DIRK baas naar Type emigrant dat SCHERINGA wil als eigen Tasmanië gaan momen teel het meest welkom in Australië E STOFWISSELINGSPROBLEMEN H „FLORIS EN DE MUZEMANNEN" M m H Nieuwe wegen moeten passen in het landschap Congres met consequenties - a Eerste twee jaar als knecht werken Scheikunde der levensverrichtingen voortdurende afbraak en opbouw IS Bundel korte verhalen van Carel Swinkels Vermijd eentonigheid van de snelweg f ZATERDAG 19 DECEMBER 1953 PAGINA 5 - Vrouw zwaar gewond Paard op hol in Blaricum Soepelheid gevraagd t.a.v. bejaarden Bij inning verhoogde huren Een week gevangenis voor professor Spoorwegbeambte in het gezicht geslagen Mutaties landmacht Standpunt Indonesische regering Auto-ongeval Havelte Tweede slachtoffer overleden Twee jaar geëist voor poging tot doodslag (Van onze speciale verslaggever) r is deze week een lange brief uit Tasmanië gekomen op de boerderij in het dal van Brownslowhill. En in de hoge boerenhuiskamer, waar de eerste zomervliegen al als hinderlijke plaaggeesten tegen het hagel witte plafond krioelen, heeft Dirk Scheringa er heel lang op zitten staren. Hij kan een Bushfarm kopen, 1200 acres groot, waarvan 100 acres schoon, 200 acres half ontgonnen en de rest een taaie koppige jungle van speergras, Witte gombomen en pepermuntbomen. Achttien mijl van Launceston. Vijf honderd pond deposit en de rest van de gevraagde 2320 pond afbetalen met 20 pond per maand. In gedachten verzonken is hij naar de keuken gelopen, Waar zijn vrouw de pumpkins kookte voor de baas en diens vrouw. En die Nederlandse man en zijn vrouw waren op die middag nog lang niet uitge praat over het probleem, dat daar diep in de heuvels plotseling was ontstaan. He hele, lange ochtend had de auto ons berg op berg af gebracht. Door het niet eindigende, overweldigend lege heuvelland van Nieuw-Zuid-Wales. Links en rechts, voor en achter lagen de groene hellingen, waar het roodbruine en zwart-bonte melkvee graasde, alsof het nog nimmer een levend mens gezien had. In de verte omhulde een doorschijnend blauw waas de uitgestrekte berg ruggen. Na de zoveelste helling lag daar een kleine, dode kangoeroe op de Weg, de eerste, die wij buiten de dierentuinen zagen in dit land. Dat was het teken, dat hier ergens in de buurt de 2500 hectaren grote veeboerderij van de familie Downs moest liggen, waar Dirk Scheringa twee jaar geleden als knecht de smerige en vervallen daggelderswoning betrok. -HS! •W „Een half jaar ben ik elke avond be zig geweest om het op te knappen. Het was beestachtig smerig. Toen we kwa men begon mijn vrouw te huilen om al die vieze boel. Toch had het huis maar drie weken leeggestaan. Op een avond was ik het plafond aan het boenen en de boer vroeg stomver baasd of ik gek geworden was. Zoiets had hij nog nooit beleefd. Maar nou zitten we best, te best, want mijn vrouw voelt er niks voor om weg te gaan en een eigen boerderij te beginnen. Maar ja Maar Ja...... daar is die Dirk Scherin ga zoon uit het Friese boerenland rond Jstroobos toch uiteindelijk voor geko men met vrouw en twee kleine zoons. Aan de wand hangt een foto van vaders hofstee en daaronder staat „Oeral thüs, Maar thüs it best" en dat simpele plaatje vertolkt zijn hevige heimwee naar een eigen behuizing op het land. In Nederland is hem dat niet gelukt. De laatste jaren was hij fabrieksarbeider in Driebergen en elke Maandag was als een nieuwe gang naar de gevangenis. Wanneer hij er aan dacht, hoe ook zijn kinderen hun hele leven gevangen zou den zitten tussen de vier muren van zo'n fabriek, werd het hem koud en be nauwd om het hart. Eenzaamheid valt mee „Toen zijn we gegaan en we zijn geen stadsmensen, dus de eenzaam heid viel best mee. In de afgelopen jaren heb ik gemiddeld 500 pond per jaar, dat is zo'n vierduizend gulden, gespaard en nou wordt het tijd om naar 'n eigen bedoening uit te kij ken." Het wordt heel stil in de huis