Luchtreder dr. Albert Plesman heeft
K.L.M. twee maal opgebouwd
Lijndienst Amsterdam-Londen (1920) uitgegroeid
tot druk bevlogen wereldluchtnet
Eminent Nederlander, die nooit
blad voor de mond nam
o
Gijsbrecht in nieuwe gestalte
Een andere heer op het Leidseplein
z
Terugblik
ENERGIEK WERKER OVERWINT BERGEN
ONGELOOF EN TEGENWERKING
H0UTPLAST1EK UIT LATE MIDDELEEUWEN
Wie ben jij en
wat doe jij r
Boeiende en welverzorgde voorstelling
ZATERDAG 2 JANUARI 1954
PAGINA 3
Jhr. mr. de Casembroot
Landaanwinning een
ernstig probleem
Loonsverhoging bloemisterij
Staatsvissershaven-
bedrijf
Omzet in 1953 gestegen
Nederlandse consul-generaal
te Vancouver overleden
Portret van „de Baas
1 Q5?
Burgemeester van
Dinxperlo overleden
i (Van onze luchtvaartredacteur)
In 1919, het jaar van de Elta, bleef in het kleine kan
toortje aan het Singel in Amsterdam het licht her
haaldelijk tot diep in de nacht schijnen door de
ramen, die volgeplakt waren met affiches van de „Eer
ste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam". Achter
al de met leren jassen en stofbrillen stevig ingepakte
vliegers, die op de aanplakbiljetten stonden afgebeeld,
zat de toen negen en twintig-jarige luitenant-vlieger
Albert Plesman verwoed te werken aan plannen, waar
over menigeen zijn schouders ophaalde: een luchtvaart
tentoonstelling. Zelfs in de kringen van de vliegindustrie
zag men er lange tijd geen heil in. Maar toen op 10
Augustus de deuren van de uit loopgravenhout opge
trokken tentoonstellingshal opengingen, was er een
expositie opgebouwd, die drommen belangstellenden
zou trekken, een groot succes zou worden en de eerste
stoot zou geven tot de verwezenlijking Van een nog
stoutere droom van luitenant Plesman: de oprichting
van een Nederlandse burgerluchtvaartmaatschappij.
De andere militaire vliegers op Soesterberg hadden
hem er herhaaldelijk om uitgelachen. Wat moest een
burger in hemelsnaam in de lucht doen? Maar 7 October
1919 werd de K.L.M. opgericht: Plesman met achttien
man personeel, en 17 Mei 1920 startte de eerste gechar
terde Engelse legerkist op de lijn AmsterdamLonden.
In het voorjaar van 1942 bleef in een villa in het
dorpje Driene bij Enschede het licht tot na middernacht
branden. Door de kamer ijsbeerde Plesman, die een die
zelfde dag aangenomen secretaresse van 's morgens
negen uur tot na middernacht plannen dicteerde. Het
was een andere Plesman. Zijn helder blauwe ogen ston
den nors in zijn doorgroefd en verweerd gelaat en rond
zijn mond lag een stuurse trek. Met een zwaar kraken
de, onwelluidende stem, dicteerde hij korte, kernachtige,
soms half afgemaakte zinnen. Maar hij had nog dezelfde
bruisende energie als de jeugdige luitenant en zijn
plannen waren dezelfde als in 1917: de opbouw van
de K.L.M.
Aan de ideeën, die hij nu op papier
zette had hij gewerkt vanaf het moment,
10 Mei 1940 dat s morgens zijn tele
foon rinkelde: „Schiphol is gebombar
deerd, baas. De luchthaven is een puin
hoop"-
Ook gedurende de elf maanden van 9
Mei 1941 tot 11 April 1942. dat dè S D
hem opsloot in het Oranjehotel in Sche-
veningen, hadden zijn plannen voor de
wederopbouw van zijn luchtvaartmaat
schappij hem met met rust gelaten. Met
n verbazingwekkende snelheid wist hij
na de bevrijding de K.L.M. weer op
gang te Tweemaal bouwde
luchtreder dr. Albert Plesman de Ko
ninklijke Nederlandse Luchtvaartmaat-
schappij op- ,..n, ^jnH.zlJ zijn energie en
werklust is dit bedrijf, dat vier en veer
tig jaar geleden met een handjevol men
sen werd opgezet, nu bij de dood van de
president-directeur uitgegroeid tot een
indrukwekkende organisatie met 13.500
empl°ye s, en_ ^.er? l:k bevlogen lucht-
net, dat de g®J\e e wereld bestrijkt.
pr, Albert Plesman werd 7 September
1889 te Den Haag geboren als jongste in
een gezin met zeven kinderen. Hij koos
een mihtaire loopbaan en ging in 1906
naar de cadettenschool in Alkmaar.
