Toelagen burgemeesters moeten verhoogd worden Vier schippers voor de Raad van Scheepvaart EEN ZIEKE IN HUIS r p PALEIS OP DE DAM James Cook RAFAEL, GOD ALLEEN IS VOLDOENDE! Teken P Stemmen bij volmacht heeft niet bevredigend gewerkt Staat in cassatie In mijngebied gevaren of aanvaring veroorzaakt KM cursus ERIC DE NOOR. MAN - Valse geruchten over een neergeschoten vliegtuig J i de patroon van de reizigers ZATERDAG 24 OCTOBER 1953 PAGINA 9 Ondergedoken bankbiljetten Incident in Hongaars krijgsgevangenenkamp Bewakers opënen vuur op demonstrerende Duitsers en Nieuwe griffier van het Int. Gerechtshof de Het verplegen van een zieke is niet ieders werk. Hoe bereikt men de beste verzorging? Xla-veVMai Zeer veel Tweede-Kamerleden vragen in het voorlopig verslag op de begroting van Binnenlandse Zaken of de de minis ter bereid is de ambtstoelagen van de burgemeesters te verhogen. Deze zijn, vooral in kleine gemeenten, in benau wende mate bij de huidige sociale ver plichtingen van de burgemeesters en hun vrouwen achtergebleven. Ook wordt van verschillende zijden gevraagd, welke voornemens er bestaan t.a.v. de salarissen van wethouders, met name in de middelgrote gemeenten. De bezoldiging van de wethouders, die aan de vervulling van dit ambt een dag taak hebben, wordt algemeen onvol doende geacht, zodat men maatregelen Op korte termijn dringend gewenst acht. Nagenoeg algemeen blijkt men van opvatting te zijn, dat de practijk van het stemmen bij volmaccht niet bevredi gend heeft gewerkt. Kan men volstaan met een mededeling van de betrokkene, dat hij door ziekte niet aan de stemming Zal kunnen deelnemen, met een straf bepaling voor het afleggen van onjuiste Verklaringen? N Het bezoldigingsvraagstuk van het overheidspersoneel valt zo betogen vele leden in twee delen uiteen. Al lereerst de denivellering van de salaris sen der middelbare en hogere ambtena ren, en vervolgens het algemeen salaris peil van het gehele overheidspersoneel. Met betrekking tot het eerste wordt opgemerkt, dat het begin dat de minister heeft gemaakt met de oplossing van dit probleem, gevolgd dient te worden door verdere stappen welke moeten leiden naar een volledige denivellering. Gaarne zou men vernemen, of de minister een regeling, als voor de topfunctionarissen De Staat der Nederlanden is in cassa tie gedaan tegen het arrest van het ge rechtshof te 's-Gravenhage in de zaak .^e ■'ondergedoken bankbiljetten" he? j'e waarbij benaald werd dat 2L nfm"ek in deze kwestie hervat getuiren°rnen V*4 het nader horen van cerahpr i.nm Paooien zullen 17 De- houden. Se Raad wordcn Toen Maart J943 een verordening U u Rijkscommissaris afkwam, dat bankbiljetten van f 500 en f 1000 inge leverd i in het voornemen ligt, ook mogelijk acht t.a.v. de hoogste ambtenaren van de lagere publiekrechtelijke organen. Wat het tweede punt betreft, zou men graag vernemen, wat de mening van de minister is omtrent de salarispositie in het algemeen en of ten deze concrete maatregelen tegemoet kunnen worden gezien. De verkiezing van zeven wethouders in Amsterdam heeft van verschillende zijden de aandacht getrokken. Is er enige zekerheid zo vraagt men dat men een volgend maal dit aantal nog niet verder zal uitbreiden? Dient de minister daarom niet te bevorderen, dat de des betreffende wettelijke bepaling in dier voege gewijzigd zal worden, dat geen misverstand omtrent haar bedoeling meer kan voorkomen? Hongaarse communistische kampbewa kers hebben op 4 October het vuur ge opend op weerbarstige Duitse krijgsge vangenen, die in een Hongaars gevange tienkamp demonstreerden. Hierdoor werden vijf Duitsers gedood en 23 ge wond, van wie de meesten ernstig. Dit