kamer. Van buiten, ver weg uit het dal, klinkt het geloei van een koe, een van de 350, die op deze boerderij ge houden worden voor de zware, vette melk. Hier tegenover ons zit de man, die het type emigrant vertegenwoor- digtr dat op het ogenblik het meest welkom is in Australië en voor wie er bij een voorzichtige behandeling van het begrip, dat hier country heet. ontegenzeglijk de meeste kansen liggen. Voorzichtig moet men zqn. Die coun try is een wurgend monster, voor wie onberaden de eenzaamheid in trekt en zpn kinderen niet alleen een vet te spaarpot wil nalaten. Slechts boeren en volwaardige, ervaren boerenarbei ders hebben een kans. „Ik hoop, dat er een overeenkomst tot stand zal komen tussen de regerin gen van Australië en Nederland, waar bij aan Hollandse boeren-emigranten fi nanciële steun wordt gegeven om de country in te trekken en een eigen be drijf op te zetten." Dat zei ons in Adelaide aartsbisschop Matthew Beovich, een oud en wijs man, die duidelijk zag, dat emigratie Austra lië niet slechts moet helpen aan een noodzakelijke verdediging tegen opdrin gend Azië. Die financiële steun aan emigranten ls inderdaad onmisbaar, wanneer het Australië ernst is om grote onontgon nen gebieden open te leggen. Want wat Dirk Scheringa op Tasmanië alleen, met zijn mannenkracht en een groot in casseringsvermogen misschien gaat pro beren, is slechts een mogelijkheid voor •huurt Sezich *en b, Vrijdagmiddag geschiedde te Blari cum een gecompliceerd ongeval, waar- hij de 68-jarige vrouw S. dermate ern- 8"g gewond werd dat zij in hoogst zorg wekkende toestand in het Sint Janszie- kenhuis te Laren is opgenomen. Tussen Ruizen en Blaricum sloeg een paard bij «et omspannen van de ploeg op hol. rtaar de weg naar het centrum van Bla- Heum sterk daalt en bovendien de dis- fel tegen de achterpoten aansloeg, kreeg het paard een grote snelheid. Alle po- pmgen om het paard tot stilstand te jTp®hgen mislukten. In het dorp wilde rij Paard mede vanwege twee auto's t'e, °P de weg draaiden om het tegen houden plotseling een zijweg inslaan, rem ^et kwam in de bocht bij de Boe- {j Wenbank te vallen. In zijn val gooi- haa v de 68-jarige vrouw om, die met Uj-T' hoofd op een halve meter hoog *ezipiHe viel- Een groot deel van haar C werd verbrijzeld, terwijl zij ook n beenbreuk opliep. Van het wijde, eenzame Australische land gaat weinig aantrekkingskracht uit. de enkeling. Bovendien sluit deze ont ginning van acre na acre, met zaag en bijl, allerminst aan bij het zeer hoge tempo, waarin de regering te Canberra de ontsluiting van de country zou wil len zien. „Het heeft mij altijd getrokken, zelf iets te ontginnen", zegt Dirk Scherin ga. „Maar het kan natuurlijk gemak kelijker. Dan begin je als share-farmer, dat kan in verschillende staten gemak kelijk genoeg. Dat is natuurlijk een be langrijk ding. Knobbel in Holland uit wat je precies wilt en kom dan naar de goede staat. Vraag inlichtingen en zo, want als je eenmaal ergens zit dan kom je met die afstanden niet zo gauw- meer ergens anders". In Zuid-Australië zagen we zo'n share- farmer. Een klein ploeterend peclboer- tje, dat na twee jaar werken het ver trouwen van de boer had gewonnen en een eigen boerderij in „share" had gekre gen. Met een vlijmscherp dolkmes om slangenbeten uit te snijden op zak werkte hij in de groene paddocks tus sen zijn zestig roodbonte koeien en zei uit de grond van zijn Brabantse hart: „Man, nou leef ik pas. Waarom wordt iedereen geen share-farmer? Het is veel eerlijker dan pachtboer, want je be taalt de eigenaar zoveel procent van de opbrengst, of die nou laag of hoog is. En als je het zuivelbedrijf kiest dan heb je geen cent nodig voor de start. Het huis, de koeien, de machinale mel- kerij, alles hoort er bij en we sparen zoveel, dat we over een jaar of wat ge noeg hebben om een eigen bedrijf te kopen." „Ja, als dat op Tasmanië niet lukt, ga ik uitkijken