ONDER GEPENSIONNEERDEN
HEERST GROTE NOOD
Aanpassing van pensioenen aan huidig
prijspeil of herwaardering van functie
Geen Europese integratie zonder
munt-convertabiliteit
Gelijke functie, gelijk aantal
dienstjaren, gelijk pensioen
Congres
Dirigistische economie is in
haar grondslagen onjuist
Menswaardig
bestaan
Koning Paul bestijgt het Fordje
Minister Erhard te Amsterdam:
In het zand
van MARS
„Ik heb altijd gedacht dat Nederland
schoon was, totdat ik in Amsterdam
de grachten bevroren heb gezien
J
DINSDAG tO NOVEMBER 1953
PAGTNA 4
Bloembollenexport
gestegen in 1953
De z.g. oud-gepensionneerden, zij wier
pensioengrondslag gebaseerd is op bet
salaris van vóór de oorlog, zijn zeer
gedupeerd, omdat hun pensioen een verre
van gelijke tred heeft gehouden met alle
loonsverhogingen sinds de oorlog.
V.
rir^rrri
Reünie oud-studenten
te Katwijk
Het geheel is groter
dan de som der delen
Substituut-griffier te
Arnhem
Examens
«mi
door ARTHUR C. CLARKE
Experts over Nederlandse bouwstijl
St. Nicolaaspakketten
smaldeel 5
(Van onze redacteur)
r"\ e traploper ziet er redelijk uit en in de huiskamer
1 zal men tevergeefs naar een vuiltje zoeken. De
bekleding van de stoelen is echter meer dan kaal,
het kleed is navenant en de kachel brandt op deze frisse
dag nog niet. Ge zijt in een gezin van een gepensionneerde,
een gezin, dat wekelijks moet leven van twee en dertig
gulden. Een, wat men zou kunnen noemen, gemiddeld
geval. Er zijn er nog veel slechter aan toe. De man is
32 jaar lang buschauffeur geweest bij een gemeentelijke
onderneming. Hij moest met vervroegd pensioen en zit nu
de hele dag bij zijn vrouw in de kamer, zich om de twee
uur afvragend of hij nog een pijp tabak zal stoppen of dat
hij nog een half uur er mee zal wachten. Tweeëndertig
gulden per week, dat is honderd negen en dertig gulden
bi de maand. Het echtpaar rekent ons zijn vaste kosten
voor: Dertien gulden in de maand huur (de helft van de
woning is onderverhuurd), negen gulden verzekering,
tien gulden achterstallige belasting, aan licht, gas en
kolen vijftien gulden, totaal zevenenveertig gulden. Blijft
tweeënnegentig gulden voor alle verdere kosten. Nog
geen drie gulden per dag. Is het wonder, dat de vrouw
ste dienaren des lands die zich gedwon
gen zien door het verhuren van kamers
of het houden van betalende logé's zich
staande te houden in een milieu, waar
toe zij van huis uit horen?
Wij hebben ons. voor wat de achter
grond van de noodtoestand der gepen-
sionneerden en ook wat de dringende
verzoeken om verhoging der pensioenen
betreft, laten voorlichten door twee bij
uitstek deskundigen, de een een hoofd
bestuurslid van de Algemene Nederland
se Bond van Gepensionneerden. de an-
Zeker, deze mannen hadden maar een
heel gewoon baantje. Zij konden geen
royaal pensioen verwachten, maar toch
zeker wel een, dat hun iets meer dan
een armelijk bestaan zou waarborgen.
Neem een hoofdonderwijzer, een ambte
naar met redelijke positie. Zij komen
boven de grens van f 1.550 pensioen per
jaar, een bedrag, dat, naar uit een en
quête is gebleken, ruim 56 procent van
de Amsterdamse gepensionneerden niet
haalt. Maar deze hoofdonderwijzer,
deze ambtenaar leeft evenzeer aan de
grens van zijn bestaansminimum, ge
bonden als hij :s an maximaal zeven
tig pet. van zjjn salaris van vóór de oor
log. Hier wringt vooral de schoen: de
zgn. oud-gepensionneerden, zij, wier pen
sioengrondslag gebaseerd is op het sa
laris van vóór de oorlog, zijn zeer ge
dupeerd. ornaat hun pensioen een verre
van gelijke tred heeft gehouden met alle
loonsverhogingen sinds de oorlog. Er
zjjn verscheidene toeslagen geweest
een bewijs, dat de regering voor het
overheidspersoneel niet star vasthoudt
aan het recht, voortvloeiend uit de be
taling van de premies, gebaseerd op het
vooroorlogse salaris maar deze zijn
door elkaar niet hoger dan 30 tot 40
pet. van het pensioen. En dat terwijl
de kosten van het levensonderhoud met
168 pet. gestegen zjjn en de salarissen,
alhoewel niet in verhouding, maar toch
met ongeveer 100 pet
Rechters gaan verhuizen
Er~heerst grote nood onder de oud-
ge pensionneerden. Niet alleen voor het
grootste deel onder de f 1.550, ook voor
hen die goede functies hadden, zelfs zij
die de hoogste functies bekleedden. Er
zijn rechters, die jaren lang in een be
paalde gemeente gewoond hebben, en
die met hun pensionnering zulk een
terugval maken, dat zij gedwongen zijn
een kleinere woning te betrekken. Wij
hebben gehoord van magistraten, die in
allerijl een kleinere woning zochten in
een gemeente ver van hun woonplaats
verwijderd, omdat zij de kosten voort
vloeiende uit het bezit van een grote
kennissenkring niet meer konden op
brengen. Ook uit valse schaamte. En
vat te zeggen van weduwen van de eer-
blijkens mededelingen van de „onder-
vakgroep export van bloembollen" is de
export van bloembollen dit jaar weer
gestegen. In de periode van 1 Juli tot
en met 31 October 1953 werden 43.544.282
kg. uitgevoerd ter waarde van
f 115.170.933. De getallen waren in 1952
over dezelfde periode 40.859.812 kg en
f 109.114.579
Deze cijfers oetekenen weer een re
cord. De bloembollenkwekers en expor
teurs kijken echter minder naar dat re
cord dan naar de stijging van de export
naar de verschillende landen. De grote
vraagtekens zijn ieder jaar weer Frank
rijk en de Verenigde Staten. De uitvoer
naar Frankrijk is echter gestegen met
118.500 kg. en bijna f 1,3 millioen.
