Minister Cals ziet uit P.B.O. ook schoonheid ontspruiten Critiek op rapporten over de verwilderde jeugd Salarissen van onderwijzers en leraren laten minister geen rust Industrialisatie en urbanisatie vragen nieuwe levensvormen Problemen vergeten groepen Engeland deblokkeert Nederlandse vermogens MASSAFICAT1E BEVORDERD DOOR DE OVERHEID Bouwmaterialen in EI ten verduisterd Vijftien jaar voor roofoverval Is uw oog boos, omdat ik goed ben?" Besprekingen in Nijmegen Inleiding van dr. N. Perquin In het zand van MAÏS* 9 FR/C DE NOORMAN WOENSDAG 16 DECEMBER 1953 PAGINA 5 Installatie Nationaal Ballet 1 Maart Bij cultuurspreiding ontbreekt meestal christelijke gedachte Met de kinderwagen naar Rome Verzoekschriften m.i.v. 4 Jan vrij van zegel Brandend maagznnr binst U in een mnm... door ARTHUR C. CLARKE Examens (Van onze parlementaire redacteur) Aan alle hinderlagen van moties en opponerende Kamerleden ontsnapt, ging minister Cals in de avondvergadering met een ondeugend lachje weer achter de ministerstafel en voor de microfoon staan. Men zag het hem aan, dat hij de Kamer de baas was. Het ene grapje volgde op het andere. De heer Weiter had de minister gewezen op de steeds toenemende plichten van de overheid om de kunst nog mogelijk te maken, nu de particulieren dat niet meer kun nen doen. Hij zag het schrikbeeld voor ogen van een land vol publiekrechte lijke bedrijfsorganisaties, maar zonder schoonheidMinister Cals zag een land met een goed werkende publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en met vele mogelijkheden om juist dan de kunst te subsidiëren. Alleen al de ge houwen, waarin de bedrijfsschappen huizen, kunnen artistiek verantwoord zijn. Voorts kunnen de interieurs getuigen van de kunstzin van het volk. „Ge kunt er werk mee verschaffen aan talloze kunstenaars. Ik denk aan beeld houwwerk van de grote mannen der P.B.O. Ik zie prof. Veraart al voor mij staan, in steen gehouwen,'' zo merkte de minister op. komen, die typisch op de provincie zou zijn ingesteld. Verder spelend met de gedachte aan opdrachten gaf hij de Staten-Generaal het advies portretten te laten maken van de grote figuren in het land', zoals de minister-president en de voorzitters der Kamers. Mr. Cals deelde mede dat het Natio naal Ballet, naar zij aanneemt, op 1 Maart zal worden geïnstalleerd, hetgeen niet kan betekenen dat het dan ook aanstonds al zal gaan optreden. Tot 1 Maart zal de regering de bestaande vrije balletgroepen, die dan werkzaam zul len worden ingeschakeld, blijven steu nen. Over de Nederlandse Opera heeft de minister een rapport laten samenstellen, waarvan hij de Kamer vertrouwelijk inzage wil geven. De heer Willems (P- v. d. A.), die zich voor een eenhoofdige regie had uitgesproken, gaf hij hierin gelijk. In vaste dienst heeft de Opera nu 69 orkestleden, 44 koorleden en 24 solisten. Dat de regering de Utrechtse Opera kapot heeft willen maken moest de minister met klem nog eens tegen spreken. Wel heeft hij laten weten dat /de subsidie-eisen van enige tonnen per jaar voor deze Opera onmogelijk kun nen worden ingewilligd. De minister gaat echter voort met ook aan de klei ne groep solisten van de Utrechtse Ope ra subsidie te geven, zoals hij dat ook doet aan de Camerata en de Zuid-Ne derlandse Opera. Voor een tweede instituut als de Ne derlandse Opera zag hij in dit land Been plaats. Hij was echter wel van oordeel dat er een op era zou moeten De salarissen der kleine orkesten zul len zo spoedig mogelijk worden verbe terd. Voorstellen dienaangaande zijn bij het College van Rijksbemiddelaars en zullen zeer binnenkort bekend worden. De minister van Financiën heeft er zijn goedkeuring reeds aan gegeven. Eer. Nederlandse pendant van de Académie Frangaise, waarom de heer Peters in navolging van Bernard Ver hoeven wederom had gevraagd, zal er wel niet komen. De minister heeft di verse adviezen ingewonnen, ook van kurstenaarszijde, maar niemand acht dit instituut om kunstenaars te eren wen selijk Voor monumentenzorg is een bedrag van 106 millioen uitgetrokken, waar mede de regering denkt in tien jaar thans bekende urgentiegevallen te kunnen oplossen. Dit betekent dan noe niet dat men ook gereed is met de taak van monumentenzorg. Immers er zijn tal van kansen op nieuwe urgentie- gevallen. Er hoeven echter geen mo numenten te worden prijsgegeven. De minister deelde mede dat zojuist door minister Algera de eerste bouw opdracht is getekend voor een F.M.