Ons fiscaal regiem straffer dan dat van Labour K.V.P. slechts noodgedwongen accoord met belastingen Dr. Evans over de Unesco en de Katholieke Kerk Unesco kan wel meewerken maar niet kiezen Minister de Bruijn installeert Productiviteitsraad Kleinmetaal i Bijzonder landbouwonderwijs de N.O.-Polder in Bescherming van voetgangers Belgische mijnwerkers hervatten het werk Manoeuvre om verdere subsidie te krijgen gelukt OUDE GENEVER Symbolisch amendement-v. d. Heuvel ondanks ministerieel verzet aanvaard Landbouw begroting aanvaard In het zand van MARS WOENSDAG 23 DECEMBER 1953 PAGINA 4 Belastingwetten in de Senaat onder de loupe 5 pet. ook voor ramp slachtoffers En gerepatrieerden Oneerlijke pastorie huishoudster Tot acht maanden (vier voorw.) veroordeeld GEEN OVERGAVE Van 1800 opstandelingen in Zuid-Celebes t €"R>I G P€ NOORMA Examens Hoogconjunctuur in de zuivelafzet ten einde Echter geen reden tot zorg Vereniging opgericht in Den Haag Nota over Visserij op komst Principieel debat in Tweede Kamer door ARTHUR C. CLARKE Drie doden bij grens incident in Palestina (Van onze parlementaire redacteur) In de avondvergadering heeft de Senaat de belastingwetten onder de loupe genomen. Ook daarbij werd nog al wat critiek geuit. Prof. Hellema (A.R.) viel het fiscaal beleid van de regering scherp aan, omdat dit naar zijn mening getuigt van te weinig vertrouwen in de ondernemer. Ons fiscaal regiem houdt zo weinig rekening met het nut van besparingen, dat zelfs de Labour- regering in Engeland nooit heeft gewaagd om zo met dubbele heffingen van inkomsten- en vermogensbelasting op de winsten te werken. Mr. Teulings (K.V.P.) hield een beschouwing met een politiek karakter over het financieel en fiscaal politieke doel van na de oorlog. Sinds 1947 heeft men herhaaldelijk van K.V.P.-zijde gewaarschuwd voor de gevaren aan de hoge belastingtarieven verbonden. Steeds werd aangetoond, dat dit remmend werkt op de ondernemingslust en op de kapitaalvorming, en dat het leidt tot het opvoeren van bedrijfsonkosten en het vernietigen van de fiscale moraal. Wanneer de K.V.P. zich al accoord moest verklaren met het belastingproject, geschiedde dat met het oog op de noodtoestand, waarin het land verkeerde. Voor anderen echter waren dergelijke maatregelen een welkome plicht, die lag in de lijn van hun socialistische doeleinden. Wanneer twee mensen het zelfde doen, bedoelen zij daarmee nog niet hetzelfde, aldus mr. Teulings. Een niet te miskennen stekeligheid had mr. Teulings ontdekt in de wijze waar op de ministers (zelf socialist) bij het thans ingediende belastingproject in de schriftelijke stukken reageert op op merkingen van K.V.P.-zijde, dat einde lijk aan deze waarschuwingen gehoor is gegeven. Wat de regering thans aan biedt op een totaal van 540 millioen, waaronder verruiming van verliescom pensatie, vervroegde afschrijving, af schaffing van extra inkomstenbelas ting en investeringsaftrek, zal de socia listen de ogen hebben doen uitwrijven. Kentering De heer Teulings was niet ontevre den. Men kan inderdaad van een ken tering spreken, ook wat betreft het meerdere begrip voor het probleem fis cale druk op het bedrijfsleven. Uit al les blijkt echter dat niet de K.V.P., maar de socialisten nu uit nood mee moeten. Zij voelen er maar weinig voor om meer armslag te geven aan het par ticuliere bedrijfsleven. Dankbaar maar niet voldaan was deze eindindruk van mr. Teulings, die echter begrip had voor de budgetaire grenzen die aan het huidige belastingproject gesteld moeten worden. Hij was veel meer dan de re gering overtuigd dat de fiscale facili teiten voor het bedrijfsleven inderdaad tot een grotere bereidheid bij de on dernemer zullen leiden om nieuwe risi co's te nemen. Hij meende dat nog slechts een eerste, zij het reële stap naar verlichting van de positie van de middeninkomens is gezet. Wat de vereveningsheffing betreft, nam de heer Teulings het standpunt in, dat vrijstelling van de eerste f 10.000 inderdaad, zoals ook de regering meent, structureel voor de middenstand min der gunstig zou zijn dan de tegenvoor stellen die de regering heeft gedaan. Hij nam daarbij een ander standpunt in dan prof. Romme, van wie dit voorstel tot het leggen van