Hoe film van de Mount Everest-
expeditie tot stand is gekomen
1
Het kwaad
m
Eugene ONeilloverleden
Amerika's grootste dramaturg
„MISSIE een missieboek
Gait-Jan
Kruutmoes.
Visserij congres in Zweden met
practische waarde
Voor twee minuten bioscoopvoor
stelling een hele dag werk op
6000 meter hoogte
Speciale camera's
MISSIE
Record-opbrengst
aan belastingen
Poging tot unificatie van propaganda
Recreatie in de
vrije natuur
Mensen van
de Radio
Noren verlagen opslag-temperatuur
in de vrieshuizen
Interview met Tom Stobart, cineast en bergbeklimmer
Conferentie over hiermee
samenhangende
problemen
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1953
PAGINA 3
ï01gen°s0rSAronf van het kwaad is dus,
jjüivei r'h Stus' e'»en woorden, de
^aad s'us' overwinning van het
EINDELIJK
Een boek dai moest komen
Dank zij gunstig verloop
productie en werk
gelegenheid
Prof. dr. mr. W. L. G.
Lemaire
Commandeur H. Bos naar
Ned. Antillen
door Edwin Haydon.
In een voortdurend gevecht met hevige sneeuwstormen op een hoogte
van 7000 meter, half verblind en in het dreigende vooruitzicht van neer
vallende ijsmassa's, heeft de 39-jarige Tom Stobart, als een menselijk
insect balancerend op het dak van de wereld, de verovering van de Mount
Everest in kleuren weten vast te leggen in een prachtige film. Tom Stobart
zelf heeft mij kort na de triomfantelijke terugkeer van de expeditie op zjjn
eigen, rustige manier verteld hoe hij dit filmwonder tot stand heeft gebracht.
Het is een epos op zichzelf.
Spoedig nadat in 1951 de beroemde ontdekkingsreiziger Eric Shipton naar
Groot-Brittannië was teruggekeerd met het nieuws, dat er mogelijk een
nieuwe toegangsweg naar de Mount Everest bestond vanuit het Zuiden,
werd aangekondigd, dat er in 1953 van Britse zijde een poging zou worden
aangewend om de Everest te beklimmen.
Het eerste grote vraagstuk waarvoor men zich geplaatst zag, was de keuze
van een cameraman. Tom Stobart, geboren in Darlington als zoon van een
bergbeklimmer en ontdekkingsreiziger, werd de uitverkorene. Tom had
reeds expedities naar de Zuidpool, naar Centraal Afrika en Australië ver
gezeld. Ook had hy in 1946 de Himalaya al eens gefilmd, zyn gemoedelijke
aard en zyn evenwichtig karakter, dat van essentieel belang is voor effec
tief team-work onder de moeilykste omstandigheden, pleitten eveneens voor
zyn deelneming aan de expeditie onder kolonel Hunt.
Zelfs de besten onder ons zien zich
door het kwaad in het leven
nlaatct j- aldelijk voor problemen ge-
vervnliJ?16 hen met eerlijke schaamte
Zorpvum en.waaraan men maar liefst
VoI. 5 stilzwijgend voorbijgaat. Zij
(i„ o net aan als een ontering van
Tfoi-i? -?pper' als een blaam op Zijn
v., v Li ,een schande voor zichzelf en
hun geloofsgenoten, als een betreurens
waardig in-de-kaart-spelen van de on
gelovige wereld. En zo hun vertrouwen
op God ook al niet aan het wankelen
le brengen is, toch kost het vaak moei
te vrede te hebben met de schijnbare
Zorgeloosheid, waarmee de Heer van
hemel en aarde, juist door het toela-
ten van zoveel en soms bijzonder ter-
«end kwaad, Zijn vijanden de meest
üewenste troeven a.h.w. op een pre
senteerblaadje aanbiedt. Voor de zwak
keren betekent het niet zelden een
jjrnstige beproeving van het geloof,
waar zij niet of nauwelijks in staat zijn
misleidende z.g. argumenten te door
ben, waarmee de tegenpartij uit het
jV.olig woekerende kwaad de onmoge-
Nkheid van het bestaan van God
■facht te bewijzen. Wanneer wij de
«®schiedenis van het mensdom ook
?aar vluchtig overzien, zou men in-
C^fdaad menselijkerwijze gesproken
j ertoe kunnen komen het Christen-
l Jh een grote teleurstelling, een wer-
jf'ijk fiasco te noemen. En dit te meer
PS wij overdenken, tot welk een prijs
j °^s liefde de wereld heeft willen ver
dijen en welk een rijkdom aan onein-
ti?e, bovennatuurlijke genademiddelen
iw ons ter beschikking heeft gesteld
Ja ons geluk in Zijn Rijk mogelijk
dl maken en te bevestigen. Waarom
v e steeds toenemende ontkerstening
■j,a.n de mensheid, dat groeiende succes
p'st bij de uitgesproken vijanden van
£°d? Waarom laat God toe, dat Zijn
vWeede schepping, de zo duur betaalde
derloste wereld, door menselijke kwa-
Vp, wil in de harten van zo ontelbaar
W n geen rijpe vruchten voortbrengt?
