Wij willen ons leven geven, maar zullen Triest nooit afstaan9 Demonstraties zijn uiteraard niet geheel spontaan geweest n r f ij E %èa Ills IK ZEG U: NIEUWE MEESTERS GAAN KOMEN „Figuratief overschot Den Haag veiligste stad Perzië: een politiek probleem tlii1 1 Pijn Neem"AKKERTJE De Joegoslaven roepen: FRANQUINEToverdadig talent Haarlem winnaar in groep B Hoe een betoging tot stand komt LITERAIRE KRONIEK OLIEMARKT KAN BUITEN ABADAN ZATERDAG 24 OCTOBER 1953 PAGINA 5 Jaarvergadering akker bouwers L.T.B. WTTlS A Swagerman, een moedig vlieger in de Mei-dagen Luchtmachtkamp te Zeist naar hem genoemd Nieuwe actie van de „Bond zonder Naam" Examens HFT SEIZOEN DER DICHTERS illill Stedenverkeersveiligheidscompetitie Op huwelijksreis te water Nieuwe gezant in Praag Surséance voor Waldorp Liturgische weekkalender Kleine kinderen ne men aan de betogin gen deel, zoals deze foto uit Novi toont, waarbij onder andere een bord meegedragen wordt met als op schrift: „Weg met de fascistische reaction- nairen." (Van een bijzondere correspondent) Ljubljana, 20 October 1953. Het heeft een povere indruk op de Joegoslaven ge maakt, dat de Amerikanen en Engelsen, na hun overhaast besluit ten aanzien van de status van Xriëst, toch nog willen praten met Joegoslavië en Italië. Het heeft de gemoederen niet tot rust gebracht, integen deel zelfs, daar het Anglo-Amerikaanse terugkrabbelen door de handige redenaars, die sinds twee weken elke dag opnieuw vanaf balcons hun woordenstroom over de nog steeds overal samendrommende demonstranten laten gaan, maar al te gemakkelijk wordt uitgelegd als een gevolg van de felle reactie van „het Joegoslavische volk" op de Westelijke plannen met Triëst en omgeving. De Joegoslavische demonstraties waren een interessante mengeling van spontane verontwaardiging van de be volking en handige uitbuiting hiervan door doorknede demagogen, die de communistische leerscholen in zo groten getale afleveren. Het eerste parool tot het hou den van betogingen bereikte de partij-afdelingen door het gehele land nog op de avond van de Anglo-Ameri- kaanse bekendmakingen. Het resultaat van de oekase uit Belgrado zag ik de volgende morgen reeds om zeven uur, toen de Joegoslavische dag begon en fabrieken en kantoren open gingen. Er trokken een man of tien door de straat, die met behulp van rode vlaggen, het Joego slavische rood-wit-blauw, spandoeken en veel ge schreeuw iedereen duidelijk maakten wat er de vorige avond was gebeurd en wat er van goede Joegoslaven werd verwacht. De Joegoslaven kenden hun plicht en S® man keerden terug met een aan- np. vfn enige tientallen en trokken ïïf Z fedo°r de straten op en neer getrneirf I e,en 1 000 mensen was Cl de plaatseli->ke leiders het moment gekomen achtten een hoog bal- con op te zoeken en het volk volgens hun opdracht over de gewelddaad van het Westen in te lichten. De reacties van het publiek waren weinig origineel, maar niettemin telkens weer interes sant. De redenaar liet zijn betoog tel kens tot een climax komen, welke ech ter nog vóór het einde er van door iemand uit de menigte werd onderbro ken met een gescandeerd uitgesproken zin, welke door zijn vrienden of de om geving werd overgenomen. Eerst dan kon de even op adem gekomen redenaar zijn hooggestemde zin beëindigen, om de bijval te oogsten van de gehele me nigte, die eerst met gejuich, vervolgens met de geijkte parolen antwoordde. De meest gehoorde zin bij de betogingen voor Triëst, uitgedragen op duizenden Oorden, spandoeken, opschriften en Krantenpagina's, was: „Wij willen ons leven geven, maar Triëst nooit". Fabrieken, kantoren en scholen waren gedurende alle dagen het grootste deel van de dag gesloten, waardoor aan het anders zo op topprestaties beluste ar- beidssysteem grote verliezen