DIRK
baas naar
Type emigrant dat
SCHERINGA wil als eigen
Tasmanië
gaan
momen teel het meest welkom
in Australië
E
STOFWISSELINGSPROBLEMEN
H
„FLORIS EN DE MUZEMANNEN"
M
m
H
Nieuwe wegen moeten passen
in het landschap
Congres met
consequenties
-
a
Eerste twee jaar
als knecht
werken
Scheikunde der levensverrichtingen
voortdurende afbraak en opbouw
IS
Bundel korte verhalen
van Carel Swinkels
Vermijd eentonigheid van
de snelweg
f
ZATERDAG 19 DECEMBER 1953
PAGINA 5
-
Vrouw zwaar gewond
Paard op hol in Blaricum
Soepelheid gevraagd
t.a.v. bejaarden
Bij inning verhoogde huren
Een week gevangenis
voor professor
Spoorwegbeambte in het
gezicht geslagen
Mutaties landmacht
Standpunt Indonesische
regering
Auto-ongeval Havelte
Tweede slachtoffer
overleden
Twee jaar geëist voor
poging tot doodslag
(Van onze speciale verslaggever)
r is deze week een lange brief uit Tasmanië gekomen op de boerderij
in het dal van Brownslowhill. En in de hoge boerenhuiskamer, waar de
eerste zomervliegen al als hinderlijke plaaggeesten tegen het hagel
witte plafond krioelen, heeft Dirk Scheringa er heel lang op zitten staren.
Hij kan een Bushfarm kopen, 1200 acres groot, waarvan 100 acres schoon,
200 acres half ontgonnen en de rest een taaie koppige jungle van speergras,
Witte gombomen en pepermuntbomen. Achttien mijl van Launceston. Vijf
honderd pond deposit en de rest van de gevraagde 2320 pond afbetalen met
20 pond per maand. In gedachten verzonken is hij naar de keuken gelopen,
Waar zijn vrouw de pumpkins kookte voor de baas en diens vrouw. En die
Nederlandse man en zijn vrouw waren op die middag nog lang niet uitge
praat over het probleem, dat daar diep in de heuvels plotseling was ontstaan.
He hele, lange ochtend had de auto ons berg op berg af gebracht. Door het
niet eindigende, overweldigend lege heuvelland van Nieuw-Zuid-Wales. Links
en rechts, voor en achter lagen de groene hellingen, waar het roodbruine en
zwart-bonte melkvee graasde, alsof het nog nimmer een levend mens gezien
had. In de verte omhulde een doorschijnend blauw waas de uitgestrekte berg
ruggen. Na de zoveelste helling lag daar een kleine, dode kangoeroe op de
Weg, de eerste, die wij buiten de dierentuinen zagen in dit land. Dat was het
teken, dat hier ergens in de buurt de 2500 hectaren grote veeboerderij van de
familie Downs moest liggen, waar Dirk Scheringa twee jaar geleden als
knecht de smerige en vervallen daggelderswoning betrok.
-HS!
•W
„Een half jaar ben ik elke avond be
zig geweest om het op te knappen. Het
was beestachtig smerig. Toen we kwa
men begon mijn vrouw te huilen om al
die vieze boel. Toch had het huis maar
drie weken leeggestaan.
Op een avond was ik het plafond aan
het boenen en de boer vroeg stomver
baasd of ik gek geworden was. Zoiets
had hij nog nooit beleefd. Maar nou
zitten we best, te best, want mijn vrouw
voelt er niks voor om weg te gaan en
een eigen boerderij te beginnen. Maar
ja
Maar Ja...... daar is die Dirk Scherin
ga zoon uit het Friese boerenland rond
Jstroobos toch uiteindelijk voor geko
men met vrouw en twee kleine zoons.
Aan de wand hangt een foto van vaders
hofstee en daaronder staat „Oeral thüs,
Maar thüs it best" en dat simpele
plaatje vertolkt zijn hevige heimwee
naar een eigen behuizing op het land.
In Nederland is hem dat niet gelukt. De
laatste jaren was hij fabrieksarbeider in
Driebergen en elke Maandag was als
een nieuwe gang naar de gevangenis.
Wanneer hij er aan dacht, hoe ook zijn
kinderen hun hele leven gevangen zou
den zitten tussen de vier muren van
zo'n fabriek, werd het hem koud en be
nauwd om het hart.
