ONDER GEPENSIONNEERDEN HEERST GROTE NOOD Aanpassing van pensioenen aan huidig prijspeil of herwaardering van functie Geen Europese integratie zonder munt-convertabiliteit Gelijke functie, gelijk aantal dienstjaren, gelijk pensioen Congres Dirigistische economie is in haar grondslagen onjuist Menswaardig bestaan Koning Paul bestijgt het Fordje Minister Erhard te Amsterdam: In het zand van MARS „Ik heb altijd gedacht dat Nederland schoon was, totdat ik in Amsterdam de grachten bevroren heb gezien J DINSDAG tO NOVEMBER 1953 PAGTNA 4 Bloembollenexport gestegen in 1953 De z.g. oud-gepensionneerden, zij wier pensioengrondslag gebaseerd is op bet salaris van vóór de oorlog, zijn zeer gedupeerd, omdat hun pensioen een verre van gelijke tred heeft gehouden met alle loonsverhogingen sinds de oorlog. V. rir^rrri Reünie oud-studenten te Katwijk Het geheel is groter dan de som der delen Substituut-griffier te Arnhem Examens «mi door ARTHUR C. CLARKE Experts over Nederlandse bouwstijl St. Nicolaaspakketten smaldeel 5 (Van onze redacteur) r"\ e traploper ziet er redelijk uit en in de huiskamer 1 zal men tevergeefs naar een vuiltje zoeken. De bekleding van de stoelen is echter meer dan kaal, het kleed is navenant en de kachel brandt op deze frisse dag nog niet. Ge zijt in een gezin van een gepensionneerde, een gezin, dat wekelijks moet leven van twee en dertig gulden. Een, wat men zou kunnen noemen, gemiddeld geval. Er zijn er nog veel slechter aan toe. De man is 32 jaar lang buschauffeur geweest bij een gemeentelijke onderneming. Hij moest met vervroegd pensioen en zit nu de hele dag bij zijn vrouw in de kamer, zich om de twee uur afvragend of hij nog een pijp tabak zal stoppen of dat hij nog een half uur er mee zal wachten. Tweeëndertig gulden per week, dat is honderd negen en dertig gulden bi de maand. Het echtpaar rekent ons zijn vaste kosten voor: Dertien gulden in de maand huur (de helft van de woning is onderverhuurd), negen gulden verzekering, tien gulden achterstallige belasting, aan licht, gas en kolen vijftien gulden, totaal zevenenveertig gulden. Blijft tweeënnegentig gulden voor alle verdere kosten. Nog geen drie gulden per dag. Is het wonder, dat de vrouw ste dienaren des lands die zich gedwon gen zien door het verhuren van kamers of het houden van betalende logé's zich staande te houden in een milieu, waar toe zij van huis uit horen? Wij hebben ons. voor wat de achter grond van de noodtoestand der gepen- sionneerden en ook wat de dringende verzoeken om verhoging der pensioenen betreft, laten voorlichten door twee bij uitstek deskundigen, de een een hoofd bestuurslid van de Algemene Nederland se Bond van Gepensionneerden. de an- Zeker, deze mannen hadden maar een heel gewoon baantje. Zij konden geen royaal pensioen verwachten, maar toch zeker wel een, dat hun iets meer dan een armelijk bestaan zou waarborgen. Neem een hoofdonderwijzer, een ambte naar met redelijke positie. Zij komen boven de grens van f 1.550 pensioen per jaar, een bedrag, dat, naar uit een en quête is gebleken, ruim 56 procent van de Amsterdamse gepensionneerden niet haalt. Maar deze hoofdonderwijzer, deze ambtenaar leeft evenzeer aan de grens van zijn bestaansminimum, ge bonden als hij :s an maximaal zeven tig pet. van zjjn salaris van vóór de oor log. Hier wringt vooral de schoen: de zgn. oud-gepensionneerden, zij, wier pen sioengrondslag gebaseerd is op het sa laris van vóór de oorlog, zijn zeer ge dupeerd. ornaat hun pensioen een verre van gelijke tred heeft gehouden met alle loonsverhogingen sinds de oorlog. Er zjjn verscheidene toeslagen geweest een bewijs, dat de regering voor het overheidspersoneel niet star vasthoudt aan het recht, voortvloeiend uit de be taling van de premies, gebaseerd op het vooroorlogse salaris maar deze zijn door elkaar niet hoger dan 30 tot 40 pet. van het pensioen. En dat terwijl de kosten van het levensonderhoud met 168 pet. gestegen zjjn en de salarissen, alhoewel niet in verhouding, maar toch met ongeveer 100 pet Rechters gaan verhuizen Er~heerst grote nood onder de oud- ge pensionneerden. Niet alleen voor het grootste deel onder de f 1.550, ook voor hen die goede functies hadden, zelfs zij die de hoogste