werden toegebracht. Men is over het algemeen weinig ge neigd demonstraties in communistische landen veel waarde toe te kennen, en terecht. Zij missen bijna altijd sponta neïteit en zijn zelden eerlijk. De beto gingen in Joegoslavië vormen hierop echter in zoverre een uitzondering, dat de overgrote meerderheid van de beto gers zich van harte schaarde achter de opzet van de demonstraties. Het is een verbazend feit geweest, dat de over het algemeen sinds enige jaren zeer Wes ters gezinde Joegoslaven, die alles van het Westen met een zekere verering zochten en beschouwden, door één Wes terse maatregel zó omdraaiden, dat zii b.v. de Westerse informatie-centra da gelijks door tallozen bezocht, aanvielen en in brand staken. Het Westen ver speelde in één nacht zijn geweldige sympathie. Vriend en vijand van het Westen zagen en zien de Westerse plannen als achterbaks en verraderlijk! En waarom? Bezien wij de kwestie eens van het standpunt van de Joegoslaaf - van-de-straat; op de eerste plaats van de Kroaat en de Sloveen die vele jaren leefden onder een Italiaanse be zetting en alle onhebbelijkheden en onrechtvaardigheden van dien moes ten verdragen. Italië s naam iser door voor tientallen jaren in Joego slavië bedorven. Indien een confl ct als rond Triëst zich bijvoorbeeld met Griekenland zou hebben voorge daan, zou de reactie ongetwijfeld veel geringer zijn geweest, omdat geen sentimenten, zoals die ten aanzien van Italië bestaan, een rol zouden hebben gespeeld. Italië had de oorlog verloren en zou thans nog met winst gaan strijken, nadat Joegoslavische troepen Istrië en Triëst van Duitsers en Ita liaanse fascisten hadden moeten be vrijden! Geen Joegoslaaf kon deze gedachte verdragen. Hij zou zijn eigen nationalistische gevoelens geweld hebben moeten aandoen, indien hij zich niet zou scharen achter de paro len van de regering, die de gehele affaire rond Triëst op zo'n handige wijze wist uit te buiten om behalve buitenlandse, ook binnenlandse winst te boeken. Want het was opvallend hoe vele Joegoslaven, die in andere omstandigheden slechts critische op merkingen voor het tegenwoordige bewind over hadden, nu tot de ont dekking kwamen, dat maarschalk Tito (zijn naam heeft tien dagen lang door alle straten van het land ge galmd) Joegoslavië toch maar een be langrijke positie in de internationale verhoudingen heeft gegeven. Zij ver loren door hun weer opgewekte anti- Italiaanse gevoelens hun critische zin, welke door de redenaars en dagbladen verder werd ondergraven door uitge breide herinneringen aan vroegere usurpatie door Italianen van Joego- slavisch grondgebied. De dagbladen drukten vroegere Italiaanse kranten koppen af, waarin „Fiume, Zara en geheel Dalmatië" werden opgeëist/en De vakgroep Akkerbouwers van de Katholieke Land- en Tuinbouwbond zal Zaterdag 31 October 's morgens half elf in hotel „De Leeuwerik", Kruis straat 30 te Haarlem, haar jaarverga dering houden. De agenda vermeldt o.m. een uiteenzetting over de wet ver vreemding landbouwgronden door prof. dr. Th. L. M. Thurlings uit Wagenin- gen. herinnerden aan de putsch van d'An- nunzio, die in 1922 op eigen gezag Fiume en omgeving voor Mussolini bezette. Italiaanse consulaten werden bijgevolg al evenzeer een slachtoffer van de volkswoede; Italiaanse auto's werden door betogers zonder meer in beslag genomen (in Rijeka zelfs enige tientallen) en de (Italiaanse) Paus werd mede in de zaak betrokken, vooral in de spotprenten van de bla den. Het was eigenlijk zielig om te zien, hoe in een kuststadje bij Rijeka (Fiume) jonge kinderen met borden liepen met teksten als; „Wij geven Triëst niet aan de RoomsItaliaanse clerus". Minister Pella is vele malen op een staak naar de brandstapel ge dragen, een lot, dat vele Amerikaanse