Eenzaamheid valt mee
„Toen zijn we gegaan en we zijn
geen stadsmensen, dus de eenzaam
heid viel best mee. In de afgelopen
jaren heb ik gemiddeld 500 pond per
jaar, dat is zo'n vierduizend gulden,
gespaard en nou wordt het tijd om
naar 'n eigen bedoening uit te kij
ken." Het wordt heel stil in de huis
kamer. Van buiten, ver weg uit het dal,
klinkt het geloei van een koe, een
van de 350, die op deze boerderij ge
houden worden voor de zware, vette
melk. Hier tegenover ons zit de man,
die het type emigrant vertegenwoor-
digtr dat op het ogenblik het meest
welkom is in Australië en voor wie
er bij een voorzichtige behandeling
van het begrip, dat hier country heet.
ontegenzeglijk de meeste kansen
liggen.
Voorzichtig moet men zqn. Die coun
try is een wurgend monster, voor wie
onberaden de eenzaamheid in trekt en
zpn kinderen niet alleen een vet
te spaarpot wil nalaten. Slechts boeren
en volwaardige, ervaren boerenarbei
ders hebben een kans.
„Ik hoop, dat er een overeenkomst
tot stand zal komen tussen de regerin
gen van Australië en Nederland, waar
bij aan Hollandse boeren-emigranten fi
nanciële steun wordt gegeven om de
country in te trekken en een eigen be
drijf op te zetten."
Dat zei ons in Adelaide aartsbisschop
Matthew Beovich, een oud en wijs man,
die duidelijk zag, dat emigratie Austra
lië niet slechts moet helpen aan een
noodzakelijke verdediging tegen opdrin
gend Azië.
Die financiële steun aan emigranten
ls inderdaad onmisbaar, wanneer het
Australië ernst is om grote onontgon
nen gebieden open te leggen. Want wat
Dirk Scheringa op Tasmanië alleen,
met zijn mannenkracht en een groot in
casseringsvermogen misschien gaat pro
beren, is slechts een mogelijkheid voor
•huurt
Sezich
*en b,
Vrijdagmiddag geschiedde te Blari
cum een gecompliceerd ongeval, waar-
hij de 68-jarige vrouw S. dermate ern-
8"g gewond werd dat zij in hoogst zorg
wekkende toestand in het Sint Janszie-
kenhuis te Laren is opgenomen. Tussen
Ruizen en Blaricum sloeg een paard bij
«et omspannen van de ploeg op hol.
rtaar de weg naar het centrum van Bla-
Heum sterk daalt en bovendien de dis-
fel tegen de achterpoten aansloeg, kreeg
het paard een grote snelheid. Alle po-
pmgen om het paard tot stilstand te
jTp®hgen mislukten. In het dorp wilde
rij Paard mede vanwege twee auto's
t'e, °P de weg draaiden om het tegen
houden plotseling een zijweg inslaan,
rem ^et kwam in de bocht bij de Boe-
{j Wenbank te vallen. In zijn val gooi-
haa v de 68-jarige vrouw om, die met
Uj-T' hoofd op een halve meter hoog
*ezipiHe viel- Een groot deel van haar
C werd verbrijzeld, terwijl zij ook
n beenbreuk opliep.
Van het wijde, eenzame Australische land
gaat weinig aantrekkingskracht uit.
de enkeling. Bovendien sluit deze ont
ginning van acre na acre, met zaag en
bijl, allerminst aan bij het zeer hoge
tempo, waarin de regering te Canberra
de ontsluiting van de country zou wil
len zien.
„Het heeft mij altijd getrokken, zelf
iets te ontginnen", zegt Dirk Scherin
ga. „Maar het kan natuurlijk gemak
kelijker. Dan begin je als share-farmer,
dat kan in verschillende staten gemak
kelijk genoeg. Dat is natuurlijk een be
langrijk ding. Knobbel in Holland uit
wat je precies wilt en kom dan naar
de goede staat. Vraag inlichtingen en
zo, want als je eenmaal ergens zit dan
kom je met die afstanden niet zo gauw-
meer ergens anders".
In Zuid-Australië zagen we zo'n share-
farmer. Een klein ploeterend peclboer-
tje, dat na twee jaar werken het ver
trouwen van de boer had gewonnen en een
eigen boerderij in „share" had gekre
gen. Met een vlijmscherp dolkmes om
slangenbeten uit te snijden op zak
werkte hij in de groene paddocks tus
sen zijn zestig roodbonte koeien en zei
uit de grond van zijn Brabantse hart:
„Man, nou leef ik pas. Waarom wordt
iedereen geen share-farmer? Het is veel
eerlijker dan pachtboer, want je be
taalt de eigenaar zoveel procent van de
opbrengst, of die nou laag of hoog is.
En als je het zuivelbedrijf kiest dan
heb je geen cent nodig voor de start.