naar een share-farm". Boer Scheringa neemt zijn jongste zoon op schoot en troost hem onhandig. Hij is door de vrouw van de baas de tuin uitgejaagd, omdat hij probeerde een onrijpe sinaasappel te plukken. „Maar ik wil geen veebedrijf en voor de landbouw heb je als share-farmer wel duizend pond nodig. Aanschaf van machines en om van te eten tot je de eerste oogst verkocht hebt. Maar ja, land kopen is er in deze buurt later toch niet bij, het is veel te duur en er is bijna geen irrigatie als een grote droogte komt De grote droogte Een keer heeft hij zo'n grote droogte meegemaakt. Wanneer de zon tergend lang brandend in het zenith staat en het gras verschrompelt tot dorre stoppels. De koeien loeien de gehele dag wanho pig om water en er gaan slechts een paar bussen melk naar de fabriek. De avonden komen als een verkwikking en een plaag. Knagender dan ooit is dan de eenzaamheid omdat niemand iets doen kan, dat een einde maakt aan de droogte. „Pas wanneer een New Australian tweemaal een grote droogte heeft mee gemaakt, waarin onze gehele economie op zijn grondvesten siddert, dan pas kan hij zich Australiër noemen." Dat waren de woorden van premier Cain van de staat Victoria toen hij ons wees op de minder rooskleurige kanten van het leven in de country. Dirk Scheringa kent die risico's. „Het is absoluut nodig, onverschillig of je nou boer gaat worden of share-farmer, dat je eerst een jaar of twee als knecht werkt. Je moet de grond leren kennen, het klimaat, de gewoonten, alles is hier anders. Ook al zou je het geld mee kunnen brengen, of het zou zwart moe ten zijn via België. Trouwens als je zo veel geld hebt kan je in Nederland ooi: nog wel wat kopen." Hij ziet het juist. De kansen lig gen in Australië voor de boeren, die in Nederland niet bij machte zijn een bedrijf te kopen. In verschillen de staten van dit werelddeel zijn er wel van die mogelijkheden, maar de werkelijke rijke kansen vindt men in gebieden groter dan Nederland, die nog onontgonnen liggen. „We komen op Tasmanië maar op 18 150 Km Bcndtgo VICTORIA AUST PALIS Melbourne e G««long ASMAN/E COftANOA Ut Tt LAUNCESTON Albcrton f Boom Straat Tasman KAAP QTWAr 2 UIOK AAP KAAP WILSON 534051VPELT Australië is jaloers op Canada. Want daar gaan nog altijd de meeste Nederlandse boeren heen. Om de een of andere reden gaat er van de Australische country, het wijde, eenzame platteland, weinig aan trekkingskracht uit. En toch wenst men oprecht die Nederlandse boe ren in veel groter getale aan te trekken. Omdat zij het practisch ge heel ontvolkte achterland, waar in derdaad in vele staten prachtige en rijke mogelijkheden voor boeren liggen, open kunnen leggen en de Australische economie stabiliseren. Onze verslaggever is van Sydney de country van New South Wales ingetrokken, het land van de groene grazige heuvels en de befaamde blauwe bergen. Over dat begrip „country" kan echter getwist wor den. Toen hij een halve dag gere den en gezocht had in het golvende land, waar de koeien talrijker zijn dan de mensen en eindelijk die Friese boer Dirk Scheringa vond, zei deze: „O, maar dit is nog lang niet eenzaam genoeg om country- te mogen heten. Dan moet je nog een kilometer of 500 doorrijden". mijl van de stad te zitten. Daarom trekt het me wel, die boerderjj. Ik kan het hout dat van het land komt verkopen aan een papierfabriek en hoef het dus niet te verbranden. Van de opbrengst hopen we de eerste jaren te leven. Dirk Scheringa trekt de banden van zijn overall recht. Buiten blaffen de honden, die de koeien bij elkaar drij ven, omdat het melkenstijd is. Een jon ge, Friese boer op zoek naar een thuis, ergens onder de hoge wijde hemel van zjjn nieuwe vaderland. De herziening van de uitkeringen ep grond van de Noodwet Ouderdomsvoor zieningen kan niet zo tijdig haar be slag krijgen, dat reeds direct na 1 Janu ari de verhoogde uitkeringen kunnen worden gedaan, hoewel