poppen-generaals met hem hebben ge deeld. De ergernis en woede van de be volking begaven zich eerst in rustiger banen, toen maarschalk Tito uitdrukke lijk had verzocht onregelmatigheden achterwege te laten. Duizenden trokken vanaf dat moment door de straten van de steden, joelend en schreeuwend, hoe zij hun leven voor Triëst veil hadden. De radio bracht de psychose tot in alle huiskamers, waar de kracht van de be togingen ook de thuisblijvers onder de indruk bracht. Er is echter achter de gevel van grootspraak ook een stille angst bij alle Joegoslaven: die voor de oorlog. Ik heb velen horen zeggen dat de omgeving van Triëst onder Joegoslavisch bewind moet komen, maar ik hoorde hen er meteen aan toevoegen: als het maar geen oorlog, zelfs geen gevaar voor oor log met zich brengt. De vrees voor oor log is aangewakkerd door de grote troepentransporten, die sinds het begin van het conflict naar de grenzen, voor al naar die bij Triëst, plaatsvinden. Na het invallen van de duisternis trokken vorige week vele regimenten infanterie door de steden en dorpen; tanks, van Amerikaans fabrikaat, bedekten grote delen van Slovenië onder het stof van de slechte wegen naar het Westen. Tito zette met deze maatregelen zijn woorden kracht bij, dat het binnenruk ken van Triëst door Italiaanse troepen de opmars van Joegoslavische legereen- rjsr- - - ~*p~- In de vroege morgen trekt een tiental mannen door de hoofdstraat van een Joegoslavische stad met vlaggen en borden, waarbij zonder ophouden in spreek koren wordt geroepen, dat Triëst nooit zal worden afgestaan. Mensen op weg naar fabriek of kantoor sluiten zich aan en marcheren mee op en neer door de straat. De stoet groeit gestadig. Honderden vergroten de rijen: een vrije dag voor arbei dersambtenaren en scholieren. Het verkeer ligt geregeld stil om de stoet door- gang te verlenen. Wanneer de partijleiding de toehoorders-schaar groot genoeg acht, worden er politieke redevoeringen gehouden, welke voortdurende door parolen en gejuich worden onderbroken. De schooljeugd staat vooraan. heden zou veroorzaken. Maar de bevol king, die de noden van de oorlog op zo'n verschrikkelijke manier heeft ondervon den, werd schrik aangejaagd, vooral toen in de afgelopen week een voor zichtige mobilisatie werd uitgevoerd, welke voor de buitenwereld betrekke lijk verborgen bleef, maar die in talloze gezinnen een oproep in de brievenbus bracht. De regering heeft, vermoedelijk ter vermijding van de vele mogelijke gevaren bij een officiële mobilisatie-af kondiging, een voorzichtige manier ge kozen en alle betrokkenen schriftelijk opgaroepen zich ten spoedigste, zo mo gelijk binnen zes uur, te melden. Een tweede schrikbeeld voor iedere Joegoslaaf (Slovenen en Kroaten zo wel als Serven en Bosniërs) is de dreiging van een hernieuwde Russi sche invloed, die onder de drang der omstandigheden zou kunnen ontstaan; iedereen is er van overtuigd, dat er (thans vriendelijk schijnende) Russi sche aanbiedingen zijn geweest, die vroeger of later de huidige onafhan kelijke Joegoslavische positie in ge vaar hadden kunnen brengen. Joegoslavië heeft tien spannende dagen achter de rug. Het is daarom voor vele Joegoslaven eigenlijk een verademing, dat het eerste deel van de zo vaak en zo boud uitgesproken zin; „Wij willen ons leven geven, maar Triëst nooit afstaan" vermoedelijk geen realiteit hoeft te worden. Een vrede lievende oplossing is, ondanks alle vurig nationalisme en vaak getoond fanatisme, een vurige wens van iedere Joegoslaaf. (Van onze Haagse redacteur) Naar uit een dezer dagen afgekomen ministeriële beschikking blijkt, is voor het legerkamp van de Koninklijke Luchtmacht, gelegen naast de villa „Wulperhorst" te Zeist de naam vastge steld van „Swagerman Kamp". B. Swagerman was in 1940 reserve- tweede-luitenant-waamemer der mili taire luchtmacht. Hij onderscheidde zich door op de tiende Mei als waarnemer commandant met een T.V.