Het huis, de koeien, de machinale mel-
kerij, alles hoort er bij en we sparen
zoveel, dat we over een jaar of wat ge
noeg hebben om een eigen bedrijf te
kopen."
„Ja, als dat op Tasmanië niet lukt,
ga ik uitkijken naar een share-farm".
Boer Scheringa neemt zijn jongste
zoon op schoot en troost hem onhandig.
Hij is door de vrouw van de baas de
tuin uitgejaagd, omdat hij probeerde
een onrijpe sinaasappel te plukken.
„Maar ik wil geen veebedrijf en voor
de landbouw heb je als share-farmer
wel duizend pond nodig. Aanschaf van
machines en om van te eten tot je de
eerste oogst verkocht hebt. Maar ja,
land kopen is er in deze buurt later
toch niet bij, het is veel te duur en er
is bijna geen irrigatie als een grote
droogte komt
De grote droogte
Een keer heeft hij zo'n grote droogte
meegemaakt. Wanneer de zon tergend
lang brandend in het zenith staat en het
gras verschrompelt tot dorre stoppels.
De koeien loeien de gehele dag wanho
pig om water en er gaan slechts een
paar bussen melk naar de fabriek. De
avonden komen als een verkwikking en
een plaag. Knagender dan ooit is dan
de eenzaamheid omdat niemand iets
doen kan, dat een einde maakt aan de
droogte.
„Pas wanneer een New Australian
tweemaal een grote droogte heeft mee
gemaakt, waarin onze gehele economie
op zijn grondvesten siddert, dan pas
kan hij zich Australiër noemen." Dat
waren de woorden van premier Cain
van de staat Victoria toen hij ons wees
op de minder rooskleurige kanten van
het leven in de country.
Dirk Scheringa kent die risico's. „Het
is absoluut nodig, onverschillig of je
nou boer gaat worden of share-farmer,
dat je eerst een jaar of twee als knecht
werkt. Je moet de grond leren kennen,
het klimaat, de gewoonten, alles is hier
anders. Ook al zou je het geld mee
kunnen brengen, of het zou zwart moe
ten zijn via België. Trouwens als je zo
veel geld hebt kan je in Nederland ooi:
nog wel wat kopen."
Hij ziet het juist. De kansen lig
gen in Australië voor de boeren, die
in Nederland niet bij machte zijn
een bedrijf te kopen. In verschillen
de staten van dit werelddeel zijn er
wel van die mogelijkheden, maar de
werkelijke rijke kansen vindt men
in gebieden groter dan Nederland,
die nog onontgonnen liggen.
„We komen op Tasmanië maar op 18
150 Km
Bcndtgo
VICTORIA
AUST PALIS
Melbourne e
G««long
ASMAN/E
COftANOA Ut Tt
LAUNCESTON
Albcrton
f
Boom Straat
Tasman
KAAP QTWAr
2 UIOK AAP
KAAP WILSON
534051VPELT
Australië is jaloers op Canada.
Want daar gaan nog altijd de meeste
Nederlandse boeren heen. Om de
een of andere reden gaat er van de
Australische country, het wijde,
eenzame platteland, weinig aan
trekkingskracht uit. En toch wenst
men oprecht die Nederlandse boe
ren in veel groter getale aan te
trekken. Omdat zij het practisch ge
heel ontvolkte achterland, waar in
derdaad in vele staten prachtige en
rijke mogelijkheden voor boeren
liggen, open kunnen leggen en de
Australische economie stabiliseren.
Onze verslaggever is van Sydney
de country van New South Wales
ingetrokken, het land van de groene
grazige heuvels en de befaamde
blauwe bergen. Over dat begrip
„country" kan echter getwist wor
den. Toen hij een halve dag gere
den en gezocht had in het golvende
land, waar de koeien talrijker zijn
dan de mensen en eindelijk die
Friese boer Dirk Scheringa vond,
zei deze: „O, maar dit is nog lang
niet eenzaam genoeg om country-
te mogen heten. Dan moet je nog
een kilometer of 500 doorrijden".
mijl van de stad te zitten. Daarom trekt
het me wel, die boerderjj. Ik kan het
hout dat van het land komt verkopen
aan een papierfabriek en hoef het dus
niet te verbranden. Van de opbrengst
hopen we de eerste jaren te leven.
Dirk Scheringa trekt de banden van
zijn overall recht. Buiten blaffen de
honden, die de koeien bij elkaar drij
ven, omdat het melkenstijd is. Een jon
ge, Friese boer op zoek naar een thuis,
ergens onder de hoge wijde hemel van
zjjn nieuwe vaderland.
