. Ook in Keuls' ouderdomsbundel moet men niet naar het geluid van de generatie 1950 zoeken! Regionen"*) heet die bundel. Regionen van Jicht tot de verste duizelingen"; herfstig, transpa rant, bijna breekbaar „licht"; trefwoord dat ons in schier elk gedicht van deze bundel iets te zeggen heeft. Licht is hier namelijk het hemelse beginsel, het welk ons de aarde zichtbaar doet lief hebben. Het staat, voor wie goed weet te zien, om alle dingen heen en het is in alle dingen, zelfs in de nacht. Er kan op dit klassieke thema een eindeloos aantal variaties van zinnebeeldige te genstellingen, die in elkaar opgaan, wor den gespeeld. Het is een kwestie van kunnen musiceren, zoals Keuls in het titelgedicht, waarmee de bundel opent: REGIONEN Nacht is stiller dan gy wist, O verlatene der dromen; Wie dit zwijgen heeft gemist Vindt hier nimmer onderkomen. Wijl uw lichaam werd gekust, In omhelzingen besloten, Zijt gij heimlljk, onbewust Uit de hemelen verstoten. En gij ziet geen wegen meer. Alle teek'nen zijn verdwenen Slechts een uitgeput weleer Weeft zijn schemer om u henen. Wank'lend tussen lust en pijn, Zinkend en weer opgerezen, Onderworpen aan den schijn, Van ontroering niet genezen. Zoekt gij een verloren land. Waar onsterflijke beminden Spelend langs de bloesemrand Van de dood elkander vinden. Nacht is stiller dan gij wist, Tegen 't grenzeloze waken Hult gij u In eigen mist. En ik kan u niet genaken; Want het licht is mijn gebied Tot de verste duizelingen. En mijn hart verdraagt het niet In het duister door te dringen. Eenmaal was ik u nabij Alle hartsgeheimen wetend, Thans doolt gij beneden mij Hulploos aan de stof geketend. En ik kan niet als voorheen Met mijn lippen u bevrijden, Want ik ben niet die ik scheen, Toen Ik liefde en dorst moest lfjden. Dag en nacht zijn één van wil, O verlatene der dromen: Waar ik adem wordt het stil En kunt gij niet komen. terg van het leven een droom, een droom het leven. Het onderscheid tus sen hen ls niet meer dan een nuance verschil. Aards en hemels gebied raken elkaar, en op die raakiyn, weemoedig tot in hun grond, staan zy en hebben de Schoonheid lief. In deze trant kan men over de jonge dichters, die volgende maal aan de beurt zyn, niet spreken. Een man als Keuls (haast stond hier: een aestheet als Keuls) behoort tot de laatsten der Mo hikanen, die nog in de Schoonheid als in iets ongerepts en onaantastbaars ge loven. Deze raad geeft hij mee „aan een dichter": En heb de schoonheid immer lief Als een'ge vastheid u gebleven; God heeft haar dienst u voorgeschre- Toen Hy u in zijn adem hief (ven. Iedere jonge dichter zal deze raad gaarne ter harte nemen, maar zijn po sitie is nu eenmaal ènders, en ook die „een'ge vastheid" is op drift geraakt in de maalstroom van de tijd, gelijk men wellicht zal weten en anders volgende week wel zal zien. NICO VERHOEVEN De dichter H. W. J. M. Keuls. heid dan werkelijke smart. „Nee!" En toen beging zij een fout. Misschien was het geen ernstige fout geweest als alleen Portman het gehoord had. Maar er waren andere oren die meeluisterden. „Ik zal nooit iemands vlucht delen", zei ze. Portman kwam bruusk overeind en staarde haar aan. Zijn blik was zo on heilspellend dat zij er van schrok. Toen werd er op de openstaande deur ge klopt. „Ik stoor toch niet?" sprak een zal vende stem achter Sherry. Zij keerde zich snel om en zag een magere man met een vossegezicht in de deuropening staan. „Ik heb enkele zaken met mijnheer Portman te bespreken", zei hij. „Jullie schenen een privé-gesprek te voeren. Over reisjes naar Europa". Bij het woord „Europa" vestigden zijn gluur- oogjes zich op Portman. „Daarom ben ik maar zo vrij geweest tussenbeiden te komen". „Zeker", zei Portman haastig. „Mijn heer Mixis, geloof ik?" „Dezelfde als gisteren en eergisteren", zei Mixis. „Hebt u een paar minuten voor me?" „Natuurlijk, natuurlijk", zei Portman. „Juffrouw Madigan, u excuseert mij wel?" „O, met plezier", zei Sherry. Zij stond op en liep met afgewende blik langs mijnheer Mixis heen. Maar ze voelde zijn blik zich tussen haar schou derbladen boren. Mijnheer Mixis zei op scherpe toon iets tegen mijnheer Port man, en deed de deur met een klap dicht. Sherry liep naar de lift. „Juffrouw Madigan", zei ze bij zich zelf, „je hebt me daar een ongelegen ogenblik uitgezocht om je mondje open te doen". (Wordt vervolgd). besluiten dat het beter is niet terug te keren, dan kan ik telegrafisch ontslag nemen. Dat gaat niemand iets aan, be halve