-vliegtuig (een bommenwerper van een toenmaals reeds niet modern type) herhaalde malen vijandelijke vliegtuigen aan te vallen en twee daarvan neer te schieten. Daar na voerde hij op doeltreffende wijze een bombardement uit op het vliegveld Ockenburg, waarbij vier vijandelijke vliegtuigen op de grond werden ver nield. Hij werd neergeschoten, kwam per parachute in zee terecht, redde zich zwemmend on meldde zich des avonds terug. De volgende dag voerde hij als commandant van een patrouille van twee vliegtuigen een bombardement uit op de Maasbrug te Rotterdam en 13 Mei 1940 verrichte hij met één T.V.-vhegtuig, slechts beschermd door twee jachtvlieg tuigen, een bombardement op de Moer- dijkbrug, ondanks aanvallen van over machtige vijandelijke luchtstrijdkrach ten. Bij de uitvoering van zijn laatste opdracht, welke hij op eigen verzoek van een gehuwde collega had overgeno men, is hij in een luchtgevecht boven Ridderkerk gesneuveld. De „Bond Zonder Naam" heeft een nieuwe actie op touw gezet, namelijk een plaatjesactie voor de kinderen. Naar analogie van de moderne verzamelwoede van plaatjes van filmsterren en sport- figuren heeft de „Bondl Zonder Naam" plaatjes vervaardigd van grote persoon lijkheden, die de kinderen kunnen le ren, hoe men een groot en nobel mens wordt. De plaatjes kunnen door de kin deren worden verzameld in een album, getiteld: „Mijn sterren". Er zijn o.a. af beeldingen van Herman Boerhaave, Louis Pasteur, Maria Goretti, Dorus Rijkers, Albert Schweitzer. De actie heeft ten doel, ouders en opvoeders een hulp middel in handen te geven om de kin deren op te voedten in de geest van naastenliefde. In het Lichtbaken van hedenavond zal pater Loop nadere bijzonderheden vertellen over deze nieuwe actie. AMSTERDAM. (G.U.). Cand. Duits; F. J. Cremer, Amsterdam. Cand. politieke en so ciale wetensch. (sectie C): mej. A. West- strate, Amsterdam. AMSTERDAM. V.U.). Doctoraal Ned. lett. P. den Ottolander, Rotterdam. 's-GRAVENHAGE. Wiskunde M.O. KI: J. C. Poll, Dordrecht en M. F. van der Harst, Amsterdam. 4» TT et romantische levensgevoel speelt in de moderne poëzie een ê~1 grotere rol dan men geneigd is aan te nemen, achtgevende op het J-J. onbehagen in de tij d, waarvan deze poëzie primair schijnt te getuigen. Het een doordringt en prikkelt echter het andere. De jonge dichter komt in verzet tegen de dwang, die in deze tijd het leven wordt aangedaan. In een reactie gooit hij alle remmen los. Zo wordt zijn poëzie een toppunt van onthullend en onthutsend psychisch realisme. Maar dit realisme wordt vitaal onderstroomd door een romantiek, waaruit de scheppende verbeelding om zo te zeggen de kracht put om te geloven in een weer leefbare toekomst en om naar die toekomst toe te schrijven. Wij hebben hiervan vorige week een voorbeeld gezien bij Jan G. Elburg, wiens verzen onder de druk des tijds zeer moeizaam tot stand blijken te ko men. Er zijn echter ook dichters, bij wie deze druk tot het tegendeel leidt: tot een koortsachtige, eruptieve activi teit. Robert Franquinet, de dichter, die vandaag aan de beurt is, is van dit tegendeel met zijn machtige, vertede rende en vooral ook onmachtige mo menten het levend bewijs. Deze „rea listische romanticus" behoort zeker niet meer tot de jongsten. Marsman had voor de oorlog nog juist gelegen heid over hem te schrijven. Hij vond hem een beeldenrijk en veelzeggend dichter, maar verweet hem tevens een gebrek aan scherpte van plastiek: „De dichter heeft uit de stroom van beel den, die hem besprongen, geen beslis sende keuze gedaan. Er is hier, het is helaas niet te loochenen, (nog) een te