De herziening van de uitkeringen ep
grond van de Noodwet Ouderdomsvoor
zieningen kan niet zo tijdig haar be
slag krijgen, dat reeds direct na 1 Janu
ari de verhoogde uitkeringen kunnen
worden gedaan, hoewel de rechten daar
op 1 Januari ingaan.
Voor vele bejaarden zal het daardoor
in begin Januari moeilijk zijn de ver
hoogde huren te betalen. Het zou voor
hen een uitkomst zijn wanneer de be
dragen, welke wegens de huurverhoging
meer moeten worden betaald dan de
oude huren, na het ingaan van huur
verhoging niet eerder worden geïnd dan
het tijdstip, waarop de verhoogde ou
derdomsrente zal worden uitgekeerd en
de nabetalingen op de tijdig verhoogde
rente kunnen worden gedaan.
De minister van Wederopbouw en
Volkshuisvesting heeft daarom op ver
zoek van de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid de aandacht van de
gemeentebesturen voor deze kwestie ge
vraagd en deze besturen verzocht te
bevorderen, dat bij de inning van de
huren van woningwetwoningen (dit zijn
woningen in beheer bij de gemeentebe
sturen en de woningbouwverenigingen)
in dit opzicht de nodige soepelheid wordt
betracht. Voorts heeft de minister aan
de gemeentebesturen verzocht de wo
ningbouwverenigingen in deze zin aan
te schrijven.
Het gerechtshof te 's Gravenhage
heeft de 44-jarige Leidse hoogleraar G.
M. H. V., wonende te Utrecht, veroor
deeld tot een gevangenisstraf van een
week, omdat hij 23 Januari, toen hij
zeer gehaast het station te Leiden in
liep, een spoorwegbeambte, die hem
staande hield, een vuistslag in het ge
zicht had gegeven. De beambte had een
sneetje in zijn gezicht opgelopen en
had tengevolge van de vuistslag negen
dagen lang niet gewerkt, omdat hij
last van duizelingen had. De procu
reur-generaal had een geldboete van
f 100,— subs. 25 dagen hechtenis gere-
quireerd.
De politie-rechter had de hardhandi
ge professor eveneens tot een week ge
vangenisstraf veroordeeld.
(Van onze medische medewerker)
Voor de gemiddelde leek op dit
terrein zweeft het begrip stof
wisseling ergens in de buurt
van goede of minder goede stoelgang.
Alvorens nu te gaan vertellen wat
wij er wel mee bedoelen, zou ik graag
uw aandacht vragen voor het volgen
de intermezzo.
De grootste wereldliteratuur en de
platste banaliteiten, alle poëzie en
alle proza, geboorteaankondiging,
liefdesbrief en overlijdensbericht:
26 lettertekens en 10 cijfers, en u
heeft het hele apparaat, nodig om uw
gedachten op papier te zetten. Stel
nu, dat er iemand op het zotte idee
komt een roman geheel tot woorden
te verknippen en enkel en alleen uit
die woorden een nieuwe roman samen
te stellen. Dan zouden wij dat woord
wisseling kunnen noemen. In elk ge
val zou er iets nieuws ontstaan zijn
door herschikking van iets bestaands.
Dit zou nog grondiger kunnen gebeu
ren door die roman niet tot woorden,
maar tot letters te verknippen. Het
meest wonderlijke is dat dit in zekere
zin dagelijks gebeurt: van elk nieuw
boek bestonden de letters reeds lang.
Stappen wij nu over naar de che
mie. De grootste scheppingen der
beeldende kunst en de meest banale
dingen, de Venus van Milo en uw
boterham, uw huis en de hutspot met
klapstuk: 92 elementen en niets meer.
Wat zojuist op zijn zachtst uitgedrukt
nogal een zot idee was, iets helemaal
uit elkaar te rafelen om daarna uit
de brokstukken weer iets nieuws te
maken, is in de biochemie, de
scheikunde dus van de levensverrich
tingen, dagelijks werk. Om maar bij
het klapstuk te blijven, dit smakelijk
stukje dierlijk eiwit, wordt verorberd
met de bedoeling het om te zetten in
lichaamseigen eiwit. Deze omzetting,
deze „stofw i s s e 1 i n g", gebeurt
door het dierlijk eiwit allereerst af te
breken tot zijn kleinste bouwstenen
en daaruit lichaamseiwit op te bou
wen. Hierbij zijn die bouwstenen te
vergelijken met de woorden van zo
juist.
