Minister Cals ziet uit P.B.O.
ook schoonheid ontspruiten
Critiek op rapporten over de
verwilderde jeugd
Salarissen van onderwijzers en
leraren laten minister geen rust
Industrialisatie en urbanisatie
vragen nieuwe levensvormen
Problemen vergeten groepen
Engeland deblokkeert
Nederlandse vermogens
MASSAFICAT1E BEVORDERD
DOOR DE OVERHEID
Bouwmaterialen in
EI ten verduisterd
Vijftien jaar voor
roofoverval
Is uw oog boos, omdat ik goed ben?"
Besprekingen in Nijmegen
Inleiding van
dr. N. Perquin
In het zand
van MAÏS* 9
FR/C DE NOORMAN
WOENSDAG 16 DECEMBER 1953
PAGINA 5
Installatie Nationaal
Ballet 1 Maart
Bij cultuurspreiding ontbreekt meestal
christelijke gedachte
Met de kinderwagen
naar Rome
Verzoekschriften m.i.v.
4 Jan vrij van zegel
Brandend maagznnr
binst U in een mnm...
door ARTHUR C. CLARKE
Examens
(Van onze parlementaire redacteur)
Aan alle hinderlagen van moties en opponerende Kamerleden ontsnapt, ging
minister Cals in de avondvergadering met een ondeugend lachje weer achter
de ministerstafel en voor de microfoon staan. Men zag het hem aan, dat hij
de Kamer de baas was. Het ene grapje volgde op het andere. De heer Weiter
had de minister gewezen op de steeds toenemende plichten van de overheid
om de kunst nog mogelijk te maken, nu de particulieren dat niet meer kun
nen doen. Hij zag het schrikbeeld voor ogen van een land vol publiekrechte
lijke bedrijfsorganisaties, maar zonder schoonheidMinister Cals zag een
land met een goed werkende publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en met
vele mogelijkheden om juist dan de kunst te subsidiëren. Alleen al de ge
houwen, waarin de bedrijfsschappen huizen, kunnen artistiek verantwoord
zijn. Voorts kunnen de interieurs getuigen van de kunstzin van het volk. „Ge
kunt er werk mee verschaffen aan talloze kunstenaars. Ik denk aan beeld
houwwerk van de grote mannen der P.B.O. Ik zie prof. Veraart al voor mij
staan, in steen gehouwen,'' zo merkte de minister op.
komen, die typisch op de provincie zou
zijn ingesteld.
Verder spelend met de gedachte aan
opdrachten gaf hij de Staten-Generaal
het advies portretten te laten maken
van de grote figuren in het land', zoals
de minister-president en de voorzitters
der Kamers.
Mr. Cals deelde mede dat het Natio
naal Ballet, naar zij aanneemt, op 1
Maart zal worden geïnstalleerd, hetgeen
niet kan betekenen dat het dan ook
aanstonds al zal gaan optreden. Tot 1
Maart zal de regering de bestaande vrije
balletgroepen, die dan werkzaam zul
len worden ingeschakeld, blijven steu
nen.
Over de Nederlandse Opera heeft de
minister een rapport laten samenstellen,
waarvan hij de Kamer vertrouwelijk
inzage wil geven. De heer Willems (P-
v. d. A.), die zich voor een eenhoofdige
regie had uitgesproken, gaf hij hierin
gelijk. In vaste dienst heeft de Opera
nu 69 orkestleden, 44 koorleden en 24
solisten. Dat de regering de Utrechtse
Opera kapot heeft willen maken moest
de minister met klem nog eens tegen
spreken. Wel heeft hij laten weten dat
/de subsidie-eisen van enige tonnen per
jaar voor deze Opera onmogelijk kun
nen worden ingewilligd. De minister
gaat echter voort met ook aan de klei
ne groep solisten van de Utrechtse Ope
ra subsidie te geven, zoals hij dat ook
doet aan de Camerata en de Zuid-Ne
derlandse Opera.
Voor een tweede instituut als de Ne
derlandse Opera zag hij in dit land
Been plaats. Hij was echter wel van
oordeel dat er een op era zou moeten
De salarissen der kleine orkesten zul
len zo spoedig mogelijk worden verbe
terd. Voorstellen dienaangaande zijn bij
het College van Rijksbemiddelaars en
zullen zeer binnenkort bekend worden.
De minister van Financiën heeft er zijn
goedkeuring reeds aan gegeven.
Eer. Nederlandse pendant van de
Académie Frangaise, waarom de heer
Peters in navolging van Bernard Ver
hoeven wederom had gevraagd, zal er
wel niet komen. De minister heeft di
verse adviezen ingewonnen, ook van
kurstenaarszijde, maar niemand acht dit
instituut om kunstenaars te eren wen
selijk
Voor monumentenzorg is een bedrag
van 106 millioen uitgetrokken, waar
mede de regering denkt in tien jaar
thans bekende urgentiegevallen te
kunnen oplossen. Dit betekent dan noe
niet dat men ook gereed is met de taak
van monumentenzorg. Immers er zijn
tal van kansen op nieuwe urgentie-
gevallen. Er hoeven echter geen mo
numenten te worden prijsgegeven.