veel, dat overeenstemt mét en ten dele zelfs voortvloeit üit een tekort, een te veel ook aan woorden, aan alliteraties, aan rhetoriek". Hem vervolgens tegen de oudere generatie in bescherming nemend, merkte Marsman op: „De ver sobering, die menigeen deze dichter ongetwijfeld zal toewensen, zal ten eerste vanzelf wel ontstaan naarmate hij rijpt, maar ten tweede vraag ik mij af, of men met die wens niet voorzich tig moet zijn. Overdaad, die zoals hier voortspruit uit een sanguinische en sensuele natuur, zal onmiddellijk de indruk wekken niets anders te zijn dan rijkdom, weelde en overvloed, zo dra het constructieve element zijn volle werking verkrijgt". Het is prettig het oordeel van Marsman te hebben over een dichter, die in aanleg en verstech niek vrij dicht staat bij de jongeren en jongsten van vandaag. Hoe Verhel derend zou het zijn indien wij Mars- man's stem thans nog eens zouden kun nen horen! Wellicht zou er vrij veel teleurstelling in doorklinken. Gefuigen of overtuigen Onze warmbloedige Zuid-Limburger is namelijk wel ouder geworden en ook rijper en moderner, maar het verbrok kelde karakter van zijn plastiek werkt op zijn poëzie fataler dan ooit in. De bovengenoemde wisselwerking tussen realisme en romantiek maakt bij hem nog altijd een bijzonder aangrijpende indruk, maar houdt tevens de misluk king van vrijwel elk vers in. Hij weet geen organische samenhang te geven aan wat er met machtig geweld in hem woedt. Hij kan geen ogenblik verzwij gen wat hem op 's harten grond ligt. Hij moet alsmaar getuigen en heeft geen tijd zich af te vragen of hij ook overtuigt. En zelfs waar elk gebaar zinloos en rhetorisch geworden is, moet hij toch doorgaan: Tussen stad en land op het morsige ciment der woonbarak ken heeft het geen zin meer de droom van paradijzen aan-te-plak- ken. Nooit kan de dichter ophouden zijn heil- en onheilspellende affiches aan te slaan. Het ontwerp vertoont steeds een kruis, waarrond burlesk een wilde wijnstok rankt; zinneteken van de on ontkoombare christelijke werkelijkheid, die tevergeefs met de guirlandes van een vitaliteitsroes wordt versierd; een teken, dat ook Marsman allerminst vreemd was; vandaar diens affectie voor (Franquinet. Franquinet zal wel altijd een overdadig dichter blijven. Advertentie door welke oorzaak ook De dichter R. Franquinet. Die overdaad ligt enigszins in zijn Zui delijk wezen; als een natuurlijk pathos, als een bijbelse barok, als een Voor waarde zelfs voor dit dichterschap. De rhetoriek vermijden betekent voor hem zijn artistieke aandrift in de kiem smo ren. Hij heeft zo enorm veel te zeggen; hij wordt overstelpt door zinrijke beel den; hij zou zijn gedichten improvise rend als zaligprij zingen des levens moeten kunnen verkondigen op de marktpleinen van deze wereld, maar dit gaat jammer genoeg niet. En stil voor zijn papier zittend, verliezen de brandendste woorden hun gloed in net zwart-op-wit geschreven vers. De warmte van een stem Veel van die gloed kan de lezer ech ter terugveroveren door deze poëzie hardop te lezen en er de warmte van een stem in te leggen. Franquinet's verzen vragen in de letterlijke zin des woords om een klankbodem, waarin zij kunnen resonneren. Deze verskunst is zeer rijk, zowel aan visuele als aan auditieve waarden; zij is klank- en kleurschilderend, gelijk de taal der pro feten. Luister maar eens naar dit ge dicht uit zijn jongste bundel „Figura tief overschot". 