In particuliere rusthuizen heersen
ontstellende toestanden
Verzorging van bejaarden vaak winstobject
voor onscrupuleuze exploitanten
TOESLAG OP INDISCHE
PENSIOENEN e.d.
I
flVolken
van
gen ofj
Douwe Egberts
taba
Aanschaf van een hoorapparaat
u
H
IN DE MAAND DER BALANSOPRUIMINGEN
KOMT HET BESTE AAN BOD
J
Echter: niet alle particuliere
tehuizen zijn slecht
Wettelijke regeling
dringend gewenst
5pet. perl Januari
Oostelijk Flevoland
in 1957 droog
VERZAMELDE WERKEN
PAGINA 5
refélHiSche 00k zoveel m°ee,ijk een
Er „i"ke medische verzorging geven.
De medische en hygiënische verzorging van
de bejaarden spot veelal met ieder begrip
van redelijkheid
Journalist Hommerson
overleden
In 1952 gegijzeld wegens
weigering bron te vermelden
Slachtoffertjes brand
Groningen begraven
J. Kraayenoord voorzitter
A.R.K.O. afd. Utrecht
Dodelijk ongeval
Z.W.O. geeft f 2.800.000
aan subidie
Hoorapparaat is wezenlijk iets anders dan
broodrooster of snelkoker
Korte pleidooien voor
Karei van de Woestijne
Willem de Mérode
August Vermeylen en
enkele andere jonge
Vlamingen
(Van onze redacteur)
ree de bejaarde, die in een particulier rusthuis woont
en die langdurig ziek wordt. Hij is er zeer slecht
aan toe als hij inwoont bij personen, die van elk
sociaal gevoel gespeend zijn en die een dergelijk rusthuis
alleen exploiteren uit winstbejag. Hij vormt wel
een gunstig winstobject voor deze exploitanten. Op deze
manier is ons door ter zake uiterst bevoegden het lot
gekenschetst van vele bejaarden. Zonder de verscheidene
sociaal voelende eigenaars van rusthuizen, die zeer goed
voor de hun toevertrouwde mensen zorgen te na te ko
men, kan worden gezegd, dat in verscheidene van deze
tehuizen toestanden heersen, die ten hemel schreiend zijn.
Ook zonder dat de inwonenden ziek zijn, komen er vele
Bevallen voor van slechte voeding, onvoldoende verzorging
en een totaal gebrek aan interesse, waardoor het be
grijpelijk is, dat de inwonenden afstompen en eigenlijk al-
teen maar op hun dood wachten. Stel u alleen maar voor
een der kamers van een dergelijk tehuis zonder radio, zon
der recreatiemogelijkheid. Zo'n huis, veelal een afgedankte
villa of herenhuis, die een betere tijd heeft gehad, is
meestal propvol. Voor redelijke zitjes aan een tafel is soms
Been plaats. Het komt voor, dat een twintig-, dertigtal stoe
len geplaatst is tegen de wand van zulk een kamer, weids
„recreatiezaal" geheten, waarop de oude mensen niets doen
dan domweg zitten, alleen maar zitten. Men kan er niets
ondernemen, er is geen domino- of damspel. Men zit er
maar, welhaast de hele dag. En 's nachts, na het vroeg
naar bed gaan om licht te sparen, huivert men in zijn
schamel bed onder de twee dunne dekens.
Voor deze mensen is er geen enkele franje, geen enkele
kleur meer aan het leven. Zij drinken uit kroezen, krijgen
hun eten uit een grote pan opgeschept, moeten extra beta
len voor suiker. Ze zijn een voortdurende irritatie voor
de exploitant, die meestal redelijk betaald wordt, maar
die zijn tehuis alleen is begonnen om er veel beter
van te worden. En als deze mensen ziek worden, ontbreekt
het hun vaak aan iedere redelijke hulp. Bijna de gehele
dag worden ze alleen gelaten, er is niemand die zich iets
van hen aantrekt. Zij moeten vaak zichzelf „helpen". Hun
medische en hygiënische verzorging spot met ieder begrip
van redelijkheid. Zij zijn de meest weerlozen van de maat
schappij. Terwijl iemand, die een café wil beginnen of een
sigarenwinkel, allerlei wettelijke obstakels op zijn weg
vindt, kan ieder, die het wil, een particulier rusthuis gaan
exploiteren. Bij sommigen zijn de bejaarden aan de dui
vel overgeleverd.
Voorbeelden van zeer slechte verzor
ging zijn er te over. Een patiënt in een
grote stad, die dringend geïsoleerd
Jhoest worden, werd een plaats gegeven
Ui de badkamer, naast het toilet.
