Grote Drie accoord met de Russische
voorstellen voor Berlijnse conferentie
Zo zijn de mensen
Jan de Troye
TASTEND NAAR HET HART DER DINGEI
1954 begroet met gebed, vreugde
vuren, klokgelui en voetzoekers
Hoge Commissarissen in Duitsland spoedig bijeen
om plaats van samenkomst te bespreken
Vrije economie
in Duitsland
H
Ora pro nobisvan Rispens
Paradox der hope
Begin en eindt
Lord Norwich
overleden
K.S.G. onbekende
grootheid
Prins wint prijs op
gecostumeerd bal
Mensen van
de Radio
810 microfilms
uit België
De wereld is iets optimistischer
ten aanzien van de vrede
Baby mishandeld
LITERAIRE KRONIEK
ZATERDAG 2 JANUARI 1954
PAGINA
WESTERS ANTWOORD IN MOSKOU OVERHANDIGD
Oudejaar in Grindelwald
Economische verwachtingen
voor 1954
Achteruitgang in V.S.?
Malenkov hoopt op
vriendschap met V.S.
Plechtige belofte om geen
atoomwapens te gebruiken
Johan van der Zalm
zingt te Londen
Min. Erhard legt nadruk
op groter verbruik
Districtscommandant Leiden
Rijkspolitie jubileert
Onderscheiden
Brand in St. Jozefdal
te Eindhoven
Werkplaats uitgebrand
De extra-loonsverhoging in
het distillateursbedrijf
Sterkend water
Gemeenschappelijke
geschiedenis
Primeur voor Maastricht
Eerste inbraak in 195
Moskou verwelkomt
het nieuwe jaar
luidruchtig
Vrouw tot een jaar
veroordeeld
.eSnterco°ömbLeT a^hem"nafr
Indlë zou brengen, overleden de bekende
Rritse stautsrnon, schrijver en historicus
Lord Norwich. Lord Norwich werd in 1948
ln de adelstand verheven. Voordien was hij
bekend onder zijn eigen naam, Duff Cooper.
HU is 63 Jaar oud geworden.
Van 1935 tot 1937 was hij staatssecretaris
van Oorlog en tot 1938 minister van Marine.
Toen Chamberlain het accoord van Mün-
ehen sloot met Hitler, nam hij ontslag met
de woorden: „Misschien verlies ik hierdoor
mijn carrière, maar ik win er mee, dat ik
in de toekomst in de wereld mijn hoofd nog
rechtop zal kunnen houden." In 1940 en '41
was hij minister van Voorlichting en ver
tegenwoordigde later zijn land bij de vrije
Franse regering en later in Parijs.
Hij heeft een autobiografie geschreven
onder de titel „Oude mannen vergeten" en
biografieën van Talleyrand en Haig. Voorts
•chreef hij een studie over Shakespeare en
•en boek over de Britse Geheime Dienst.
Vit een enquête, gehouden door het
Nederlands Instituut voor publieke opi
nie, blijkt, dat meer dan de helft der
ondervraagden niets weet van de Ko
len- en Staalgemeenschap en haar doel
stellingen.
Over de deelnemende landen weet
Iets meer dan de helft van het Neder
landse publiek iets te zeggen, maar er
zitten merkwaardige lacunes in hun
Jtennis. Zo weten slechts weinigen dat
Italië tot de deelnemers behoort, ter
wijl niet minder dan 19 pet. meent, dat
Engeland wèl lid van de Gemeenschap
is.
Zoals bijna de helft der volwassen
Nederlanders niet weet wat de K.S.G.
is, zo heeft bijna 50 pet. geen me:üng
over de al of niet wenselijkheid der
K.S.G- Van de mensen met een me
ning is bijna iedereen voorstander van
de Nederlandse deelneming.
De meerderheid der motiveringen
van de voorstanders berust op 'n alge
mene, min of meer principiële basis.
Kwart voor twee Donderdagmiddag,
drie kwartier later dan verwacht was,
is Z.K.H. Prins Bernhard in „Hotel
Adler'' te Grindelwald aangekomen, niet
in zijn eigen auto, maar in die van de
heer Frtih. de eigenaar van „Hotel
Adler".
De twee en twintig km lange weg van
Interlaken naar Grindelwald ligt dik
onder de sneeuw en eigenlijk moet men
er met sneeuwkettingen rijden. De auto
van de Prins had deze niet op de ban
den en toen men op een gegeven moment
moest stoppen, pakten de wielen bij het
starten niet meer en bovendien begaf de
accu het. De Koningin ging onmiddellijk
met de heer FrSih naar de plek, waar
de Prins en zijn chauffeur waren ge
strand, de bagage werd overgepakt en
zo kwam het Koninklijk paar gezamen
lijk bij het hotel aan, waar de Prins
zich direct aan de lunch zette. Verkleed
als Mexicaan, heeft Prins Bernhard de
prijs van het meest originele costuum
gewonnen bij een gecostumeerd bal, dat
ter gelegenheid van het oudejaar in
Hotel Adler werd gehouden. Van de
dames won Baronesse van Lynden als
Spaanse de prijs en om het Nederlandse
aandeel compleet te maken, was er nog
een Hollands meisje De Gruyter, dat bij
het kinderfeest in een Nederlands boe-
rencostuum de meeste punten van de
jury toebedeeld kreeg. Aan het kinder
feest nam ook prinses Margriet deel, ge
kleed in een wit bloesje en een rood en
wit gestreept rokje. Parmantig paradeer
de zij, onder het applaus der gasten met
de andere kinderen door de zaal.
