Ons fiscaal regiem straffer
dan dat van Labour
K.V.P. slechts noodgedwongen
accoord met belastingen
Dr. Evans over de Unesco
en de Katholieke Kerk
Unesco kan wel meewerken
maar niet kiezen
Minister de Bruijn installeert
Productiviteitsraad Kleinmetaal
i
Bijzonder landbouwonderwijs
de N.O.-Polder
in
Bescherming van voetgangers
Belgische mijnwerkers
hervatten het werk
Manoeuvre om verdere subsidie
te krijgen gelukt
OUDE GENEVER
Symbolisch amendement-v. d. Heuvel
ondanks ministerieel verzet aanvaard
Landbouw
begroting
aanvaard
In het zand
van MARS
WOENSDAG 23 DECEMBER 1953
PAGINA 4
Belastingwetten in de
Senaat onder de loupe
5 pet. ook voor ramp
slachtoffers
En gerepatrieerden
Oneerlijke pastorie
huishoudster
Tot acht maanden (vier
voorw.) veroordeeld
GEEN OVERGAVE
Van 1800 opstandelingen
in Zuid-Celebes
t €"R>I G P€ NOORMA
Examens
Hoogconjunctuur in de
zuivelafzet ten einde
Echter geen reden tot zorg
Vereniging opgericht
in Den Haag
Nota over Visserij
op komst
Principieel debat in
Tweede Kamer
door ARTHUR C. CLARKE
Drie doden bij grens
incident in Palestina
(Van onze parlementaire redacteur)
In de avondvergadering heeft de Senaat de belastingwetten onder de loupe
genomen. Ook daarbij werd nog al wat critiek geuit. Prof. Hellema (A.R.)
viel het fiscaal beleid van de regering scherp aan, omdat dit naar zijn mening
getuigt van te weinig vertrouwen in de ondernemer. Ons fiscaal regiem
houdt zo weinig rekening met het nut van besparingen, dat zelfs de Labour-
regering in Engeland nooit heeft gewaagd om zo met dubbele heffingen van
inkomsten- en vermogensbelasting op de winsten te werken.
Mr. Teulings (K.V.P.) hield een beschouwing met een politiek karakter over
het financieel en fiscaal politieke doel van na de oorlog. Sinds 1947 heeft men
herhaaldelijk van K.V.P.-zijde gewaarschuwd voor de gevaren aan de hoge
belastingtarieven verbonden. Steeds werd aangetoond, dat dit remmend
werkt op de ondernemingslust en op de kapitaalvorming, en dat het leidt tot
het opvoeren van bedrijfsonkosten en het vernietigen van de fiscale moraal.
Wanneer de K.V.P. zich al accoord moest verklaren met het belastingproject,
geschiedde dat met het oog op de noodtoestand, waarin het land verkeerde.
Voor anderen echter waren dergelijke
maatregelen een welkome plicht, die
lag in de lijn van hun socialistische
doeleinden. Wanneer twee mensen het
zelfde doen, bedoelen zij daarmee nog
niet hetzelfde, aldus mr. Teulings. Een
niet te miskennen stekeligheid had
mr. Teulings ontdekt in de wijze waar
op de ministers (zelf socialist) bij het
thans ingediende belastingproject in de
schriftelijke stukken reageert op op
merkingen van K.V.P.-zijde, dat einde
lijk aan deze waarschuwingen gehoor
is gegeven. Wat de regering thans aan
biedt op een totaal van 540 millioen,
waaronder verruiming van verliescom
pensatie, vervroegde afschrijving, af
schaffing van extra inkomstenbelas
ting en investeringsaftrek, zal de socia
listen de ogen hebben doen uitwrijven.
Kentering
De heer Teulings was niet ontevre
den. Men kan inderdaad van een ken
tering spreken, ook wat betreft het
meerdere begrip voor het probleem fis
cale druk op het bedrijfsleven. Uit al
les blijkt echter dat niet de K.V.P.,
maar de socialisten nu uit nood mee
moeten. Zij voelen er maar weinig voor
om meer armslag te geven aan het par
ticuliere bedrijfsleven. Dankbaar maar
niet voldaan was deze eindindruk van
mr. Teulings, die echter begrip had voor
de budgetaire grenzen die aan het
huidige belastingproject gesteld moeten
worden. Hij was veel meer dan de re
gering overtuigd dat de fiscale facili
teiten voor het bedrijfsleven inderdaad
tot een grotere bereidheid bij de on
dernemer zullen leiden om nieuwe risi
co's te nemen. Hij meende dat nog
slechts een eerste, zij het reële stap
naar verlichting van de positie van de
middeninkomens is gezet.
Wat de vereveningsheffing betreft,
nam de heer Teulings het standpunt in,
dat vrijstelling van de eerste f 10.000
inderdaad, zoals ook de regering meent,
structureel voor de middenstand min
der gunstig zou zijn dan de tegenvoor
stellen die de regering heeft gedaan.