Een kankerpatiënt werd van de
"Slaapzaal" getransporteerd naar de
j-older onder de dakpannen, waar hij
voor middel van een spiegeltje, dat
'ohuin boven zijn onwelriekend bed
J"erd opgehangen, iets van de buiten
echt kon zien. Deze patiënt krijgt des
Jhorgens en 's avonds wat eten. En eens
'h de week wordt zijn bed opgemaakt.
Van een ernstige hartpatiënt, die bij
"et bestijgen van de trap naar de slaap
gelegenheid in elkaar zakt en bijna van
v® trap valt, wordt gezegd, dat hij zich
?anstelt. Aan een dieet wordt niet de
Hand gehoudenHet is vaak een uit
komst voor velen der bejaarden, als een
familielid eens wat fruit komt bren
gen.
In Den Haag woont een eigenaar van
rusthuis, die in de oorlog voor fan-
Jrjisch hoge bedragen aan bejaarden
v"®rdak verleende. In de hongerwinter
v®rk°cht hij hun weinige bonnen en
lort e hij hen met watersoep. Na de
heeft de tuchtrechter deze man
hij prijsopdrijving aangepakt en is
Zon^°°r vijf jaar naar Veenhuizen ge-
bij n®*i. Toen zijn tijd om was, kwam
eep r Den Haag terug en opende hij
b6ja'Jv rusthuis. De verzorging van de
Alnaris °°k nu verre van redelijk,
in een q, f'Senaar van het tehuis rijdt
in een auto rond
Ook onbaatzuchtigen
Men moet bij dit alles met nadruk uit
zonderen degenen, die vaak woekeren
om het de hun toevertrouwden zo goed
mogelijk te geven. Die een verpleegster
in dienst hebben. Die zelf een sober be
staan lijden om „hun" mensen het beste
te geven. Die, terwijl hun tehuizen for
meel op winst zijn ingesteld, volkomen
onbaatzuchtig zijn. Die naast een goede
er alleen maar zo betrekkelijk
langs gebeurd. Het rusthuis wordt dan
gesloten. Maar waar dan met de be
jaarden heen? Ook in enkele andere
gemeenten schijnt een dergelijke ver
ordening te bestaan. Maar in het al
gemeen is men niet zo vlug met in
grijpen, daar men steeds voor de moei
lijkheid komt te staan, waar de in
wonenden dan onder te brengen.
Steeds meer bejaarden
Het thuis verzorgen en verplegen van
ouders door hun kinderen neemt de
Er is geen enkele statistiek te ver
krijgen over het aantal rust- en ver
pleeghuizen in ons land. Men heeft geen
idee hoe groot het aantal particuliere
inrichtingen is. Men weet wel, dat er in
Den Haag, Rotterdam en Amsterdam
ongeveer honderd rust- en verpleeg
huizen zijn, maar van de overige ge
meenten heeft men geen overzicht. Het
is wel bekend, dat van katholiek-chari
tatieve zijde veel gedaan wordt voor
een redelijke en verantwoorde huisves
ting van de bejaarden. Met name wor
den de inrichtingen genoemd in Noord-
Brabant, van verschillende orden uit
gaande. Er bestaat ook grote belang
stelling van katholieke zijde ten opzich
te van een betere regeling van de rust
en verpleeghuizen. Ook op Sociale Za
ken is men met deze materie druk doen
de. Men heeft hier een wettelijke rege
ling in studie.
Otipp, kan stellen, dat er in ons land
plee tweeduizend rust- en ver-
Van.uizen zijn, met een capaciteit
van Vl^ t°t driehonderd inwoners, waar-
®r sommige veelal gemeentelijke
Sp, ver boven dit maximum uitgaan. Ver-
Heidene tehuizen zijn opgericht door
£®rkelijk-charitatieve instellingen, ge
beenten en stichtingen. Vele, vooral in
?e grote steden, staan onder particulier
beheer. En daarvan is een aantal dus-
Sanig. dat de term volkomen onvol
doende slechts euphemistisch klinkt,
f-en ieder, die een groot huis huurt, kan
een dergelijk tehuis openen. Of hij eer-
HJk is, vakbekwaam, liefdevol, doet niet
ter zake.
In verscheidene gemeenten worden
armlastigen opgenomen in particu
liere rust- en verpleeghuizen. Hier
bestaat een zeker toezicht van ge
meentewege door middel van de G.G.D.
