Gemiddeld gezin heeft vier kinderen 100.000 slechthorenden zonder enige overheidshulp Gestolen Goed Dat niet Voorzieningen voor studenten Meneer de voorzitter.ben van mening LEKEN-INDRUKKEN VAN EEN KAMERDEBAT IVOROL: Behoud Uwer tanden! Enig reëel uitgangspunt voor de gezinspolitiek Raad voor commerciële middenstandsorganisaties I ZATERDAG 24 OCTOBER 1953 PAGINA Kath* Staatkundig Maandschrift: In November opening van vliegveld Eelde Wilt Gij ONDERWIJZER worden? HILVERSUM (Bekende schriftelijke cursus) door A. Budtngton Kelland Helicopternet wordt niet uitgebreid Commissie-Rutten geïnstalleerd In vroeger tijden, toen het parlementsgebouw in Den Haag nog de residentie was van Stadhouder Wil lem V, fungeerde de vergaderzaal, waar nu de leden van de Tweede Kamer bijeen plegen te komen, als bal zaal. Wij weten niet in hoeverre zulks symbolische betekenis heeft, maar feit is, dat het gewichtige ver trek nog steeds een indruk van sierlijke gezelligheid moet maken op de onbevangen bezoeker die er voor het eerst binnenkomt. Wat ons betreft, wij voelden er ons onmiddellijk thuis. Wij lieten onze blik met welgevallen dwalen over de wit-gepleisterde en rijk geornamen teerde muren en vooral over de gezellige zitjes, die overal in de met gordijnen gedrapeerde nissen waren gearrangeerd. Een goed vak, Kamerlid, stelden wij niet helemaal zonder afgunst vast. Ook viel ons oog op een rij enorme diep bruin gekleurde vazen, die in de in hammen in de andere muur waren opgesteld. Aanvan kelijk dachten wij, dat zij bestemd waren om afgekeurde staatsstukken in weg te werpen, maar dat bleek bij na der inzien niet waar te wezen. Zij dienden slechts ter opluistering. Hoe dit zij, wij «aren gekomen om de loondebatten bij te wonen. En wij hadden verwacht, dat als de tijd daar was, de verschillende fracties in gesloten colonne zou den binnenrukken, uitbollend van tegenstrijdige argu menten. Instede daarvan zagen wij van onze hoge zit plaats af op een gegeven moment een tiental bedaarde heren de zaal binnenslenteren, die plaats namen achter een hoefijzervormige tafel: de regering. Vis k vis met die beslissende instantie besteeg de heer Kortenhorst, gekleed in een plechtig zwart costuum, dat naar het ons leek het midden hield tussen een rok en een smoking, de katheder en nam plaats in een indrukwekkende zetel. Vervolgens gaf hij met zijn voorzittershamer een korte tik op de tafel en zei, dat de vergadering was geopend. Nu was het merkwaardige, dat er op dit moment, af gezien van de regering', vrijwel niemand aanwezig was om te vergaderen. Gezellige zitjes, die overal in de met gordijnen gedrapeerde nissen waren gearrangeerd. De groene, amphitheatersgewijs op gestelde banken, bestemd voor de volks vertegenwoordigers, waren nog verla ten. Slechts drentelden enkele Kamer leden met opvallende ongeïnteresseerd heid en met de handen in de broek zakken in het rond. Nochtans gaf de voorzitter zonder op of om te zien het woord aan de heer Burger. En tot onze grote verbazing maakte zich op het zelfde moment uit het niets de gestalte van de fractieleider van de Partij van de Arbeid los. Hij beklom het spreek gestoelte en begon fiks te fulmineren tegen de communisten. De debatten waren begonnen. Nu hebben wij van een debat altijd een bepaalde voorstelling gehad. Daar casten heen en weer flitsende argu menten en zelfs heftig vuistschudden in Niets van dit alles neemt men waar tiidens een vergadering van de Tweede Kamer Elkeen krijgt daar zijn netjes afaeoaste beurt. En degenen, die niet door de voorzitter worden aangewezen, worden maar verzocht hin mi»nid te houden. Het gekste is, dat