Hij nam daarbij een ander standpunt in
dan prof. Romme, van wie dit voorstel
tot het leggen van een franchise in de
Advertentie
WENNEKER
•13*11 J3d qz i H3H3XN3M 30110 «d Oi i 33A30HJ 3030
Toen de directeur-generaal van de
Unesco, dr. Evans onlangs een cbg na
de laatste zitting van de uitvoerende
raad van de Unesco een vertegenwoor
diger van het Franse dagblad La Croix
heeft ontvangen, heeft hij enige belang
rijke mededelingen gedaan over de be
trekkingen tussen de Katholieke Kerk
en de Unesco. De banden tussen de
Katholieke Kerk en de Unesco, zo zeide
dr. Evans, zijn velerlei, omdat vele ac
tiepunten voor de Katholieke Kerk een
bijzondere waardie hebben: de opvoe
dingsmethoden de geschiedenis van de
wetenschappelijke en culturele ontwik
keling van de mensheid, het onderwijs
van de rechten citer mensheid, de inter
nationale verstandhouding en vele an
dere onderwerpen, die erop gericht zijn
de geesten voor te bereiden op een in
ternationaal leven van vrede.
Daarop sneed dr. Evans de noucling
aan, die de Unesco moet aannemen
t.o.v. verschillende godsdiensten. Let
terlijk zeide hij: „Alle religies, alle ge
loven, alle philosophiën vindt men on
der de staten-leden van de Unesco
vertegenwoordigd. Gezien zijn hui
dige situatie staat het de Unesco niet
vrij om uit deze verscheiólenheid één
bepaald dogma of een bepaald systeem
te kiezen, dat zü zou aanhangen of
verwerpen. Haar incompetentie in
deze is niet alleen feitelijk maar ook
rechtens. Haar algemeenheid maakt het
haar mogelijk te aanvaarden en mede
te werken, maar zij kan geen een
vormigheid verlangen."
„Wanneer de Unesco er naar streeft,
in overleg met de staten-leden de mid
delen te scheppen om het onderwijs
gratis en verplicht te maken ofwel om
de leerplichtige leeftijd te verlengen,
clan matigt zij zich geen enkel oordeel
aan over de inhoud der leerprogram
ma's, die al of niet naar het oordeel van
de nationale gezagsdragers, een plaats
kunnen innemen in het onderwijs over
God.
De organisatie speelt een technische
en beperkte rol. Uit dat oogpunt dus
kan de kwestie van het étheïme niet
worden gesteld. Zij zou niet alleen niet
thuis horen in het eigen do
mein van de Unesco, maar bovendien
zou zij iedere mogelijkheid tot samen
werking tussen de staten-leden uitscha
kelen".
Dr. Evans heeft aan deze beschouwing
onmiddellijk een ander vastgeknoopt,
over de medewerking welke de Unesco
aan de Katholieke Kerk kan bieden. Hij
verklaarde daarbij: „Met groot genoe
gen moet ik erop wijzen, dat de uitvoe
rende raad, nog onlangs een reeks
voorstellen tot onderlinge hulpverle
ning heeft aangenomen, die ter tafel
waren gebracht door het Katholieke
Centrum voor Samenwerking met de
Unesco. Op die manier zullen verschil
lende Katholieke instellingen in Azië en
in Afrika kunnen profiteren van de in
ternationale hulpverleningen, georgani
seerd door de Unesco. Honderdduizen
den leerlingen en kinderen zullen wor
den uitgenodigd door middel van de or
ganisatie te helpen.
„Dit is slechts één voorbeeld. Ook op
andere wijze kan de samenwerking met
de Katholieken kostbaar en vruchtbaar
ziin. Dat alles moet in verschillende de
len van de wereld het gevoel van gees
telijke en zedelijke saamhorigheid der
mensen doen toenemen, hetwelk een
der diepste waarborgen voor de vrede
is".
Vervolgens kwam dr. Evans tot een
ander omstreden vraagstuk, n.l. van
het (basis) elementaire onderwijs. Het
is de Unesco geenszins onbekend, dat
de vooruitgang in het onderwijs in
die landen, welke economisch gespro
ken tot de onontwikkelde gebieden
moeten worden gerekend, voor een
belangrijk deel aan de Katholieke
missies te danken is.
Daarom acht zij het bijzonder be
langrijk, dat de belangstelling voor het
basisonderwijs in Katholieke kringen
is gewekt en dat die kringen hebben
gezegd met de Unesco samen te willen
werken in haar strijd tegen de onwe
tendheid die de oorzaak is van zoveel
ellende en lijden.
Tweede Kamer was uitgegaan.
De heer v. Tilburg (P. v. d. A.) be
vestigde dat de vermoedens van mr.
Teulings juist waren. Hij verklaarde dat
de P. v. d. A. wel voor het scheppen
van werkgelegenheid is, maar dat men
daarbij niet allereerst steun aan het be
drijfsleven wil geven.