®n Sociale Zaken en hier worden ex
cessen voorkomen. Maar wat kan er
koorts gedaan worden tegen de mala
fide exploitanten? Dat hangt geheel
Van de gemeenteverordening, die in
Welhaast alle plaatsen verschilt, af. In
Amsterdam is het mogelijk een eige
naar ongeschikt te verklaren voor het
drijven van een rusthuis. Dit is on-
laatste tijd zeer af. Dit wordt veroor
zaakt door de te kleine woningen niet
alleen, maar dit is ook een gevolg van
een wijziging in de maatschappelijke
opvattingen. Daarbij wordt het aantal
bejaarden door de goede medische mo
gelijkheden steeds groter. Een gevolg
van de groei van de medische weten
schap is ook, dat zeer velen, die lang
durig ziek zijn, niet aan deze ziekte
sterven, zoals voor twintig, dertig jaar,
maar, zij het vaak gebrekkig en
hulpeloos, in leven blijven. Voor al de
zen zijn rust- en verpleeghuizen drin
gend nodig. De charlatan en winstbe-
ogende particulier, die alleen zijn be
lang ziet, begeeft zich graag op dit
terrein, waar nog wel wat te verdienen
valt.
Alom in den lande worden bejaarden
tehuizen opgericht, vaak met een medi
sche staf en in ieder geval met een vol
doende aantal verpleegsters. Deze
lenigen een deel van de nood op verant
woorde manier. Maar het aantal is bij
een ieder jaar stijgend aantal bejaarden
te gering.
Rusl- en verpleeghuizen gescheiden
De Federatie van inrichtingen voor
verpleging van langdurige ziekten, met
welker bestuursleden wij o.a. over ver
schillende aspecten van de verpleging
van bejaarden hebben gesproken, is van
mening, dat rust- en verpleeghuizen
eigenlijk volkomen gescheiden zouden
moeten zijn. Het tehuis voor bejaarden
zit met de grote moeilijkheid, dat het
gebouwd en ingericht werd voor de ver
zorging van valide bejaarden, doch
langzamerhand als uitwas een soort
verpleegafdeling krijgt, omdat het de
valide bejaarde, die ziek wordt en vaak
langdurig ziek, niet kan onderbrengen
in een verpleeghuis. Deze zijn' er name
lijk vrijwel niet. De Federatie tracht dit
nijpend tekort aan bedden opgeheven te
krijgen. Dit tracht zij o.m, te bereiken
door de uitbreiding van het aantal bed
den in het op charitatieve basis wer
kende bonafide verpleeginrichtings
wezen, hetzij door uitbreiding bij de
bestaande of nieuw te stichten inrich
tingen te bevorderen. De toestand bij
de verzorging van bejaarden is eigen
lijk als' in de oude gasthuizen van een
honderd jaar terug, die ook rust- en
verpleeghuizen waren.
De regering is voornemens in ver
band met de huurverhoging en de op
heffing van de consumptiebeperking
r' 1 Januari ook aan gewezen over
heidsdienaren van het voormalige Ned.-
t if(Indonesië), hun nagelaten be-
jokkingen en de gerechtigden op een
uitkering ingevolge de algemene oor-
9 sgevallenre geling, voorzover deze
J„.?nS ien 'asfe van Nederland komt,
h,?ll*en tn voor zolang zij zijn gevestigd
uiten het grondgebied van de republiek
inaonesië, in aanmerking te brengen
voor een toeslag (1954).
De daarvoor nodige wettelijke voor-
zo, sP°edig mogelijk aan
e otaten-Generaal ter overweging wor-
Vonra5°get°dfn' De re®erir|g stelt zich
beWhfi t0eslag' behoudens wettelijke
kennen v. g' ln et a'gem®en toe te
EerbUrl ven: Ie- de Indonesische bur-
l Alhtaire eigen Pensioenen,
onderstand V? aard overeenkomende
Weduwen -blJ wijze van pensioen de
den H, Ped10enen en 'wezenonderstan-
Pensioenenn<ier begrepen de zgn. lands-
komend de ten laste van de R.I.
bij wid» wechtgelden of onderstanden
en waehtJI?? vfachtgeld. 3e: pensioen
gewezen ™Ihl-5eringen' welke aan
sië toekdvd -1 Personeel van Indone-
ranties ofdnl..d,gevo.lge wettelijke ga-
Nederlandgevolge de overneming door
taling. 4d verplichting tot be-
•Igemene nnrL mgen ingevolge de
Het liet ?n b »°ngevallenregeling'
toe te kenn voornemen de toeslag
Xij ztl dan f gerekend van 1 Januari
2al dan in het algemeen 5 pet. be-
Ordening dringend gewenst
Degenen, met wie wij gesproken
hebben, zien in deze regeling een be
gin van een ordening, die dringend
gewenst is. In deze regeling zou de
eis gesteld moeten worden, dat in elk
rust- en verpleeghuis een behoorlijke
verzorging gewaarborgd wordt. Wie
hieraan niet voldoet, zal moeten wor
den uitgeschakeld. Allereerst is een
doelmatig en goed toezicht nodig. Deze
zou het best landelijk kunnen geschie
den, in kleine gemeenten regionaal.