- zender, die in Friesland zal worden op gericht. Friesland heeft daar recht op. want de regionale uitzendingen van Hoogezand zijn er slechts te volgen. Het is de bedoeling van de Nozema dat deze nieuwe zenders over geheel Ne derland zullen worden verspreid. Oo korte termiin is nu ook een Radiowet te verwachten. Van verschillende zijden was er cri tiek geleverd op de rapporten over de verwilderde jeugd, die de minister had Tegenwoordig meent men uit een centraal punt zogenaamde voorbeeld gemeenten en voorbeelddorpen te kun nen maken, maar men vergeet daarbjj dat de mens, die in dit dorp te wonen heeft, zelf een voorbeeld zal moeten zjjn. Men richt allerhande vormen van overheidsinstellingen op, aangediend als zogenaamde „zegeningen" voor de ge meenschap, maar vergeet dat daarbjj deze, van bovenaf opgelegde maatrege len, nooit gemeengoed van de bevolking zelf kunnen worden. Men heeft dorps raden, cultuurraden en vele andere. Een ding ontbreekt daarbjj meestal, n.l. de christelijke gedachte, die al deze Vormen zou moeten en kunnen be zielen. Aldus leidde burgemeester H. Schoe- maker uit Groenlo op nationale studie dagen van de K.N.J.B.T.B., gehouden op Ons Erf te Berg en Dal, het vraag stuk van de „Massaficatie en de kleine gemeenten" in, om daar onmiddellijk een gedragslijn voor de gemeentebestu ren aan te verbinden. „Een gemeente bestuur heeft voor ogen te houden dat, wil zij de gemeenschap dienen, waar boven zij met een van God verkregen gezag gesteld is, al haar daden en han delingen afgestemd en gericht dienen te zijn op, het belang van deze mens. Helaas wordt momenteel te veel de aan dacht van de overheid op de massa ge richt. Als het op het ogenblik Van een dorpsbestuur van hogerhand verlangd wordt, dat het medewerking zal ver lenen aan Welvaartsstichtingen, Op- bouworganen, instanties, die zich belas ten met wat men cultuurspreiding noemt, de stimulansen geven voor alle mogelijke instellingen van neutraal on derwijs, dan mag het niet verwonderen dat juist op dit terrein botsingen ont staan. Hierdoor wordt steeds meer openbaar de strijd, die men als wel denkend gemeentebestuur te voeren heeft voor het behoud van de mens als schepsel Gods op de eerste plaats. Als het gaat om cultuur, dan meent men volkshuizen te moeten oprichten, liefst neutraal en voor geheel de gemeenschap bestemd en „daarom" dus ook geleid door een „neutraal deskundig leider". Er wordt helemaal niet gevraagd of de mens zelf behoefte heeft aan deze hui- Zen. Een tweede vraag is of wij, en dan natuurlijk met de subsidie van de over heid achter ons, onze parochiehuizen en jeugdhuizen niet naar de bedoeling van he dorpshuizen, maar dan op basis van onze overtuiging, opzetten of om bouwen? Terugkomende op de voorbeelddorpen, wees spreker er op dat men aan de te bouwen woning niet meer de eis stelt, dat dit de eerste en voornaamste plaats dient te zijn, waar het gezin zich ge zond kan ontwikkelen. „Men bouwt met afzichtelijke uniformiteit een streek vol confectie-woningen, waarin het de per soonlijkheid moeilijk wordt te gedijen. Het zal de taak van en voor de over heid zijn, vooral van de gemeentelijke, voldoende ruimte te geven aan een gunstige ontwikkeling van het particu liere woningbezit". laten maken door een zevental weten schappelijke instituten. Mevr. Fortanier de Wit (V.V.D.) rw ide enkele blad zijden- ver beneden de maat, terwijl ds. Fokkema (A.R.) ernstige bezwaren had tegen de ondeskundigheid waarmede sommige onderzoekers te werk zijn ge gaan. Verschillende volksgroepen zijn eenvoudig belachelijk gemaakt. De mi nister moest toegeven, dat daar ook hem iets van was gebleken. Het bron nenboek toonde hier en daar te wei nig besef voor het godsdienstig leven in Nederland. De Kamer had ook geïnformeerd naar het onderwijs van kinderen van Neder landse nationaliteit in Indonesië. De minister kon mededelen dat de Stich ting Nederlands Onderwijs daar in steeds betere harmonie met Nederland werkt. Er is voor 1954 een bedrag van vier millioen voor een bouwplan