werd gisteren unaniem meege deeld door 97 voormalige Duitse krijgs gevangenen en 45 Oostenrijkers en eth- r.ische Duitsers die vrijgelaten werden uit het kamp Tissaloek en gisteren in Bruck aan de Leithe aankwamen. Zij zeiden, dat het incident plaats vond toen verschillende werkgroepen weigerden naar de barakken in hun kamp terug te keren en de vrijlating eisten van verschillende van hun mede gevangenen, die door de kampleiding gearresteerd waren wegens demonstra ties tegen overmatig werken. Zij deel den mee, dat de kampbewoners gedwon gen werden per dag 20 kubieke meter grond uit te graven. moesten worden, gaven vele landgenoten daaraan geen gevolg. On der hen bevond zich de Joodse Neder lander D. de L., die zijn bankbiljetten Van f 500 en van f 1000 in het bijzijn van meerdere getuigen begroef. Na de be vrijding en wel op 13 September 1945 Verscheen een beschikking, krachtens welke aan eigenaars de tegenwaarde van ingeleverde bankbiljetten kon wor den vergoed, de eigenaar moest daarbij finnen bewijzen dat hij 13 Maart de be- dste bankbiljetten in eigendom had. L. richtte in verband met deze be- cA;kklhg'eeti verzoek, agn bét. ministe- veren?2" V ?a"cl<5n °m de tegenwaarde die hii van de bankbiljetten, Hpt d,-Ji"1er,yd had lBt™ onderduikenl Het ministerie van Financiën liet hem daarop weten, dat zijn verzoek was af gewezen. Een motivering voor deze af wijzing werd niet gegeven. De L. liet toen de staat dagvaarden om deze on verschillende gronden te doen veroor delen het desbetreffende bedrag uit te betalen, sübsidair te laten verklaren dat eiser voldaan had aan de gestelde voor- Waarden. De rechtbank beschikte even- Wel afwijzend op dit verzoek. Tegen deze uitspraak tekende De L. hnver beroep aan. Het gerechtshof be sliste toen dat de beëindiging van het onderzoek en de afwiizing van het ver doek tot inwisseling der oude bankbil jetten niet overeenkomstig de redeliik- Heid was prpschted en flat zulks mee- kfaeht dat het onderzoek hervat moest borden tot het nader horen van getui gen. (Van onze verslaggever) Vier schippers hadden zich Vrjjdag voor de Raad van Scheepvaart te ver antwoorden voor fouten bij de naviga tie of wegens onachtzaamheid. De In specteur van de Scheepvaart, de heer Roodenburg, eiste straffen, variërende van een berisping tot vier maanden schorsing. De Raad zal in al deze gevallen schrif telijk uitspraak doen. De zwaarste straf werd geëist tegen een Urker visser, die zich met zijn „Adriaan'je" Uk 2 bij het lichtschip Terschellingerbank op weg naar IJmui- den in verboden vaarwater had ge waagd. Een marinevliegtuig had dit ge fotografeerd. ,,'t Is een mooie foto!" merkte de visser op. De president wens te hem geluk dat hij niet met zijn schip op een mijn gelopen was. „U weet dat er zware straffen op deze overtreding staan", voegde hij er aan toe. „Ik heb er niet zo bij nagedacht", ver dedigde de visser zich. De schipper van „Hoop doet leven Uk 72, moest zich verantwoorden voor een aanvaring van zijn schip met de motortreiler „Dirkje" op 12 Mei bij de kop van de IJmuidense Noorderpier. Hij was bij het binnenvaren langs de Noor derpier inplaats van langs de Zuider- piev gegaan en had de motortreiler niet opgemerkt. De beide schippers kregen hooglopende ruzie over de plaats van het ongeval, of dit al of niet buiten gaats was. „U had moeilijk slechter kunnen varen, „merkte de president te gen de verdachte op, „U had het uit gaand verkeer voorrang moeten verle nen en z.ich uitlicht op de situatie móe ten verschaffen." De inspecteur van de Scheepvaart eiste twee Weken schor sing van de bevoegdheid van verdach te als schipper. De schipper van de „Twee