Men zou er voor moeten zorgen, dat
in ieder rusthuis gediplomeerde ver
pleegsters, het aantal naar gelang van
de grootte, aanwezig zijn. Voorts moet
er toezicht zijn op de prijzen, op het
geen verstrekt wordt, op de ligging
van het huis, de mogelijkheid van
recreatie, de inrichting, en tenslotte
moet er een regelmatig medisch toe
zicht zijn.
Op deze manier zou aan de thans
heersende wantoestanden in vele door
particulieren gedreven rusthuizen een
einde kunnen komen. En tegelijk zou
een onderscheid kunnen worden ge
maakt in rust- en verpleeghuizen, op
dat de zieke bejaarde een zo goed moge
lijke verzorging gewaarborgd wordt.
Men predikt niet de oorlog tegen de
alleen tegen de parasieten. De bonafide
goed werkende particulieren. Het gaat
tehuizen zouden, als aan de verschil
lende eisen wordt voldaan, kunnen blij
ven bestaan. Al verheelt men zich niet,
dat een stichting, die een tehuis beheert
en die geen winst beoogt, een betere
vorm van exploitatie zou zijn.
n verscheidene particuliere rust
en verpleeghuizen voor bejaarden
heersen wantoestanden, dusdanig,
dat deze niet aan de openbaarheid
onttrokken mogen blijven. Vele par
ticulieren drijven een dergelijk te
huis alleen uit winstbejag. Zij be
kommeren zich veelal heel weinig
om de zieke bejaarden en trachten
zoveel mogelijk te verdienen aan
de nood en hulpeloosheid van een
ander. Men kan wel zeggen, dat de
inwonenden uitgekleed en uitgemer
geld worden. Nevenstaande repor
tage tracht een beeld te geven van de
toestanden in dergelijke tehuizen.
Ook worden de lijnen, langs welke
een wettelijke regeling, die de mala-
fiden moet uitschakelen, tot stand
zou kunnen komen, aangegeven. Niet
onvermeld mag blijven, dat wij in de
gesprekken, die wij bij de voorbe
reiding van deze reportage hebben
gevoerd, de lof hebben horen ver
kondigen van het prachtige werk
van de „Zonnebloem", die de inner
lijke eenzaamheid van talloze zieken
opvangt en hen waardevolle arbeid
verschaft. De „Zonnebloem", zo werd
ons met nadruk gezegd, geeft zeer
veel zieken grote levensvreugde.
Advertentie
Vanmorgen is te Zaandam op 37-jarige
leeftijd overleden de heer A. H. Hom
merson, die veertien dagen geleden in
het ziekenhuis aldaar was opgenomen.
De heer Hommerson was redacteur van
„Het Vrije Volk" in de Zaanstreek. In
1952 is Hommerson van 6 Mei tot 24
Juni in het Huis van Bewaring te Am
sterdam in gijzeling geweest. In een
reohtsgeding had hij geweigerd de bron
van één zijner berichten mede te delen,
zich beroepend op de journalistieke ere
code. De overledene was gehuwd en
vader van vier kinderen.
(Van onze correspondent)
De slachtoffertjes van de felle brand
die Zondagavond in de Sledemenner-
straat te Groningen heeft gewoed, zijn
Vrijdagmorgen onder enorm grote be
langstelling op de begraafplaats Sel-
werderhof begraven. Het medeleven
met het zwaar getroffen echtpaar Kui
per was groot, tijdens de indrukwek
kende rouwdienst in het gebouw van
het Leger des Heils, langs de weg die
de droeve stoet naar de begraafplaats
volgde en op de begraafplaats, waar
door verscheidene figuren het woord is
gevoerd. Tal van bloemstukken werden
op en rond het graf gelegd.
Donderdag hield de Utrechtse afdeling
van de Algemene Rooms Katholieke Of
ficieren Vereniging haar ledenvergade
ring in de „Dietsche Taveerne" te
Utrecht. Voor deze vergadering stond
o.m. op de agenda de verkiezing van een
nieuwe voorzitter en twee bestuursle
den in verband met het aftreden van de
kolonel b. d. A. H. Schouten als voor
zitter en de kapitein J. M. P. Vijftig-
schild en res. 2e It. J. J. V. M. van
Poppel als leden. Aangezien kolonel
Schouten verhinderd was persoonlijk
afscheid te komen nemen, liet de wnd.
voorzitter een brief van de scheidende
voorzitter voorlezen waarin deze dank
bracht aan bestuur en leden van de af
deling Utrecht voor de prettge wijze
waarop hij gedurende vier jaar met hen
mocht samenwerken en de steun die hij
van allen mocht ondervinden. Met alge
mene stemmen werd daarna majoor J.
G. M. Kraayenoord als voorzitter van de
afdeling Utrecht van A.R.K.O. gekozen
Vrijdagmorgen is op de rijksweg Eind
hoven's-Hertogenbosch een in de richting
's-Hertogenbosch rijdend gespan aangere
den door een achteroprijdende autobus die
geen passagiers vervoerde. De voerman van
het gespan, de 57-jarige P. c. Vogels uit
Acht, werd op slag gedood.