Het was een gezellig en ongedwongen
feest in Adler, waar Eskimo's, Chinezen,
Spaanse schonen en huisknechten dans
ten en waar men zelfs een Twentse boer,
in de persoon van jhr. De Beaufort kon
?,e"rondloPen- De Koningin was ge-
Kieea in een zacht blauwe avondjurk,
waarop enkele sneeuwvlokjes waren
aangebracht. Ook de oudste twee prin
sessen, die men meerdere malen met hun
vader op de dansvloer zag, waren in
avondjurk gestoken. 8' Waren
Frankrijk, Engeland en Amerika heb
ben gisteren geantwoord op het Russi
sche voorstel om op 25 Januari een vier-
ministersconferentie te doen plaats vin
den. De Westelijke Grote Drie gaan ac
coord met het Russische voorstel en ook
met dat om de vier Hoge Commissaris
sen in Duitsland te laten onderhan
delen over de plaats waar de bijeen
komst moet plaatsvinden. Bondskanse
lier Adenauer van West-Duitsland is
Donderdag door de Franse Hoge Com-
missaris in West-Duitsland, de heer An-
dré Francois Poncet, van de inhoud van
het Westerse antwoord op de hoogte
gesteld.
De ambassadeurs der Grote Drie heb
ben de antwoordnota gistermorgen om
11 uur Nederlandse tijd op het Russi
sche ministerie van Buitenlandse Zaken
overhandigd. Het is een bijzonder korte
en zakelijk-gestelde nota geworden,
waarin de regeringen der Grote Drie
instemmen met de Russische voorstellen
De chef-economist van de Nationale
Planvereniging in V. S., G. Colm, heeft
in een bijeenkomst van de Amerikaan
se vereniging voor de statistiek voor
speld, dat het aantal werklozen in de
Verenigde Staten in 1954 zal stijgen tot
3.500.000.
Het jaar 1954 zal een vermindering van de
economische bedrijvigheid in de Verenigde
Staten te zien geven, die in omvang onge
veer gelijk zal zijn aan de achteruitgang,
welke zich in 1948/49 heeft voorgedaan, al
dus luidt de mening van de meerderheid
der economisten, die deelnemen aan een
conferentie, welke te New Vork wordt ge
houden.
De algemene opinie der congressisten is,
dat het bruto nationale product der V. S.
in 1954 vijf a zeven procent kleiner zal zijn
dan dat van 1953. Deze achteruitgang komt
overeen met een daling van de omzetten
van het bedrijfsleven met 20 25 milliard
dollar en met een daling van het officiële
indexcijfer der industriële productie met 10
15 pCt. Dit indexcijfer, dat thans 228 be
draagt, zou volgens deze verwachting in
1954 dus tussen 195 en 205 schommelen.
De Amerikaanse minister van Financiën,
George Humphrey, heeft verklaard, dat hij
verwacht, dat de economische bedrijvigheid
in de V. S. zich in 1954 op een hoog ni
veau zal handhaven.
Reuter verneemt in gezaghebbende krin
gen te Londen, dat Engeland iedere ex
treme vorm van depressievoorspellingen af
wijst.
Premier Malenkov van Sovjet-Rus
land heeft een drietal vragen beant
woord die hem waren voorgelegd door
Kingsbury Smith van het Amerikaanse
persbureau „International News Ser
vice". In deze antwoorden spreekt Ma
lenkov de hoop uit, dat het nieuwe jaar
een betere verhouding zal brengen tus
sen de volken van Rusland en de V.S.,
en dat een ontspanning van de intèrna-
tionale toestand moge intreden door een
vergelijk, waarbij de grote mogendhe
den elkaar plechtig beloven, af te zien
van het gebruik van atoom- en andere
vernietigingswapenen.
Malenkov stelt in zijn antwoorden,
dat niets de verbetering van de be
trekkingen tussen Amerika en Rusland
in de weg hoeft te staan. Met betrek
king tot het vergelijk tuisen de grote
mogendheden, merkt de Russische pre
mier op, dat een dergelijke stap een
totaal verbod van het gebruik van
atoomwapens en een streng toezicht op
de naleving daarvan ten zeerste zal
vergemakkelijken. Dit zou dan uitein
delijk kunnen leiden tot een drastische
vermindering van de algehele bewape
ning en dit zou de economisohe posi
tie der volken zeker ten goede kunnen
komen.
De tenorzanger Johan van der Zalm
van de Nederlandse Opera is gisteren
uitgenodigd om op 2 Januari op te tre
den in de Covent Garden Opera te Lon
den ter vervanging van de ziek gewor
den tenor James Johnston, v. d. Zalm
zal daar de rol van Radames in „Aïda1
van Verdi zingen.
Vangst
Italiaanse vissers van
Vibo Valentia brachten
dezer dagen de vangst van
hun leven binnen, maar
zij hebben er geen lire aan
verdiend. Toen zij hun
net ophaalden, woog het
zo Tnoaar alsof zij een wal
vis hadden gevangen,
maar de buit bleek een
oude Griekse vaas te zijn,
die bijna een meter hoog
was. Onmiddellijk pro
beerden zij de kostbare
vondst te gelde te maken,
maar de ambtenaren van - - -
de Italiaanse Oudheidkun-
dige Dienst waren er als
de kippen bij, namen de
antiquiteit in beslag en
brachten haar naar het
museum.