Gebroeders", dat op 29 Novem ber 1952 in de Deurloo was gestrand en op een wrak lek was gestoten, had vol gens de Inspecteur van de Scheepvaart, die een ernstige berisping tegen hem eiste, te weinig op de merktonnen gelet, welke de vele wrakken in de toegang tot de Schelde aangeven. De schipper merkte op dat men er altijd vaart, maar de president zeide dat het alleen bij hoog water mag gebeuren. Een berisping vroeg de nspecteur voor de Scheepvaart voor de schipper van het motorvissersvaartuig „Stern" Od 13, dat in de stormnacht van 30 Januari tussen Katwijk en Noordwijk strandde maar spoedig weer vlot kwam. De schip per werd het ontbreken van een koel- waterpomp plus startluchtfles en voch tigheid van vuurpijlen ten la?te gelegd. De schipper zou vuurpijlen hebben afge schoten maar ze zijn nergens waarge nomen, ofschoon de schipper volhield dat vier van de z-s goed hebben gefune- tionneerd. De „Stern" was v, Schevenin- gen tér visvangst uitgevaren maar on derweg was de riem van de lenspomp afgeslagen. De schipper had tevergeeis getracht al zeilende in de vaart te blij ven. Hij slaagde er echter in een ca tastrophe bij de stranding te voorko men. Dat werd in zijn voordeel voor de Raad getuigd. Een Zweeds vliegtuig, dat drie dagen geleden boven Syrië is neergestort waarbij beide inzittenden om het leven kwamen is' zeer waarschijnlijk aan leiding geweest tot een groot aantal valse geruchten, volgens welke Israëli sche jagers een Zweeds lijntoestel zou den hebben neergeschoten waarbij vijf en dertig inzittenden gedood zouden zijn. Deze geruchten, die in grote aan tallen door radiostations en persbureaux werden verspreid en doorgegeven, heb ben gisteravond vooral in Zweden, maar ook in andere landen urenlange span ning veroorzaakt. Officiële bronnen werden aangehaald die de onjuiste be richten! bevestigd hadden en even la ter moesten weer andere, even offici ële bronnen worden geciteerd, die het ontkenden^ Bevestigingen dèmenties volgden ëllfaar in snel tem po op, Zweedse* ambassades in diverse landen werden overstroomd met tele- foontjeis. Zweedse luchtvaartmaatschap pijen hadden met hetzelfde euvel te kampen en stonden voor een raadsel. De bron van al deze geruchten is nog niet ontdekt, maar wel staat vast dat de ge ruchten volkomen onjuist zijn geweest. Het Internationale Gerechtshof te 's-Gra venhage heeft de 62-jarige heer Julio Lopez Olivan jgekozen tot griffier als opvolger van de heer E. Hambro. De heer Lopez Olivan, die in Saragossa is geboren, was gezant van Spanje in Stockholm en Bern en ambassadeur in Lon den (1936). Van 1936 tot 1946 was hij grif fier van het Permanente Hof van Justitie, Op een goede, of als U liever wilt, op een kwade dag komt elke huisvrouw voor hot feit te staan, dat zii een zieke te verzorgen krijgt. Het tegenwoordige gebrek aan zieken- huisruimte werkt daar bovendien nog flink aan mee. Nu M helJliPE van een zieke niet ieders we om willen de volgende rege daarbij behulpzaam zijn. Allereerst is daar de ziekenkamer, die onze aandacht vraagt. Het spreeKi helemaal niet vanzelf, dat daarvoor de slaapkamer in aanmerking komt. Be halve dat deze vaak door twee perso nen gebruikt wordt of te klein is, zul len we om allerlei redenen daarvoor met zorg het meest geschikte vertrek uitzoeken. Zo mogelijk een zonnige kamer, waarin het straatrumoer en de etensgeuren uit de keuken niet vermo gen door te dringen. Het moet in de kamer wel gezellig zijn, maar onno dig meubilair en onrustige versieringen verhuizen zolang naar elders. Als er één raam openstaat, kan het niet tochten en heeft de frisse lucht toch ruim toegang. De verlichting houde men gedempt, doch men