1) „De kleine bazuin". De heersers zijn oud met het schild en het kleed der eeuwen maar zonder tegenwoordigheid. Stamhuizen van bedrog hebben zij ge bouwd terwijl de hongerigen schreeuwen. En ook zij, die met kantelen van goud op hun haren het ontij niet kunnen bedaren, zijn nutteloos, ijdel en oud. Ik zeg u: nieuwe meesters gaan komen, kinderen uit de steden, uit het land en het woud, uit woestijnen en vlakten Het waanbeeld breken zij de woordverweking weren zij twintig eeuwen ontberen zij. Nieuwe meesters, zonder beschaving en vormen, Voor wie cijfers cijfers en woorden woorden zijn en de rest een stortbelt vol wormen! Duidelijk is in dit vers het element „toekomstvoorspelling". Duidelijk is ook het element, dat wij in vorige kro nieken benoemden als de strijd tegen het overleefde en verraderlijke woord, tegen „de taal vol eigenwaan". Franquinet ziet de „nieuwe meesters" komen: het waanbeeld breken en de woordverweking weren. Wij zullen dan de dagen der artistieke vertwijfeling te boven zijn gekomen. Maar tevens zullen dan „de dagen der' Europese be schaving" voorbij zijn; die zijn nu reeds geteld. „Twintig eeuwen ontbe ren zij", zegt Franquinet van de „new- comes". Hij is, gelijk wij allen, de overrijpe vrucht van die twintig eeuwen; hij hangt daaraan met zijn ziel en zinnen, en kan de toekomst moeilijk anders dan onheilspellend zien. Hij is gedoemd te leven tussen verleden en toekomst in: onrustig te zwalken tussen droom en werkelijkheid, tussen experi ment en traditie, tussen wijnstok en kruis, tussen leven en leer, tussen God en de wormen, of hoe men al die vor men van dualisme, waaraan dit niet te breidelen dichterschap ten prooi is, ook definieert. NICO VERHOEVEN 1) Robert Franquinet „Figuratief overschot". Uitg. Winants, Heerlen. De Stedenverkeersveiligheidscompetitie is dit jaar, evenals dit vorig jaar het geval was, in steden met meer dan 500.000 inwoners, door Den Haag gewon nen. In groep B steden met 100.000 tot 200.000 inwoners kwam Haarlem als winnaar te voorschijn. Vorig jaar was het Groningen, die in deze groep op de eerste plaats beslag legde. Amers foort was eerste in de groep van steden met 50.000-100.000 inwoners. Vorig jaar Leeuwarden. Groep D (40.000-50.000 in woners): Zaandam, vorig jaar Deventer. Groep E: (30.000-40.000 inwoners) Bus- sum (vorig jaar Den Helder). Groep F (20.000-30.000 inwoners): Vlissingen. (Vo rig jaar Zutphen). De prijzen, die in deze competitie zijn gewonnen werden in de middagvergade ring van de Elfde Wegverkeersdag van de KNAC, welke Vrijdag in Den Haag werd gehouden, uitgereikt door mr. D. J. van Gilse, Procureur-generaal bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het aantal verkeersongevallen is in 1952 t.o.v. 1951 met 4.7% toegenomen. De ver keersintensiteit steeg echter met 5.9%. Het aantal doden en ernstig gewonden vertoont eveneens een relatieve daling; het aantal lichtgewonden is echter 20% gestegen. In het afgelopen jaar waren bij 6.6% van de verkeersongevallen brom fietsen betrokken. Hiervan had 1.6% een dodelijke afloop. Het percentage ernstige gewonden bedroeg 25.5%, terwijl het aantal lichtgewonden 21.6% uitmaakte. Voor 1951 bedroegen deze percentages resp. 6.5%, 8% en 7%. President Eisenhower heeft twee van zijn medewerkers naar het Midden- Oosten gestuurd. Eric A. Johnston gaat naar de Arabische staten en naar Israël om te proberen die landen te be wegen tot samenwerking bij de ontwik keling van hun gemeenschappelijke na tuurlijke hulpbronnen. Washington hangt de theorie aan, dat een oplossing van economische disputen een wezenlijke voorwaarde vormt tot het verminderen van internationale spanningen en het vestigen van een duurzame vrede. De kwestie van het Jordaanwater is de be langrijkste zorg voor Eric A. Johnston. Daarentegen moet Herbert Hoover, zoon van de vroegere president der Verenigde Staten, zich toeleggen op de olie. Hij is voor Eisenhower naar Perzië gereisd om na te gaan, of het langzamerhand niet mogelijk is het Anglo-Perzische oliege schil tot een oplossing te brengen. Ge neraal Zahedi, die nu ruim twee maan den aan