uitge trokken. Mevr. Fortanier en met haar vele an deren hadden aangedrongen op hogere subsidie van het Algemeen Nederlands Verbond, dat zich verdienstelijk maakt door o.a de band met onze emigranten te onderhouden. De minister heeft toe gezegd dat hij langs de weg van com pensatie het subsidie van f 3000 op f 6000 zou brengen. De begroting werd z.h.s. aangenomen, met aantekening der communisten, dat zij geacht willen worden te hebben te gengestemd. Enkele weken geleden zijn drie-en- twintig door het drostambt Elten gebouwde nieuwe woningen voor bewoning gereed gekomen. Tijdens de uitvoering van dit bouwproject, rees bij de Rijkspolitie het vermoeden, dat op het werk aangevoerde bouwmaterialen zonder medeweten van de aannemer waren verkocht. Na een diepgaand on derzoek kwam vast te staan, dat een zeer grote hoeveelheid bouwmaterialen, zoals stenen, cement, zand. enz. was verduisterd. De door de aannemer met de uitvoering van de werkzaamheden belaste B G.L., uit Amersfoort had, hetzij rechtstreeks, hetzij door middel van een tussenpersoon, kans gezien grote hoe veelheden materialen te verkopen. De daarvoor ontvangen gelden wendde ge noemde uitvoerder ten eigen bate aan. L. werd door de Rijkspolitie gearres teerd. Hij heeft een volledige bekente nis afgelegd en is voor de officier van Justitie te Arnhem geleid. Tegen twee Eltense ingezetenen en een ingezetene uit de gemeente Zeve naar is proces-verbaal opgemaakt ter zake van medeplichtigheid c.a. heling. t>e heer en mevrouw Oomen, die 20 Augustus Den Haag verlaten hebben voor een wandeling naar Rome, dat zij tegen Kerstmis hopen te bereiken, zijn Dinsdag met hun tien maandenoude dochtertje in de kinderwagen Genua gepasseerd, aldus bericht A.P. Zij zei den voornemens te zijn na de Kerstda gen naar Den Haag terug te wandelen. Met kind en kinderwagen natuurlijk. 57. Verscheidene schepen van Bohuslan staan nu in brand; hun vlammende zeilen vormen een bedreiging voor de andere schepen in de nabijheid. Een onbeschrijflijke verwarring is ontstaan onder de Bohuslankrijgers. Hiervan maakt Eric dankbaar gebruik. Zijn mannen enteren het dichtstbijzijnde schip springen dan over. Eric aan het hoofd. Luid schalt de Noorse krijgskreet over 'het water als zij zich met getrokken zwaarden op de zich wanhopig te weer stellende Bohuslaners werpen. Een verbitterde strijd van man tegen man ontbrandt. Ook op het schip van Ragnar is de hoop herleefd. Op de voorplecht staat de piratenhoofdman en wijst met zijn zwaard naar de naderende vloot Noorse Drakars. Moed houd°n mannen!" schreeuwt hij boven het oorverdovende lawaai uit. „De schepen van koning Eric komen ons te hulp, nog even volhouden en de zege is aan ons." Intussen is de strijd op het schip, dat Eric enterde, vrijwel beslecht. Terwijl zijn mannen de laatste tegenstand breken, staart hij ook naar de naderende vloot en een trek van bezorgdheid glijdt over zijn gezicht. Hoe zullen zij weten, wat vriend en wat vijand is," denkt hij vertwijfela. „zy weten niet beter of ook Ragnar en zijn piraten zijn onze vijanden." Onderwijl nadert de Noorse vloot snel. Met bolle zeilen klieven zij met een snijdend geluid de golven, de mannen aan boord popelen van verlangen zich in de strijd te werpen. Op de achtersteven van het eerste schip staat Winonah, naast heer Halfra en kijkt met gefronste wenkbrauwen naar de zeeslag. Geef het sein tot de aanval," beveelt zij heer Halfra. „Wij zullen allen vernieti gen rovers en Bohuslaners. Zij zullen de kracht van de Noorse wraak voelen. Luid schallend klinkt Halfra's roep naar het schip achter hem, en de roep plant zich voort van schip tot schip. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft arrest gewezen in de zaak tegen P. L. van B. uit Eindhoven, die beschuldigd werd van de diefstal met geweldpleging op de 72- jarige lompenkoopman H. Keur uit Val- kenswaard. Het hof veroordeelde Van B. tot een gevangenisstraf van vijftien jaar, waarmee in hoger beroep het vonnis van de Bossche rechtbank werd bevestigd. De voorlichtingsofficier bij het Ned Detachement V. N., W. Hornman, die 13 Juli van dit jaar naar Korea is vertrok ken, keert naar Nederland' terug. On voorziene omstandigheden voorbehoucten zal hij morgen met het KLM-toestel uit Tokio op Schiphol aankomen. Zoals bekend is, zijn- tot dusver verzoek schriften aan de Koningin of aan instanties van de Rijks-, provinciale of gemeentelijke overheid, waarbij wordt verzocht om een benoeming, een verhoging van bezoldiging of een gunst, onderworpen aan een zegel recht van 0.50. Thans is in het Staatsblad no. 547 een K.B. van 2 December 1953 op genomen, waarbij voor bedoelde verzoek schriften vrijstelling wordt verleend. Deze vrijstelling heeft dus tot gevolg, dat voortaan sollicitaties niet meer op z^gel behoeven te worden gesteld; hetzelfde is het geval met b.v. requesten om kwijt schelding van belastingen e.d. De nieuwe regeling gaat 4 Januari in. Advertentie Een of twee Rennies, laten smelten op de tong. En eer U het weet, is 't leed geleden. Zo hoeft U dus nooit bang te zijn dat iets, wat U graag lust, eens ver keerd valt. Dat zuur is vlugger genezen dan het opkwam. Daarom, een prettig, veilig gevoel, altijd Rennies bij de hand te hebben. 1 vkjS' (Van onze parlementaire redacteur) Voor de derde maal heeft minister Cals gisteren de Tweede Kamer over de moei lijkheden op het veelzijdige onderwijs terrein moeten toespreken, alvorens zijn begroting werd aangenomen. Wederom waren het de salariskwesties, waar het voornamelijk om ging, daar twee moties hierover moesten worden behandeld. De indiening van deze moties is geen direct succes geworden. De minister heeft bei de met scherpe, besliste woorden afge wezen. De „ontknikkingsmotie" van de heer Roosjen stelde de regering volgens hem voor onaanvaardbare consequenties. Wat in de motie werd gevraagd was terug werkende kracht van de ontknikking tot 1 Januari 1948, terwijl de organisaties in het G. O. slechts tot 1 Januari 1951 wil den gaan. Minister Cals werkte zich met een grapje door de tweede motie heen, na dat hij dr. Lucas op zakelijke gronden ongelijk had gegeven. De vergelijking die de leraren willen trekken met de positie van irs. van de Rijkswaterstaat, vond hij onbegrijpelijk. Er zijn vele in genieurs die niet de hoogste rang be reiken, terwijl leraren hiervoor niets anders hoeven te doen dan ouder wor den. Bovendien krijgen ambtenaren van de R. W. S. geen enkel overuur uitbe taald. de ieraren wel. Dit maakt beide functies onvergelijkbaar. De minister kwam daarna op het „vosje in de wijngaard'' terug, zoals mr. Roosjen de ontknikking had genoemd. Hij had in de Statenbijbel naarstig naar dat vosje gezocht. Het enige dat hij tegen was gekomen wasde verge lijking van de wijngaard bij Lucas. „Is uiv oog boos. omdat ik goed ben?'' vroeg hij het gelijknamige Kamerlid, dat de motie had ingediend. Deze had in zijn motie rechtsher stel gevraagd voor de salarissen van leraren van het V. H. M. O., die achter gesteld waren bij die van het N O., wier salarisverhoging in 1947 acht maanden eerder vvas ingegaan. Dr. Lu cas mag geen strikt recht afleiden uit de goedheid van de regering t.o.v. de ieraren N. O., zei de minister, en hij noemde de consequenties van deze mo tie eveneens onmogelijk. De miniser merkte nog op, dat in het Georgani seerd Overleg tussen lerarSn en Over heid juist weer een prettige sfeer van onderhandelen was hersteld. Men had weer eens gezond met elkaar gelachen in de laatste vergadering. Deze sfeer zou zeker niet terugkeren, wanneer de Kamer deze motie zou aannemen. Als het een amendement was geweest, had ik het „onaanvaardbaar" laten horen, aldus de minister. Dr. Lucas heeft minister Cals bij de replieken er op attent gemaakt, dat zijn greep uit de Evangelische vergelijkin gen een ongelukkige was, omdat in de Wijngaard des Heren wel op verschil lende tijdstippen lonen werden uitbe taald, maar het waren dezelfde lonen. Bij de leraren was het ene salaris ho ger dan het andere. Vandaar de vraag om rechtsherstel. Om de goede sfeer bi' de komende onderhandelingen, waarin nog vele onderwerpen aan de orde komen, niet te bederven, '"ilde hij de motie niet handhaven, maar hij gaf de regering de goede' raad, om wat soe pel te zijn. Dit zou de onderhandelin gen zeker bevorderen. De minister deelde de Kamer nog mede, dat hij een onderzoek zal in stellen naar het aantal vroegere onder- w'jzers, die wel weer in het vak zouden willen terug komen, mits