Alleen op Schouwen-Duiveland en rond K ruin in gen ervaart men nog het leed dat geleden is Verbluffende activiteit EEN JAAR GELEDEN TEISTERDE STORMVLOED 'ZUID-WEST-NEDERLAND N r DIE IN HET RAMPGEBIED ZIJN BOVEN JAN l^t te geloven dat hier water stond ed\'leb ze hier binnen zien komen, een jaar geleden. Brot en menselijke ellende waren het, bange wezens met vertj' starende ogen. Alleen hun hart klopte nog, maar Puis r leek het alsof ze dood waren. Ik had bouillon in *k ge?n die heb ik ze gegeven Ze dronken die op, maar Pie» I0of niet, dat ze er dankbaar voor waren. Ze waren in h"- J ZATERDAG 30 JANUARI 1954 PAGINA 3 Weer oogst van landerijen, wegen hersteld en honder den woningen in aanbouw - f, Rilland St. Philipsland RAMPGEBIED fantastisch snel hersteld 71 een gelagkamer in een stadje aan de rand van het - rernpgebied zaten vier mannen rond een tafeltje. Cl mn h-ort hr/lttrfeii'i i v> \7 rl n 1/mi Z/A j. Zy dronken brandewijn. Vanwege de kou. eene een was dik, had een breedgeschouderde jas aan en iets ?roene hoed achter op zijn hoofd. Hij had van alles Hij hod te vepd zelfverzekerdheid. De tweede was mager. tTorrin, e uitdrukking van een vos of van een fret. Hij rirjg jf'-de met zijn vingers op tafel. Hij droeg een grote Zijn tf.1 een zwarte steen. De derde had een pet op. Met nei J171 en wijsvinger lichtte hij die af en toe op, om te je rest van zijn hand over zijn kale, vettige schedel joïjnlpken. De vierde had niets bijzonders. „Een innemend -y-ens" zal zijn baas hem noemen, dikke °P Scfl°uwen geweest?" vroeg de magere aan de ry t".e verrekte kou? Mij niet gezien!" Zei* 1 zit anders goed geld bij de lui die terug zijn", ver- de eerste. de c in het rampgebied zijn allemaal boven Jan", wist kr07lan met de Pet te onthullen. „Vroeger woonden ze in ge„ J1- Nu hebben ze voor niks de mooiste huizen gekre- be Ze hebben radio's en stofzuigers, waar ze vroeger het boJ n niet van wisten. Nooit hebben ze lakens op hun - dan ?e'la<i en nu hebben ze er dozijnen in de kast. En - .de kleren, die ze hebben....!" ••yen, ze hebben ook wel wat meegemaakt", deed de Veel. Te veel vlees, te veel jas, kennelijk te veel V: flor "ia n Uja'e schuchter. >t, mac ■rabde dikke begon te vertellen, hoe hij het voorbije jaar ane£*' maar dat is vergeten, ze zijn nu boven Jan' J1 krabde weer op zijn kale hoofd. dikke heaon te vertellen, hne De had rampgebied gewerkt had. Het was best geweest. Hij er alles kwijt gekund wat hij had. „De lui. weten bp„ hoe ze met hun geld moeten omspringen. Ze heb- looit zoveel gehad". jij e Waard achter de tapkast keek mij aan en schudde hoofd. „Dat hoor je de laatste tijd nogal eens", zei hij de er- „Het lijkt wei of ze de mensen uit het rampgebied lui raV7J> n7et gunnen, of ze jaloers zijn. Nou, ik gun da A die zo denken, een ramp, en niet zo'n kleintje ook, Weten ze wat het is je vrouw en je kinderen te zien ih drinken en alles kwijt te raken. Misschien hebben ze °an eerste weken van Februari het vorige jaar wel veel hctip Rampenfonds gegeven en komen ze dat nu terug bej-rt"' u'aarbW ze dan bovendien twintig procent willen uienen van alles ivat door andere mensen gegeven is", iv'èp. *y>1 het vergeten", werd weer aan het tafeltje be- AliJf „Moet je horen, hoe graag ze d'r over vertellen. ohj?' er niks anders bestaat. Ze vinden zich interessant, Pil- de kranten zoveel over ze schrijven. Nee, ze hebben i te klagen". Pei: 2®en uHeen de buitenkant", zei de waard. „Ze begrij- ner niets van". „Maar ik ga d'r toch niet naar toe. Veel te koud en dan UeJ^egen. Ik heb geen zin om honderd gulden te verdie- en er vijftig aan mijn wagen te verknoeien. Mij niet ,®P". De dikke bestelde een nieuwe brandewijn. moet niet zo praten", vermaande de waard. „U moet £en? aan denken ivat de mensen kwijt zijn en wat Piill"°oit meer terug zullen krijgen, ook al zou je ze een ,^°en brengen" de^.ttuurlijk, schenk me nog maar eens in. Natuurlijk Ze ;en wij daar aan. Maar je mag toch wel zeggen, dat Pu .