MAASTRICHT op zijn
Vijftien gulden per dag voor
een haveloze figurant
80 MILLIOEN VOOR DE
HUISRAADSCHADE
65.000 getroffen gezinnen
worden geholpen
Anders dan
de anderen
Regisseur Reinhard
zoekt een boerderij
Swift nog sneller
dan Hawker-
Hunter?
'gie55 is een vorm van anders reageren dan
normaal Voor hooikoorts e.d is een
betere geneeswijze gevonden
LITERAIRE KRONIEK
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953
PAGINA 7
door
A. Budington Kelland
cieel ontvangen. En de heer Clark Gable
had toen meteen gelegenheid zijn „fan
mail", die er de afgelopen dagen uit
alle delen des lands was samenge
stroomd, te inspecteren.
En Maandag beginnen dan de opna
men op de Markt, waaraan 100 Engelse
en 20 Nederlandse technici te pas zullen
komen. Dat wil zeggen wanneer het
mooi weer is tenminste. Want de zon,
zo heeft men ons verteld, is een onmis
baar attribuut bij het in elkaar steken
van deze opnamen. Ten eerste omdat het
een kleurenfilm zal worden en ten twee
de omdat de onderhavige bevrijdings
scène bepaaldelijk door zonlicht over
goten dient te worden. Of de heer Rhein-
hard in dit verband ook De Bilt heeft
ingeschakeld, is ons niet bekend.
En Maastricht amuseert zich inmid
dels best, want de hele affaire riekt ten
slotte een beetje naar het Carnaval. Een
confectie-magazijn heeft dat heel fijn
aangevoeld. Het richtte een etalage in
met talrijke wel geklede poppen, die
door een zeer bedrijvige camera-man
(compleet mèt ruiten pet) onder de lens
worden genomen. Maar het veelzeggende
bijschrift luidt: „Nee, voor figurant is u
te goed gekleed".
(Van onze speciale verslaggever)
ft istermorgen stond er om acht uur reeds een aardige file van wij
f armoedig geklede personen aan de ingang van de voormalige Domini-
vZ canerkerk in Maastricht. Zij kwamen zich aanbieden voor de functie
van figurant in de film „The True and the Brave", waarvan, zoals u weet, een
gedeelte in de Limburgse hoofdstad opgenomen gaat worden. Die vrij uitge
breide belangstelling viel wel te verklaren, want de Metro Goldwyn Mayer
had te kennen gegeven, dat zij vijftien gulden per dag zal uitbetalen voor
iedere haveloze figurant(e), die zijn (haar) medewerking verleent. En dat is
dan toch altijd nog voor menigeen een aardige bijverdienste. U heeft al
gelezen, dat de allereerste voorwaarde om tot het walhalla der film-figuratie
toegelaten te worden deze was, dat men er zo shabby mogelijk uit zou zien.
Want het gaat, zoals u weet, om een rolprent, die speelt in de dagen van de
bevrijding. En in die tijd zagen alleen zwarthandelaars er nog enigszins
toonbaar uit. Welnu, de sollicitanten, d'le bij de Dominicanerkerk hadden
postgevat, hadden kennelijk hun oudste costuum aangetrokken. Al kregen
wij de indruk, dat het, voor wat sommigen van hen betreft, tevens hun
beste was. Nou ja, vijftien piek per dag.
Het Nationaal Rampenfonds heeft tot nu toe in totaal 123 millioen gulden
ontvangen. Daarvan zal ongeveer 80 millioen nodig zijn voor de huisraad-
schade. De eerste hulp door het fonds verstrekt heeft ongeveer 10 millioen
bedragen. Voor pensioenen aan weduwen, wezen enz. wordt een bedrag
uitgetrokken van 13 millioen. Ongeveer 13 millioen wordt voor vergoeding
van immateriële schade gereserveerd, terwijl voorts nog 5 millioen zal wor
den besteed voor schade, door kerken, verpleeginrichtingen, enz. geleden.
Het Roode Kruis heeft van zijn zusterorganisaties in het buitenland 65 mil
lioen ontvangen. Van andere zijde is uit het buitenland 24 millioen over
gemaakt.
Met de uitkering van de vergoeding
voor immateriële schade door de kerken
geleden, is reeds begonnen. Gerekend
wordt naar de derving van collecten en
andere schade, welke de kerken heb
ben geleden.
Aldus blijkt uit het vijfde verslag van
de commissie voor de watersnood.
Hierin zijn o.m. de mededelingen opge
nomen die zij heeft verkregen van het
bestuur van het Nationaal Rampen
fonds.