Daarna bezocht hij de K.M.A. in Breda.
Korte tijd voordat hij in 1910 luitenant
werd. .m"a,k£e JiV op de Molenschotse
heide »n y '*-e v°or het eerst ken
nis met de luchtvaart, toen hij daar de
deelnemers van de Europese rondvlucht
zag lenden. Het vliegtuig stond toen
nog in de kinderschoenen, want de eer-
sie vlucht van de gebroeders Wright
had nog maar net zes jaar tevoren piaats
gehad. Toch was het deze kennismaking
niet de luchtvaart die hem er in 1917 toe
bracht overplaatsing te vragen naar de
tuchtvaart van het leger op Soesterberg.
Onder majoor Versteegh, die hij later
directeur van de K.N.I.L.M. zou maken,
pegon hij in April 2ijn opleiding en in
November haalde hij zijn militair brevet,
gij was geen uitblinker als vlieger, maar
wel legde hij op Soesterberg zijn uit
stekend organisatietalent al aan de dag.
Op zijn voorstel werden een aantal ge-
interneerde Bntse Havillands opgeknapt
en kort daarna ging het escadrille-Ples-
man met deze buitgemaakte toestellen
de lucht in.
Noe voor het einde van de eerste
wereldoorlog maakte Albert Plesman
M plannen voor een burgerluchtvaart
maatschappij in vredestijd. Zijn colle
ts op de vlieghei waren van mening
dat hij er zich onsterfelijk belachelijk
mee maakte en er werd met zijn ideeën
danig de draak gestoken. Zelfs toen de
Britten met afgedankte bommenwer
pers post gingen vervoeren gingen hun
de ogen niet open. Maar dank zijn on
blusbare energie en sterke wil wist
Albert Plesman enorme bergen onge
loof, wantrouwen en tegenwerking te
overwinnen.
Met een luchtvaarttentoonstelling
wilde hij in ons land telangirteiung
wekken voor het yliegwezen Hij vei
kreeg de medewerking van generaal
Snijders en verwezenlijkte zijn pia
nen. Een schoolkameraad uit zijn Ha g^
se jeugdjaren, D. Roosenberg.
aan de overkant van het IJ, aan ae.
paverweg de tentoonstellingsruimte b
wen. Dezelfde architect ontwierp e
le maanden daarna het bekende K.D.m-
embleem en geruime tijd later het ïm*
posante hoofdkantoor van de K.L.M. in
Den Haag. De 110 meter lange en 9U
meter brede hal, die voor de E.L.T.A.
werd opgericht, wekte de lachlust op
van tentoonstellingsexperts. Dat kan
nooit wat worden, meenden zij. En toen
het werk voor de helft gevorderd was,
leek het er een ogenblik op of ze ge
lijk zouden krijgen. De arbeiders eis
ten een hoger loon en gingen in sta
king. Maar Albert Plesman sprong op
een hoop stenen, sprak de mensen op
zijn kernachtige en weinig parlementai
re manier toe en slaagde erin een vonk
van zijn bezieling op de stakers te doen
overslaan. Het werk werd hervat en
over loon werd niet meer gesproken.
„Het luchtruim verbindt alle volkeren" was de mening van de op Oudejaars
avond overleden president-directeur van de K. L. M., dr. A. Plesman. Het staat
gegrift in de muur boven het in de hal van het hoofdkantoor der K. L. M. te
Den Haag geplaatste borstbeeld van wijlen de heer Plesman. Aan de voet
daarvan werd ter ere van zijn nagedachtenis op Nieuwjaarsdag een krans gelegd.
„De Elta is bijna wetenschappelijk op
tijd gekomen", heeft iemand ooit ge
schreven. Nederland kreeg begrip voor
de taak, die de burgerluchtvaart kon
vervullen. Bij de opening van de Elta
verklaarde minister van lJsselstein dat
regering er vast van overtuigd was,
'"chtuaar£ een grote toekomst
kabinet zou doen wat mo-
ïfj rm™ h") 1? luchtvaart te bevorde-
l w,fc™w fe werd een maand la
ter herhaald, toen Koningin Wilhelmi-
na m haar troonrede verklaarde: „Op
de bevordering van het luchtverkeer is
mijne aandacht gevestigd" Alben Ples
man ontving de Huisorde van Oranie
voor Voortvarendheid en Vernuft.