zorge ervoor, dat er ook een goede verlichting mo gelijk is, als de dokter die soms bij zijn onderzoek nodig mocht hebben. Centrale verwarming is natuurlijk ideaal, maar een goed trekkende ko- lenkachel of gashaard voldoet even goed. Absoluut te ontraden is natuur lijk een gaskachel zonder afvoer of een petroleumkachel. Soms kunnen krui ken noodzakelijk blijken. Zij zijn dan tevens een noodzakelijk kwaad. Voor al bewusteloze patiënten branden zich nogal eens aan kruiken; men zij dus °P zijn hoede. Dan natuurlijk het bed. Voor de ver pleging is een vrij hoog bed erg pret tig, hoewel niet iedereen daar zomaar over zal beschikken. Mocht de dokter zulk een hoog bed noodzakelijk vinden, dan zou u kunnen informeren bij het vv it-Gele Kruis, of men u daar helpen kan. Het is ook mogelijk een één-per- soons ziekbed op „blokken" te plaat sen. Ook deze blokken plegen bij het Wit-Gele Kruis voorradig te zijn. Men plaatst het bed zo, dat het licht van links komt en de zieke er niet te gen in behoeft te kijken. Het komt vrij te staan, in elk geval nooit met een lan ge kant tegen de muur, dat is te lastig. Wij gebruiken bij voorkeur harde ma trassen, daar de kuilen, die er anders door het liggen in ontstaan, jui^t aan leiding tot decubitus (doorliggen) geven. Verder verdienen wollen dekens de voorkeur. Hoofdkussens moeten niet Je dik zijn; als de dokter geen speciale ligging heeft voorgeschreven, is het aantal afhankelijk van de persoonlijke smaak van de zieke. De patiënt heeft in bed zo weinig ïnogelijk aan, overigens ook weer een algemeen principe uit de gezondheids- f?an" ii1 naar ëelanf? het jaargetijde een „J„ cn of katoenen pyama over een cpv=i ,aagJe van wol of tricot, in elk ai„ hJ.an lets> dat goed vocht opneemt. Het wassen en de dagelijkse li chaamsverzorging, och, U zult ze vanzelf niet overslaan. DenK er wel aan, dat zich hierbij een goede ge legenheid voordoet om het doorliggen te bestrijden. Het gevaar voor doorliggen dreigt vooral aan stuit en heupen. Zo dra ze gewassen zijn, worden ze met kamferspiritus ingewreven en daarna met talkpoeder. Het eerste symptoom van decubitus is een pijnlijke roodheid, die vrij spoedig overgaat in een blauw achtige, natte plek. Uitgebreide stin kende en niet gemakkelijk genezende wonden kunnen er het gevolg van zijn als- nu niet onmiddellijk deskundige hulp ingeroepen wordt. Een ander belangrijk onderdeel van een doelmatige ziekenverzorging is een goede voeding. Zoals altijd moet hetiji voedsel voldoende eiwitten, vetten, f koolhydraten en zouten bevatten en voldoende calorieën leveren, maar al les luistert nu veel nauwkeuriger. Daarom nu extra-aandacht voor de vi tamineverzorging. In hoeverre er be hoefte bestaat aan extra versterkende middelen is een beslissing, die afhangt van de behandelende geneesheer. Re gelmaat bij de maaltijden is bij zieken even onmisbaar als bij kleine kinderen. Door afwisseling te brengen in het me nu en door een en ander prettig op te dienen, kunnen wij het gebrek aan eetlust, waarmee alle zieken te kam pen hebben, overwinnen. Tenslotte nog enkele losse opmerkin gen. De dokter zal het op prijs stellen als U een temperatuurlijstje bijhoudt. Maar zorg er dan voor, dat 't volkomen betrouwbaar is. Klop het kwik dus goed geniet erop dat de thermometer, als nrT"inste okseltemperatuur opne- ?lw«We -ik pas na tien minuten af- gekzen wordt. Nemen wij rectaal op, ~f," de thermometer maar vijf minuten ingehouden te worden. Dan nog de medicijnen. Het is abso- luut noodzakelijk zich aan de voorge- schreven hoeveelheid te houden en deze op vaste tijden te geven, anders krijgt de dokter éen verkeerde indruk over het al dan