functies bekleedden. Er zijn rechters, die jaren lang in een be paalde gemeente gewoond hebben, en die met hun pensionnering zulk een terugval maken, dat zij gedwongen zijn een kleinere woning te betrekken. Wij hebben gehoord van magistraten, die in allerijl een kleinere woning zochten in een gemeente ver van hun woonplaats verwijderd, omdat zij de kosten voort vloeiende uit het bezit van een grote kennissenkring niet meer konden op brengen. Ook uit valse schaamte. En vat te zeggen van weduwen van de eer- blijkens mededelingen van de „onder- vakgroep export van bloembollen" is de export van bloembollen dit jaar weer gestegen. In de periode van 1 Juli tot en met 31 October 1953 werden 43.544.282 kg. uitgevoerd ter waarde van f 115.170.933. De getallen waren in 1952 over dezelfde periode 40.859.812 kg en f 109.114.579 Deze cijfers oetekenen weer een re cord. De bloembollenkwekers en expor teurs kijken echter minder naar dat re cord dan naar de stijging van de export naar de verschillende landen. De grote vraagtekens zijn ieder jaar weer Frank rijk en de Verenigde Staten. De uitvoer naar Frankrijk is echter gestegen met 118.500 kg. en bijna f 1,3 millioen. Naar Amerika, waarvoor men in het begin van het seizoen een stijging ver wachtte, werd 11.275.397 kg. gezonden tot een waarde van f 35.771.606, of f 269.000 minder dan vorig jaar. Deze daling moet niet aan een geringere ver koop worden toegeschreven, doch aan een prijsdaling van de hyeinten meer dan de helft van de dag voor anderen breit om het inkomen met een twintig gulden in de maand wat op te voeren? Een ander willekeurig gekozen geval: Een man, weduw naar, die 35 jaar bij de posterijen in dienst is geweest. Hij heeft een pensioentje van negenentwintig gulden in de week. Hij is bij bevriende mensen in pension voor twintig gulden per week. Hij kan beter hier zijn dan in een verzorgingshuis, want dat kost drieëntwintig gul den. Negen gulden heeft hij dus over. Hij koopt van tijd tot tijd zijn „builtje kort van vijf en twintig stuivers". Hij maakt elke dag een flinke wandeling en praat bij mooi weer in het naburige park met zijn lotgenoten. Hij zal zijn dochter, die in Duitsland getrouwd is en die zwaar ziek is, nooit meer zien. Al woonde zij een honderdtal kilometers van hem weg, dan nog zou hij haar niet eens per maand kunnen bezoeken. Hij heeft kort geleden een pak moeten kopen. Hij zocht er een uit van f 39.75. Het zag er redelijk uit en hij dacht dat hij een „goeie koop" had gedaan. Na twee maanden, na een regenbuitje, kon hij het met de vuilnisman meegeven. als billijk. De grote grief is, dat daarbij, althans voor het ogenblik, vergeten zijn de middengroepen en de lagere gepen sionneerden. Men meent dat voorziening in hun noden meer urgent is. Van de zijde van de Algemene Neder landse Bond van Gepensionneerden. wordt aangevoerd, dat reeds bij de grondvesting van de Nederlandse staat de souvereine vorst koning Willem I bij de regeling der pensioenen van de over heidsdienaren er van is uitgegaan, dat de ambtenaren, die worden gepension- neerd, een bestaan verzekerd moet wor den volgens hun „stand en staat". De Staatscommissie-De Meester, die de Pen sioenwet 1922 heeft voorbereid, stelde zich op het standpunt, dat het pensioen een „menswaardig bestaan" voor de ge pensionneerden moest waarborgep. Nu het geld in waarde is gedaald en de kosten van het normale levensonderhoud der vooraanstaand insider in de katho lieke verenigingswereld, voor zover deze zich bezig houdt met de pensioenen. Allereerst een stukje recente geschie denis. De gepensionneerden onder het overheidspersoneel, wier pensioen geba seerd is op een salaris van vóór de oor log (dat tijdens de crisistoestand in '35 '36 onder Colijn een aderlating van 10 pet. had moeten ondergaan) hebben na de bevrijding, toen de indexcijfers van de kosten van het levensonderhoud in vergelijking met 1938'39 reeds meer dan verdubbeld bleken te zijn, een toe slag gehad van 25 pet. met een maximum van f 500 voor eigen pensioen en f 350 voor weduwenpensioen. Om de deva luatie van 1949 op te vangen, werden er bijzondere toeslagen toegekend, die later werden verdisconteerd in een ver hoging van maximaal f 350 voor de eigen