Ondanks deze critiek hebben alle
fracties, behalve de communisten, reeds
laten merken, dat zij toch voor de be-
lastingontwerpen zullen stemmen. Men
wenst blijkbaar zelfs niet te denken
aan de consequenties die een verwer
pen van deze voorstellen tengevolge
zou hebben.
De minister voor Maatschappelijk
Werk heeft aan de gemeentebesturen
medegedeeld dat in verband met de
verhoging van de lonen van werkne
mers tengevolge van de huurverhoging
en opheffing van de consumptie-beper
king, op rampslachtoffers en gerepatri
eerden dezelfde regeling zal worden
toegepast (5 pet.) als op de uitkeringen
aan de oorlogsslachtoffers.
De Haagse rechtbank heeft de 47-ja-
rige huishoudster H. M. H., wonende te
's-Gravenhage, veroordeeld tot een ge
vangenisstraf van acht maanden, waar
van er vier voorwaardelijk zijn opge
legd, met aftrek van ondergaan voor
arrest en een proeftijd van drie jaar.
De huishoudster had in de jaren 1951
tot 1953, toen zij in dienst was van de
parochie van het Allerheiligste Sacra
ment aan de Sportlaan te 's-Gravenhage,
enige honderden guldens verduisterd
ten nadele van de pastoor en de kape
laan van deze parochie. Voorts zou zij
ook geld uit offerblokken hebben weg
genomen.
De officier van justitie had tegen
haar een gevangenisstraf van een jaar,
waarvan vier maanden voorwaardelijk,
met aftrek van voorarrest en een proef
tijd van drie jaar gerequireerd.
Achttienhonderd opstandelingen in
Zuid-Celebes, die zich bereid hadden
verklaard zich over te geven, hebben
zich in de bossen teruggetrokken, in
plaats van zich naar de kampen te be
geven, die hen door de militaire autori
teiten waren aangewezen, aldus ver
neemt AJF.P. in Djakarta.
AMSTERDAM (V.U.) Doctoraal eco
nomie: R. Soerjadi, Amsterdam; A.
Kouwenhoven, Delft, en J. v. Nieuw
koop, Voorhout (cum laude). Cand. eco
nomie: A. Jelsma, Amsterdam, en E.
Usman, Djakarta.
AMSTERDAM (G.U.) Doctoraal Ned.:
mej. F. M. Kolpa, Amsterdam.
AMSTERDAM. M.O. Spaans: mej. M.
Harten, Hilversum.
DELFT. Cand. bouwk. ing.: mej. C.
Baas, Leidschendam; A. J. Dorjee, Delft;
C. Veerling, Amstelveen; H. J. Verster,
's-Gravenmoer; J. C. Visser, Goes; in-
genieursex. voor bouwk. ing,: D. F. J.
Appels, Driebergen; R. F. Bauer, Schie
dam; H. G. Bosch, Maastricht; W. H. H.
Deckers, Roermond; J. H. W. Elemans,
Ravestein; A. S. Galis, Groningen; G. J.
v. d. Grinten, Venlo; J. F. Hondius,
Overveen; H. T. Hopman, 's-Graven
hage; E. Cladde, Amsterdam; A. v. Lin-
ge, Groningen; G. Oranje, Delft; H.
Roebbers, Delft; P. H. Tauber, Rijswijk
(Z.H.); G. L. Temminck Groll, Amster
dam; J. v. Tol, Boskoop; H. T. Vink,
Delft; J. Wijnbergen, Nieuw-Helvoet;
ingenieursex. scheepsbouwk. ing.: F.
Kok, Amsterdam.
De minister voor Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisatie en Bezitsvorming, de
heer A. C. de Bruijn, heeft gisteren
te 's-Gravenhage de Productiviteitsraad
Kleinmetaalindustrie geïnstalleerd.
In de installatierede noemde de mi
nister het verheugend en van het aller
grootste elang, dat het begrip „pro
ductiviteit" steeds meer in het centrum
van de belangstelling wordt geplaatst.
Het stemt volgens de minister tot vol
doening, dat mede dank zij de inten
sieve voorlichting van de op dit gebied
werkende instellingen, het productivi-
teitsstreven in vrijwel alle geledingen
van het bedrijfsleven, en met name in
het midden- en kleinbedrijf, thans grote
weerklank vindt. Zonder anderen te
kort te willen doen, wees de minister
op het voortreffelijke werk. dat de Con
tactgroep Opvoering Productiviteit in
deze heeft verricht en nog verricht.
De minister heeft gemeend krachtige
steun te moeten verlenen aan het pro-
ductiviteitsplan, dat op initiatief van de
betrokken bedrijfsgenoten voor de klei
ne metaalnijverheid is opgesteld. Een
reden hiervoor is de centrale plaats,
die de metaalindustrie in het economi
sche bestel van ons land inneemt.