De minister deelde mede dat zojuist
door minister Algera de eerste bouw
opdracht is getekend voor een F.M.-
zender, die in Friesland zal worden op
gericht. Friesland heeft daar recht op.
want de regionale uitzendingen van
Hoogezand zijn er slechts te volgen.
Het is de bedoeling van de Nozema dat
deze nieuwe zenders over geheel Ne
derland zullen worden verspreid. Oo
korte termiin is nu ook een Radiowet
te verwachten.
Van verschillende zijden was er cri
tiek geleverd op de rapporten over de
verwilderde jeugd, die de minister had
Tegenwoordig meent men uit een
centraal punt zogenaamde voorbeeld
gemeenten en voorbeelddorpen te kun
nen maken, maar men vergeet daarbjj
dat de mens, die in dit dorp te wonen
heeft, zelf een voorbeeld zal moeten
zjjn. Men richt allerhande vormen van
overheidsinstellingen op, aangediend als
zogenaamde „zegeningen" voor de ge
meenschap, maar vergeet dat daarbjj
deze, van bovenaf opgelegde maatrege
len, nooit gemeengoed van de bevolking
zelf kunnen worden. Men heeft dorps
raden, cultuurraden en vele andere.
Een ding ontbreekt daarbjj meestal, n.l.
de christelijke gedachte, die al deze
Vormen zou moeten en kunnen be
zielen.
Aldus leidde burgemeester H. Schoe-
maker uit Groenlo op nationale studie
dagen van de K.N.J.B.T.B., gehouden
op Ons Erf te Berg en Dal, het vraag
stuk van de „Massaficatie en de kleine
gemeenten" in, om daar onmiddellijk
een gedragslijn voor de gemeentebestu
ren aan te verbinden. „Een gemeente
bestuur heeft voor ogen te houden dat,
wil zij de gemeenschap dienen, waar
boven zij met een van God verkregen
gezag gesteld is, al haar daden en han
delingen afgestemd en gericht dienen te
zijn op, het belang van deze mens.
Helaas wordt momenteel te veel de aan
dacht van de overheid op de massa ge
richt.
Als het op het ogenblik Van een
dorpsbestuur van hogerhand verlangd
wordt, dat het medewerking zal ver
lenen aan Welvaartsstichtingen, Op-
bouworganen, instanties, die zich belas
ten met wat men cultuurspreiding
noemt, de stimulansen geven voor alle
mogelijke instellingen van neutraal on
derwijs, dan mag het niet verwonderen
dat juist op dit terrein botsingen ont
staan. Hierdoor wordt steeds meer
openbaar de strijd, die men als wel
denkend gemeentebestuur te voeren
heeft voor het behoud van de mens als
schepsel Gods op de eerste plaats. Als
het gaat om cultuur, dan meent men
volkshuizen te moeten oprichten, liefst
neutraal en voor geheel de gemeenschap
bestemd en „daarom" dus ook geleid
door een „neutraal deskundig leider".
Er wordt helemaal niet gevraagd of de
mens zelf behoefte heeft aan deze hui-
Zen. Een tweede vraag is of wij, en dan
natuurlijk met de subsidie van de over
heid achter ons, onze parochiehuizen en
jeugdhuizen niet naar de bedoeling van
he dorpshuizen, maar dan op basis van
onze overtuiging, opzetten of om
bouwen?
Terugkomende op de voorbeelddorpen,
wees spreker er op dat men aan de te
bouwen woning niet meer de eis stelt,
dat dit de eerste en voornaamste plaats
dient te zijn, waar het gezin zich ge
zond kan ontwikkelen. „Men bouwt met
afzichtelijke uniformiteit een streek vol
confectie-woningen, waarin het de per
soonlijkheid moeilijk wordt te gedijen.
Het zal de taak van en voor de over
heid zijn, vooral van de gemeentelijke,
voldoende ruimte te geven aan een
gunstige ontwikkeling van het particu
liere woningbezit".
laten maken door een zevental weten
schappelijke instituten. Mevr. Fortanier
de Wit (V.V.D.) rw ide enkele blad
zijden- ver beneden de maat, terwijl ds.
Fokkema (A.R.) ernstige bezwaren had
tegen de ondeskundigheid waarmede
sommige onderzoekers te werk zijn ge
gaan. Verschillende volksgroepen zijn
eenvoudig belachelijk gemaakt. De mi
nister moest toegeven, dat daar ook
hem iets van was gebleken. Het bron
nenboek toonde hier en daar te wei
nig besef voor het godsdienstig leven
in Nederland.
De Kamer had ook geïnformeerd naar
het onderwijs van kinderen van Neder
landse nationaliteit in Indonesië. De
minister kon mededelen dat de Stich
ting Nederlands Onderwijs daar in
steeds betere harmonie met Nederland
werkt. Er is voor 1954 een bedrag van
vier millioen voor een bouwplan uitge
trokken.