Uit het Paradijs van
de arbeid.
T ken. maai dat zou drie zei de voorzitter, terwijl
v h Hongaarse dorp maanden duren en 1900 hij hun een formulier
Koeszarnegy kwam een gulden kosten Die 1900 voorhield. „Goed," zeiden
communistische inspecteur gUIden konden de voorzit- de schoenmakers en te-
tot ae ontdekking, dat de ter niet schelen, maar drie kenden. Met dit document
dorpsorandspuit defect maanden wachten leek gewapend begaf hij zich
was- Hij maakte de voor- hem wel wat erg lang. Hij naar de districtssovjet,
gitter van de plaatselijke krabde zich achter het
Sovjet er attent op. dat oor en kreeg een lumineus
het ding noodzakelijk ge- idee. Hij ging naar de
repareerd moest worden, schoenmakerscoöperatie
De voorzitter haastte zich van het dorp en vroeg: dorpssmid, een eigen
dus naar de districtsco- „Willen jullie de brand- baasje, te proberen. De
operatie van monteurs en spuit repareren?" „Nee," smid knapte het karwei-
kreeg daar te horen, dat zeiden de schoenmakers, tje in een paar dagen op
men gaarne bereid was de Teken dan hier, dat jul- voor iets minder dan 65
brandspuit tn ordt te ma- lie het niet willen doen" gulden.
„Een document is een do
cument", stelde deze vast
en gaf de voorzitter toe
stemming het eens bij de
van verleden week Zaterdag. De nota's
werden niet aan minister Molotov per
soonlijk overhandigd, omdat ze slechts
een bevestigend antwoord bevatten en
geen mondelinge toelichting behoefden.
Men neemt aan, dat Rusland het
Westen nog officieel zal melden, de
nota's te hebben ontvangen. Binnen
kort zullen nu de vier Hoge Commis
sarissen in Duitsland bijeenkomen om
een plaats te bepalen, waar de minis
ters bijeen zullen komen. De geallieer
den hadden het gebouw voorgesteld,
waar de geallieerde Bestuursraad tot
1948 bijeen placht te komen. De Rus
sen hebben over dit voorstel in alle
talen gezwegen. Wel zijn ze bezig ge
weest het gebouw van het Russische
zendstation, dat in de Britse sector
ligt in te richten. Het gebouw van de
bestuursraad ligt in de Amerikaanse
zone.
De Hoge Commissarissen zullen ook
overleg plegen over andere technische
details van de conferentie, zoals de pers
faciliteiten. De regering van Berlijn
heeft reeds een groot gebouw nabij de
villa van de Bestuursraad ingericht voor
de ongeveer 1000 journalisten, die wor
den verwacht.
De Grote Drie laten in hun nota's nog
weten, dat zij naar hun mening in vroe
gere nota's reeds duidelijk uiteen heb
ben gezet wat er tijdens de vierminis-
tersconferentie zal moeten worden be
sproken. Zij vinden het dan ook niet
nodig om op deze kwesties nog eens te
rug te komen. Op die manier hoopt men
te voorkomen, dat Rusland door uitge
breide agenda- en procedurekwesties op
te werpen opnieuw probeert de confe
rentie uit te stellen.
De West-Duitse regering heeft het voor
nemen om de door Minister Erhard met
zoveel 'succes gevoerde politiek der markt-
vrijheid nu ook te gaan uitstrekken tot de
vele gebieden, die tot dusverre onder een
rigoureus stelsel van regelingen vielen. In
grijpende hervormingen op de kapitaal
markt, in het belastingsysteem, in verkeer,
sociale wetgeving, landbouw en woningbouw
zijn in het vooruitzicht gesteld.
Expansie in alle richtingen zal ook in
1954 de grote slagzin van de West-Duitse
economische politiek blijven, zo heeft mi
nister Erhard aangekondigd. De verhou
ding van de productie van verbruiksgoe-
deren zal volgens hem voorrang hebben
boven de versterking van de kapitaal
markt. In de buitenlandse handel zal dit
zijn weerslag moeten vinden in een aan
zienlijke vergroting van de invoer.
Min. Erhard wenst de bevolking tot gro
ter verbruik aan te moedigen. Hij keert
zich tegen een overmatige spaarzin, die
ertoe zou kunnen leiden, dat de industrie
voor afzetmoeilijkheden zou worden ge
plaatst.
(Van onze correspondent)
Gisteren was het 25 jaar geleden, dat mr.
R. Warmoltz, districtscommandant van de
Rijkspolitie in Leiden, in politiedienst trad
Volgens traditie bij de officieren van de
Rijkspolitie werd het feest slechts in zeer
Intieme kring gevierd.
Majoor Warmoltz is de man, die jaarlijks
de leiding heeft bij de verkeersregeling
tijdens het bloemencorso in de Bollenstreek
Bij gebrek aan geschikte parellelwegen in
deze streek, staat de Rijkspolitie ieder jaar
bij dit bloemenfestijn Voor een bijna boven
menselijke opgave, maar majoor Warmoltz
weet zich er zo goed mogelijk door heen
te slaan. En wanneer men na afloop con
stateren mag, dat de chaos tot een minimum
beperkt is gebleven, betekent dit een
overigens slechts zelden uitgesproken
compliment aan majoor Warmoltz en zijn
mannen.