ejasrom al die ergernissen onder Zijn
„8en .volgelingen; in Zijn eigen Kerk,
jj?arin de heiligen uitzondering
{jV1' terwijl ware heiligheid toch een
Qv m a 1 e levenseis is voor alle
lastenen? Waarom al dat onrecht, die
wmeloosheid, die afgunst en haat?
(tljatom die onverschilligheid voor het
Wue' dat waarde heeft: onze eeuwige
hie mst? Gods almacht kennende, zou
herhaaldelijk in de verleiding ko-
Zmj te verwachten, te wensen, te eisen
W s> dat tot Gods verheerlijking en
itWa redding van Zijn getrouwen het
haAa<f met één slag door goddelijke
h6rr werd uitgeroeid. Voor ons be
lijd? verstand zijn Gods geduld en
Hik mheid in dit opzicht een pijn-
keij.Raadsel. In een van Zijn aantrek-
W parabels, die in al zijn eenvoud
Ckrjpr°bleem in het hart raakt, heeft
lij: lstus zelf het antwoord gegeven.
kor Yfrgelijkt Zijn Rijk met een ak-
V|ja' Tussen het goede gewas heeft de
Vahj' he duivel, Gods tegenwerker
t|e jhen beginne, onkruid gezaaid. Maar
het eer. van de akker wil niet, dat
k'0rJewied wordt. Pas in de oogsttijd
verhj. "et van de tarwe gescheiden en
de Era?d- Zo zullen ook op de dag van
W P1®. vergelding, de dag van Chris-
die ?efmitieve triomf over de Satan,
doofl °or Jezus' verlossende lijden en
schaD PVerigens reeds de opperheer-
e£t r^ van God voor alle eeuwigheid
de joelen erkennen, de kwaden van
*eUWige gescheiden en naar het
Er hadden een reeks besprekingen
plaats over de problemen waarvoor men
zich gesteld zag. De zes camera's, waar
onder de verschillende types reserve
toestellen, moesten bestand zijn tegen de
ruwste behandeling. Zo moesten ze bij
voorbeeld over een afstand van 300 ki
lometer op Sherpa's rug over steile
rotsen kunnen worden gedragen en daar
na weer 300 kilometer terug. Op de
Mount Everest zelf moesten de camera's
een temperatuurverschil van honderd
graden tussen dag en nacht kunnen
doorstaan. Vóór het vertrek werden de
apparaten in een koud vertrek te Farn-
borough door de R.A.F. getest bij tempe
raturen die gelijk waren aan die op de
Mount Everest.
Ook het gewicht was van het groot
ste belang. Van licht metaal werden
speciale driepoten gemaakt en een ijs-
houweel werd speciaal omgevormd, zo
dat hij als driepoot dienst kon doen.
De hele uitrusting woog 13 kilo. Des
ondanks, want een filmcamera van an
derhalve kilo zou op de top van de
Everest al niet meer te dragen zijn
geweest en zou het succes van de ex
peditie in gevaar hebben gebracht,
werd de beklimming van de top niet
verfilmd, zodat die het geheim blijft
van Hillary en Tensing, op het foto'tje
na, dat Hillary nam van zijn tochtge
noot op de top van de berg. Er moest
een speciale trekker worden aange
bracht, zodat Stobart de camera's zou
kunnen bedienen met handschoenen
aan. Alle metalen delen werden be
kleed om de handen te beschermen
tegen „verbranding" door de ver
schrikkelijke kou, wanneer men tij
delijk zijn handschoenen uit moest
trekken.
Films in de slaapzak
„De uitwerking van de atmospherische
condities op de film zelf bezorgde ons
veel hoofdbrekens" zei Tom. „Ik heb de
films een tijdlang bij me in mijn slaap
zak gehouden om ze warm te houden.
Maar dat was me een beetje te onhan
dig. Ik heb het dan ook opgegeven." De
kwestie van de kleuren leverde ook spe
cifieke moeiiykheden op, hoewel er op
dit gebied al heel wat bereikt is in de
filmwereld.
De meeste leden van de expeditie
waren gekleed in donkerblauw. Tom is
van mening, dat bij volgende expedities
de cameraman zijn woordje mee moet
kunnen spreken bij de keuze van de
kleuren. „Als je filmt in de sneeuw
moet je altyd wat minder belichten"
legt hij uit.