Mevr. Fortanier en met haar vele an
deren hadden aangedrongen op hogere
subsidie van het Algemeen Nederlands
Verbond, dat zich verdienstelijk maakt
door o.a de band met onze emigranten
te onderhouden. De minister heeft toe
gezegd dat hij langs de weg van com
pensatie het subsidie van f 3000 op
f 6000 zou brengen.
De begroting werd z.h.s. aangenomen,
met aantekening der communisten, dat
zij geacht willen worden te hebben te
gengestemd.
Enkele weken geleden zijn drie-en-
twintig door het drostambt Elten
gebouwde nieuwe woningen voor
bewoning gereed gekomen. Tijdens de
uitvoering van dit bouwproject, rees bij
de Rijkspolitie het vermoeden, dat op
het werk aangevoerde bouwmaterialen
zonder medeweten van de aannemer
waren verkocht. Na een diepgaand on
derzoek kwam vast te staan, dat een
zeer grote hoeveelheid bouwmaterialen,
zoals stenen, cement, zand. enz. was
verduisterd. De door de aannemer met
de uitvoering van de werkzaamheden
belaste B G.L., uit Amersfoort had,
hetzij rechtstreeks, hetzij door middel van
een tussenpersoon, kans gezien grote hoe
veelheden materialen te verkopen. De
daarvoor ontvangen gelden wendde ge
noemde uitvoerder ten eigen bate aan.
L. werd door de Rijkspolitie gearres
teerd. Hij heeft een volledige bekente
nis afgelegd en is voor de officier van
Justitie te Arnhem geleid.
Tegen twee Eltense ingezetenen en
een ingezetene uit de gemeente Zeve
naar is proces-verbaal opgemaakt ter
zake van medeplichtigheid c.a. heling.
t>e heer en mevrouw Oomen, die 20
Augustus Den Haag verlaten hebben
voor een wandeling naar Rome, dat zij
tegen Kerstmis hopen te bereiken, zijn
Dinsdag met hun tien maandenoude
dochtertje in de kinderwagen Genua
gepasseerd, aldus bericht A.P. Zij zei
den voornemens te zijn na de Kerstda
gen naar Den Haag terug te wandelen.
Met kind en kinderwagen natuurlijk.
57. Verscheidene schepen van Bohuslan staan nu in brand; hun vlammende zeilen
vormen een bedreiging voor de andere schepen in de nabijheid. Een onbeschrijflijke
verwarring is ontstaan onder de Bohuslankrijgers.
Hiervan maakt Eric dankbaar gebruik. Zijn mannen enteren het dichtstbijzijnde
schip springen dan over. Eric aan het hoofd. Luid schalt de Noorse krijgskreet
over 'het water als zij zich met getrokken zwaarden op de zich wanhopig te weer
stellende Bohuslaners werpen.
Een verbitterde strijd van man tegen man ontbrandt. Ook op het schip van Ragnar
is de hoop herleefd. Op de voorplecht staat de piratenhoofdman en wijst met zijn
zwaard naar de naderende vloot Noorse Drakars.
Moed houd°n mannen!" schreeuwt hij boven het oorverdovende lawaai uit. „De
schepen van koning Eric komen ons te hulp, nog even volhouden en de zege is
aan ons."
Intussen is de strijd op het schip, dat Eric enterde, vrijwel beslecht. Terwijl zijn
mannen de laatste tegenstand breken, staart hij ook naar de naderende vloot en
een trek van bezorgdheid glijdt over zijn gezicht.
Hoe zullen zij weten, wat vriend en wat vijand is," denkt hij vertwijfela. „zy
weten niet beter of ook Ragnar en zijn piraten zijn onze vijanden."
Onderwijl nadert de Noorse vloot snel. Met bolle zeilen klieven zij met een snijdend
geluid de golven, de mannen aan boord popelen van verlangen zich in de strijd te
werpen. Op de achtersteven van het eerste schip staat Winonah, naast heer Halfra
en kijkt met gefronste wenkbrauwen naar de zeeslag.
Geef het sein tot de aanval," beveelt zij heer Halfra. „Wij zullen allen vernieti
gen rovers en Bohuslaners. Zij zullen de kracht van de Noorse wraak voelen.
Luid schallend klinkt Halfra's roep naar het schip achter hem, en de roep plant
zich voort van schip tot schip.
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft
arrest gewezen in de zaak tegen P. L. van
B. uit Eindhoven, die beschuldigd werd
van de diefstal met geweldpleging op de 72-
jarige lompenkoopman H. Keur uit Val-
kenswaard. Het hof veroordeelde Van B. tot
een gevangenisstraf van vijftien jaar,
waarmee in hoger beroep het vonnis van
de Bossche rechtbank werd bevestigd.
De voorlichtingsofficier bij het Ned
Detachement V. N., W. Hornman, die 13
Juli van dit jaar naar Korea is vertrok
ken, keert naar Nederland' terug. On
voorziene omstandigheden voorbehoucten
zal hij morgen met het KLM-toestel uit
Tokio op Schiphol aankomen.