De deelneming van de aannemers, die
de werken voor de inpoldering van de
nieuwe polder in het IJsselmeer, Oos
telijk Flevoland, uitvoeren, aan het
dijkherstel na de stormvloed, zal inder
daad tot gevolg hebben, dat deze pol
der pas een jaar later dan aanvankelijk
geschat was droog zal komen te liggen.
Verwacht mag thans worden, dat de
dijken om Oostelijk Flevoland niet ge
sloten kunnen worden vóór 1956 en dat
eerst in 1957 het nieuwe land droog zal
komen.
Het is de bedoeling, dat in de loop
van dit jaar nog de dijkverbinding tus
sen Lelystad en Harderwijk (de z.g.
Knardijk) tot stand zal komen. Op het
ogenblik is van deze dijk reeds meer
dan de helft gereed. Verder zal worden
gewerkt aan de dijk van Elburg langs
de Ketel tot aan de Zwolse Hoek (dat
is de plaats waar de polder Oostelijk
Flevoland de Noordoostpolder dicht zal
naderen). Het havencomplex bij Lely
stad is reeds voltooid. Tassen Harder
wijk en Elburg is de dijk langs het Ve-
luwemeer reeds 3 km gevorderd. De
zwaarste dijk die gemaakt wordt is die
tussen Lelystad en de Zwolse Hoek, dit
met het oog op de omstandigheid, dat
deze dijk zal blijven blootgesteld aan
de Noord-Westenwind, die over het in
tact blijvende deel van het IJsselmeer
zal blazen.
anuari is ook in de literaire kroniek
schrijverij zo'n beetje de maand
van de balansopruiming. Allerlei
uitgaven uit de tweede helft van 1953
staan nog te springen om een aanbeve
ling, die er nu dan maar eens van
moet komen; zeer in het kort, niettegen
staande het feit, dat ettelijke dier uit
gaven uitvoeriger aandacht verdienen.
Kort kan gelukkig ook krachtig zijn,
en dat zij dan allereerst een troost voor
prof. dr. P. Minderaa, de tekstbezorger
van de wondermooie uitgave van Karei
van de Woestijne's „Verzamelde Ge
dichten". Het boek, dat deze titel
draagt, is officieel géén verzameluit
gave; het is een keuze, maar een zo
royale keuze, dat zij de poëzieminnaar
vrijwel alles biedt wat van Karei van
de Woestijne als poëet de moeite waard
is. De dichter A. Roland Holst schreef
er een voorrede voor, waarin hij aan
gaande het dichterschap van Vlaande-
rens grote dichter getuigt: „Nu ik,
eindelijk, in de vroegte van eiken dag
weer een uur lang of langer, even on
voorwaardelijk als aandachtig, lezend
luister naar zijn stem, aarzel ik niet
meer, het meest wezenlijke van zijn
verhouding met de Muze zo te zien:
hij was haar prooi: hij lag onder,
en werd, langzaam maar zeker, ver
scheurd en verslonden". Minderaa, die
èen pracht proefschrift in het licht
heeft gegeven over leven en werk van
Karei van de Woestijne, stelt thans in
een uitvoerige inleiding nog eens dui
delijk aan de orde, waaróm Van de
Woestijne, mét Hadewych en Gezelle
(en men zou er aan toe kunnen voegen
Paul van Ostaijen), een topfiguur in de
Zuid-Nederlandse en tevens in de Euro-
KAREL VAN DE WOESTIJNE
(Van onze medische medewerker)
dragen van het grondbedrag, nadat dit
eventueel is verhoogd met duurtetoeslag
en bijslag.
In afwachting van de totstandkoming
van de vereiste wettelijke voorziening
zal de bovenbedoelde toeslag evenals
ten aanzien van de gepensionneerde
Nederlandse burgerlijke, militaire en
spoorwegambtenaren geschiedt bij
wijze van voorschot worden uitbetaald.
Om administratief-technische redenen
zal, naar het zich laat aanzien, de be
taling van het voorschot op de toeslag
op Indonesische pensioenen, op zijn
vroegst tezamen met de uitbetaling over
Februari kunnen geschieden.
De betaling van het voorschot op de
toeslag op de wachtgelden en daarmede
overeenkomende uitkeringen zal voors
hands kwartaalsgewijze geschieden.
Hoe de uitbetaling op algemene oor-
logsongevallenregeling-uitkeringen zal
geschieden, is nog een punt van over
weging.
Bij de Nederlandse organisatie voor
Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek zijn
234 aanvragen om subsidie binnengeko
men.
De organisatie heeft nog niet alle aan
vragen behandeld. Tot nu toe zijn onge
veer 150 aanvragen in behandeling ge
nomen en er is voor een bedrag van
f 2.800.000 aan subsidies toegekend.