Naar Amerika, waarvoor men in het
begin van het seizoen een stijging ver
wachtte, werd 11.275.397 kg. gezonden
tot een waarde van f 35.771.606, of
f 269.000 minder dan vorig jaar. Deze
daling moet niet aan een geringere ver
koop worden toegeschreven, doch aan
een prijsdaling van de hyeinten
meer dan de helft van de dag voor anderen breit om het
inkomen met een twintig gulden in de maand wat op te
voeren?
Een ander willekeurig gekozen geval: Een man, weduw
naar, die 35 jaar bij de posterijen in dienst is geweest.
Hij heeft een pensioentje van negenentwintig gulden in
de week. Hij is bij bevriende mensen in pension voor
twintig gulden per week. Hij kan beter hier zijn dan
in een verzorgingshuis, want dat kost drieëntwintig gul
den. Negen gulden heeft hij dus over. Hij koopt van tijd
tot tijd zijn „builtje kort van vijf en twintig stuivers". Hij
maakt elke dag een flinke wandeling en praat bij mooi
weer in het naburige park met zijn lotgenoten. Hij zal
zijn dochter, die in Duitsland getrouwd is en die zwaar
ziek is, nooit meer zien. Al woonde zij een honderdtal
kilometers van hem weg, dan nog zou hij haar niet eens
per maand kunnen bezoeken. Hij heeft kort geleden een
pak moeten kopen. Hij zocht er een uit van f 39.75. Het
zag er redelijk uit en hij dacht dat hij een „goeie koop"
had gedaan. Na twee maanden, na een regenbuitje, kon
hij het met de vuilnisman meegeven.
als billijk. De grote grief is, dat daarbij,
althans voor het ogenblik, vergeten zijn
de middengroepen en de lagere gepen
sionneerden. Men meent dat voorziening
in hun noden meer urgent is.
Van de zijde van de Algemene Neder
landse Bond van Gepensionneerden.
wordt aangevoerd, dat reeds bij de
grondvesting van de Nederlandse staat
de souvereine vorst koning Willem I bij
de regeling der pensioenen van de over
heidsdienaren er van is uitgegaan, dat
de ambtenaren, die worden gepension-
neerd, een bestaan verzekerd moet wor
den volgens hun „stand en staat". De
Staatscommissie-De Meester, die de Pen
sioenwet 1922 heeft voorbereid, stelde
zich op het standpunt, dat het pensioen
een „menswaardig bestaan" voor de ge
pensionneerden moest waarborgep. Nu
het geld in waarde is gedaald en de
kosten van het normale levensonderhoud
der vooraanstaand insider in de katho
lieke verenigingswereld, voor zover deze
zich bezig houdt met de pensioenen.
Allereerst een stukje recente geschie
denis. De gepensionneerden onder het
overheidspersoneel, wier pensioen geba
seerd is op een salaris van vóór de oor
log (dat tijdens de crisistoestand in '35
'36 onder Colijn een aderlating van 10
pet. had moeten ondergaan) hebben na
de bevrijding, toen de indexcijfers van
de kosten van het levensonderhoud in
vergelijking met 1938'39 reeds meer
dan verdubbeld bleken te zijn, een toe
slag gehad van 25 pet. met een maximum
van f 500 voor eigen pensioen en f 350
voor weduwenpensioen. Om de deva
luatie van 1949 op te vangen, werden
er bijzondere toeslagen toegekend, die
later werden verdisconteerd in een ver
hoging van maximaal f 350 voor de
eigen pensioenen en van f 300 voor de
weduwenpensioenen.