de rechten daar op 1 Januari ingaan. Voor vele bejaarden zal het daardoor in begin Januari moeilijk zijn de ver hoogde huren te betalen. Het zou voor hen een uitkomst zijn wanneer de be dragen, welke wegens de huurverhoging meer moeten worden betaald dan de oude huren, na het ingaan van huur verhoging niet eerder worden geïnd dan het tijdstip, waarop de verhoogde ou derdomsrente zal worden uitgekeerd en de nabetalingen op de tijdig verhoogde rente kunnen worden gedaan. De minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting heeft daarom op ver zoek van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid de aandacht van de gemeentebesturen voor deze kwestie ge vraagd en deze besturen verzocht te bevorderen, dat bij de inning van de huren van woningwetwoningen (dit zijn woningen in beheer bij de gemeentebe sturen en de woningbouwverenigingen) in dit opzicht de nodige soepelheid wordt betracht. Voorts heeft de minister aan de gemeentebesturen verzocht de wo ningbouwverenigingen in deze zin aan te schrijven. Het gerechtshof te 's Gravenhage heeft de 44-jarige Leidse hoogleraar G. M. H. V., wonende te Utrecht, veroor deeld tot een gevangenisstraf van een week, omdat hij 23 Januari, toen hij zeer gehaast het station te Leiden in liep, een spoorwegbeambte, die hem staande hield, een vuistslag in het ge zicht had gegeven. De beambte had een sneetje in zijn gezicht opgelopen en had tengevolge van de vuistslag negen dagen lang niet gewerkt, omdat hij last van duizelingen had. De procu reur-generaal had een geldboete van f 100,— subs. 25 dagen hechtenis gere- quireerd. De politie-rechter had de hardhandi ge professor eveneens tot een week ge vangenisstraf veroordeeld. (Van onze medische medewerker) Voor de gemiddelde leek op dit terrein zweeft het begrip stof wisseling ergens in de buurt van goede of minder goede stoelgang. Alvorens nu te gaan vertellen wat wij er wel mee bedoelen, zou ik graag uw aandacht vragen voor het volgen de intermezzo. De grootste wereldliteratuur en de platste banaliteiten, alle poëzie en alle proza, geboorteaankondiging, liefdesbrief en overlijdensbericht: 26 lettertekens en 10 cijfers, en u heeft het hele apparaat, nodig om uw gedachten op papier te zetten. Stel nu, dat er iemand op het zotte idee komt een roman geheel tot woorden te verknippen en enkel en alleen uit die woorden een nieuwe roman samen te stellen. Dan zouden wij dat woord wisseling kunnen noemen. In elk ge val zou er iets nieuws ontstaan zijn door herschikking van iets bestaands. Dit zou nog grondiger kunnen gebeu ren door die roman niet tot woorden, maar tot letters te verknippen. Het meest wonderlijke is dat dit in zekere zin dagelijks gebeurt: van elk nieuw boek bestonden de letters reeds lang. Stappen wij nu over naar de che mie. De grootste scheppingen der beeldende kunst en de meest banale dingen, de Venus van Milo en uw boterham, uw huis en de hutspot met klapstuk: 92 elementen en niets meer. Wat zojuist op zijn zachtst uitgedrukt nogal een zot idee was, iets helemaal uit elkaar te rafelen om daarna uit de brokstukken weer iets nieuws te maken, is in de biochemie, de scheikunde dus van de levensverrich tingen, dagelijks werk. Om maar bij het klapstuk te blijven, dit smakelijk stukje dierlijk eiwit, wordt verorberd met de bedoeling het om te zetten in lichaamseigen eiwit. Deze omzetting, deze „stofw i s s e 1 i n g", gebeurt door het dierlijk eiwit allereerst af te breken tot zijn kleinste bouwstenen en daaruit lichaamseiwit op te bou wen. Hierbij zijn die bouwstenen te vergelijken met de woorden van zo juist. De in den aanvang ten tonele ge voerde romanverknippende fantast zou al heel veel geluk moeten hebben om niet juist enkele woorden te kort te komen voor zijn nieuwe roman of om er niet enkele over te houden,, die onbruikbaar zijn. Vertaald in bioche mische termen betekent dit dus, dat er