De taak van de overheid ten aanzien
van de productiviteitsverhoging is vol
gens de minister in hoofdzaak een
coördinerende en stimulerende. Het uit
vinden of opsporen, het toepassen van
de middelen, het inrichten van een ef
ficiënte organisatie in de onderneming,
dient per slot van rekening door het
bedrijfsleven zelf te geschieden. Het
standpunt: „zelf-geschieden" steunt op
het gezonde maatschappelijke principe
van de zelfwerkzaamheid en zelfver
antwoordelijkheid van het bedrijfsleven.
Die zelfwerkzaamheid en zelfverant
woordelijkheid vergen echter, vooral in
de aanvang, dikwijls grote financiële
offers van het bedrijfsleven, die het
zeif niet kan opbrengen. Het stemt dan
o k tot dankbaarheid, dat de regering
van de Verenigde Staten, het belang
van een productiviteitsverhoging in en
voor West-Europa inziende, middelen
ter beschikking heeft gesteld
De voorzitter van de Productiviteits
raad Kleinmetaalindustrie, prof. ir. D.
Dresden, heeft in antwoord op de rede
van minister De Bruijn een toespraak
gehouden, waarin hij enkele punten
noemde, die voor het kleine bedrijf in
het bijzonder gunstig gelegen zijn.
Het is volgens spreker verheugend, dat
de punten, waarin de kleine onderneming
het moeilijker heeft, vrijwel alle vat
baar zijn voor een gemeenschappelijk
aanpakken.
Natuurlijk geeft de ondernemer, die
in deze stichting intensief samenwerkt
met zijn collega's, daarbij een stuk
je prijs van zijn, veelal slechts
schijnbare zelfstandigheid. Gelukkig
went men langzamerhand aan het
denkbeeld, dat integratie moet wor
den nagestreefd en ik zie in de op
richting van deze stichting, aldus spre
ker, een bewijs daarvan.
Spreker gaf de minister de verzeke
ring, dat de raad er van overtuigd is,
dat ook de best werkende productivi
teitsraad niet in de plaats kan treden
voor een juiste productiviteitsdaad.
'■uj ytr-\
3. Met een laatste reutelende grauw slaat de kolos voorover, zodat de krijger
maar net op zij kan springen om niet onder het geweldige 'lichaam bedolven te
worden.
Op hetzelfde ogenblik hoort hij achter zich iets kraken. Verschrikt wendt hij zich
om en kijkt met grote ogen naar de twee gestalten, die uit de struiken te voorschijn
treden. Doordat ze de zon achter zich hebben, kan de krijger hun gezichten niet
onmiddellijk onderscheiden, doch hun kalme en rustige houding en hun beheerste
bewegingen stellen hem. enigszins gerust, zodat hij nieuwsgierig blijft wachten.
Met iedere stap, waarmee zij dichterbij komen, stijgt de verbazing van de krijger.
Wat zijn dit voor wezens, behangen met geitenvellen?
De oudste van het tweetal is een lange, gespierde figuur. Zijn kale, bruinverbrande
schedel glanst in de zon en om zijn hals draagt hij een keten van bereyxtanden.
De knaap, die met lichte, veerkrachtige tred aan zijn zijde gaat, is even fors ge
bouwd, doch zijn huid heeft een iets lichtere tint. Vrolijk schalt zijn stem door
het bos.
„Dat was een meesterschot, nietwaar, vader Sverre?"
De andere knikt kort. „Dat moest ook," merkt hij op. „We hebben lang genoeg
achter hem aangezeten."
Aarzelend en met zijn houding verlegen, is de krijger blijven staan. Nog steeds
besteden de jagers niet de minste aandacht aan hem. Zij buigen zich over hun buit
heen en trekken behoedzaam hun pijlen uit de ruige vacht.
„Ik... ik vond het anders maar een knap gevaarlijk schot," barst de krijger
plotseling uit. „Ge hadt' mij wel kunnen treffen. Die pijlen vlogen rakelings langs
mijn gezicht
De oudste van het tweetal, die door de ander vader Sverre genoemd is, wendt
langzaam het hoofd, en neemt de vreemdeling met een geamuseerd lachje op, alsof
hij hem eerst nu in de gaten krijgt.
„Zo moest het ook," antwoordt hij rustig. „Ze konden u niet raken, vermits wij
op de beer schoten."
Hierop weet de krijger niets te antwoorden en besluiteloos blijft hij de anderen
aankijken. Doch plotseling schiet hem iets te binnen. „Hebt ge mijn paard soms
gezien?" vraagt hij. „Het is het bos ingerend, toen dat ondier mij aanviel
De jager schudt het hoofd. „Neen, maar wij zullen het wel even voor u opsporen,"
biedt hij aan.
„Hoe wilt ge dat klaar spelen?" vraagt de krijger argwanend. „Het beest kan
wel mijlen ver weg zijn."
Doch de ander zegt onverschillig„Oh, daar hebben wij onze eigen manier voor,
nietwaar Axe?"
Hij geeft de jongen een knipoogje. Axe knikt begrijpend, terwijl een vrolijke
grijns zich over zijn hele gezicht verspreidt.