Zoals bekend is, zijn- tot dusver verzoek
schriften aan de Koningin of aan instanties
van de Rijks-, provinciale of gemeentelijke
overheid, waarbij wordt verzocht om een
benoeming, een verhoging van bezoldiging
of een gunst, onderworpen aan een zegel
recht van 0.50. Thans is in het Staatsblad
no. 547 een K.B. van 2 December 1953 op
genomen, waarbij voor bedoelde verzoek
schriften vrijstelling wordt verleend. Deze
vrijstelling heeft dus tot gevolg, dat
voortaan sollicitaties niet meer op z^gel
behoeven te worden gesteld; hetzelfde is
het geval met b.v. requesten om kwijt
schelding van belastingen e.d. De nieuwe
regeling gaat 4 Januari in.
Advertentie
Een of twee Rennies, laten smelten op
de tong. En eer U het weet, is 't leed
geleden. Zo hoeft U dus nooit bang te
zijn dat iets, wat U graag lust, eens ver
keerd valt. Dat zuur is vlugger genezen
dan het opkwam. Daarom, een prettig,
veilig gevoel, altijd Rennies bij de hand
te hebben.
1 vkjS'
(Van onze parlementaire redacteur)
Voor de derde maal heeft minister Cals
gisteren de Tweede Kamer over de moei
lijkheden op het veelzijdige onderwijs
terrein moeten toespreken, alvorens zijn
begroting werd aangenomen. Wederom
waren het de salariskwesties, waar het
voornamelijk om ging, daar twee moties
hierover moesten worden behandeld. De
indiening van deze moties is geen direct
succes geworden. De minister heeft bei
de met scherpe, besliste woorden afge
wezen.
De „ontknikkingsmotie" van de heer
Roosjen stelde de regering volgens hem
voor onaanvaardbare consequenties. Wat
in de motie werd gevraagd was terug
werkende kracht van de ontknikking tot
1 Januari 1948, terwijl de organisaties in
het G. O. slechts tot 1 Januari 1951 wil
den gaan.
Minister Cals werkte zich met een
grapje door de tweede motie heen, na
dat hij dr. Lucas op zakelijke gronden
ongelijk had gegeven. De vergelijking
die de leraren willen trekken met de
positie van irs. van de Rijkswaterstaat,
vond hij onbegrijpelijk. Er zijn vele in
genieurs die niet de hoogste rang be
reiken, terwijl leraren hiervoor niets
anders hoeven te doen dan ouder wor
den. Bovendien krijgen ambtenaren van
de R. W. S. geen enkel overuur uitbe
taald. de ieraren wel. Dit maakt beide
functies onvergelijkbaar.
De minister kwam daarna op het
„vosje in de wijngaard'' terug, zoals mr.
Roosjen de ontknikking had genoemd.
Hij had in de Statenbijbel naarstig naar
dat vosje gezocht. Het enige dat hij
tegen was gekomen wasde verge
lijking van de wijngaard bij Lucas. „Is
uiv oog boos. omdat ik goed ben?'' vroeg
hij het gelijknamige Kamerlid, dat de
motie had ingediend.
Deze had in zijn motie rechtsher
stel gevraagd voor de salarissen van
leraren van het V. H. M. O., die achter
gesteld waren bij die van het N O.,
wier salarisverhoging in 1947 acht
maanden eerder vvas ingegaan. Dr. Lu
cas mag geen strikt recht afleiden uit
de goedheid van de regering t.o.v. de
ieraren N. O., zei de minister, en hij
noemde de consequenties van deze mo
tie eveneens onmogelijk. De miniser
merkte nog op, dat in het Georgani
seerd Overleg tussen lerarSn en Over
heid juist weer een prettige sfeer van
onderhandelen was hersteld. Men had
weer eens gezond met elkaar gelachen
in de laatste vergadering. Deze sfeer
zou zeker niet terugkeren, wanneer de
Kamer deze motie zou aannemen. Als
het een amendement was geweest, had
ik het „onaanvaardbaar" laten horen,
aldus de minister.
Dr. Lucas heeft minister Cals bij de
replieken er op attent gemaakt, dat zijn
greep uit de Evangelische vergelijkin
gen een ongelukkige was, omdat in de
Wijngaard des Heren wel op verschil
lende tijdstippen lonen werden uitbe
taald, maar het waren dezelfde lonen.
Bij de leraren was het ene salaris ho
ger dan het andere. Vandaar de vraag
om rechtsherstel. Om de goede sfeer
bi' de komende onderhandelingen,
waarin nog vele onderwerpen aan de
orde komen, niet te bederven, '"ilde hij
de motie niet handhaven, maar hij gaf
de regering de goede' raad, om wat soe
pel te zijn. Dit zou de onderhandelin
gen zeker bevorderen.
De minister deelde de Kamer nog
mede, dat hij een onderzoek zal in
stellen naar het aantal vroegere onder-
w'jzers, die wel weer in het vak zouden
willen terug komen, mits de „fictieve
dienstjaren", waarin zij het ambt ver
laten hebben, zullen meetellen bij we
der in dienst treden
Wat de afschaffing van het school
geld betreft, kreeg de Kamer de ver
zekering, dat hij niet van plan is
daarbij buiten de leerplichtige leeftijd
te gaan. Een verzekering, waarom nog
eens van verschillende zijden gevraagd
was.