zij dat nog doen ook. Want het boeiende verschijnsel van de interruptie schijnt in ons P1ane ment aan het uitsterven te zijn. W*J hebben het slechts een teleurstellend gering aantal malen waargenomen. Een keer gebeurde het, dat de heer Gerben Wagenaar min of meer drei gend op het spreekgestoelte afsteven de, toen prof. Romme zijn speech hield. „Nu kómt het", dachten wij verblijd. Maar de heer Wagenaar uitte slechts enkele onverstaanbare woorden en keerde vervolgens met een ietwat knorrig gezicht op zijn basis terug. Daar is een mens dan tegenwoordig communist voor. Een andermaal was het de heer Gortzak, die het vuur van de hoop in ons hart ontstak. Hij had reeds geruime tijd de sprekende heer Hofstra, financieel deskundige van de P.v.d.A., met spie dende blik gadegeslagen, staande vlak bij de katheder. „Toe nou", smeekten wij inwendig. Maar de heer Gortzak opende slechts de mond om te vragen: „Duurt het niet wat lang?" En daar werd niemand koud of warm van. Nee, er wordt bepaald niet gevochten in onze Kamer, zoals dat wel eens in den vreemde gebeurd. Trouwens, het moet ons van het hart, dat ons gebleken is dat onze politici niet bijzonder sterk schijnen te zijn in het doen van tot sterke tegenspraak prikkelende uitlatingen. Dat was in vroeger tijden, als wij ons niet vergis sen, anders. Wanneer in de dagen van Nolens en Wijnkoop een Kamerlid ter vergadering zei: „De geachte afgevaar digde uit Druten vergist zich, dan wist elkeen heel goed dat hij bedoelde te zeggen: „Die meneer uit Druten liegt of het gedrukt staat". En dan waren de poppen aan het dansen. Onze tegen woordige afgevaardigden bedoelen met „vergissen" werkelijk „vergissen", ge loven wij. Er z«n er die zulks toe juichen, er zijn anderen die het betreu ren. Wij behoren tot de laatste catego rie. Het is, naar onze mening, ook zeer opvallend, dat goede Kamerleden bij- ronder dikwijls „van mening" zijn. Wij Weten niet hoevele malen wij de volzin •.Mijnheer de Voorzitter, ik ben van inening" dezer dagen hebben horen val- len. Maar deze frequentie was wel zo Eroot dat ons de gedachte besloop dat bet simpele „van mening zijn" reeds de grondslag zou kunnen zijn van enige politieke activiteit: afgezien van de aard van de mening. Overigens: er wordt bijzonder slecht geluisterd naar meningen in de Kamer, dat trof ons óók. Wij hebben een spre ker, de heer Van Leeuwen van de V.V.D., een uur lang voor een vrijwel geheel lege Kamer zien staan spreken. Niemand luisterde naar hem. Noch zijn fractiegenoot, de heer Oud, die zat te schrijven, noch zelfs „Mijnheer de Voor zitter", tot wie hij zijn woorden zei te richten. Slechts de heer Van de Kieft, minis ter van Financiën, diens staatssecreta ris en ondergetekende leenden hem een. gewillig oor. De twee excellenties, om dat de heer Van Leeuwen duizeling wekkende goocheltoeren met astronomi sche cijfers verrichtend, de belastingpo- litiek van de Regering besprak, laatst genoemde omdat hij met mededogen vervuld was met de geachte afgevaar digde. Al- hebben wij dat medelijden meteen weer ingeslikt toen een terzake deskundige ons verzekerde dat het de monstratief. gebrek aan belangstelling tot „de vergadertechniek" behoorde. Trouwens, de heer Van Leeuwen was niet de enige wiens woorden door de Kamer geestdriftig werden genegeerd. Daar waren nog meer afgevaardigden wie dit op zichzelf genomen weinig be moedigende lot ten deel viel. Wat nu doet een Kamerlid dat niet spreekt en niet luistert, behalve niet spreken en niet luisteren? Welnu, zijn bezigheden zijn veelvuldig. Er zijn afge vaardigden die schrijven, er zijn er die boek of krant lezen; maar