De in den aanvang ten tonele ge
voerde romanverknippende fantast
zou al heel veel geluk moeten hebben
om niet juist enkele woorden te kort
te komen voor zijn nieuwe roman of
om er niet enkele over te houden,, die
onbruikbaar zijn. Vertaald in bioche
mische termen betekent dit dus, dat
er bij de omzetting van de ene stof in
de andere een tekort aan bepaalde
bouwstenen kan optreden of dat er
waardeloze slakken overblijven. In
het lichaam zal een tekort aan be
paalde bouwstenen een „deficiëntie
ziekte" doen ontstaan, als dat tekort
tenminste niet uit andere voedings
bestanddelen kan worden aangevuld.
De waardeloze afvalstoffen worden
o.a. als ontlasting (faeces) en urine
geloosd. Deze beschouwing heeft ook
nog een practische kant: gevarieerd
voedsel voorkomt het optreden van
deficiëntie-ziekten, maar met dat
bijltje heeft u reeds vaker zien
hakken.
et wordt nu tijd om het begrip
stofwisseling nader af te gren
zen. Stofwisseling omvat al die
processen, die omzettingen, waarbij
voedingsbestanddelen trapsgewijs en
via kleinere bouwstenen omgezet
worden tot bouwmateriaal of gebruikt
worden als brandstof bij de energie
productie van ons lichaam. Dit laatste
aspect van de stofwisseling is nog
niet ter sprake gekomen, maar wordt
er zeker ook toe gerekend.
Toch ligt stofwisseling, zo bekeken,
nog te veel in de sfeer van spijsver
tering. Het zien heeft per slot van
rekening ook zijn chemische tussen
trappen. Ik kan daar niet verder op
ingaan, maar tussen de lichtprikkel
en de waarneming ligt nog een heel
chemisch wereldje. Zo ook tussen het
bevel om de arm te bewegen en die
beweging. Ook dat is zeer zeker stof
wisseling. Bovendien zijn we ook
gaan spreken over de stofwisseling
van een afzonderlijk orgaan, b.v. van
de lever of van de huid. De zo aan
slijtage blootstaande huid vereist im
mers dagelijks aanmaak van nieuwe
cellen. Het woord cel is nu gevallen.
Ook iedere cel heeft zijn eigen stof
wisseling. Dat is ongetwijfeld het
duidelijkst voor een kliercel, die be
paalde stoffen omzet tot speeksel, tot
insuline, noem maar wat, maar ook
het louter in leven blijven van een
cel vraagt een stofwisseling.
Tenslotte de stofwisselingsziekten.
Elk déraillement in alle chemische
processen in ons lichaam kan men
eigenlijk stofwisselingsziekten noe
men. Neem b.v. de glycogeenziekte,
een betrekkelijk zeldzame ziekte, die
u waarschijnlijk niet zult kennen,
maar waarbij de lever geen raad meer
weet met glycogeen. Ergens in het
productieproces vergist de lever zich
en krijgt als onbruikbare slak glyco
geen, een suikerachtige stof, waar
door de lever tenslotte een groot stuk
fondant wordt, tengevolge van de sta
peling van dat suikerachtig materiaal.
In deze zin heb ik ook staar enkele
weken geleden een stofwisselings
ziekte genoemd. Ook de ooglens be
staat uit cellen, die een stofwisseling
hebben. Er is een aanvoer en een af
voer van stoffen. Door een fout, wie
zal zeggen welke, ontstaan er bij deze
stofwisseling dan plotseling produc
ten, die niet afgevoerd kunnen wor
den en die de lens steeds meer ver
troebelen.
VAN S.
De Indonesische regering heeft in een
verklaring naar aanleiding van de re
acties, die de jongste mutaties in de lei
ding van de landmacht hebben teweeg
gebracht, bekendgemaakt, dat deze mu
taties, die werden afgekondigd bü pre
sidentieel besluit, een wettige basis heb
ben. Voorts wijst de Indonesische rege
ring er in deze verklaring met nadruk
op, dat het niet kan worden goedge
keurd, dat bevelhebbers en officieren
van de strijdkrachten in het openbaar
verklaringen afleggen over hun stand
punt ten aanzien van kwesties, die het
regeringsbeleid raken.
In een commentaar op deze verkla
ring heeft de voorzitter van de Parkin
do, mr. Tambunan, die vice-voorzitter
van het parlement is, meegedeeld, dat
indien men meent, dat de regerings
verordening no 35 niet rechtsgeldig is,
ook de daaruit voortvloeiende mutaties
geen rechtsgeldigheid hebben. Mr. Tam
bunan meende voorts, dat militairen op
grond van de voorlopige Grondwet ook
het recht hebben hun mening te uiten,
indien dat niet geschiedt tegen hun mili
taire meerderen.