In totaal had het eigen pensioen bij
een maximum aantal dienstjaren in de
hoogste klasse verhoogd kunnen zijn
met f 850, het weduwenpensioen met
f 650. Procentueel hebben de laagst ge
pensionneerden de hoogste toeslag ge
kregen, maar dezen bleven er toch het
slechts aan toe omdat hun basis nu
eenmaal minimaal was. Ook met de
verhogingen bleven zij beneden het be
staansminimum. (Lag en ligt hun
inkomen onder de inkomstengrens van
de Noodwet Ouderdomsvoorziening dan
konden kunnen zij krachtens die
wet een aanvulling ontvangen). Zoals
reeds opgemerkt, de toeslagen kwamen
door elkaar genomen niet hoger dan
30-40 pet. van de pensioenen, terwijl
allereerst het levensonderhoud, en ver
volgens de salarissen hoewel lang
niet in gelijke mate met een veel
groter percentage gestegen waren.
Intussen is de regering gevraagd de
pensioenen te herwaarderen en aan te
passen aan het gestegen prijspeil. De in
1949 ingestelde staatscommissie-Van
Poelje, die de opdracht heeft een her
ziening te ontwerpen van de ouderdoms-
wetgeving. heeft op verzoek van de re
gering een interim-rapport gepubliceerd,
waarin wordt voorgesteld de pensioenen
met een grondslag boven f 6857, d.w.z.
de hogere pensioenen, te verhogen.
Hierdoor werden de maxima van de
Pensioenwet 1922 losgelaten.
De voorgestelde verhogingen, die de
regering heeft overgenomen en die de
zer dagen in een wetsontwerp aan de
met sprongen omhoog zijn gegaan, wordt
gevraagd de pensioenen te revalueren,
opdat dit menswaardig bestaan verze
kerd wordt.
Daar een herwaardering der pensioe
nen veel voorbereiding en tijd vergt,
vraagt men, daar de tijd dringt en het
niet verantwoord wordt geacht voor gro
te groepen langer te wachten, een voor
lopige aanpassing van de pensioenen
door het verlenen van een bijzondere
toeslag. Men acht dit een gerechtvaar
digd verlangen.
Men kan deze materie ook op een
andere wijze benaderen. Zonder zich te
verdiepen in het huidige prijspeil en
zonder aanpassing tot dit peil te vra
gen kan men eenvoudig stellen: Waar
om zal er thans verschil bestaan tussen
het pensioen van een ambtenaar in een
bepaalde functie die in, zeg 1930, gepen-
sionneerd werd en dat van een collega
met dezelfde functie en hetzelfde aan
tal dienstjaren die in 1954 met pensioen
gaat? Zij hebben zich dezelfde inspan
ning getroost, hetzelfde werk verricht,
de overheid even trouw gediend. Waar
om moet de een (de laatste) een pen
sioen genieten dat vele honderden gul
dens hoger ligt dan zijn collega die eer
der met pensioen ging? De vergelijking
tussen 1930 en 1954 is de meest in het
oog lopende. Maar ook al neemt men
een ambtenaar die in 1947 met pensioen
ging dan ligt zijn pensioen belangrijk
lager dan dat van degene die per 1 Ja
nuari a.s. de dienst met pensioen ver
laat, omdat de laatste intussen verschei
dene salarisverhogingen heeft gehad en
zijn pensioen van dit hogere salaris
berekend wordt. Als aanstonds de 5 pet.
huurverhoging gegeven wordt, ook aan
de gepensionneerden, is de laatst gepen
sionneerde ook al in het voordeel.
In de katholieke kringen, waarin wij
de problematiek op deze manier za
gen behandelen, stelt men zich als
ideaal een gelijke pensionnering voor
gelijke functies met eenzelfde aantal
dienstjaren, ongeacht of de functie uit
geoefend werd voor een hoger of la
ger salaris. Men moet iedere functio
naris hetzelfde redelijke bestaan
waarborgen, zo zegt men. Het gaat
niet aan dat bijvoorbeeld een commies
die in 1945 met pensioen ging een veel
geringer inkomen heeft dan zijn col
lega (uiteraard met hetzelfde aantal
dienstjaren), die in 1950 de 65-iarige
leeftijd bereikte.
Het grote verschil komt duidelijk tot
wijzer, die in 193f met pensioen ging,
heeft thans een inkomen van f2.707,
zijn collega, die in 1954 de dienst ver
laat, f 3.406. Een onderwijzer met hoofd-
acte, in 1930 met pensioen gegaan, ont
vangt f 3.108, zijn confrater per 1 Ja
nuari 195- f 3.980. Een hoofd in een
middelgrote gemeente op basis van 1930
f 3.525, in 1954 f 4.458 (allen natuurlijk
met hetzelfde aantal dienstjaren). De
tegenstelling is met opzet zo scherp mo
gelijk gesteld. Maar, zoals reeds be
toogd, cijfers ter vergelijking uit meer
recente jaren tonen evenzeer een ver
schil, soms ook in honderden guldens.