Tot ridder in de orde van de Nederlandse
Leeuw is benoemd ir. M. Eikelenboom, te
Wassenaar, voorzitter van het Nederlandse
comité van het bureau „Veritas".
et is nog te vroeg om ai ver- Jan de Troye is zichzelf niet be-
gelijkingen te maken tussen wust dat hij over bijzondere radio-
zulke onberekenbare, en mis- capaciteiten beschikt. Hij wijt zijn
schien zelfs onvergelijkbare media als carrière grotendeels aan het geluk
radio en televisie, maar op die avond en aan de vrijheid, die de leiding
in November toen wij geluisterd van de VARA hem bij zijn werk
nadden naar de radioreportage van laat. Toen hij op 25-jarige leeftijd,
het sluiten van het laatste dijkgat in 1946, op een advertentie voor een
bij Ouwerkerk konden wij de ge- reporter reageerde, had hij zijn naam
dachte niet van ons af zetten: met alleen nog maar in de krant gelezen,
deze reportage heeft de radio zich- toen hij het Nederlands junioren-
zelf overtroffen, misschien wel voor kampioenschap schermen had be
de laatste maal. Niet zozeer omdat haald. Hij had in zijn geboorteplaats
sr in de toekomst geen goede radio- Leiden dé middelbare school doorlo-
reportages meer gemaakt zullen wor- pen en de oorlog doorgemaakt op
den, maar omdat in het nieuwe jaar, een bureau voor de voedselvoorzie-
als radio en televisie hun wedloop ning. Hij had veel op met de mo-
beginnen, bij geen enkele grote ge- derne Nederlandse litteratuur, stu-
beurtenis niet een televisiecamera deerde voor zijn liefhebberij Spaans
naast de radioreporter zal staan. De en kwam tenslotte als propaganda-
radio heeft haar monopolie verloren, leider bij een schriftelijk onderwijs-
Op die avond van Ouwerkerk luis- instituut terecht. De oproep uit Hil-
terde heel Nederland, ondanks het versum, op zijn sollicitatie, vervulde
late uur, naar de twee reporters, hem met groot enthousiasme, totdat
van wie de een ronddobberde op hij, op het station aangekomen, een
een sleepboot voor het dijkgat en rij van sollicitanten naar de studio
de ander hoog op de immense cais- zag trekken. „Ik wilde meteen weer
son het dramatische slot van het in de trein stappen. Maar later dacht
ik: laat ik min
stens de reisver-
goeding even
gaan halen." In
de studio door
liep hij het
merkwaardige
examen, dat men
bij de radio
proefondervinde
lijk voor aspi
rant-reporters
heeft uitgedacht:
hij moest stuk
ken lezen in de
moderne talen,
werd soms abrupt
onderbroken met
merkwaardige
vragen. Men gaf
hem vijf minu
ten om een re
portage te geven
van de droogleg
ging van de
lange gevecht
met het water
meebeleefde.
Jan de Troye
stond op de
caisson voor de
zware opgave om
aan millioenen
Nederlanders iets
van de emoties
over te dragen,
die zich van hem
meester maakten
toen het eind
van het grote
karwei in zicht
kwam. Hij sprak
zonder stemver
heffing of na
druk en sjouwde
met zijn micro
foon van de ene
kant van de
caisson naar de
ander. Hij stelde
vragen aan de mannen, die de in- Zuiderzee en liet hem nog tweemaal
Uiatkleppen bedienden en aan ir. terugkomen, voordat de keuze defi-
fnijsse persoonlijk. De antwoorden nitief bepaald was. Of het het
men dan wel de intuïtie van de
omroepmannen was, die de keuze
waren kort en vaag. Mannen die een
r^are verantwoording dragen, spre-
bravour of zelfverze- bestemde, laten wij in het midden,
•biwéna r°okwolken van de maar Jan de Troye mocht starten
ha™ ,üe ,®teepboten maakten het en mocht vrij zijn eigen stijl kiezen.
?f^JS'SChlliende malen onmogelijk J
te spieken. Doch juist uit dit moei- Voor degenen, die hem kennen, is
zame zwoegen sprak de geest in deze stijl mets anders dan de per-
puwerkerk, die op deze wijze dieper soon van Jan de Troye zelf. Het
tot de luisteraars doordrong dan dit kost hem geen moeite om een uur
met goedgekozen woorden alléén zonder haperen vol te praten, ook
mntfolnlr 7/111 ..aam da ji_ 1i.
mogelijk zou zijn geweest.