bij de omzetting van de ene stof in de andere een tekort aan bepaalde bouwstenen kan optreden of dat er waardeloze slakken overblijven. In het lichaam zal een tekort aan be paalde bouwstenen een „deficiëntie ziekte" doen ontstaan, als dat tekort tenminste niet uit andere voedings bestanddelen kan worden aangevuld. De waardeloze afvalstoffen worden o.a. als ontlasting (faeces) en urine geloosd. Deze beschouwing heeft ook nog een practische kant: gevarieerd voedsel voorkomt het optreden van deficiëntie-ziekten, maar met dat bijltje heeft u reeds vaker zien hakken. et wordt nu tijd om het begrip stofwisseling nader af te gren zen. Stofwisseling omvat al die processen, die omzettingen, waarbij voedingsbestanddelen trapsgewijs en via kleinere bouwstenen omgezet worden tot bouwmateriaal of gebruikt worden als brandstof bij de energie productie van ons lichaam. Dit laatste aspect van de stofwisseling is nog niet ter sprake gekomen, maar wordt er zeker ook toe gerekend. Toch ligt stofwisseling, zo bekeken, nog te veel in de sfeer van spijsver tering. Het zien heeft per slot van rekening ook zijn chemische tussen trappen. Ik kan daar niet verder op ingaan, maar tussen de lichtprikkel en de waarneming ligt nog een heel chemisch wereldje. Zo ook tussen het bevel om de arm te bewegen en die beweging. Ook dat is zeer zeker stof wisseling. Bovendien zijn we ook gaan spreken over de stofwisseling van een afzonderlijk orgaan, b.v. van de lever of van de huid. De zo aan slijtage blootstaande huid vereist im mers dagelijks aanmaak van nieuwe cellen. Het woord cel is nu gevallen. Ook iedere cel heeft zijn eigen stof wisseling. Dat is ongetwijfeld het duidelijkst voor een kliercel, die be paalde stoffen omzet tot speeksel, tot insuline, noem maar wat, maar ook het louter in leven blijven van een cel vraagt een stofwisseling. Tenslotte de stofwisselingsziekten. Elk déraillement in alle chemische processen in ons lichaam kan men eigenlijk stofwisselingsziekten noe men. Neem b.v. de glycogeenziekte, een betrekkelijk zeldzame ziekte, die u waarschijnlijk niet zult kennen, maar waarbij de lever geen raad meer weet met glycogeen. Ergens in het productieproces vergist de lever zich en krijgt als onbruikbare slak glyco geen, een suikerachtige stof, waar door de lever tenslotte een groot stuk fondant wordt, tengevolge van de sta peling van dat suikerachtig materiaal. In deze zin heb ik ook staar enkele weken geleden een stofwisselings ziekte genoemd. Ook de ooglens be staat uit cellen, die een stofwisseling hebben. Er is een aanvoer en een af voer van stoffen. Door een fout, wie zal zeggen welke, ontstaan er bij deze stofwisseling dan plotseling produc ten, die niet afgevoerd kunnen wor den en die de lens steeds meer ver troebelen. VAN S. De Indonesische regering heeft in een verklaring naar aanleiding van de re acties, die de jongste mutaties in de lei ding van de landmacht hebben teweeg gebracht, bekendgemaakt, dat deze mu taties, die werden afgekondigd bü pre sidentieel besluit, een wettige basis heb ben. Voorts wijst de Indonesische rege ring er in deze verklaring met nadruk op, dat het niet kan worden goedge keurd, dat bevelhebbers en officieren van de strijdkrachten in het openbaar verklaringen afleggen over hun stand punt ten aanzien van kwesties, die het regeringsbeleid raken. In een commentaar op deze verkla ring heeft de voorzitter van de Parkin do, mr. Tambunan, die vice-voorzitter van het parlement is, meegedeeld, dat indien men meent, dat de regerings verordening no 35 niet rechtsgeldig is, ook de daaruit voortvloeiende mutaties geen rechtsgeldigheid hebben. Mr. Tam bunan meende voorts, dat militairen op grond van de voorlopige Grondwet ook het recht hebben hun mening te uiten, indien dat niet geschiedt tegen hun mili taire meerderen. Het tweede slachtoffer van het auto ongeval bij Havelte, de 21-jarige ser