Het is overigens duidelijk, dat men op
deze manier in de glijdende pensioen-
schaal belandt.
Men verheelt zich hierbij niet, dat
het niet steeds mogelijk is precies aan
te geven met welke functies of rangen
van thans de door de gepensionneerden
beklede rangen en functies van vroeger
kunnen worden gelijkgesteld. Er zijn er
verscheidene thans geheel vervallen of
in waarde veranderd. Soms is ook de
rangsbevordering gewijzigd, omdat bij
voorbeeld aan de oude titulatuur een
geheel andere betekenis is toegekend
dan voorheen.
Gelijke pensionnering voor
gelijke functies
Hoe dan ook, men wenst, aldus
onze insider in katholieke kringen,
een algehele optrekking van de
achterstand, niet op de eerste plaats
gebaseerd op het hoge prijspeil, maar
op de redelijke basis dat voor ge
lijke functie en gelijk aantal dienst
jaren gelijk pensioen geldt. Daar
naast ziet men graag een toeslag om
dat de pensioenen, ook voor dege
nen die nu uit hun werkkring tre
den, te laag liggen. Het bekende
A.R.K.A.-rapport gaat, zich base
rend op het Vierjarenplan, belang
rijk verder. Men kan aan de hand
van uitvoerig cijfermateriaal aanto
nen, dat 4e pensioenen, zeker voor
de „oud-gepensionneerden", te laag
zijn, en daarom vraagt men, vóór de
staatscommissie met haar eindrap
port komt, een redelijke verbete
ring, opdat niet alleen uit de ge
zinnen van de thans of kort gele
den gepensionneerden, maar voor
al uit die der vroeger op pensioen
gestelden de nood, die daar is
men van overtuigd bestaat, ge
weerd wordt
De particuliere sector
Tot zover de problemen van de oude
ren die in overheidsdienst (geweest)
zijn. Belangrijk anders liggen de za
ken voor de gepensionneerden in de
particuliere sector. Hier en daar bij
zeer grote en gezonde bedrijven of bij
een zelfstandige die zeer goed voor zijn
„oude dag" heeft gezorgd (kon zor
gen) treft men een betere regeling
aan dan bij de overheidspensioenen.
Maar in het algemeen is in deze sector
aan de vastgelegde pensioenen niets te
veranderen. Men heeft zijn premie be
taald op een bepaalde grondslag en men
weet wat men te verwachten heeft. Bij
een hoger inkomen kon men de premie
verhogen en men zich dus een ruimer
pensioen toekennen. Maar degenen die,
zeg, in 1940 hun pensioen ontvingen,
kunnen thans geen enkele aanspraak
maken op een hoger bedrag, hoe drin
gend zij dit ook nodig hebben. Er mag
een enkel bedrijf zijn dat, gezien het
huidige prijspeil, vor zijn oud-geëm
ployeerden, thans gepensionneerden,
iets doet. maar hoevele zullen dit er
zijn? Zullen de overheidspensioenen
verhoogd worden, dan kan een schrij
nende tegenstelling met die uit de par
ticuliere sector niet uitblijven.
Koning Paul van Griekenland, die momenteel een bezoek brengt aan de Ver
enigde Staten, heeft een kijkje genomen in de Fordfabrieken te Dearborn (Mi
chigan). De Koning besteeg er het eerste „Fordje", dat door Henri Ford werd
gebouwd, en dat hem werd getoond tijdens zijn rondgang door de uitgestrekte
fabrieken.
Afgelopen weekend ben ik
op het K.V.P.-Congres ge
weest. Samen met een „P°-
litiek-bewuste" vriend. Het
was een soort gang naar
Canossa voor mij; want,
eerlijk gezegd, heb ik mij
altijd ver van de politiek
gehouden. Maar nu na Za
terdag en Zondag, ben ik
dan toch wel radicaal bekeerd. Het is
per slot van rekening een aardig tijd
verdrijf, politiek bedrijven. Vooral als
het tot geen enkele consequentie leidt.
En dat doet het niet op zo'n congres,
dat typisch een brillante gelegenheid
is voor degenen die van hun hart See£
moordkuil willen maken. Nu. ik heb
het mijne even gelucht. Zaterdag- Ik
heb de ene „aperte onjuistheid" dat
vind ik zo aardig klinken na de
andere geconstateerd. En zo nu en dan
heb ik mij met een krachtig „zeer
juist'' of een nog krachtiger „Foei" in
de discussie gemengd. Ook heb ik een
zin uit een ontwerp-resolutie trachten
om te buigen in mijn (denk) richting,
maar dat is niet gelukt En dat heb ik
als goed democraat dan maar genomen.
Want per slot van rekening gaat een
mens niet naar een congres om gelijk
te krijgen, maar om gelijk te géven.
Zondag 15 November houden de oud
studenten van het Missie College St.
Willibrord te Katwijk een reünie. De
dag begint met een H. Mis, welke te
tien uur wordt opgedragen voor de
reünisten.