een franchise in de Advertentie WENNEKER •13*11 J3d qz i H3H3XN3M 30110 «d Oi i 33A30HJ 3030 Toen de directeur-generaal van de Unesco, dr. Evans onlangs een cbg na de laatste zitting van de uitvoerende raad van de Unesco een vertegenwoor diger van het Franse dagblad La Croix heeft ontvangen, heeft hij enige belang rijke mededelingen gedaan over de be trekkingen tussen de Katholieke Kerk en de Unesco. De banden tussen de Katholieke Kerk en de Unesco, zo zeide dr. Evans, zijn velerlei, omdat vele ac tiepunten voor de Katholieke Kerk een bijzondere waardie hebben: de opvoe dingsmethoden de geschiedenis van de wetenschappelijke en culturele ontwik keling van de mensheid, het onderwijs van de rechten citer mensheid, de inter nationale verstandhouding en vele an dere onderwerpen, die erop gericht zijn de geesten voor te bereiden op een in ternationaal leven van vrede. Daarop sneed dr. Evans de noucling aan, die de Unesco moet aannemen t.o.v. verschillende godsdiensten. Let terlijk zeide hij: „Alle religies, alle ge loven, alle philosophiën vindt men on der de staten-leden van de Unesco vertegenwoordigd. Gezien zijn hui dige situatie staat het de Unesco niet vrij om uit deze verscheiólenheid één bepaald dogma of een bepaald systeem te kiezen, dat zü zou aanhangen of verwerpen. Haar incompetentie in deze is niet alleen feitelijk maar ook rechtens. Haar algemeenheid maakt het haar mogelijk te aanvaarden en mede te werken, maar zij kan geen een vormigheid verlangen." „Wanneer de Unesco er naar streeft, in overleg met de staten-leden de mid delen te scheppen om het onderwijs gratis en verplicht te maken ofwel om de leerplichtige leeftijd te verlengen, clan matigt zij zich geen enkel oordeel aan over de inhoud der leerprogram ma's, die al of niet naar het oordeel van de nationale gezagsdragers, een plaats kunnen innemen in het onderwijs over God. De organisatie speelt een technische en beperkte rol. Uit dat oogpunt dus kan de kwestie van het étheïme niet worden gesteld. Zij zou niet alleen niet thuis horen in het eigen do mein van de Unesco, maar bovendien zou zij iedere mogelijkheid tot samen werking tussen de staten-leden uitscha kelen". Dr. Evans heeft aan deze beschouwing onmiddellijk een ander vastgeknoopt, over de medewerking welke de Unesco aan de Katholieke Kerk kan bieden. Hij verklaarde daarbij: „Met groot genoe gen moet ik erop wijzen, dat de uitvoe rende raad, nog onlangs een reeks voorstellen tot onderlinge hulpverle ning heeft aangenomen, die ter tafel waren gebracht door het Katholieke Centrum voor Samenwerking met de Unesco. Op die manier zullen verschil lende Katholieke instellingen in Azië en in Afrika kunnen profiteren van de in ternationale hulpverleningen, georgani seerd door de Unesco. Honderdduizen den leerlingen en kinderen zullen wor den uitgenodigd door middel van de or ganisatie te helpen. „Dit is slechts één voorbeeld. Ook op andere wijze kan de samenwerking met de Katholieken kostbaar en vruchtbaar ziin. Dat alles moet in verschillende de len van de wereld het gevoel van gees telijke en zedelijke saamhorigheid der mensen doen toenemen, hetwelk een der diepste waarborgen voor de vrede is". Vervolgens kwam dr. Evans tot een ander omstreden vraagstuk, n.l. van het (basis) elementaire onderwijs. Het is de Unesco geenszins onbekend, dat de vooruitgang in het onderwijs in die landen, welke economisch gespro ken tot de onontwikkelde gebieden moeten worden gerekend, voor een belangrijk deel aan de Katholieke missies te danken is. Daarom acht zij het bijzonder be langrijk, dat de belangstelling voor het basisonderwijs in Katholieke kringen is gewekt en dat die kringen hebben gezegd met de Unesco samen te willen werken in haar strijd tegen de onwe tendheid die de oorzaak is van zoveel ellende en lijden. Tweede Kamer was uitgegaan. De heer v. Tilburg (P. v. d. A.) be vestigde dat de vermoedens van mr. Teulings juist waren. Hij verklaarde dat de P. v. d. A. wel voor het scheppen van werkgelegenheid is, maar dat men daarbij niet allereerst steun aan het be drijfsleven wil geven. Ondanks deze critiek hebben alle fracties, behalve de communisten, reeds laten merken, dat zij toch voor de be- lastingontwerpen