Enkele maanden tevoren waren enige
figuren uit het bedrijfsleven al bijeen
gekomen om de mogelijkheden te be
spreken. In Mei 1919 besloten zij tot de
oprichting van de N.V. Koninklijke
Luchtvaart Maatschappij voor Nederland
en Koloniën. 7 October 1919 werd het
bedrijf officieel opgericht met een kapi
taal van ruim vijf millioen gulden en
Albert Plesman de eerste nog even op
proef als administrateur en kort daarna
als directeur. „De baas", zoals Plesman
toen al spoedig genoemd werd, zette
zich met al zijn energie aan het werk.
Hij blééf niet achter zijn bureau op het
hoofdkantoor in Den Haag maar kwam
geregeld poolshoogte nemen op Waal
haven en Schiphol. En als er een vlieg
tuig in de modder bleef steken, stak hij
zelf ook de handen uit de mouwen.
Zelfs toen zijn bedrijf al zo gegroeid
was, dat hij het onmogelijk meer ge
heel kon overzien, overviel hij iedereen,
van hoog tot laag, die hij maar aan het
werk zag, met de voor hem zo stereo
tiepe vraag: „Wie ben je? Waar ben je
mee bezig? Doe maar goed je best hoor.
Vrijwel gelijk met de luchtvaart heeft
dr. Albert Plesman in de mobilisatieja
ren zijn vrouw leren kennen, mevrouw
Suze Plesman-van Eijk uit Gouda. Het
echtpaar kreeg drie zoons. Een van hen,
Jan, sneuvelde tijdens de oorlog boven
St. Omer, als jachtvlieger van de R.A.F.
bij het beroemde 322 (Dutch) squadron.
De andere, Hans, kwam als gezagvoer
der van de K.L.M.-constellation „Roer
mond" om het leven bij het vliegongeluk
bij Bari. Zijn zoon Albert is thans
hoofdvertegenwoordiger van de K.L.M.
in Rome. Evenals de enige dochter van
Plesman, Pia, was hij op Oudejaars
avond aan het sterfbed aanwezig.
Links naast de hoofdingang van Schip
hol staat een eenvoudig borstbeeld van
dr. Albert Plesman, president-directeur
van de K.L.M.. Het hele, rusteloze be
drijf van de K.L.M., op de Amsterdamse
luchthaven en over de gehele wereld, is
echter een veel grootser monument voor
deze nationale figuur.
Toen de Technische Hoge School te
Delft hem op 8 Januari 1947 het ere
doctoraat verleende, zei iemand tegen
hem: „Nu bent u doctor honoris causa
Albert Plesman. Uw proefschrift bestaat
maar uit drie letters: K.L.M. U heeft ze
over de gehele wereld geschreven en
iedereen leest ze.
De commissaris der Koningin in de
provincie Zeeland, jhr. mr. A. F. C. de
Casembroot, heeft in een oudejaarsrede
voor de radio in de allereerste plaats
de Februariramp van 1953 herdacht.
Sprekend over het herstel der land
bouwgronden, zei hij, dat dit probleem
bijna nog ernstiger Is dan het herstel der
woongelegenheid. Een huis kan men
herbouwen, maar het herstel van hecta
ren cultuurgrond, waarvan de vrucht
bare kleilaag is weggespoeld, is vaak
onmogelijk, een blijvend verlies dus, en
dat in een land, dat gebukt gaat onder
een stijgend tekort aan cultuurgrond.
Mogen de grootse plannen voor de land
aanwinning, die hier in voorbereiding
zijn, spoedig worden uitgevoerd. Spr.
hoopte, dat het Nederlandse volk tot de
uitvoering van deze plannen de eendracht
zal kunnen opbrengen, die het ook in
de rampdagen heeft getoond, niet alleen
tot heil van geheel nederland. Moge
God hiertoe ons de wijsheid en de
kracht geven."
