Afscheid van 40.000 dappere mensen
Een moedig man en een flinke vrouw
kunnen slagen in Australië
Vissers luchten hun Latijn
H
Spanje ontraadt bezoek van
Elizabeth II aan Gibraltar
Acclamaties en explosies niet
langer op bestelling
Franse Süreté organiseert een
schilderijententoonstelling
DE WEG IS LANG EN ZWAAR
Hoe is het er over
2030 jaar?
Vilhelm zaisser
Niets rest regering-Franco dan
nationaal protest te organiseren
Devaluatie van het applaus
uit PARTIJ
B GESTOTEN
RUWE HUID,
Martin Matador naar Europa
Hautaine houding van
het Foreign Office
In beslag genomen vervalsingen
De tiara uit
Saitapharnes
Prof. Supomo voorzitter
Indon. delegatie
Nieuwe commandant van
vliegbasis Eindhoven
MAANDAG 25 JANUARI 1954
PAGINA 7
ten
Italiaanse regering
keurt begroting goed
Grootste budget met
kleinste tekort
In Oost-Duitsland
Situatie Merapi niet
onrustbarend
het mogelijke is gedaan
VeaThrJkeZW T,9elilk kan
vil.„?A™:kl-aalde het. h°°fd van
*eve „™0lo°-sche dienst> de heer De
in aeAu,l 2yn vertrek naar Djakarta
i p van de gouverneur van
i
VAN DE SLANG
EN DE FOREL
De „pleureur" moest zachtjes
maar doordringend snikken
als het tragisch werd
Maak 'n einde aan
dat ondragelijke zunrbranden
Heem een of twee Rennies,
Sovjet-ambassadeur
in Rome vervangen
Besprekingen over de G.I.A.
v (Van onze speciale verslaggever)
V'iir/^6' Australië! Vaarwel meer dan veertigduizend landgenoten in dat
Jtle, lege land! Vaarwel veertigduizend dappere mensen, vaarwel al die
Ent?611 en vrouwen> kinderen en volwassenen!
em maanden geleden stapten wij op een koud, guur Schiphol in een
'^anten-vliegtuig. Een Skymaster met net zulke mensen als jullie en een
eek later stonden wij buiten Perth in West-Australië op een stuk schoon-
semaakte bush en staarden wat verbijsterd naar de schuurtjes, waarin Ne
derlandse gezinnen, de eersten die wij ontmoetten, woonden, terwijl zij werk
.en spaarden voor het eigen huis. Voor de eerste mijlpaal op de lange,
w ÏVFUl UV/« VlgVU V»
noeizame weg naar een nieuwe toekomst.
«■es weken hebben wij door Australië gereisd. Per vliegtuig, per auto en te
*°et legden wij 32.000 lange kilometers af op zoek naar mensen. Naar veertig
duizend emigranten. Wij zochten niets anders dan mensen in een grote,
.tide wereld, waar de kangeroe in de avondschemering bij een kleine, glin-
erende billerbong zijn dorst komt lessen. Waar de Kookaburra zijn schelle
igellach laat horen uit de taaie gombomen. Waar de jacandra bloeit en de
Koalaberen van de eucalyptus knagen.
veertigduizend. Allen Nederlanders.
Het is gemakkelijk om van- mislukte
emigranten te spreken. Dat zijn de
mensen, die verslagen terugkeerden
naar het oude land aan de Noordzee.
Onmogelijk is het om nu al na zo'n
korte tijd van geslaagden te spreken.
Daarom ligt in ons vaarwel aan u de
wens besloten „tot weerziens". Tot
ziens, nieuwe Australiërs, tot over
tien of vijftien jaar. Pas dan kan
de balans opgemaakt worden van
wie geslaagd of mislukt is. En gij
weet waarlijk zelf het beste, dat er
dan nog andere criteria zijn dan al
leen maar een wekelijks inkomen,
van achttien pond en een eigen
huis, dat afbetaald is.
Neen, wij weten het nu nog niet. En
toch durven wij zeggen, dat die massale
emigratie van Nederlanders naar dit
verre Australië zeker verantwoord is.
Wij hebben getracht de lezer nie.s te
bésparen. Wij hebben onomwonden ver
teld van alle stormen, die het emigran-
bestaan in de eerste jaren belagen. Maar
het antwoord werd ons gegeven door de
overgrote meerderheid van die veertig
duizend dapperen, die niet alleen wei
geren om het geld voor de terugreis bij
elkaar te sparen, maar die uit de grond
van hun hart zeggen: nooit, ik ben hier
gelukkig ik voei me gelukkig of ik
weet, dat ik mij gelukkig ga voelen.