(Van onze correspondent)
Burgers en ongeschoolden vallen door de industrialisatie en urbanisatie in
twee groepen uiteen, die elkaar niet meer verstaan en die in een geheel
andere wereld leven. De ongeschoolden voelen zich hierdoor teruggedrongen
en opgesloten in een situatie, die het uiterst moeilijk of zelfs onmogelijk
maakt tot meer objectieve en heterocentrische normen te komen. Wordt de
aansluiting bij de andere groep niet hersteld, b.v. in het godsdienstig leven,
dan is het bijna noodzakelijke gevolg van de urbanisatie, dat zich een residu
vormt van aan hun lot overgelatenen. Het verdient bijzondere opmerkzaam
heid, dat het tot nu toe in nog geen enkele plaats is gelukt de problemen der
industrialisatie en urbanisatie integraal op te lossen.
Met deze en andere consequenties van
de industrialisatie heeft dr. N. Perquin
S.J., directeur van het mgr. Hoogveld
Instituut te Nijmegen, Maandagavond een
uitgebreid gehoor van industriëlen,
geestelijken, jeugdleiders en andere lei
dende figuren uit het sociale en maat
schappelijk leven geconfronteerd. Zij
waren daartoe op uitnodiging van het
Nijmeegse gemeentebestuur naar het
raadhuis gekomen, waar deze avond was
belegd in samenwerking met de Kamer
van Koophandel, de Industriële Kring
en de Nijmeegse Jeugdraad.
De industrialisatie, aldus dr. Per
quin, staat als de welhaast sterkste
peiler der welvaartspolitiek, op dit
ogenblik in het middelpunt der be-
langstelling. Nog maar kort geleden
is de noodzaak van de openlegging
van het Zuiden voor de industrie
door ter zake kundigen met klem
van redenen betoogd. Vanuit de chris
telijke en humane visie op dit viaag-
stuk kwam men er toe te wijzen op
de sterke geestelijke structuurveran
deringen, die onvermijdelijk het ge
volg van de industrial'sering zullen
zijn en die de bezinning vereisen van
de godsdienstige en culturele leiders.
Bezinning is echter niet mogelijk en
nog veel minder het beramen van mid-
Tot ambtenaar van de Buitenlandse
Dienst is benoemd mej. Jeanne D. Pelt,
een dochter van de bekende Adriaan
Pelt, directéur van het Europese Bu
reau der Verenigde Naties te Genève.
Mej. Pelt is de eerste vrouw, die langs
de normale weg, d.w.z. door middel van
diplomatieke examens, in de diploma
tieke dienst is getreden. Zi zal binnen
kort als gezantschapssecretaris naar
Oslo vertrekken. Foto: Mej. Pelt in
haar werkkamer.
De Britse Board of Trade heeft op 14
December 1953 een besluit gepubliceerd,
waarbij alle belemmeringen worden
°Pgeheven, welke onder de Trading with
the Enemy Act 1939 golden terzake
van het beschikken over vermogensbe
standdelen. staande ten name van in
Bezetenen van Nederland en Nieuw
Guinea.
Het betreft vermogensbestanddelen,
welke door de Britse autoriteiten wer-
Tvi geblokkeerd na de bezetting van
edeiiand. onderscheidenlijk Nieuw-
uinea. voorzover deze tot heden met
v?° j de Custodians of Enemy Property
werden vrijgegeven
Het
gaat hier hoofdzakelijk om een
Van i soeciale gevallen. Uitgezonderd
n deze algemene deblokkerings-maat-
regelen zijn vermogensbestanddelen
welke door Custodians ziin genaast. In
de gevallen, waarbij het Nederlandse
Beheersinstituut is betrokken. zullen
r.og andere aanwijzingen door het Ne
derlandse Beheersinsfituut aan belang
hebbenden worden gezonden.
Het is de bedoeling, dat in de overige
gevallen (t.w. die, waarbij ftet Neder
landse Beheersinstituut niet is betrok
ken), indien bij de uitvoering der de
blokkeringsmaatregelen nog moeilijkhe
den mochten blijken te bestaan, deze
niet rechtstreeks door belanghebbenden
met de Britse autoriteiten worden opge
nomen, doch dat zulks geschiedt door
bemiddeling van de Nederlandsche Bonk,
kantoor deviezenvergunnmg, afd. de
blokkering Engeland, Amsterdam.
(Van onze parlementaire redacteur)
Een wetsontwerp dat weinig Kamer
leden aan het woord bracht voordat het
gisteren z.h.s. werd aangenomen was dat,
waarbij de consequenties worden getrok
ken van de komende 5 pet. loonsverho
ging voor onze sociale verzekeringen:
Het bracht wijzigingen dienaangaande in
de invaliditeits- en ziektewet, de nood
wet Ouderdomsvoorziening, de kinder
bijslagwetten en uitbreiding van de toe
passing van het Ziekenfondsbesluit.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken,
dr. Van Rhijn, deelde de Kamer mede,
dat het probleem van de loongrenzen
bij dit laatste nog geen rol speelt. Hier
over is nog geen overeenstemming be
reikt tussen regering en Stichting van
de Arbeid, maar dit zal eerst de aan
dacht van de Kamer vragen wanneer het
iweede deel van de plannen der regering
om tot coördinatie van de sociale wetten
te komen in de vorm van een nieuw
ontwerp bij de Kamer wordt ingediend.