°Ven dan zijn. Trouwens, verdien jij er niet aan? 't Is j„0ch zeker veel drukker hier dan vroeger". P>anee!" De waard kwam terug. Een oud man, die mee- l9 knikte. 4 f f j*MS> f. Maanden lang hebben de boerderijen rond Kerkwerve op Schouwen in het water gestaan. Thans zijn de dijken dicht en is het land drooggemalen. Grauw zand bedekt alles. iemand, Toen die waren daar in er ook het mensen water lag, hier, die er dood. niets U-UI/ 4>C C f UUftfVU'UUf fUU' IZJUI K fl. J O U/UI C fi< b„ n gedachten heel ergens anders, ergens ver weg ■rikt dorp, dat in het water stond en waar ze de ver- Pieen! Rijkste dagen en nachten van hun leven hebben *ch 0ePii ■aakt. Ze moeten wel allemaal gedacht hebben aan te'maken hadden, die er alleen maar bij wilden zijn, om er thuis grote verhalen over te vertellen. Ze hadden een grote mond over de regering, die wel niets voor de mensen zou doen, evenals, naar ze zeien, voor de oorlogsslachtoffers niets was gedaan. En nu praten ze zo. De mensen vergeten snel. Ze zijn alleen maar sentimen teel op het moment dat er iets gebeurt. Dan lopen ze warm, omdat hun buurman warm loopt. Maar daarna denken ze weer alleen aan zichzelf. Ze hebben hun geld ook niet weggeschonken om er goed mee te doen, want nu worden ze afgunstig, omdat enkele mensen iets meer krijgen dan ze vroeger hadden. Dat is echter alleen maar de buitenkant, wont de meesten zitten nu nog in de groot ste misère. De boeren lijden grote verliezen. En niet voor de eerste keer. In de oorlog hebben ze klappen genoeg gehad". De waard had zich opgewonden. En terecht. °P Malakka sterven immers dage- Won°niJert'en mensen, het atoom- is de mentaliteit jegens de ■£Phlp a;:1'5 van de verschrikkelijke VVgrnu een jaar geleden het Zuid- T): n van ons land trof, gewijzigd, *e ramp is historie geworden, een Ooeiend. spannend verhaal uit een tijd, Qie voorbij is. Iedereen, de mensen die er direct bij betrokken waren en zii die thuis met angstig hart naar de radio duisterden, hecben de ramp als een Ppchtmerrie ervaren. Zij zijn daaruit Ontwaakt, geschokt door wat ze ge hoord en ervaren hadden. Maar het le_ en wenst tegenwoordig niet lang meer Hiteen bePaald moment te verwijlen, na „m°et voort. In Korea, in Indo-Chi- lüks\°P Malak kano^°ndGrden Kautji m°et ingeschoten worden en de Voort tvt ^oet te water. Het leven rent "aar een betere toekomst? ra!?f leven is ook voortgegaan in de 2e,p PSebieden. Een dynamisch leven j.e s- En die dynamiek heeft de men- lait gesrepen. Bij de dichting van het Zi, ste gat in de dijk bij Ouwerkerk 'Jn zij 'S nachts opgebleven. Via de ra- hebben zij dit grootse moment mee- 5®hiaakt en zij waren trots op ons volk, JP' opnieuw de gigantische strijd tegen erfvijand, het water had gewonnen. g.0rrnen hebben sindsdien het water te- IjpP de zwakke dijken opgezweept. Zi.i lig?11 het gehouden. Het rampgebied tirf weer droog achter nieuwe zeewe- Sen. Woningen zijn herbouwd en de 6£te mensen zijn weer teruggekeerd 9 P Schouwen-Duiveland, het ~h>aarst getroffen eiland van het ehele rampgebied, ervaart men ®QP het ganse landschap de ge- °'9en van het leed, dat in de ?rste week van Februari het vo- ;'9e jaar geleden is. Vrijwel niets v overeind blijven staan. Alle otnen zijn dood. Het land op deze to is nog maar enkele droog. weken Het is alles zo snel gegaan dat men niet meer stilstaat bij wat geweest is Het leed is geleden, denkt men. En er is buiten de direct betrokkenen nie mand meer die peinst over koude nach ten op het dak van een door de zee verzwolgen huis, over de angst en de ellende van mensen die vechten tegen de dood Hst land moet herbouwd Dat is wellicht ook goed. Het le ven moet verder. Het opnieuw aan de zee ontrukte land moet worden her bouwd. De overlevenden moeten weer kunnen leven. En toch. wenneer ik er er weer kom, in al die plaatsen waar ik