In de namiddag wordt een uitvoering
gegeven Welke tijdig beëindigd zal zijn.
Deelnemers wordt verzocht zich te mel
den aan het College te Katwijk
„Er wordt heden ten dage zo vaak en zo ijverig gesproken over integra
tie, dat men in de waan zou komen, dat men het hierin verder heeft gebracht
dan ooit tevoren. Men vergeet dan echter, dat er een tijd is geweest, waarin
een veel grotere mate van integratie bereikt was dan op dit ogenblik het
geval is. Men heeft hierbij de grote fout begaan, het woord integratie dat
bezig is tot een modewoord te verworden in een veel te enge zin op te
vatten, en zo te spreken van politieke, militaire en economische integratie.
De werkelijke inhoud van dit begrip is niet minder dan het scheppen van
het levensklimaat van de vrije mens. En als wij dan de huidige toestand
nauwkeurig onderzoeken, blijkt, dat deze veeleer een ontstellende des
integratie te zien geeft".
Dit verklaarde de Westduitse minister
van Economische Zakèn, prof. dr. Lud-
wig Erhard, in een rede, die hij Zater
dag tijdens een vergadering van de Ned.
Vereniging van de Internationale Ka
mer van Koophandel in het Kon. Insti
tuut voor de Tropen te Amsterdam heeft
gehouden. Vóór de eerste wereldoorlog,
De overige landen laten een vrij nor- Kamer zijn aangeboden, worden erkend 1 uiting in onderstaande cijfers. Een onder-
ale ontwikkeling zien. I
male ontwikkeling zien
Bij K.B. is benoemd tot substituut
griffier bij de arrondissements-rechtbank
te Arnhem: mr. P. J. M. de Bruin, be
ëdigd klerk ter griffie van het gerechts
hof te Arnhem
UTRECHT Semi-arts examen: L. Al
ma, Oss, mej. A. Klaaskate, Oldenzaal, J.
Jansen. Utrecht, W. v. Weerde. Bilthoven-
mej. W. van Beek, Oosterhout (N.B.); arts
examen: J. Minderhoud, Utrecht; L. van
Lier, Den Bosch, S. Sluis, Hilversum;
tandartsexamen: mej. A. Zijp, Purmerend,
N. Claasse, Tilburg en J. Ament, Roermond.
LEIDEN Doctoraal Indisch recht: me
vrouw E. HoninghScipio, Den Haag, C.
Wackwitz. Heemstede, H. Erber, Den Haag.
A Krom, Wassenaar en A. Visser, Den
Haag; cand. psychologie: A. Morèe, Den
Haag; doctoraal psychologie mej. A. Salo-
monson, Dordrecht; doctoraal geneeskun
de: mevr. V. Slotemakerv. Bosse, Leiden,
idem de dames H. Barendsen, Den Haag,
A. Straat, Leeuwarden, idem de heren H.
den Butter, Haarlemmermeer, A. v. d. Kar,
Horst (L.), F. Pothoff, Amsterdam en J.
Thompson U.S.A., idem de dames A. Bos-
sers. Den Haag, W. van Geldorp, Voor
burg, idem de heren G. Eischoff (cum lau-
de). Den Haag, A. v. d. Borden, Vlaardin-
gen, J. Grimbergen, Poeldijk, Th. Hane-
graaf, Eindhoven en H. Möller, Oegstgeest:
semi arts examen: de dames S. Fahrenfort,
Haarlem, E. Daalder, Voorburg, W. Ebbin-
ge, Leiden, E. Saüer, Leiden, L. v. Speng-
ler, Dordrecht, idem de heren C. Metz,
Eindhoven. M. Nordlohme, Goes, J. de
Vries, Oegstgeest, M. Osten. Den Haag;
artsexamen: mevr. Liem Oey Hi, Leiden,
idem de dames H. Maandag, Wassenaar,
D. de Vlieger, Den Haag, idem de heren
L. Endtz, Leiden, J. Heykoop, Boskoop, E.
Jongejan, Boskoop en K. Maltha, Leersum.
's-GBAVENHAGE. Wiskunde M.O.
K I: T. Overdijk, Slikkerveer. Wiskunde
O.K. V: C. Slob te Amsterdam.
aldus minister Erhard, beschikte men in
het internationale stelsel van gouden
standaarden over een uitstekend en ge
makkelijk hanteerbaar instrument der
wereldeconomie, dat vrije toegang tot
alle markten waarborgde. Dit was een
der grondelementen ener werkelijke
economische orde, hiermede was een
groot stuk internationale integratie ver
wezenlijkt.
De oorlogen hebben deze orde in de
ware zin van het woord verpulverd.
Deze toestand van versplintering ts
echter blijven bestaan. Uit de oorlogs
tijd heeft men, aldus spr., het idee
overgehouden dat men op economisch
terrein letterlijk alles zou kunnen
doen. Aldus werd het typische stekel
van oorlogseconomie, in elk afzonder
lijk land beheerd door een massa-bu
reaucratisch apparaat, eenvoudigweg
omgebogen om voor vredesdoeleinden
te dienen. Niets was zo simpel, zo
dacht men, als een van bovenaf ge
leide economie. Niets is echter in de
uitvoering zo gecompliceerd gebleken.