Het succes van deze reportage
het woord succes zal men uit de
mond van Jan de Troye zelden ho-
niet voor de microfoon, doch het
schenkt hem geen bevrediging. Sinds
hij in de rampdagen de hartekreet
heeft kunnen vastleggen van een
ren was geen toeval maar het moeder, die met haar kinderen aan
product van zeer hard werken Hoe- ket water was ontsnapt, is het voor
wel de radio, in vergelijking met de hem nog een grotere zekerheid ge-
televisie al oud is, heeft ze feitelijk worden dat „het onderwerp" altijd
nog maar nauwelijks de kinder- welsprekender is dan de reporter
schoenen uitgetrokken. Eerst na de zelf. Daarbij verzwijgt hij dat ook
oorlog heeft ze het critische gehoor een reporter soms onderwerp kan
gekregen, dat ze behoefde om zich worden, zoals in diezelfde ramp-
te verdiepen. Radioreporters uit dagen toen hij, uitgeput en lucht-
vroegere dagen, die over weinig ziek in een Dakota over het ramp
tonlinieoVlD Vllllnmi/^Jnl1 1_ J ..I AAA nn AAM »amam4a Aa rtt-,4
gebied vloog en een reportage gaf,
die juist door zijn defecten een
indringend beeld gaf van de sfeer
technische hulpmiddelen beschikten
zochten hun kracht in het smeufg
vertellen van hetgeen ze voor hun
ogen zagen gebeuren. De nieuwe van het rampgebied,
generatie spreekt weinig, maar laat
het onderwerp zelf aan het woord Het feit dat sPms millioenen luis-
Ze wanen zich niet meer de ge- teraars aan het toestel zitten, geeft
vierde gast in het gezelschap naar elke reporter een onbehaaglijk ge-
wiens verhalen iedereen moet luis- voel- Jan de Troye heeft daar een
teren, maar treden meer op als een oplossing voor gevonden: „Ik beeld
me maar in dat ik het zit te ver
tellen aan een oud mannetje dat
alleen in zijn kamer zit. Tegen zo
een man schreeuw je toch ook niet.'"
goede gastheer, die ieder de kans
geeft om het zijne te zeggen. „Wij
zijn het spiegeltje," zegt Jan de
Troye. Een goede spiegel geeft de -
gehele werkelijkheid weer, zonder het radiowerk heeft Jan de Troye
vertekening. Om dit te kunnen be
reiken studeert Jan de Troye soms
zijn volle bevrediging gevonden. Hij
is er met S. de Vries Jr. van over-
dagenlang op zijn onderwerp. Hij tuiSd, dat het beeld (de televisie)
leest alle lectuur, die er voorradig is n°oit de radio geheel zal kunnen
om zo goed mogelijk beslagen ten vervangen. „Het gesproken woord
ijs te komen. Bij het vertrek van P ,j®,lt.de fantasie sterker dan het
de „Willem Barendsz" naar de IJs- !r zlJn vrije tijd is hij een
zee gaf hij geen vlot verhaal ten ent"°usiast voetballer, die al menige
beste over die jongens, „die het hem overwinning voor zijn omroepver-
toch maar weer leverden", maar nij
klom uren voor het vertrek aan
boord om met de zeelui te praten.
Hij heeft er slag van om met mensen
eniging in de wacht heeft gesleept.
Hij woont in de meest muzikale
laan van Nederland, de Jac. van
Campenlaan in Hilversum waar de
om te springen. Niet de vlotheid van radiomusici huis aan huis wonen,
de handelsreiziger, die zijn productie maar dit heeft hem niet tot muzi-
moet verhogen, maar met eerlijk ge- hale prestaties geïnspireerd. Zijn
meende Interesse, die de mannen doet schaarse vrije tijd brengt hij lezend
vergeten dat er een microfoon mee- door. Zijn collega's mogen hem
luistert. Op dat moment ontwikkelde graag, omdat hij geen pretenties
zich op de „Willem Barendsz" een heeft en de technici steken bij het
horen van zijn naam hun duim op.
„Alleen de simpele, eenvoudige din.
gesprek, dat een beter inzicht gaf in
de nuchtere aard van de Hollandse
zeeman, dan tientallen boeken van §en zijn waarachtig," zegt Jan de
zeevaartpropagandisten dit vermoch- Troye. „je moet daar een mateloze
ten te doen.
interesse voor hebben."
Kr,
Toen viel de blinddoek hem van de
ogen
En werd hij, plotseling en klaar,
Als bij een bliksem uit den hogen,
Het leven en zichzelf gewaar.
En die weleer was uitgereden
In blinden trots, met feestgedruis,
Keerde, als een boeteling in gebeden
Ora pro nobis naar zijn huis.
De ridder-dichter van dit vers is een
uitgesproken bewonderaar van Geerten
Gossaert. Hij zet met deze bundel diens
traditie in de christelijke verskunst
voort; ook het „verloren zoon-motief"
neemt hij weer op, minder dichterlijk,
De geestelijke atmosfeer van deze dagen maakt het makkelijker dan ooit
ora gevoel op te brengen voor een artistiek wellicht weinig sterk, maar
niettemin veelzeggend dichterschap als dat van de christelijke essayist
J. A. Rispens. Er ligt in bovenstaande zin een pijnlijke tegenstelling vervat:
zwak enerzijds en anderzijds veelzeggend; hoe is dit te rijmen? In het vol
gende willen wij trachten dit duidelijk te maken.
J. A. Rispens heeft in 1938 een boek
gepubliceerd, „Richtingen en figuren in
de Nederlandse letterkunde na 1880",
waarmee hij eenieder die in de geeste
lijke achtergrond van onze nieuwe let
terkunde belang stelt, waarlijk aan zich
heeft verplicht. Het is een diepzinnig
boek, waarin de problemen dwingender
worden behandeld dan in enig ander
overzicht van de letterkunde onzer
eeuw. Het is dan ook méér dan een
overzicht. Het werk der voornaamste
auteurs wordt er in behandeld als een
afgeslotenheid, als een geestelijke ge
stalte, en die gestalten tezamen geven
de richtingen aan waarin het geheel
dat wij onze „letterkunde" noemen
voortgang vindt. In 1950 publiceerde
Rispens een tweede boek, „De geest
over de wateren". Hierin wordt dat
gene, waar het Rispens als criticus om
gaat, als het ware opnieuw geformu
leerd. En die formule komt dan op een
gegeven moment ongeveer als volgt te
luiden: „De hedendaagse kunst ontbeert
achtergrond".