de meesten van hen verdwijnen met bekwame spoed achter een groen'gordijn, alwaar zij, als wij wel zijn ingelicht, een kopje koffie kunnen nuttigen en waar zij Omdat hij duizelingwekkende goochel, toeren met astronomische cvfers ver- richtte. privé met elkander van gedachten kun nen wisselen. Wij hebben ook Kamer leden gezien die vrijwel niets anders deden dan wandelen in de vergaderzaal zelve, deze of gene de hand drukkend of een korte conversatie aanknopend dat een onderwerp wordt aangeroerd waarin zy specialist zyn. Dezulken zijn, naar onze smaak, de gróte politici. Een brillant staatsman weet op z ij n moment wakker zijn of althans wakker te wor den. Opvallende figuren In de Kamer. Och, die zijn er talrijke. Toen wij de kamerdebatten mochten bijwonen frap peerde ons bijvoorbeeld in het bijzon der de gestalte van ds. Zandt (S.G.P.), gekleed in het onvermijdelijke zwart met de bijpassende hoge witte boord. Soms zat hij als een bromvlieg, wij zou den haast zeggen, gekleefd tegen de groene leuning van zijn bank, waak zaam blikken om zich héén werpend. Wij bewonderden de heer Romme, die hoewel gewond aan zijn Achilles-pees bijzonder kwalijk euvel voor een politicus, dunkt ons met omzwach telde voet het spreekgestoelte betrad om ondanks alles een boeiende speech af te steken, waarnaar in brede kring wél werd geluisterd; al veroorzaakte hij met zijn scherp-gescandeerde „s" ten naaste bij een mankement in de ge luidsinstallatie. Middelerwijl werd ons oog getrokken naar mej. Marga Klom- pé, die als een braaf schoolkind, recht op en de armen over elkaar, in haar bank zat; maar straks gaat zij beteke nisvolle woorden over Europese pro blemen spreken, dachten wij. Wij heb ben ons vermeid in de weloverwogen toespraak van de heer Oud, die zó boordevol argumenten stak dat hij zich nauwelijks de moeite gunde om het „Mijnheer de Voorzitter" behoorlijk ge articuleerd uit te spreken. Wij hebben met welbehagen geluisterd naar de speech van de heer Jan Schouten, een oude rot in het vak, zó oud, dat het hem vergund is de regering in vader lijke termen jongens, dat moeten jullie nou niet dóen toe te spreken. Maar de meest ijverige groep naar het uiterlijk althans werd gevormd door de stenografen. Het waren er, als wij goed hebben gezien, vier in getal. Zij noteerden al hetgeen er te beluiste ren viel, kuchen en hoesten inbegrepen wellicht, en zij hadden een soort esta fette georganiseerd. Telkens daalde één van hen met een blauw schrift in de hand de trap af, die hem tot onder de gewelven van de vergaderzaal voerde. Wij hebben daar een full-spëed-drukke- rij van „De Handelingen" vermoed, maar dat zal wel op een misverstand berusten. En daar was dan nog de regering. De met een collega, zonder daarbij te letten op politieke kleur of overtuiging. En wij geloven dan ook dat de enige plek ter wereld, waar men het ijzeren gor dijn nog wel eens een hortje opzij wil schuiven, een (West-Europees) parle mentsgebouw is. Hebben wij niet met eigen ogen de heer Gortzak in vriende lijk gesprek gewikkeld gezien met een tegenliggend (ons onbekend) K.V.P.