Het tweede slachtoffer van het auto
ongeval bij Havelte, de 21-jarige ser
geant H. W. van E., gelegerd te Assen
en afkomstig uit Den Haag, is in het
Diaconessenhuis te Meppel aan de opge
lopen verwondingen overleden.
Zoals is gemeld reed Van E. als lifter
mee in de auto van de heer H. A. G.
uit Uddel. Deze is, nadat zijn wagen
tegen een boom was gereden, ter
plaatse overleden. Sergeant van E. liep
bij het ongeluk een schedelbasis-frac
tuur op.
De procureur-generaal bij het Arn
hemse hof heeft twee jaar geëist
tegen de 68-jarige G. D. te H„ die be
schuldigd werd haar zeventien jaar
jongere man door Rodent om het leven
te hebben willen brengen. Zij had het
vergif in het eten van haar man ge
mengd, maar deze rook onraad en ging
met het eten naar de politie.
De rechtbank te Zutphen heeft de
vrouw destijds vrijgesproken.
Uitspraak 31 December.
et Carel Swinkels doet een nieu
we meester van de humor zijn
intrede in onze literatuur", ver
klaart de uitgeverij Het Spectrum in
haar jongste catalogus bij de titel „Flo-
ris en de Muzemannen". Het is een
uitspraak, die licht misverstand kan
wekken. Oppervlakkig beschouwd
geeft zij immers te kennen, dat men
kan volstaan met de heer Swinkels
naast de reeds gereed staande dames
en heren Annie M. G. Schmidt, Mar-
tie Verdenius, Carmiggelt, Wim Kan
en anderen te zetten, en dat men daar
na het rijtje compleet kan achten.
Met Kerstmis gaan we dus het boekje
van Swinkels kopen, want de leuke,
niet dure, boekjes, die we met Sinter
klaas gekregen hebben, zijn ons ook zo
goed bevallen.
„Floris en de Muzemannen" is met
veel humor geschreven, maar het is
aardig wat meer dan een leuk boek
je. En wil men met Swinkels een
meester zijn intrede laten doen, dan
kan men beter zijn keuze laten val
len op het meesterschap van de ge
voelige en speelse werkelijkheidsbe
schouwing. Ook wachte men zich er
voor de intrede van de meester ver
keerd te dateren, want al moge men
minder geneigd zijn het Nijmeegs
Studentenblad de Vox Carolina uit
de jaren '45'47 te beschouwen als
behorend tot de litteraire arena, men
dient er in ieder geval rekening
mee te houden, dat het tijdschrift De
Gids gedurende de laatste twee ja
ren meerdere van Swinkels' korte
verhalen heeft gepubliceerd.
De aan prof. dr. F. van der Meer
opgedragen bundel telt 72 bladzijden
en bevat 10 verhalen over personen,
bijna altijd familieleden, die de ik
figuur beschouwen door de ogen van
een tot de vroege jeugd teruggaande
herinnering. Alle personen zijn uit
zonderlijk en gedragen zich uitzonder
lijk. Hun vreemdheid is tevens hun
oorspronkelijkheid; van beide wordt
het aanzijn bepaald eensdeels door de
beschouwingswijze van het zich verba
zende kind, anderdeels door de mild
ironische terugblik van de volwassene.
(Bij het lezen van het woord „kind" in
dit verband gelieve men zich zo ver
mogelijk te distanciëren van luiers en
van Freud). Droom en werkelijkheid
gaan geregeld in elkaar over, niet als
een spel van tegenstellingen, maar ter
aanvulling van eikaar tot geheimnis-
volle poëtische realiteit.
Juweel van een boekje
In geen der verhalen wordt geana
lyseerd; nergens vindt men een spoor
Carel Swinkels, litt. docts.
van wijsneuzigheid. De verteltrant is
doodgewoon, maar verraadt uiterste
zorg en laat zien, hoe ironie en speels
heid vanzelf aan hun juiste dosering
toekomen, wanneer talent en persoon
lijkheid daarachter staan. Net medium
van schrijven uit de herinnering schijnt
gekozen, om door de afstand het
mysterie in mensen en dingen volledig
en eerbiedig tot zijn recht te laten
komen. Aan dit doel blijkt mede dienst
baar de keuze van excentrieke figuren,
veelal poëtische dromers, wier links
handigheid in het zogenaamde reële
leven met opvallende genegenheid
wordt beschouwd.
Wie ooit „My name is Aram" van
William Saroyan heeft gelezen, zal bij
lezing van „Floris en de Muzemannen"
bij herhaling daaraan terugdenken.