„Gedurende de twintig dagen van
acclimatisering, tijdens welke ik een
paar spectaculaire opnamen maakte
bij het overtrekken van enige hang
bruggen, ontmoette ik tot mijn
schaamte, terwijl ik me verschrikke
lijk druk maakte over de hoogte
waarop we ons bevonden, een 13-jarig
jongetje uit de. buurt, dat met zijn
handen in de zak over de weg kwam
Advertentie
vuur verwezen worden.
?Verwinni echter eerst dan ook onze
ïr.ouwe „u worden, wanneer wij in
f'ike jpjSfboorzaamheid aan de godde-
H een 'ng ons weten op te werken
liefdé;-YollediS mogelijk begrip van
te rif, j redenen, die God heeft
dag den, dat de Satan, tot aan
°ht va„an ket laatste oordeel, zijn
/■'tenen r„ Y®rderver kan blijven uit
laad Gods heilsbestel heeft het
„nerigens v, dli20ndere functie. Evenals
aar in- u Soede. Beide werken op
«teer e kwaad om de goeden
de kwpff zuiveren, en het goede
Cbülkeeld tot de laatste dag een
defjtelt allepn ®kerin§ te zijn. Voor
hu Me ec, de oneindige, onveran-
van e^lgheid: de eindbestem-
onsterfelijke, menselijke
Reportages van succes en teleur
stelling aan het wereldfront der
Kerk.
Gezamenlijke uitgave van zes
Missie-congregaties: WITTE
PATERS, MISSIONARISSEN
van SCHEUT, Sociëteit der
AFRIKAANSE MISSIëN (Ca-
dier en Keer), Missionarissen
van MARIANN HILL, Paters
van de H. GEEST en Mis
sionarissen van MILL HILL.
Ruim 200 exclusieve illustraties.
Prijs f 1.50
Besteladres: Administratie Missie
huis Roosendaal. Giro: 14123.
ziel. Ter verwezenlijking van Zijn al
gemene, zaligmakende wil doet God
alles meewerken aan het eeuwige heil
van die Hem liefhebben. In Zijn lief
derijke bedoelingen is het onkruid, het
kwaad, waar ter wereld wij het ook
aantreffen, een noodzakelijk en on
misbaar middel tot onze heiliging. Zo
wel het geduldig verduren van het phy-
sieke kwaad als het beginselvaste ver
zet tegen de zonden louteren en heili
gen Gods getrouwen, die bovendien op
deze wijze in staat zijn aan te vullen,
wat aan Christus' lijden ontbreekt. (St.
Paulus). Niet minder dan het onkruid
in de wereld is ook het onkruid in
ons zelf van de grootste opvoedende
waarde. Eerlijke zelfbeschouwing be
hoedt tegen de gevaarlijke klippen voor
ware heiligheid: hoogmoed en schijn
heilige zelfvoldaanheid. De eenvoudige
parabel van het onkruid onder de
tarwe heeft de heiligen gebracht tot
het nederig aanvaarden van Gods be
doelingen met het physieke en morele
kwaad. Ook voor ieder van ons is het
deemoedig volgen van Gods leiding in
dit opzicht de enige mogelijkheid om
veilig en zeker, recht op het doel af,
door het leven te gaan.
L.
aanhuppelen en een steentje voor zich
uit liep te schoppen als een school
jongetje dat op weg is naar huis.
Toen ik hem in mijn beste Nepalees
vroeg niet naar de camera te kijken,
nam hij me erg letterlijk en keerde
me de rug toe. Toen kwam de kennis
making met lawines. Hoewel we er
ons zorgvuldig op hadden voorbereid,
dreigden de geweldige brokken die
naar beneden kwamen rollen, ons ieder
ogenblik te vloeren en mijn filmery
was onder die omstandigheden na
tuurlijk niet erg populair.
Ik merkte al gauw dat de hoeveelheid
werk die men per dag kan verzetten op
50006000 meter hoogte snel afneemt
Door de inspanning van het klimmen
en het gewicht van de filmcamera kon
ik op die hoogte amper 30 meter kleu
renfilm per dag opnemen, dat wil zeg
gen ongeveer 2 minuten van een bio
scoopvoorstelling of nog minder. Maar
hoe het ook zij, ik maakte opnamen.
Duim omhoog
„Het meest dramatische ogenblik was
dit: Op de vooruitgeschoven basis wis-
Advertentie
ten we, dat de beklimming van de top
de dag tevoren had plaatsgevonden,
maar we wisten niet hoe het de beklim-
mers vergaan was. Iedereen was erg on
gerust. Op de ochtend van de tweede
dag zagen we drie figuren aankomen
uit kamp 7. We wisten dat twee hunner
Hillary en Tensing moesten zijn. Ik
trok met mijn camera naar kamp 5 en
hoopte een opname van hen te kunnen
maken bij hun aankomst daar. Ze wa
ren er eerder dan ik en zagen er een
stuk beter uit dan ik verwacht had. Zo
gauw ik ze in de gaten kreeg gaven ze
me een teken met de duim omhoog. Ik
haalde diep adem en holde naar hen
toe om ze te begroeten en geluk te
wensen, want ik wist toen dat ze ten
slotte succes hadden gehad.