„Wacht hier," roept de jager nog over zijn schouder en voor de krijger van iets
weet, is het tweetal tussen de struiken verdwenen.
„Ik geloof, clat er een eind gekomen
is aan de hoogconjunctv r in de afzet
van zuivelproducten, zoals wij die de
laatste jaren gekend hebben. Ik meen
echter niet, dat we nu in een periode
van laa -conjunctuur zullen komen,
zoals in de 30er jaren. Wel verwacht
ik, dat we zo nu en dan voor moei
lijke situaties zullen komen te staan,
waarbij we, om ze op te lossen, wel
eens van de tradi 'onele paden zullen
moeten afwijken en heilige huisjes
zullen moeten omverlopen".
Aldus de conclusie van ir. B. van
Dam, voorzitter van het Bedrijfschap
voor Zuivel, in een rede voor de Gel
derse Mij. van Landbouw.
Spr. gelooft, C i het opheffen van
invoerbelemmeringen voor kaas stimu
lerend zal werken op het ganse Euro
pese kaasverbruik. De honderden soor
ten Europese kaas zijn naar uiterlijk,
smaak, geur en samenstelling zo ver
schillend, dat zij wederkerig nauwe
lijks concurrerend zijn. De geconden
seerde melk en in het algemeen de
„condens"-producten gaan naar de me
ning van ir. Van Dam een goede toe
komst tegemoet.
(Van onze parlementaire redacteur a.i.)
De behandeling van de Landbouwbegroting is Dinsdag in de Tweede Kamer
uitgemond in een principieel debat over de subsidiëring van het bijzonder
landbouwonderwijs, een kwestie, waarbij de rechterzijde met een amende-
ment-v. d. Heuvel nadrukkelijk op haar stuk is blijven staan.
Zoals gisteren reeds in een deel onzer oplage werd gemeld, had minister
Mansholt de suggestie gedaan om in de Noord-Oost Polder voor het land
bouwonderwijs te komen tot wat de bewindsman noemde een „vleugel-
school". Men heeft daar thans een protestants-christelijke landbouwwinter-
school, welke ongesubsidieerd is. De minister wees op de hoge kosten, ver
bonden aan het inrichten van drie aparte scholen voor verschillende richtin
gen en stelde voor, dat men voor de technische outillage één gemeenschap
pelijke school zou bouwen met daaraan verbonden aparte vleugels voor het
onderwijs in de levensbeschouwelijke vakken.
(Van onze Haagse redactie)
Dinsdagavond is in Den Haag officieel
de Vereniging tot Bescherming van
Voetgangers opgericht. De rede van de
voorlopige voorzitter, de heer L. C. Ad
miraal, waarin deze de redenen uiteen
zette waarom een dergelijke vereniging
in ons land noodzakelijk is, werd door
de vergadering met een warm applaus
begroet. „Het is onze bedoeling, aldus
de heer Admiraal, om de vogelvrij ver
klaarde voergangers op een gepaste
wijze te beschermen. Het gaat hier om
een belangrijke zaak, waarmee mensen
levens gemoeid zijn; het leven van het
kind dat zich achteloos op de weg be
geeft, de bejaarden, slechthorenden,
slechtzienden, kortom voor allen die
voetganger zijn." Welke gevaren het
verkeer oplevert bewees de heer Admi
raal aan de hand van cijfermateriaal
van het CBS. In het eerste halfjaar van
1953 kwamen 40.000 ongevallen voor,
waarbij 557 met dodelijke afloop, 6027
personen werden zwaar en 5682 perso
nen werden licht gewond. Bij dit alles
ontkende de heer Admiraal de fouten
van voetgangers zelf niet. Hun vaak
aarzelende houding veroorzaakt onge
vallen. Maar deze houding komt voort
uit de onvoldoende gedisciplineerd
heid van de weggebruikers, een toe
stand welke afgrijselijk is.
Uit de adhaesiebetuigingen die de
heer Admiraal van vele zijden heeft
ontvangen, somde hij vervolgens enkele
grieven op die sympathisanten met de
vereniging naar voren hadden gebracht.
Zo klinkt in vele brieven een ver
zoek om wederinstelling van de maxi
mumsnelheid in de bebouwde kom, dat
zwaardere straffen worden geëist tegen
automobilisten die dodelijke ongeluk
ken veroorzaken. Bij minder ernstige
ongevallen zou het volgens enkele brief
schrijvers aanbeveling verdienen het
motorvoertuig tijdelijk in beslag te ne
men. Voorts spreekt men zich uit voor
de afschaffing van voorrangswegen in
de bebouwde kom, de aanleg van beter
beveiligde vluchtheuvels, beveiliging
van oversteekplaatsen en de bouw van
voetgangerstunnels op drukke punten.
Hierna sprak de vergadering de wen
selijkheid uit dat het arbeidsterrein van
de vereniging niet beperkt zal blijven
tot Den Haag maar dat men, wil men
met deze actie succes boeken, van de
vereniging een landelijke organisatie
moet maken. Als voorlopig contactadres
werd gekozen het adres van de initia
tiefnemer, de heer L. C. Admiraal, v
Bleiswijkstraat 86, Den Haag.
