Afscheid van 40.000 dappere mensen Een moedig man en een flinke vrouw kunnen slagen in Australië Vissers luchten hun Latijn H Spanje ontraadt bezoek van Elizabeth II aan Gibraltar Acclamaties en explosies niet langer op bestelling Franse Süreté organiseert een schilderijententoonstelling DE WEG IS LANG EN ZWAAR Hoe is het er over 2030 jaar? Vilhelm zaisser Niets rest regering-Franco dan nationaal protest te organiseren Devaluatie van het applaus uit PARTIJ B GESTOTEN RUWE HUID, Martin Matador naar Europa Hautaine houding van het Foreign Office In beslag genomen vervalsingen De tiara uit Saitapharnes Prof. Supomo voorzitter Indon. delegatie Nieuwe commandant van vliegbasis Eindhoven MAANDAG 25 JANUARI 1954 PAGINA 7 ten Italiaanse regering keurt begroting goed Grootste budget met kleinste tekort In Oost-Duitsland Situatie Merapi niet onrustbarend het mogelijke is gedaan VeaThrJkeZW T,9elilk kan vil.„?A™:kl-aalde het. h°°fd van *eve „™0lo°-sche dienst> de heer De in aeAu,l 2yn vertrek naar Djakarta i p van de gouverneur van i VAN DE SLANG EN DE FOREL De „pleureur" moest zachtjes maar doordringend snikken als het tragisch werd Maak 'n einde aan dat ondragelijke zunrbranden Heem een of twee Rennies, Sovjet-ambassadeur in Rome vervangen Besprekingen over de G.I.A. v (Van onze speciale verslaggever) V'iir/^6' Australië! Vaarwel meer dan veertigduizend landgenoten in dat Jtle, lege land! Vaarwel veertigduizend dappere mensen, vaarwel al die Ent?611 en vrouwen> kinderen en volwassenen! em maanden geleden stapten wij op een koud, guur Schiphol in een '^anten-vliegtuig. Een Skymaster met net zulke mensen als jullie en een eek later stonden wij buiten Perth in West-Australië op een stuk schoon- semaakte bush en staarden wat verbijsterd naar de schuurtjes, waarin Ne derlandse gezinnen, de eersten die wij ontmoetten, woonden, terwijl zij werk .en spaarden voor het eigen huis. Voor de eerste mijlpaal op de lange, w ÏVFUl UV/« VlgVU V» noeizame weg naar een nieuwe toekomst. «■es weken hebben wij door Australië gereisd. Per vliegtuig, per auto en te *°et legden wij 32.000 lange kilometers af op zoek naar mensen. Naar veertig duizend emigranten. Wij zochten niets anders dan mensen in een grote, .tide wereld, waar de kangeroe in de avondschemering bij een kleine, glin- erende billerbong zijn dorst komt lessen. Waar de Kookaburra zijn schelle igellach laat horen uit de taaie gombomen. Waar de jacandra bloeit en de Koalaberen van de eucalyptus knagen. veertigduizend. Allen Nederlanders. Het is gemakkelijk om van- mislukte emigranten te spreken. Dat zijn de mensen, die verslagen terugkeerden naar het oude land aan de Noordzee. Onmogelijk is het om nu al na zo'n korte tijd van geslaagden te spreken. Daarom ligt in ons vaarwel aan u de wens besloten „tot weerziens". Tot ziens, nieuwe Australiërs, tot over tien of vijftien jaar. Pas dan kan de balans opgemaakt worden van wie geslaagd of mislukt is. En gij weet waarlijk zelf het beste, dat er dan nog andere criteria zijn dan al leen maar een wekelijks inkomen, van achttien pond en een eigen huis, dat afbetaald is. Neen, wij weten het nu nog niet. En toch durven wij zeggen, dat die massale emigratie van Nederlanders naar dit verre Australië zeker verantwoord is. Wij hebben getracht de lezer nie.s te bésparen. Wij hebben onomwonden ver teld van alle stormen, die het emigran- bestaan in de eerste jaren belagen. Maar het antwoord werd ons gegeven door de overgrote meerderheid van die veertig duizend dapperen, die niet alleen wei geren om het geld voor de terugreis bij elkaar te sparen, maar die uit de grond van hun hart zeggen: nooit, ik ben hier gelukkig ik voei me gelukkig of ik weet, dat ik mij gelukkig ga voelen. De mensen zijn bereid door de heel zure appel van het begin heen te bij ten, omdat zij de tintelende zuivere lucht van