Het Rampenfonds heeft tot nu toe
ongeveer 65.000 gevallen van huisraad-
schade. De indruk, welke het bestuur
van zijn bezoeken en van de besprekin
gen met de burgemeesters van de ge
troffen gemeenten heeft, is, dat ten aan
zien van het huisraad de meesten der
getroffenen, met name zij, die een be
scheiden inboedel bezaten, er reeds
aanstonds beter uitkomen dan zij voor
de ramp waren, terwijl ook zij, die in
het bezit waren van een kostbare in
boedel, in sta at zullen zijn hun woon-
milieu te herstellen.
Er zullen waarschijnlijk in totaal niet
meer dan 5.000 gevallen van immate
riële schade zijn. Men meent dat 15 mil
lioen hiervoor voldoende zal zijn.
Victor May, de 35-jarige Russische oud-militaire arts, die vorig jaar naar het
Westen vluchtte, heeft de band met zijn vaderland nog niet verbroken. Integen
deel. Dezer dagen trad hij in het huwelijk met Maria Litwinoff, de 23-jarige
dochter van een Wit-Rus. De plechtigheid werd voltrokken 'in de Orthodoxe
kerk van Miinchen.
in Maastricht waren en belangstellend
informeerden naar de eventuele aan
wezigheid van de regisseur, de heer
Rheinhard, kregen wij ten antwoord:
„Mijnheer Rheinhard? Nee, die is er
niet. Die zwerft door het land. Hij is
op zoek naar een boerderij".
Inmiddels echter is het uitgebreide
filmgezelschap in de stad gearriveerd.
Het werd vandaag op het stadhuis offi-
Talrijke Limburgers hadden er
wel oren naar in een film te mo
gen spelen. Ze trokken hun beste
pakje aan, om voor figurant te
gaan solliciteren, zulks ondanks
het feit, dat de filmheren om
„gekke" uitmonsteringen hadden
gevraagd.
Hoe dat zij, driehonderd van hen zul
len dan met hun „stille spel" aan de op
stapel staande film mogen meewerken.
Nu blijft het daar niet bij, want regis
seur Reinhard en de andere filmers
hopen wel degelijk dat, wanneer Maan
dag de buitenopnamen cp de Markt be
ginnen, toevallig ter plaatse aanwezige
Maastrichtenaren mee zullen doen. Zij
krijgen daarvoor echter niet betaald.
Nu bestaat er, als wij ons nfet vergis
sen. in de Limburgse hoofdstad gulle be
reidheid genoeg om de zaak te doen sla
gen. Maastricht, een paar dagen op zijn
Hollywoods, men voelt er echt wel wat
voor dat idee. Vele gemeente-instanties
hebben hun onmisbare steun toegezegd.
De politie zal er zijn om er voor te zor
gen dat niemand aan de filmerij op de
Markt enige hinder in de weg zal
leggen en de brandweer zal ter plaatse
aanwezig zijn, niet alleen om eventueel
optredende branden in de kiem te smo
ren, maar ook ofh de straat nat te spui
ten als dat in verband met de opnamen
noodzakelijk zou blijken te zijn. En de
commandant van de plaatselijke kazer
ne heeft de taak op zich genomen alles
te regelen met de vierhonderd man van
de Nat. Reserve en met de tanks uit
Eindhoven, die eveneens bij het verwe
zenlijken van het scenario zijn ingescha
keld.
Maar het blijft niet bij die officiële
behulpzaamheid alleen. De op de
Markt wonende Maastrichtenaren ho
pen een zo goed en vooral zo echt
mogelijk décor voor de film op te
trekken. Winkeliers hebben spontaan
beloofd dat zij hun étalages leeg zul
len halen, opdat niemand, die de film
straks zal zien zal denken dat Maas
tricht in 1944 baadde In weelde. En
een groenteboer heeft zelfs aangebo
den dat hij tijdens de opname, geheel
in tegenstelling tot de waarheid, een
bord voor zijn winkeldeur zal hangen
met het opschrift: „Hede geen rooie
kool".
Overigens mag u bij het vernemen
van dit alles niet denken, dat het
gaat om een verfilming van de bevrij
ding van Maastricht. Zij dankt haar
uitverkiezing alleen maar hieraan, dat
zij zo'n pittoreske stad is. En dat geldt
precies zo voor Delft. Met Sittard ligt
het wéér anders. Daar wordt slechts
gefilmd, omdat meh er een hotel heeft
gevonden met zo'n geschikt balcon.