zullen stemmen. Men wenst blijkbaar zelfs niet te denken aan de consequenties die een verwer pen van deze voorstellen tengevolge zou hebben. De minister voor Maatschappelijk Werk heeft aan de gemeentebesturen medegedeeld dat in verband met de verhoging van de lonen van werkne mers tengevolge van de huurverhoging en opheffing van de consumptie-beper king, op rampslachtoffers en gerepatri eerden dezelfde regeling zal worden toegepast (5 pet.) als op de uitkeringen aan de oorlogsslachtoffers. De Haagse rechtbank heeft de 47-ja- rige huishoudster H. M. H., wonende te 's-Gravenhage, veroordeeld tot een ge vangenisstraf van acht maanden, waar van er vier voorwaardelijk zijn opge legd, met aftrek van ondergaan voor arrest en een proeftijd van drie jaar. De huishoudster had in de jaren 1951 tot 1953, toen zij in dienst was van de parochie van het Allerheiligste Sacra ment aan de Sportlaan te 's-Gravenhage, enige honderden guldens verduisterd ten nadele van de pastoor en de kape laan van deze parochie. Voorts zou zij ook geld uit offerblokken hebben weg genomen. De officier van justitie had tegen haar een gevangenisstraf van een jaar, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en een proef tijd van drie jaar gerequireerd. Achttienhonderd opstandelingen in Zuid-Celebes, die zich bereid hadden verklaard zich over te geven, hebben zich in de bossen teruggetrokken, in plaats van zich naar de kampen te be geven, die hen door de militaire autori teiten waren aangewezen, aldus ver neemt AJF.P. in Djakarta. AMSTERDAM (V.U.) Doctoraal eco nomie: R. Soerjadi, Amsterdam; A. Kouwenhoven, Delft, en J. v. Nieuw koop, Voorhout (cum laude). Cand. eco nomie: A. Jelsma, Amsterdam, en E. Usman, Djakarta. AMSTERDAM (G.U.) Doctoraal Ned.: mej. F. M. Kolpa, Amsterdam. AMSTERDAM. M.O. Spaans: mej. M. Harten, Hilversum. DELFT. Cand. bouwk. ing.: mej. C. Baas, Leidschendam; A. J. Dorjee, Delft; C. Veerling, Amstelveen; H. J. Verster, 's-Gravenmoer; J. C. Visser, Goes; in- genieursex. voor bouwk. ing,: D. F. J. Appels, Driebergen; R. F. Bauer, Schie dam; H. G. Bosch, Maastricht; W. H. H. Deckers, Roermond; J. H. W. Elemans, Ravestein; A. S. Galis, Groningen; G. J. v. d. Grinten, Venlo; J. F. Hondius, Overveen; H. T. Hopman, 's-Graven hage; E. Cladde, Amsterdam; A. v. Lin- ge, Groningen; G. Oranje, Delft; H. Roebbers, Delft; P. H. Tauber, Rijswijk (Z.H.); G. L. Temminck Groll, Amster dam; J. v. Tol, Boskoop; H. T. Vink, Delft; J. Wijnbergen, Nieuw-Helvoet; ingenieursex. scheepsbouwk. ing.: F. Kok, Amsterdam. De minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie en Bezitsvorming, de heer A. C. de Bruijn, heeft gisteren te 's-Gravenhage de Productiviteitsraad Kleinmetaalindustrie geïnstalleerd. In de installatierede noemde de mi nister het verheugend en van het aller grootste elang, dat het begrip „pro ductiviteit" steeds meer in het centrum van de belangstelling wordt geplaatst. Het stemt volgens de minister tot vol doening, dat mede dank zij de inten sieve voorlichting van de op dit gebied werkende instellingen, het productivi- teitsstreven in vrijwel alle geledingen van het bedrijfsleven, en met name in het midden- en kleinbedrijf, thans grote weerklank vindt. Zonder anderen te kort te willen doen, wees de minister op het voortreffelijke werk. dat de Con tactgroep Opvoering Productiviteit in deze heeft verricht en nog verricht. De minister heeft gemeend krachtige steun te moeten verlenen aan het pro- ductiviteitsplan, dat op initiatief van de betrokken bedrijfsgenoten voor de klei ne metaalnijverheid is opgesteld. Een reden hiervoor is de centrale plaats, die de metaalindustrie in het economi sche bestel van ons land inneemt. De taak van de overheid ten aanzien van de productiviteitsverhoging is vol gens de minister in hoofdzaak een coördinerende en stimulerende. Het uit vinden of opsporen, het toepassen van de middelen, het inrichten van een ef ficiënte organisatie in de onderneming, dient per slot van rekening door het bedrijfsleven zelf te geschieden. Het standpunt: „zelf-geschieden" steunt op het gezonde maatschappelijke principe van de zelfwerkzaamheid en zelfver antwoordelijkheid van het bedrijfsleven. Die zelfwerkzaamheid