De mensen zijn bereid door de heel
zure appel van het begin heen te bij
ten, omdat zij de tintelende zuivere
lucht van dit land hebben ingeademd,
Omdat zij gefascineerd worden door de
grote mogelijkheden, die achter de
muur van het eerste uur wachten. De
slapende rijkdommen van onafzienbare
akkers en weilanden, de sluimerende
bodemschatten. En omdat de mensen
het rotsvaste vertrouwen hebben, dat
zij zich staande zullen kunnen houden
in dit land dat geestelijk in zovele op
zichten bitter weinig tot assimilatie
noodt.
Wij hebben de lezer niets verzwegen
over die veertigduizend. Vooral de
zwarte kanten niet, want het is belang
rijk, zo gij rond loopt met het hoofd vol
emigratieplannen, om te weten hoe het
u kan vergaan. Voor welke hindernis
sen gij in Australië kunt komen te
staan.
VrEr> we hebben jullie gevonden in die
streeJhdR- weerbarstige werelól die Au-
bf»-« heet en waar je bent gekomen,
Wat •os' onbereikbaar ver van alles
j®t dierbaar was. Menens, doodgewone
ejne mensen met hun moeilijkheden
Vreugden, hun verdriet dat bittere
te en doet schreien en met het oprech-
jëehik om vooruitgang en welvaart
2'.lets hebben wij over u willen ver-
0r 'Jgen. Er zijn slechts weinigen op
We6 Weg Sokomen mogen wij niet
W°®en geen enkele? die niet ge-
Opn'd hebben onder de moeilijkhe-
stpïi-de 2orgen» het verclriet, de teleur-
biet gen varl begin. Neen, het was
Vo, allemaa! rozengeur en maneschijn
Vsh ,.van dat. Nu wij aan het einde zijn
oie 32.000 kilometer en nog eenmaal
A shenlange lint afwinden, nog eenmaal
h( duizenden indrukken als dierbare
h '"neringen de revue laten passeren
Canberra, dan
Laï,in koele, zonnige C
rü"Jen wij tot de conclusie, dat de zwa-
Stpp'Jde van het emigrantenbestaan nog
ds cte overhand heeft.
j Roe kan het ook anders? In het
i?ar 1946 gingen cte veertig eersten,
.jdertig emigranten. Nu, aan het
'"de van 1953 zijn het er meer dan
£aterdnieuwe Italiaaiuse regering heeft
hiecVede hoogste begroting in de ge-
JV;>arinn's. van het land goedgekeurd,
oïtiï*** 5ieuwe grote uitgaven voor
l>d?rbar<^0or armen en plannen voor
zii *n ,?Verken, om een deel der twee
°pgen rkl°zen aan werk te helpen,
Jehde Wepphen. De begroting, die vol-
iii»,*A_c by het parlement zal wor-
V— mllILiiSW,- "luit *nct een tekort van
dert rïe „„-I I,et kleinste tekort se-
lS52-'53- 49? 5.,„<19^-'S4: 417 milliard.
«BM-SJ. 497 milliard). Bekendgemaakt
is. dat deze vermindering van het te
kort zou worden bereikt ondanks het
feit, dat de lopende begroting voorziet
in 50 milliard lire aan Amerikaanse hulp,
terwijl in de nieuwe begroting geen be
drag voor hulp uit het buitenland is
"Pgenomen.
De totale uitgaven van de regering
ui-en in 1954/'55 2.433 milliard lire be-
Penëte1 jalrfV'n7mÜliard in het lo;
in het nienó, Italiaanse regering za!
uitgeven vo 6 begrotingsjaar meer geld
da» nabij ïw-f een atoomkrachtstation,
rt?°.r industt.1--,an zal worden gebouwd
"'eten en an e doelen> en voor cre-
v j van y/-re maatregelen om de uit-
"rderen i®chinebouwproducten te be-
oesteeij uok zaj meer geld worden
schep1" verschillende faciliteiten.
hg van fbs)verven en ter onclersteu-
'°Pt-n (jrj eine boeren, die in de afge-
hfcbben t "laar land uit grote domeinen
hen Voo„ ëewezen gekregen. De plan-
in uitbr jpeubare werken voorzien o.m
hb An„ 'nS van de herbebossing van
"Pennijnen.
^UitA Vo°rwalige hoofd van de Oost-
Nr, geheime politie. Wilhelm Zais-
de arh~a''erdagavond als zondebok voor
openbaar ,sopstand van 17 Juni in het
Partii tl als 1,(1 van de communistische
e'tike e®royeerd. De radio van de Oos-
-/""rale f'eP een besluit van het
?*lsser co™*é der partij om, waarin
?°0fd en Rudolf Herrnstadt, oud-
°>ad m acteur van het officiële dag-
®eled'èrieues Deutschland", uit de party-
ren gestoten werden.
