Toelagen burgemeesters
moeten verhoogd worden
Vier schippers voor de
Raad van Scheepvaart
EEN ZIEKE IN HUIS
r
p
PALEIS OP DE DAM
James Cook
RAFAEL,
GOD ALLEEN IS VOLDOENDE!
Teken
P
Stemmen bij volmacht heeft niet
bevredigend gewerkt
Staat in cassatie
In mijngebied gevaren of
aanvaring veroorzaakt
KM
cursus
ERIC DE NOOR. MAN -
Valse geruchten over een
neergeschoten vliegtuig
J
i
de patroon van de reizigers
ZATERDAG 24 OCTOBER 1953
PAGINA 9
Ondergedoken bankbiljetten
Incident in Hongaars
krijgsgevangenenkamp
Bewakers opënen vuur op
demonstrerende Duitsers
en
Nieuwe griffier van het
Int. Gerechtshof
de
Het verplegen van een zieke is niet ieders
werk. Hoe bereikt men de beste
verzorging?
Xla-veVMai
Zeer veel Tweede-Kamerleden vragen
in het voorlopig verslag op de begroting
van Binnenlandse Zaken of de de minis
ter bereid is de ambtstoelagen van de
burgemeesters te verhogen. Deze zijn,
vooral in kleine gemeenten, in benau
wende mate bij de huidige sociale ver
plichtingen van de burgemeesters en
hun vrouwen achtergebleven.
Ook wordt van verschillende zijden
gevraagd, welke voornemens er bestaan
t.a.v. de salarissen van wethouders,
met name in de middelgrote gemeenten.
De bezoldiging van de wethouders, die
aan de vervulling van dit ambt een dag
taak hebben, wordt algemeen onvol
doende geacht, zodat men maatregelen
Op korte termijn dringend gewenst acht.
Nagenoeg algemeen blijkt men van
opvatting te zijn, dat de practijk van het
stemmen bij volmaccht niet bevredi
gend heeft gewerkt. Kan men volstaan
met een mededeling van de betrokkene,
dat hij door ziekte niet aan de stemming
Zal kunnen deelnemen, met een straf
bepaling voor het afleggen van onjuiste
Verklaringen? N
Het bezoldigingsvraagstuk van het
overheidspersoneel valt zo betogen
vele leden in twee delen uiteen. Al
lereerst de denivellering van de salaris
sen der middelbare en hogere ambtena
ren, en vervolgens het algemeen salaris
peil van het gehele overheidspersoneel.
Met betrekking tot het eerste wordt
opgemerkt, dat het begin dat de minister
heeft gemaakt met de oplossing van dit
probleem, gevolgd dient te worden door
verdere stappen welke moeten leiden
naar een volledige denivellering. Gaarne
zou men vernemen, of de minister een
regeling, als voor de topfunctionarissen
De Staat der Nederlanden is in cassa
tie gedaan tegen het arrest van het ge
rechtshof te 's-Gravenhage in de zaak
.^e ■'ondergedoken bankbiljetten"
he? j'e waarbij benaald werd dat
2L nfm"ek in deze kwestie hervat
getuiren°rnen V*4 het nader horen van
cerahpr i.nm Paooien zullen 17 De-
houden. Se Raad wordcn
Toen
Maart J943 een verordening
U u Rijkscommissaris afkwam, dat
bankbiljetten van f 500 en f 1000 inge
leverd i
in het voornemen ligt, ook mogelijk
acht t.a.v. de hoogste ambtenaren van
de lagere publiekrechtelijke organen.
Wat het tweede punt betreft, zou men
graag vernemen, wat de mening van de
minister is omtrent de salarispositie in
het algemeen en of ten deze concrete
maatregelen tegemoet kunnen worden
gezien.
De verkiezing van zeven wethouders
in Amsterdam heeft van verschillende
zijden de aandacht getrokken. Is er enige
zekerheid zo vraagt men dat men
een volgend maal dit aantal nog niet
verder zal uitbreiden? Dient de minister
daarom niet te bevorderen, dat de des
betreffende wettelijke bepaling in dier
voege gewijzigd zal worden, dat geen
misverstand omtrent haar bedoeling
meer kan voorkomen?
Hongaarse communistische kampbewa
kers hebben op 4 October het vuur ge
opend op weerbarstige Duitse krijgsge
vangenen, die in een Hongaars gevange
tienkamp demonstreerden. Hierdoor
werden vijf Duitsers gedood en 23 ge
wond, van wie de meesten ernstig.