De vereniging „De Nederlandse Bloemis
terij" en de in de Stichting voor de Land
bouw samenwerkende organisaties zijn
overeengekomen aan de jongste regerings
beslissing over de verhoging der lonen in
het bloemisterijbedrijf op de volgende wijze
uitvoering te geVen: de rechtens geldende
tijdlonen worden verhoogd met vijf procent,
met dien verstande, dat de verhoging voor
mannelijke vakarbeiders van 23 jaar en
ouder tenminste vijf cent per uur zal be
dragen. Onder tijdlonen worden hierbij Ver
staan de in de C.A.O. c.q. loonregeling vast
gestelde weeklonen met inbegrip van vaste
toeslagen (toeslag voorman, toeslag voot
diploma's of bijzondere deskundigheid).
Deze verhogingen gaan 3 Januari in. Het
is gebleken, dat het College van Rijksbe-
middelaars tegen deze wijze van uitvoering
der loonsverhoging geen bezwaar zal ma
ken. De desbetreffende wijzigingen zullen
binnenkort in de C.A.O. c.q. loonregeling
voor het bloemisterijbedrijf worden aan
gebracht. Over de verdere onderdelen der
regeringsbeslissing worden nog besprekin
gen gevoerd.
Het Staatsvissershavenbedrijf te IJ-
muiden beschikte reeds op Oudejaarsdag
over de omzet-cijfers 1953, welke weer
hoger blijken te zijn, dan die van het
voo: gaande jaar. Werd in 1952 een
omzet bereikt van f 29.950.098, thans be
droeg deze f 30.169.490, waardoor het
voorgaande jaar dus met f 219.392.ge
slagen wordt. De laatste maand heeft
daartoe vooral bijgedragen, want op 1
December was de voorsprong nog
slechts f 15.060.December 1952 gaf
een omzet te zien van f 2.391.338, terwijl
de afgelopen maand voor f 2.595.670.
werd omgezet, dus f204.332 meer.
De Nederlandse consul-generaal te
Vancouver, jhr. F. L. K. Coenen van 's
Gravensloot, is Woensdag in de ouder
dom van zestig jaar overleden. Hij was
consul-generaal voor het gebied van
Brits-Columbia, Alberta en de Yukon.
rijdens de middeleeuwen moet er in Nederland een onmetelijke rijkdom ge
weest zijn aan houtplastiek. (Alleen de Nieuwe Kerk te Amsterdam telde
meer dan 10 altaren met retabels en beschilderde panelen). Van deze hout
plastiek uit de late middeleeuwen wordt thans een unieke overzichtstentoonstel
ling gehouden in het Van Abbe-museum in Eindhoven. Hierboven: Johannes op
Patmos, een altaarstuk van Adriaen van Wesel, de grootste meester uit de
Stichtse School.
(Van onze Haagse redacteur)
p en voor het gebouw van de
K.L.M. aan de Badhuisweg te
Den Haag hangen de vlaggen
halfstok. In het voorportaal heeft de
diiectie van de Koninklijke Luchtvaart
Maatschappij N.V. op Nieuwjaarsmor
gen reeds een grote krans van witte
tulpen gelegd bij de buste van dr. Al-
bert Plesman. De man, die de Neder
landse luchtvaart groot heeft gemaakt
èn door zijn geweldige energie èn door
zijn schier feilloos inzicht, dat hem
steeds bij de ontwikkeling der techniek
de juiste keuze deed maken uit ver
schillende nieuwe mogelijkheden, is er
niet meer.
Ons land betreurt een „eminente di
recteur", zoals minister Beel het in zijn
condoleance zei en de gehele interna
tionale luchtvaart „a grand old man".
Zo heette het in een van de talloze te
legrammen, die Vrijdag reeds uit alle
hoeken van de wereld in Den Haag bin
nenkwamen telegrammen van vlieg
tuigfabrieken en concurrerende lucht
vaartmaatschappijen, van Donald W.
Douglas en van de Shell, van de
van de
en veel
is dan voor de zoveelste maal in speeld, teder en hartstochtelijk en in
de Amsterdamse Stadsschouw
burg de Ondergang van Troye
verbeeld in de ondergang van Amster
dam en Gijsbrecht's droeve burcht ge
kweld en besprongen door een over
macht van vijanden; en het is de Ne
derlandse Comedie geweest, die Von-
del's treurspel ditmaal te
voortreffelijk samenspel met haar tegen
speler. De Kartuizer Abt van Philippe
la Chapelle was bewonderenswaardig en
ook hij heeft het vers alle eer bewezen.