(Van onze parlementaire
redacteur a. i.)
De behandeling van het onderdeel
Visserij van minister Mansholt's be
groting heeft Dinsdag in de Tweede Ka
mer geen debat opgeleverd, waarin
zich bijzondere moeilijkheden voorde
den. De bewindsman uitte zijn ernsti
ge bezwaren tegen de subsidie op ko
len, welke de Duitse vissers ontvangen.
De Nederlandse vissers hebben zich zoet
laten houden met de verwachting, dat
in de Kolen- en Staalgemeenschap
voor een dergelijke speciale steunmaat
regel geen plaats zou zijn. Duitsland
heeft zich niettemin een tijdelijke
uitzonderingspositie weten te scheppen.
De minister deelde mede alles in het
werk te zullen stellen, opdat aan deze
situatie een eind zal komen.
Een diepergaande gedachtenwisseling
over visserijvraagstukken „al kunnen
plaats vinden aan de hand van de vis
serij-nota, welke de bewindsman heeft
toegezegd. De begroting van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening werd
tenslotte z.h.s. aanvaard met de ge
bruikelijke aantekening „tegen" van
communistische zijde.
Dat is principieel onaanvaardbaar, zei
de heer Engelbertink (K.V.P.)Wel zou
men drie afzonderlijke scholen met eigen
schoolbesturen kunnen stichten, die dan
voor hun technische outillage tot een
gezamenlijke exploitatie zouden kunnen
komen. Minister Mansholt erkende in
zijn wederwoord het goed recht van de
zelfwerkzaamheid der verschillende orga
nisaties, docht achtte het dan toch de
taak van de overheid het algemene ge
deelte voor de bedoelde school ter be
schikking te stellen.
Inmiddels had echter de heer Van den
Heuvel (A.R.) een amendement inge
diend om principieel deze zaak anders
te stellen, door namelijk de begrotings
post voor algemene uitgaven met één
gulden te verminderen en daartegenover
het bedrag voor schoolsubsidiëring met
één gulden te verhogen. Dit amende
ment werd gesteund van K.V.P.-, C.H.-,
K.N.P.- en S.G.P.-zijde.
De bewindsman ging er mee accoord,
dat er bijzondere scholen komen in de
Noord-Oost-Polder, maar dan op zulk
een wijze, dat er een concentratie van
de technische outillage plaats vindt. Met
deze opzet viel h.i. het amendement-
v. d. Heuvel niet te rijmen, zodat de
minister zich hiertegen verzette.
Het debat werd wel zo belangwek
kend, dat de Kamer volstroomde met
leden, die zich overigens van de
Landbouwbegroting afzijdig hadden
gehouden en op dit moment mengde
prof. Oud (V. V. D.) zich in de
gedachtenwisseling der agrarische
specialisten door te verklaren, dat de
Kamer niet bij amendement de be
groting kan verhogen. Op een inter
ruptie, dat er niet van een verhoging
der totale uitgaven, doch slechts van
een overheveling van gelden van de
ene post naar de andere sprake was,
antwoordde de liberale fractieleider,
dat dit aan zijn stelling niets af deed.
Ter verduidelijking hiervan voerde
spr. aan, dat het een beginsel van
het anti-revolutionnaire staatsrecht
is, dat men een regering geen gel
den mag opdringen, die zij niet
wenst.
Minister Mansholt motiveerde ten
slotte nogmaals zijn afwijzend stand
punt. Door de gelden al was het dan
maar symbolisch met één gulden te
bestemmen voor de bijzondere land-
bouwwinterschool in de Noord-Oost-
Polder zou men de basis wegnemen
voor de rijksfinanciering van de alge
mene outillage voor verschillende scho
len. Het amendement bleef niettemin
gehandhaafd; de vermindering van de
algemene uitgaven werd aanvaard met
34 tegen 29 stemmen en de verhoging
van het subsidie voor de bijzondere
landbouwwinterschool met 35 tegen 29
stemmen.
Het was een stemming van links tegen
rechts; tegen het amendement verklaar
den zich de P.v.d.A., V.V.D. en C.P.N.,
terwijl de overige fracties zich achter
de heer v. d. Heuvel stelden.
(Telefonisch van onze financiële
correspondent te Brussel)
BRUSSEL, hedenmorgen.
Dinsdag hebben de 6300 arbeiders van
de mijnen Hornu en Wasmes in de Bel
gische Borinage het werk hervat, na een
succesvolle proteststaking tegen de aan
gekondigde sluiting van deze exploitatie,
die zeven schachten omvat en behoort
aan de machtige staal, en steenkoolgroep
John Cockerill.
Tegenover de stakingsbeweging in de
Borinage. de protestacties van de ge
meentebesturen in de streek van de met
sluiting bedreigde mijnen, de eensgezind
heid in het bijzonder van de Franstalige
pers en de beroering in het parlement,
heeft de regering met bekwame spoed
met de betrokken partijen naar een op
lossing gezocht.