Dit werd gisteren unaniem meege
deeld door 97 voormalige Duitse krijgs
gevangenen en 45 Oostenrijkers en eth-
r.ische Duitsers die vrijgelaten werden
uit het kamp Tissaloek en gisteren in
Bruck aan de Leithe aankwamen.
Zij zeiden, dat het incident plaats
vond toen verschillende werkgroepen
weigerden naar de barakken in hun
kamp terug te keren en de vrijlating
eisten van verschillende van hun mede
gevangenen, die door de kampleiding
gearresteerd waren wegens demonstra
ties tegen overmatig werken. Zij deel
den mee, dat de kampbewoners gedwon
gen werden per dag 20 kubieke meter
grond uit te graven.
moesten worden, gaven vele
landgenoten daaraan geen gevolg. On
der hen bevond zich de Joodse Neder
lander D. de L., die zijn bankbiljetten
Van f 500 en van f 1000 in het bijzijn van
meerdere getuigen begroef. Na de be
vrijding en wel op 13 September 1945
Verscheen een beschikking, krachtens
welke aan eigenaars de tegenwaarde
van ingeleverde bankbiljetten kon wor
den vergoed, de eigenaar moest daarbij
finnen bewijzen dat hij 13 Maart de be-
dste bankbiljetten in eigendom had.
L. richtte in verband met deze be-
cA;kklhg'eeti verzoek, agn bét. ministe-
veren?2" V ?a"cl<5n °m de tegenwaarde
die hii van de bankbiljetten,
Hpt d,-Ji"1er,yd had lBt™ onderduikenl
Het ministerie van Financiën liet hem
daarop weten, dat zijn verzoek was af
gewezen. Een motivering voor deze af
wijzing werd niet gegeven. De L. liet
toen de staat dagvaarden om deze on
verschillende gronden te doen veroor
delen het desbetreffende bedrag uit te
betalen, sübsidair te laten verklaren dat
eiser voldaan had aan de gestelde voor-
Waarden. De rechtbank beschikte even-
Wel afwijzend op dit verzoek.
Tegen deze uitspraak tekende De L.
hnver beroep aan. Het gerechtshof be
sliste toen dat de beëindiging van het
onderzoek en de afwiizing van het ver
doek tot inwisseling der oude bankbil
jetten niet overeenkomstig de redeliik-
Heid was prpschted en flat zulks mee-
kfaeht dat het onderzoek hervat moest
borden tot het nader horen van getui
gen.
(Van onze verslaggever)
Vier schippers hadden zich Vrjjdag
voor de Raad van Scheepvaart te ver
antwoorden voor fouten bij de naviga
tie of wegens onachtzaamheid. De In
specteur van de Scheepvaart, de heer
Roodenburg, eiste straffen, variërende
van een berisping tot vier maanden
schorsing.
De Raad zal in al deze gevallen schrif
telijk uitspraak doen.
De zwaarste straf werd geëist tegen
een Urker visser, die zich met zijn
„Adriaan'je" Uk 2 bij het lichtschip
Terschellingerbank op weg naar IJmui-
den in verboden vaarwater had ge
waagd. Een marinevliegtuig had dit ge
fotografeerd. ,,'t Is een mooie foto!"
merkte de visser op. De president wens
te hem geluk dat hij niet met zijn schip
op een mijn gelopen was. „U weet dat er
zware straffen op deze overtreding
staan", voegde hij er aan toe.
„Ik heb er niet zo bij nagedacht", ver
dedigde de visser zich.
De schipper van „Hoop doet leven
Uk 72, moest zich verantwoorden voor
een aanvaring van zijn schip met de
motortreiler „Dirkje" op 12 Mei bij de
kop van de IJmuidense Noorderpier. Hij
was bij het binnenvaren langs de Noor
derpier inplaats van langs de Zuider-
piev gegaan en had de motortreiler niet
opgemerkt. De beide schippers kregen
hooglopende ruzie over de plaats van
het ongeval, of dit al of niet buiten
gaats was. „U had moeilijk slechter
kunnen varen, „merkte de president te
gen de verdachte op, „U had het uit
gaand verkeer voorrang moeten verle
nen en z.ich uitlicht op de situatie móe
ten verschaffen." De inspecteur van de
Scheepvaart eiste twee Weken schor
sing van de bevoegdheid van verdach
te als schipper. De schipper van de
„Twee Gebroeders", dat op 29 Novem
ber 1952 in de Deurloo was gestrand en
op een wrak lek was gestoten, had vol
gens de Inspecteur van de Scheepvaart,
die een ernstige berisping tegen hem
eiste, te weinig op de merktonnen gelet,
welke de vele wrakken in de toegang
tot de Schelde aangeven. De schipper
merkte op dat men er altijd vaart, maar
de president zeide dat het alleen bij
hoog water mag gebeuren.