Waarmee onzerzijds echter niet min
der gezegd wil wezen dan dat ook
Swinkels' bundel een juweel van een
boekje is.
H. v. R.
Een Nederlandse schilder en zijn Zwitserse echtgenote hebben hun wo
ningprobleem opgelost. Zoals zovelen konden zij in Nederland noch in
het buitenland een geschikte woonruimte met atelier vinden. Bruno en
Susanna Mertens trekken thans door Europa in een zelfgebouwde cara
van. Bruno werd te Arnhem geboren en was in Nederland gedurende
tien jaar architect. Hij gaf dit beroep toen op en wijdde zich geheel aan
de schilderkunst. Hij maakt „naturalistische" landschappen in de stijl van
de Nederlandse en Spaanse scholen. Hij is een diep bewonderaar van
Picasso en Salvador Dali. Susanna, Bruno's vrouw, werd m Bern gebo
ren- zij studeerde daar aan de Vevey Muziekschool voor concertpianiste.
Zij'moest deze studie echter opgeven. Thans schildert zij eveneens. Mo
menteel verblijft het echtpaar in Parijs, waar zij hun wagen hebben
neergezet aan de oever van de Seine. Zij hopen, dat zij er binnenkort
een tentoonstelling van hun werken in een kunstzaal kunnen houden.
Voordat zij de ezels in hun woonst uitzetten, moeten zij de eettafel
onder de bedden schuiven.
(Van onze Utrechtse correspondent)
De vereniging „Het Nederlandse Wegen-
congres" heeft Vrijdag te Utrecht, onder
voorzitterschap van Mr. Dr. R. H. Baron
de Vos van Steenwijk, haar jaarlijkse con
gres gehouden; ditmaal handelend over de
vormgeving en aankleding van wegen en
kunstwerken.
Prof. ir. T. H. van Wisselingh, hoog
leraar aan de T. H„ ir. J. A. J. van der Steur,
aesthetisch adviseur van de Rijkswaterstaat
en ir. G. A. Overdykink, inspecteur bij het
Staatsbosbeheer, waren eensgezind van oor
deel, dat bij cte aanleg van wegen de tech
nici zich altijd moeten laten voorlichten
door landschapdeskundigen.
Voor de aanleg van nieuwe wegen im
mers, die in hoge mate ingrijpt in het land
schap, kan een onherstelbaar verlies aan
karakteristiek van ons landschap worden
geboekt, indien niet deskundig te werk
wordt gegaan.
De wegen en de kunstwerken moeten
aangepast zijn aan het landschap, zodat
de eentonigheid van de technisch schijn
baar volmaakte, snelweg wordt vermeden.
De verkeersveiligheid wordt hierdoor meer
gediend, dan door de lange rechte weg die
bovendien uit aesthetisch oogpunt te ver
werpen is. Anderzijds mag het landschap
niet in details worden gevolgd, zodat het
principe van de snelweg uit het oog wordt
verloren, maar moet het vloeiend verloop
van de weg worden behouden. Zo betoogt
prof. Wisselingh in zijn praeadvies, dat hij
op het congres toelichtte.
De „kunstwerken" zo meent ir. Van der
Steur, zijn een noodzakelijk kwaad, want
de bruggen in het Nederlandse vlakke
landschap kunnen van kilometers afstand al
een dominerende rol spelen. Hij acht het
aanbevelingswaard dat men in plaats van
boogbruggen meer gebruik maakt van de
plaatviad"ucten. Ir. Van der Steur toonde
hiervan enige fraaie voorbeelden (brug bij
Baarn over de Eem) welke een product
zijn van theorie en ervaring, berekening
en aesthetische overweging.
Ir. Overdijkink wijst in zijn praeadvies
op de harmonie die er moet bestaan tus
sen de beplanting en de omgeving. Naast
de verfraaiing van de weg en het ophef
fen van de eentonigheid, kan men met de
beplanting ook nog de houtproductie be
ogen en het geven van luwte aan de weg
gebruiker.
Met nadruk werd, eveneens in de dis
cussies, er op gewezen, dat de landschap-
storende bovenleidingen zoveel mogelijk
(zwakstroom) moeten worden beperkt, en
ondergronds aangebracht.
(Vervolg van pagina l)
De ontwikkelingsgebieden in Noord-Hol
land. Groningen, Friesland, Drente en
Overijsel bleven buiten beschouwing.