geant H. W. van E., gelegerd te Assen en afkomstig uit Den Haag, is in het Diaconessenhuis te Meppel aan de opge lopen verwondingen overleden. Zoals is gemeld reed Van E. als lifter mee in de auto van de heer H. A. G. uit Uddel. Deze is, nadat zijn wagen tegen een boom was gereden, ter plaatse overleden. Sergeant van E. liep bij het ongeluk een schedelbasis-frac tuur op. De procureur-generaal bij het Arn hemse hof heeft twee jaar geëist tegen de 68-jarige G. D. te H„ die be schuldigd werd haar zeventien jaar jongere man door Rodent om het leven te hebben willen brengen. Zij had het vergif in het eten van haar man ge mengd, maar deze rook onraad en ging met het eten naar de politie. De rechtbank te Zutphen heeft de vrouw destijds vrijgesproken. Uitspraak 31 December. et Carel Swinkels doet een nieu we meester van de humor zijn intrede in onze literatuur", ver klaart de uitgeverij Het Spectrum in haar jongste catalogus bij de titel „Flo- ris en de Muzemannen". Het is een uitspraak, die licht misverstand kan wekken. Oppervlakkig beschouwd geeft zij immers te kennen, dat men kan volstaan met de heer Swinkels naast de reeds gereed staande dames en heren Annie M. G. Schmidt, Mar- tie Verdenius, Carmiggelt, Wim Kan en anderen te zetten, en dat men daar na het rijtje compleet kan achten. Met Kerstmis gaan we dus het boekje van Swinkels kopen, want de leuke, niet dure, boekjes, die we met Sinter klaas gekregen hebben, zijn ons ook zo goed bevallen. „Floris en de Muzemannen" is met veel humor geschreven, maar het is aardig wat meer dan een leuk boek je. En wil men met Swinkels een meester zijn intrede laten doen, dan kan men beter zijn keuze laten val len op het meesterschap van de ge voelige en speelse werkelijkheidsbe schouwing. Ook wachte men zich er voor de intrede van de meester ver keerd te dateren, want al moge men minder geneigd zijn het Nijmeegs Studentenblad de Vox Carolina uit de jaren '45'47 te beschouwen als behorend tot de litteraire arena, men dient er in ieder geval rekening mee te houden, dat het tijdschrift De Gids gedurende de laatste twee ja ren meerdere van Swinkels' korte verhalen heeft gepubliceerd. De aan prof. dr. F. van der Meer opgedragen bundel telt 72 bladzijden en bevat 10 verhalen over personen, bijna altijd familieleden, die de ik figuur beschouwen door de ogen van een tot de vroege jeugd teruggaande herinnering. Alle personen zijn uit zonderlijk en gedragen zich uitzonder lijk. Hun vreemdheid is tevens hun oorspronkelijkheid; van beide wordt het aanzijn bepaald eensdeels door de beschouwingswijze van het zich verba zende kind, anderdeels door de mild ironische terugblik van de volwassene. (Bij het lezen van het woord „kind" in dit verband gelieve men zich zo ver mogelijk te distanciëren van luiers en van Freud). Droom en werkelijkheid gaan geregeld in elkaar over, niet als een spel van tegenstellingen, maar ter aanvulling van eikaar tot geheimnis- volle poëtische realiteit. Juweel van een boekje In geen der verhalen wordt geana lyseerd; nergens vindt men een spoor Carel Swinkels, litt. docts. van wijsneuzigheid. De verteltrant is doodgewoon, maar verraadt uiterste zorg en laat zien, hoe ironie en speels heid vanzelf aan hun juiste dosering toekomen, wanneer talent en persoon lijkheid daarachter staan. Net medium van schrijven uit de herinnering schijnt gekozen, om door de afstand het mysterie in mensen en dingen volledig en eerbiedig tot zijn recht te laten komen. Aan dit doel blijkt mede dienst baar de keuze van excentrieke figuren, veelal poëtische dromers, wier links handigheid in het zogenaamde reële leven met opvallende genegenheid wordt beschouwd. Wie ooit „My name is Aram" van William Saroyan heeft gelezen, zal bij lezing van „Floris en de Muzemannen" bij herhaling daaraan terugdenken. Waarmee onzerzijds echter niet min der gezegd wil wezen dan dat ook Swinkels' bundel