tussen één en zes Februari van het vorige jaar geweest ben, ontkom ik er niet aan. Dan zet ik een stap terug en zie ik het water weer kol ken over de landerijen en rond de boerenhoeven. Dan zie ik de mensen weer komen, uit hun overspoelde dor pen, wezenloos en klein. Dan ver baast mij de snelheid, waarmee zich de herbouw voltrekt. Elk nieuw huis staat vreemd in het vlakke land. Er staan bijna geen bo men meer en de aarde heeft de kleur van bruin zand. Er groeit, vooral nu een ijzige wind over de vlakte jaagt, niets. Zelfs de weilanden zijn grauw, ook in de streken die vrijwel onmiddellijk na de ramp weer droog waren. Daarom vind ik dat die nieuwe huizen, gebouwd uit verse baksteen en gedekt met nieu we rode pannen vreemd staan in dit land. En er staan er al weer vele. De Moerdijk Het land en de bevolking herstellen zich snel. Op vele plaatsen in Zuid- Holland, West-Brabant en Zeeland kan men nauwelijks meer zien dat een jaar geleden de zee er bezit van heeft ge nomen. Bij de Moerdijk, waar wij Zon dagmorgen 1 Februari 1953 in alle vroegte voor het eerst de overstroming zagen, is nu alles weer normaal. Het land heeft het vorige jaar al weer een oogst gegeven. De boerderijen zijn schoon en hersteld. De zon zet het land schap in een vrolijk licht. Auto's razen over de grote weg naar Breda en terug. Het land is vredig en er heerst een grote rust, alsof dat altijd zo geweest is. En toch stond hier weken lang water. Bij Rilland op Zuid-Beveland, waar ik diezelfde eerste Februari door het nij dige water werd tegengehouden, waar doorweekte soldaten zwoegden met De bevolking in het rampgebied toont een bijna ongelooflijke energie. Me vrouw Mierman is onmiddellijk, nadat Ouwerkerk was drooggevallen, naar haar dorp teruggekeerd. Tussen hopen zand hangt zij rustig de was op, alsof zij nooit anders heeft gedaan. elkaar in snelheid. Er staat een nieuw huis langs de weg en alle andere zijn weer bewoond. De mensen wonen er alsof ze nooit verjaagd zijn geweest. En toch stond hier water tot aan de daken van de huizen 55 155 kleine motorboten, die te zwak waren om tegen het wilde water op te tor nen, is de weg droog en gerepareerd. In de spoordijk langs de weg was een groot gat geslagen. De rails, waar de bielsen nog aan vast zaten, hingen daar als een wankele brug overheen. On dersteund door verplegers van het Ro de Kruis kwamen de evacué's daar over. Stap voor stap, van biels op biels. Het waren heel arme mensen, die al leen het leven nog maar bezaten en zich dat niet bewust waren. Die spoordijk is heel. De weg is her steld. Treinen en auto's wedijveren met Halsteren Over de weg van Halsteren naar Tho- len durfde de eerste twee dagen van Februari niemand rijden. Er stond meer dan een halve meter water. Daar beleefde ik me, een compagnie mili tairen uit Bergen op Zoom de eerste zwarte nacht van de ramp. De mannen worstelden wanhopig met voor hen on bekende pontons. Er stond een zoek licht. dat zijn flitsende poliepen-armen over de watermassa's slingerde. In de verte knipperden lichtsignalen. Onbe reikbaar ver. We probeerden de motor van een der boten op gang te brengen. Dat lukte niet. Een andere boot was al uien weg en gaf geen teken van leven. Nu ligt de weg in blank beton voor een ieder, die in Tholen mosselen en oosters wil gaan eten. Er staat nog maar één kapotte boerderij langs die weg. Alle andere zijn hersteld af herbouwd. En toch stond hier water en verdron ken hier mensen. Stavenisse In Stavenisse, waar tweehonderd mensen de dood vonden in het kolkende water, waar de ganse Kerkbuurt in één verschrikkelijke klap werd weggeslagen, waar het leed zo groot *vas, dat het ervaren ervan lichamelijk pjjn deed, waar de mensen samendrongen op de djjk in afwachting +an reddende sche pen, waar de burgemeester en het ge meentebestuur op het kleine droge stuk straat voor het gemeentehuis wanhopig rondliepen, maar met heldenmoed