Ik had met kolonel Hunt afgespro
ken dat ik met mijn jas zou zwaaien
wanneer de expeditie geslaagd zou
zijn, maar Hillary en Tensing wilden
het grote nieuws zelf mededelen. On
derweg schoot het me te binnen, dat
ik de reactie van de ploeg op het
nieuws niet zou hebben kunnen fil
men en dat zou een pracht-opname
worden. We gaven dus geen teken tot
dat mijn camera was ingesteld.
Intussen dachten de anderen, toen ze
geen teken zagen, dat de expeditie mis
lukt was. Op ieders gezicht kon men de
teleurstelling aflezen. En toen, plotse
ling, toen ik van oordeel was dat de af
stand nu goed was, gaven Hillary en
Tensing het overwinningsteken met hun
duim omhoog. Plotseling klaarden alle
gezichten op. Iedereen begon te vmiven
en te schreeuwen. Het hele kamp was
gek."
Dank zij Tom Stobart is dat grote
momentvolgend op het teken dat
datgene voltooid was, dat men zo lang
had voorbereid en waarvoor men zo lang
had gevochten, de overwinning van
's werlds hoogste bergtop, voor duizen
den bioscoopbezoekers over de hele
wereld vastgelegd.
Advertentie
MIJNHARDTJES: sterke JL
bestrijders van pijnen.
De ontvangsten van het Ryk uit
hoofde van de gezamenlijke niet-ko-
hierbelastingen beliepen in October j.l.
357 mil. Dit is de hoogste maandop-
brengst, tot dusverre in 1953 behaald.
Voornamelijk de belastingen, die de in
vloed ondergaan van het gunstige ver
loop van de productie en de werkgele
genheid en de beëindiging van de in
tering op voorraden, hebben tot dit re
sultaat bijgedragen. In Jan. Apr. en Juli
j.l. de eerste maanden van de voor
gaande kwartalen werd resp. 328,8,
311,3 en 336,5 mil. ontvangen. De op
brengst voor de eerste 10 maanden van
1953 bedraagt 2 880 (v. j. 2.771) mil-,
by een jaarraming van 3.338 mil.
De stijging van cle opbrengsten van
de loon- en omzetbelasting, heeft zich
gehandhaafd. Opvallend hoog waren
de ontvangsten aan omzetbelasting
ad 132,2 mil. De loonbelasting le
verde 87,4 mil. op, tegenover 66,1
mil. in April j.l. en f 85,9 mil in Juli
j.l. De vereveningsheffing, herstelde
zich met een opbrengst van 28,2
mil. van de lage ontvangsten in het
voorgaande kwartaal.
De ontvangsten aan invoerrechten be
liepen 39,1 mil. tegen 39,0 mil. in Sept.
De opbrengst van die accijns op tabak
daalcla van 29,5 mil. in Sept. tot 24,5
mil. in Oct.
De ontvangsten uit hoofde van de
gezamenlijke kohierbelastingen beliepen
1136,1 mil. Daar in totaal voor 298,9
mii. aan aanslagen werd opgelegd, steeg
het nog in te vorderen bedrag met
62,8 mil. tot 1.175.7 mil.
Een begin werd gemaakt met het op
leggen van voorlopige aanslagen ven
nootschapsbelasting over 1953. Het ko
hierbedrag van het boekingstijdlvak
1953/54 van deze belasting steeg daar
door met 198,8 mil. tot 920,9 mil. De
voorlopige aanslagregeling voor de in
komstenbelasting 1953 is practisch ge
ëindigd.
Eugene O'Neill, sinds 1926 eredoctor
in de letterkunde van de Yale-Univer-
sity, nu op 65-jarige leeftijd overleden,
was Amerika's befaamdste toneel
schrijver. Het werk, dat hij heeft voort
gebracht, staat niet steeds op hetzelfde
hoge peil, maar de verscheidene hoog
tepunten er in behoren tot het beste,
dat de moderne toneelschrijfkunst te
bieden heeft. Men denkt daarbij vooral
aan zijn Emperor Jones, aan Anna
Christie, Desire under the Elms, Mour
ning becomes Electra, Strange Inter
lude, voor het merendeel ook op de
Nederlandse planken verschenen en ook
daar enthousiast ontvangen. Hij was
eigenlijk al ziek toen hij met schrijven
begon; de laatste jaren leed hij boven
dien aan een verlamming, die hem het
schrijven vrijwel onmogelijk maakte.