Z. W. O. zal thans eerder dan vroeger
beginnen met het toekennen van stipen
dia.
zult ze zich beslist nog wel die
oude mensjes kunnen herinne
ren, die U met een luid gespro
ken verontschuldiging: „Ik ben een
beetje doof, ziet U", een trechter of
een toeter onder de neus duwden,
zodra U het woord tot hen richtte.
Dat maken wij tegenwoordig in de
tijd van het electrische hoortoestel
niet meer mee.
De electronica, we zouden in het
kort maar onvolledig kunnen zeggen'
de wetenschap van de radiobuizen,
heeft in de afgelopen oorlog een
enorme ontwikkeling doorgemaakt.
Nu een radiobuis U weet, over
radiolampen mogen wij niet meer
spreken niet groter meer be
hoeft te zijn dan een erwt, kan men
electronische geluidsversterkers con
strueren, en wat is een modern hoor
apparaat anders 'dan een electronische
geluidsversterker, zo klein en zo on
opvallend, dat de gebruikers van een
dergelijke apparatuur er in het ge
heel niet meer door in het oog lopen.
Betekent dat nu ook, dat wij nu
maar een winkel voor electrische
apparaten hoeven binnen te lopen om
er een willekeurig hoortoestel aan te
schaffen? Neen, volstrekt niet, want
een hoorapparaat is wezenlijk iets
anders dan een broodrooster of een
snelkoker en dat wordt helaas nog al
eens vergeten. Net zo goed als U voor
een bril met direct naar een opticren
toegaat, maar eerst een oogarts raad
pleegt omtrent de aard van Uw oog
afwijking en de maatregelen, die
daartegen getroffen kunnen worden,
zo behoort men ook eerst een oorarts
te raadplegen of de stoornis van het
gehoororgaan wel op te heffen is door
een hoorapparaat en zo ja door welk.
Het spreekt vanzelf, dat totaal
doven niet geholpen kunnen worden
door het geluidsvolume, dat hun
trommelvlies treft te vergroten. Pot
doof blijft pot-doof. Blijft over de
groep der slechthorenden. Het begrip
slechthorend houdt niet alleen in, dat
de betrokkenen minder scherp hóren,
dan een normaal persoon. Er bestaat
slechthorendheid van zeer verschil
lend type. Het kan zijn, dat het ge
hoorvlies voor alle toonhoogten even
groot is, het kan echter ook zijn, dat
er duidelijk een doofheid bestaat al
leen voor lage of alleen voor hoge
tonen, terwijl soms het middengebied
der toonhoogteschaal het meest te
lijden gehad heeft. Ondeskundige ver
sterking van alle tonen van de toon
hoogteschaal even sterk, zodat het
slechtst waarneembare toongebied
weer hoorbaar wordt, sluit het ge
vaar in zich, dat de minder dove ge
bieden zo worden meeversterkt dat
deze alles overstemmen. Men spreekt
dan van maskering.
Bij de keuze van een hoorapparaat
moet men hiermede dus terdege reke
ning houden. Door bepaalde filters in
het toestel toe te passen, of door be
paalde oorstukjes voor te schrijven,
die «bepaalde toonhoogten meer of
minder doorlaten, zijn bovengenoemde
bezwaren door de oorarts voldoende
te ondervangen.
et kan ook zijn, dat iemand
zachte geluiden niet meer goed
horen kan, maar luidere ge
luiden evengoed of zelfs meestal beter
hoort dan normale. Geeft men nu
zo iemand een hoortoestel, dat alle
tonen gelijkmatig versterkt, dan wor
den de luide tonen voor de betrok
kene zo onaangenaam hard versterkt,
dat het resultaat door maskering
wederom totaal onbevredigend is. Dit
kan men verhelpen, door er voor te
zorgen, dat de luide tonen niet of niet
zo luid versterkt worden. Weer een
voorbeeld om te illustreren, dat het
niet verstandig is zo maar op goed
geluk een winkel binnen te stappen
en een hoortoestel aan te schaffen.
Ook zuiver financieel gezien is het
zeker niet overdreven eerst advies in
te winnen over een aankoop, waarvan
de prijs toch altijd nog om en nabij
de tweehonderd gulden ligt, met de
consequentie van een jaarlijks terug
kerende uitgave aan batterijen van
100 a 150 gulden. Let wel: deze on
kosten komen ten laste van de koper
en worden niet door het ziekenfonds
vergoed.