niet gunstige verloop van de ziekte. Worden er verschillen de medicijnen voorgeschreven, dan maakt men een medicijnlijstje, waarop precies de tijd en de hoeveelheid van elk geneesmiddel staan opgetekend. Dat klinkt misschien wat kinderachtig, maar anders loopt het beslist mis. Als men nu een drankje of een poeder ge geven heeft, dan wordt dat op het lijstje afgekruist, zo is er altijd oon- tröle mogelijk. Mijn allerlaatste opmerking geldt 't bezoek. Voor ernstige zieken is veel bezoek beslist te vermoeiend. Men late niet meer dan één bezoeker tegelijk bij de patiënt en zie toe dat het bezoek niet te lang duurt. De rustigste bezoek tijd is wel 'smiddags. Voor herstel lende patiënten gelden deze regels niet zo streng meer, maar laten wij dan op letten, als er meer bezoek is, dat het gesprek niet Ontaardt in de meest won derlijke en volstrekt waardeloze verha len over ziekten van andere mensen. En nu veel succes met de verpleging, maar natuurlijk bovenal een spoedige beterschap gewenst voor de zieke. Van S. •JJ h.l!)- HkMu UuSbl 12. De onverwachte en heftige smeekbede van de vrouw heeft Eric enigszins in verwarring gebracht. Hij voelt zich weinig op zijn gemak en kijkt vragend naar Svitjold en Winonah. Maar de vrouw, een weigering vrezende, buigt een knie naar de grond en heft het kind naar hem op. Zo ge het niet voor mij doet, doe het dan voor mijn kind, edele heer, stamelt zij gebroken. De lotgevallen, die de vrouw de laatste tijd blijkbaar ten deel zijn gevallengaan boven haar krachten. Volledig overspannen laat zij de armen zakken en weent geluidloos. Sta op vrouw," zegt Eric, vergeefs trachtend zijn ontroering te verbergen. „Nog nooit heeft iemand vergeefs een beroep op mijn hulp gedaan. Gij moet voor mij niet knielen. Ge kunt blijven zolang ge wilt." Hij geeft Winonah een wenk. Deze treedt nu op de vrouw toe en legt beschermend een arm om haar schouders. „Kom," vermaant zij liefdevol. „Bedwing uw tranen, ge hebt niets meer te vrezenEn met deze woorden leidt zij haar langzaam weg. „Arme vrouw," mompelt Eric, hen naziende. ,JZij moet wel veel doorstaan hebben." Hij schudt medelijdend het hoofd en wendt zich dan tot Svitjold. „Maar nu gij, trouwê vriend, ik moet eens ernstig met u spreken. Uw gedragingen wekken mijn bekom mernis; ge doet of ik een vreemde voor u ben. Zijt ge niet jarenlang mijn vertrouw de, mijn raadsman geweest? Hebt ge dan alles vergeten, wat wij tezamen beleefd hebben? Zo ge meent, dat ik ergens onrechtvaardig jegens u geweest ben, spreek! Waarom zwijgt ge?" Beschaamd wendt Svitjold het hoofd af. „Vergeef my, heer Ene," zegt hij moeilyK. Het was niet mijn bedoeling u te kwetsen. Ik koester geen wrok jegens u. Hoe 'zou ik kunnen?" Hij kijkt een wijle strak voor zich uit. „Ik weet zelf niet wat mi) bezielt; ge moet mij tijd geven om na te denken," voegt hij er dan hulpeloos aan toe Kéx*!*x«i*xic<c^*x*x*i%*x*x*x*!,x*x*x»s»-A .V.V.WAV.W.V Het paleis op de Dam te Amsterdam 28 October 1648, dus 305 deze vastgesteld in 1647 en jaar geleden, werd de eerste werd met het graven een be- fundamentssteen gelegd voor gin gemaakt, het stadhuis (paleis) op de Dam te Amsterdam. Je weet zeker wel, dat Am sterdam gebouwd is (en nog steeds wordt) op palen, die in de grond worden geheid, om dat de grond te zacht is om daar ineens op te bouwen. Jacob van Campen, een van de beroemdste bouwmeesters, die ons land heeft voortge bracht, kreeg de opdracht in de hoofdstad het stadhuis te bouwen. 