Daarop zal, zoals u weet, de heer
Clark Gable gaan staan, om als Neder
landse verzetsman te worden gehuldigd
en toegejuicht. Het schijnt trouwens
toch nog vrjj moeilijk te zijn om een
passende omgeving voor do diverse
scenes te vinden. Toen wij dezer dagen
grijpen uit de volgende beroemd ge
worden proef van Smith.
Spuit men bij een Cavia, dat is een
Guinees Biggetje, heel kleine hoeveel
heden vreemd eiwit in, dan wordt
het beestje daar in het geheel niet
ziek van. Wacht men daarna een dag
of veertien en spuit men dan opnieuw,
nu voor de tweede maal een kleine
hoeveelheid van dat vreemd eiwit in,
dan gaat het dier onder zware ziek
teverschijnselen ten gronde. Men kan
zich nu voorstellen, dat er na de eer
ste injectie antistoffen tegen dat
vreemde eiwit gevormd zijn, met an
dere woorden gezegd, dat het beestje
gesensibiliseerd, gevoelig gemaakt is
voor dat vreemd eiwit. Opnieuw in
spuiten van diezelfde stof wekt dan
shocksymptomen op.
Het mechanisme van de allergie bij
de mens is precies hetzelfde als bij
onze cavia. Ook bij de mens doet een
gevoeligmaking, een sensibilisering,
een allergisering voorafgaan. Het
eerste contact met de stof, die de al
lergie veroorzaakt, met 't „allergeen"
dus, kan heel onopvallend verlopen,
omdat dikwijls reeds heel kleine hoe
veelheden van een allergeen voldoen
de zijn om iemand overgevoelig te
maken. Omgekeerd zijn er ook maar
heel kleine hoeveelheden van een
stof nodig, om bij iemand, die er over
gevoelig voor is, allergische verschijn
selen op te wekken.
Werkelijk alle mogelijke stoffen
kunnen als allergeen optre
den. Het zou onbegonnen
werk zijn om ze alle te willen opnoe
men. Men kan echter een soort groeps
indeling maken in: Stoffen waar we
allergisch op kunnen reageren en die
we inademen, zoals stuifmeel van
granen en grasjes, stof kortom in de
(Van onze medische medewerker)
Als in de vroege zomer de gras
jes gaan bloeien, verschijnen de
eerste patiënten met hooi
koorts op het spreekuur. Ze gaan
weer naar huis met de wetenschap,
dat zij allergisch, anders dan de an
deren reageren op het stuifmeel van
al die bloeiende grasjes. Als de eer
ste aardbeien geveild zijn, komen de
kinderen en trouwens ook de vol
wassenen, die een allergie vertonen
ten opzichte van aardbeien, die er
met andere woorden overgevoelig
voor zijn, de wachtkamers vullen.
Als de pruimen rijp zijn, komen de
jonge moeders, die pruimen gegeten
hebben en die hun baby zelf voeden,
verschrikt, hoopjes ellende laten zien,
die onder het uitslag zitten; babies,
die allergisch reageren op stoffen uit
pruimen, die in de moedermelk wa
ren overgegaan. En zo voort. Men kan
allergisch reageren op fruit, huisstof,
geneesmiddelen, verf, rubber van jar
retelle-elastiek, insectenbeten en bac
teriën.
Wat ls dan toch die allergie? Let
terlijk vertaald niets anders, dan „an
ders reageren". In 1906 heeft V. Pir-
quet het eerst over allergie gespro
ken. Het mechanisme van dat anders
reageren is misschien het beste te be-
van het veroorzakende allergeen, wat
niet altijd eenvoudig is. Geen aard
beien meer eten, dat gaat nog, maar
stuifmeel stuift, graag of niet. Daar
om heeft men die patiënten ongevoe
lig trachten te maken voor stuifmeel,
door ze te behandelen met stijgende
doses van 't veroorzakende allergeen.
Toegepast bij hooikoortslijders werpt
deze methode zeer gunstige resulta
ten af. De ontdekking der antihista-
minica luidde een nieuw tijdperk in
de antiallergische therapie in.