Een berisping vroeg de nspecteur voor
de Scheepvaart voor de schipper van
het motorvissersvaartuig „Stern" Od 13,
dat in de stormnacht van 30 Januari
tussen Katwijk en Noordwijk strandde
maar spoedig weer vlot kwam. De schip
per werd het ontbreken van een koel-
waterpomp plus startluchtfles en voch
tigheid van vuurpijlen ten la?te gelegd.
De schipper zou vuurpijlen hebben afge
schoten maar ze zijn nergens waarge
nomen, ofschoon de schipper volhield
dat vier van de z-s goed hebben gefune-
tionneerd. De „Stern" was v, Schevenin-
gen tér visvangst uitgevaren maar on
derweg was de riem van de lenspomp
afgeslagen. De schipper had tevergeeis
getracht al zeilende in de vaart te blij
ven. Hij slaagde er echter in een ca
tastrophe bij de stranding te voorko
men. Dat werd in zijn voordeel voor de
Raad getuigd.
Een Zweeds vliegtuig, dat drie dagen
geleden boven Syrië is neergestort
waarbij beide inzittenden om het leven
kwamen is' zeer waarschijnlijk aan
leiding geweest tot een groot aantal
valse geruchten, volgens welke Israëli
sche jagers een Zweeds lijntoestel zou
den hebben neergeschoten waarbij vijf
en dertig inzittenden gedood zouden
zijn. Deze geruchten, die in grote aan
tallen door radiostations en persbureaux
werden verspreid en doorgegeven, heb
ben gisteravond vooral in Zweden, maar
ook in andere landen urenlange span
ning veroorzaakt. Officiële bronnen
werden aangehaald die de onjuiste be
richten! bevestigd hadden en even la
ter moesten weer andere, even offici
ële bronnen worden geciteerd, die het
ontkenden^ Bevestigingen
dèmenties volgden ëllfaar in snel tem
po op, Zweedse* ambassades in diverse
landen werden overstroomd met tele-
foontjeis. Zweedse luchtvaartmaatschap
pijen hadden met hetzelfde euvel te
kampen en stonden voor een raadsel. De
bron van al deze geruchten is nog niet
ontdekt, maar wel staat vast dat de ge
ruchten volkomen onjuist zijn geweest.
Het Internationale Gerechtshof te 's-Gra
venhage heeft de 62-jarige heer Julio Lopez
Olivan jgekozen tot griffier als opvolger van
de heer E. Hambro.
De heer Lopez Olivan, die in Saragossa
is geboren, was gezant van Spanje in
Stockholm en Bern en ambassadeur in Lon
den (1936). Van 1936 tot 1946 was hij grif
fier van het Permanente Hof van Justitie,
Op een goede, of als U liever wilt,
op een kwade dag komt elke
huisvrouw voor hot feit te staan,
dat zii een zieke te verzorgen krijgt.
Het tegenwoordige gebrek aan zieken-
huisruimte werkt daar bovendien nog
flink aan mee. Nu M helJliPE
van een zieke niet ieders we
om willen de volgende rege
daarbij behulpzaam zijn.
Allereerst is daar de ziekenkamer,
die onze aandacht vraagt. Het spreeKi
helemaal niet vanzelf, dat daarvoor de
slaapkamer in aanmerking komt. Be
halve dat deze vaak door twee perso
nen gebruikt wordt of te klein is, zul
len we om allerlei redenen daarvoor
met zorg het meest geschikte vertrek
uitzoeken. Zo mogelijk een zonnige
kamer, waarin het straatrumoer en de
etensgeuren uit de keuken niet vermo
gen door te dringen. Het moet in de
kamer wel gezellig zijn, maar onno
dig meubilair en onrustige versieringen
verhuizen zolang naar elders. Als er
één raam openstaat, kan het niet
tochten en heeft de frisse lucht toch
ruim toegang. De verlichting houde
men gedempt, doch men zorge ervoor,
dat er ook een goede verlichting mo
gelijk is, als de dokter die soms bij
zijn onderzoek nodig mocht hebben.