Zijn laatste stukken zijn: The hairy ape,
the great God Brown en The Iceman
Cometh.
O'Neill wist zijn karakters scherp te
tekenen, omdat hij het menselijk hart
door en door kende. Hij bouwde zijn
winnaaris in de ouderdom van 65 jaar st.ukken met vaart en beslistheid op,
ten gevolge van bronchiale longontste- omdat hij het toneel en zijn effecten
king Vrijdag te Boston overleden. door had. Zijn beste stukken zijn um-
Eugène O'Neill, de befaamde Ameri
kaanse toneelschrijver en Nobelprijs-
Z.. schrift heeft om een boek genoemd te
es missiecongregaties, die zich un- kunnen wor(jen. Had men de boekvorm
sluitend met Missie-arbeid bezig zouden de 125 pagina's die
houden hebben besloten, een boek Sékoze minstens 200 blad-
uitte geven, dat de tot dusver bestaande «e mtggewQrden ziJn Het ZQU d£
kleine missietijdschriften voor een goed antrei-keiijkheid verhoogd en de aan
deel of geheel zal moeten vervangen. sterker getrokken hebben. Nu dat
De rnnprpeaties znn de Missionarissen kon geschieden, willen wij er de
lSn bijzondere aandacht op vestigen. Want
de Afrikaanse Missiën, de Paters van de bier wordt _e_en;lofwaardige^pogmg on-
De congregaties zijn de Missionarissen V'T""Geschieden willen wii er de
van Mill Hill, de Witte Paters, de Mis- Want
sionanssen van Scheut, de Sociëteit van pijzonueie o T
H- Geest en de Missionarissen van Ma- df^r" m^er Eenheid'tTbrengenVdie
kmf zal1'hlf boe\anverTpSrenidln ze^eT niet zonder resultaat zal "blijven
MUD zal net ooeK verspreiaen, „u^iiiirp verzoreme van hpt
(Mill
dat ™°r 1,50 te k°°P iS' Het 18 „boek" is"zeer goed. Het is rijkelijk van
getiteld „Missie voorzien en bevat veei lezens.
Wij hebben de nieuwe uitgave doorge- waardige artikels en mededelingen. De
nomen en allereerst bevonden, dat het stijl wijkt af van de vroegere trant. De
nog te veel het uiterlijk van een tijd- teksten zijn aanzienlijk beter en direc-
ter en zakelijker
geschreven en ver
mijden de goedmoe
digheid, die in
vroeger jaren te
goedkoop specu
leerde op de altyd
aanwezige ontvan
kelijkheid van de
Roomse lezers. De
joligheid, die eer
tijds wel eens de
plaats moest inne
men van de gees
tigheid, is thans
van aannemelijk
karakter. Het boek
is, om het kort te
zeggen, gezond van
taal en strekking.
Wij kunnen het van
harte aanbevelen.
Maar wij nemen
alvast aan, dat de
Paters Missionaris
sen, die voor die
eerste uitgave ver
antwoordelijk zijn,
reeds hebben inge
zien, dat de vol
gende uitgave waar
lijk een boek zal
moeten zijn, een
boek, dat de lezer
inderdaad als een
boek in de hand
ligt, met alle psy
chologische conse
quenties van dien.
Men geve het in
goede handen, want
het verdient een
goede behandeling.
„Het is de zon, die 't doet". Jong Afrika in het Missie-
boek, getiteld Missie.
verseel. Een religieuze tendenz, wellicht
onbewust ontstaan, is er zelden vreemd
aan. Men heeft er een evolutie naar het
katholicisme in gezien, waartoe O'Neill
in de dertiger jaren officieel is overge
gaan. „The Day without End", in die
tijd geschreven, wordt wel als zijn „be
keringsstuk" beschouwd.
In 1936 heeft O'Neill de Nobelprijs
voor letterkunde gekregen. Amerika
zelf heeft hem driemaal de Pulitzerprijs
toegekend.
Lange tijd is hij de enige Amerikaan
se toneelschrijver .geweest, wiens faam
over de gehele wereld zo hoog gestegen
was. Arthur Miller, Tennessee Williams
en wellicht nog enkele jongere schrij
vers schijnen nu gereed om de open'
gevallen plaats in te nemen.
(Van onze verslaggever)
Het feit, dat in steeds bredere lagen
van de bevolking recreatie in de vrije
natuur wordt gezocht, schept proble
men, die aandacht verdienen. Daarover
is reeds gesproken tijdens een oriënte
rende bespreking, op initiatief van mr.