Daar kwam de algemeen heersende
misvatting bij, dat bepaalde economi
sche stelsels geïdentificeerd werden
met zekere politieke systemen, gi een
uitvoerig betoog zette minister t-rnari
uiteen dat elke dirigistische economie m
haar grondslagen onjuist
water men soms noodgedwongen in de
wijn moet doenzoals ook i Er is dus
geen enkel politiek stelsel dat met een
bepaald economisch bestel zou corres
ponderen. De enig principieel puste eco
nomische orde is die der vrije markt
economie.
Hoe zal men nu de aldus ontstane
en nog immer gehandhaafde toestand
van economische versplintering kun
nen integreren? zo vroeg spreker zich
af. Toen het na ampele discussies dui
delijk werd, dat een totale economi
sche eenwording in West-Europa nog
niet bereikbaar was, heeft men ge
tracht door liberalisering van afzon
derlijke bedrijfstakken, zoals voor de
kolen- en staalindustrie in het Schu-
manplan gebeurd is, tot het grote doel
te geraken. De directe repercussies, die
de situatie in deze sleutelindustrieën op
het geheel van de nationale huishou
dingen had, hebben echter noodge
dwongen weer allerlei ambtelijke
supranationale en nationale instan
ties doen ontstaan, zodat ook hier het
dirigisme weer naar voren komt.
Men kan, aldus spr., niet op een
relatief kleine markt integreren,
zonder het geheel te integreren.
Daarmee scheppen wij het ene Euro
pa niet. Het geheel is meer dan de
som der delen. Ook op dit punt
signaleerde spreker een fundamen
tele misvatting. Europa is niet op te
vatten als organisatie of instituut.
Europa's eenwording denkt men zich
veelal als het resultaat van organi
satorische inspanningen. De orde,
waartoe men wil geraken, wordt ge
zien als een kunstig bouwwerk, als
een ma.: ':ine, die men uit uiteenlig-
gende onderdelen heeft te construe
ren. Ja, men heeft zelfs de moed de
béstaundechaotische tóëstand dis
orde te betitelen.
De eigenlijke en gezonde zin van
het begrip orde is verloren. Bij de
conferenties van Parijs, Rome en.
Luxemburg is dit steeds weer ge
bleken, aldus spr. De orde, waartoe
ook de Europese integratie zal moe
ten voeren, zal slechts een natuur
lijke harmonie der onderscheidene
productieve en consumptieve ele
menten kunnen zijn.
Een schuchtere poging hiertoe
vormt het stelsel van de Europese
Betalings Unie. Het is hierbij echter
bij een verre afschaduwing van het
ideaal gebleven.
Als enige werkelijke oplossing ziet
minister Erhard de vrije eonverteer-
baarheid van de valuta. „Zolang wij de
moed niet hebben daartoe over te
gaan, blijven we als een kat om de
hete brij heendraaien". zo zeide hy.
„Alleen wanneer wij op deze wyze
de functie van het economisch proces
tot vrije ontwikkeling laten komen,
kunnen wij tot een fundamentele or
dening, tot een ware integratie gera
ken. Nationaal en internationaal die
nen wij ons van de geleide economie,
folterinstrument van de vrije mens, te
bevrijden. Eerst dan is het klimaat
voor een politieke eenheid geschapen!"
Soms kofnt de politie in Engeland, waar reeds lang vrouwelijke
bestaan, voor moeilijkheden te slaan. Zo regende het al lange tijd kiacnien van
de vrouwelijke politieagenten, die vonden, dat bij regen hun kapsel mei vol
doende was beschermd door de platte pet. Naarstig werd er gezocht naar een
oplossing. Deze werd gevonden door inspectrice Sybil Fmlay, die een plastic
pet ontwierp, waaraan een plastic cape'je is bevestigd, waaronder de vrouwe
lijke politieagenten het haar tegen de regen kunnen beschermen. Piekhaar hoeft
voortaan bij de Engelse vrouwelijke politie niet meer voor te komen.
(Vert, door F. van Oldenburg Ermke)
13
Zijn collega's van de bemanning
(want Gibson beschouwde zichzelf niet
langer als een bevoorrechte passagier)
respecteerden zijn afzondering. Aanvan
kelijk waren ze zijn kamer kornen bin
nenzweven, telkens als ze er voorbij
kwamen, om over koetjes en kalfjes te
praten of plechtige klachten over het
weer uit te wisselen. Dat was heel pret
tig en gezellig geweest, maar Gibson
had zich verplicht gezien er een eind
aan te maken door op zijr. dour ten
briefje vast te spelden met:
„LEVENSGEVAARLIJK MAN
AAN HET WERK".
Onnodig te zeggen, dat deze notitie
spoedig voorzien was van zeer ondeu
gende opmerkingen in meer dan één
handschrift. Maar het had zijn uitwer
king niet gemist.