pensioenen en van f 300 voor de weduwenpensioenen. In totaal had het eigen pensioen bij een maximum aantal dienstjaren in de hoogste klasse verhoogd kunnen zijn met f 850, het weduwenpensioen met f 650. Procentueel hebben de laagst ge pensionneerden de hoogste toeslag ge kregen, maar dezen bleven er toch het slechts aan toe omdat hun basis nu eenmaal minimaal was. Ook met de verhogingen bleven zij beneden het be staansminimum. (Lag en ligt hun inkomen onder de inkomstengrens van de Noodwet Ouderdomsvoorziening dan konden kunnen zij krachtens die wet een aanvulling ontvangen). Zoals reeds opgemerkt, de toeslagen kwamen door elkaar genomen niet hoger dan 30-40 pet. van de pensioenen, terwijl allereerst het levensonderhoud, en ver volgens de salarissen hoewel lang niet in gelijke mate met een veel groter percentage gestegen waren. Intussen is de regering gevraagd de pensioenen te herwaarderen en aan te passen aan het gestegen prijspeil. De in 1949 ingestelde staatscommissie-Van Poelje, die de opdracht heeft een her ziening te ontwerpen van de ouderdoms- wetgeving. heeft op verzoek van de re gering een interim-rapport gepubliceerd, waarin wordt voorgesteld de pensioenen met een grondslag boven f 6857, d.w.z. de hogere pensioenen, te verhogen. Hierdoor werden de maxima van de Pensioenwet 1922 losgelaten. De voorgestelde verhogingen, die de regering heeft overgenomen en die de zer dagen in een wetsontwerp aan de met sprongen omhoog zijn gegaan, wordt gevraagd de pensioenen te revalueren, opdat dit menswaardig bestaan verze kerd wordt. Daar een herwaardering der pensioe nen veel voorbereiding en tijd vergt, vraagt men, daar de tijd dringt en het niet verantwoord wordt geacht voor gro te groepen langer te wachten, een voor lopige aanpassing van de pensioenen door het verlenen van een bijzondere toeslag. Men acht dit een gerechtvaar digd verlangen. Men kan deze materie ook op een andere wijze benaderen. Zonder zich te verdiepen in het huidige prijspeil en zonder aanpassing tot dit peil te vra gen kan men eenvoudig stellen: Waar om zal er thans verschil bestaan tussen het pensioen van een ambtenaar in een bepaalde functie die in, zeg 1930, gepen- sionneerd werd en dat van een collega met dezelfde functie en hetzelfde aan tal dienstjaren die in 1954 met pensioen gaat? Zij hebben zich dezelfde inspan ning getroost, hetzelfde werk verricht, de overheid even trouw gediend. Waar om moet de een (de laatste) een pen sioen genieten dat vele honderden gul dens hoger ligt dan zijn collega die eer der met pensioen ging? De vergelijking tussen 1930 en 1954 is de meest in het oog lopende. Maar ook al neemt men een ambtenaar die in 1947 met pensioen ging dan ligt zijn pensioen belangrijk lager dan dat van degene die per 1 Ja nuari a.s. de dienst met pensioen ver laat, omdat de laatste intussen verschei dene salarisverhogingen heeft gehad en zijn pensioen van dit hogere salaris berekend wordt. Als aanstonds de 5 pet. huurverhoging gegeven wordt, ook aan de gepensionneerden, is de laatst gepen sionneerde ook al in het voordeel. In de katholieke kringen, waarin wij de problematiek op deze manier za gen behandelen, stelt men zich als ideaal een gelijke pensionnering voor gelijke functies met eenzelfde aantal dienstjaren, ongeacht of de functie uit geoefend werd voor een hoger of la ger salaris. Men moet iedere functio naris hetzelfde redelijke bestaan waarborgen, zo zegt men. Het gaat niet aan dat bijvoorbeeld een commies die in 1945 met pensioen ging een veel geringer inkomen heeft dan zijn col lega (uiteraard met hetzelfde aantal dienstjaren), die in 1950 de 65-iarige leeftijd bereikte. Het grote verschil komt duidelijk tot wijzer, die in 193f met pensioen ging, heeft thans een inkomen van f2.707, zijn collega, die in 1954 de dienst ver laat, f 3.406. Een onderwijzer met hoofd- acte, in 1930 met pensioen gegaan, ont vangt f 3.108, zijn confrater per 1 Ja nuari 195- f 3.980. Een hoofd in een middelgrote gemeente op basis van 1930 f 3.525, in 1954 f 4.458 (allen natuurlijk met hetzelfde aantal dienstjaren). De tegenstelling is met opzet zo scherp mo gelijk gesteld. Maar, zoals reeds be toogd, cijfers ter vergelijking uit meer recente jaren