dit land hebben ingeademd, Omdat zij gefascineerd worden door de grote mogelijkheden, die achter de muur van het eerste uur wachten. De slapende rijkdommen van onafzienbare akkers en weilanden, de sluimerende bodemschatten. En omdat de mensen het rotsvaste vertrouwen hebben, dat zij zich staande zullen kunnen houden in dit land dat geestelijk in zovele op zichten bitter weinig tot assimilatie noodt. Wij hebben de lezer niets verzwegen over die veertigduizend. Vooral de zwarte kanten niet, want het is belang rijk, zo gij rond loopt met het hoofd vol emigratieplannen, om te weten hoe het u kan vergaan. Voor welke hindernis sen gij in Australië kunt komen te staan. VrEr> we hebben jullie gevonden in die streeJhdR- weerbarstige werelól die Au- bf»-« heet en waar je bent gekomen, Wat •os' onbereikbaar ver van alles j®t dierbaar was. Menens, doodgewone ejne mensen met hun moeilijkheden Vreugden, hun verdriet dat bittere te en doet schreien en met het oprech- jëehik om vooruitgang en welvaart 2'.lets hebben wij over u willen ver- 0r 'Jgen. Er zijn slechts weinigen op We6 Weg Sokomen mogen wij niet W°®en geen enkele? die niet ge- Opn'd hebben onder de moeilijkhe- stpïi-de 2orgen» het verclriet, de teleur- biet gen varl begin. Neen, het was Vo, allemaa! rozengeur en maneschijn Vsh ,.van dat. Nu wij aan het einde zijn oie 32.000 kilometer en nog eenmaal A shenlange lint afwinden, nog eenmaal h( duizenden indrukken als dierbare h '"neringen de revue laten passeren Canberra, dan Laï,in koele, zonnige C rü"Jen wij tot de conclusie, dat de zwa- Stpp'Jde van het emigrantenbestaan nog ds cte overhand heeft. j Roe kan het ook anders? In het i?ar 1946 gingen cte veertig eersten, .jdertig emigranten. Nu, aan het '"de van 1953 zijn het er meer dan £aterdnieuwe Italiaaiuse regering heeft hiecVede hoogste begroting in de ge- JV;>arinn's. van het land goedgekeurd, oïtiï*** 5ieuwe grote uitgaven voor l>d?rbar<^0or armen en plannen voor zii *n ,?Verken, om een deel der twee °pgen rkl°zen aan werk te helpen, Jehde Wepphen. De begroting, die vol- iii»,*A_c by het parlement zal wor- V— mllILiiSW,- "luit *nct een tekort van dert rïe „„-I I,et kleinste tekort se- lS52-'53- 49? 5.,„<19^-'S4: 417 milliard. «BM-SJ. 497 milliard). Bekendgemaakt is. dat deze vermindering van het te kort zou worden bereikt ondanks het feit, dat de lopende begroting voorziet in 50 milliard lire aan Amerikaanse hulp, terwijl in de nieuwe begroting geen be drag voor hulp uit het buitenland is "Pgenomen. De totale uitgaven van de regering ui-en in 1954/'55 2.433 milliard lire be- Penëte1 jalrfV'n7mÜliard in het lo; in het nienó, Italiaanse regering za! uitgeven vo 6 begrotingsjaar meer geld da» nabij ïw-f een atoomkrachtstation, rt?°.r industt.1--,an zal worden gebouwd "'eten en an e doelen> en voor cre- v j van y/-re maatregelen om de uit- "rderen i®chinebouwproducten te be- oesteeij uok zaj meer geld worden schep1" verschillende faciliteiten. hg van fbs)verven en ter onclersteu- '°Pt-n (jrj eine boeren, die in de afge- hfcbben t "laar land uit grote domeinen hen Voo„ ëewezen gekregen. De plan- in uitbr jpeubare werken voorzien o.m hb An„ 'nS van de herbebossing van "Pennijnen. ^UitA Vo°rwalige hoofd van de Oost- Nr, geheime politie. Wilhelm Zais- de arh~a''erdagavond als zondebok voor openbaar ,sopstand van 17 Juni in het Partii tl als 1,(1 van de communistische e'tike e®royeerd. De radio van de Oos- -/""rale f'eP een besluit van het ?*lsser co™*é der partij om, waarin ?