de „fictieve dienstjaren", waarin zij het ambt ver laten hebben, zullen meetellen bij we der in dienst treden Wat de afschaffing van het school geld betreft, kreeg de Kamer de ver zekering, dat hij niet van plan is daarbij buiten de leerplichtige leeftijd te gaan. Een verzekering, waarom nog eens van verschillende zijden gevraagd was. (Van onze correspondent) Burgers en ongeschoolden vallen door de industrialisatie en urbanisatie in twee groepen uiteen, die elkaar niet meer verstaan en die in een geheel andere wereld leven. De ongeschoolden voelen zich hierdoor teruggedrongen en opgesloten in een situatie, die het uiterst moeilijk of zelfs onmogelijk maakt tot meer objectieve en heterocentrische normen te komen. Wordt de aansluiting bij de andere groep niet hersteld, b.v. in het godsdienstig leven, dan is het bijna noodzakelijke gevolg van de urbanisatie, dat zich een residu vormt van aan hun lot overgelatenen. Het verdient bijzondere opmerkzaam heid, dat het tot nu toe in nog geen enkele plaats is gelukt de problemen der industrialisatie en urbanisatie integraal op te lossen. Met deze en andere consequenties van de industrialisatie heeft dr. N. Perquin S.J., directeur van het mgr. Hoogveld Instituut te Nijmegen, Maandagavond een uitgebreid gehoor van industriëlen, geestelijken, jeugdleiders en andere lei dende figuren uit het sociale en maat schappelijk leven geconfronteerd. Zij waren daartoe op uitnodiging van het Nijmeegse gemeentebestuur naar het raadhuis gekomen, waar deze avond was belegd in samenwerking met de Kamer van Koophandel, de Industriële Kring en de Nijmeegse Jeugdraad. De industrialisatie, aldus dr. Per quin, staat als de welhaast sterkste peiler der welvaartspolitiek, op dit ogenblik in het middelpunt der be- langstelling. Nog maar kort geleden is de noodzaak van de openlegging van het Zuiden voor de industrie door ter zake kundigen met klem van redenen betoogd. Vanuit de chris telijke en humane visie op dit viaag- stuk kwam men er toe te wijzen op de sterke geestelijke structuurveran deringen, die onvermijdelijk het ge volg van de industrial'sering zullen zijn en die de bezinning vereisen van de godsdienstige en culturele leiders. Bezinning is echter niet mogelijk en nog veel minder het beramen van mid- Tot ambtenaar van de Buitenlandse Dienst is benoemd mej. Jeanne D. Pelt, een dochter van de bekende Adriaan Pelt, directéur van het Europese Bu reau der Verenigde Naties te Genève. Mej. Pelt is de eerste vrouw, die langs de normale weg, d.w.z. door middel van diplomatieke examens, in de diploma tieke dienst is getreden. Zi zal binnen kort als gezantschapssecretaris naar Oslo vertrekken. Foto: Mej. Pelt in haar werkkamer. De Britse Board of Trade heeft op 14 December 1953 een besluit gepubliceerd, waarbij alle belemmeringen worden °Pgeheven, welke onder de Trading with the Enemy Act 1939 golden terzake van het beschikken over vermogensbe standdelen. staande ten name van in Bezetenen van Nederland en Nieuw Guinea. Het betreft vermogensbestanddelen, welke door de Britse autoriteiten wer- Tvi geblokkeerd na de bezetting van edeiiand. onderscheidenlijk Nieuw- uinea. voorzover deze tot heden met v?° j de Custodians of Enemy Property werden vrijgegeven Het gaat hier hoofdzakelijk om een Van i soeciale gevallen. Uitgezonderd n deze algemene deblokkerings-maat- regelen zijn vermogensbestanddelen welke door Custodians ziin genaast. In de gevallen, waarbij het Nederlandse Beheersinstituut is betrokken. zullen r.og andere aanwijzingen door het Ne derlandse Beheersinsfituut aan belang hebbenden worden gezonden. Het is de bedoeling, dat in de overige gevallen (t.w. die, waarbij ftet Neder landse Beheersinstituut niet is betrok ken), indien bij de uitvoering der de blokkeringsmaatregelen nog moeilijkhe den mochten blijken te bestaan, deze niet rechtstreeks door belanghebbenden met de Britse autoriteiten worden opge nomen, doch dat zulks geschiedt door bemiddeling van de Nederlandsche Bonk, kantoor deviezenvergunnmg, afd. de blokkering Engeland, Amsterdam. (Van onze parlementaire redacteur) Een wetsontwerp dat weinig Kamer leden aan het woord bracht voordat het gisteren z.h.s. werd aangenomen was dat, waarbij de consequenties