Meestal zijn wij met de aanschaf
alleen nog niet eens klaar. De patiënt
moet nog leren over te schakelen van
zijn eigen, tijdens zijn hardhorend
heid aangewend klankbeeld op dat
van het hoortoestel. Hoortraining kan
daarbij een waardevol hulpmiddel zijn
als dit moeilijkheden oplevert. Hoor
training omvat niet alleen het leren
gebruiken van een op deskundig ad
vies aangeschaft hoorapparaat, maar
ook onderricht in liplezen, spraak af
zien kortom, in de ruimste zin. Slechts
weinig slechthorenden zijn zonder een
dergelijke cursus in staat het volle
profijt van hun hoortoestel te trekken.
Voor ik eindig, wil ik over de
ouderwetse trechters en toeters, waar
over ik me nogal schamper uitgelaten
heb, toch nog iets vriendelijks zeg
gen. Ze zijn namelijk nog steeds een
uitkomst voor sommige ouden van
dagen, die niet geleerd hebben met
electrische apparaten om te gaan en
die er vaak daarom bang voor zijn
bovendien. Zo'n instrument is natuur
lijk veel eenvoudiger in het gebruik
en veel goedkoper. Bovendien heeft
het 't grote voordeel, dat iedereen
erdoor gewaarschuwd wordt, om luid
en goed verstaanbaar te spreken.
"an S.
pese dichtkunst is. Die inleiding moet
het ongetwijfeld talrijke lezers makke
lijker maken om in het duister besloten
kroondomein van Van de Woestijne's
oeuvre thuis te geraken. De edele typo
grafie van de boekuitgave is een aparte
vermelding waard 1).
Een tweede monument
We hebben vandaag nog een tweede
monument aan te prijzen: Willem de
Mérode's „Gedichten", in drie delen tot
stand gebracht door een „commissie
van redactie", bestaande uit Ad den
Besten, Jaap Das en prof. dr. K.
Heeroma 2). De delen I en II werden
hier al aanbevolen; zij geven de Méro
de's dichterlijke ontwikkeling van diens
eerste tot diens laatste bundel weer
van „Gestalten en stemmingen"
uit 1916 tot en met „Kaleidoscoop"
uit 1938. In 1939 overleed de dich
ter. In deel III krijgt de lezer
dan nog eens de gehele De Méro-
de, maar thans in een ietwat andere be
lichting. De compositie van de twee
voorgaande delen werd namelijk be
paald door de bundels die de Mérode
zelf heeft uitgegeven. Dit derde deel
wordt gevuld door gedichten, die hij öf
nooit openbaar heeft gemaakt, óf maar
een zeer beperkt openbaar leven heeft
gegund, door ze na hun eerste publica
tie in een tijdschrift niet meer te her
drukken. De meeste dier verzen ver
dienden inderdaad aan de vergetelheid
te worden ontrukt. Ze maken onze ken
nis van' de dichter aanzienlijk intiemer.
Maar in hoeverre zal de lezer naar die
kennis dorsten? Het blijft een open
vraag. Want Willem de Mérode is wel
de gevoeligste protestantse dichter van
deze eeuw en zijn oeuvre verdiende
het onderhavige „monument", maar zijn
stem klinkt momenteel, dunkt ons, te
weinig modern en anderzijds te weinig
klassiek om waarlijk diepe indruk te
maken op de versgevoelige lezer. Waar
Karei van de Woestijne, de barokke
Zuiderling, in het fel brandende colo-
riet van beeldspraak en rhythme zijn
schone nood uitviert, daar maakt
Willem de Mérode, op zich ongetwijfeld
evenzeer een getourmenteerde, de in
druk een wat lijzige, sentimentele en op
den duur bepaald in pittigheid tekort
schietende dromer te zijn. Natuurlijk
was hij een dromer. Welke dichter is
dit niet? De moeilijkheid met De Méro
de is echter, dat hij niet roekeloos
scheen te kunnen dromen. Van de
Woestijne rukte aan zijn ketenen; De
Mérode rustte er in zonder er ooit in
te kunnen berusten.
Vermeylen compleet in dundruk
Nu we toch met de standaardwerken
bezig zijn, zij hier vermeld dat enige
tijd geleden verschenen is het zesde
deel van August Vermeylens Verzameld
Werk 1). Dit deel telt 500 pagina's
illustraties op kunstdrukpapier, beho
rende bij Vermeylens geschiedenis der
Europese plastiek en schilderkunst in
de middeleeuwen en de renaissance:
„Van de catacomben tot El Greco" (deel
5 der Verzameluitgave). Het gehele
werk is in zes delen dundruk geprojec
teerd. De delen 3 en 4 moeten nog ver
schijnen. De delen 1 en 2, hier indertijd
uitvoerig besproken, bevatten Vermey
lens proza: „De wandelende Jood" en
„Twee vrienden", zijn eerste bundels
opstellen, alsmede zijn proefschrift:
„Leven en werken van Jonker Jan van
der Noot". Als de uitgave compleet ls,
willen wij graag nog eens terugkomen
op de betekenis van August Vermeylen
voor de Vlaamse en Nederlandse letter
kunde; Vermeylen is namelijk de man,
die het „Europese peil" als maatstaf der
critiek in de Zuid-Nederlandse letteren
heeft ingevoerd. En dit onder het
spreekwoordelijk geworden gezegde:
„Wij moeten goede Vlamingen zijn om
goede Europeeërs te worden".