Heeft de KAB zo vragen wij ons af zich
met dit congres niet de morele verplich
ting opgelegd, een minstens ongeveer
gelijke studie te wijden aan de overige
ontwikkelingsgebieden. Ja, misschien zal
zelfs nog een stap verder moeten wor
den gegaan. Het is overbekend, dat het
aantal streken van ons vaderland die we
min of meer als achtergebleven moeten
aanmerken, zeker tot ongeveer twintig
dient te worden opgevoerd. Maar zelfs
daarmee zijn wij er nog niet. Als streek-
orgaan met een bijzondere belangstel
ling voor de industriegebieden in N.-
en Z.-Holland interesseren ons vooral ook
de problemen, die groeiend aanwezig
zijn, daar waar het vestigen van indus
trieën geen vraagstuk meer is. Het mag
niet verbazen, dat wij hier bijzonder het
oog hebben op het gebied Velsen-Bever-
wijk-Uitgeest. Daar liggen de plannen
voor de uitbreiding der industrie zo ge
reed, dat wij weten, dat daar binnen
een afzienbaar aantal jaren een groot
industrie zal zijn gegroeid met alle
vóór- maar ook met alle nadelen van
dien. Zowel prof. Zeegers als drs. Bo-
gaers hadden niet alleen oog voor de
noodzaak van industrie-vestiging, maar
vooral ook voor de noodzakelijke be
scherming van de menselijke waardig
heid in de nieuwe industriestreek. En
hier is het vooral dat wij een pleidooi
zouden willen houden voor een vervolg
van het jongste Congres, maar dan nu
voor en over de streek die wij hier op
het oog hebben. Natuurlijk verwachten
wij niet dat problemen met congressen
worden opgelost. Er moeten ook andere
wegen zijn om deze vraagstukken te be
naderen.
ierbij gaan onze gedachten naar
het slot van de voortreffelijke
rede van drs. Bogaers. Sprekende
over de taak van de K.A.B. bij de rea
lisering van hetgeen hij had voorge
dragen, belandde hij vrijwel onmiddel
lijk bij de diocesane bonden. Vraag
stukken van volkshuisvesting en woon-
cultuur, leerlingwezen en bedrijfs-
kaderscholing, vakopleiding en beroeps
keuze zijn enkele van de aangelegen
heden, die hij onmisbare voorwaarden
noemde voor het welslagen van een ge
zonde industrialisatie. Zonder enige
twijfel voegen zich hier nog in de rij de
problemen van de vrije tijdsvulling, de
volksontwikkeling en volksontspan
ning. Op vrijwel elk van deze gebieden
staan alle katholieke bewegingen in een
schier hopeloze concurrerende positie
met de „neutraliteit". De neutraliteit,
(lees a-katholiciteit of vaak zelfs anti-
katholiciteit) heeft het in vrijwel elk
opzicht veel gemakkelijker tengevolge
van de levensbeschouwing. Bij de
woningbouw kan het geld dat de katho
lieken willen hebben om ruimte te
krijgen voor een zich normaal ontwik
kelend gezin, in 't „moderne" gezin wor
den aangewend voor een luxe-keukentje
en een meer comfortabele inrichting.
Het probleem van het steeds meer on
kerkelijk worden, het angstige vraag
stuk van de massaficering vragen wegen
en methoden, die geheel zijn aangepast
aan de moderne eisen. Nu weten wij
wel, dat al geruime tijd geleden onze
Haarlemse Bond met een voorlopig rap
port is uitgekomen over de situatie in
het industriegebied Randstad-Holland.
Maar dit rapport bezag de zaak te eng
en besteedde te uitsluitend aandacht
aan de kwestie van de vrije-tijdsbeste-
ding. Het is hier niet de K.A.B. alléén,
die een taak heeft. Ligt hier niet een
prachtig initiatief voor de diocesan»
Raad van Overleg in het bisdom Haar
lem, of nog liever van streekorganen
van die Raad van Overleg? Apostolaat
en goede zakelijkheid, cultuur en goed
vakmanschap dienen hier hand in hand
het bouwplan te ontwerpen en.... uit
te voeren. Men beginne met een inven
tarisatie van wat er reeds is, men neme
kennis van wat zich ontwikkelen gaat
en bouwe op deze beide gegevens een
plan van noodzakelijke activiteiten.
Wanneer men aan de reële klacht dat
de standorganisaties voor de algemeen
vormende, godsdienstig-zedelijke en cul
turele taak niet meer voldoende de aan
dacht van de massa vermogen te trek
ken, werkelijk de gewenste aandacht
wil schenken, dan zorge men minstens
voor maatregelen, die de levenshouding
van die massa gunstig kunnen beïnvloe
den. En dat niet te hooi en te gras,
maar wetenschappelijk gefundeerd en
systematisch uitgevoerd.