Uit h,de opstand werden beiden reeds
S'agcn tuheties en het Politburo ont-
echter' Tot Zaterdagavond waren zij
pArtij .""g lid van de communistische
uepai'm rder heeft het centrale comité
Van J®- hat Fritz Dahlem, oud-chef
'h df, communistische functionarissen,
m„„ Seen partijfuncties meer
Anton a". hekleden. Bovendien hebben
^erVano C rrna9n' voormalig plaats
maken d "l'hister van Buitenlandse
2itter "ans Jendretzky, oud-partijvoor-
rrtaiio- in;?1; Jr1, en DU' Schmidt, voor-
'ouLrk van de communistische
«ekr^en "strenee reprimandes"
va\de I^erapi is ernstig,
'en °nr??Ka.rend. AUe maatrege-
hike I?ffen' 1n mocht een werke-
üejp loipen, dan kunnen wij
de te3emoet zien, in
raen, aP' dat aMes is gedaan, wat
Atan l Z dB heer Budiono, en de
van Jogja.
on n ,e,tn.°proeP ran gouverneur Budi-
thans a- öezegd, dat de krater
die ls alBesl°ten door een prop,
stoten eenS Z°U h-unnen worden uitge-
de^hoif begonnen met de evacuatie van
tehiori i gebieden. Het evacuatie-
straal Za eeT? streek omvatten met een
Ue berètoD ^'ftlen tot twintig km van
roeD n// iii gouverneur deed een be-
Van a 'hwoners tot het oprichten
«achtoaeCr°smité'S V°0r steun aan de
Na een verblijf van ruim zes weken
heeft onze verslaggever Australië ver
laten. Op het moment, dat hij In Sydney
in het vliegtuig stapte, had hij sinds zijn
vertrek uit Amsterdam ongeveer 32.000
kilometer afgelegd. In zes weken tijds
heeft hij zich een beeld moeten vormen
van leven en werken van Nederlandse
emigranten in een werelddeel, dat maar
Iets kleiner is dan geheel Europa.
Bij zijn vertrek schreven wij reeds,
dat deze reis door Australië zou resul
teren. in een reeks vluchtige verken
ningen. De enorme afstanden, de sprei
ding van de emigranten door alle staten,
brachten die beperking mee. In de af
gelopen weken hebben wij getracht u in
deze serie reportages, welke vandaag
wordt afgesloten, toch een zo volledig
mogelijk beeld te geven van de om
standigheden, waaronder de Nederlandse
emigrant leeft en werkt. De mogelijk
heden en de moeilijkheden, waarmee hij
geconfronteerd wordt. Niet alleen door
dat wij in Nederland door banden des
bloeds verbonden zijn met die mensen
aan de andere zijde van de aarde, die
daar nu „New Australians" heten. Maar
ook en vooral opdat de toekomstige
emigranten, die mannen en vrouwen, die
nog de beslissing moeten nemen of zij
naar Australië zullen gaan, met deze
reportages, die een onpartijdige, waar
heidsgetrouwe voorlichting beoogden,
hun voordeel kunnen doen. In dat laat
ste afscheid van 40.000 Nederlandse
emigranten wordt een aantal conclusies
nogmaals onder uw aandacht gebracht.
Zegt g®» wanneer ge dat alles weet:
en toch ga ik, ik ben niet bang; en gy
zegt het niet lichtvaardig, wei dan slui
ten wij ons aan bij die veertigduizend:
ga man, ga vrouw. Want, ondanks alle
gebreken en tekortkomingen, die er
juist voor de Nederlander in Australië
en het Australische volk zijn aan te
wüzen, is het voor de geschikte emi
grant een goed land. Inderdaad, maar
dan ook alleen voor de geschikte emi
grant. Wie dat is, moet ieder persooniyk
uitmaken, natuurlyk.
Vaarwel
Vaarwel en God zegene uw werk,
kleine groep predikanten in de Refor
med Church en de Presbyterian
Church. Kleine ploeg van hardwer
kende aalmoezeniers. Gij doet het be
langrijkste werk van allemaal. Gij
begrijpt waarom die boerenfamilie in
Nieuw Zuid Wales vcor een auto
spaart. Omdat zij weer naar de ver ver
wijderde kerk willen. Gij weet, waar
om er een groot heimwee is naar de
bijzondere school in het vaderland.
Gu speelt een belangrijke rol in de
assimilatie. Het is zo gemakkeiyk ge
zegd: wordt in alles Australiër, emi
granten. Maar wie in het wilde weg
assimileert, is op het verkeerde pad.