-lid? En hebben wij niet niemand minder dan minister Staf (van Oorlog!) een com munistische dame vriendelijk zien toe lachen? Nu dan. Er zijn nog andere, niet-sprekende en niet-luisterende Kamerleden. Zij slapen. En dezen zijn nu de werkelijk; virtuo zen. Want het is waarlijk verbazingwek kend te zien hoe zij te rechter tjjd wak ker weten te worden. Op het moment dat hun naam genoemd wordt bijvoor beeld of, sterker nog, op het ogenblik met onuitputtelijk geduld naar iederéen luisterende minis- - a ter Drees, daarin energiek bijgestaan M s B door minister Beel; de bijwijlen ijverig notities makende minister Suurhoff en al die andere Excellenties, met rustige onbewogen heid, gezeten ach ter de regerings tafel. Zij waren eigenlijk de minst opvallende figuren in 's lands verga derzaal. Wat niet zo héél gek is; want zij dragen de ver antwoordelijkheid. HERMAN HQFHUIZEN Advertentie In een adres aan de Tweede-Kamer fractie der Kath. Volkspartij heeft de Ned. Kath. Vereniging van Slechthoren den gevraagd bij de minister van Sociale Zaken stappen te ondernemen om tot een betere overheidshulp aan het revali datie werk voor doven en slechthorenden té komen. Terwijl de revalidatie-commissie, in 1949 door de minister van Sociale Zaken ingesteld, ongeveer f 800.000 nodig acht om tot oprichting van vier revalidatie- (Van onze correspondent) Hoewel nog geen datum is vastgesteld, zal naar wij vernemen, de volgende maand het geheel vernieuwde en vergrote vlieg veld Eelde officieel worden geopend. Al maandenlang is men druk bezig met het verrichten van omvangrijke werkzaamhe den, noodzakelijk om van het eertijds be scheiden vliegveldje een luchthaven eerste klasse te maken, die straks als eerste uit- wijkhaven van Schiphol kan fungeren en waar de grootste vliegtuigen kunnen landen en opstijgen. Bovendien zal op Eelde de Rijksluchtvaarschool worden gevestigd. Mo menteel is men nog bezig aan de bouw van zes grote hangars voor het onderbrengen van de veertig vliegtuigen van de school. Uiteraard brengt de vestiging van perso neel en leerlingen van de R.L.S. grote ver anderingen voor het dorp Eelde met zich mee. Dit blijkt wel uit de plannen die er Bestaan om in Eelde een R.K. kerk en een H.K. school te gaan bouwen. centra te komen, heeft de minister op de begroting voor 1954 slechts f 7000 uitge trokken te verdelen onder vier Rijks universiteiten. Het particulier initiatief is daarbij volkomen voorbijgegaan. Nederland telt op dit ogenblik on geveer 100.000 slechthorenden, voor wier belangen optreden een katholieke en een neutrale vereniging. Maar de talrijke werkzaamheden, die nodig zouden zijn om te verhinderen, dat 'n groot deel dezer slechthorenden buiten 't maatschappelijk leven worden geplaatst omdat zij zich daarin slechts met de grootste moeite handhaven, liggen nog zo goed als vol komen stil. Bovendien hebben talloze slechthorenden behoefte aan regelmatige technische bijstand, welke vanwege de voor velen te hoge financiële kosten slechts in organisatorisch verband wor den gegeven. „Het lijkt redelijk als schatting van het gemiddelde kindertal van de huidige en toekomstige gezinnen niet verder te gaan dan tot om en nabij de vier. Een brochure als door prof. Zeegers en ars. Godefroy gebracht, om het door drs. Platenburg aangevoerde cijfer van 4.95 te ontkennen en te stellen op 3.39, heeft door zijn emotionaliteit een bittere na smaak achtergelaten." Aldus schrijft Ob- srever in het Katholiek Staatkundig Maandschrift van October. En het arti kel besluit: „Men kan zich afvragen of de gezinspolitiek niet beter had kunnen worden gediend". De leiding van het Partijbureau der K.V.P. acht publicatie van dit artikel nodig in verband met de uitgave van Platenburgs brochure: „Ge zin als basis van gezinspolitiek". In een beknopt overzicht van de stand punten, ingewonnen door de beide groe pen onderzoekers van het gemiddeld aantal kinderen per gezin in Nederland, komt het artikel tot de volgende ver gelijking. Drs. Platenburg is in zijn brochure „Gezin als basis van gezinspolitiek", ge schreven voor en uitgegeven door de Katholieke Volkspartij, tot de conclusie gekomen, dat het