tonen evenzeer een ver schil, soms ook in honderden guldens. Het is overigens duidelijk, dat men op deze manier in de glijdende pensioen- schaal belandt. Men verheelt zich hierbij niet, dat het niet steeds mogelijk is precies aan te geven met welke functies of rangen van thans de door de gepensionneerden beklede rangen en functies van vroeger kunnen worden gelijkgesteld. Er zijn er verscheidene thans geheel vervallen of in waarde veranderd. Soms is ook de rangsbevordering gewijzigd, omdat bij voorbeeld aan de oude titulatuur een geheel andere betekenis is toegekend dan voorheen. Gelijke pensionnering voor gelijke functies Hoe dan ook, men wenst, aldus onze insider in katholieke kringen, een algehele optrekking van de achterstand, niet op de eerste plaats gebaseerd op het hoge prijspeil, maar op de redelijke basis dat voor ge lijke functie en gelijk aantal dienst jaren gelijk pensioen geldt. Daar naast ziet men graag een toeslag om dat de pensioenen, ook voor dege nen die nu uit hun werkkring tre den, te laag liggen. Het bekende A.R.K.A.-rapport gaat, zich base rend op het Vierjarenplan, belang rijk verder. Men kan aan de hand van uitvoerig cijfermateriaal aanto nen, dat 4e pensioenen, zeker voor de „oud-gepensionneerden", te laag zijn, en daarom vraagt men, vóór de staatscommissie met haar eindrap port komt, een redelijke verbete ring, opdat niet alleen uit de ge zinnen van de thans of kort gele den gepensionneerden, maar voor al uit die der vroeger op pensioen gestelden de nood, die daar is men van overtuigd bestaat, ge weerd wordt De particuliere sector Tot zover de problemen van de oude ren die in overheidsdienst (geweest) zijn. Belangrijk anders liggen de za ken voor de gepensionneerden in de particuliere sector. Hier en daar bij zeer grote en gezonde bedrijven of bij een zelfstandige die zeer goed voor zijn „oude dag" heeft gezorgd (kon zor gen) treft men een betere regeling aan dan bij de overheidspensioenen. Maar in het algemeen is in deze sector aan de vastgelegde pensioenen niets te veranderen. Men heeft zijn premie be taald op een bepaalde grondslag en men weet wat men te verwachten heeft. Bij een hoger inkomen kon men de premie verhogen en men zich dus een ruimer pensioen toekennen. Maar degenen die, zeg, in 1940 hun pensioen ontvingen, kunnen thans geen enkele aanspraak maken op een hoger bedrag, hoe drin gend zij dit ook nodig hebben. Er mag een enkel bedrijf zijn dat, gezien het huidige prijspeil, vor zijn oud-geëm ployeerden, thans gepensionneerden, iets doet. maar hoevele zullen dit er zijn? Zullen de overheidspensioenen verhoogd worden, dan kan een schrij nende tegenstelling met die uit de par ticuliere sector niet uitblijven. Koning Paul van Griekenland, die momenteel een bezoek brengt aan de Ver enigde Staten, heeft een kijkje genomen in de Fordfabrieken te Dearborn (Mi chigan). De Koning besteeg er het eerste „Fordje", dat door Henri Ford werd gebouwd, en dat hem werd getoond tijdens zijn rondgang door de uitgestrekte fabrieken. Afgelopen weekend ben ik op het K.V.P.-Congres ge weest. Samen met een „P°- litiek-bewuste" vriend. Het was een soort gang naar Canossa voor mij; want, eerlijk gezegd, heb ik mij altijd ver van de politiek gehouden. Maar nu na Za terdag en Zondag, ben ik dan toch wel radicaal bekeerd. Het is per slot van rekening een aardig tijd verdrijf, politiek bedrijven. Vooral als het tot geen enkele consequentie leidt. En dat doet het niet op zo'n congres, dat typisch een brillante gelegenheid is voor degenen die van hun hart See£ moordkuil willen maken. Nu. ik heb het mijne even gelucht. Zaterdag- Ik heb de ene „aperte onjuistheid" dat vind ik zo aardig klinken na de andere geconstateerd. En zo nu en dan heb ik mij met een krachtig „zeer juist'' of een nog krachtiger „Foei" in de discussie gemengd. Ook heb ik een zin uit een ontwerp-resolutie trachten om te buigen in mijn (denk) richting, maar dat is niet gelukt En dat heb ik als goed democraat dan maar genomen. Want per slot van rekening gaat een mens niet naar een congres om gelijk te krijgen, maar om gelijk te géven. Zondag 15 November houden de oud studenten van het Missie College St. Willibrord te Katwijk een reünie. De