Centrale verwarming is natuurlijk
ideaal, maar een goed trekkende ko-
lenkachel of gashaard voldoet even
goed. Absoluut te ontraden is natuur
lijk een gaskachel zonder afvoer of
een petroleumkachel. Soms kunnen krui
ken noodzakelijk blijken. Zij zijn dan
tevens een noodzakelijk kwaad. Voor
al bewusteloze patiënten branden zich
nogal eens aan kruiken; men zij dus
°P zijn hoede.
Dan natuurlijk het bed. Voor de ver
pleging is een vrij hoog bed erg pret
tig, hoewel niet iedereen daar zomaar
over zal beschikken. Mocht de dokter
zulk een hoog bed noodzakelijk vinden,
dan zou u kunnen informeren bij het
vv it-Gele Kruis, of men u daar helpen
kan. Het is ook mogelijk een één-per-
soons ziekbed op „blokken" te plaat
sen. Ook deze blokken plegen bij het
Wit-Gele Kruis voorradig te zijn.
Men plaatst het bed zo, dat het licht
van links komt en de zieke er niet te
gen in behoeft te kijken. Het komt vrij
te staan, in elk geval nooit met een lan
ge kant tegen de muur, dat is te lastig.
Wij gebruiken bij voorkeur harde ma
trassen, daar de kuilen, die er anders
door het liggen in ontstaan, jui^t aan
leiding tot decubitus (doorliggen)
geven. Verder verdienen wollen dekens
de voorkeur. Hoofdkussens moeten niet
Je dik zijn; als de dokter geen speciale
ligging heeft voorgeschreven, is het
aantal afhankelijk van de persoonlijke
smaak van de zieke.
De patiënt heeft in bed zo weinig
ïnogelijk aan, overigens ook weer een
algemeen principe uit de gezondheids-
f?an" ii1 naar ëelanf? het jaargetijde een
„J„ cn of katoenen pyama over een
cpv=i ,aagJe van wol of tricot, in elk
ai„ hJ.an lets> dat goed vocht opneemt.
Het wassen en de dagelijkse li
chaamsverzorging, och, U zult ze
vanzelf niet overslaan. DenK er
wel aan, dat zich hierbij een goede ge
legenheid voordoet om het doorliggen te
bestrijden. Het gevaar voor doorliggen
dreigt vooral aan stuit en heupen. Zo
dra ze gewassen zijn, worden ze met
kamferspiritus ingewreven en daarna
met talkpoeder. Het eerste symptoom
van decubitus is een pijnlijke roodheid,
die vrij spoedig overgaat in een blauw
achtige, natte plek. Uitgebreide stin
kende en niet gemakkelijk genezende
wonden kunnen er het gevolg van zijn
als- nu niet onmiddellijk deskundige
hulp ingeroepen wordt.
Een ander belangrijk onderdeel van
een doelmatige ziekenverzorging is een
goede voeding. Zoals altijd moet hetiji
voedsel voldoende eiwitten, vetten, f
koolhydraten en zouten bevatten en
voldoende calorieën leveren, maar al
les luistert nu veel nauwkeuriger.
Daarom nu extra-aandacht voor de vi
tamineverzorging. In hoeverre er be
hoefte bestaat aan extra versterkende
middelen is een beslissing, die afhangt
van de behandelende geneesheer. Re
gelmaat bij de maaltijden is bij zieken
even onmisbaar als bij kleine kinderen.
Door afwisseling te brengen in het me
nu en door een en ander prettig op te
dienen, kunnen wij het gebrek aan
eetlust, waarmee alle zieken te kam
pen hebben, overwinnen.
Tenslotte nog enkele losse opmerkin
gen. De dokter zal het op prijs stellen
als U een temperatuurlijstje bijhoudt.
Maar zorg er dan voor, dat 't volkomen
betrouwbaar is. Klop het kwik dus goed
geniet erop dat de thermometer, als
nrT"inste okseltemperatuur opne-
?lw«We -ik pas na tien minuten af-
gekzen wordt. Nemen wij rectaal op,
~f," de thermometer maar vijf
minuten ingehouden te worden.