gezin, bestaande uit ouders en kinderen gemiddeld 4.95 kin deren heeft, terwijl het cijfer van de middengroepen daar beneden blijft. Ver volgens gaat drs. Platenburg In op het begrip gezin en zegt, dat er grote be gripsverwarring heerst. Men kan een gemiddeld gezin bepalen door het getal der inwonende kinderen te delen door het aantal echtparen, daarbij alles in begrepen, zelfs pas gehuwden, 60 jaar getrouwden en onvruchtbare huwelij ken. Dan komt men tot een gemiddelde van 2 kinderen. Doch het is duidelijk, dat dit cijfer geen basis voor een kin- derbijslag-politiek kan vormen. Als we ons nu afvragen, welke ge middelde gezinsgrootte het best bruik baar is als basis voor de kinderbijslag- politiek, waarop Platenburg zijn studie toespitst, dan kan men het met Platen burg eens zijn als hij zegt: „bij de be oordeling van de billijkheid van de kin derbijslag en het treffen van een rege ling dienaangaande zal men beter doen uit te gaan van de huwelijksvruchtbaar heid als basis, omdat alleen daaruit het aantal kinderen kan blijken, waarop de Nederlandse vrouw die in het huwelijk treedt, gemiddeld kans heeft". En men zou er aan kunnen toevoegen: omdat de ze cijfers alleen ons inlichten over de Advertentie Vraag dan zo spoedig mogelijk een prospectus aan bij Soestdijkerstraatweg 83 Telefoon 5432 Sinds meer dan 10 jaar heeft onze „Schriftelijke Kweekschool" ongeëvenaarde successen, leder jaar slagen tientallen cursisten v. h. Staatsex. v. Onderwijzer. Zeer goede opleidingen zijn ook: H.B.S., Staatsexamen Gymnasium en Mulo. En om leraar te worden: Ned., Fr., D. en Eng. M.O., Wiskunde M.O. Kl en K V 63 De stenograaf boog zijn hoofd dieper over het papier en bedekte zijn mond met een hand. De hoofdcommissaris deed een laatste poging om zijn prestige te redden. „Juffrouw Madigan, wat ik u bidden mag!" „Ik doe mijn uiterste best om mee te werken," zei ze, „maar u valt me tel kens weer in de rede. Hoe kan ik iets nu behoorlijk vertellen als ik bijna uit mijn vel spring van nieuwsgierigheid? U vertelt me ook niets." „De hemel sta me bij!" riep hij ver twijfeld uit. „De beste manier om dit af te hande len," vervolgde zij, „is dat u me geen rare vragen meer stelt, en heel stil Zit, en mij laat uitspreken. En probeer als jeblieft me niet bang te maken met boze blikken en lelijke gezichten." Hij leunde achteruit m zijn stoel en vouwde zijn handen over zijn buik „Ik zal het proberen," zei hij gelaten. Maar er stond hem een grote verras sing te wachten. Sherry werd op slag zakelijk en beknopt. Ze begon haar verslag bij het allereerste begin, bij „En die bestellingen die Maison Ver- WkiJw van het lichaam van Elsie sailles opnam voor een dozijn zakdoe- vvmppies man. en van dat npenhlik- af en die uitdraaiden op een order man, en van dat ogenblik af fiaf 2e stap voor stap verder, belichtte ïeaer reit dat bijdroeg tot het begrip van de zaak, en construeerde een dege lijk gefundeerd en hecht geconstrueerd; gebouw van feiten en bewijzen. Ze zag geen enkel belangrijk punt over het hoofd, en vermeed alles wat niet tot kennis en begrip van de zaak bijdroeg. Het was een afgerond, samenhangend en overtuigend geheel. „Ziezo," zei ze, toen ze klaar was. „En het was totaal verkeerd van u om zo gewichtig en uit de hoogte tegen me te doen." „Ik eh neem me niet kwalijk," zei de hoofdcommissaris. „Het was erg duidelijk, en erg beknopt." „Natuurlijk," zei Sherry, waarmee ze te kennen gaf dat ze zijn excuus accep teerde. „En mag ik nu alsjeblieft alles weten? Anders kon ik vannacht geen oog dichtdoen. Hebben ze bekend?" „Mixis en Portman wel," zei de hoofd commissaris- „En Spee ook." „Maar