20 Januari 1648 werd de eerste paal in de grond geslagen en binnen negen maanden waren alle in de grond geheid en daarop kon den de fundamenten (dat is dus de stevige grondvesting) wor den gelegd. Hebben jullie enig idee op hoeveel heipalen het grote paleis rust? Meer dan dertien duizend; om precies te zijn: 13659 (en om te voorko men dat iemand een opmerking zou willen maken, vertellen wij er bij dat het er thans nog 13658 zijn, omdat men enkele jaren geleden één paal heeft verwijderd om die te onder zoeken). In het begin van de zeven- tiende eeuw begon het bestuur met u van de hoofdstad behoefte te f '1 gevoelen aan een riieuw en groot stadhiMs. lezen wij in „Hollandse Meesters uit de XVIIde eeuw." Het raadhuis, dat men stichten ging, moest een gebouw worden, de bloeiende koopstad waardig; de zetel van het stedelijk be stuur mocht zich met niet minder tevreden stellen dan met het beste, dat de kunst kon voortbrengen! Was het wonder, dat bij het benoemen van een bouwmees ter de keuze viel op Jacob van Campen, de alom gevierde kunstenaar? Van Campen, die toen in Den Haag woonde, ging aan 't wat een grote gunst God hun ontwerpen en aan het tekenen, bewezen heeft, door één van en na vele besprekingen met het stadsbestuur en verschil lende wijzigingen in de plan- nen zoals altijd met grote werken het geval is werden Tijdens de bouw van het nieuwe raadhuis bleef het oude dienst doen, totdat hier aan plotseling een eind gemaakt werd, doordien er 7 Juli 1652 's nachts brand in het oude raadhuis ontstond. Daar dit ge bouw grotendeels uit hout was samengesteld, viel er aan blus sen niet te denken, zodat het geheel in vlammen opging en men al blij was, dat de meeste papieren en bescheiden kon den gered worden. In 1653 was men druk bezig met de bouw van het nieuwe stadhuis. De inwijding vond plaats Juli 1655. hoewel het gebouw toen nog lang niet vol tooid was. (Wordt vervolgd) Deze beroemde zeevaarder, aan wie men zulke belangrijke aardrijkskundige ontdekkingen te danken heeft, werd 27 Oc tober 1728, dus 225 jaar gele den, in het Engelse graafschap York geboren. Zijn vader was een eenvoudig landman, die voor de opvoeding van de jonge Cook slechts weinig zorg droeg en hem al vroeg naar zee zond. Zijn eerste zeetoch beantwoorden, dat, toen hij in Engeland terug kwam, de be stuurders van het zeewezen hem voor de geschiktste man hielden, om de aardrijkskundi ge nasporingen te doen, waar mede de Engelse regering zich destijds wilde bezig houden. Ten gevolge daarvan deed Cook drie grote ontdekkings reizen. Elke reis duurde drie jaar en leverde telkens voor de kennis van de aardbol de rijkste vruchten op. Wij wil len er alleen dit van zeggen: dat men aan Cook de nadere kennis van Nieuw-Zeeland en „Toen gij onder tranen uw gebeden verrichtte, toen gij overdag de doden in uw tuin verborg, om ze 's nachts te be graven, toen droeg ik uw ge beden op aan de Heer Want ik ben de engel Rafaël, een van de zeven, die voor 's Heren aangezicht staan... Zijn engelen te zenden. Ze val len op hun knieën neer, om te danken, maar de engel is verdwenen. Urenlang blijven ze in dit gebed volharden: dan staat de oude Tobias op en zegt: „Groot zij Gij, o Heer, in eeuwigheid! En tot in alle eeuwen duurt Uw heerschap- Het had wel de schijn, dat ik pij. Want Gij slaat en heelt en memand kan Uw hand ont- at en dronk, maar ik onzichtbare spijs en die geen mens..kan aanschouwen. Nu is hét tijd dat ik terugkeer naar Hem, Die mij heeft gezonden; looft gij echter de Heer en verkon digt al zijn wonderdaden." Dat zijn de woorden, die aartsengel Rafaël van zich zelf zegt, als hij met de jonge To bias van de lange reis naar den vreemde is teruggekeerd. Vele wonderbare dingen zijn er op die reis gebeurd, maar nu, veilig thuis, heeft de engel ook de oude Tobias gelukkig ge maakt, door hem van zijn blindheid