Henk Rigters, die Arend van Aemstel
speelde, heeft wel de nodige geestdrift
getoond en streefde naar een alleszins
loffelijke contrastwerking in de tekst,
"eis treurspel ditmaal te verzorsen J t
kreeg. Een andere Gijsbrecht dan voor- V,™ "uJIS
heen, want regisseur De Meester heeft
banc!eling in de middeleeuwen ge-
dan onverstaanbaar. De Spie van Henk
van Ulsen, recht toe recht aan gespeeld,
heeft bovendien het verhaal
Bode met dezelfde eenvoud
expressie gespeeld. En Paul Huf heeft
zijn zoveelste Gozewijn weer iets anders,
men zou willen zeggen iets precieuzer
maar in alle geval met virtuoze tech
niek aangepakt. En hiermede zijn de
voornaamste spelers genoemd. De onge-
noemden betrekken we gaarne in de
hulde, de anderen gebracht. Maar voor
Hans Kaart, die op zeer korte termijn
Broer Peter van de zieke Bob Goedhart
had moeten overnemen, nog een extra t
woord van lof. De pauze is ingegaan
na een lang en hartstochtelijk applaus
met veel bloemen.
Na de pauze de Bruiloft met Paul
Huf, Mimi Boesnach, Guus Oster, Bep
Dekker, Henk van Ulsen en Hans Kaart
Op Nieuwjaarsavond traden in de Stadsschouwburg te Amsterdam, der traditie
Betrouw, na de voörstelling van Vondel's „Gijsbrecht van Amstel", Thomasvaer
til Pieternel op in de „Bruiloft van Kloris en Roosje", om ons allen hun beste
Wensen voor het nieuwe jaar te verkondigen. Elk jaar worden zij progressie
ver. Ditmaal arriveerden Thomasvaer (Paul Huf) en Pieternel (Mimi Boesnach)
per helicoptère op het toneel.
en costuumQ v;„„" Iwas bewonderenswaardig in de Rey van
mi/en J rg' st.em" Maeghden en als de Engel Rafael. Ton
.kllULf"' N* de Lutz, die de Rey van Edelingen zeer als resp. Thomasvaer, Pieternel, Krelis,
wisseling dfrrfaferTlen. De aanblik1 van eenvoudig en zeer melodieus vertolkte, Elsje, Kloris, Roosje ym de d&keboer.
het toneel was indrukwekkend, hetgeen
overigens ook aan de suggestieve be
lichting te danken was. De Reyen
werden gezegd door Ellen Vogel, Ton
Lutz, Lous Hensen en Louis van Gaste
ren, die voor Bob Goedhart moest in
vallen. Zij waren geflankeerd door twee
zwijgende personnages en konden gel
den als een schakel tussen de bedrijven.
Wellicht is déze opvatting, die alle op
zettelijkheid uit de weg gaat, nog de
beste oplossing voor dat moeilijk onder
deel. In alle geval werd door deze op
vatting een ordentelijke en vlotte gang
van zaken gewaarborgd, die zelfs bij de
eerste voorstelling al is opgevallen.
Hoe de figuur van Gijsbrecht nu
precies gespeeld moet worden, mogen
anderen uitmaken, maar ik voor mij
aarzel niet, de creatie van Han Bentz
van den Berg een van de mooiste
Gijsbrecht's te noemen van de vele die
ik heb gezien. Hij heeft de rol blijk
baar met de grootste zorg ingestu
deerd, niet zoekend naar problemen,
maar de meest voor de hand liggen
de vertolking aanvaardend, waarin
men Gijsbrecht ziet als de verdediger
van zijn stad, als de gelovige en als
de liefhebbende man en vader, even
zoveel aspecten die op gestelde tijden
in de ene man vorm krijgen. Boven
dien hebben we verdienstelijker dan
doorgaans in Gijsbrecht's rol Vondel's
vers vernomen zonder enige dreun,
met inachtneming van het rhythme
en met zoveel variatie als Vondel's
verzen maar toelaten.
Ank van der Moer heeft op haar
beurt een ontroerende Badeloch ge-
De nieuwe heer op het Leidseplein Han Bentz van den
Berg als Gijsbrecht; Ank van der Moer als Badeloch.
De regie van het
fleurige spel was
van Henk Rigters,
de tekst van de
Nieuwjaarswens
van Evert Werk
man en Kees Stip,
die de grote ge
beurtenissen van
het afgelopen jaar
met vrolijke maar
ook ernstige rijmen
de overwegingen in
de herinnering heb
ben geroepen.