dag begint met een H. Mis, welke te tien uur wordt opgedragen voor de reünisten. In de namiddag wordt een uitvoering gegeven Welke tijdig beëindigd zal zijn. Deelnemers wordt verzocht zich te mel den aan het College te Katwijk „Er wordt heden ten dage zo vaak en zo ijverig gesproken over integra tie, dat men in de waan zou komen, dat men het hierin verder heeft gebracht dan ooit tevoren. Men vergeet dan echter, dat er een tijd is geweest, waarin een veel grotere mate van integratie bereikt was dan op dit ogenblik het geval is. Men heeft hierbij de grote fout begaan, het woord integratie dat bezig is tot een modewoord te verworden in een veel te enge zin op te vatten, en zo te spreken van politieke, militaire en economische integratie. De werkelijke inhoud van dit begrip is niet minder dan het scheppen van het levensklimaat van de vrije mens. En als wij dan de huidige toestand nauwkeurig onderzoeken, blijkt, dat deze veeleer een ontstellende des integratie te zien geeft". Dit verklaarde de Westduitse minister van Economische Zakèn, prof. dr. Lud- wig Erhard, in een rede, die hij Zater dag tijdens een vergadering van de Ned. Vereniging van de Internationale Ka mer van Koophandel in het Kon. Insti tuut voor de Tropen te Amsterdam heeft gehouden. Vóór de eerste wereldoorlog, De overige landen laten een vrij nor- Kamer zijn aangeboden, worden erkend 1 uiting in onderstaande cijfers. Een onder- ale ontwikkeling zien. I male ontwikkeling zien Bij K.B. is benoemd tot substituut griffier bij de arrondissements-rechtbank te Arnhem: mr. P. J. M. de Bruin, be ëdigd klerk ter griffie van het gerechts hof te Arnhem UTRECHT Semi-arts examen: L. Al ma, Oss, mej. A. Klaaskate, Oldenzaal, J. Jansen. Utrecht, W. v. Weerde. Bilthoven- mej. W. van Beek, Oosterhout (N.B.); arts examen: J. Minderhoud, Utrecht; L. van Lier, Den Bosch, S. Sluis, Hilversum; tandartsexamen: mej. A. Zijp, Purmerend, N. Claasse, Tilburg en J. Ament, Roermond. LEIDEN Doctoraal Indisch recht: me vrouw E. HoninghScipio, Den Haag, C. Wackwitz. Heemstede, H. Erber, Den Haag. A Krom, Wassenaar en A. Visser, Den Haag; cand. psychologie: A. Morèe, Den Haag; doctoraal psychologie mej. A. Salo- monson, Dordrecht; doctoraal geneeskun de: mevr. V. Slotemakerv. Bosse, Leiden, idem de dames H. Barendsen, Den Haag, A. Straat, Leeuwarden, idem de heren H. den Butter, Haarlemmermeer, A. v. d. Kar, Horst (L.), F. Pothoff, Amsterdam en J. Thompson U.S.A., idem de dames A. Bos- sers. Den Haag, W. van Geldorp, Voor burg, idem de heren G. Eischoff (cum lau- de). Den Haag, A. v. d. Borden, Vlaardin- gen, J. Grimbergen, Poeldijk, Th. Hane- graaf, Eindhoven en H. Möller, Oegstgeest: semi arts examen: de dames S. Fahrenfort, Haarlem, E. Daalder, Voorburg, W. Ebbin- ge, Leiden, E. Saüer, Leiden, L. v. Speng- ler, Dordrecht, idem de heren C. Metz, Eindhoven. M. Nordlohme, Goes, J. de Vries, Oegstgeest, M. Osten. Den Haag; artsexamen: mevr. Liem Oey Hi, Leiden, idem de dames H. Maandag, Wassenaar, D. de Vlieger, Den Haag, idem de heren L. Endtz, Leiden, J. Heykoop, Boskoop, E. Jongejan, Boskoop en K. Maltha, Leersum. 's-GBAVENHAGE. Wiskunde M.O. K I: T. Overdijk, Slikkerveer. Wiskunde O.K. V: C. Slob te Amsterdam. aldus minister Erhard, beschikte men in het internationale stelsel van gouden standaarden over een uitstekend en ge makkelijk hanteerbaar instrument der wereldeconomie, dat vrije toegang tot alle markten waarborgde. Dit was een der grondelementen ener werkelijke economische orde, hiermede was een groot stuk internationale integratie ver wezenlijkt. De oorlogen hebben deze orde in de ware zin van het woord verpulverd. Deze toestand van versplintering ts echter blijven bestaan. Uit de oorlogs tijd heeft men, aldus spr., het idee overgehouden dat men op economisch terrein letterlijk alles zou kunnen doen. Aldus werd het typische stekel van oorlogseconomie, in elk afzonder lijk land beheerd door een massa-bu reaucratisch apparaat, eenvoudigweg omgebogen om voor vredesdoeleinden te dienen. Niets was zo simpel, zo dacht men, als een van bovenaf ge leide economie. Niets is echter in de uitvoering zo gecompliceerd gebleken. Daar kwam de algemeen heersende misvatting bij, dat bepaalde