en zelfverant woordelijkheid vergen echter, vooral in de aanvang, dikwijls grote financiële offers van het bedrijfsleven, die het zeif niet kan opbrengen. Het stemt dan o k tot dankbaarheid, dat de regering van de Verenigde Staten, het belang van een productiviteitsverhoging in en voor West-Europa inziende, middelen ter beschikking heeft gesteld De voorzitter van de Productiviteits raad Kleinmetaalindustrie, prof. ir. D. Dresden, heeft in antwoord op de rede van minister De Bruijn een toespraak gehouden, waarin hij enkele punten noemde, die voor het kleine bedrijf in het bijzonder gunstig gelegen zijn. Het is volgens spreker verheugend, dat de punten, waarin de kleine onderneming het moeilijker heeft, vrijwel alle vat baar zijn voor een gemeenschappelijk aanpakken. Natuurlijk geeft de ondernemer, die in deze stichting intensief samenwerkt met zijn collega's, daarbij een stuk je prijs van zijn, veelal slechts schijnbare zelfstandigheid. Gelukkig went men langzamerhand aan het denkbeeld, dat integratie moet wor den nagestreefd en ik zie in de op richting van deze stichting, aldus spre ker, een bewijs daarvan. Spreker gaf de minister de verzeke ring, dat de raad er van overtuigd is, dat ook de best werkende productivi teitsraad niet in de plaats kan treden voor een juiste productiviteitsdaad. '■uj ytr-\ 3. Met een laatste reutelende grauw slaat de kolos voorover, zodat de krijger maar net op zij kan springen om niet onder het geweldige 'lichaam bedolven te worden. Op hetzelfde ogenblik hoort hij achter zich iets kraken. Verschrikt wendt hij zich om en kijkt met grote ogen naar de twee gestalten, die uit de struiken te voorschijn treden. Doordat ze de zon achter zich hebben, kan de krijger hun gezichten niet onmiddellijk onderscheiden, doch hun kalme en rustige houding en hun beheerste bewegingen stellen hem. enigszins gerust, zodat hij nieuwsgierig blijft wachten. Met iedere stap, waarmee zij dichterbij komen, stijgt de verbazing van de krijger. Wat zijn dit voor wezens, behangen met geitenvellen? De oudste van het tweetal is een lange, gespierde figuur. Zijn kale, bruinverbrande schedel glanst in de zon en om zijn hals draagt hij een keten van bereyxtanden. De knaap, die met lichte, veerkrachtige tred aan zijn zijde gaat, is even fors ge bouwd, doch zijn huid heeft een iets lichtere tint. Vrolijk schalt zijn stem door het bos. „Dat was een meesterschot, nietwaar, vader Sverre?" De andere knikt kort. „Dat moest ook," merkt hij op. „We hebben lang genoeg achter hem aangezeten." Aarzelend en met zijn houding verlegen, is de krijger blijven staan. Nog steeds besteden de jagers niet de minste aandacht aan hem. Zij buigen zich over hun buit heen en trekken behoedzaam hun pijlen uit de ruige vacht. „Ik... ik vond het anders maar een knap gevaarlijk schot," barst de krijger plotseling uit. „Ge hadt' mij wel kunnen treffen. Die pijlen vlogen rakelings langs mijn gezicht De oudste van het tweetal, die door de ander vader Sverre genoemd is, wendt langzaam het hoofd, en neemt de vreemdeling met een geamuseerd lachje op, alsof hij hem eerst nu in de gaten krijgt. „Zo moest het ook," antwoordt hij rustig. „Ze konden u niet raken, vermits wij op de beer schoten." Hierop weet de krijger niets te antwoorden en besluiteloos blijft hij de anderen aankijken. Doch plotseling schiet hem iets te binnen. „Hebt ge mijn paard soms gezien?" vraagt hij. „Het is het bos ingerend, toen dat ondier mij aanviel De jager schudt het hoofd. „Neen, maar wij zullen het wel even voor u opsporen," biedt hij aan. „Hoe wilt ge dat klaar spelen?" vraagt de krijger argwanend. „Het beest kan wel mijlen ver weg zijn." Doch de ander zegt onverschillig„Oh, daar hebben wij onze eigen manier voor, nietwaar Axe?" Hij geeft de jongen een knipoogje. Axe knikt begrijpend, terwijl een vrolijke grijns zich over zijn hele gezicht verspreidt. „Wacht hier," roept de jager nog over zijn schouder en voor de krijger van iets weet, is het tweetal tussen de struiken verdwenen. „Ik geloof, clat er een eind gekomen is aan de hoogconjunctv r in de afzet van zuivelproducten, zoals wij die de laatste jaren gekend hebben. Ik meen echter niet, dat we nu in een periode van laa -conjunctuur zullen komen, zoals in de 30er jaren. Wel verwacht ik, dat we zo nu en dan voor moei lijke situaties zullen komen te staan, waarbij we, om ze op te lossen, wel eens van de tradi 'onele paden zullen moeten afwijken en heilige huisjes zullen moeten omverlopen". Aldus de conclusie van ir. B. van Dam, voorzitter van het Bedrijfschap voor Zuivel, in een rede voor de Gel derse Mij. van Landbouw. Spr. gelooft, C i het opheffen van invoerbelemmeringen voor kaas stimu lerend zal werken op het ganse Euro pese kaasverbruik. De honderden soor ten Europese kaas zijn naar uiterlijk, smaak, geur en samenstelling zo ver schillend, dat zij wederkerig nauwe lijks concurrerend zijn. De geconden seerde melk en in het algemeen de „condens"-producten gaan naar de me ning van ir. Van Dam een goede toe komst tegemoet. (Van onze parlementaire redacteur a.i.) De behandeling van de Landbouwbegroting is Dinsdag in de Tweede Kamer uitgemond in een principieel debat over de subsidiëring van het bijzonder landbouwonderwijs, een kwestie, waarbij de rechterzijde met een amende- ment-v. d. Heuvel nadrukkelijk op haar stuk is blijven staan. Zoals gisteren reeds in een deel onzer oplage werd gemeld, had minister Mansholt de suggestie gedaan om in de Noord-Oost Polder voor het land bouwonderwijs te komen tot wat de bewindsman noemde een „vleugel- school". Men heeft daar thans een protestants-christelijke landbouwwinter- school, welke ongesubsidieerd is. De minister wees op de hoge kosten, ver bonden aan het inrichten van drie aparte scholen voor verschillende richtin gen en stelde voor, dat men voor de technische outillage één gemeenschap pelijke school zou bouwen met daaraan verbonden aparte vleugels voor het onderwijs in de levensbeschouwelijke vakken. (Van onze Haagse redactie) Dinsdagavond is in Den Haag officieel de Vereniging tot Bescherming van Voetgangers opgericht. De rede van de voorlopige voorzitter, de heer L. C. Ad miraal, waarin deze de redenen uiteen zette waarom een dergelijke vereniging in ons land noodzakelijk is, werd door de vergadering met een warm applaus begroet. „Het is onze bedoeling, aldus de heer Admiraal, om de vogelvrij ver klaarde voergangers op een gepaste wijze te beschermen. Het gaat hier om een belangrijke zaak, waarmee mensen levens gemoeid zijn; het leven van het kind dat zich achteloos op de weg be geeft, de bejaarden, slechthorenden, slechtzienden, kortom voor allen die voetganger zijn." Welke gevaren het verkeer oplevert bewees de heer Admi raal aan de hand van cijfermateriaal van het CBS. In het eerste halfjaar van 1953 kwamen 40.000 ongevallen voor, waarbij 557 met dodelijke afloop, 6027 personen werden zwaar en 5682 perso nen werden licht gewond. Bij dit alles ontkende de heer Admiraal de fouten van voetgangers zelf niet. Hun vaak aarzelende houding veroorzaakt onge vallen. Maar deze houding komt voort uit de onvoldoende gedisciplineerd heid van de weggebruikers, een toe stand welke afgrijselijk is. Uit de adhaesiebetuigingen die de heer Admiraal van vele zijden heeft ontvangen, somde hij vervolgens enkele grieven op die sympathisanten met de vereniging naar voren hadden gebracht. Zo klinkt in vele brieven een ver zoek om wederinstelling van de maxi mumsnelheid in de bebouwde kom, dat zwaardere straffen worden geëist tegen automobilisten die dodelijke ongeluk ken veroorzaken. Bij minder ernstige ongevallen zou het volgens enkele brief schrijvers aanbeveling verdienen het motorvoertuig tijdelijk in beslag te ne men. Voorts spreekt men zich uit voor de afschaffing van voorrangswegen in de bebouwde kom, de aanleg van beter beveiligde vluchtheuvels, beveiliging van oversteekplaatsen en de bouw van voetgangerstunnels op drukke punten. Hierna sprak de vergadering de wen selijkheid uit dat het arbeidsterrein van de vereniging niet beperkt zal blijven tot Den Haag maar dat men, wil men met deze actie succes boeken, van de vereniging een landelijke organisatie moet maken. Als voorlopig contactadres werd gekozen het adres van de initia tiefnemer, de heer L. C. Admiraal, v Bleiswijkstraat 86, Den Haag. (Van onze parlementaire redacteur a. i.) De behandeling van het onderdeel Visserij van minister