Deze indiening kan spoedig verwacht
worden. Daarbij gaat het om eenheid
van rechtspraak en van de begrippen
werkgever en werknemer.
Dr. de Kort (KVP) en de heer Van
i den Bom (PvdA) brachten nog even de
vergeten groepen ter sprake. Minister
Suurhoff antwoordde, dat, wanneer het
gaat om de groepen van mensen die bij
de stijgende kosten van het levensonder
houd hun bronnen van inkomsten zien
dalen, de regering wel veel begrip
heeft voor het schrijnende van deze
stille armoede, maar dat zij deze niet
zou weten te verhelpen. Immers het gaat
hier om armen, die inderdaad onzicht
baar blijven als groep. Algemene maat
regelen zijn dus bijna niet te treffen.
Toch had de minister nog wel iets in
petto. Zo noemde hij de kleine gezinnen
van man en vrouw, die beiden invalidi-
teitsrente ontvangen en ook beiden zie
kenfondspremies moeten betalen. Er
komt binnenkort een wetsontwerp, dat
dubbele premiebetaling voor het Zie
kenfonds afschaft voor gevallen van man
en vrouw die zowel de uitkeringen v^n
de noodwet als de invaliditeitsrente ge
nieten. Daarbij Zal ook dit ter sprake
kunnen komen. Ook de aftrek va ninvali-
diteitsrente op particuliere pensioenen is
een kwestie waarvoor de regering een
oplossing in de pen heeft. Of dit met
terugwerkende kracht kon worden toe
gepast is aan twijfel onderhevig.
(Vnf. door F, van Oldenburg Ermke)
44
„Er schijnt hier met explosieve stof
fen gewerkt te zijn," zei de chauffeur.
„Dit stuk weg was er niet, toen ik het
laatst hier was. Ik moest een omweg
over die heuvel maken en schoot er bij
na mijn Vlo bij in."'
„Wat zou er aan de hand zijn, denkt
u?" vroeg Gibson, die nu een en al op
winding was.
„O, er zijn verschillende onderzoekin
gen aan de gang, die zó gespecialiseerd
zijn, dat niemand er veel van te horen
krijgt. Bepaalde dingen kunnen nu een
maal niet in de buurt van de stad ge
daan worden. Misschien zijn ze een
magnetisch observatorium aan het bou
wen daar is sprake van, weet u? De
generatoren te Port Lowell zouden dom
die heuvels hier tamelijk goed zijn af
geschermd. Maar ik geloof niet, dat het
dat is, want ik heb gehoord Goedp
hemel!"
De nauwe doorgang tussen de rotsen
hield plotseling op en voor hen lag een
bijna volkomen ovaal van groen, ge
flankeerd door de lage, gele heuvels,
Waarschijnlijk was dit eens een idyllisch
bergmeer geweest. Het was nog steeds
een aangename afwisseling na al die
levenloze, veelkleurige stenen en rotsen
Maar voor het moment merkte Gibson
nauwelijks het schitterend tapijt van
planten op; hij was té verbaasd over
die groep van koepels, welke als een
miniatuur van Port Lowell zelf bijeen
stonden aan de rand van de kleine
vlakte.
Zwijgend reden ze langs de weg, wel
ke door het groen gebaand was. In de
buurt van de koepels was geen levende
ziel te bekennen, maar een groot soort
vrachtwagen, waar de Zandvlo inder
een vlo bij leek, bewees, dat er onge
twijfeld iemand thuis zou zijn.
„Dat is de moeite waard," zei de
chauffeur, terwijl hij zijn masker voor
deed. „Daar zullen ze wel niet voor
niets zoveel geld aan uitgegeven heb
ben. Wacht u hier even, dan ga ik eens
kijken en met die lui praten."
Ze zagen hem in de luchtsluis van de
grootste koepel verdwijnen. Het leek
zijn ongeduldige passagiers toe, dat hij
nogal een flink tijdje wegbleef. Toen
zagen ze de buitendeur weer opengaan,
en hii kwam langzaam op hen toe.
„En?" vroeg Gibson nieuwsgierig,
toen de chauffeur weer in de cabine
stapte. „Wat zeiden ze?"
De ander aarzelde even, zette de mo
tor aan en reed weg..
„Zeg, hoe zit dat nu -met die beroem
de gastvrijheid hier op Mars? Hebben
ze ons niet uitgenodigd om binnen t»
komen?" riep Mackay.