een juweel van een boekje is. H. v. R. Een Nederlandse schilder en zijn Zwitserse echtgenote hebben hun wo ningprobleem opgelost. Zoals zovelen konden zij in Nederland noch in het buitenland een geschikte woonruimte met atelier vinden. Bruno en Susanna Mertens trekken thans door Europa in een zelfgebouwde cara van. Bruno werd te Arnhem geboren en was in Nederland gedurende tien jaar architect. Hij gaf dit beroep toen op en wijdde zich geheel aan de schilderkunst. Hij maakt „naturalistische" landschappen in de stijl van de Nederlandse en Spaanse scholen. Hij is een diep bewonderaar van Picasso en Salvador Dali. Susanna, Bruno's vrouw, werd m Bern gebo ren- zij studeerde daar aan de Vevey Muziekschool voor concertpianiste. Zij'moest deze studie echter opgeven. Thans schildert zij eveneens. Mo menteel verblijft het echtpaar in Parijs, waar zij hun wagen hebben neergezet aan de oever van de Seine. Zij hopen, dat zij er binnenkort een tentoonstelling van hun werken in een kunstzaal kunnen houden. Voordat zij de ezels in hun woonst uitzetten, moeten zij de eettafel onder de bedden schuiven. (Van onze Utrechtse correspondent) De vereniging „Het Nederlandse Wegen- congres" heeft Vrijdag te Utrecht, onder voorzitterschap van Mr. Dr. R. H. Baron de Vos van Steenwijk, haar jaarlijkse con gres gehouden; ditmaal handelend over de vormgeving en aankleding van wegen en kunstwerken. Prof. ir. T. H. van Wisselingh, hoog leraar aan de T. H„ ir. J. A. J. van der Steur, aesthetisch adviseur van de Rijkswaterstaat en ir. G. A. Overdykink, inspecteur bij het Staatsbosbeheer, waren eensgezind van oor deel, dat bij cte aanleg van wegen de tech nici zich altijd moeten laten voorlichten door landschapdeskundigen. Voor de aanleg van nieuwe wegen im mers, die in hoge mate ingrijpt in het land schap, kan een onherstelbaar verlies aan karakteristiek van ons landschap worden geboekt, indien niet deskundig te werk wordt gegaan. De wegen en de kunstwerken moeten aangepast zijn aan het landschap, zodat de eentonigheid van de technisch schijn baar volmaakte, snelweg wordt vermeden. De verkeersveiligheid wordt hierdoor meer gediend, dan door de lange rechte weg die bovendien uit aesthetisch oogpunt te ver werpen is. Anderzijds mag het landschap niet in details worden gevolgd, zodat het principe van de snelweg uit het oog wordt verloren, maar moet het vloeiend verloop van de weg worden behouden. Zo betoogt prof. Wisselingh in zijn praeadvies, dat hij op het congres toelichtte. De „kunstwerken" zo meent ir. Van der Steur, zijn een noodzakelijk kwaad, want de bruggen in het Nederlandse vlakke landschap kunnen van kilometers afstand al een dominerende rol spelen. Hij acht het aanbevelingswaard dat men in plaats van boogbruggen meer gebruik maakt van de plaatviad"ucten. Ir. Van der Steur toonde hiervan enige fraaie voorbeelden (brug bij Baarn over de Eem) welke een product zijn van theorie en ervaring, berekening en aesthetische overweging. Ir. Overdijkink wijst in zijn praeadvies op de harmonie die er moet bestaan tus sen de beplanting en de omgeving. Naast de verfraaiing van de weg en het ophef fen van de eentonigheid, kan men met de beplanting ook nog de houtproductie be ogen en het geven van luwte aan de weg gebruiker. Met nadruk werd, eveneens in de dis cussies, er op gewezen, dat de landschap- storende bovenleidingen zoveel mogelijk (zwakstroom) moeten worden beperkt, en ondergronds aangebracht. (Vervolg van pagina l) De ontwikkelingsgebieden in Noord-Hol land. Groningen, Friesland, Drente en Overijsel bleven buiten beschouwing. Heeft de KAB zo vragen wij ons af zich met dit congres niet de morele verplich ting opgelegd, een minstens ongeveer gelijke studie te wijden aan de overige ontwikkelingsgebieden. Ja, misschien zal zelfs nog een stap verder moeten wor den gegaan. Het is overbekend, dat het aantal streken van ons vaderland die we min of meer als achtergebleven moeten aanmerken, zeker tot ongeveer twintig dient te worden opgevoerd. Maar zelfs daarmee zijn wij er nog niet. Als streek- orgaan met een bijzondere belangstel ling voor de industriegebieden in N.