Dan nog de medicijnen. Het is abso-
luut noodzakelijk zich aan de voorge-
schreven hoeveelheid te houden en
deze op vaste tijden te geven, anders
krijgt de dokter éen verkeerde indruk
over het al dan niet gunstige verloop
van de ziekte. Worden er verschillen
de medicijnen voorgeschreven, dan
maakt men een medicijnlijstje, waarop
precies de tijd en de hoeveelheid van
elk geneesmiddel staan opgetekend. Dat
klinkt misschien wat kinderachtig,
maar anders loopt het beslist mis. Als
men nu een drankje of een poeder ge
geven heeft, dan wordt dat op het
lijstje afgekruist, zo is er altijd oon-
tröle mogelijk.
Mijn allerlaatste opmerking geldt 't
bezoek. Voor ernstige zieken is veel
bezoek beslist te vermoeiend. Men late
niet meer dan één bezoeker tegelijk bij
de patiënt en zie toe dat het bezoek
niet te lang duurt. De rustigste bezoek
tijd is wel 'smiddags. Voor herstel
lende patiënten gelden deze regels niet
zo streng meer, maar laten wij dan op
letten, als er meer bezoek is, dat het
gesprek niet Ontaardt in de meest won
derlijke en volstrekt waardeloze verha
len over ziekten van andere mensen.
En nu veel succes met de verpleging,
maar natuurlijk bovenal een spoedige
beterschap gewenst voor de zieke.
Van S.
•JJ h.l!)- HkMu UuSbl
12. De onverwachte en heftige smeekbede van de vrouw heeft Eric enigszins in
verwarring gebracht. Hij voelt zich weinig op zijn gemak en kijkt vragend naar
Svitjold en Winonah. Maar de vrouw, een weigering vrezende, buigt een knie naar
de grond en heft het kind naar hem op.
Zo ge het niet voor mij doet, doe het dan voor mijn kind, edele heer, stamelt
zij gebroken. De lotgevallen, die de vrouw de laatste tijd blijkbaar ten deel zijn
gevallengaan boven haar krachten. Volledig overspannen laat zij de armen zakken
en weent geluidloos.
Sta op vrouw," zegt Eric, vergeefs trachtend zijn ontroering te verbergen. „Nog
nooit heeft iemand vergeefs een beroep op mijn hulp gedaan. Gij moet voor mij
niet knielen. Ge kunt blijven zolang ge wilt."
Hij geeft Winonah een wenk. Deze treedt nu op de vrouw toe en legt beschermend
een arm om haar schouders. „Kom," vermaant zij liefdevol. „Bedwing uw tranen,
ge hebt niets meer te vrezenEn met deze woorden leidt zij haar langzaam weg.
„Arme vrouw," mompelt Eric, hen naziende. ,JZij moet wel veel doorstaan hebben."
Hij schudt medelijdend het hoofd en wendt zich dan tot Svitjold. „Maar nu gij, trouwê
vriend, ik moet eens ernstig met u spreken. Uw gedragingen wekken mijn bekom
mernis; ge doet of ik een vreemde voor u ben. Zijt ge niet jarenlang mijn vertrouw
de, mijn raadsman geweest? Hebt ge dan alles vergeten, wat wij tezamen beleefd
hebben? Zo ge meent, dat ik ergens onrechtvaardig jegens u geweest ben, spreek!
Waarom zwijgt ge?"
Beschaamd wendt Svitjold het hoofd af. „Vergeef my, heer Ene," zegt hij moeilyK.
Het was niet mijn bedoeling u te kwetsen. Ik koester geen wrok jegens u. Hoe
'zou ik kunnen?" Hij kijkt een wijle strak voor zich uit. „Ik weet zelf niet wat mi)
bezielt; ge moet mij tijd geven om na te denken," voegt hij er dan hulpeloos aan toe
Kéx*!*x«i*xic<c^*x*x*i%*x*x*x*!,x*x*x»s»-A
.V.V.WAV.W.V
Het paleis op de Dam te
Amsterdam
28 October 1648, dus 305 deze vastgesteld in 1647 en
jaar geleden, werd de eerste werd met het graven een be-
fundamentssteen gelegd voor gin gemaakt,
het stadhuis (paleis) op de
Dam te Amsterdam.
Je weet zeker wel, dat Am
sterdam gebouwd is (en nog
steeds wordt) op palen, die in
de grond worden geheid, om
dat de grond te zacht is om
daar ineens op te bouwen.