De chauffeur scheen om een ant
woord verlegen. Hij zag er uit, dach'
Gibson, als iemand, die juist ontdek»
heeft, dat hij een flater had gemaak»
Zenuwachtig schraapte hij zijn keel
„Het is een proefstation," zei hij.
klaarblijkelijk met zorg zijn woorden
kiezend. „Het is nog niet lang in be
drijf, dat is de reden, waarom we er nog
niet eerder iets van gehoord hebber,
We kunnen er niet binnen; omdat ue
hele ruimte steriel is willen ze niet, da*
we de een of andere kiem naar binnen
smokkelen. We zouden ons helemaal
moeten omkleden en een desinfecte
rend bad nemen."
„Juist," zei Gibson. Iets zei hem, dat
het geen zin had om nog verder te vra
gen. Hij wist met absolute zekerheid,
dat zijn gids hem lang niet alles verteld
had en het voornaamste verzweeg.
Voor het eerst begonnen de kleine te
genstrijdigheden en twijfels, welke Gib
son tot dusver genegeerd of vergeten
had, zich in zijn geest te kristalliseren.
Het was begonnen, even voordat hij
Mars bereikte, -met het afzwenken van
de Ares van Phobos naar Deimos. En
nu was hij op dat verborgen proefsta
tion gestoten. Het was een even grote
verrassing voor hun ervaren gids als
voor hen geweest, maar de chauffeur
trachtte zijn toevallige indiscretie te
camoufleren.
Er was iets aan de hand. Wat net
was, kon Gibson zich niet voorstellen.
Het moest iets van groot belang zijn,
want het betrof niet enkel Mars maar
ook Phobos. Het was aan de meeste ko
lonisten onbekend en toch iets, dat zij
onderling geheim zouden houden, wan
neer ze er de lucht van kregen.
Mars verborg iets en het kon enkel
iets zijn, dat voor de aarde verborgen
werd.
TIENDE HOOFDSTUK
Het Grand Martian Hotel had niet
minder dan twee vaste gasten, een
stand van zaken, welke zijn tijdelijke
staf veel overwerk en hoofdbrekens
kostte. De rest van zijn medeschepe
lingen had onderdak gevonden bij ken
nissen in Port Lowell, maar daar hij
niemand in de stad kende, had Jimmy
besloten om evenals Gibson het hotel
te nemen. Gibbon vroeg zich af. hoe het
zou gaan. Hij wenste hun nog steeds
enigszins voorlopige vriendschap niet al
te zeer op de proef te stellen, en als
Jimmy hem té dikwijls zag, konden de
resultaten wel eens rampzalig blijken.
Hij herinnerdeiizich een epigram, hetwelk
zijn beste vriend eens over hem ge
maakt had: „Je kunt geen aardiger ke
rel tegenkomen dan Martin, maar je
moet hem niet te vaak tegenkomen."
Er school genoeg waarheid in om steke
lig te zijn, en hij had geen verlangen
om de waarheid van dat gezegde op
nieuw te doen blijken.
Zijn leven in de haven had nu een
zekere regelmaat aangenomen. Des
morgens werkte hij en vertrouwde zijn
indrukken van Mars aan het papier toe
een nogal verwaande onderneming,
als hij bedacht, hoe weinig hij tot dus
ver van de planeet had gezien. De mid
dag was gewijd aan inspectietochtjes én
gesprekken met de bewoners van de
stad Soms ging Jimmy mee, en op een
keer' verscheen de hele bemanning van
de Ares om in het ziekenhuis te gaan
kijken, hoe dr. Scott en zijn collega's
opschoten met hun strijd tegen de Mars
koorts. Het was nog te vroeg om iets
met zekerheid te zeggen, maar Scott
scheen vrij .optimistisch. „Wat we nu
eens graag zouden hebben," zei hij met
iets van duivelse begeerlijkheid, „is zo'n
echte flinke epidemie zodat we het spul
eens behoorlijk kunnen proberen. We
hebben op het ogenblik geen gevallen
genoeg."
Jimmy had twee redenen om met Gib
son mee te gaan wanneer die op stap
was. In de eerste plaats kon de schrij
ver nagenoeg overal komen waar hij
maar zijn wilde en dus kwam hij op
plaatsen die heel interessant waren,
maar waartoe hij anders geen toegang
had. De tweede reden was zuiver per
soonlijk zijn groeiende belangstelling
in het merkwaardig karakter van Gib
son.
(Wordt vervolgd)-
delen om de gevolgen der industriali
satie op te vangen, wanneer men niet
nauwkeurig weet, welke de consequen
ties der totaal veranderde maatschap
pelijke verhoudingen zijn.
Voor het verwerven van deze ken
nis in ernstige studie nodig, die de con
crete situatie der bestaande gemeen
schappen onderzoekt, beginnend bij de
individuele mens, die met zijn gehele
bestaan bij dit proces betrokken is. Bo
vend'en is nauwkeurige kennis van de
bij de industrialisatie direct of indirect
betrokken gebieden nodig, niet slechts
vanuit economisch en sociografisch
standpunt, maar ook vanuit sociaal-psy
chologische visie, omdat de industrie,
met de daar wonende mens te maken
heeft, de mens, die moet kunnen en
willen wat van hem gevraagd wordt en
die zich in de nieuwe levensvorm zal
moeten kunnen handhaven.