Mansholt's be groting heeft Dinsdag in de Tweede Ka mer geen debat opgeleverd, waarin zich bijzondere moeilijkheden voorde den. De bewindsman uitte zijn ernsti ge bezwaren tegen de subsidie op ko len, welke de Duitse vissers ontvangen. De Nederlandse vissers hebben zich zoet laten houden met de verwachting, dat in de Kolen- en Staalgemeenschap voor een dergelijke speciale steunmaat regel geen plaats zou zijn. Duitsland heeft zich niettemin een tijdelijke uitzonderingspositie weten te scheppen. De minister deelde mede alles in het werk te zullen stellen, opdat aan deze situatie een eind zal komen. Een diepergaande gedachtenwisseling over visserijvraagstukken „al kunnen plaats vinden aan de hand van de vis serij-nota, welke de bewindsman heeft toegezegd. De begroting van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening werd tenslotte z.h.s. aanvaard met de ge bruikelijke aantekening „tegen" van communistische zijde. Dat is principieel onaanvaardbaar, zei de heer Engelbertink (K.V.P.)Wel zou men drie afzonderlijke scholen met eigen schoolbesturen kunnen stichten, die dan voor hun technische outillage tot een gezamenlijke exploitatie zouden kunnen komen. Minister Mansholt erkende in zijn wederwoord het goed recht van de zelfwerkzaamheid der verschillende orga nisaties, docht achtte het dan toch de taak van de overheid het algemene ge deelte voor de bedoelde school ter be schikking te stellen. Inmiddels had echter de heer Van den Heuvel (A.R.) een amendement inge diend om principieel deze zaak anders te stellen, door namelijk de begrotings post voor algemene uitgaven met één gulden te verminderen en daartegenover het bedrag voor schoolsubsidiëring met één gulden te verhogen. Dit amende ment werd gesteund van K.V.P.-, C.H.-, K.N.P.- en S.G.P.-zijde. De bewindsman ging er mee accoord, dat er bijzondere scholen komen in de Noord-Oost-Polder, maar dan op zulk een wijze, dat er een concentratie van de technische outillage plaats vindt. Met deze opzet viel h.i. het amendement- v. d. Heuvel niet te rijmen, zodat de minister zich hiertegen verzette. Het debat werd wel zo belangwek kend, dat de Kamer volstroomde met leden, die zich overigens van de Landbouwbegroting afzijdig hadden gehouden en op dit moment mengde prof. Oud (V. V. D.) zich in de gedachtenwisseling der agrarische specialisten door te verklaren, dat de Kamer niet bij amendement de be groting kan verhogen. Op een inter ruptie, dat er niet van een verhoging der totale uitgaven, doch slechts van een overheveling van gelden van de ene post naar de andere sprake was, antwoordde de liberale fractieleider, dat dit aan zijn stelling niets af deed. Ter verduidelijking hiervan voerde spr. aan, dat het een beginsel van het anti-revolutionnaire staatsrecht is, dat men een regering geen gel den mag opdringen, die zij niet wenst. Minister Mansholt motiveerde ten slotte nogmaals zijn afwijzend stand punt. Door de gelden al was het dan maar symbolisch met één gulden te bestemmen voor de bijzondere land- bouwwinterschool in de Noord-Oost- Polder zou men de basis wegnemen voor de rijksfinanciering van de alge mene outillage voor verschillende scho len. Het amendement bleef niettemin gehandhaafd; de vermindering van de algemene uitgaven werd aanvaard met 34 tegen 29 stemmen en de verhoging van het subsidie voor de bijzondere landbouwwinterschool met 35 tegen 29 stemmen. Het was een stemming van links tegen rechts; tegen het amendement verklaar den zich de P.v.d.A., V.V.D. en C.P.N., terwijl de overige fracties zich achter de heer v. d. Heuvel stelden. (Telefonisch van onze financiële correspondent te Brussel) BRUSSEL, hedenmorgen. Dinsdag hebben de 6300 arbeiders van de mijnen Hornu en Wasmes in de Bel gische Borinage het werk hervat, na een succesvolle proteststaking tegen de aan gekondigde sluiting van deze exploitatie, die zeven schachten omvat en behoort aan de machtige staal, en steenkoolgroep John Cockerill. Tegenover de stakingsbeweging in de Borinage. de protestacties van de ge meentebesturen in de streek van de met sluiting bedreigde mijnen, de eensgezind heid in het bijzonder van de Franstalige pers en de beroering in het parlement, heeft de regering met bekwame