het reddingswerk leidden, is in de Dorps straat weinig meer van dit vreselijke te zien. Ik was er j.l. Zondag. Het was er stil en koud. Op Zondag blijven de mensen er binnen, dan werken zij niet en gaan ze niet uit. De Kerkbuurt is geëgaliseerd. Tientallen nieuwe huizen zijn reeds afgebouwd of staan in de steigers. Deze nieuwbouw vult bijna de gehele buurt; enkele inwoners kijken naar de vorderingen van de nieuwbouw. De buitenwegen zijn weer goed berijd baar, af en toe ligt er een hoop zand langs. Het land ziet nog bruin en er wordt nog aan het herstel gewerkt. Maar toch zou men niet zeggen, dat hier water gestaan heeft. De Hoofdstraat van St. Philipsland was weinig meer dan een decor, her inner ik mij. Huisraad, hooi, stro. en planken waren in grote hopen tegen de dijk aangespoeld. Het dorp zag er triest uit. Veel huizen waren stuk. Het kerk hofje stond onder water. Er zat een groot gat in de weg en ik dacht toen, dat het dorp wel helemaal opnieuw ge bouwd zou moe,en worden, zo ellendig was het er. Nu wonen alle mensen er weer. Op acht na. Die zijn dood. Op het kerkhofje zijn een naar graven meer. Verder biedt het dorp een vrien delijke en genoeglijke aanblik. In het haventje liggen enkele schepen op rust. Het is laag wa,er en bij de aanleg steiger is de drabbige zeebodem te zien. De schippers lanterfanten aan de walle- kant. Kinderen spelen op de dijk, ais- of er nooit iets gebeurd is. Coeree-Overflakkee Toch overspoelde een vloedgolf in minder dan een minuut hec ganse dorp. Op Goeree en Overflakkee werd de dijk over de totale lengte door de aan stormende watermassa's vernield. Tien tallen kleine stroomgaten ontstonden in deze zeewering. Oude Tonge, twee da gen lang een vergeten dorp, kreeg een naam, die klonk als een alarmkreet. Piloten van helicoptères en verken ningsvliegtuigen ontwaarden honder den mensen, die op een stuk dijk bijeen waren gedreven. Zij smeekten om hulp. Die hulp kwam Schrikbarend waren de mares, die over dit rampgebied de we reld bereikten. Thans heeft het land ai weer gewassen voortgebracht. De dijk is over de gehele lengte hersteld en bijna een meter opgehoogd. In Oude Tonge staan reeds tientallen nieuwe woningen. De zon speelt een lustig spel met het landschap, dat er goed en fris uitziet. Toch stond ook hier water en schreeuwden mensen in doodsnood een jaar geleden om hulp. Troosteloos land De enige plaatsen, waar men ^an alles nog kan zien, welk een droef heid de ramp over het land bracht, zijn de polder van Kruiningen en alle landerijen van het troosteloze eiland Schouwen-Duiveland. Daar is thans wel het water geweken, maar er is een grijze, trieste zandwoestijn over gebleven, waar de geruïneerde boer derijen als bakens uit opsteken. Alle bomen en gewassen zijn verdwenen. De troosteloosheid is onafzienbaar. De dorpen zijn nog maar nauwelijks weer bewoond. De mensen komen eerst schuchter terug. Zij vinden weinig meer van wat zij bezaten. De meeste huizen zijn verdwenen. Die nog overeind staan, ziin zwaar be schadigd. De dorpen hebben, zelfs in de zonneschijn, niets vrolijks. Voor de inwoners is het leven zwaar, Het stelt de hoogste eisen aan hun moed en levenskracht. Zij huizen in een onherbergzame omgeving. De natuur is hun vijand gebleven, evenals toen, die nacht van de eerste Februari. Al zijn de dijken dicht, de strijd is nog niet gewonnen. Hier ziet pen het, hier ondervindt men het. Hier stond water, vuil, smerig, gemeen water. Fantastisch snel Inderdaad is het herstel uitzonderlijk snel gegaan. „Fantastisch snel," zegt Ir. H. D. J Swaters, hoofdingenieur-directeur van de Provinciale Waterstaat in Zeeland. „Het herstel, dat door ons verzorgd moest worden, is nagenoeg voltooid. Met uitzondering van het eiland Schou wen-Duiveland zijn de provinciale we gen in onze provincie gerepareerd. Nu hebben wij nogal geboft. De Provinciale Waterstaat heeft niet zoveel schade ge had als