worden getrok ken van de komende 5 pet. loonsverho ging voor onze sociale verzekeringen: Het bracht wijzigingen dienaangaande in de invaliditeits- en ziektewet, de nood wet Ouderdomsvoorziening, de kinder bijslagwetten en uitbreiding van de toe passing van het Ziekenfondsbesluit. De Staatssecretaris van Sociale Zaken, dr. Van Rhijn, deelde de Kamer mede, dat het probleem van de loongrenzen bij dit laatste nog geen rol speelt. Hier over is nog geen overeenstemming be reikt tussen regering en Stichting van de Arbeid, maar dit zal eerst de aan dacht van de Kamer vragen wanneer het iweede deel van de plannen der regering om tot coördinatie van de sociale wetten te komen in de vorm van een nieuw ontwerp bij de Kamer wordt ingediend. Deze indiening kan spoedig verwacht worden. Daarbij gaat het om eenheid van rechtspraak en van de begrippen werkgever en werknemer. Dr. de Kort (KVP) en de heer Van i den Bom (PvdA) brachten nog even de vergeten groepen ter sprake. Minister Suurhoff antwoordde, dat, wanneer het gaat om de groepen van mensen die bij de stijgende kosten van het levensonder houd hun bronnen van inkomsten zien dalen, de regering wel veel begrip heeft voor het schrijnende van deze stille armoede, maar dat zij deze niet zou weten te verhelpen. Immers het gaat hier om armen, die inderdaad onzicht baar blijven als groep. Algemene maat regelen zijn dus bijna niet te treffen. Toch had de minister nog wel iets in petto. Zo noemde hij de kleine gezinnen van man en vrouw, die beiden invalidi- teitsrente ontvangen en ook beiden zie kenfondspremies moeten betalen. Er komt binnenkort een wetsontwerp, dat dubbele premiebetaling voor het Zie kenfonds afschaft voor gevallen van man en vrouw die zowel de uitkeringen v^n de noodwet als de invaliditeitsrente ge nieten. Daarbij Zal ook dit ter sprake kunnen komen. Ook de aftrek va ninvali- diteitsrente op particuliere pensioenen is een kwestie waarvoor de regering een oplossing in de pen heeft. Of dit met terugwerkende kracht kon worden toe gepast is aan twijfel onderhevig. (Vnf. door F, van Oldenburg Ermke) 44 „Er schijnt hier met explosieve stof fen gewerkt te zijn," zei de chauffeur. „Dit stuk weg was er niet, toen ik het laatst hier was. Ik moest een omweg over die heuvel maken en schoot er bij na mijn Vlo bij in."' „Wat zou er aan de hand zijn, denkt u?" vroeg Gibson, die nu een en al op winding was. „O, er zijn verschillende onderzoekin gen aan de gang, die zó gespecialiseerd zijn, dat niemand er veel van te horen krijgt. Bepaalde dingen kunnen nu een maal niet in de buurt van de stad ge daan worden. Misschien zijn ze een magnetisch observatorium aan het bou wen daar is sprake van, weet u? De generatoren te Port Lowell zouden dom die heuvels hier tamelijk goed zijn af geschermd. Maar ik geloof niet, dat het dat is, want ik heb gehoord Goedp hemel!" De nauwe doorgang tussen de rotsen hield plotseling op en voor hen lag een bijna volkomen ovaal van groen, ge flankeerd door de lage, gele heuvels, Waarschijnlijk was dit eens een idyllisch bergmeer geweest. Het was nog steeds een aangename afwisseling na al die levenloze, veelkleurige stenen en rotsen Maar voor het moment merkte Gibson nauwelijks het schitterend tapijt van planten op; hij was té verbaasd over die groep van koepels, welke als een miniatuur van Port Lowell zelf bijeen stonden aan de rand van de kleine vlakte. Zwijgend reden ze langs de weg, wel ke door het groen gebaand was. In de buurt van de koepels was geen levende ziel te bekennen, maar een groot soort vrachtwagen, waar de Zandvlo inder een vlo bij leek, bewees, dat er onge twijfeld iemand thuis zou zijn. „Dat is de moeite waard," zei de chauffeur, terwijl hij zijn masker voor deed. „Daar zullen ze wel niet voor niets zoveel geld aan uitgegeven heb ben. Wacht u hier even, dan ga ik eens kijken en met die lui praten." Ze zagen hem in de luchtsluis van de grootste koepel verdwijnen. Het leek zijn ongeduldige passagiers toe, dat hij nogal een flink tijdje wegbleef. Toen zagen ze de buitendeur weer opengaan, en hii kwam langzaam op hen toe. „En?" vroeg Gibson nieuwsgierig, toen de chauffeur weer in de cabine stapte. „Wat zeiden ze?" De ander aarzelde even, zette de mo tor aan en