Dr. Perquin steunde zijn interessante
betoog op het onlangs door hel
Mgr. Hoogveld Instituut gepubliceerde
rapport „Moderne jeugd op haar weg
naar volwassenheid".
Een tweede facet, dat bijzondere
aandacht verdient is de urbanisatie,
die onvermijdelijk met de industria
lisatie verbonden is. Het urbanisatie
proces werkt onvermijdelijk een sterk
traditieverlies en een relativering der
waarden in de hand. De onderlinge
verhoudingen worden van persoonlij
ke bindingen ontdaan en in hoge ma
te vermaatschappelijkt.
In de maatschappij onderscheidt men
twee grote groepen: die der ongeschool
den en die der geschoolden in de
ruimste zin. De groep der geschoolden
staat voor het grote probleem de zake
lijke normen van 't maatschappel. ver
keer, zelfstandig voor zich zelf en in
hun voor de buitenwereld gesloten ge
zin te verinnerlijken. De groep van on
geschoolden leeft niet in zakelijke ver
houdingen, de persoonlijk gebonden
gemeenschap is voor hem niet, zoals
voor de burger, slechts het gezin, het is
ook de buurt en de groep waarin hij
werkt.
Het gezin van de ongeschoolden is
open, zij zitten in de sociale situatie be
klemd en de buurt heeft een nivellerend
effect. Burgers en ongeschoolden drij
ven daardoor uiteen en wanneer de
aansluiting niet op een of andere wijze
wordt hersteld vormt zich een résidu
van aan hun lot overgelatenen. Het is
geen overbodige luxe, noch voor de
zielzorg, noch voor de sociale of welke
zorg ook, te trachten te achterhalen,
waar men in concreto aan toe is.
Dr. Perquin concludeerde tenslotte,
dat wanneer de ter zake kundigen in
dustrialisatie noodzakelijk achten, deze
ook aanvaard- dient te worden. Maar
men moet zich er dan tevens bewust
van zijn, dat het eigenlijke probleem
dan eerste begint, namelijk: het pro
bleem van de mens. Na de inleiding van
dr Perquin ontspon zich een levendige
en' vruchtbare gedachtenwisseling, die
zo vertrouwde burgemeester Hustmx,
zal 'kunnen leiden tot een nader contact
om een therapie te ontwikkelen voor
het verhelpen van de gesignaleerde
euvelen voor het verhelpen en bewerk
stelligen van de arbeidsvrede en ar
beidsvreugde.
r rfp Vries Haarlem, J. v. d.
J1 RozemoSd, °N. ^chenkmln1.6?! Wildeman
en EKa (allen Amsterdam); doctoraal
vriie studierichting C. Crause, A dam.
AMSTERDAM (G. U.) Cand. ecor
J. Heykoop, IJmuiden, J. v. Kappel,
"iMctransM (G. U.) Cand. economie
f AHeykoop Dmuiden, j! V. Kappel /un
ster dam. J. Schrakamp, Naarden en L. An-
kum (Koog a. d. Zaan); cand. ex. theolo
gie B. van Tent, Amsterdam; Hoogduits M.
O B* J. Braakman, P. Blommaert en H.
v' d. Kolk (allen Amsterdam). Tolk-ver
taler Spaans: mr. J. Hissink, Den Haag.
•s-GRAVENHAGE Engels M. O. B
mei. B. Cohen Stuart, Schevenmgen. J. v.
d. Born, Zaandijk en J. Beetsma, Zuid-
h°UTRECHT Cand. wis- en natuurkunde
A A Compagner, Utrecht en J. Korsten,
Utrecht ;i<f DG. Wolters Hilversum, ld.
K: F. Keuchenius, Utrecht, mej. G. Ub-
bels (cum laude), Beekbergen, O. Meche-
link Pr Utrecht, W. Jetten, Lithoyen, J.
Aalbers/ Breukelén, G. Saaltink Wagemn-
gen- id F: M. Frissel, Utrecht, A. Schuljff,
Baarn A. Koelmans, Utrecht; aanv. ex. art.
135 H. Carree, Zeist; doctoraal natuurk..
Gvd Brink, Huis ter Heide; doctoraal
pharmacie: mej. C. v. Noppen, Utrecht; doc
toraal scheikunde: W. Deen, Leersum. J.
Dekker, Zeist, A. Tolk, Hilversum C.
Kuntze, Amsterdam; doctoraal biologie. J.
Schulz (cum laude), Zeist, mevr. A. Duy-
ker—De Beer, Utrecht, mevr. Th. Leliveld
Stalfoort, Eindhoven, mej. E. Hoessels,
Utrecht, mej. E. Boterenbrood, Utrecht;
Cand. èlavische taal- en letterk. mei. M.
Boterenbrood, Utrecht; doctoraal Indisch
recht: Go Tie Siem, Utrecht; cand. rech
ten: H. Jacobs. Utrecht; A. Geurts Breda,
O. v. Geuns, Utrecht, mej. H. Heester.
Utrecht.