Madame de Spain en Clem niet?" ,Dat zijn een paar gehaaiden," zei do hoofdcommissaris, „maar we hebben nu voldoende bewijsmateriaal, en ze zullen ons niet ontglippen." „Het zal wel met mijnheer Portman begonnen zijn," veronderstelde zij. „On der één hoedje met Madame de Spain die in werkelijkheid de baas was van de firma Mixis en Clem." «Precies." dollars aan linnen ken, voor duizenden goed?" „Een truc," zei de hoofdcommissaris. „Dat zijn we van een van de verkoop sters te weten gekomen. Valsheid; in ge schrifte. Een speciaal ontworpen order boek." „Dacht ik wel," zei Sherry. „En die arme man van Elsie Whipple had dat tafellinnen van Prosser natuurlijk op eigen initiatief gestolen. En toen wilde hij dat Madame de Spain hem er af helpen zou. Maar daar hadden ze geen trek in. En daarom moest hij uit de weg geruimd; worden, voordat er moeilijk heden van kwamen." „En omdat ze in contact stonden met Portman," vulde de hoofdcommissaris aan, „lieten ze Whipple het tafellinnen hierheen brengen. Onder het voorwend sel dat het in het magazijn verstopt zou worden en te zijner tijd van de hand gedaan zou worden." „En toen gaf mijnheer Clem hem een opdoffer en nam de benen, waarbij hij Prothero met het linnen liet zitten," zei Sherry. „Zo ongeveer, ja." „Dank u wel," zei Sherry. „En als er soms nog meer is „Er is heus niets meer," zei de hoofd commissaris dankbaar. „Ik val om van de slaap," zei ze. „Als Roger me naar huis wil brengen Maar eerst moet ik nog wat eten. Ik kan nooit slapen als ik honger heb.'? Ze stond op en glimlachte allerchar- mantst. „Dank u," zei ze. „Het was een heerlijke avond." Op de meubelafdeling was Roger op de divan in slaap gevallen HOOFDSTUK 24 Het was weer Zaterdag, en Sherry en Roger reden de brug over en de stad uit. Roger scheen verstrooid te zijn en gaf verschillende malen een antwoord dat kant noch wal raakte. Toch was het een plezierige rit. Zij reden ruimschoots op tijd voor het diner de oprijlaan van de familie Madigan in, en de butler bracht Rogers koffer naar dezelfde ka mer als tijdens zijn eerste bezoek. Mijnheer en mevrouw Madigan en Sherry wachtten op hem op het terras. Weer kreeg hij de indruk dat mevrouw Madigan eigenlijk een Frans markiezin netje had moeten zijn. Mijnheer Madi gan zat onderuitgeschoven in zijn stoel, en liet zijn ogen met een vriendelijke blik op zijn vrouw rusten. Zij begroet ten hem bedaard, doch hartelijk: „Is dat een dag geweest," zei me vrouw Madigan. „Wat is er gebeurd?" vroeg Sherry. „Mevrouw Passerini is vanmiddag hier geweest,' zei mevrouw Madigan. „Ze loeide als een os." „Kan niet," zei Sherry. „Ossen zijn mannelijk." (Slot volgt). vraag, hoeveel kinderen een gezin ge middeld tegelijkertijd tot zijn last zal krijgen. En op grond van zijn materiaal laat Platenburg hierop volgen: „dat de cijfers onomstotelijk aantonen, dat het grotere gezin van om en nabij 5 kinde ren het normale Nederlandse gezin ge noemd kan worden." „Dat de SER In zijn advies verzuimde een onderzoek daarnaar in te stellen is een weten schappelijk niet te verantwoorden te kort, waardoor het advies zelf belang rijk aan waarde heeft ingeboet." De critiek Zeegers-Godefroy. De schrijver in het Katholiek Staat kundig Maandschrift komt dan tot het antwoord door prof. Zeegers en drs. Go defroy op deze stellingen gegeven in de brochure „Demografie en gezinspoli tiek". Hjj geeft toe, dat drs, Platenburg fouten gemaakt heeft bij het gebruik van de legertelling. Intussen interes seert ons meer de vraag, waarom Zee gers bovengenoemd gemiddeld van 4.95, ontleend aan de huwelijksvruchtbaar- heidsstatistiek, becritiseert. Wij