Zoals de naam al doet vermoeden,
zijn antihistaminica, stoffen, die het
histamine, dat immers verantwoor
delijk is voor alle narigheid, onwerk
zaam maken, en wel op een zeer
eigenaardige manier. Het histamine-
molecuul grijpt de cel op een bepaal
de plaats aan en kan dat ook alleen
daar doen. Het antihistamine nu bezet
die plaats. Voor het histamine is er
dan geen plaats meer en dat betekent,
geen einde. Het laat zich slechts (en
dan nog schijnbaar) voor de duur van
een vers, in elk vers opnieuw, overwin
nen; in feite blijft men weemoedig staan
in het grensgebied, tussen twee werel
den, en men weet van geen kiezen. Dit
is de atmosfeer van het grijze en wijze
dichterschap van Keuls. Levenswijs,
stervenswijs.
Jacques Bloem heeft de erkenning van
verlangens ontoereikendheid het motto
meegegeven: de Nederlaag. Hij koos voor
de eeuwig stervende aarde.
Met enige geforceerdheid zou men
kunnen zeggen, dat Keuls heeft geko
zen voor de Overwinning, voor de on
aardse regionen, waar hU een ander is
dan die hü scheen toen hy „liefde en
dorst moest lUden." Belden hebben zy
zich met hun keuze verzoend, d.w.z. in
laatste heeft hun keuze nooit tets met
vrywillig kiezen te maken gehad. Zy
zün gewoon die zij altyd waren: dich-
Met de herfst is het seizoen der dichters weer aangebroken. Niet alleen
in dier voege, dat zij heden weer de eeuwige romantici zijn, aangedaan
door de weemoedige schoonhefid van het stervend jaar. Ook voor ons,
lezers en lezeressen, wordt het nu weer de tijd, die rijp is voor een vers. De
dichters, of juister gezegd hun uitgevers, hebben van de zomer niet stil gezeten.
De oogst aan bundels en bundeltjes is zó groot, dat wij hem in één weekend
onmogelijk kunnen binnenhalen. Daarom zal enige Zaterdagen achtereen deze
kroniek in het teken staan van de poëzie.
De vraag is, waarmee we zullen be
ginnen. Meteen maar met een experi
menteel gedicht (alsof niet elk gedicht
in wezen een proef is: het resultaat van
„een vermetelheid en een genade", zei
Gerard Bruning), of met iets waarvan
wij by voorbaat weten dat het uitgewo
gen is: een gedicht van H. W. J. M.
Keuls, wiens zeventigste verjaardag op
19 Mei van dit haast voorbije jaar on
opgemerkt bleef?
Keuls is een van die vergeestelijkte en
toch zeer aardse mijmeraars uit „de
school van 1910." Jacques Bloem is een
tijdgenoot en geestverwant van hem.
Deze dichters zijn door de lange (kor
te?) jaren heen opvallend zichzelf ge
bleven. Ook in Keuls' ouderdomsbundel
moet men niet naar het geluid van de
generatie 1950 zoeken! Regionen"*) heet
die bundel. Regionen van Jicht tot de
verste duizelingen"; herfstig, transpa
rant, bijna breekbaar „licht"; trefwoord
dat ons in schier elk gedicht van deze
bundel iets te zeggen heeft. Licht is
hier namelijk het hemelse beginsel, het
welk ons de aarde zichtbaar doet lief
hebben. Het staat, voor wie goed weet
te zien, om alle dingen heen en het is in
alle dingen, zelfs in de nacht. Er kan
op dit klassieke thema een eindeloos
aantal variaties van zinnebeeldige te
genstellingen, die in elkaar opgaan, wor
den gespeeld. Het is een kwestie van
kunnen musiceren, zoals Keuls in het
titelgedicht, waarmee de bundel opent:
REGIONEN
Nacht is stiller dan gy wist,
O verlatene der dromen;
Wie dit zwijgen heeft gemist
Vindt hier nimmer onderkomen.
Wijl uw lichaam werd gekust,
In omhelzingen besloten,
Zijt gij heimlljk, onbewust
Uit de hemelen verstoten.
En gij ziet geen wegen meer.
Alle teek'nen zijn verdwenen
Slechts een uitgeput weleer
Weeft zijn schemer om u henen.
Wank'lend tussen lust en pijn,
Zinkend en weer opgerezen,
Onderworpen aan den schijn,
Van ontroering niet genezen.
Zoekt gij een verloren land.
Waar onsterflijke beminden
Spelend langs de bloesemrand
Van de dood elkander vinden.
Nacht is stiller dan gij wist,
Tegen 't grenzeloze waken
Hult gij u In eigen mist.
En ik kan u niet genaken;
Want het licht is mijn gebied
Tot de verste duizelingen.
En mijn hart verdraagt het niet
In het duister door te dringen.
Eenmaal was ik u nabij
Alle hartsgeheimen wetend,
Thans doolt gij beneden mij
Hulploos aan de stof geketend.