H. J. Reinink, secr.-generaal van het
ministerie van Onderwijs gehouden, bij
welke gelegenheid is gedacht aan ac
ties voor het rein houden van stad en
land, het bevorderen van orde en hof
felijkheid in het verkeer, het tegengaan
van baldadigheid en te grote luidruch
tigheid. Een commissie van voorberei
ding heeft zich sindsdien aan het werk
gezet en is er in geslaagd Vrijdag een
conferentie met tal van geïnteresseer
den te houden.
Het probleem zelf werd gesteld in een
prae-advies van ds. J. Reiling, dat er
van uitgaat, dat natuurbehoud en recre
atie onderdelen zijn van het ganse
vraagstuk der volksopvoeding. In laat
ste instantie is het probleem zslf een
wereld- en levensbeschouwelijk pro
bleem. Recreatie in de natuur aldus
ds. Reiling is een eis van geeste
lijke en lichamelijke volksgezondheid:
maar de massa-mens is in doorsnee niet
in staat tot een menselijk verkeren in
de natuur.
Dat het onderwijs een functie heeft bij
natuurbehoud en recreatie is duidelijk
verklaard door prof. dr. W. R. Heere
in een breed prae-advies. De hoogleraar
is er van uitgegaan, crat waardering van
het natuurschoon niet uitsluitend thuis
hoort bii het enkele uur biologie op
school. De docent voor de klas. gedra
gen door liefde voor de jonge mens,
moet elke gelegenheid aangrijpen om
even stil te staan bij het schone, dat de
natuur biedt.
Meer op de practijk gericht was het
nrae-advies van de derde inleider, de
heer G. v. d. Weyde. Wat tot dusverre
is gedaan voor een goed contact van de
stedeling met de natuur is thans zeker
niet meer voldoende. Uitvoerig heeft de
inleider dat behandeld en als noodza
kelijk gevolg een comité voorgesteld,
dat een gesprekcentrum kan zijn voor
allen, die op het gebied van natuur
schoon en recreatie kunnen medewer
ken. In zo'n centrum kunnen volgens
hem landeiiike acties worden georga
niseerd en ervaringen uitgewisseld.
Het Tweede Kamerlid, prof. dr. mr. W.
L. G. Lemaire, is gekozen tot voorzitter
van de afdeling Nijmegen van de Katholie
ke Nationale Partij,
De Gelderse conferenciers in dia
lect Betuws, Overbetuws,
Achterhoeks en Veluws zijn
het er nog steeds niet mee eens, dat
de enige amateur onder hen. die het
vak nooit zal leren, tot radio-faam is
gekomen. Zij vinden Gait-Jan Kruut
moes een knoeier, die er een mengel
moesje van verdund Apeldoorns en
doodgewoon Hollands uitgooit, waar
elke vakman zich voor zou schamen.
Gait-Jan Kruutmoes maakt bovendien
geen aanstalten zijn leven te beteren,
maar gedraagt zich in de soos rond
uit irritant met zijn grote sigaar en
zijn praatjes over „dat nummer moet
je heel anders brengen" of „dat is
waardeloos". Kruutmoes kan zich zo
frank en vrij over de voetangels en
klemmen van de provinciale klein
kunst bewegen, omdat zijn hele radio
activiteit maar een gouden randje is
aan zijn degelijk bestaan. Hij woont
in een lief villa-
tje in een keurige
buurt en is in di
recte dienst van
H. M. de Koningin
als secretaris bij
de intendance van
het Koninklijk Pa
leis en de Domei
nen van Het Loo.
Zijn vader had
hem voorbestemd
voor het burge
meestersambt en
stuurde hem na
3e HBS-jaren naar
een stoffige secre
tarie in de Achter
hoek om de grond
beginselen der ge
meente-admini
stratie te leren.
Na enkele maan
den gaf de jonge
man, die meer
perspectief zag in
de koldergedicht-
-jes welke hij aan
een plaatselijk
dagblad was kwijt
geraakt, de brui
aan de burge
meesterscarrière
en liet zich over
halen om econo
mie te studeren in
Amsterdam.
In het gezicht van het „Candidaats"
beëindigde hij het Amsterdamse
avontuur, omdat de Duitsers van de
studenten handtekeningen vroegen.
Gait-Jan Kruutmoes, toen nog ge
woon Kees Schilperoort, dook onder
in de secretarie van Het Loo, waar
zijn vader al 43 jaren werkzaam was.
Hij is inmiddels op de zetel van zijn
vader beland.
Hij is dus op Het Loo „blijven
hangen" en vindt deze basis van zijn
bestaan wel solide. Het degelijke do
meinenkantoor liet hem echter niet
de kans om zijn bruisende goedge
humeurdheid en zijn oeverloze praat
vaardigheid uit te leven. Deze erup
ties hebben nu echter hun goede
bedding gevonden.