Resultaat was dat de exploiterende
(Vart. door F, van Oldenburg Ermke)
50
Het telefoongesprek was afgelopen.
Diep in gedachten, maar niet zo'n klein
beetje in zijn schik legde Gibson de
haak weer op het toestel. Wat de gou
verneur gezegd had, was ongetwijfeld
juist. Hij was hier bijna een maand, en
in die tijd was zijn kijk op Mars geheel
veranderd. Zijn eerste, schooljongens
achtige opwinding had niet langer dan
een paar dagen geduurd en de daarop
volgende ontgoocheling niet veel langer.
Thans wist hij genoeg om de kolonie
te beschouwen met een getemperd en
thousiasme, dat niet geheel op logica
gebaseerd was. Hij was bang om het te
analyseren, want zou het dan niet ge
heel verdwijnen Ten dele kwam het
voort, wist hij, uit zijn groeiend res
pect voor de mensen om hem heen
zijn bewondering voor die flinke schran
dere bijdehandheid tot het aanvaarden
van welberekende risico's, welke hen
niet enkel in staat hadden gesteld om
in die zo geduchte en vijandige wereld
het leven te houden, maar tevens ook
om de grondslagen te leggen voor de
eerste buitenaardse cultuur. Meer dan
ooit tevoren voelde hij een verlangen
om in hun werk te delen waarheen dit
ook leiden mocht.
Intussen was zijn eerste werkelijke
kans om Mars op grote schaal te zien
eindelijk gekomen. Woensdag zou hij
naar Port Schiaparelli, de tweede stad
van de planeet, vertrekken, tienduizend
Kilometer oostwaarts in Trivium Cha-
rontis. Het plan voor die tocht was een
veertien dagen geleden gemaakt, maar
telkens was er iets tussen gekomen.
Hij zou Hilton en Jimmy moeten waar
schuwen zich gereed te maken ze
waren de gelukkigen, die het lot ge
trokken hadden. Misschien zou Jimmy
niet zo graag meer meegaan als eerst
het geval geweest zou zijn. Ongetwij
feld zou hij nu met bezorgdheid de da
gen tellen, dat hij nog op Mars kon
blijven, en hij zou een tegenzin hebben
tegen alles, wat hem van Irene verwij
derde. Maar als hij die kans verzuimde,
zou Gibson hem nooit meer aankijken.
„Aardige kist, hè?" zei de piloot trots.
„Er zijn er maar zes van op Mars. Het
is heel lastig om een straaljager te
ontwerpen, die in deze atmosfeer vlie
gen kan, zelfs al is de lage zwaarte
kracht van grote steun."
Gibson had van aërodynamica geen
verstand genoeg om de geniale moge
lijkheden van het toestel naar behoren
te waarderen, al zag hij wel, dat de
spreiding der vleugels abnormaal groot
was. De vier raketkamers waren netjes
verborgen even buiten de kiel van het
toestel; enkele lichte „öpbultingen" ver
rieden ternauwernood hun aanwezig
heid. Had hij een dergelijke machine
op een vliegveld op aarde gezien, dan
zou Gibson er nauwelijks aandacht aan
hebben geschonken, hoewel het stevige
tractor-onderstel hem misschien wel
opgevallen zou zijn. Die machine was
erop gebouwd om vlug en ver te vlie
gen en te landen op alles, wat maar
enigszins vlakker was dan een rots in
zee.
Hij stapte in na Jimmy en Hilton en
installeerde zich zo geriefelijk als met
het oog op de beperkte ruimte maar
enigszins mogelijk was Het grootste
deel van de cabine werd ingenomen
door grote pakkisten, die door riemen
stevig op hun plaats gehouden werden
ijlgoed voor Skia, veronderstelde hij.
Zodoende was er niet veel plaats over
voor de passagiers.
De motoren kwamen snel op toeren,
totdat hun ijl gehüil tot aan de grens
der hoorbaarheid steeg. Dan kwam de
vertrouwde pauze, waarin de piloot zijn
instrumenten en apparaten controleer
de. Daarna werd de stuwkracht op haar
'maximum gebracht en gleed de start
baan onder hen weg. Een paar seconden
later brandden de startraketten los en
stuwden het toestel als een veertje zo
licht hemelwaarts Eerst stegen ze in
zuidelijke richting, zwenkten toen naar
stuurboord en vlogen in een grote boog
over de stad. Port Lowell, dacht Gib
son, was zonder twijfel gegroeid sinds
hij de stad het laatst vanuit de lucht ge
zien had. De nieuwe koepel was nog
leeg, maar beheerste reeds de stad met
zijn belofte van groter, ruimheid en
omvang. In het midden zag hij een
glimp van mensen en machines, aan het
werk om de fundamenten te leggen
voor de nieuwe voorstad.