Jacob van Campen, een van
de beroemdste bouwmeesters,
die ons land heeft voortge
bracht, kreeg de opdracht in
de hoofdstad het stadhuis te
bouwen. 20 Januari 1648 werd
de eerste paal in de grond
geslagen en binnen negen
maanden waren alle in de
grond geheid en daarop kon
den de fundamenten (dat is dus
de stevige grondvesting) wor
den gelegd. Hebben jullie enig
idee op hoeveel heipalen het
grote paleis rust? Meer dan
dertien duizend; om precies te
zijn: 13659 (en om te voorko
men dat iemand een opmerking
zou willen maken, vertellen wij
er bij dat het er thans nog
13658 zijn, omdat men enkele
jaren geleden één paal heeft
verwijderd om die te onder
zoeken).
In het begin van de zeven-
tiende eeuw begon het bestuur met u
van de hoofdstad behoefte te f '1
gevoelen aan een riieuw en
groot stadhiMs. lezen wij in
„Hollandse Meesters uit de
XVIIde eeuw." Het raadhuis,
dat men stichten ging, moest
een gebouw worden, de
bloeiende koopstad waardig;
de zetel van het stedelijk be
stuur mocht zich met niet
minder tevreden stellen dan
met het beste, dat de kunst
kon voortbrengen!
Was het wonder, dat bij het
benoemen van een bouwmees
ter de keuze viel op Jacob van
Campen, de alom gevierde
kunstenaar?
Van Campen, die toen in
Den Haag woonde, ging aan 't wat een grote gunst God hun
ontwerpen en aan het tekenen, bewezen heeft, door één van
en na vele besprekingen met
het stadsbestuur en verschil
lende wijzigingen in de plan-
nen zoals altijd met grote
werken het geval is werden
Tijdens de bouw van het
nieuwe raadhuis bleef het
oude dienst doen, totdat hier
aan plotseling een eind gemaakt
werd, doordien er 7 Juli 1652
's nachts brand in het oude
raadhuis ontstond. Daar dit ge
bouw grotendeels uit hout was
samengesteld, viel er aan blus
sen niet te denken, zodat het
geheel in vlammen opging en
men al blij was, dat de meeste
papieren en bescheiden kon
den gered worden.
In 1653 was men druk bezig
met de bouw van het nieuwe
stadhuis. De inwijding vond
plaats Juli 1655. hoewel het
gebouw toen nog lang niet vol
tooid was.
(Wordt vervolgd)
Deze beroemde zeevaarder,
aan wie men zulke belangrijke
aardrijkskundige ontdekkingen
te danken heeft, werd 27 Oc
tober 1728, dus 225 jaar gele
den, in het Engelse graafschap
York geboren. Zijn vader was
een eenvoudig landman, die
voor de opvoeding van de
jonge Cook slechts weinig zorg
droeg en hem al vroeg naar
zee zond. Zijn eerste zeetoch
beantwoorden, dat, toen hij in
Engeland terug kwam, de be
stuurders van het zeewezen
hem voor de geschiktste man
hielden, om de aardrijkskundi
ge nasporingen te doen, waar
mede de Engelse regering zich
destijds wilde bezig houden.
Ten gevolge daarvan deed
Cook drie grote ontdekkings
reizen. Elke reis duurde drie
jaar en leverde telkens voor
de kennis van de aardbol de
rijkste vruchten op. Wij wil
len er alleen dit van zeggen:
dat men aan Cook de nadere
kennis van Nieuw-Zeeland en
„Toen gij onder tranen uw
gebeden verrichtte, toen gij
overdag de doden in uw tuin
verborg, om ze 's nachts te be
graven, toen droeg ik uw ge
beden op aan de Heer
Want ik ben de engel Rafaël,
een van de zeven, die voor
's Heren aangezicht staan...
Zijn engelen te zenden. Ze val
len op hun knieën neer, om
te danken, maar de engel is
verdwenen. Urenlang blijven
ze in dit gebed volharden: dan
staat de oude Tobias op en
zegt: „Groot zij Gij, o Heer, in
eeuwigheid! En tot in alle
eeuwen duurt Uw heerschap-
Het had wel de schijn, dat ik pij. Want Gij slaat en heelt en
memand kan Uw hand ont-
at en dronk, maar ik
onzichtbare spijs en
die geen mens..kan
aanschouwen. Nu is hét tijd
dat ik terugkeer naar Hem,
Die mij heeft gezonden; looft
gij echter de Heer en verkon
digt al zijn wonderdaden."
Dat zijn de woorden, die
aartsengel Rafaël van zich zelf
zegt, als hij met de jonge To
bias van de lange reis naar den
vreemde is teruggekeerd. Vele
wonderbare dingen zijn er op
die reis gebeurd, maar nu,
veilig thuis, heeft de engel ook
de oude Tobias gelukkig ge
maakt, door hem van zijn
blindheid te genezen. Als allen
de woorden van de engel ge
hoord hebben, begrijpen ze pas
vluchten."