te genezen. Als allen de woorden van de engel ge hoord hebben, begrijpen ze pas vluchten." Slechts eenmaal wordt in de H. Schrift dc naam van de aartsengel Rafaël genoemd. Hij is door God gezonden, om in de gedaante van een mens de jonge Tobias op zijn reis te vergezellen en tegen allerlei gevaren te beschermen. Het is daarom dat de H. Kerk de aartsengel Rafaël tot pa troon van de reizigers heeft uitgeroepen. Op zijn feestdag, vandaag, 24 October, bidt de H. Kerk dan ook: „God, Die aan Uw dienaar Tobias de H. aartsengel Rafaël tot reisgezel hebt gegeven, verleen, dat wij, Uw dienaren, altijd door zijn zorg worden beschermd en door zijn bijstand gesterkt." Het oversteken van een rivier in Nieuw-Zeeland ten deed hij op een kolenschip en Oook zou waarschijnlijk zijn leven lang niet meer dan een gewoon matroos gebleven zijn, indien hij niet door een brandende leerzucht was be zield geweest. Hij legde zich op de' stuurmanskunst toe, en trad spoedig in dienst van de Brit se marine. Als bekwaam zee vaarder werd hij in 1764 door de Engelse regering met de taak belast, een reis te maken naar Nieuw-Foundland, ten ein de de kusten van dat eiland op te nemen en kaarten daarvan te vervaardigen. Drie jaren verliepen met het volbrengen van deze arbeid; maar Cook had zich daarbij zozeer beijverd, om aan het in hem gestelde vertrouwen te de meeste groepen eilanden in de Stille Zuidzee te danken heeft; dat Cook het is geweest, die het eerst door de zeeëngte, welke Azië en Amerika van elkander scheidt, is gezeild. Na Cooks reizen konden de mees te open vakken, die toen nog op de werelkaart bestonden, worden ingevuld, en kon de ligging van bijna alle kusten met juistheid worden aange wezen. Daar Cook op zijn drie grote zeetochten door be roemde natuurkundigen ver gezeld werd, kon hij zijn reis beschrijvingen verrijken met belangrijke mededelingen over de bewoners en voortbrengse len der door hem ontdekte of nader bezochte eilanden. (Slot volgt) Jacob van Campen Vorige week hebben wij een klaverblad tot tekenonderwerp genomen. Hier nog een ander voorbeeld. Teken eerst drie cirkeltjes doof elkaar heen, zoals op de tekening staat af gebeeld. Om de juiste middel punten te vinden, kun je eerst drie vierkanten door elkaar te kenen en daarin de cirkels met 1, 2 en 3 als middelpunten. Het lijkt allemaal erg ingewik keld, maar het is heel eenvou dig, hoor. „Kom mee", zegt het nog geen 7-jarige meisje tegen haar nog jonger broertje, „we kle den ons als bedelaars en gaan naar het land van de Moren." „Wat moeten we daar doen?" vraagt het broertje. „We zullen daar de martel dood sterven en zo langs de kortste weg in het Paradijs ko men." Het meisje, dat dit avon tuurlijke plan heeft opgevat, is Teresia van Avila. Hgt is geen kleinigheid, wat zij wil. Van Avila, in midden Spanje, naar de Zuidkust trekken als bede laars, dan de Middellandse Zee zien over te komen om in Noord-Afrika bij de Moren de marteldood te vinden. Het blijft niet bij woorden. Ze trekken er samen op uit. Maar van dat sterven in Afrika komt niets. Ze worden achter haald en weer thuis gebracht. Het is datzelfde meisje Tere sia, dat later, in de grote tuin van hun huis, kleine hutten bouwt en daar „zustertje" speelt. - Dat zal dus wel een erg braaf kind worden, denken vele men sen. Voorlopig vergissen die mensen zich. Want als Teresia vijftien, zestien jaar is, loopt zij vol opschik door de straten van de stad te flaneren en vindt zij het maar wat leuk als iedereen naar haar kijkt. In haar levens geschiedenis, die zij later schrijft, staat over deze tijd te lezen: „Ik begon mij fraai te kleden en wijdde mij, behaagziek als ik was, aan