Voor zichzelf en voor dit land. Want gU,
veertigduizend dapperen, zyt hier niet
alleen gekomen om te halen, vooral om
te brengen. Biyft Nederlander in de
ware zin van het woord. In 1951 werden
er hier 77.298 huwelijken gesloten en
7320 gingen er stuk door echtscheiding.
Uw gezinsleven, Uw godsvrucht, kun
nen dit land alleen maar rijker maken.
Bijna honderd liter bier per jaar per
hoofd drinkt Australië op in zijn stin
kende pubs. Uw spaarzin, uw degelijk
heid kunnen een voorbeeld zijn. In de
millioenenstad Sydney zijn er sloppen
zoals nergens ter wereld. Een etterende
armoe bijna, uitsluitend ontstaan uit
drankzucht en goklust. Vaarwel gij
vrcuwen, dappere, moedige, heldhaftige
vrouwen. Met uw tranen valt of staat
de emigratie. Blijft eerlijk in brieven
naar huis. Vergeet de ellende niet nu
het u goed gaat. Nu het eigen huis er
is. Maakt het niet nog moeilijker voor
wie na u komt.
Kan hei zo worden?
Wij zijn in de Darling Downs, ver
rukkelijk boerenland van Queensland.
Het is geen 1953 maar 1973 of 1983. En
die Darling Downs van over twintig
of dertig jaar liggen honderden mijlen
verder dan de laagvlakte, die Curining-
ham ontdekte. Een rijk en welvarend
land met grazige weiden en weelderige
akkers. Daar liggen de hofsteden, ver
spreid door het rijke land. Daar wonen
mensen met Nederlandse namen. Een
cude eerste generatie en een jonge
tweede generatie. Zij zijn de boeren van
de toekomst, die wij zagen toen wij en
kele dagen geleden door de echte Dar
ling Downs reden. Kan het zo worden?
Trotse, zelfstandige boeren van Neder
landse stam. Die in Australië bereikten
voor hun kinderen, wat in Nederland
niet meer mogelijk was. Ja, zeggen de
deskundigen en de man, die ons door
dat brokstuk vallei reed vertelde, dat
velen van die boerenfamilies, die daar
nu een rijk boerenleven hadden, ook
slechts een of twee generaties gevestigd
waren.
Ja het kan. Maar de weg is langer en
zwaarder dan velen denken. Wie te snel
rijk wil worden, wie te spoedig in de
rijkdom van Australië wil delen, loopt
het hoofd stuk tegen de muur van moei
lijkheden. Zweet en tranen, zij zijn voor
velen de prijs. Is het een te hoge koop
som?
Neen, zeggen de veertigduizend, zy
zün het grote bedrag nog aan het af
betalen. Allemaal gewone mensen, zo
als u en ik. Gewoon? Lezer in het va
derland, sluit eens de ogen, vergeet die
droom in de Darling Downs en denk
alleen aan de zwarte kant van de me
daille, die wij in de afgelopen weken
toonden. Zegt ge dan nog: ja, ik durf
het aan, welaan ga dan. Gij zyt uit het
goede hout gesneden. Evenmin als die
dappere veertigduizend voorgangers van
u, zyt ge geen gewoon mens meer, maar
een emigrant. Dan zeggen wy met een
gerust hart: vaarwel, het ga u goed.
Tijdens de bijeenkomst van pasjahs, khaids en religieuze leiders in Tetoean, waar de trouw werd opgezegd aan de
nieuwe sultan, heeft de Spaanse Hoge Commissaris, generaal Rafaol Valino (midden), een banket gegeven.
Advertentie
gesprongen handen, kloven?
met o n g e v e n a a r d e geneeskracht
V
Dit is de B 61 Martin Matador, de eerste pilootloze bommenwerper van de Ame
rikaanse luchtmacht. Binnenkort zullen twee sguadrons van deze vliegtuigen
in Duitsland worden gestationneerd. Tijdens zijn vlucht wordt het toestel
bestuurd met radar. De snelheid is gelijk aan die van bestuurde vliegtuigen.
Twee Amerikaanse
sportlieden heb
ben in München
prijzen gewonnen met het
vertellen van enorme leu
gens. De wedstrijd was
uitgeschreven door de
club van de Münchense
hengelaars en jagers. Rus
sell Hawkins, uit Rich
mond in Texas en voor
zitter van de club, presi
deerde de 1 bijeenkomst.
Veertig Beierse jagers en
hengelaars waren als gas
ten aanwezig.
Majoor Gordon Lemke
uit Milwaukee won de
eerste prijs en kolonel
George Godfrey uit Euge
ne in Oregon de tweede.