andere lichamen. Nadat de dijken gesloten waren, is de droogma king die wij verzorgd hebben vlot gegaan. Er staan nog enkele kommen vol water op Schouwen. Die zijn moei lijk droog te malen. Eerst zullen de dichtgeslibde sloten en watertochten uit gegraven moeten worden, anders kan dat water niet weg. Daar zal nog wel enige tijd overheen gaan." Thans onderzoekt een commissie wel ke binnendijken kunnen worden afge graven en welke moeten worden opge hoogd. Dit onderzoek wordt op verzoek van de herverkavelingscommissie, ver richt. De commissie zal zeer ingrijpend te werk gaan. Er zijn reeds verschil lende voorstellen gedaan. Beslissingen zijn nog niet genomen. In afwachting van de herverkave ling van Schouwen en van Tholen is het herstel aan de wegen nog niet definitief. In het voorjaar echter zul len verschillende nieuwe wegstukken op Tholen worden aangelegd. Dat be tekent, dat op dit eiland een nieuwe fase zal zijn aangebroken, de fase van de verbetering na het herstel. „Wij zijn natuurlijk nog niet helemaal klaar," zo zeide Ir. Swaters.„De om vang van de werkzaamheden is goed te zien op Walcheren. Daar zijn wij na de inundaties eerst in 1947 goed met de herbouw begonnen. Nu is het 1954 en wij zijn er nog niet helemaal. Het kleine detailwerk vereist veel tijd. Zo zal het ook met het nieuwe rampgebied zijn. In grote lijnen zijn wij klaar. De mensen kunnen er weer leven en wer ken. het gebied is weer in het econo misch leven van ons land betrokken De afwerking kan nog wel enkele jaren duren. Nu praat ik natuurlijk niet over Schouwen-Duiveland en Kruiningen, want dat zijn hoofdstukken apart." Optimisme Wat het herstel van de door het zoute water aangetaste landbouwgronden be treft, kan men al evenzeer optimistisch zijn. „Thans kunnen wij zeggen, dat over vier of vijf jaar de landbouwgronden in het gehele rampgebied, op een enkele kleine uitzondering na misschien, weer een volledige productie zullen leveren." Deze verzekering werd uitgesproken door de heer P. D. D. Huygens, plaats vervangend directeur van de Rijksdienst voor Landbouwherstel. Deze dienst, die 1 Februari zal het een jaar geleden zijn, dat een verschrikkelijke ontembare stormvloed grote delen van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland teisterde. Dat lijkt al weer lang geleden, want zovele andere nieuwe gebeurtenissen in de wereld hebben onze herinnering aan die droeve rampdagen teruggedrongen. De doden zijn begraven en het land wordt weer herbouwd. De dijken zijn gedicht en nieuwe dorpen herrijzen Verbluffend is de activiteit van de duizenden, die in het rampgebied hebben gewerkt en nog werken. Het herstel van de zwaar geschonden dijken is zover gevorderd, dat het materiaal van de Maatschappij tot Uitvoering Zuiderzeewerken, dat onmiddellijk na de ramp uit het IJssel- meer naar het rampgebied werd gedirigeerd, reeds is teruggekeerd of op de terugweg naar de inpoldering is. Het komende voorjaar zullen de werkzaamheden daar weer beginnen. In 1954 hoopt men de dijkverbin- ding tussen het vasteland en Flevostad tot stand gebracht te hebben. Ons land, bereidt zich, een jaar nadat de afgrijselijke ramp ons trof, weer voor op nieuwe projecten. Na een jaar zijn de gevolgen van de watersnood goeddeels overleefd. Dit dient vastgelegd in de historie, want het is het zoveelste bewijs van onze wilskracht, van onze ongebroken energie en moed in de strijd tegen het water, dat ons altijd bedreigt. aanvankelijk werd opgericht voor het herstel van de bezettings- en oorlogs schade aan de landbouw, heeft op zijn terrein met kracht de leiding in het rampgebied ter hand genomen. In totaal werd op 1 Februari 140.000 ha. over stroomd. 