de macht is, heeft van het be gin af aan erkend, hoe belangrijk het voor Perzië is, dat zijn olie weer gaat vloeien. Een commissie van onderzoek heeft dezer dagen enkele cijfers gepu bliceerd, die een duidelijk beeld geven van de droeve staat, waarin zich het genationaliseerde oliebedrijf bevindt. Sinds de overname door de regering is er een schuld ontstaan van 325 millioen gulden en daar komt elke maand 11 a 12 millioen bij. In iets meer dan twee jaar is Perzië, dank zij enkele hachelijke transacties met Italiaanse en Japanse maatschappijen, in totaal 135.000 ton olie aan het buitenland kwijt geraakt. De turbines in Abadan schreeuwen om in spectie en revisie. Zou men dertig Britse technici hun gang laten gaan en een be drag van 25 millioen uittrekken, dan zou de Perzische productie van ruwe olie de 9 millioen ton weer kunnen ha len. Vóór de nationalisatie waren dat er 32. De raffinaderijen zouden dan in staat zijn omstreeks een vijfde voort te Lrengen van hetgeen tevoren gebruike lijk was. Om de productie van Perzische olie geheel tot het vroegere peil terug te brengen, zouden zeker 600 technici en 150 millioen gulden nodig zijn. Maar dat Generaal Fazlollah Zahedi. is nu juist een van de pijnlijkste facetten aan dit hele probleem. Kan men aanne men, dat een Perzische regering, ook al staat ze niet meer onder leiding van de fanatieke Mossadeq, bereid is om zulk een grote groep van buitenlandse experts toe te laten? Ook in het Nabije Oosten geldt een formule van de leider der Amerikaanse Democraten, Adlai Stevenson: de landen in dit gebied wen sen rüst en respect. Zij hebben zeer wel oog voor de economische nood, waarin zij verkeren, maar hun verlangen naar respect maakt, dat zij, in de woorden van een Indonesisch politicus, het „recht eisen zelf te modderen". De Per zische minister van Buitenlandse Za ken, Entezam, wil de betrekkingen met Groot-Brittannië wel hervatten, maar dan moet naar zijn mening eerst de oliekwestie worden opgelost. Herstel van de volledige productie in Perzië stuit nog op een ander bezwaar. Gesteld nu eens, dat Perzië zijn trots overwint en de Britten gelegenheid geeft om de installaties weer op volle toeren in bedrijf te stellen. Zal dan de wereld markt in staat of bereid zijn al die Per zische olie op te nemen? Herbert Hoover komt in Teheran niet in de eerste plaats een commercieel, maar veeleer een politiek probleem on derzoeken. Toen de toevoer van olie uit Abadan na het aannemen van de natio- nalisatiewet van 1 Mei 1951 ging haperen, is de productie van ruwe olie in de andere landen van het Midden-Oosten en Afrika sterk toegenomen. In 1951 le verde Perzië 16.85 millioen ton ruwe olie en gasbenzine. Saoedi-Arabië, Ku wait, Irak, Qatar, Egypte, Bahrein en enkele andere landen produceerden toen gezamenlijk 80.48 millioen ton. Voor 1952 waren die cijfers respectievelijk 1.34 en 104.25 millioen ton. Bovendien werken de raffinaderijen in de wereld niet zodanig op volle capaciteit, dat de installaties van Abadan in een behoeft# zouden voorzien. Dank zij een Amerikaans crediet van 45 millioen dollar is de regering-Zahedi stevig in het zadel gekomen, maar dat geld raakt eens uitgeput en de ontwik kelingen in deze hoek van de wereld maken een spoedige oplossing van het probleem eveneens gewenst. Vage be richten in het verleden over ongenoem de Yankees, die voor een zacht prijsje Perzische olie trachtten te kopen, heb ben de Amerikaanse onbaatzuchtigheid wel eens in twijfel willen trekken. Maar als men, met de cijfers op tafel, ziet, hoezeer de commerciële kant van de zaak ondergeschikt is aan de politieke, dan is men geneigd de missie van Her- bert Hoover te zien als een oprechte Amerikaanse bijdrage tot de stabilisatie van het Nabije Oosten. Zonder