°0fd en Rudolf Herrnstadt, oud- °>ad m acteur van het officiële dag- ®eled'èrieues Deutschland", uit de party- ren gestoten werden. Uit h,de opstand werden beiden reeds S'agcn tuheties en het Politburo ont- echter' Tot Zaterdagavond waren zij pArtij .""g lid van de communistische uepai'm rder heeft het centrale comité Van J®- hat Fritz Dahlem, oud-chef 'h df, communistische functionarissen, m„„ Seen partijfuncties meer Anton a". hekleden. Bovendien hebben ^erVano C rrna9n' voormalig plaats maken d "l'hister van Buitenlandse 2itter "ans Jendretzky, oud-partijvoor- rrtaiio- in;?1; Jr1, en DU' Schmidt, voor- 'ouLrk van de communistische «ekr^en "strenee reprimandes" va\de I^erapi is ernstig, 'en °nr??Ka.rend. AUe maatrege- hike I?ffen' 1n mocht een werke- üejp loipen, dan kunnen wij de te3emoet zien, in raen, aP' dat aMes is gedaan, wat Atan l Z dB heer Budiono, en de van Jogja. on n ,e,tn.°proeP ran gouverneur Budi- thans a- öezegd, dat de krater die ls alBesl°ten door een prop, stoten eenS Z°U h-unnen worden uitge- de^hoif begonnen met de evacuatie van tehiori i gebieden. Het evacuatie- straal Za eeT? streek omvatten met een Ue berètoD ^'ftlen tot twintig km van roeD n// iii gouverneur deed een be- Van a 'hwoners tot het oprichten «achtoaeCr°smité'S V°0r steun aan de Na een verblijf van ruim zes weken heeft onze verslaggever Australië ver laten. Op het moment, dat hij In Sydney in het vliegtuig stapte, had hij sinds zijn vertrek uit Amsterdam ongeveer 32.000 kilometer afgelegd. In zes weken tijds heeft hij zich een beeld moeten vormen van leven en werken van Nederlandse emigranten in een werelddeel, dat maar Iets kleiner is dan geheel Europa. Bij zijn vertrek schreven wij reeds, dat deze reis door Australië zou resul teren. in een reeks vluchtige verken ningen. De enorme afstanden, de sprei ding van de emigranten door alle staten, brachten die beperking mee. In de af gelopen weken hebben wij getracht u in deze serie reportages, welke vandaag wordt afgesloten, toch een zo volledig mogelijk beeld te geven van de om standigheden, waaronder de Nederlandse emigrant leeft en werkt. De mogelijk heden en de moeilijkheden, waarmee hij geconfronteerd wordt. Niet alleen door dat wij in Nederland door banden des bloeds verbonden zijn met die mensen aan de andere zijde van de aarde, die daar nu „New Australians" heten. Maar ook en vooral opdat de toekomstige emigranten, die mannen en vrouwen, die nog de beslissing moeten nemen of zij naar Australië zullen gaan, met deze reportages, die een onpartijdige, waar heidsgetrouwe voorlichting beoogden, hun voordeel kunnen doen. In dat laat ste afscheid van 40.000 Nederlandse emigranten wordt een aantal conclusies nogmaals onder uw aandacht gebracht. Zegt g®» wanneer ge dat alles weet: en toch ga ik, ik ben niet bang; en gy zegt het niet lichtvaardig, wei dan slui ten wij ons aan bij die veertigduizend: ga man, ga vrouw. Want, ondanks alle gebreken en tekortkomingen, die er juist voor de Nederlander in Australië en het Australische volk zijn aan te wüzen, is het voor de geschikte emi grant een goed land. Inderdaad, maar dan ook alleen voor de geschikte emi grant. Wie dat is, moet ieder persooniyk uitmaken, natuurlyk. Vaarwel Vaarwel en God zegene uw werk, kleine groep predikanten in de Refor med Church en de Presbyterian Church. Kleine ploeg van hardwer kende aalmoezeniers. Gij doet het be langrijkste werk van allemaal. Gij begrijpt waarom die boerenfamilie in Nieuw Zuid Wales vcor een auto spaart. Omdat zij weer naar de ver ver wijderde kerk willen. Gij weet, waar om er een groot heimwee is naar de bijzondere school in het vaderland. Gu speelt een belangrijke rol in de assimilatie. Het is zo gemakkeiyk ge zegd: wordt in alles Australiër, emi granten. Maar wie in het wilde weg assimileert, is op het verkeerde pad. Voor zichzelf en voor dit land. Want gU, veertigduizend dapperen, zyt hier niet alleen gekomen om te halen, vooral om te brengen. Biyft Nederlander in de ware zin van het woord. In 1951 werden er hier 77.298 huwelijken gesloten en 7320 gingen er stuk door echtscheiding. Uw gezinsleven, Uw godsvrucht, kun nen dit land alleen maar rijker maken. Bijna