En ik kan niet als voorheen
Met mijn lippen u bevrijden,
Want ik ben niet die ik scheen,
Toen Ik liefde en dorst moest lfjden.
Dag en nacht zijn één van wil,
O verlatene der dromen:
Waar ik adem wordt het stil
En kunt gij niet komen.
terg van het leven een droom, een
droom het leven. Het onderscheid tus
sen hen ls niet meer dan een nuance
verschil. Aards en hemels gebied raken
elkaar, en op die raakiyn, weemoedig
tot in hun grond, staan zy en hebben
de Schoonheid lief.
In deze trant kan men over de jonge
dichters, die volgende maal aan de
beurt zyn, niet spreken. Een man als
Keuls (haast stond hier: een aestheet als
Keuls) behoort tot de laatsten der Mo
hikanen, die nog in de Schoonheid als
in iets ongerepts en onaantastbaars ge
loven. Deze raad geeft hij mee „aan een
dichter":
En heb de schoonheid immer lief
Als een'ge vastheid u gebleven;
God heeft haar dienst u voorgeschre-
Toen Hy u in zijn adem hief (ven.
Iedere jonge dichter zal deze raad
gaarne ter harte nemen, maar zijn po
sitie is nu eenmaal ènders, en ook die
„een'ge vastheid" is op drift geraakt in
de maalstroom van de tijd, gelijk men
wellicht zal weten en anders volgende
week wel zal zien.
NICO VERHOEVEN
De dichter H. W. J. M. Keuls.
heid dan werkelijke smart. „Nee!"
En toen beging zij een fout. Misschien
was het geen ernstige fout geweest als
alleen Portman het gehoord had. Maar
er waren andere oren die meeluisterden.
„Ik zal nooit iemands vlucht delen", zei
ze.
Portman kwam bruusk overeind en
staarde haar aan. Zijn blik was zo on
heilspellend dat zij er van schrok. Toen
werd er op de openstaande deur ge
klopt.
„Ik stoor toch niet?" sprak een zal
vende stem achter Sherry. Zij keerde
zich snel om en zag een magere man
met een vossegezicht in de deuropening
staan.
„Ik heb enkele zaken met mijnheer
Portman te bespreken", zei hij. „Jullie
schenen een privé-gesprek te voeren.
Over reisjes naar Europa". Bij het
woord „Europa" vestigden zijn gluur-
oogjes zich op Portman. „Daarom ben
ik maar zo vrij geweest tussenbeiden te
komen".
„Zeker", zei Portman haastig. „Mijn
heer Mixis, geloof ik?"
„Dezelfde als gisteren en eergisteren",
zei Mixis. „Hebt u een paar minuten
voor me?"
„Natuurlijk, natuurlijk", zei Portman.
„Juffrouw Madigan, u excuseert mij
wel?"
„O, met plezier", zei Sherry.
Zij stond op en liep met afgewende
blik langs mijnheer Mixis heen. Maar ze
voelde zijn blik zich tussen haar schou
derbladen boren. Mijnheer Mixis zei op
scherpe toon iets tegen mijnheer Port
man, en deed de deur met een klap
dicht.
Sherry liep naar de lift.
„Juffrouw Madigan", zei ze bij zich
zelf, „je hebt me daar een ongelegen
ogenblik uitgezocht om je mondje open
te doen". (Wordt vervolgd).
besluiten dat het beter is niet terug te
keren, dan kan ik telegrafisch ontslag
nemen. Dat gaat niemand iets aan, be
halve jou en mij."
„En als je je ontslag nam en je had
geen andere betrekking?" vroqfe Sher
ry. „Wat dan? Waar blijven dan al mijn
mooie dingen? Zonder geld doe je niet
veel."
„Ik heb op alles gerekend," zei hij.
„Ik heb voor de toekomst gezorgd en
mijn spaargeld goed belegd. En ik kan
er te allen tijde over beschikken."
„Maar hoe kan dat dan?" vroeg zy.
Hij glimlachte ydel. „Als ik iets doe,
dan doe ik het goed," zei hij. „En daar
om heb ik myn geld in reischèques
omgezet."
„O!" riep zei uit. „Wat akelig slim.
Voor als je moet vluchten." Ze trok
een bedenkelijk gezicht. „Maar niet ge
noeg," zei ze. „Van een inkoperssalaris
kun je niet genoeg overleggen om in
Europa te gaan passagieren, en boven
dien nog een eigen zaak op te zetten."