reed weg.. „Zeg, hoe zit dat nu -met die beroem de gastvrijheid hier op Mars? Hebben ze ons niet uitgenodigd om binnen t» komen?" riep Mackay. De chauffeur scheen om een ant woord verlegen. Hij zag er uit, dach' Gibson, als iemand, die juist ontdek» heeft, dat hij een flater had gemaak» Zenuwachtig schraapte hij zijn keel „Het is een proefstation," zei hij. klaarblijkelijk met zorg zijn woorden kiezend. „Het is nog niet lang in be drijf, dat is de reden, waarom we er nog niet eerder iets van gehoord hebber, We kunnen er niet binnen; omdat ue hele ruimte steriel is willen ze niet, da* we de een of andere kiem naar binnen smokkelen. We zouden ons helemaal moeten omkleden en een desinfecte rend bad nemen." „Juist," zei Gibson. Iets zei hem, dat het geen zin had om nog verder te vra gen. Hij wist met absolute zekerheid, dat zijn gids hem lang niet alles verteld had en het voornaamste verzweeg. Voor het eerst begonnen de kleine te genstrijdigheden en twijfels, welke Gib son tot dusver genegeerd of vergeten had, zich in zijn geest te kristalliseren. Het was begonnen, even voordat hij Mars bereikte, -met het afzwenken van de Ares van Phobos naar Deimos. En nu was hij op dat verborgen proefsta tion gestoten. Het was een even grote verrassing voor hun ervaren gids als voor hen geweest, maar de chauffeur trachtte zijn toevallige indiscretie te camoufleren. Er was iets aan de hand. Wat net was, kon Gibson zich niet voorstellen. Het moest iets van groot belang zijn, want het betrof niet enkel Mars maar ook Phobos. Het was aan de meeste ko lonisten onbekend en toch iets, dat zij onderling geheim zouden houden, wan neer ze er de lucht van kregen. Mars verborg iets en het kon enkel iets zijn, dat voor de aarde verborgen werd. TIENDE HOOFDSTUK Het Grand Martian Hotel had niet minder dan twee vaste gasten, een stand van zaken, welke zijn tijdelijke staf veel overwerk en hoofdbrekens kostte. De rest van zijn medeschepe lingen had onderdak gevonden bij ken nissen in Port Lowell, maar daar hij niemand in de stad kende, had Jimmy besloten om evenals Gibson het hotel te nemen. Gibbon vroeg zich af. hoe het zou gaan. Hij wenste hun nog steeds enigszins voorlopige vriendschap niet al te zeer op de proef te stellen, en als Jimmy hem té dikwijls zag, konden de resultaten wel eens rampzalig blijken. Hij herinnerdeiizich een epigram, hetwelk zijn beste vriend eens over hem ge maakt had: „Je kunt geen aardiger ke rel tegenkomen dan Martin, maar je moet hem niet te vaak tegenkomen." Er school genoeg waarheid in om steke lig te zijn, en hij had geen verlangen om de waarheid van dat gezegde op nieuw te doen blijken. Zijn leven in de haven had nu een zekere regelmaat aangenomen. Des morgens werkte hij en vertrouwde zijn indrukken van Mars aan het papier toe een nogal verwaande onderneming, als hij bedacht, hoe weinig hij tot dus ver van de planeet had gezien. De mid dag was gewijd aan inspectietochtjes én gesprekken met de bewoners van de stad Soms ging Jimmy mee, en op een keer' verscheen de hele bemanning van de Ares om in het ziekenhuis te gaan kijken, hoe dr. Scott en zijn collega's opschoten met hun strijd tegen de Mars koorts. Het was nog te vroeg om iets met zekerheid te zeggen, maar Scott scheen vrij .optimistisch. „Wat we nu eens graag zouden hebben," zei hij met iets van duivelse begeerlijkheid, „is zo'n echte flinke epidemie zodat we het spul eens behoorlijk kunnen proberen. We hebben op het ogenblik geen gevallen genoeg." Jimmy had twee redenen om met Gib son mee te gaan wanneer die op stap was. In de eerste plaats kon de schrij ver nagenoeg overal komen waar hij maar zijn wilde en dus kwam hij op plaatsen die heel interessant waren, maar waartoe hij anders geen toegang had. De tweede reden was zuiver per soonlijk zijn groeiende belangstelling in het merkwaardig karakter van Gib son. (Wordt vervolgd)- delen om de gevolgen der industriali satie op te vangen, wanneer men niet nauwkeurig weet, welke de consequen ties der totaal veranderde maatschap pelijke verhoudingen zijn. Voor het verwerven van deze ken nis in ernstige studie nodig, die de con crete situatie der bestaande gemeen schappen onderzoekt, beginnend bij de individuele mens, die met zijn gehele