85.000 ha. hiervan kwamen onder zout water te staan. In 1953 wa ren reeds weer 65.000 ha. in exploitatie. De opbrengst bestond hoofdzakelijk uit en bieten, gewassen, die het minst zoutgevoelig zijn. De verwachtingen zijn hier verre overtroffen. De produc tie was wel geen honderd procent, maar op vele plaatsen werd de kostenfactor overschreden. „Het is frappant te zien, hoe de boe ren thans de adviezen van onze dienst opvolgen," zegt de heer Huygens. „Na de inundaties van 1944 en '45 waren de mensen veel minder toegankelijk. Nu verlenen ze een grote medewerking." In totaal is er het afgelopen jaar 250.000 ton gips gebruikt. Het komende jaar gaat 150.000 ton de grond in en voor 1955 rekent men op 100.000 ton. Daarna zullen de gronden geen gips meer nodig hebben, dan zal de verzil- ting afdoende zijn tegengegaan. Voor Schouwen-Duiveland zijn de eerste schepen met gips al uit Frankrijk, Duitsland en Joegoslavië onderweg. In totaal moeten 665 ha. afgeschreven worden. Die zijn door de zee uitge- schuurd tot diepe kreken, ofwel zij zijn door een te dikke zandlaag bedekt of buitengesloten door de ringdijken bij stroomgaten. Er moet gerekend worden op een waardevermindering van de grond van 1 millioen gulden voor het gehele rampgebied. Die schade zal ech ter ruimschoots opgevangen kunnen worden door de gunstiger sociaal-econo mische omstandigheden, die ontstaan, wanneer de herverkavelingen een feit geworden zullen zijn. Dat ziet men op Walcheren. Dat staat er thans beter voor dan vóór de inundaties. „Gesteund door rijkssubsidies kunnen de boeren de vermeerderde kosten, verbonden aan de verkaveling en cultuurverbetering van hun gronden zeer goed dragen," zo concludeerde de heer Huygens. En hij vervolgde: „De eerst onlangs van de zee afgesloten gebieden op Schou wen-Duiveland buiten beschouwing ge laten, kon aan het einde van 1953 ge zegd worden, dat liet cultuurtechnisch herstel voor ruim de helft voltooid was. Het laat zich aanzien, dat het resterende werk buiten de genoemde gebieden in het a.s. voorjaar gereed zal zijn, met uitzondering van het Iaat drooggevallen gebied rond Kruiningen, waar het her stel vóór het najaar van 1954 gereed kan zijn." In 1955 herbouwd „Het zal wel lukken om hetgeen ook aanvankelijk de verwachting Was de herbouw van verwoeste woningen in het rampgebied voor Ja nuari 1955 geheel gereed te krijgen." Het was niet zonder vreugde, dat men ons op het ministerie van Wederop bouw deze mededeling deed. In totaal is een herstelbare schade geleden voor een bedrag van ruim 46 millioen gul den. Dat bedrag is verdeeld over on geveer 47.000 woningen en 205 scho len. Daarop is in totaal reeds meer dan 14,5 millioen gulden aan voor schotten verstrekt. Het herstel be vindt zich alweer met uitzondering van Schouwen-Duiveland dan ook in het laatste stadium. Naar schatting zijn er in het gehele rampgebied totaal 3000 huizen verwoest. Ter vervanging hiervan zijn er reeds 345 noodwoningen op Schouwen en Dui- veland gebouwd. 390 Oostenrijkse zomerhuisjes en schuurtjes worden op getrokken. 560 door Noorwegen en Zwe den geschonken woningen zijn in aan bouw, plus een veertigtal, afkomstig uit Finland en Denemarken. De bouwactiviteit is schier niet te stuiten. Zelfs de ambtenaren van We deropbouw, bekend om hun nauwgezet heid, wanneer het erom gaat mensen te betrappen, wanneer ze zonder hun toe stemming bouwen, hebben geen juist inzicht in hetgeen thans aan de gang is. Zij hebben de burgemeesters van de ge troffen steden en dorpen een onbeperkt bouwvolume toegezegd. Voor elk huis, dat verloren ging, kunnen de burgemees ters een nieuw bouwen. Behalve de door het buitenland geschonken huisjes, wa ren voor Kerstmis al bijna duizend woningen klaar. Honderden andere zijn in aanbouw of in voorbereiding. Cit alles blijkt de doortastendheid van de gemeentebesturen. Ondanks de rampzalige gebeurtenissen is een grote energie in de leidende mensen gevaren. Zij benutten alle kansen, die hun ge boden worden. Welnu, Wederopbouw geeft die kansen. Dat is de redding van het rampgebied. JAN VAN BEEK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 3