De schrijfmachine was opgevist van
uit zijn bagage en nam in de kleine hut
nu de ereplaats in. Overal lagen vellen
copy Gibson was een slordig werker
en moesten met rubberbanden ge
dwongen worden om niet weg te zwe
ven. Hij had heel wat te stellen gehad
met het fladderig vlinderende carbon
papier. dat de neiging had om in de
luchtstroom te geraken en dan tegen
de ventilator te gaan kleven, maar Gib
son had nu de kleine technische moei
lijkheden van het leven zonder zwaar
tekracht onder de knie. Het was ver
wonderlijk hoe gauw je die kleine han
digheidjes leerde en hoe spoedig ze
een deel werden van het leven var>
iedere dag.
Gibson haa het heel moeilijk gevon
den om zijn indrukken van het wereld
ruim aan het papier toe te vertrouwen.
Men kon nu eenmaal niet goed zeggen
„het wereldruim is vreselijk groot" en
het daarbij dan laten. Vertrek en start
van de aarde hadden alles van zijn
schrijversbekwaamheid gevergd. Eigen
lijk gelogen had hij niet, maar ongetwij
feld zou niemand die zijn dramatische
beschrijving las van hoe de aarde als
in de diepte verdween bij het losdonde-
ren van de raket, de indruk krijgen, dat
de schrijver toen in een toestand van
zalige bewusteloosheid verkeerde, welke
snel gevolgd was door een toestand van
allesbehalve zalig bewustzijn
Zodra hij een paar artikelen klaar
had. welke Ruth een poosje tevreden
en rustig zouden houden, (ze had intussen
nog drie radiogrammen gezonden van
toenemende gemelijkheid en scherpte)
begaf hij zich noordwaarts naar de sein-
kamer. Bradley nam de pagina's copy
met een nadrukkelijk gebrek aan geest
drift in ontvangst.
„Ik vermoed, dat we dit nu iedere dag
gaan krijgen", zei hij somber.
„Ik hoop het maar ik vrees yan
niet. Het hangt af van mijn inspiratie".
„Daar staat een Germani-me, hier.
bovenaan op pagina twee".
„O, dat is uitstekend. Dat geeft kleur
aan het verhaal."
„U spreekt op pagina drie van „cen
trifugaal", waar u duidelijk „centripe
taal" bedoelt".
„Ik word per woord betaald; vindt u
het dan niet erg edelmoedig van me, dat
ik van die lange gebruik?"
„Op pagina vier begint u twee zinnen
achter elkaar met „en".
„Luister eens, waarde heer, bent u
van plan om die rommel over te seinen
of moet ik het zelf doen?"
Bradley grinnikte.
„Dat wou ik u wel eens zien doen.
Maar nu in alle ernst: ik had u moeten
aanraden, een zwart lint te gebruiken.
De contrastwerking is niet zo goed met
een blauw, en hoewel de facsimile-zen
der er op deze afstand ongetwijfeld pri
ma mee klaar zal komen, is net, ais
we verder van de aarde zijn, van be
lang om een mooi, duidelijk seinschrift
te hebben."
Terwijl hij nog sprak, was Bradley
begonnen met de kwarto-vellen in het
inleg-apparaat van de automatische
zender te schuiven. Geboeid keek Gib
son toe, hoe ze stuk voor stuk in de
muil van de machine verdwenen en
vijf seconden later in het mandje voor
afgewerkte telegrammen terecht kwa
men. Het was een vreemd idee, dat zijn
woorden nu in een onafgebroken stroom
door het wereldruim snelden in drie se
conden een millioen kilometer afleg
gend. Hij verwonderde er zich echter
wel een beetje over, dat het zo lang
duurde, voordat een enkel vel overge
seind was. Op aarde, wist hij, waren
machines, die honderden pagina's druk°
in een minuut overseinden.
„Dat is een ingewikkelde geschiede
nis," legde Bradley uit, toen hij hem er
naar vroeg. „We kunnen voor afstanden
van honderd-millioen kilometer geen
op volle toeren werkende facsimile-zen
ders gebruiken, gezien het minimum
aan kracht en vermogen, waarover we
hier beschikken. Hoe hoger de snelheid,
hoe breder de band van het uitzendsys-
teem, en des te meer storingen mee op
genomen worden, welke het seinteken
kunnen overstemmen. Dat is ook de re
den, waarom radio-telefonie voor hyper-
lange afstand uit den boze is."
„Ik geloof, dat ik het zo ongeveer wel
begrijp," zei Gibson. „Maar hoe komt
het. dat radio-uitzendingen van Mars
of Venus geen moeilijkheden opleveren,
zelfs wanneer ze halverwege op hun
baan rond de zon zijn?"
„Omdat de radiostations op de plane
ten hun stralen over een honderd meter
kunnen concentreren door middel van
„lenzen" en er een twintig megawatt
achter kunnen zetten. Ons klein zend
apparaat heeft een antenne van slechts
vijf meter doorsnee, en we brengen het
niet verder dan een paar honderd kilo
watt, voordat we onze zend-perioden
het wereldruim ingooien."