honderd liter bier per jaar per hoofd drinkt Australië op in zijn stin kende pubs. Uw spaarzin, uw degelijk heid kunnen een voorbeeld zijn. In de millioenenstad Sydney zijn er sloppen zoals nergens ter wereld. Een etterende armoe bijna, uitsluitend ontstaan uit drankzucht en goklust. Vaarwel gij vrcuwen, dappere, moedige, heldhaftige vrouwen. Met uw tranen valt of staat de emigratie. Blijft eerlijk in brieven naar huis. Vergeet de ellende niet nu het u goed gaat. Nu het eigen huis er is. Maakt het niet nog moeilijker voor wie na u komt. Kan hei zo worden? Wij zijn in de Darling Downs, ver rukkelijk boerenland van Queensland. Het is geen 1953 maar 1973 of 1983. En die Darling Downs van over twintig of dertig jaar liggen honderden mijlen verder dan de laagvlakte, die Curining- ham ontdekte. Een rijk en welvarend land met grazige weiden en weelderige akkers. Daar liggen de hofsteden, ver spreid door het rijke land. Daar wonen mensen met Nederlandse namen. Een cude eerste generatie en een jonge tweede generatie. Zij zijn de boeren van de toekomst, die wij zagen toen wij en kele dagen geleden door de echte Dar ling Downs reden. Kan het zo worden? Trotse, zelfstandige boeren van Neder landse stam. Die in Australië bereikten voor hun kinderen, wat in Nederland niet meer mogelijk was. Ja, zeggen de deskundigen en de man, die ons door dat brokstuk vallei reed vertelde, dat velen van die boerenfamilies, die daar nu een rijk boerenleven hadden, ook slechts een of twee generaties gevestigd waren. Ja het kan. Maar de weg is langer en zwaarder dan velen denken. Wie te snel rijk wil worden, wie te spoedig in de rijkdom van Australië wil delen, loopt het hoofd stuk tegen de muur van moei lijkheden. Zweet en tranen, zij zijn voor velen de prijs. Is het een te hoge koop som? Neen, zeggen de veertigduizend, zy zün het grote bedrag nog aan het af betalen. Allemaal gewone mensen, zo als u en ik. Gewoon? Lezer in het va derland, sluit eens de ogen, vergeet die droom in de Darling Downs en denk alleen aan de zwarte kant van de me daille, die wij in de afgelopen weken toonden. Zegt ge dan nog: ja, ik durf het aan, welaan ga dan. Gij zyt uit het goede hout gesneden. Evenmin als die dappere veertigduizend voorgangers van u, zyt ge geen gewoon mens meer, maar een emigrant. Dan zeggen wy met een gerust hart: vaarwel, het ga u goed. Tijdens de bijeenkomst van pasjahs, khaids en religieuze leiders in Tetoean, waar de trouw werd opgezegd aan de nieuwe sultan, heeft de Spaanse Hoge Commissaris, generaal Rafaol Valino (midden), een banket gegeven. Advertentie gesprongen handen, kloven? met o n g e v e n a a r d e geneeskracht V Dit is de B 61 Martin Matador, de eerste pilootloze bommenwerper van de Ame rikaanse luchtmacht. Binnenkort zullen twee sguadrons van deze vliegtuigen in Duitsland worden gestationneerd. Tijdens zijn vlucht wordt het toestel bestuurd met radar. De snelheid is gelijk aan die van bestuurde vliegtuigen. Twee Amerikaanse sportlieden heb ben in München prijzen gewonnen met het vertellen van enorme leu gens. De wedstrijd was uitgeschreven door de club van de Münchense hengelaars en jagers. Rus sell Hawkins, uit Rich mond in Texas en voor zitter van de club, presi deerde de 1 bijeenkomst. Veertig Beierse jagers en hengelaars waren als gas ten aanwezig. Majoor Gordon Lemke uit Milwaukee won de eerste prijs en kolonel George Godfrey uit Euge ne in Oregon de tweede. Wat vertelde majoor Lemke? Op zekere dag, toen ik in Wisconsin op jacht was, besloot ik met een kikker als aas te gaan hengelen. Na veel zoeken vond ik er een. Hij werd echter door een slang opgegeten. Ik gaf de slang een slok whisky en hij liet de kik ker vallen. Ik gebruikte de kikker als aas en alles ging pri ma, toen ik iets aan mijn voeten voelde trekken. Ik keek naar beneden en dezelfde slang keek naar mij