Het begon met de bevrijding. Kees
Schilperoort bedreef cabaret en blonk
uit op bals van tennisverenigingen
e.d Toen dankbare feestgangers hem
herhaaldelijk verzekerd hadden dat
hij „net zo goed als beroeps was",
achtte hij de tijd aangebroken om
Radio Herrijzend Nederland warm
bloed in te pompen en schreef een
brief om zich, met zijn vrienden, te
presenteren. In Hilversum was men
na de oorlog nog zo de kluts kwijt,
dat men er op reageerde ook.
De bravour van de club slonk aan
zienlijk toen hun programma werd
ingekort van een half uur tot vijf
minuten. Kees Schilperoort verloor
het hoofd toen hij aan het woord
kwam. praatte tegen de verkeerde
kant van de microphoon, zakte als
een baksteen en liet in de verwarring
zijn teksten in Hilversum liggen.
De teksten kwamen in handen van
een ervaren cabaretier, die ze aardig
vond en de verslagen revolutionnair
een brief nazond. Van die tijd af
schreef Kees Schilperoort luimige
stukjes, liedjes en schetsjes voor de
radio. Toen vele lachende zalen in
Apeldoorn en omgeving hem weer
voldoende zelfvertrouwen hadden ge
geven, vertelde hij Jan Hahn (Peter
Pech) dat hij ook „praten" kon. De
tweede ronde was succesvoller en
sindsdien praat Kees honderd uit. Hij
schreef een schetsje in dialect. Jan
Hahn wilde een goede naam voor de
hoofdrol en Kees Schilperoort werd
-
Gait-Jan Kruutmoes. De naamgever
kan zelf geen kruutmoes zien: „Het
is boerenkost hier met karnemelk,
worst, rozijnen, kervel en nog wat
'lekkernijen, br
Ger de Roos, die een goede neus
heeft voor „bruikbaar materiaal"
hoorde hem een keer en strikte hem
voor de fameuze Boerendag van de
K.R.O., waar de K.R.O. twee parade
paarden aan overhield: „De Bieten
bouwers" en Kruutmoes. Sindsdien
reist Kees Schilperoort met de regel
maat van de klok naar Hilversum en
versnippert zijn vacantie van Do
meinen in vele losse dagen. Hij kwam
bij een vreemd soort baas terecht.
Ger de Roos zit vol verrassingen en
vraagt bijv. drie minuten voor de uit
zending: „Zeg maak jij daar even een
leuk smoesje over" of „Praat die mi
nuten even vol", of „Die vent daar
moet je even interviewen, maar het
moet leuk zijn
hoor".
Hij heeft in
Kruutmoes een
sergeant gevon
den, die de maar
schalkstaf in zijn
rugzak heeft, maar
de staf er rustig
in laat zitten.
Gait-Jan Kruut
moes heeft de
aanstekelijke op
gewektheid van
een gezellige gast
aan de stamta
fel. Zijn humor is
even ronct als zijn
figuur, hij is sne
dig en weet altijd
het woord te vin
den dat de zaal
doet grinniken.
Hij hoeft nooit
naar woorden of
invallen te zoe
ken; met het dia
lect speelt hij
naar willekeur.
Apeldoorn zélf is
niet gesteld op het
dialect van Kruut
moes. Hij komt er
in zijn woonplaats
nooit mee op de
planken. De enige
tol die hij totnog
toe aan de lokale
populariteit heeft moeten betalen,
werd geheven door een onderne
mende moeder, die met haar drie
kinderen bij hem aanbelde en
vroeg: „Bent U nou mijnheer Kruut
moes".
„Ja...," was het aarzelende ant
woord.
„Nou kinderen, dat is die leuke
mijnheer Kruutmoes van de radio.
Kijk maar eens goed". De kinderen
keken en nadat zij zich verzadigd
hadden aan 't verbaasde vollemaans
gezicht, nam de moeder weer met
hetzelfde enthousiasme afscheid.
Nu hij volledig is ingeburgerd bij
de radio zet Kruutmoes geen teksten
meer op papier. Soms denkt hij er
wel eens over na in de trein, maar
meestal is juist de duur van het
voorgaande muzieknummer voldoen
de om iets leuks te vinden. Het best
vinden wij hem in interviews en re
portages waarin hij verbluffend slag
vaardig en onderhoudend is. Vooraan
staande lieden bij de radio zien in
Kruutmoes een radioverslaggever van
formaat, maar hij geeft de voorkeur
aan de Domeinen in Apeldoorn met
een „schnabbel" bij de radio. Hij
heeft één keer een hoorspel geschre
ven, maar heeft het daarbij gelaten:
'„Mij te riskant. Een hoop werk en
nog de mogelijkheid dat ze het wei
geren ook".