Wat vertelde majoor
Lemke?
Op zekere dag, toen ik
in Wisconsin op jacht was,
besloot ik met een kikker
als aas te gaan hengelen.
Na veel zoeken vond ik er
een. Hij werd echter door
een slang opgegeten. Ik
gaf de slang een slok
whisky en hij liet de kik
ker vallen.
Ik gebruikte de kikker
als aas en alles ging pri
ma, toen ik iets aan mijn
voeten voelde trekken.
Ik keek naar beneden en
dezelfde slang keek naar
mij met een andere kikker
in zijn bek. De slang zei:
„Zeg, zou ik nog een slok
whisky van je kunnen
krijgen?"
Én het verhaal van
Godfrey?
Op zekeren dag hengel
de ik in een Beierse beek
en ving een mooie forel
Toen ik hem uit het water
haalde, zei hij: „Gooi me
weer in het water. Ik ken
een vis die groter is dan
ik en hij zal bijten."
Daarom gooide ik hem
weer in de beek en wa
rempel, weldra ving ik een
veel grotere forel. Hij zei:
„Gooi me weer in het wa
ter en ik zal er voor zor
gen, dat je een nog grotere
forel vangt."
Ik deed het en, geloof
me of niet, ik ving een fo
rel, die bijna even groot
was als ikzelf. Die vis zei:
„Gooi me weer in het wa
ter en ik zal er voor zor
gen, dat je een nog gro
tere vangt."
Kort nadat ik hem weer
in het water geworpen
had, voelde ik aan mijn lijn
trekken. Ik haalde op en
vond een briefje, waarin
stond:
„Wij weten, dat je geen
vis eet. Je hebt reuze veel
plezier gehad, ga nu naar
huis en eet een broodje
met worst."
(Van onze correspondent in Spanje)
BARCELONA, Januari.
Daargelaten natuurlijk het zeer kleine kringetje, dat ambtshalve min of meer
ingewijd pleegt te zijn in de geheimen van de politieke regeringsbedrijvig
heid, hadden slechts Spanjaarden, die een buitenlandse krant lezen of naar
buitenlandse radio-uitzendingen luisteren, kennis kunnen nemen van de
nogal hautaine verklaring, waarmee op Zaterdag 16 Januari een woordvoer
der van het Engelse Foreign Office de vertogen afdeed, die de Spaanse am
bassadeur bij het hof van Saint James tot de Britse minister van Buitenlandse
Zaken had gericht in verband met het a.s. officiële bezoek van koningin
Elizabeth II aan de Britse kroonkolonie Gibraltar. De verklaring luidde:
„De Britse regering is niet in staat om de vertogen in overweging te nemen,
van welke buitenlandse mogendheid ook, naar aanleiding van een bezoek
van Hare Majesteit aan een van haar gebieden." Alleen al vanwege de toon,
bevatte deze verklaring inderdaad genoeg kruit, om de Spaanse regering
zich zwaar in de wiek van haar prestige geschoten te doen voelen. Vandaar
vermoedelijk, dat de verklaring niet geschikt bevonden werd voor publicatie
in de Spaanse pers.
beoordeeld zal worden vanwege de
noodlottige raad, die hij aan de jonge,
intelligente koningin, die in zekere zin
als martelares moet worden beschouwd,
heeft gegeven; de raad om voet aan wal
te zetten in Gibraltar, onder de daar
mede gepaard gaande minachting voor
een natie, wier lichtende zon en geest
wellicht trekken als een magneet en
afstralen op de jeugd, de schoonheid en
de ridderlijkheid van deze jonge ko
ningin, die niemand kwaad heeft ge
daan, en wier cogpupillen zo helder en
zuiver stralen, dat zij de meest opper
vlakkige waarnemer ertoe brengen zich
voor te stellen, hoeveel goeds Hare Be
vallige Majesteit bereid is te doen en
kwaads te vermijden, wanneer men haar
zulks maar toestaat."
Wat niet belet, dat er in die pers uit
voerig en hevig op is gereageerd. Op de
eerste plaats met een enkele honderden
woorden rijke nota van het diplomatiek
informatiebureau van het Spaanse mi
nisterie van Buitenlandse Zaken. Deze
nota verklaart ten behoeve van het
Spaanse volk de werkeiyke draagwydte
te willen aangeven van de door de
Spaanse ambassadeur te Londen, de her
tog van Primo de Rivera, gedane stap.
De ambassadeur, aldus de nota, heeft
de Britse minister van Buitenlandse Za
ken ingelicht over het klimaat van on
behagen, onder het Spaanse volk ge
wekt door de beslissing van de Britse
regering om de vestirig van Gibraltar
op te nemen in de reis van de koningin.