met een andere kikker in zijn bek. De slang zei: „Zeg, zou ik nog een slok whisky van je kunnen krijgen?" Én het verhaal van Godfrey? Op zekeren dag hengel de ik in een Beierse beek en ving een mooie forel Toen ik hem uit het water haalde, zei hij: „Gooi me weer in het water. Ik ken een vis die groter is dan ik en hij zal bijten." Daarom gooide ik hem weer in de beek en wa rempel, weldra ving ik een veel grotere forel. Hij zei: „Gooi me weer in het wa ter en ik zal er voor zor gen, dat je een nog grotere forel vangt." Ik deed het en, geloof me of niet, ik ving een fo rel, die bijna even groot was als ikzelf. Die vis zei: „Gooi me weer in het wa ter en ik zal er voor zor gen, dat je een nog gro tere vangt." Kort nadat ik hem weer in het water geworpen had, voelde ik aan mijn lijn trekken. Ik haalde op en vond een briefje, waarin stond: „Wij weten, dat je geen vis eet. Je hebt reuze veel plezier gehad, ga nu naar huis en eet een broodje met worst." (Van onze correspondent in Spanje) BARCELONA, Januari. Daargelaten natuurlijk het zeer kleine kringetje, dat ambtshalve min of meer ingewijd pleegt te zijn in de geheimen van de politieke regeringsbedrijvig heid, hadden slechts Spanjaarden, die een buitenlandse krant lezen of naar buitenlandse radio-uitzendingen luisteren, kennis kunnen nemen van de nogal hautaine verklaring, waarmee op Zaterdag 16 Januari een woordvoer der van het Engelse Foreign Office de vertogen afdeed, die de Spaanse am bassadeur bij het hof van Saint James tot de Britse minister van Buitenlandse Zaken had gericht in verband met het a.s. officiële bezoek van koningin Elizabeth II aan de Britse kroonkolonie Gibraltar. De verklaring luidde: „De Britse regering is niet in staat om de vertogen in overweging te nemen, van welke buitenlandse mogendheid ook, naar aanleiding van een bezoek van Hare Majesteit aan een van haar gebieden." Alleen al vanwege de toon, bevatte deze verklaring inderdaad genoeg kruit, om de Spaanse regering zich zwaar in de wiek van haar prestige geschoten te doen voelen. Vandaar vermoedelijk, dat de verklaring niet geschikt bevonden werd voor publicatie in de Spaanse pers. beoordeeld zal worden vanwege de noodlottige raad, die hij aan de jonge, intelligente koningin, die in zekere zin als martelares moet worden beschouwd, heeft gegeven; de raad om voet aan wal te zetten in Gibraltar, onder de daar mede gepaard gaande minachting voor een natie, wier lichtende zon en geest wellicht trekken als een magneet en afstralen op de jeugd, de schoonheid en de ridderlijkheid van deze jonge ko ningin, die niemand kwaad heeft ge daan, en wier cogpupillen zo helder en zuiver stralen, dat zij de meest opper vlakkige waarnemer ertoe brengen zich voor te stellen, hoeveel goeds Hare Be vallige Majesteit bereid is te doen en kwaads te vermijden, wanneer men haar zulks maar toestaat." Wat niet belet, dat er in die pers uit voerig en hevig op is gereageerd. Op de eerste plaats met een enkele honderden woorden rijke nota van het diplomatiek informatiebureau van het Spaanse mi nisterie van Buitenlandse Zaken. Deze nota verklaart ten behoeve van het Spaanse volk de werkeiyke draagwydte te willen aangeven van de door de Spaanse ambassadeur te Londen, de her tog van Primo de Rivera, gedane stap. De ambassadeur, aldus de nota, heeft de Britse minister van Buitenlandse Za ken ingelicht over het klimaat van on behagen, onder het Spaanse volk ge wekt door de beslissing van de Britse regering om de vestirig van Gibraltar op te nemen in de reis van de koningin. Daar deze gebeurtenis met stelligheid een Spaanse reactie in de vorm van een nationaal protest zou teweeg brengen, kon zij slechts schade toebrengen aan de betrekkingen tussen de beide volken. Bovendien heeft de ambassadeur de Britse minister doen opmerken, hoe on voorzichtig het was de persoon van