Een hele avond praten maakt hem
niet moe; wel twintig minuten voor
de microfoon. Hij vindt dat hij het
vak nu wel kent en windt zich niet
meer op als men in Apeldoorn, van
de weeromstuit, constateert dat veel
amateurs het beter doen dan
hij. Hij neemt regelmatig jonge debu
tanten mee naar de radio. Op Het Loo
is hij reeds verschillende malen
voor leden van het Koninklijk Huis
opgetreden. „Incognito.onder mijn
eigen naam".
Hij is gelukkig getrouwd en maakt
veel liedjes voor huiselijk gebruik.
Zijn vrouw heeft het tweemaal aan
gedurfd om als Wendelina Kruut
moes met hem op te treden, maar
luistert nu liever aan de radio. De
oudste dochter komt wel eens hui
lend thuis: „De kinderen noemen me
Kruutmoes".
Vandaag hoort u hem beslist niet
over de radio, want hy viert zijn
36ste verjaardag.
Nog maar pas terug uit Göteborg en
de verhuisdrukte van Apeldoorn naar
Umuiden nog niet helemaal te bonen,
hebben wij de heer ir. J. van Mameren
van het C.I.V.O., het Centraal Instituut
voor Voedsel-Onderzoek, die samen met
zijn collega drs. A. M. F. G. huypen
Nederland op dit congres vertegen
woordigde, bereid gevonden hierover
het een en ander te vertellen.
Is het pas geopende laboratorium te
Göteborg uitermate kostbaar opgezet, ir.
Van Mameren is er van overtuigd, dat
straks in IJmuiden minstens even effec
tief kan worden gewerkt. Het congres,
dat een zeer wetenschappelijk karakter
droeg en waar drs. Luypen een causerie
heeft gehouden over Nederlandse stu
dies betreffende micro-biologische ver
anderingen in maatjesharing, werden
ook practische resultaten besproken.
Zo hebben de Amerikanen interessan
te proeven genomen met een trawler,
voorzien van een pekelvries-installatie.
Zij beweerden daarmee rendabel te
kunnen werken, maar de Noren en
Schotten stonden er uitermate sceptisch
tegenover, omdat bij pekelvriezen van
b.v. kabeljauw, veranderingen optreden
in de smaak en de kleur, zodat het
voor de markt veel minder aantrekke
lijk wordt. Veel beter zou men gebruik
kunnen maken van de zogenaamde tun-
nelvries of platenvries.
De Noren onthulden, dat zij, naar
aanleiding van klachten over geëxpor
teerde vis, de opslagtemperatuur van
hun vrieshuizen verlaagd hebben. Voor
aflevering binnen vier maanden na in
vriezen handhaven zij een tempera
tuur van rond 18 graden onder nul,
maar wat langer opgeslagen moet wor
den, houden zij op een lagere tempe
ratuur, waarbij zij zelfs tot 35 graden
willen gaan. Het is vooral met het oog
op nabestellingen natuurlijk verbazend
belangrijk een constante kwaliteit te
kunnen aanbieden. Opslaan bij lagere
temperatuur is in hoofdzaak een kwes
tie van isolatie, maar de Hollandse
nuchterheid ziet aan de andere kant vry
hoge kosten het gevolg worden.
De Duitsers hebben volgens dr.
Brandes en dr. Dietrich een eenvou
dige methode ontwikkeld voor het
analyseren van verse haring. Hier
voor behoeft alleen maar het vocht
gehalte van de haring bepaald te
worden, waarbij wel uitdrukkelijke
voorwaarde is, dat de haring niet
gezouten mag zijn. Met een nauw
keurigheid tot op 0,7 kunnen zij
op deze manier het vetgehalte van
haring bepalen, omdat er een con
stante verhouding blijkt te bestaan
tussen het vochtgehalte enerzijds
en vet en eiwit anderzijds. Dit is
van grote betekenis met betrekking
tot haring, die aan de vismeelfa-
brieken ter verwerking wordt aan
geboden.
Prof. Nickerson uit Cambridge, Mas-
sachuchets, vertelde over recente proe
ven op het gebied van conservering door
electronische straling, in het bijzonder
kathodestralen. De resultaten zijn tot
nu toe echter heel slecht, niet wat de
steriliteit betreft, maar omdat kleur en
smaak vrij slecht worden. Het schijnt,
dat bij dit procédé ook veranderingen
in het eiwit optreden. Men gaat nu
zoeken naar wegen om deze ongunstige
factoren uit te schakelen.
Commandeur H. Bos, plaatsvervangend
chef marinestaf, is met de „Willemstad"
uit Amsterdam naar de Nederlandse An
tillen vertrokken. Hij zal daar commandeur
B. Hessing als commandant maTine af
lossen.