Daar deze gebeurtenis met stelligheid
een Spaanse reactie in de vorm van een
nationaal protest zou teweeg brengen,
kon zij slechts schade toebrengen aan
de betrekkingen tussen de beide volken.
Bovendien heeft de ambassadeur de
Britse minister doen opmerken, hoe on
voorzichtig het was de persoon van de
Britse souvereine te betrekken in een
aangelegenheid, wa'ardoor in zijn ge
voeligste snaren wordt getroffen een
volk, dat niet onhoffelijk wil zijn, doch
dat anderzijds slechts met energie zal
kunnen reageren. Het vertoog van de
Spaanse ambassadeur had, aldus de no
ta, niet bedoeld zich te mengen in de
daden en beslissingen van de Britse re
gering, doch slechts te wijzen op de
ernstige gevolgen, die het onderhavige
bezoek zal hebben. Een achterwege la
ten van dit bezoek leek bovendien te
meer gerechtvaardigd, daar van het
program van de reis van Hare Majes
teit ook punten waren uitgesloten als
Guyana, Cyprus e.a., met het oog op
de daar heersende „delicate stemmin
gen van de openbare mening in ver
band met de Britse aanwezigheid al
daar." Tenslotte behelst de nota het ver
wijt, dat in tegenstelling met hegeen
was overeengekomen tussen de Spaanse
ambassadeur en de Britse minister, het
Foreign Office ruchtbaarheid heeft ge
geven aan de door de Spaanse ambas
sadeur in opdracht van zijn regering
ondernomen stap.
Na hetgeen wij bij voorgaande ge
legenheden reeds uit Spaanse pers
campagnes hebben gelicht, valt er uit
de thans gevoerde mening meer te
releveren, Het Falangistische dagblad
„Arriba" spreekt van een „nieuwe
nodeloze belediging," als hoedanig het
breken van de belofte van stilzwijgen
dcor het Foreign Office beschouwd,
dat daarmede moedwillig aan de
Britse pers materiaal verschafte voor
een vijandige campagne tegen Spanje.
Overigens verneemt de Spaanse lezer
t.a.v. deze campagne weinig meer dan
dat de „Evening Standard" een „grof
en slechtgehumeurd artikel" aan de
kwestie heeft gewijd. En dat er zelfs
in de Britse pers is geschreven, dat,
wanneer Elisabeth II Gibraltar be
zoekt, zij daar met gejuich zal wor
den ingehaald.
Uit het hoofdartikel, dat de hoofdre
dacteur van de Barcelonese „La Van-
guardia" onder de titel „God behoede
de Koningin" publiceert lichten wij cu-
riositeitshalve het volgende stukje ge
voelig proza. „Wij zijn, zo schrijft hji,
er zeker van, dat de heer Eden in het
collectieve Engelse geweten zeer streng
Ondertussen zal de Spaanse regering
thans niets anders te doen overblijven,
dan het energieke nationale protest te
organiseren waartoe zij tijd heeft tot
10 Mei a.s., de dag van het gewraakte
koninklijk bezoek. Mogelijk acht gene
raal Franco thans ook het tijdstip aan
gebroken, om over te gaan tot de daden
economische blokkade van de ves
ting waarmede hij enkele maanden
geleden gedreigd heeft, voor het geval
de Britse rede voor de Spaanse redenen
niet zou zwichten.
Het ziet er inderdaad niet naar uit,
dat ooit de Britten zullen begrijpen, wat
Gibraltar voor de Spaanse gevoeligheid
betekent, of de Spanjaarden wat het be
tekent voor Groot-Brittanniës imperiale
traditie. Minister Eden's verklaring in
het Lagerhuis door de Spaanse pers
wèl gebracht, zij het zeer onopvallend
dat de Britse regering er niet aan
denkt om toe te stemmen in enige wij
ziging van het statuut van Gibraltar
laat geen enkele ruimte voor de door de
Spaanse regering gesuggereerde oplos
sing: terugkeer van het grondgebied
van Gibraltar onder Spaanse vlag; ver
pachting aan Engeland van de zich daar
bevindende militaire installaties.
Er is geen twijfel meer aan: in de
claque is de klad gekomen. Er is
devaluatie van het applaus gaan
de. Er wordt tegenwoordig bij alle mo
gelijke gelegenheden in de handen ge
klapt. wat ook zeggen wil, dat het bij
verdienstelijke momenten wordt nagela
ten. Hoe veelvuldiger de voorstellingen
en concerten, hoe massaler de opkomst,
des te meer lukraak wordt er bijval be
tuigd. Men slaat de handen tegen el
kaar, dan gaat men met de voeten stam
pen, sommigen fluiten, anderen gaan
brullen. Maar dit gebeurt allemaal door
elkaar, willekeurig, zonder duidelijke
differentiatie. Het publiek weet niet.
meer welk belangrijk en zinvol instru
ment het daarbij hanteert.