economi sche stelsels geïdentificeerd werden met zekere politieke systemen, gi een uitvoerig betoog zette minister t-rnari uiteen dat elke dirigistische economie m haar grondslagen onjuist water men soms noodgedwongen in de wijn moet doenzoals ook i Er is dus geen enkel politiek stelsel dat met een bepaald economisch bestel zou corres ponderen. De enig principieel puste eco nomische orde is die der vrije markt economie. Hoe zal men nu de aldus ontstane en nog immer gehandhaafde toestand van economische versplintering kun nen integreren? zo vroeg spreker zich af. Toen het na ampele discussies dui delijk werd, dat een totale economi sche eenwording in West-Europa nog niet bereikbaar was, heeft men ge tracht door liberalisering van afzon derlijke bedrijfstakken, zoals voor de kolen- en staalindustrie in het Schu- manplan gebeurd is, tot het grote doel te geraken. De directe repercussies, die de situatie in deze sleutelindustrieën op het geheel van de nationale huishou dingen had, hebben echter noodge dwongen weer allerlei ambtelijke supranationale en nationale instan ties doen ontstaan, zodat ook hier het dirigisme weer naar voren komt. Men kan, aldus spr., niet op een relatief kleine markt integreren, zonder het geheel te integreren. Daarmee scheppen wij het ene Euro pa niet. Het geheel is meer dan de som der delen. Ook op dit punt signaleerde spreker een fundamen tele misvatting. Europa is niet op te vatten als organisatie of instituut. Europa's eenwording denkt men zich veelal als het resultaat van organi satorische inspanningen. De orde, waartoe men wil geraken, wordt ge zien als een kunstig bouwwerk, als een ma.: ':ine, die men uit uiteenlig- gende onderdelen heeft te construe ren. Ja, men heeft zelfs de moed de béstaundechaotische tóëstand dis orde te betitelen. De eigenlijke en gezonde zin van het begrip orde is verloren. Bij de conferenties van Parijs, Rome en. Luxemburg is dit steeds weer ge bleken, aldus spr. De orde, waartoe ook de Europese integratie zal moe ten voeren, zal slechts een natuur lijke harmonie der onderscheidene productieve en consumptieve ele menten kunnen zijn. Een schuchtere poging hiertoe vormt het stelsel van de Europese Betalings Unie. Het is hierbij echter bij een verre afschaduwing van het ideaal gebleven. Als enige werkelijke oplossing ziet minister Erhard de vrije eonverteer- baarheid van de valuta. „Zolang wij de moed niet hebben daartoe over te gaan, blijven we als een kat om de hete brij heendraaien". zo zeide hy. „Alleen wanneer wij op deze wyze de functie van het economisch proces tot vrije ontwikkeling laten komen, kunnen wij tot een fundamentele or dening, tot een ware integratie gera ken. Nationaal en internationaal die nen wij ons van de geleide economie, folterinstrument van de vrije mens, te bevrijden. Eerst dan is het klimaat voor een politieke eenheid geschapen!" Soms kofnt de politie in Engeland, waar reeds lang vrouwelijke bestaan, voor moeilijkheden te slaan. Zo regende het al lange tijd kiacnien van de vrouwelijke politieagenten, die vonden, dat bij regen hun kapsel mei vol doende was beschermd door de platte pet. Naarstig werd er gezocht naar een oplossing. Deze werd gevonden door inspectrice Sybil Fmlay, die een plastic pet ontwierp, waaraan een plastic cape'je is bevestigd, waaronder de vrouwe lijke politieagenten het haar tegen de regen kunnen beschermen. Piekhaar hoeft voortaan bij de Engelse vrouwelijke politie niet meer voor te komen. (Vert, door F. van Oldenburg Ermke) 13 Zijn collega's van de bemanning (want Gibson beschouwde zichzelf niet langer als een bevoorrechte passagier) respecteerden zijn afzondering. Aanvan kelijk waren ze zijn kamer kornen bin nenzweven, telkens als ze er voorbij kwamen, om over koetjes en kalfjes te praten of plechtige klachten over het weer uit te wisselen. Dat was heel pret tig en gezellig geweest, maar Gibson had zich verplicht gezien er een eind aan te maken door op zijr. dour ten briefje vast te spelden met: „LEVENSGEVAARLIJK MAN AAN HET WERK". Onnodig te zeggen, dat deze notitie spoedig voorzien was van zeer ondeu gende opmerkingen in meer dan één handschrift. Maar het had zijn uitwer king niet gemist. De schrijfmachine