het verzorgen van mijn uiterlijk. Daartoe onderhield ik zorgvuldig mijn handen en mijn hoofdhaar en gebruikte welrie kende oliën en allerlei andere ijdele zaken, zoveel ik-mij maar kon aanschaffen, want ik was zeer pronkziek." Teresia had dus een meisje van onze tijd kunnen zijn. En een heilige is ze op deze leeftijd nog lang niet. Toch besluit ze naar het klooster te gaan. Nog geen twintig jaar oud, ontvlucht ze opnieuw het vader lijk huis en meldt zich bij het klooster van de Carmelitessen. Teresia van Avila is zuster geworden. Een goede zuster, zeggen vele mensen. Want ze vervult haar kloosterplichten met de grootste stiptheid; ze is bereid, ook de geringste werken met ijver te doen. En ze bidt veel en vurig. En toch. is zuster Teresia van Avila bijna twintig jaren lang geen goede kloosterzuster. Twin tig jaar lang heeft ze een strijd te voeren tussen God en de wereld. En al die tijd kan ze in die strijd de overwinning niet behalen. Ze beschrijft het weer in haar geschiedenis: „Ik leidde een zeer droevig leven! Enerzijds werd ik door God geroepen en anderzijds volgde ik de wereld. Terwijl ik grote vreugde vond in alle god delijke dingen, boeiden de we reldse mij evenzeer. In die 'tijd wilde ik het geestelijke en het wereldlijke leven met elkander verenigen." (Slot volgt) Panorama te Luxemburg „Wij zijn in Parijs ge weest", zongen David en Jack, terwijl de jeep over de Belgi sche wegen naar Brussel raas de, de hoofdstad van het ko ninkrijk België. De jongens waren van Frankrijk door Luxemburg gereden, een land ter grootte van onze provincie Drente (2700 km.) en 300.000 inw. Luxemburg heeft ooft- en wijnbouw als producten en het land is een grote trek pleister voor toerisme. Radio Luxemburg staat bekend om zijn goede programma's. België is iets kleiner dan Nederland. Het Oosten Is laag bergland (de Ardennen), het midden is heuvelland en het westen is laag. Het land heeft het dicht ste spoorwegnet en kolenmij nen zijn er overvloedig. Jack en David ontmoeten veel toe risten, die met moeite tegen de bergen opklommen, doch de jeep trok zich met kracht naar de top, om daarna weer met grote snelheid omlaag te sui zen. Vervolgens ging de reis langs de Maas, een schitterende tocht, want de weg loopt vrij- 1 i8Si De mooie gildehuizen op de Grote Markt te Brussel wel langs de rivier. Namen en Dinant zijn hier de uitsteken de vacantie-plaatsen, met voor de toerist merkwaardige ge bouwen. Ook Brussel bezit tal rijke toeristische merkwaar digheden en toen de jongens door daze machtige stad re den, hadden zij geen ogen ge noeg om de interessante bouw werken te bekijken. Op de eerste plaats is Brussel een stad met allerlei instellingen voor wetenschappen en kun sten en een groot aantal mooie en merkwaardige gebouwen sieren Brussel, waaronder het Paleis van Justitie, het Stad huis, de Gildehuizen (Grote Markt), het Koninklijk Paleis en nog vele anderen. De musea zijn een bezoek overwaard, en Jack en David bezochten er verscheidene. Zij bekeken de mooie werken van grote mees ters. Na al de wondermooie merkwaardigheden bezien te hebben, werden de jongens hon gerig en dorstig. Zo besloten de vrienden eerst wat te gaan ge bruiken. elke plaats in België tot kleinste gehucht toe ver- men patates-frites en David en Jack deden zich er aan te goed. Merkwaardig zijn ook de opschriften boven de café's öf „staminees", zoals ze daar worden genoema. Zo la zen zij bijvoorbeeld ergens „In de donkere wolk" „De baas drinkt meer dan 't volk" Als laatste punt stond Groot- Brittannië nog op het program en met de boot zouden zij naar Engeland oversteken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 9