stellen nog even duidelijk vast, dat het cijfer van 4.95 betrekking heeft op alle be staande voltooide huwelijken met volle dige vruchtbaarheidsduur, waarin kin deren zijn voortgebracht. Bewezen wordt hier speciaal op de woorden: alle bestaande huwelijken, aangezien de cri tiek van Zeegers zich hier vooral tegen kant. In verband met de daling van de vruchtbaarheidscijfers in de achter ons liggende decenniën zegt volgens Zeegers dit cijfer ons niets over de gezinsgrootte van toekomstige gezinnen. Zeegers licht een en nader toe aan de hand van een aan tal grafieken en tabellen. Men zou ver wachten, dat hij hiertoe cijfers zou aan voeren, die qua definitie met die van Platenburg zouden overeenkomen, met name dat hij cijfers zou geven betref fende huwelijken met volledige vrucht baarheidsduur, waarin kinderen zijn voortgebracht en wel naar het tijdstip van huwelijkssluiting. Hij doet dat ech ter niet, maar geeft zonder verdere mo tivering alle huwelijken, ook die welke kinderloos bleven, in één cijfer weer, waarbij hij onderscheid maakt naar hu welijksleeftijd van de vrouw. Directe vergelijking blijkt dan ook niet moge lijk. Niettemin tonen de cijfers van Zee gers onomstotelijk aan, dat de huwe lijksvruchtbaarheid zich reeds sinds 1900 in dalende lijn beweegt. Was het gemid delde kindertal van huwelijken, geslo ten in de periodel909-1913 b.v. 4, voor de huwelijken, gesloten in de periode 1924-1928 was dit cijfer gedaald tot 3.41. Uit de huwelijksvruchtbaarheidsstatis- tiek kan worden afgeleid, dat het gemid delde, dat met Platenburg's cijfer van 4.95 overeenkomt, voor hen, wier huwe lijk in de periode 1924-1928 werd geslo ten, 4.10 bedraagt. Het lijkt redelijk als schatting van het gemiddelde kindertal van de huidige en toekomstige gezinnen niet verder te gaan dan tot om en na bij de vier. Tenslotte zegt het artikel in het Katho liek Staatkundig Maandschrif dan: Het spreekt vanzelf dat, wanneer men ook de huwelijken met onvolledige huwe- lijksvruchtbaarheidsduur of de kinder loze huwelijken hierin betrekt, het cij fer lager wordt. Het ligt er maar aan, welke bepaalde vorm van gezinspolitlex men op het oog heeft of men het ene of het andere cijfer moet hanteren. Voor Platenburg's doel, de kinderbijslagpoli- tiek, lijkt de concentratie op huwelijken met volledige huwelijksvruchtbaarheids- duur, waarin kinderen zijn voortge bracht, volkomen reëel. In de streek van Esfahan in Perzië heeft de Sjah van Perzië een be langrijk irrigatiewerk geopend, o.a. een dam in de Koerang-rivier, en een tunnel, waardoor het water van de rivier in de Esfahan-val- lei wordt gebracht. De eerste plan nen voor dit werk zagen het licht in 1553: het duurde echter vier honderd, jaar voordat zij waren verwezenlijkt.... Een Britse inge nieursfirma voltooide het werk voor de Iraanse regering in zes jaar. De Sjah en zijn echtgenote, Koningin Soraya, die hem verge zelde, in opgewekt gesprek tijdens de opening. Dominee Zandt heeft een afbeelding van Sint Martinus op een bankbil jet je van vijfentwintig gulden ontdekt. Wat in ieder geval inhoudt, dat hij zich nog steeds geen zand in de ogen laat strooien. Maar zijn toorn kan- ik niet begrijpen. Verroomsing van Nederland? Kom aan, ik zou nooit of te nimmer aan een verprotestantisering van ons land denken, wanneer ik de beeltenis van bijvoorbeeld dominee Zandt op een waardepapier zou ontwaren. Zélfs niet al was het op een briefje van honderd. Nadat reeds enkele maanden geleden een aantal middenstandsvoormannen voorbereidende stappen had gedaan, is te Utrecht opgericht de „Raad voor Commerciële Middenstandsorganisaties" (R.C.M.), een