was opgevist van uit zijn bagage en nam in de kleine hut nu de ereplaats in. Overal lagen vellen copy Gibson was een slordig werker en moesten met rubberbanden ge dwongen worden om niet weg te zwe ven. Hij had heel wat te stellen gehad met het fladderig vlinderende carbon papier. dat de neiging had om in de luchtstroom te geraken en dan tegen de ventilator te gaan kleven, maar Gib son had nu de kleine technische moei lijkheden van het leven zonder zwaar tekracht onder de knie. Het was ver wonderlijk hoe gauw je die kleine han digheidjes leerde en hoe spoedig ze een deel werden van het leven var> iedere dag. Gibson haa het heel moeilijk gevon den om zijn indrukken van het wereld ruim aan het papier toe te vertrouwen. Men kon nu eenmaal niet goed zeggen „het wereldruim is vreselijk groot" en het daarbij dan laten. Vertrek en start van de aarde hadden alles van zijn schrijversbekwaamheid gevergd. Eigen lijk gelogen had hij niet, maar ongetwij feld zou niemand die zijn dramatische beschrijving las van hoe de aarde als in de diepte verdween bij het losdonde- ren van de raket, de indruk krijgen, dat de schrijver toen in een toestand van zalige bewusteloosheid verkeerde, welke snel gevolgd was door een toestand van allesbehalve zalig bewustzijn Zodra hij een paar artikelen klaar had. welke Ruth een poosje tevreden en rustig zouden houden, (ze had intussen nog drie radiogrammen gezonden van toenemende gemelijkheid en scherpte) begaf hij zich noordwaarts naar de sein- kamer. Bradley nam de pagina's copy met een nadrukkelijk gebrek aan geest drift in ontvangst. „Ik vermoed, dat we dit nu iedere dag gaan krijgen", zei hij somber. „Ik hoop het maar ik vrees yan niet. Het hangt af van mijn inspiratie". „Daar staat een Germani-me, hier. bovenaan op pagina twee". „O, dat is uitstekend. Dat geeft kleur aan het verhaal." „U spreekt op pagina drie van „cen trifugaal", waar u duidelijk „centripe taal" bedoelt". „Ik word per woord betaald; vindt u het dan niet erg edelmoedig van me, dat ik van die lange gebruik?" „Op pagina vier begint u twee zinnen achter elkaar met „en". „Luister eens, waarde heer, bent u van plan om die rommel over te seinen of moet ik het zelf doen?" Bradley grinnikte. „Dat wou ik u wel eens zien doen. Maar nu in alle ernst: ik had u moeten aanraden, een zwart lint te gebruiken. De contrastwerking is niet zo goed met een blauw, en hoewel de facsimile-zen der er op deze afstand ongetwijfeld pri ma mee klaar zal komen, is net, ais we verder van de aarde zijn, van be lang om een mooi, duidelijk seinschrift te hebben." Terwijl hij nog sprak, was Bradley begonnen met de kwarto-vellen in het inleg-apparaat van de automatische zender te schuiven. Geboeid keek Gib son toe, hoe ze stuk voor stuk in de muil van de machine verdwenen en vijf seconden later in het mandje voor afgewerkte telegrammen terecht kwa men. Het was een vreemd idee, dat zijn woorden nu in een onafgebroken stroom door het wereldruim snelden in drie se conden een millioen kilometer afleg gend. Hij verwonderde er zich echter wel een beetje over, dat het zo lang duurde, voordat een enkel vel overge seind was. Op aarde, wist hij, waren machines, die honderden pagina's druk° in een minuut overseinden. „Dat is een ingewikkelde geschiede nis," legde Bradley uit, toen hij hem er naar vroeg. „We kunnen voor afstanden van honderd-millioen kilometer geen op volle toeren werkende facsimile-zen ders gebruiken, gezien het minimum aan kracht en vermogen, waarover we hier beschikken. Hoe hoger de snelheid, hoe breder de band van het uitzendsys- teem, en des te meer storingen mee op genomen worden, welke het seinteken kunnen overstemmen. Dat is ook de re den, waarom radio-telefonie voor hyper- lange afstand uit den boze is." „Ik geloof, dat ik het zo ongeveer wel begrijp," zei Gibson. „Maar hoe komt het. dat radio-uitzendingen van Mars of Venus geen moeilijkheden opleveren, zelfs wanneer ze halverwege op hun baan rond de zon zijn?" „Omdat de radiostations op de plane ten hun stralen over een honderd meter kunnen concentreren door middel van „lenzen" en er een twintig megawatt achter kunnen zetten. Ons klein zend apparaat heeft een antenne van slechts vijf meter