De waarde van het applaus hebben de
Parijzenaars het eerst helder beseft
engeëxploiteerd. De „claque", dat
is georganiseerde bijval onder leiding
van een deskundige, is een Parijse in
stelling. Zij was eens almachtig. Zij is
ontstaan in de opera, de kunstvorm die
altijd het hevigst de Franse gemoederen,
in beweging heeft gebracht. Het succes
van een nieuw werk werd eens groten
deels door het optreden van de claque
bepaald.
In Duitsland is dat in die mate nooit
mogelijk geweest. Duitse opera's van
Marschner, Von Flotow en vooral Wag
ner geven weinig gelegenheid tot on
derbreking door applaus. In Engeland
en Amerika, waar het puritanisme (ook
in Nederland niet onbekend) de opera
cultuur toch al in de weg stond, was er
nog de Angelsaksische afkeer van het
demonstreren van gevoelens die het
applaus tegenhield.
De claque werd geboren tie Parijs,
in de dagen van Meyerbeer. In 1830
bestond daar een organisatie, ge
naamd „L'assurance des Succès dra-
matiques". Er was een „chef de
claque", die zijn mensen uitzocht en
verhuurde aan theater-directies. Men
kon elk gewenst aantal „claqueurs"
verkrijgen, en de aangeboden diensten
bestonden lang niet alleen uit dom
weg in de handen te klappen. In een
rekening van dit instituut aan de be
roemde actrice Mme. Rachel werden
opgesoma: drie acclamaties, vier
„hilarités" (vrolijkheden), twee span
nende momenten, vier hernieuwingen
van applaus, twee willekeurige „ex
plosions". Er was bij aangetekend, dat
na zo'n programma de claqueurs te
vermoeid waren om het de volgende
avond te herhalen,
Advertentie
en op 't zelfde moment is dat zuurbran-
den geblust. Geen wonder dat talloze
mannen en vrouwen over de hele we
reld dwepen met Rennies en altijd
zorgen ze bij de hand te hebben. Ren
nies zijn hygiënisch verpakt één voor
één. Ze zijp smakelijk en.gemakke
lijk in te nemen, zonder water of wat
ook.
De Süreté Nationale te Parijs opent
13 Februari a.s. een tentoonstelling van
een collectie schilderijen, die zij in de
loop van 20 jaar heeft verzameld. Ver
zameld overigens op een manier, die
de gewone collectionneur nimmer toe
past. Zij zijn n.l. in beslag genomen,
aangezien het alle vervalsingen zijn.
Beroemde vervalsingen dikwijls, soms
doorgedrongen in officiële collecties. De
vervalsers hebben dan ook gebruik ge
maakt van namen als Leonardo da
Vinci, Rembrandt, Rubens, Watteau en
Picasso.
Een van die vervalsingen geen
schilderij overigens, want het gaat hier
ook nog om beeldhouwwerken, kant.
munten, postzegels, etsen, gravures,
aardewerk etc. heeft zeven jaar in
het Louvre geprijkt: een grote gouden
tiara, zogenaamd uit Saitapharnes, aan
gekocht in Maart 1896 voor de som van
200.000 goudfrancs. Zij was werkelijk
van goud, het was ook een prachtig
stuk werk, zei men. en men had gecon
cludeerd dat zij uit de derde eeuw voor
Christus moest stammen.
Maar precies zeven jaar later, in
Maart 1903, kwam er een zekere Israël
Rouchomowski uit Lithauen opdagen,
die verklaarde dat hij de maker was
van het stuk uit de derde eeuw voor
Christus. Men liet hem, omdat men
hem niet zo maar geloofde, zijn kun
digheden bewijzen en dat was zo over
tuigend, dat het fraaie stuk met stille
trom uit het Louvre verdween. Op de
tentoonstelling zal men de tiara nu
weer te zien krijgen.
In Parijs wil men deze tentoonstelling
zien als een soort voorloper op het
museum voor vervalsingen, dat men
van plan is op te richten, maar waar
voor men voorlopig nog geen huisves
ting heeft.