Het toestel zette nu gestadig naar het
oosten koers en aan de rand van de
planeet verzonk het grote eiland, Auro-
rae Sinus. Afgezien van enige oasen
lag de open woestijn nu voor hen, zich
over duizenden kiiometers uitbreidend
De piloot schakelde naar automatisch
over en ging de passagierscabine bin
nen om een praatje te maken.
„Over een uur of vier zijn we te
Charontis," zei hij. „Ik vrees dat u
onderweg niet veel te zien zult krijgen,
maar u zult enige mooie kleureffecten
kunnen bewonderen, wanneer we over
Euphrates vliegen. Daarna blijft het
min of meer dezelfde saaie woestijn,
totdat we de Syrtis Major bereiken.''
Gibson maakte uit het hoofd vlug
enige berekeningen.
„Laat 'ns kijken we vliegen naar
het oosten en we zijn nogal laat ver
trokken het zal donker zijn, wanneer
we daar komen."
„Maakt u zich daar geen zorgen over
we vangen de signalen van het Cha-
rontis-baken op, wanneer we er een
paar honderd, kilometer vandaan zijn.
Mars is zo klein, dat je niet vaak een
lange-afstand-vlucht bij daglicht maken
kunt."
„Hoelang bent u al op Mars?" vroeg
Gibson, die nu ophield met foto's 19
maken door de observatievensters.
„O, vijf jaar."
„Altijd als vlieger?"
„Ja, nagenoeg wel."
„Zoudt u niet liever op wereldruim
schepen dienst doen?"
„Toch niet. Weinig opwindend. Altijd
maar ronddrijven in het niets, en dat
gedurende maanden aan één stuk."
Hij grinnikte eens en keek Hilton aan,
die beminnelijk glimlachte maar geen
neiging toonde om een discussie te be
ginnen,
„Maar wat bedoelt u eigenlijk met
„opwindend?" zei Gibson, die het blijk
baar een beetje benauwd begon te krij
gen
„Nou, je hebt wat landschappen on
der je om naar te kijken; je bent nooit
erg lang van huis; en er is altijd Je
kans dat je iets vindt. Ik heb een stuk
of drie vluchten over de pool gemaakt,
weet u meestal des zomers, maar ik
vloog de afgelopen winter over de Mare
Boreum. Buiten was het een honderd-
vijftig graden onder nul! Dat was voor
Mars tot dusver het record."
(Wordt vervolgd).
maatschappij, die per maand gemiddeld
18 millioen Belg. francs verliest op de
exploitatie van deze mijnen, haar slui
tingsprogramma voorlopig geschorst
heeft, en dat in overleg met de Belgische
overheidsdiensten, en met de Hoge Auto
riteit van de Kolen- en Staalgemeenschap,
vóór 1 Maart 1954 naar een definitieve
oplossing gezocht zal worden.
In concreta zou zulks betekenen dat
de manoeuvre van de betrokken mijn
onderneming, om verder door de Belgi
sche staatskas gesubsidieerd te worden,
als gelukt mag worden beschouwd. In
derdaad, hoe moeilijk de toestand ook
was, de spectaculaire en bruuske aan
kondiging van de sluiting van zeven
schachten, evenals het blijkbaar instem
men met de staking, wijzen erop dat
men druk op de regering heeft willen
uitoefenen, poging, die goed geënsce
neerd en uitgevoerd, in België meestal
haar doel niet mist.
Men kon voorzien dat de Belgische
steenkoolnijverheid in het kader van de
Europese, Kolen- en Staalgemeenschap
zekere structuuraanpassingen tegemoet
ging, die in feite op de sluiting van
sommige mijnen moesten neerkomen.
Een eerste practische les, die uit het
incident in de Borinage te trekken valt,
is wel dat het samenspel tussen de Hoge
Autoriteit en de nationale regeringen, op
wier grondgebied zich moeilijkheden
voordoen nog niet volledig gesmeerd
loopt.
Anderzijds vestigen sommige Vlaamse
bladen, niet zonder enige bitterheid, er
do aandacht op, dat tot nog toe de 200.p00
werklozen die het Vlaamse land ként,
minder belangstelling schijnen te wek
ken dan de 6000 arbeiders in de Bori
nage. onder wie zich 4000 vreemdelin
gen bevinden.
De Jordaanse regering heeft meege
deeld, dat drie Arabieren gedood zijn,
twee andere gewond en drie huizen ver
nield toen Israëli's Maandagavond een
aanval ondernamen op drie dorpen bin
nen het Jordaanse gebied in het dis-
strict Hebron.
Terzelfdértijd heeft Israël de beschul
diging uitgesproken, dat een Egyptisch
oorlogsschip gevuurd heeft op een
vliegtuig voor de kust van Gaza. Ne
toestel werd niet getroffen en heeft hei
vuren niet beantwoord. Er is een klactn
ingediend bij de Israëlisch-Egyptische
wapenstilstandscommissie. Van de zij»®
van Israël is voorts melding gemaaK
van nog twee andere grensschendinge"*