- en Z.-Holland interesseren ons vooral ook de problemen, die groeiend aanwezig zijn, daar waar het vestigen van indus trieën geen vraagstuk meer is. Het mag niet verbazen, dat wij hier bijzonder het oog hebben op het gebied Velsen-Bever- wijk-Uitgeest. Daar liggen de plannen voor de uitbreiding der industrie zo ge reed, dat wij weten, dat daar binnen een afzienbaar aantal jaren een groot industrie zal zijn gegroeid met alle vóór- maar ook met alle nadelen van dien. Zowel prof. Zeegers als drs. Bo- gaers hadden niet alleen oog voor de noodzaak van industrie-vestiging, maar vooral ook voor de noodzakelijke be scherming van de menselijke waardig heid in de nieuwe industriestreek. En hier is het vooral dat wij een pleidooi zouden willen houden voor een vervolg van het jongste Congres, maar dan nu voor en over de streek die wij hier op het oog hebben. Natuurlijk verwachten wij niet dat problemen met congressen worden opgelost. Er moeten ook andere wegen zijn om deze vraagstukken te be naderen. ierbij gaan onze gedachten naar het slot van de voortreffelijke rede van drs. Bogaers. Sprekende over de taak van de K.A.B. bij de rea lisering van hetgeen hij had voorge dragen, belandde hij vrijwel onmiddel lijk bij de diocesane bonden. Vraag stukken van volkshuisvesting en woon- cultuur, leerlingwezen en bedrijfs- kaderscholing, vakopleiding en beroeps keuze zijn enkele van de aangelegen heden, die hij onmisbare voorwaarden noemde voor het welslagen van een ge zonde industrialisatie. Zonder enige twijfel voegen zich hier nog in de rij de problemen van de vrije tijdsvulling, de volksontwikkeling en volksontspan ning. Op vrijwel elk van deze gebieden staan alle katholieke bewegingen in een schier hopeloze concurrerende positie met de „neutraliteit". De neutraliteit, (lees a-katholiciteit of vaak zelfs anti- katholiciteit) heeft het in vrijwel elk opzicht veel gemakkelijker tengevolge van de levensbeschouwing. Bij de woningbouw kan het geld dat de katho lieken willen hebben om ruimte te krijgen voor een zich normaal ontwik kelend gezin, in 't „moderne" gezin wor den aangewend voor een luxe-keukentje en een meer comfortabele inrichting. Het probleem van het steeds meer on kerkelijk worden, het angstige vraag stuk van de massaficering vragen wegen en methoden, die geheel zijn aangepast aan de moderne eisen. Nu weten wij wel, dat al geruime tijd geleden onze Haarlemse Bond met een voorlopig rap port is uitgekomen over de situatie in het industriegebied Randstad-Holland. Maar dit rapport bezag de zaak te eng en besteedde te uitsluitend aandacht aan de kwestie van de vrije-tijdsbeste- ding. Het is hier niet de K.A.B. alléén, die een taak heeft. Ligt hier niet een prachtig initiatief voor de diocesan» Raad van Overleg in het bisdom Haar lem, of nog liever van streekorganen van die Raad van Overleg? Apostolaat en goede zakelijkheid, cultuur en goed vakmanschap dienen hier hand in hand het bouwplan te ontwerpen en.... uit te voeren. Men beginne met een inven tarisatie van wat er reeds is, men neme kennis van wat zich ontwikkelen gaat en bouwe op deze beide gegevens een plan van noodzakelijke activiteiten. Wanneer men aan de reële klacht dat de standorganisaties voor de algemeen vormende, godsdienstig-zedelijke en cul turele taak niet meer voldoende de aan dacht van de massa vermogen te trek ken, werkelijk de gewenste aandacht wil schenken, dan zorge men minstens voor maatregelen, die de levenshouding van die massa gunstig kunnen beïnvloe den. En dat niet te hooi en te gras, maar wetenschappelijk gefundeerd en systematisch uitgevoerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 5