Daarmee is niets nieuws gezegd. Maar
toch heeft men er in dit geval wat aan,
omdat Rispens er de tragiek van laat
zien. Daar waar gewoon geen achter
grond is, mist de kunst grootheid.
Daar waar zij smartelijk achtergrond
ontbeert, achtergrond zoekt, ach
tergrond probeert-te scheppen, daar
wordt de kunst, ook in geval van falen,
veelzeggend. Het is om deze reden, dat
wij op onze beurt het werk van J. A.
Rispens zelf, dat hij ons thans in zijn
hoedanigheid van dichter aanbiedt, veel
zeggend achten Want hier wórdt ach
tergrond geschapen, ook al wordt er
bij herhaling gefaald.
J. A. Rispens noemde zijn bundel
„Ora pro nobis", bid voor ons.
Het gedicht, waarin de titel verklaring
vindt, heet:
DE RIDDER.
En afscheid nam hij van de zijnen,
Om roem en buit, naar 't verre land,
Ten oorlog met de Saracijnen;
En roem en buit viel in zijn hand.
Hij schitterde onder zijn vasallen—
Toen trad een engel op zijn pad,
En in dien nacht is hem ontvallen
't Liefste, wat hij op aard' bezat.
Nog precies op de laatste dag van het
jaar heeft de Eindhovense brandweer
haar enige brand van importantie in 1953
te verwerken gekregen. Even voor vier
uur brak Donderdag door onbekende
oorzaak brand uit in een werkplaats
van het buiten de stad gelegen huize
„Sint Jozefdal" van de Broeders van
Liefde, aan de Eckartseweg.
In deze werkplaats is een zestigtal de
biele arbeidskrachten te werk gesteld,
die eenvoudige fabrieksarbeid voor de
N.V. Philips verrichten. Toen de brand
uitbrak hadden de mannen juist schaft
tijd, zodat zij niet in het gebouw aanwe
zig waren. De brand werd door één
der broeders ontdekt, maar was toen al
niet meer te stuiten. Het vuur woedde
vooral in de philitevoorraad. De werk
plaats, die grotendeels van hout was op
getrokken, was vrijwel weggebrand toen
de brandweer met twee wagens arri
veerde. Er kon zo goed als niets gered
worden.
Van de zijde der werkgeversorganisatie
in de drankindustrie deelt men ons me
de, dat aan het college van rijksbemid
delaars door de bedrijfsunie en de werk-
commissie voor de drankindustrie is
voorgesteld aan de geschoolde werk
nemers toe te kennen een loonsverho
ging van gemiddeld dertien procent in
clusief de normale loonron.de van vijf
procent, en aan de ongeschoolde werk
nemers een loonsverhoging van gemid
deld acht procent inclusief de normale
loonronde van vijf procènt.
maar feller verontrust, en met een mo
derner cultuurbewustzijn dan Gossaert
in 1911 kon hebben. (Diens beroemde
bundel, „Experimenten", beleefde in
1949 een elfde druk).
Die verontrusting van Rispens gaat
ons aan. In haar beste momenten is zij
bekommernis en belijdenis, een poëtisch
Confiteor, en aldus nu kan dit woord
niet langer uitblijven een gebed tot
God, die DE achtergrond van het leven
is. De tragiek van een kunst zonder
achtergrond, is de tragiek van een mens
zonder God, Strijden om achtergrond,
is strijden om God. Daarmee is het
probleem der „gn. losgeslagen moderne
kunst tot zulk een simpele formulering
teruggebracht, dat maar weinigen haar
als werkmethode kunnen aanvaarden.
Wat vangt men er als verzenschrijver
mee aan?
Waarschijnlijk heeft ook Rispens zich
dat wel eens afgevraagd, bepaaldelijk
onderwijl hij dichtte. En het artistieke
resultaat werd er waarlijk niet beter
op. En toch, en toch, juist dit dwingen
de zich afvragen, waarmee men de
spitsen van zijn eigen inspiratie letter
lijk afknot, maakt „Ora pro nobis" zo
bijzonder veelzeggend.
Men kan niet steeds zijn achtergrond
als God benoemen. Ook dat zou een
literair spel zijn; en hierover zegt de
dichter in het volgende kwatrijn:
Ik heb genoeg van 't virtuoze spel,
De poëzie van vlinders en van rozen;
Mijn hart dorst naar het smaak- en
reukeloze,
Maar sterkend water, diep uit aarde's
wel.
Ook dit' water uit aarde's wel, dit
oerwater, is bij wijze van spreken
„achtergrond". Hier doet de dichter zich
kennen als de mens met de mythische
wereldbeschouwing, die ook voor de
essayist Rispens steeds zo kenmerkend
was. Hij wil geen aan de wereld ont-
togene zijn, maar hij wil leven in een
wereld waarin de dingen der natuur
„sterkend" zijn, of louterend, zoals vuur,
of zuiverend, zoals lucht. Van zulk een
wereld kan men niet zeggdn dat zij
zonder achtergrond is. Zij openbaart
juist haar achtergrond in haar wezen.