spoed met de betrokken partijen naar een op lossing gezocht. Resultaat was dat de exploiterende (Vart. door F, van Oldenburg Ermke) 50 Het telefoongesprek was afgelopen. Diep in gedachten, maar niet zo'n klein beetje in zijn schik legde Gibson de haak weer op het toestel. Wat de gou verneur gezegd had, was ongetwijfeld juist. Hij was hier bijna een maand, en in die tijd was zijn kijk op Mars geheel veranderd. Zijn eerste, schooljongens achtige opwinding had niet langer dan een paar dagen geduurd en de daarop volgende ontgoocheling niet veel langer. Thans wist hij genoeg om de kolonie te beschouwen met een getemperd en thousiasme, dat niet geheel op logica gebaseerd was. Hij was bang om het te analyseren, want zou het dan niet ge heel verdwijnen Ten dele kwam het voort, wist hij, uit zijn groeiend res pect voor de mensen om hem heen zijn bewondering voor die flinke schran dere bijdehandheid tot het aanvaarden van welberekende risico's, welke hen niet enkel in staat hadden gesteld om in die zo geduchte en vijandige wereld het leven te houden, maar tevens ook om de grondslagen te leggen voor de eerste buitenaardse cultuur. Meer dan ooit tevoren voelde hij een verlangen om in hun werk te delen waarheen dit ook leiden mocht. Intussen was zijn eerste werkelijke kans om Mars op grote schaal te zien eindelijk gekomen. Woensdag zou hij naar Port Schiaparelli, de tweede stad van de planeet, vertrekken, tienduizend Kilometer oostwaarts in Trivium Cha- rontis. Het plan voor die tocht was een veertien dagen geleden gemaakt, maar telkens was er iets tussen gekomen. Hij zou Hilton en Jimmy moeten waar schuwen zich gereed te maken ze waren de gelukkigen, die het lot ge trokken hadden. Misschien zou Jimmy niet zo graag meer meegaan als eerst het geval geweest zou zijn. Ongetwij feld zou hij nu met bezorgdheid de da gen tellen, dat hij nog op Mars kon blijven, en hij zou een tegenzin hebben tegen alles, wat hem van Irene verwij derde. Maar als hij die kans verzuimde, zou Gibson hem nooit meer aankijken. „Aardige kist, hè?" zei de piloot trots. „Er zijn er maar zes van op Mars. Het is heel lastig om een straaljager te ontwerpen, die in deze atmosfeer vlie gen kan, zelfs al is de lage zwaarte kracht van grote steun." Gibson had van aërodynamica geen verstand genoeg om de geniale moge lijkheden van het toestel naar behoren te waarderen, al zag hij wel, dat de spreiding der vleugels abnormaal groot was. De vier raketkamers waren netjes verborgen even buiten de kiel van het toestel; enkele lichte „öpbultingen" ver rieden ternauwernood hun aanwezig heid. Had hij een dergelijke machine op een vliegveld op aarde gezien, dan zou Gibson er nauwelijks aandacht aan hebben geschonken, hoewel het stevige tractor-onderstel hem misschien wel opgevallen zou zijn. Die machine was erop gebouwd om vlug en ver te vlie gen en te landen op alles, wat maar enigszins vlakker was dan een rots in zee. Hij stapte in na Jimmy en Hilton en installeerde zich zo geriefelijk als met het oog op de beperkte ruimte maar enigszins mogelijk was Het grootste deel van de cabine werd ingenomen door grote pakkisten, die door riemen stevig op hun plaats gehouden werden ijlgoed voor Skia, veronderstelde hij. Zodoende was er niet veel plaats over voor de passagiers. De motoren kwamen snel op toeren, totdat hun ijl gehüil tot aan de grens der hoorbaarheid steeg. Dan kwam de vertrouwde pauze, waarin de piloot zijn instrumenten en apparaten controleer de. Daarna werd de stuwkracht op haar 'maximum gebracht en gleed de start baan onder hen weg. Een paar seconden later brandden de startraketten los en stuwden het toestel als een veertje zo licht hemelwaarts Eerst stegen ze in zuidelijke richting, zwenkten toen naar stuurboord en vlogen in een grote boog over de stad. Port Lowell, dacht Gib son, was zonder twijfel gegroeid sinds hij de stad het laatst vanuit de lucht ge zien had. De nieuwe koepel was nog leeg, maar beheerste reeds de stad met zijn belofte van groter, ruimheid en omvang. In het midden zag hij een glimp van mensen en machines, aan het werk om de fundamenten te leggen voor de nieuwe voorstad. Het toestel zette nu gestadig naar het oosten koers en aan de rand