de Britse souvereine te betrekken in een aangelegenheid, wa'ardoor in zijn ge voeligste snaren wordt getroffen een volk, dat niet onhoffelijk wil zijn, doch dat anderzijds slechts met energie zal kunnen reageren. Het vertoog van de Spaanse ambassadeur had, aldus de no ta, niet bedoeld zich te mengen in de daden en beslissingen van de Britse re gering, doch slechts te wijzen op de ernstige gevolgen, die het onderhavige bezoek zal hebben. Een achterwege la ten van dit bezoek leek bovendien te meer gerechtvaardigd, daar van het program van de reis van Hare Majes teit ook punten waren uitgesloten als Guyana, Cyprus e.a., met het oog op de daar heersende „delicate stemmin gen van de openbare mening in ver band met de Britse aanwezigheid al daar." Tenslotte behelst de nota het ver wijt, dat in tegenstelling met hegeen was overeengekomen tussen de Spaanse ambassadeur en de Britse minister, het Foreign Office ruchtbaarheid heeft ge geven aan de door de Spaanse ambas sadeur in opdracht van zijn regering ondernomen stap. Na hetgeen wij bij voorgaande ge legenheden reeds uit Spaanse pers campagnes hebben gelicht, valt er uit de thans gevoerde mening meer te releveren, Het Falangistische dagblad „Arriba" spreekt van een „nieuwe nodeloze belediging," als hoedanig het breken van de belofte van stilzwijgen dcor het Foreign Office beschouwd, dat daarmede moedwillig aan de Britse pers materiaal verschafte voor een vijandige campagne tegen Spanje. Overigens verneemt de Spaanse lezer t.a.v. deze campagne weinig meer dan dat de „Evening Standard" een „grof en slechtgehumeurd artikel" aan de kwestie heeft gewijd. En dat er zelfs in de Britse pers is geschreven, dat, wanneer Elisabeth II Gibraltar be zoekt, zij daar met gejuich zal wor den ingehaald. Uit het hoofdartikel, dat de hoofdre dacteur van de Barcelonese „La Van- guardia" onder de titel „God behoede de Koningin" publiceert lichten wij cu- riositeitshalve het volgende stukje ge voelig proza. „Wij zijn, zo schrijft hji, er zeker van, dat de heer Eden in het collectieve Engelse geweten zeer streng Ondertussen zal de Spaanse regering thans niets anders te doen overblijven, dan het energieke nationale protest te organiseren waartoe zij tijd heeft tot 10 Mei a.s., de dag van het gewraakte koninklijk bezoek. Mogelijk acht gene raal Franco thans ook het tijdstip aan gebroken, om over te gaan tot de daden economische blokkade van de ves ting waarmede hij enkele maanden geleden gedreigd heeft, voor het geval de Britse rede voor de Spaanse redenen niet zou zwichten. Het ziet er inderdaad niet naar uit, dat ooit de Britten zullen begrijpen, wat Gibraltar voor de Spaanse gevoeligheid betekent, of de Spanjaarden wat het be tekent voor Groot-Brittanniës imperiale traditie. Minister Eden's verklaring in het Lagerhuis door de Spaanse pers wèl gebracht, zij het zeer onopvallend dat de Britse regering er niet aan denkt om toe te stemmen in enige wij ziging van het statuut van Gibraltar laat geen enkele ruimte voor de door de Spaanse regering gesuggereerde oplos sing: terugkeer van het grondgebied van Gibraltar onder Spaanse vlag; ver pachting aan Engeland van de zich daar bevindende militaire installaties. Er is geen twijfel meer aan: in de claque is de klad gekomen. Er is devaluatie van het applaus gaan de. Er wordt tegenwoordig bij alle mo gelijke gelegenheden in de handen ge klapt. wat ook zeggen wil, dat het bij verdienstelijke momenten wordt nagela ten. Hoe veelvuldiger de voorstellingen en concerten, hoe massaler de opkomst, des te meer lukraak wordt er bijval be tuigd. Men slaat de handen tegen el kaar, dan gaat men met de voeten stam pen, sommigen fluiten, anderen gaan brullen. Maar dit gebeurt allemaal door elkaar, willekeurig, zonder duidelijke differentiatie. Het publiek weet niet. meer welk belangrijk en zinvol instru ment