Maar Parijs kende nog meer speciali
teiten. In een goed uitgeruste claque
werden de leden naar hun talenten in
gedeeld. De taak van de „rieur" was het
lachen gaande te maken op comische
plaatsen met een aans'ekclijk gegrin
nik of geschater. De „pleureur" moest
zachtjes maar doordringend snikken als
het tragisch werd; vaak was dit een
dame, die een tranenverwekkend odeur
bij zich had. En dan was er de „commis-
saire", die het intellectuele werk deed;
hy leerde de opera van buiten en lichtte
de toehoorders tijdens de pauze op
enthousiaste wijze m. De chef de claque
hield zich zelf afzijdig en dirigeerde
slechts vanuit zijn frontloge met kleine
hoofdknikjes zqn mensen in de zaal.
Deze laatsten zaten onder de lichtkroon
en werden daarom de „chavaliers du
lustre" genoemd.
Zo was de claque een respectabel en
machtig lichaam, dat tot lang in deze
eeuw in leven bleef. Maar toen de
claque in Italië werd ingevoerd, kwam
de ontaarding. Zij werd een instrument
van politieke hartstochten, een wapen
van chantage en afpersing, in plaats va»J
verzekering van artistiek succes.
In Wenen heeft de claque nog korte
tijd gebloeid. Dat was toen de claqueur
Josef Schostal er zijn goed getrainde
troep aanvoerde. Zijn oordeel en mede
werking waren zelfs voor de beroemdsten
van zijn tijd van grote waarde. Sterren
als Chaliapine, Caruso, Maria Jeritza,
Richard Tauber rekenden zich tot zijn
klanten. Schostal had tactgevoel, vak
kennis als weinigen, en grote handig
heid om het publiek ongemerkt in de
vereiste stemming te brengen. Maar hij
gaf nooit oen onverdiend applaus weg....
Zijn heerschappij aan de Staatsopera
duurde tot 1938, toen hij voor de Duitse
bezetters moest vluchten.
In het bedachtzame en eigenzinnige
Nederland heeft een claque nooit een
voet aan de grond gekregen. Het ge
schreven woord heeft hier altijd meer
invloed gehad, vooral als het in de krant
gedrukt en ondertekend staat.
De Russische ambassadeur in Italié,
Michail Kostilev, is teruggeroepen. Hy
zal worden vervangen door Alexander
Bogomolov, die tot voor kort ambassa
deur te Praag was. Dit is meegedeeld
door het Italiaanse ministerie van Bui
tenlandse Zaken.
Kostilev is sinds April 1954 ambassa
deur te Rome geweest. Officieel is geen
reden voor zijn terugroeping opgegeven.
De nieuwe ambassadeur te Rome, Bo
gomolov, is in 1939, toen hij het leger
verliet, in de diplomatieke diens geko
men. Hij is van 1944 tot 1950 ambassa
deur te Parijs geweest. Van 1950 tot
1952 was hij onderminister van Buiten
landse Zaken belast met West-Europese
aangelegenheden. Sinds Juli 1952 was
hij ambassadeur te Praag.
De Indonesische regering heeft pro
fessor Supomo, president van de uni
versiteit van Indonesië, aangewezen
als voorzitter van de delegatie, die met
de K. L. M. besprekingen zal voeren
over de Garuda Indonesian Airways.
De onderhandelingen zullen begin Fe
bruari in Djakarta worden gevoerd.
Volgens het blad „Suluh Indone
sia", een uitgave van de Partai Nasio-
nal Indonesia, zal de kwestie van wij
zigingen in de directie van de GIA,
welke thans in handen van de K. L.
M. ligt, het belangrijkste onderwerp
van bespreking zijn.
Als commandant van de vliegbasis Eind
hoven zal, naar alle waarschijnlijkheid bin
nenkort benoemd worden de kol. vl. wm.
H. P. Zielstra, thans adjunct-directeur
Personeel van de Kon. Luchtmacht. Zoals
bekend werd de vorige commandant van
de basis, na de serie ongevallen met Thun
der jets na een plotseling opkomende mist,
uit zijn functie ontheven. Kol. Zielstra zal
in zijn huidige functie waarschijnlijk wor
den opgevolgd door lt. kol. vl. wm. G. H.
Gij bels, commandant Depots materieel
luchtmacht. Deze zal op zijn beurt opge
volgd worden door de lt. kol. A. S. Westra,
hoofd Administratieve Zaken van de vlieg
basis Leeuwarden. Zoals bekend zal kol.
vl. wn. B. J. Fiedeldij, thans commandant
van de vliegbasis Leeuwarden worden be
last met het commando over de lucht
vaartopleidingen, in plaats van de comman
deur vl. P. Vroon.
Het ligt in de bedoeling, dat hij als ba
siscommandant opgevolgd zal worden door
de lt. kl. vl. R. Hofstede, werkzaam bij
de Sectie Luchtmacht van de interim com
missie van de E. D. G. te Parijs.