doorsnee, en we brengen het niet verder dan een paar honderd kilo watt, voordat we onze zend-perioden het wereldruim ingooien." „O," zei Gibson peinzend en liet het er bij. Hij was juist bezig om de pagina's van zijn manuscript weer bijeen te zoe ken, toen een zoemer zich horen deed er gens tussen het oerwoud van handeis, wijzers en meet-instrumenten, welke practisch de hele wand van de kleine ca bine in beslag namen. Bradley schoot op een van zijn ontvangtoestellen af en begon met grote snelheid onbegrijpelijke din gen te doen. Een doordringend gefluit deed zich horen uit een van de luia- sol fkörs „Het transport-projectiel is eindelijk in de buurt," zei Bradley, „maar nog ver genoeg van ons af ruw gescha. zal het ons ongeveer een honderddui zend kilometer mis lopen.' „Uiterst weinig. Ik heb ons eigen ra dio-baken ingeschakeld, en als het on ze signalen oppikt, zal het automatisch onze kant uitgaan en ons tot op eer paar kilometer volgen." „Maar als het ons niet oppikt?" (Wordt vervolgd). De „International federation f°r housing and planning" bestond dezer dagen 40 jaar. Het bureau van de teue" ratie is gevestigd te Den Haag m ne gebouw van de Vereniging va.n landse Gemeenten. Voorzitter is de Ne derlander L. S. P. Scheffer en secreta ris-generaal zijn landgenoot drs. H. van der Weyde. Het bestuur heeft daar dezer dagen vergaderd. Een aantal leden heeft daarna zijn visie gegeven over de stedebouw in Nederland en in het algemeen. De heer Spiwak uitte daarbij zqn bewondering voor het plan-Frankendael in Amster dam en voor de pioniersgeest, die de bouwers in Rotterdam demonstreren. Minder enthousiast was hij over de tendenz, die hij hier had bemerkt om complexen huizen te bouwen van ge lijke grootte en gelijke gevellijn, waar door men neigt naar eentonigheid en niet genoeg afwisseling betracht. De Engelsman sir Georg Peplex vond de trappen te steil, speciaal als daar dan ook nog fietsen op gepar keerd worden. En over de Hollandse zin voor netheid zei hij: „Ik heb al tijd gedacht dat Holland schoon was totdat ik op een winterdag de grach ten in Amsterdam bevroren vond en zag, wat de bewoners gewoon zijn met hun afval te doen". De Noor Erik Rolf sen had enige be zwaren tegen de Nederlandse gewoonte ook in de woningbouw de afstand tus sen de maatschappelijke klassen te demonstreren. „Wij in Oslo bouwen veelal maatschappelijk gemengde buurten", zo zeide hij. De Fransman Pranard uit het zon nige Zuiden vond de vele ramen in ons land in de zomer prachtig, maar hy zou in de winter niet in een modern Nederlands huis willen wonen, omnai hij dacht dat dit voor hem wel te koud zou zyn. Voorts kwam nog even Le Corbu- sier's moderne project in Marseille ter sprake, waarover in deze kring van experts weinig verschil van me ning bestond. „Een enorme misluk king", zei de Engelsman Osborne. „In Frankrijk bouwen we te veel ideeën en te weinig huizen en daardoor wordt het huisvestingsprobleem daar met de dag erger", aldus de Frans man Marrane. De Belg Victor Bure tenslotte toonde zich zeer getroffen door de kwaliteit van de bouw in Duitsland. „De stijl en de architectuur zijn daar de laatste ja ren enorm verbeterd", zo zeide hij, „en de Duitsers hebben zich, zover ik kan zien, daarbij terdege gespiegeld aan de Scandinavische landen en aan Neder land". Ten behoeve van opvarenden van H.M. torpedobootjagers „Evertsen" en „Kortenaer" en van H.M. fregatten „Van Amstel" en „De Bitter", welks schepen deel uitmaken van het oefensmaldeel 5, kunnen tot 18 November ter gelegen heid van het St Nicolaasfeest postpak ketten worden gezonden. Adressering als volgt: naam, rang of kwaliteit, ma rinenummer, aan boord van H.M (volgt naam van het schip). Den Helder. Deze pakketten worden dus niet ver zonden via het marinepostkantoor Am sterdam C.S. De mailsluitingen voor brieven aan opvarenden van bovenver melde schepen, welke brieven worden uitgereikt te Portland, zijn vastgesteld op 27 en 30 November, en 3 Decembeij alle drie dagen om 17.00 uur te Amster dam. Adressering van deze brieven 3 volgt: naam, rang of kwaliteit. maT>^at nummer, aan boord van H.M..... r.sam van het schip), Amsterdam marine.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 4