Omstreeksmidder
nacht begon een
feestelijk samenzijn
van genodigden in
de grote foyer.
De burgemeester,
die met mevrouw
d'Ailly de voorstel
ling heeft bijge
woond, is aan het
eind nog ten tonele
verschenen om Paul
Huf, die voor de
tiende maal Tho
masvaer speelde,
een kist sigaren te
overhandigen, die
hij te delen had
met Hans Kaart.
Daarna heeft de
burgemeester plaats
genomen aan de
feesttafel om aan
de Bruiloft deel te
nemen.
Dbg.
I.A.T.A., van dr. Paul Rij kens en van
nog zovele anderen.
Maar onder het K.L.M.-personeel zelf
heerst een verslagenheid, welke dieper
nog gaat dan die van alle buitenstaan
ders, want Plesman was een directeur,
zoals men er slechts zelden een boven
zich vindt. Wanneer zijn maatschappij
successen heeft geboekt, dan is dat niet
op de laatste, doch misschien wel op de
eerste plaats te danken aan zijn warme
belangstelling voor de menselijke fac
tor in zijn bedrijf.
Nog deze week is het gebeurd, dat
hij naar aanleiding van een moeilijkheid
op het personeelskoor tegen een em
ployé zei: „Loop toch langs de afdelin
gen, gooi de deuren open en roept:
waarom zingen jullie niet?" Men kan
daar achteraf om glimlachen, maar dit
kleine voorval tekent „de Baas" precies
zoals hij was; hij zelf zou het zo en
niet anders gedaan hebben. Dr. Plesman
had een zeer directe methode van op
treden. Weinigen, die hem gekend heb
ben, zullen momenten kunnen aanhalen,
dat hij een blad voor de mond nam.
Hij zei onomwonden wat hij van
een zaak dacht en hij gebruikte daarbij
het eerste het beste beeld, dat hem
in viel tot bij het plompe af. Maar
telkens weer als we hem op een pers
conferentie zelfverzekerd en zeer ad rem
meemaakten, moesten we denken, dat
in zijn persoon onze luchtvaart de
beste eigenschappen van de Neder
landse zeeman had meegekregen.
Plesman was een vierkante figuur, die
respect afdwong, maar daarbij een
ze r warm hart had. Vaak voerde hij
bij zijn werkkamer de vogels en men
zegt, dat de directeur van de K.L.M.
daarmee iets goed wilde maken, om
dat hij op ongeveer dezelfde plek als
kleine jongen nestjes had uitgehaald.
Hij was ook gek op zijn kleinkinderen.
Geen buitenstaander kan weten wat
Mevrouw Plesman, nadat zij reeds in
1944 haar zoon Jan verloor, die bij de
R.A.F. boven Frankrijk sneuvelde en
in '49 Hans, die als gezagvoerder bij
de ramp te Bari omkwam, thans moet
missen in de echtgenoot, met wien
zij deze verliezen gedragen heeft.
Het K.L.M.-personeel, dat Maandag
tussen 10 uur 's morgens en 4 uur 's mid
dags in de hall van het hoofdkantoor
te Den Haag zal defileren langs het
stoffelijk overschot van zijn directeur,
neemt hiermee geenszins een obligeant
afscheid van „De Baas", want het ken
de hem werkelijk en het waardeerde
hem zeer. Zijn populariteit bij de vlie
gers was groot, maar dr. Plesman was
ook op de hoogte van de prestaties van
t„lloze anderen in zijn grote bedrijf.
Wanneer hij in de lift of op de gang
iemand zag, die hij nog niet kende,
was zijn steriotiepe vraag: „Wie
ben jij en wat doe je?" Er gaat
ook een verhaal, dat op een avond bij
zijn woning aan de Tapijtweg te Den
Haag twee jongemannen aanbelden en
de directeur van de K.L.M. te spreken
vroegen. Ze hadden gesolliciteerd bij
het bedrijf, doch waren om de een of
andere reden afgewezen, zodat ze het nu
maar bij dr, Plesman zelf probeerden.