het daarbij hanteert. De waarde van het applaus hebben de Parijzenaars het eerst helder beseft engeëxploiteerd. De „claque", dat is georganiseerde bijval onder leiding van een deskundige, is een Parijse in stelling. Zij was eens almachtig. Zij is ontstaan in de opera, de kunstvorm die altijd het hevigst de Franse gemoederen, in beweging heeft gebracht. Het succes van een nieuw werk werd eens groten deels door het optreden van de claque bepaald. In Duitsland is dat in die mate nooit mogelijk geweest. Duitse opera's van Marschner, Von Flotow en vooral Wag ner geven weinig gelegenheid tot on derbreking door applaus. In Engeland en Amerika, waar het puritanisme (ook in Nederland niet onbekend) de opera cultuur toch al in de weg stond, was er nog de Angelsaksische afkeer van het demonstreren van gevoelens die het applaus tegenhield. De claque werd geboren tie Parijs, in de dagen van Meyerbeer. In 1830 bestond daar een organisatie, ge naamd „L'assurance des Succès dra- matiques". Er was een „chef de claque", die zijn mensen uitzocht en verhuurde aan theater-directies. Men kon elk gewenst aantal „claqueurs" verkrijgen, en de aangeboden diensten bestonden lang niet alleen uit dom weg in de handen te klappen. In een rekening van dit instituut aan de be roemde actrice Mme. Rachel werden opgesoma: drie acclamaties, vier „hilarités" (vrolijkheden), twee span nende momenten, vier hernieuwingen van applaus, twee willekeurige „ex plosions". Er was bij aangetekend, dat na zo'n programma de claqueurs te vermoeid waren om het de volgende avond te herhalen, Advertentie en op 't zelfde moment is dat zuurbran- den geblust. Geen wonder dat talloze mannen en vrouwen over de hele we reld dwepen met Rennies en altijd zorgen ze bij de hand te hebben. Ren nies zijn hygiënisch verpakt één voor één. Ze zijp smakelijk en.gemakke lijk in te nemen, zonder water of wat ook. De Süreté Nationale te Parijs opent 13 Februari a.s. een tentoonstelling van een collectie schilderijen, die zij in de loop van 20 jaar heeft verzameld. Ver zameld overigens op een manier, die de gewone collectionneur nimmer toe past. Zij zijn n.l. in beslag genomen, aangezien het alle vervalsingen zijn. Beroemde vervalsingen dikwijls, soms doorgedrongen in officiële collecties. De vervalsers hebben dan ook gebruik ge maakt van namen als Leonardo da Vinci, Rembrandt, Rubens, Watteau en Picasso. Een van die vervalsingen geen schilderij overigens, want het gaat hier ook nog om beeldhouwwerken, kant. munten, postzegels, etsen, gravures, aardewerk etc. heeft zeven jaar in het Louvre geprijkt: een grote gouden tiara, zogenaamd uit Saitapharnes, aan gekocht in Maart 1896 voor de som van 200.000 goudfrancs. Zij was werkelijk van goud, het was ook een prachtig stuk werk, zei men. en men had gecon cludeerd dat zij uit de derde eeuw voor Christus moest stammen. Maar precies zeven jaar later, in Maart 1903, kwam er een zekere Israël Rouchomowski uit Lithauen opdagen, die verklaarde dat hij de maker was van het stuk uit de derde eeuw voor Christus. Men liet hem, omdat men hem niet zo maar geloofde, zijn kun digheden bewijzen en dat was zo over tuigend, dat het fraaie stuk met stille trom uit het Louvre verdween. Op de tentoonstelling zal men de tiara nu weer te zien krijgen. In Parijs wil men deze tentoonstelling zien als een soort voorloper op het museum voor vervalsingen, dat men van plan is op te richten, maar waar voor men voorlopig nog geen huisves ting heeft. Maar Parijs kende nog meer speciali teiten. In een goed uitgeruste claque werden de leden naar hun talenten in gedeeld. De taak van de „rieur" was het lachen gaande te maken op comische plaatsen met een aans'ekclijk gegrin nik of geschater. De „pleureur" moest zachtjes maar doordringend snikken als het tragisch werd; vaak was dit een dame, die een tranenverwekkend