overkoepelend orgaan van inkoopcombinaties en andere commer ciële middenstandsinstellingen, met als doel de behartiging van de belangen de zer organisaties en in het algemeen het verdedigen en versterken van de positie van de zelfstandige middenstander, voor zover deze met anderen in commerciële organisaties samenwerkt. Het nieuwe lichaam zal zich afzijdig houden van het door de centrale mid denstandsbonden en middenstandsvak organisaties bestreken gebied. Het zal zich uitsluitend bewegen op commerci eel terrein, mede als tegenwicht tegen belangengemeenschappen op aanver wante gebieden. De nieuwe organisatie zal zich in de eerste plaats bezig houden met die vraagstukken, welke gemeen zijn aan alle commerciële middenstandsorganisa ties, b.v. op fiscaal, administratief, ju ridisch en bestuurlijk terrein. De raad stelt zich verder voor bij de overheid en andere instanties op te treden in alle gevallen, waarbij belangen van in com mercieel verband samenwerkende mid denstanders betrokken zijn of kunnen worden. De raad wil een centrum zijn, een samenbundeling van krachten op commercieel middenstandsgebied, waar naar binnen van raad en advies zal wor den gediend en waar naar buiten als een eenheid zal worden opgetreden. Reeds hebben zich commerciële middenstands instellingen uit verscheidene branches, waaronder met een ledental van duizen den zelfstandige middenstandsonderne mingen, bij de raad aangesloten. Een voorlopig bestuur is gevormd, dat aan de hand van de statuten de verdere uit bouw van de organisatie zal ter hand nemen. Het secretariaat van de raad is voor lopig gevestigd ten kantore van dr. E. J. Tobi, Van Alkemadelaan 70 te 's-Gra- venhage. De eerste vijf h tien jaar kan niet wor den gedacht aan uitbreiding van het he licopternet naar het Noorden en Oosten van Europa. Dit heeft de Sabena in Brussel medegedeeld aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Nijmegen. De Sabena voegde aan deze mededeling toe, dat eerst aan een uitbreiding van het helicopternet kan worden gedacht, wanneer er groter» toestellen ter be schikking komen. Vrijdagmorgen heeft de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen, mr. J. Cals, ten departemente ge ïnstalleerd een adviescommissie voor te treffen voorzieningen ten behoeve van studenten. Voorzitter van deze commissie is prof. dr. F. J. Th. Rutten, terwijl als lid zitting hebben prof. dr. P. A. H. de Boer, prof. dr. O. Bottema. mr. J. Cramer, prof. dr. C. G. Heringa, mejuffrouw mr. M. W. van Lanschot, prof. P. Muntendam, ds. S. J. Popma en P. J. Tichelaar. In zijn toespraak zeide de minister, dat door het instellen van deze com missie voldaan is aan zijn toezegging aan de Tweede Kamer bij de behan deling van zijn nota inzake sociale voorzieningen ten behoeve van stu denten. Na een kort historisch over zicht wees de minister er op, dat, ofschoon de taakomschrijving van de commissie summier is, van haar ver wacht wordt, dat zij het veelzijdige vraagstuk van de voorzieningen ten behoeve van studenten in zijn totali teit in studie zal nemen en daarover adviezen zal uitbrengen, die voor practische verwezenlijking vatbaar zijn. Prof. Rutten antwoordde, dat in het reffen van goede voorzieningen ten oate van studenten een eminent belang gelegen is, zowel voor de gemeenschap als voor de betrokkenen persoonüjk. Het zijn vooral de financiële moeilijk heden van de studenten, die tot het treffen van voorzieningen nopen. Ook lijkt een star verband tussen financiële positie en hogere geestelijke ontwikke ling in strijd met onze democratie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 7