bestaan bij dit proces betrokken is. Bo vend'en is nauwkeurige kennis van de bij de industrialisatie direct of indirect betrokken gebieden nodig, niet slechts vanuit economisch en sociografisch standpunt, maar ook vanuit sociaal-psy chologische visie, omdat de industrie, met de daar wonende mens te maken heeft, de mens, die moet kunnen en willen wat van hem gevraagd wordt en die zich in de nieuwe levensvorm zal moeten kunnen handhaven. Dr. Perquin steunde zijn interessante betoog op het onlangs door hel Mgr. Hoogveld Instituut gepubliceerde rapport „Moderne jeugd op haar weg naar volwassenheid". Een tweede facet, dat bijzondere aandacht verdient is de urbanisatie, die onvermijdelijk met de industria lisatie verbonden is. Het urbanisatie proces werkt onvermijdelijk een sterk traditieverlies en een relativering der waarden in de hand. De onderlinge verhoudingen worden van persoonlij ke bindingen ontdaan en in hoge ma te vermaatschappelijkt. In de maatschappij onderscheidt men twee grote groepen: die der ongeschool den en die der geschoolden in de ruimste zin. De groep der geschoolden staat voor het grote probleem de zake lijke normen van 't maatschappel. ver keer, zelfstandig voor zich zelf en in hun voor de buitenwereld gesloten ge zin te verinnerlijken. De groep van on geschoolden leeft niet in zakelijke ver houdingen, de persoonlijk gebonden gemeenschap is voor hem niet, zoals voor de burger, slechts het gezin, het is ook de buurt en de groep waarin hij werkt. Het gezin van de ongeschoolden is open, zij zitten in de sociale situatie be klemd en de buurt heeft een nivellerend effect. Burgers en ongeschoolden drij ven daardoor uiteen en wanneer de aansluiting niet op een of andere wijze wordt hersteld vormt zich een résidu van aan hun lot overgelatenen. Het is geen overbodige luxe, noch voor de zielzorg, noch voor de sociale of welke zorg ook, te trachten te achterhalen, waar men in concreto aan toe is. Dr. Perquin concludeerde tenslotte, dat wanneer de ter zake kundigen in dustrialisatie noodzakelijk achten, deze ook aanvaard- dient te worden. Maar men moet zich er dan tevens bewust van zijn, dat het eigenlijke probleem dan eerste begint, namelijk: het pro bleem van de mens. Na de inleiding van dr Perquin ontspon zich een levendige en' vruchtbare gedachtenwisseling, die zo vertrouwde burgemeester Hustmx, zal 'kunnen leiden tot een nader contact om een therapie te ontwikkelen voor het verhelpen van de gesignaleerde euvelen voor het verhelpen en bewerk stelligen van de arbeidsvrede en ar beidsvreugde. r rfp Vries Haarlem, J. v. d. J1 RozemoSd, °N. ^chenkmln1.6?! Wildeman en EKa (allen Amsterdam); doctoraal vriie studierichting C. Crause, A dam. AMSTERDAM (G. U.) Cand. ecor J. Heykoop, IJmuiden, J. v. Kappel, "iMctransM (G. U.) Cand. economie f AHeykoop Dmuiden, j! V. Kappel /un ster dam. J. Schrakamp, Naarden en L. An- kum (Koog a. d. Zaan); cand. ex. theolo gie B. van Tent, Amsterdam; Hoogduits M. O B* J. Braakman, P. Blommaert en H. v' d. Kolk (allen Amsterdam). Tolk-ver taler Spaans: mr. J. Hissink, Den Haag. •s-GRAVENHAGE Engels M. O. B mei. B. Cohen Stuart, Schevenmgen. J. v. d. Born, Zaandijk en J. Beetsma, Zuid- h°UTRECHT Cand. wis- en natuurkunde A A Compagner, Utrecht en J. Korsten, Utrecht ;i<f DG. Wolters Hilversum, ld. K: F. Keuchenius, Utrecht, mej. G. Ub- bels (cum laude), Beekbergen, O. Meche- link Pr Utrecht, W. Jetten, Lithoyen, J. Aalbers/ Breukelén, G. Saaltink Wagemn- gen- id F: M. Frissel, Utrecht, A. Schuljff, Baarn A. Koelmans, Utrecht; aanv. ex. art. 135 H. Carree, Zeist; doctoraal natuurk.. Gvd Brink, Huis ter Heide; doctoraal pharmacie: mej. C. v. Noppen, Utrecht; doc toraal scheikunde: W. Deen, Leersum. J. Dekker, Zeist, A. Tolk, Hilversum C. Kuntze, Amsterdam; doctoraal biologie. J. Schulz (cum laude), Zeist, mevr. A. Duy- ker—De Beer, Utrecht, mevr. Th. Leliveld Stalfoort, Eindhoven, mej. E. Hoessels, Utrecht, mej. E. Boterenbrood, Utrecht; Cand. èlavische taal- en letterk. mei. M. Boterenbrood, Utrecht; doctoraal Indisch recht: Go Tie Siem, Utrecht; cand. rech ten: H. Jacobs. Utrecht; A. Geurts Breda, O. v. Geuns, Utrecht, mej. H. Heester. Utrecht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 5