van de planeet verzonk het grote eiland, Auro- rae Sinus. Afgezien van enige oasen lag de open woestijn nu voor hen, zich over duizenden kiiometers uitbreidend De piloot schakelde naar automatisch over en ging de passagierscabine bin nen om een praatje te maken. „Over een uur of vier zijn we te Charontis," zei hij. „Ik vrees dat u onderweg niet veel te zien zult krijgen, maar u zult enige mooie kleureffecten kunnen bewonderen, wanneer we over Euphrates vliegen. Daarna blijft het min of meer dezelfde saaie woestijn, totdat we de Syrtis Major bereiken.'' Gibson maakte uit het hoofd vlug enige berekeningen. „Laat 'ns kijken we vliegen naar het oosten en we zijn nogal laat ver trokken het zal donker zijn, wanneer we daar komen." „Maakt u zich daar geen zorgen over we vangen de signalen van het Cha- rontis-baken op, wanneer we er een paar honderd, kilometer vandaan zijn. Mars is zo klein, dat je niet vaak een lange-afstand-vlucht bij daglicht maken kunt." „Hoelang bent u al op Mars?" vroeg Gibson, die nu ophield met foto's 19 maken door de observatievensters. „O, vijf jaar." „Altijd als vlieger?" „Ja, nagenoeg wel." „Zoudt u niet liever op wereldruim schepen dienst doen?" „Toch niet. Weinig opwindend. Altijd maar ronddrijven in het niets, en dat gedurende maanden aan één stuk." Hij grinnikte eens en keek Hilton aan, die beminnelijk glimlachte maar geen neiging toonde om een discussie te be ginnen, „Maar wat bedoelt u eigenlijk met „opwindend?" zei Gibson, die het blijk baar een beetje benauwd begon te krij gen „Nou, je hebt wat landschappen on der je om naar te kijken; je bent nooit erg lang van huis; en er is altijd Je kans dat je iets vindt. Ik heb een stuk of drie vluchten over de pool gemaakt, weet u meestal des zomers, maar ik vloog de afgelopen winter over de Mare Boreum. Buiten was het een honderd- vijftig graden onder nul! Dat was voor Mars tot dusver het record." (Wordt vervolgd). maatschappij, die per maand gemiddeld 18 millioen Belg. francs verliest op de exploitatie van deze mijnen, haar slui tingsprogramma voorlopig geschorst heeft, en dat in overleg met de Belgische overheidsdiensten, en met de Hoge Auto riteit van de Kolen- en Staalgemeenschap, vóór 1 Maart 1954 naar een definitieve oplossing gezocht zal worden. In concreta zou zulks betekenen dat de manoeuvre van de betrokken mijn onderneming, om verder door de Belgi sche staatskas gesubsidieerd te worden, als gelukt mag worden beschouwd. In derdaad, hoe moeilijk de toestand ook was, de spectaculaire en bruuske aan kondiging van de sluiting van zeven schachten, evenals het blijkbaar instem men met de staking, wijzen erop dat men druk op de regering heeft willen uitoefenen, poging, die goed geënsce neerd en uitgevoerd, in België meestal haar doel niet mist. Men kon voorzien dat de Belgische steenkoolnijverheid in het kader van de Europese, Kolen- en Staalgemeenschap zekere structuuraanpassingen tegemoet ging, die in feite op de sluiting van sommige mijnen moesten neerkomen. Een eerste practische les, die uit het incident in de Borinage te trekken valt, is wel dat het samenspel tussen de Hoge Autoriteit en de nationale regeringen, op wier grondgebied zich moeilijkheden voordoen nog niet volledig gesmeerd loopt. Anderzijds vestigen sommige Vlaamse bladen, niet zonder enige bitterheid, er do aandacht op, dat tot nog toe de 200.p00 werklozen die het Vlaamse land ként, minder belangstelling schijnen te wek ken dan de 6000 arbeiders in de Bori nage. onder wie zich 4000 vreemdelin gen bevinden. De Jordaanse regering heeft meege deeld, dat drie Arabieren gedood zijn, twee andere gewond en drie huizen ver nield toen Israëli's Maandagavond een aanval ondernamen op drie dorpen bin nen het Jordaanse gebied in het dis- strict Hebron. Terzelfdértijd heeft Israël de beschul diging uitgesproken, dat een Egyptisch oorlogsschip gevuurd heeft op een vliegtuig voor de kust van Gaza. Ne toestel werd niet getroffen en heeft hei vuren niet beantwoord. Er is een klactn ingediend bij de Israëlisch-Egyptische wapenstilstandscommissie. Van de zij»® van Israël is voorts melding gemaaK van nog twee andere grensschendinge"*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 4