Slechts eenmaal wordt in de
H. Schrift dc naam van de
aartsengel Rafaël genoemd. Hij
is door God gezonden, om in
de gedaante van een mens de
jonge Tobias op zijn reis te
vergezellen en tegen allerlei
gevaren te beschermen.
Het is daarom dat de H. Kerk
de aartsengel Rafaël tot pa
troon van de reizigers heeft
uitgeroepen. Op zijn feestdag,
vandaag, 24 October, bidt de
H. Kerk dan ook: „God, Die
aan Uw dienaar Tobias de H.
aartsengel Rafaël tot reisgezel
hebt gegeven, verleen, dat wij,
Uw dienaren, altijd door zijn
zorg worden beschermd en
door zijn bijstand gesterkt."
Het oversteken van een rivier in Nieuw-Zeeland
ten deed hij op een kolenschip
en Oook zou waarschijnlijk
zijn leven lang niet meer dan
een gewoon matroos gebleven
zijn, indien hij niet door een
brandende leerzucht was be
zield geweest. Hij legde zich op
de' stuurmanskunst toe, en trad
spoedig in dienst van de Brit
se marine. Als bekwaam zee
vaarder werd hij in 1764 door
de Engelse regering met de
taak belast, een reis te maken
naar Nieuw-Foundland, ten ein
de de kusten van dat eiland op
te nemen en kaarten daarvan te
vervaardigen.
Drie jaren verliepen met het
volbrengen van deze arbeid;
maar Cook had zich daarbij
zozeer beijverd, om aan het in
hem gestelde vertrouwen te
de meeste groepen eilanden in
de Stille Zuidzee te danken
heeft; dat Cook het is geweest,
die het eerst door de zeeëngte,
welke Azië en Amerika van
elkander scheidt, is gezeild. Na
Cooks reizen konden de mees
te open vakken, die toen nog
op de werelkaart bestonden,
worden ingevuld, en kon de
ligging van bijna alle kusten
met juistheid worden aange
wezen. Daar Cook op zijn
drie grote zeetochten door be
roemde natuurkundigen ver
gezeld werd, kon hij zijn reis
beschrijvingen verrijken met
belangrijke mededelingen over
de bewoners en voortbrengse
len der door hem ontdekte of
nader bezochte eilanden.
(Slot volgt)
Jacob van Campen
Vorige week hebben wij een
klaverblad tot tekenonderwerp
genomen. Hier nog een ander
voorbeeld. Teken eerst drie
cirkeltjes doof elkaar heen,
zoals op de tekening staat af
gebeeld. Om de juiste middel
punten te vinden, kun je eerst
drie vierkanten door elkaar te
kenen en daarin de cirkels met
1, 2 en 3 als middelpunten.
Het lijkt allemaal erg ingewik
keld, maar het is heel eenvou
dig, hoor.
„Kom mee", zegt het nog
geen 7-jarige meisje tegen haar
nog jonger broertje, „we kle
den ons als bedelaars en gaan
naar het land van de Moren."
„Wat moeten we daar doen?"
vraagt het broertje.
„We zullen daar de martel
dood sterven en zo langs de
kortste weg in het Paradijs ko
men."
Het meisje, dat dit avon
tuurlijke plan heeft opgevat, is
Teresia van Avila. Hgt is geen
kleinigheid, wat zij wil. Van
Avila, in midden Spanje, naar
de Zuidkust trekken als bede
laars, dan de Middellandse Zee
zien over te komen om in
Noord-Afrika bij de Moren de
marteldood te vinden.
Het blijft niet bij woorden.
Ze trekken er samen op uit.
Maar van dat sterven in Afrika
komt niets. Ze worden achter
haald en weer thuis gebracht.
Het is datzelfde meisje Tere
sia, dat later, in de grote tuin
van hun huis, kleine hutten
bouwt en daar „zustertje"
speelt. -
Dat zal dus wel een erg braaf
kind worden, denken vele men
sen. Voorlopig vergissen die
mensen zich. Want als Teresia
vijftien, zestien jaar is, loopt zij
vol opschik door de straten van
de stad te flaneren en vindt zij
het maar wat leuk als iedereen
naar haar kijkt. In haar levens
geschiedenis, die zij later
schrijft, staat over deze tijd te
lezen:
„Ik begon mij fraai te kleden
en wijdde mij, behaagziek als ik
was, aan het verzorgen van mijn
uiterlijk. Daartoe onderhield ik
zorgvuldig mijn handen en mijn
hoofdhaar en gebruikte welrie
kende oliën en allerlei andere
ijdele zaken, zoveel ik-mij maar
kon aanschaffen, want ik was
zeer pronkziek."