jou en mij." „En als je je ontslag nam en je had geen andere betrekking?" vroqfe Sher ry. „Wat dan? Waar blijven dan al mijn mooie dingen? Zonder geld doe je niet veel." „Ik heb op alles gerekend," zei hij. „Ik heb voor de toekomst gezorgd en mijn spaargeld goed belegd. En ik kan er te allen tijde over beschikken." „Maar hoe kan dat dan?" vroeg zy. Hij glimlachte ydel. „Als ik iets doe, dan doe ik het goed," zei hij. „En daar om heb ik myn geld in reischèques omgezet." „O!" riep zei uit. „Wat akelig slim. Voor als je moet vluchten." Ze trok een bedenkelijk gezicht. „Maar niet ge noeg," zei ze. „Van een inkoperssalaris kun je niet genoeg overleggen om in Europa te gaan passagieren, en boven dien nog een eigen zaak op te zetten." Hy keek haar met een koude blik aan. „Ik verzeker je dat ik over vol doende middelen beschik," zei hy. Zijn woorden wierpen een vraag op, waarop zy het antwoord moest vinden voor zy hem tot zwygen bracht. Hy had geen geld op de bank gezet. Een bankrekening was te controleren. Hy had geen effecten gekocht, want effec ten moesten via een officiële beurs verhandeld worden. Hij had zich reis chèques verschaft, en by Sherry's we ten bestond er geen enkele manier om zulke aankopen te achterhalen. Boven dien boden reischèques het voordeel dat ze overal ter wereld en te allen tijde verzilverd konden worden. Dit wees dus op een bepaalde voorzorg van Portmans zijde. Zij wist ook ongeveer wat een inkoper by „Prothero" ver diende. Al had hy iedere cent van zijn salaris qpzy gelegd, dan kon het ge spaarde nog geen kapitale som verte genwoordigen. Als hy waarheid ge sproken had, dan moest hem dus uit andere bronnen geld toegevloeid zijn. En zyn beleggingsmethode deed ver moeden dat hy zyn extra inkomsten niet aan de openbaarheid wenste prijs te geven. „Sherry," zei hy, „er is tussen ons al te veel over zaken en financiële kwes ties gesproken, en nog geen woord over liefde." Zyn ogen gloeiden. Sherry voelde zich niet op haar gemak, want 't scheen Portman menens te zijn, al was zijn liefde dan ook Iets anders dan Sherry onder dat woord verstond. Zijn zelfbeheersing faalde, en hy was ten prooi aan een heftige emotie. „Ik kan zonder jou niet leven, Sherry." Nu mocht zy hem niet laten uit spreken. Sherry schepte geen behagen in wreedheid, maar dit zonderlinge, melodramatische aanzoek stuitte haar tegen de borst. Ze diende hem eens en vooral duidelijk te maken dat hy niet de minste kans had. Doch voor zij de geschikte woorden kon vinden, sprak hy opnieuw. „Ga met mij mee weg, Sherry," zei hy. „Je moet. Het is nodig." Dus dat was het. Hij had het niet voor zich kunnen houden. „Mijnheer Portman," zei Sherry op nadrukkelijke toon, „ik ga niet met u naar Europa. Ik trouw niet met u." Hy staarde haar ontzet aan. „Zeg dat niet. Het kan niet waar zijn". „Het is zó waar", verklaarde zij ern stig, „dat ik nog niet met u zou trouwen als wij de twee enige mensen op aarde waren". „Nee", zei hij. Uit zijn toon spraken meer verbluftheid en gekwetste ijdel- Als je wilt, kunnen we ons voorgoed in Engeland, of België, of Frankrijk vestigen." „Ik denk alleen aan myn toekomst, onze toekomst. Een man met myn er varing heeft goede kansen in het bui tenland." „En het is veiliger," zei ze. Ze kon zich voorstellen dat hy met zyn aan zoek een bepaald doel op het oog had. Misschien wilde hy haar trouwen, mee het land uit nemen, zodat zy niet ge vaarlijk kon worden. Zoiets zou haar niet verbazen. „Wil je de plaat poetsen?" vroeg zy. „Van veiligheid is geen sprake," zei hy kalm. „Ik geef toe dat de situati» op het ogenblik verre van helder en aangenaam is. Maar ik sta boven alle verdenking. Ik vraag my alleen af, of het ogenblik niet is aangebroken om mijn eigen weg te zoeken. De mo gelijkheden bij „Prothere" zijn niet on beperkt, Sherry. Op een gegeven ogen blik moet men zich tevreden stellen Het was niet alleen omdat de korte met wat men bereikt heeft, of men regels van „Regionen" zo onge- moet voor zichzelf beginnen." dwongen binnen deze krantenko- Dat was logisch, vond Sherry. Alleen lom blijven, dat wij dit gedicht kozen, geloofde zij het van hem niet. Het was ook, omdat byna alles wat over „Het zou net zyn alsof je wegliep," dit min of meer miskende, althans te zei ze. weinig gekende dichterschap te vertel- Hij haalde zyn schouders op. „En wat len valt, er in ligt uitgesproken, in hel- dan nog? Nee, als ik in Europa mocht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 7