twijfel zitten aan een oplossing nog tal van juridische haken en ogen vast, maar wellicht kan het besef, dat Zahedi mo gelijk een van de laatste figuren in Per zië is, met wie men aan tafel kan gaan zitten, van weerskanten tot enkele nut tige concessies leiden. De categorie bromfietsers, die sinds 1951 met 47 pet. is toegenomen, heeft dus een aanzienlijk groter aantal slacht offers. Van 1949 tot 1952 is het aantal ongevallen bij het wegverkeer in on* land 45 pet., het aantal doden en ern stig gewonden 40 procent gestegen. Volgens de heer Van Gilse is deze toename van het aantal verkeersonge vallen te wijten aan vijf oorzaken, t.w. een onvoldoende bekendheid van de weggebruiker van de wettelijke voor schriften; een grotere intensiteit van het wegverkeer, voornamelijk in de binnenstad; de te smalle verbindings wegen; de verouderde wegdekken en tenslotte een toename van het aantal bromfietsen, waarmee vele gebruikers nog niet op de juiste wijze weten om te gaan. In de grafieken van de ongevallen reeks vertonen de grote steden een goed resultaat. Den Haag, dat dit jaar de competitie heeft gewonnen, vertoont zelfs een daling van het aantal verkeers ongevallen. De oorzaak meende de heer Van Gilse te moeten zoeken in het feit, dat de ernstige verkeersongevallen zich van de centra van de steden ver plaatsen naar het platteland. Hier kan veel sneller worden gereden, maar al* er iets gebeurt, is het gevolg van het ongeluk dan ook des te ernstiger. Hierna reikte de heer Van Gilse d« wisselbekers aan de burgemeesters van de winnende steden over. Het echtpaar Stas uit de staat Pennsyl vania in die Ver. Staten, dat op zijn hu welijksreis onder meer ook Nederland aandoet, heeft dezer dagen des avonds bij Den Oever aan het Westelijk einde van de Afsluitölijk een merkwaardig ongeval beleefd. De heer Stas, die een auto bestuurde bemerkte te laat, dat de brug te Den Oever geopend was voor de scheep- 1 vaart, waardoor hij in volle vaart onder die afsluitbomen doorschoot en over het juist passerende mosselvaartuig van de firma Muller uit Bruinisse in het water terecht kwam. Op het vaartuig trof men onmiddellijk maatregelen om hulp aan de drenke lingen te bieden en inderdaad gelukte het, die beide inzittenden te redden. Binnenkort kan de benoeming wor- alsn verwacht van de heer F. R. W. H. W. J. graaf de Marchant d'Ansembourg, thans nog gezant te Bangkok, tot Ne derlands gezant te Praag. Mr. W. van Tets, die Nederlands gezant in Praag is geweest, zal binnen kort de functie aanvaarden van chef van de directie kabinet en protocol van het departement van Buitenlandse Zaken, ter opvolging van mr. J. Visser, die als gezant naar het buitenland! zal gaan. Naar wij van de zijde van de N.V. Waldorp te Den Haag vernemen is de gevraagde surséance van betaling door de Haagse Rechtbank verleend. ZONDAG 25 October, feest van Christus Koning; eigen Mis; 2 geb. van de 22e Zondag na Pinksteren; Credo; eigen pre fatie; laatste evang. van de 22e Zondag na Pinksteren; wit. MAANDAG H. Evaristus, Paus-Martelaar; Mis Si diiigis; 2 geb. a cunctis; 3 naar keuze; rood. DINSDAG, Vigilie van de H. Simon en Judas, Aposte len; eigen Mis; 2 geb. van O. L. Vrouw; 3 voor Kerk of Paus; paars. WOENSDAG, H. Simon en Judas, Apostelen; eigen Mis; Credo; prefatie van de Apostelen; rood. DONDERDAG, Mis van de 22e Zondag na Pinksteren; geen Gloria; 2 geb. a cunctis; 3 naar keuze; geen Credo; gewone prefa tie; groen. VRIJDAG: Zoals Donderdag. ZA TERDAG: Vigilie van Allerheiligen; eigen Mis; 2 geb. van de H. Geest; 3 voor Kerk of Paus; paars. ZONDAG 1 November: Allerheiligen; eigen Mis; 2 geb. van de 23e Zondag na Pinksteren; Credo; laatste evang. van de 23e Zondag na Pinksteren wit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 5