Teresia had dus een meisje
van onze tijd kunnen zijn.
En een heilige is ze op deze
leeftijd nog lang niet.
Toch besluit ze naar het
klooster te gaan.
Nog geen twintig jaar oud,
ontvlucht ze opnieuw het vader
lijk huis en meldt zich bij het
klooster van de Carmelitessen.
Teresia van Avila is zuster
geworden.
Een goede zuster, zeggen vele
mensen. Want ze vervult haar
kloosterplichten met de grootste
stiptheid; ze is bereid, ook de
geringste werken met ijver te
doen. En ze bidt veel en vurig.
En toch. is zuster Teresia van
Avila bijna twintig jaren lang
geen goede kloosterzuster. Twin
tig jaar lang heeft ze een strijd
te voeren tussen God en de
wereld. En al die tijd kan ze in
die strijd de overwinning niet
behalen. Ze beschrijft het weer
in haar geschiedenis:
„Ik leidde een zeer droevig
leven! Enerzijds werd ik door
God geroepen en anderzijds
volgde ik de wereld. Terwijl ik
grote vreugde vond in alle god
delijke dingen, boeiden de we
reldse mij evenzeer. In die 'tijd
wilde ik het geestelijke en het
wereldlijke leven met elkander
verenigen."
(Slot volgt)
Panorama te Luxemburg
„Wij zijn in Parijs ge
weest", zongen David en Jack,
terwijl de jeep over de Belgi
sche wegen naar Brussel raas
de, de hoofdstad van het ko
ninkrijk België. De jongens
waren van Frankrijk door
Luxemburg gereden, een land
ter grootte van onze provincie
Drente (2700 km.) en 300.000
inw. Luxemburg heeft ooft- en
wijnbouw als producten en
het land is een grote trek
pleister voor toerisme. Radio
Luxemburg staat bekend om
zijn goede programma's. België
is iets kleiner dan Nederland.
Het Oosten Is laag bergland
(de Ardennen), het midden is
heuvelland en het westen is
laag. Het land heeft het dicht
ste spoorwegnet en kolenmij
nen zijn er overvloedig. Jack
en David ontmoeten veel toe
risten, die met moeite tegen
de bergen opklommen, doch de
jeep trok zich met kracht naar
de top, om daarna weer met
grote snelheid omlaag te sui
zen. Vervolgens ging de reis
langs de Maas, een schitterende
tocht, want de weg loopt vrij-
1
i8Si
De mooie gildehuizen op de Grote Markt te Brussel
wel langs de rivier. Namen en
Dinant zijn hier de uitsteken
de vacantie-plaatsen, met voor
de toerist merkwaardige ge
bouwen. Ook Brussel bezit tal
rijke toeristische merkwaar
digheden en toen de jongens
door daze machtige stad re
den, hadden zij geen ogen ge
noeg om de interessante bouw
werken te bekijken. Op de
eerste plaats is Brussel een
stad met allerlei instellingen
voor wetenschappen en kun
sten en een groot aantal mooie
en merkwaardige gebouwen
sieren Brussel, waaronder het
Paleis van Justitie, het Stad
huis, de Gildehuizen (Grote
Markt), het Koninklijk Paleis
en nog vele anderen. De musea
zijn een bezoek overwaard, en
Jack en David bezochten er
verscheidene. Zij bekeken de
mooie werken van grote mees
ters. Na al de wondermooie
merkwaardigheden bezien te
hebben, werden de jongens hon
gerig en dorstig. Zo besloten de
vrienden eerst wat te gaan ge
bruiken.
elke plaats in België tot
kleinste gehucht toe ver-
men patates-frites en
David en Jack deden zich er
aan te goed. Merkwaardig zijn
ook de opschriften boven de
café's öf „staminees", zoals ze
daar worden genoema. Zo la
zen zij bijvoorbeeld ergens
„In de donkere wolk"
„De baas drinkt meer dan
't volk"
Als laatste punt stond Groot-
Brittannië nog op het program
en met de boot zouden zij naar
Engeland oversteken.