Hij ontving hen niet zo erg mals, hoe haal
den ze het in hun hoofd om hem thuis
te komen storen! Maar ze werden aan
genomen, want een dergelijke onder
nemingszin kon de directeur waarderen
als de heren maar niet zouden den
ken, dat ze gemakkelijk zouden krijgen,
omdat ze door Plesman zelf in dienst
waren genomen
Ook dit tekent „de Baas", die zelf altijd
vol initiatieven zat. Een van de laatste
vruchten van zijn activiteit was het
„Plan-Plesman", waarmee hij in 1950
zijn inzichten lanceerde over inter
nationale samenwerking. De politieke
constructies hebben gefaald, zo stelde
hij en daarom kwam hij tot de opzet
van een internationaal samenwerkings
orgaan op zakelijke grondslag. Men mag
wel zeggen, dat dr. Plesman Je weinig
rekening hield met de politieke factor,
doch zijn streven heeft ieders respect
gekregen. De slagzin „Het luchtruim
verbindt alle volkeren", welke boven
zijn borstbeeld is aangebracht, wilde
hij niet alleen op het technische vlak
betrokken zien. Het is hem, die zo hard
Het zou interessant zijn het ant
woord te horen op de vraag,
hoeveel mensen en wij mo
gen daarbij de Christenen niet uitslui
ten vandaag zich nog duidelijk be
wust zijn, dat zij een week geleden het
Kerstfeest hebben gevierd. Of een der
gelijke vraag zin heeft? Laten wij be
denken, dat het antwoord erop ten
nauwste samenhangt met de wijze,
waarop men Kerstmis heeft gevierd.
Het is toch meestal zó, dat een diepe
ervaring lange tijd de herinnering er
aan levendig houdt, terwijl een opper
vlakkige belevenis voor herdenking
nauwelijks of niet in aanmerking komt.
Het ligt voor de hand, dat de wijze
van Kerstmis vieren afhankelijk is van de
betekenis, die men aan dat feest
schenkt. Voor een gelovig Christen is
het niet moeilijk de zin van Kerstmis
onder woorden te brengen. Hij her
denkt op die dag de historische geboor
te van de Verlosser der Wereld, die in
het aards paradijs reeds aan Adam en
Eva werd beloofd, naar Wie de hele
wereld verlangend heeft uitgezien, zon
der Wie er geen mogelijkheid tot heil
denkbaar is voor geheel de Schepping.
Hij beleeft dan tevens, na zorgvuldige
voorbereiding gedurende dè Advent, de
geestelijke geboorte van Christus in zijn
hart, aan Wie hij zich opnieuw in ne
derige en dankbare liefde totaal over
geeft. Met het Kerstfeest ervaart hij
opnieuw zijn onverdiende, bovennatuur
lijke uitverkiezing tot Kind van God en
erfgenaam van de hemel, een besef, dat
een wonderbare vrede en een diep ge
luk in zijn hart doet openbloeien.
Voor de ongelovige, de niet-Christen
en, helaas, ook voor velen, die hoewel
gedoopt, vervallen zijn tot godsdienstige
onverschilligheid, heeft Ke-svniis eijn
eigenlijke betekenis verloren en is die
dag ontaard in een aanleiding tot feest
vieren-zonder-meer. Tenminste, die
indruk maakt hun gedrag vaak naar
buiten. Is die indruk juist? Wij kunnen
het moeilijk 'geloven
Immers het feit, dat men Kerstmis
viert al is het dan ook zonder krib
be en zonder Verlosser wijst toch
altijd nog op minstens enig ver
band met een christelijke waarheid. Wie
zich daarvan bewust wil afzonderen
en die mensen zijn er, helaas, ook
trachten de reden tot feestvieren te
wijzigen, b.v. door terug te grijpen op
oude heidense gebruiken, zoals het zon-
newendefeest en dergelijke. Maar de
genen, die zonder godsdienstige motie
ven toch Kerstmis Kerstmis noemen,
hebben allen nog min of meer een, zij
het vaag, besef van een vredes- en ver
broederingsfeest. In ieder mensenhart,
dat zich niet wetens en willens tegen
God stelt, leeft een verlangen naar
verlossing, naar bevrijding uit het lou*
ter-menselijke. En juist dat is het. wat
ons verhindert over de moderne Kerst
viering zonder meer de staf te breken.
Gods Geest waait waar en hoe Hij wil.
Zijn verlossings- en heilswil is alge
meen, hij strekt zich uit tot alle men
sen, zonder uitzondering. Zijn almacht
is in staat zelfs het kleinste vonkje
van hoop en verwachting aan te wak
keren tot een laaiend vuur.