Hy keek haar met een koude blik
aan. „Ik verzeker je dat ik over vol
doende middelen beschik," zei hy.
Zijn woorden wierpen een vraag op,
waarop zy het antwoord moest vinden
voor zy hem tot zwygen bracht. Hy
had geen geld op de bank gezet. Een
bankrekening was te controleren. Hy
had geen effecten gekocht, want effec
ten moesten via een officiële beurs
verhandeld worden. Hij had zich reis
chèques verschaft, en by Sherry's we
ten bestond er geen enkele manier om
zulke aankopen te achterhalen. Boven
dien boden reischèques het voordeel
dat ze overal ter wereld en te allen
tijde verzilverd konden worden. Dit
wees dus op een bepaalde voorzorg van
Portmans zijde. Zij wist ook ongeveer
wat een inkoper by „Prothero" ver
diende. Al had hy iedere cent van zijn
salaris qpzy gelegd, dan kon het ge
spaarde nog geen kapitale som verte
genwoordigen. Als hy waarheid ge
sproken had, dan moest hem dus uit
andere bronnen geld toegevloeid zijn.
En zyn beleggingsmethode deed ver
moeden dat hy zyn extra inkomsten
niet aan de openbaarheid wenste prijs
te geven.
„Sherry," zei hy, „er is tussen ons al
te veel over zaken en financiële kwes
ties gesproken, en nog geen woord over
liefde." Zyn ogen gloeiden. Sherry
voelde zich niet op haar gemak, want
't scheen Portman menens te zijn, al was
zijn liefde dan ook Iets anders dan
Sherry onder dat woord verstond. Zijn
zelfbeheersing faalde, en hy was ten
prooi aan een heftige emotie. „Ik kan
zonder jou niet leven, Sherry."
Nu mocht zy hem niet laten uit
spreken. Sherry schepte geen behagen
in wreedheid, maar dit zonderlinge,
melodramatische aanzoek stuitte haar
tegen de borst. Ze diende hem eens en
vooral duidelijk te maken dat hy niet
de minste kans had. Doch voor zij de
geschikte woorden kon vinden, sprak
hy opnieuw.
„Ga met mij mee weg, Sherry," zei
hy. „Je moet. Het is nodig."
Dus dat was het. Hij had het niet
voor zich kunnen houden.
„Mijnheer Portman," zei Sherry op
nadrukkelijke toon, „ik ga niet met u
naar Europa. Ik trouw niet met u."
Hy staarde haar ontzet aan. „Zeg dat
niet. Het kan niet waar zijn".
„Het is zó waar", verklaarde zij ern
stig, „dat ik nog niet met u zou trouwen
als wij de twee enige mensen op aarde
waren".
„Nee", zei hij. Uit zijn toon spraken
meer verbluftheid en gekwetste ijdel-
Als je wilt, kunnen we ons voorgoed
in Engeland, of België, of Frankrijk
vestigen."
„Ik denk alleen aan myn toekomst,
onze toekomst. Een man met myn er
varing heeft goede kansen in het bui
tenland."
„En het is veiliger," zei ze. Ze kon
zich voorstellen dat hy met zyn aan
zoek een bepaald doel op het oog had.
Misschien wilde hy haar trouwen, mee
het land uit nemen, zodat zy niet ge
vaarlijk kon worden. Zoiets zou haar
niet verbazen.
„Wil je de plaat poetsen?" vroeg zy.
„Van veiligheid is geen sprake," zei
hy kalm. „Ik geef toe dat de situati»
op het ogenblik verre van helder en
aangenaam is. Maar ik sta boven alle
verdenking. Ik vraag my alleen af,
of het ogenblik niet is aangebroken
om mijn eigen weg te zoeken. De mo
gelijkheden bij „Prothere" zijn niet on
beperkt, Sherry. Op een gegeven ogen
blik moet men zich tevreden stellen
Het was niet alleen omdat de korte met wat men bereikt heeft, of men
regels van „Regionen" zo onge- moet voor zichzelf beginnen."
dwongen binnen deze krantenko- Dat was logisch, vond Sherry. Alleen
lom blijven, dat wij dit gedicht kozen, geloofde zij het van hem niet.
Het was ook, omdat byna alles wat over „Het zou net zyn alsof je wegliep,"
dit min of meer miskende, althans te zei ze.
weinig gekende dichterschap te vertel- Hij haalde zyn schouders op. „En wat
len valt, er in ligt uitgesproken, in hel- dan nog? Nee, als ik in Europa mocht