Enkele Vlaamse talenten
Wat hebben die jongere Vlamingen
hiervan waargemaakt? De romanciers
onthutsend veel. De dichters betrekke
lijk weinig. Enkele recente producten
der Vlaamse dichterlijke bedrijvigheid
verdienen hier als gunstige uitzonderin
gen te worden gememoreerd. De meest
klassieke, of wellicht juister klassicisti-
sche figuur in het hedendaagse Vlaan
deren is ongetwijfeld Herwig Hensen.
Van hem zag reeds enige jaren geleden
een tweedelige verzameluitgave „Ge
dichten" het licht. De dichter heeft
sindsdien niet stilgezeten. In o2 ver-
scheen van hem de cyclus Alles in
verband" 1) waaruit wij volgend ge
dicht als kenschetsend voor Hensens
talent aanhalen:
Bloeien niet ieder jaar de bloesems
open?
Vallen niet ieder jaar de vruchten
af?
Het leven is niet anders: groeien,
hopen,
en zo de weg gaan naar het graf.
Maar juist op zulk een regelmaat
der dingen
bouwen wij dag aan dag ons even
wicht.
Wij weten hoe, na eb, de vloed gaat
springen,
hoe duisternis wisselt met licht.
en hoe zich ziekte en dood in ons
voltrekken,
gelijke wetten volgend, onverpoosd.
Het kan een last zijn, geen daarvan
te ontdekken
maar er naar leven, is een troost.
Hensen is ook als toneelschrijver ac
tief. In deze hoedanigheid vertolkt hij
zijn wijsgerige visie op leven en lot
zeker zo doeltreffend als in zijn wat
T
AUGUST VERMEULEN
beeldarme, abstracte poëzie. Drie van
zijn stukken op klassieke thema's zijn
onlangs in één band verschenen: „Al-
kestis", „Agamemnoon" en „Tarqui-
nius" 1).
Gaston Burssens is een aanzienlijk
moderner georiënteerd talent. Hij was
een goede vriend van Paul van Ostaijen
en kan, ver over Van Ostaijens dood
heen, nog altijd gelden voor diens geest
verwant. Dit blijkens zijn jongste bun
del: „Pegasos van Troja" 3).
In de thans vijftigjarige Pieter G.
Buckinx bereikt de moderne Vlaamse
poëzie een toppunt van melodische
speelsheid. Zijn bundel: „De verzoeking
der armoede" is even charmant als
visioenair van beeldwerking; hoogst
verrassend 4).
Hubert van Herreweghen behoort,
evenals Lieven Rens, tot de jongeren.
Van de eerste verscheen een fraaie
cyclus „Gedichten" 4), waaruit wjj als
kenschetsend citeren:
HET KRUIS.
Er staat een kruis op Golgotha
in het fosforen licht te branden;
een naakt lijf in een lendenwa,
bebloed hoofd en doorboorde
handen.
En ik, die in het donker sta
zie enkel 't licht van Golgotha
door aller ruimten duister branden.
Of ik mij berg of verder ga,
een klagen komt mij achterna
tot waar ik mag belanden.
En ik die in het donker sta
zie enkel 't licht van Golgotha
door aller ruimten duister branden.
Maar als ik bij zijn Moeder ga,
onder het kruis, dan druipt gen*
en 't rijkste bloed wast mijne
handen-
En ik, die in zijn luister sta,
zie 't bliksemlicht van Golgotha
door alle eeuwigheden branden.
Lieven Rens gaf, in eigen beheer 5),
de ballade-achtige bundel „Ilona" uit.
De invloed van Van de Woestijne
werkt bij hem aanzienlijk door. Op zijn
beste momenten is hij een sympathiek
vertolker van traditionele gemoedser
varingen. Eén kleine Serenade tot ba-
sluit:
Alle lichten in de nacht
Vallen in één lens.
Alles wat ik heden dacht
Mondde in één wens.
Alles wat ik heden dacht
Stroomde naar de vrouw
Alle lichten in de nacht
Wenken, wenken jou!
NICO VERHOEVEN
1) U.M. Manteau, Brussel (Voor Nad.:
Querido, Amsterdam).
2) U.M, „Holland", Amsterdam.
3) De Sikkel, Antwerpen. (Voor Ned.:
U.M. „Holland", Amsterdam)
4) Uitg. Elsevier, BrusselAmster
dam).
5) Lieven Rens, Tramlaan 29, Sint-
StevensWoluwe (België).
WILLEM DE MÉRODE