En deze openbaring komt de moderne
dichter vertrouwder voor dan een open
baring uit het „Jenseits".
Anders gezegd, en samenvattend: de
dichter van „Ora pro nobis" tast naar
het hart der dingen. Daarin herkent hij
zijn achtergrond: God. Of althans: hij
hóópt dit te doen. Want hij weet: zijn
eigen mens-zijn staat hem in de weg.
Zijn bewust „schoonheidszoeken" staat
hem in de weg. De „literatuur" staat
hem in de weg. En daarom deze klacht:
Wat heeft men van het kunst'naar-
schap gemaakt?
Een farce, een spel in klank en kleur
en frasen,
Spiegel van 's werelds hoogmoed en
verdwazen,
Dat nergens meer het hart der dingen
raakt.
Welhaast vanzelfsprekend dat hier
tegenover de „Paradox" komt te staan:
Wij zoeken hier en daar en overal
Den macht'ge, die de wereld redden
zal,
En knielen neer, o paradox der hope,
Voor 't goddelijk Kind, geboren in
een stal.
NICO VERHOEVEN.
J. A. Rispens: „Ora pro nobis".
Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen 1953.
In ieder geval mag
wel zeggen, dat ik ïi
nieuwe jaar goed ben bi
gonnen. Precies even gof
als ik het oude heb b
eindigd. Sterker: de ove
gang tussen oud en nieu
is mij in het geheel ni|
opgevallen. Natuurlijk,
folkloristische gebruik vj
het oliebollen eten heb ik met welg
vallen over mij laten komen. En
fluiten van de boten in de hav|
ook, evenals het knallen van de vo
zoekers. Maar innerlijk ben ik bij
alles onberoerd gebleven.
Vroeger was dat anders. ToJ
placht ik nog wel eens opnieuw
beginnen. Niet alleen op 1 Janué
overigens, maar soms ook wel eel
gewoon op 6 Augustus. Telkens wel
echter kwam ik toen tot de ontdel
king, dat ik na verloop van til
daar belandde, waar ik zo overtuig
was geëindigd. Ik constateerde, aa
vankelijk met blijde verbazing,
die later tot rustgevende zekerhe
werd dat de „nieuwe mens", d
ik had aangetrokken, immer als twl
druppels water leek op de „ouJ
Adam", die ik zo juist had afgeled
Sindsdien geloof ik niet meer aa
een „goed begin". Waarschijnlijk orf
dat ik geloof, dat heel het leven i
anders is dan een goed begin,
nu hecht ik nog slechts aan een zall
einde. Maar dan ook alleen omd|
het dan pas goed begint.
In een besloten bijeenkomst in het i
gemeen rijksarchief te Den Haag hee
dr. M. Freson, secretaris van het natil
naai fonds voor wetenschappelijk o|
derzoek in België en tevens secretarf
van het interuniversitair comité voor
microfilm, aan de rijkscommissie vo
vaderlandsche geschiedenis 810 micrl
films overhandigd. Deze microfilms dl
ongeveer 300.000 opnamen bevatte)
hebben betrekking op historische doe
menten uit de archieven van Rijssel
Dijon. Zij hebben betrekking op de gl
meenschappelijke geschiedenis van q
beide landen toen deze nog een eenhei
vormden. Met de verfilming van dea
archiefstukken is men twee a drie jaa
bezig geweest. Bij de microfilms beviij
den zich ook boeken met repertoria
korte samenvattingen van de docume
ten, zodat het eerste deel van de hist<|
rische bewerking reeds verricht is.
Dit is het eerste begin van een sameri
werking die naar men hoopt jaren za
duren. Op het ogenblik is men reeq
bezig archiefstukken in Wenen op
microfilm vast te leggen. Men zal
Wenen 600.000 foto's minimum makel
Daarna zal men archiefstukken in S|
mancas op de microfilm vastleggen. Dl
grote wetenschappenlijke werk worJ
verricht door de Belgische universite|
ten. Dank zij een subsidie van de Nede
landse organisatie voor zuiver wete
schappelijk onderzoek is Nederla
thans in het bezit gekomen van een e
tra kopy. Dat dit mogelijk is, is te da
ken aan de medewerking van dr.
Freson en aan die van de directeur va|
het nationale fonds, de heer Jean Wil
lems.
Nieuwjaarsochtend tegen vijf uu
werd te Maastricht waarschijnlijk
eerste inbraak van 1954 gepleegd,
agent van politie, E. Kostons, merk
onraad in de groente- en fruitwinkej
van de heer Engelen aan de Calva
straat. Plotseling sprong een man
het tuimelraampje boven de winkeldeu
en vluchtte weg in de duisternis. Eel
achtervolging door verschillende strsT
ten werd ingezet, waarna de inbrekd
in de Capucijnengang kon worden gd
arresteerd. Even voor zijn aanhoudin|
gooide hij een gedeelte van het gcstole
geld, een bedrag van ongeveer 250 gu
den, weg. Het bleek te zijn de 37-jarigJ
P. W„ een goede bekende van de politie]
De man heeft al meer veroordelingen
achter de rug en was nog niet lang ol
vrije voeten. Hij wordt voorts nog verl
dacht van enkele diefstallen tijdens d|
Kerstdagen.