Men versta ons niet verkeerd. Wij
zijn er verre van bewondering
te koesteren voor een Kerstvie
ring, die hoofdzakelijk in uiterlijkhe
den en feesten bestaat. Voor een Kerst
mannetje of een Santa Claus kunnen
wij niet de geringste belangstelling op
brengen. Een kerstboom zonder kribbe
doet ons denken aan een kerk zonder
altaar, en de enige Kerstwens, die ons
verantwoord lijkt, moet op zegen en
vrede wijzen. Een echt gelovig Christen
kan, dunkt ons, niets anders dan een
pijnlijke teleurstelling en een oprecht
medelijden voelen met een wereld, die
geen begrip of belangstelling meer
heeft voor de grenzenloze innerlijke
rijkdom van het goddelijk Kerstmyste
rie.
Maar deze houding is ook slechts
dan mogelijk, wanneer hij zelf in le
vend geloof, met warme liefde en
dankbaarheid, Kerstmis heeft gevierd,
wanneer hij zelf bij de kribbe van het
Kind van Bethlehem, iets begrepen
heeft van de oneindige liefde van God
voor de mensheid. Hij kan dan niet
blijven stilstaan bij zijn eigen persoon
lijke belangen. Zijn gedachten zullen
zich uitstrekken over heel de wereld,
ziin liefde zal, naar het voorbeeld van
het Kind in de Kribbe, alle mensen
omvangen, gelovigen en ongelovigen,
levenden zowel als doden. Voor hen
allen immers is de godheid neerge
daald in de kribbe, voor hen allen zal
dat Kind tenslotte onder nameloze pij
nen sterven aan een kruis. Zozeer
heeft God de mens liefgehad, dat Hij
Zijn enige Zoon heeft overgeleverd.
De geboorte van Christus, onze Ver
losser, die Wij met Kerstmis herden
ken, is in de letterlijke zin van het
woord van wereldomvattende betekenis.
Op dat ogenblik werd de mogelijkheid
geschapen „het aanschijn der aarde te
vernieuwen". Voor de verwerkelijking
van deze mogelijkheid echter heeft
Gods wijsheid en goedheid onze men
selijke medewerking ingeschakeld. Wij,
die gelovig en aanbiddend voor de krib
be hebben geknield, wij zijn mede
verantwoordelijk voor het heil van alle
mensen. De genade die wijzelf van het
Kerstkind hebben ontvangen, moeten
wij doorgeven aan anderen. Niet alleen
nu, maar altijd, waar wij ook gaan of
staan. Door ons gebed, door ons offer,
door ons goed voorbeeld.
Pas wanneer wij Kerstmis hebben ge
vierd met dat perspectief, wanneer wij
in onze geest de uitgestrekte handen
van het Kerstkind naar de grenzen van
de wereld hebben zien grijpen en be
grepen hebben, dat Christus bij Zijn
verlossingplannen onze medewerking
eist, eerst dan hebben wij iets begre
pen van de eigenlijke zin van Zijn
menswording.
Nu het Kerstfeest nog kort achter ons
ligt is het de geschikte tijd om innerlijk
terug te blikken op de wijze, waarop
wijzelf de geboorte van de Verlosser
der wereld hebben herdacht. Het zal
dan ook duidelijk zijn, dat deze her
denking niet mag beperkt blijven tot
het eigenlijke Kerstfeest. Want zoals
Christus tot aan het einde der tijden
Zijn verlossing zal voortzetten, zo moe
ten wij Hem helpen deze te voltooien
en te bestendigen en dat met des te
meer vuur en volharding naarmate on
telbare medemensen verder van Hem
en hun eeuwig heil dreigen verwijderd
te raken.
L.
gewerkt heeft in de internationale lucht-
vaartorganisaie, de I.A.T.A., echter ook
niet gegeven geweest de volledige vrij
heid in de lucht te beleven.
Wel heeft hij kunnen terugzien op de
vestiging, de opbouw en in niet meer
dan één jaar na de oorlog de herbouw
van een luchtvaartmaatschappij, welke
een eerste plaats in de wereld inneemt.
Wanneer hij Dinsdag op de Algemene
Begraafplaats te Den Haag ter ruste
wordt gelegd, begraaft Nederland een
van zijn grootste zonen. Hij was een pio
nier en een generaal. Hij was bovenal
mens,
Op 53-jarige leeftijd is te zijnen huize
overleden de burgemeester van Dinxperlo,
de heer J. H. W. Haverkamp.