„O," zei Gibson peinzend en liet het
er bij. Hij was juist bezig om de pagina's
van zijn manuscript weer bijeen te zoe
ken, toen een zoemer zich horen deed er
gens tussen het oerwoud van handeis,
wijzers en meet-instrumenten, welke
practisch de hele wand van de kleine ca
bine in beslag namen. Bradley schoot op
een van zijn ontvangtoestellen af en begon
met grote snelheid onbegrijpelijke din
gen te doen. Een doordringend gefluit
deed zich horen uit een van de luia-
sol fkörs
„Het transport-projectiel is eindelijk
in de buurt," zei Bradley, „maar nog
ver genoeg van ons af ruw gescha.
zal het ons ongeveer een honderddui
zend kilometer mis lopen.'
„Uiterst weinig. Ik heb ons eigen ra
dio-baken ingeschakeld, en als het on
ze signalen oppikt, zal het automatisch
onze kant uitgaan en ons tot op eer
paar kilometer volgen."
„Maar als het ons niet oppikt?"
(Wordt vervolgd).
De „International federation f°r
housing and planning" bestond dezer
dagen 40 jaar. Het bureau van de teue"
ratie is gevestigd te Den Haag m ne
gebouw van de Vereniging va.n
landse Gemeenten. Voorzitter is de Ne
derlander L. S. P. Scheffer en secreta
ris-generaal zijn landgenoot drs. H.
van der Weyde.
Het bestuur heeft daar dezer dagen
vergaderd.
Een aantal leden heeft daarna zijn
visie gegeven over de stedebouw in
Nederland en in het algemeen. De heer
Spiwak uitte daarbij zqn bewondering
voor het plan-Frankendael in Amster
dam en voor de pioniersgeest, die de
bouwers in Rotterdam demonstreren.
Minder enthousiast was hij over de
tendenz, die hij hier had bemerkt om
complexen huizen te bouwen van ge
lijke grootte en gelijke gevellijn, waar
door men neigt naar eentonigheid en
niet genoeg afwisseling betracht.
De Engelsman sir Georg Peplex
vond de trappen te steil, speciaal als
daar dan ook nog fietsen op gepar
keerd worden. En over de Hollandse
zin voor netheid zei hij: „Ik heb al
tijd gedacht dat Holland schoon was
totdat ik op een winterdag de grach
ten in Amsterdam bevroren vond en
zag, wat de bewoners gewoon zijn
met hun afval te doen".
De Noor Erik Rolf sen had enige be
zwaren tegen de Nederlandse gewoonte
ook in de woningbouw de afstand tus
sen de maatschappelijke klassen te
demonstreren. „Wij in Oslo bouwen
veelal maatschappelijk gemengde
buurten", zo zeide hij.
De Fransman Pranard uit het zon
nige Zuiden vond de vele ramen in
ons land in de zomer prachtig, maar
hy zou in de winter niet in een modern
Nederlands huis willen wonen, omnai
hij dacht dat dit voor hem wel te koud
zou zyn.
Voorts kwam nog even Le Corbu-
sier's moderne project in Marseille
ter sprake, waarover in deze kring
van experts weinig verschil van me
ning bestond. „Een enorme misluk
king", zei de Engelsman Osborne. „In
Frankrijk bouwen we te veel ideeën
en te weinig huizen en daardoor
wordt het huisvestingsprobleem daar
met de dag erger", aldus de Frans
man Marrane.
De Belg Victor Bure tenslotte toonde
zich zeer getroffen door de kwaliteit
van de bouw in Duitsland. „De stijl en
de architectuur zijn daar de laatste ja
ren enorm verbeterd", zo zeide hij, „en
de Duitsers hebben zich, zover ik kan
zien, daarbij terdege gespiegeld aan de
Scandinavische landen en aan Neder
land".
Ten behoeve van opvarenden van
H.M. torpedobootjagers „Evertsen" en
„Kortenaer" en van H.M. fregatten „Van
Amstel" en „De Bitter", welks schepen
deel uitmaken van het oefensmaldeel 5,
kunnen tot 18 November ter gelegen
heid van het St Nicolaasfeest postpak
ketten worden gezonden. Adressering
als volgt: naam, rang of kwaliteit, ma
rinenummer, aan boord van H.M
(volgt naam van het schip). Den Helder.
Deze pakketten worden dus niet ver
zonden via het marinepostkantoor Am
sterdam C.S. De mailsluitingen voor
brieven aan opvarenden van bovenver
melde schepen, welke brieven worden
uitgereikt te Portland, zijn vastgesteld
op 27 en 30 November, en 3 Decembeij
alle drie dagen om 17.00 uur te Amster
dam. Adressering van deze brieven 3
volgt: naam, rang of kwaliteit. maT>^at
nummer, aan boord van H.M.....
r.sam van het schip), Amsterdam
marine.