De wereld heeft een nieuw jaar begroet, vol hoop, vol verwachtingen. Uit
gelaten mensen hebben in de oudejaarsnacht vreugdevuren ontstoken, voet
zoekers afgeschoten, geluisterd naar de klokken en gebeden. Over heel de
wereld, vóór en achter het ijzeren gordijn, hebben de mensen plechtige oude-
jaarsdiensten bijgewoond en op slag van twaalf elkaar het allerbeste toe
gewenst. De staatshoofden hebben nieuwjaarsboodschappen gericht tot hun
onderdanen en men is geneigd daaruit een iets optimistischer geluid te horen
dan een jaar geleden.
In Moskou werd de jaarwisseling op
grootse wijze gevierd. Birnen de muren
van het Kremlin werd een gecostu
meerd bal gegeven voor studenten en
cadetten. Op nieuwjaarsdag hebben
de groten van de Sovjet-Unie elkaar
tijdens een grote rece. toegedronken
en overal in de stad werden vreugde
vuren ontstoken. De buitenlanders in
de Russische hoofdstad werden niet
vergeten. Een groep Amerikaanse leer
lingjournalisten was te gast bij de Mos-
kouse universiteit en Zondag zal een
Zweeds ijshockey-elftal worden gefê
teerd.
In Oost-Berlijn was d' levensmidde-
lenaanvoer dit jaar wat ruimer dan
vorige jaren, maar in West-Duitsland
was het toch beter. Voor het eerst sinds
1948 hebben de Westelijke comman
danten in P -rlijn een brief met harte
lijke nieuwjaarswensen van hun Rus
sische collega ontvangen. President
Auriol van Frankrijk vroeg tijdens een
nieuwjaarsreceptie te Parijs voor het
Corps Diplomatique begrip voor
Frankrijk. „Het Franse individualisme
geeft velen een verkeerde kijk op het
land. Frankrijk -taat niet aan de rand
van anarchisme", aldus de president.
Hij had overigens goec hoop voor de
vred: kansen in 1954, raar aldus
Auriol „vrede komt er niet alleen
door conferenties. Vrede vraagt daden".
In dezelfde geest ongeveer richtte
Churchill zijn nieuwjaarsboodschap tot
de Primrose League van zijn partij. We
zijn er een stuk beter voor komen
staan wat de vrede etreft, aldus Chur
chill, maar we zijn er >g lang niet.
In Amerika concentreerde zich de
feestvreugde op het Times Square,
waar naar schatting ongeveer een mil-
lioen mensen nieuwjaar waren komen
vieren. De secretaris-generaal van de
V. N. herinnerde in zijn nieuwjaars
rede aan de be' "kenis van de V. N. als
instrument, om de vrede te bereiken
voor hen, die van goeden wille zijn.
Generaal Franco deed op Nieuw
jaarsdag het voorstel, dat alle Weste
lijke staten hun overtollige produc
ties bij wijze van Ienin op lange ter
mijn zouden afstaan aan landen, die
met ernstige tekorten te kampen had
den. Deze staten zouden wel aan
deze zijde van het ijzeren gordijn
moeten liggen. Prer' 'ant Tito van
Joegoslavië noemde zichzelf tijdens
een Nieuwjaarsboodschap een „niet
al te overdreven optimist" toen hij
beweerde, dat de wereld er slnd
het einde van de oorlog nog niet
goed heeft voorgestaan met betrek)
king tot de vrede.
President Vorosjilov van Rusland
heeft de arbeiders van de Sovjet-Unia
hulde gebracht voor de wijze, waarop
zij hun vijfjarenplan tot uitvoering
hadden gebracht. Hij sprak de we
uit, dat 1954 het jaar van de vredd
zov worden. President Zapotocky van
Tsjechoslowakije roemde de economiJ
sche vooruitgang van zijn land en weel
de moeilijkheden in zijn land aan dq
misdadige activiteiten van Slansky
zijn aanhangers.
Het gerechtshof te Amsterdam heef
vanochtend een 25-jarige vrouw uitl
Utrecht veroordeeld tot een jaar gevan-|
genisstraf met aftrek van de zeven enl
een halve maand voorarrest, alsmede)
voorwaardelijk ter beschikkingstelling
aan de regering met een proeftijd
drie jaar. Deze in Indonesië geboren I
vrouw stond terecht wegens zware mis-|
handeling van een harer baby's, waarbij"
de dood onmiddellijk was ingetreden.
Het in Utrecht woonachtige gezin tel-|
de drie kinderen waarbij een tweeling.|
Het hoofd van het gezin was op de be
wuste dag in Mei van dit jaar in hetl
ziekenhuis. Van de tweeling, een jongen!
en een meisje, nog geen jaar oud, is hetl
meisje het slachtoffer geworden van eenl
grote drift of waanzin van haar jeugdige]
moeder, die het kind, toen het niet op
hield met huilen, met een dekenklem I
herhaaldelijk op het hoofd sloeg, het I
kind daarna opnam en het zo krachtig I
tegen de houten rand van het ledikantje I
drukte, dat de wervelkolom brak en de
dood onmiddellijk intrad.
De rechtbank had de vrouw veroor- I
deeld tot twee jaar en voorwaardelijke J
ter beschikkingstelling.