odeur bij zich had. En dan was er de „commis- saire", die het intellectuele werk deed; hy leerde de opera van buiten en lichtte de toehoorders tijdens de pauze op enthousiaste wijze m. De chef de claque hield zich zelf afzijdig en dirigeerde slechts vanuit zijn frontloge met kleine hoofdknikjes zqn mensen in de zaal. Deze laatsten zaten onder de lichtkroon en werden daarom de „chavaliers du lustre" genoemd. Zo was de claque een respectabel en machtig lichaam, dat tot lang in deze eeuw in leven bleef. Maar toen de claque in Italië werd ingevoerd, kwam de ontaarding. Zij werd een instrument van politieke hartstochten, een wapen van chantage en afpersing, in plaats va»J verzekering van artistiek succes. In Wenen heeft de claque nog korte tijd gebloeid. Dat was toen de claqueur Josef Schostal er zijn goed getrainde troep aanvoerde. Zijn oordeel en mede werking waren zelfs voor de beroemdsten van zijn tijd van grote waarde. Sterren als Chaliapine, Caruso, Maria Jeritza, Richard Tauber rekenden zich tot zijn klanten. Schostal had tactgevoel, vak kennis als weinigen, en grote handig heid om het publiek ongemerkt in de vereiste stemming te brengen. Maar hij gaf nooit oen onverdiend applaus weg.... Zijn heerschappij aan de Staatsopera duurde tot 1938, toen hij voor de Duitse bezetters moest vluchten. In het bedachtzame en eigenzinnige Nederland heeft een claque nooit een voet aan de grond gekregen. Het ge schreven woord heeft hier altijd meer invloed gehad, vooral als het in de krant gedrukt en ondertekend staat. De Russische ambassadeur in Italié, Michail Kostilev, is teruggeroepen. Hy zal worden vervangen door Alexander Bogomolov, die tot voor kort ambassa deur te Praag was. Dit is meegedeeld door het Italiaanse ministerie van Bui tenlandse Zaken. Kostilev is sinds April 1954 ambassa deur te Rome geweest. Officieel is geen reden voor zijn terugroeping opgegeven. De nieuwe ambassadeur te Rome, Bo gomolov, is in 1939, toen hij het leger verliet, in de diplomatieke diens geko men. Hij is van 1944 tot 1950 ambassa deur te Parijs geweest. Van 1950 tot 1952 was hij onderminister van Buiten landse Zaken belast met West-Europese aangelegenheden. Sinds Juli 1952 was hij ambassadeur te Praag. De Indonesische regering heeft pro fessor Supomo, president van de uni versiteit van Indonesië, aangewezen als voorzitter van de delegatie, die met de K. L. M. besprekingen zal voeren over de Garuda Indonesian Airways. De onderhandelingen zullen begin Fe bruari in Djakarta worden gevoerd. Volgens het blad „Suluh Indone sia", een uitgave van de Partai Nasio- nal Indonesia, zal de kwestie van wij zigingen in de directie van de GIA, welke thans in handen van de K. L. M. ligt, het belangrijkste onderwerp van bespreking zijn. Als commandant van de vliegbasis Eind hoven zal, naar alle waarschijnlijkheid bin nenkort benoemd worden de kol. vl. wm. H. P. Zielstra, thans adjunct-directeur Personeel van de Kon. Luchtmacht. Zoals bekend werd de vorige commandant van de basis, na de serie ongevallen met Thun der jets na een plotseling opkomende mist, uit zijn functie ontheven. Kol. Zielstra zal in zijn huidige functie waarschijnlijk wor den opgevolgd door lt. kol. vl. wm. G. H. Gij bels, commandant Depots materieel luchtmacht. Deze zal op zijn beurt opge volgd worden door de lt. kol. A. S. Westra, hoofd Administratieve Zaken van de vlieg basis Leeuwarden. Zoals bekend zal kol. vl. wn. B. J. Fiedeldij, thans commandant van de vliegbasis Leeuwarden worden be last met het commando over de lucht vaartopleidingen, in plaats van de comman deur vl. P. Vroon. Het ligt in de bedoeling, dat hij als ba siscommandant opgevolgd zal worden door de lt. kl. vl. R. Hofstede, werkzaam bij de Sectie Luchtmacht van de interim com missie van de E. D. G. te Parijs.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 7