Alleen op Schouwen-Duiveland en rond K ruin in gen
ervaart men nog het leed dat geleden is
Verbluffende activiteit
EEN JAAR GELEDEN TEISTERDE STORMVLOED 'ZUID-WEST-NEDERLAND
N
r
DIE IN HET RAMPGEBIED
ZIJN BOVEN JAN
l^t te geloven dat hier water stond
ed\'leb ze hier binnen zien komen, een jaar geleden.
Brot en menselijke ellende waren het, bange wezens met
vertj' starende ogen. Alleen hun hart klopte nog, maar
Puis r leek het alsof ze dood waren. Ik had bouillon in
*k ge?n die heb ik ze gegeven Ze dronken die op, maar
Pie» I0of niet, dat ze er dankbaar voor waren. Ze waren
in h"-
J
ZATERDAG 30 JANUARI 1954
PAGINA 3
Weer oogst van landerijen,
wegen hersteld en honder
den woningen in aanbouw
- f,
Rilland
St. Philipsland
RAMPGEBIED fantastisch snel hersteld
71 een gelagkamer in een stadje aan de rand van het -
rernpgebied zaten vier mannen rond een tafeltje.
Cl mn h-ort hr/lttrfeii'i i v> \7 rl n 1/mi Z/A
j. Zy dronken brandewijn. Vanwege de kou.
eene een was dik, had een breedgeschouderde jas aan en
iets ?roene hoed achter op zijn hoofd. Hij had van alles
Hij hod te vepd zelfverzekerdheid. De tweede was mager.
tTorrin, e uitdrukking van een vos of van een fret. Hij
rirjg jf'-de met zijn vingers op tafel. Hij droeg een grote
Zijn tf.1 een zwarte steen. De derde had een pet op. Met
nei J171 en wijsvinger lichtte hij die af en toe op, om
te je rest van zijn hand over zijn kale, vettige schedel
joïjnlpken. De vierde had niets bijzonders. „Een innemend
-y-ens" zal zijn baas hem noemen,
dikke °P Scfl°uwen geweest?" vroeg de magere aan de
ry t".e verrekte kou? Mij niet gezien!"
Zei* 1 zit anders goed geld bij de lui die terug zijn", ver-
de eerste.
de c in het rampgebied zijn allemaal boven Jan", wist
kr07lan met de Pet te onthullen. „Vroeger woonden ze in
ge„ J1- Nu hebben ze voor niks de mooiste huizen gekre-
be Ze hebben radio's en stofzuigers, waar ze vroeger het
boJ n niet van wisten. Nooit hebben ze lakens op hun -
dan ?e'la<i en nu hebben ze er dozijnen in de kast. En -
.de kleren, die ze hebben....!"
••yen, ze hebben ook wel wat meegemaakt", deed de
Veel. Te veel vlees, te veel jas, kennelijk te veel
V:
flor
"ia n
Uja'e schuchter.
>t, mac
■rabde
dikke begon te vertellen, hoe hij het voorbije jaar
ane£*' maar dat is vergeten, ze zijn nu boven Jan'
J1 krabde weer op zijn kale hoofd.
dikke heaon te vertellen, hne
De
had rampgebied gewerkt had. Het was best geweest. Hij
er alles kwijt gekund wat hij had. „De lui. weten
bp„ hoe ze met hun geld moeten omspringen. Ze heb-
looit zoveel gehad".
jij e Waard achter de tapkast keek mij aan en schudde
hoofd. „Dat hoor je de laatste tijd nogal eens", zei hij
de er- „Het lijkt wei of ze de mensen uit het rampgebied
lui raV7J> n7et gunnen, of ze jaloers zijn. Nou, ik gun da
A die zo denken, een ramp, en niet zo'n kleintje ook,
Weten ze wat het is je vrouw en je kinderen te zien
ih drinken en alles kwijt te raken. Misschien hebben ze
°an eerste weken van Februari het vorige jaar wel veel
hctip Rampenfonds gegeven en komen ze dat nu terug
bej-rt"' u'aarbW ze dan bovendien twintig procent willen
uienen van alles ivat door andere mensen gegeven is",
iv'èp. *y>1 het vergeten", werd weer aan het tafeltje be-
AliJf „Moet je horen, hoe graag ze d'r over vertellen.
ohj?' er niks anders bestaat. Ze vinden zich interessant,
Pil- de kranten zoveel over ze schrijven. Nee, ze hebben
i te klagen".
Pei: 2®en uHeen de buitenkant", zei de waard. „Ze begrij-
ner niets van".
„Maar ik ga d'r toch niet naar toe. Veel te koud en dan
UeJ^egen. Ik heb geen zin om honderd gulden te verdie-
en er vijftig aan mijn wagen te verknoeien. Mij niet
,®P". De dikke bestelde een nieuwe brandewijn.
moet niet zo praten", vermaande de waard. „U moet
£en? aan denken ivat de mensen kwijt zijn en wat
Piill"°oit meer terug zullen krijgen, ook al zou je ze een
,^°en brengen"
de^.ttuurlijk, schenk me nog maar eens in. Natuurlijk
Ze ;en wij daar aan. Maar je mag toch wel zeggen, dat
Pu .°Ven dan zijn. Trouwens, verdien jij er niet aan? 't Is
j„0ch zeker veel drukker hier dan vroeger".
P>anee!" De waard kwam terug. Een oud man, die mee-
l9 knikte.
4 f f j*MS> f.
Maanden lang hebben de boerderijen rond Kerkwerve op Schouwen in het water gestaan.
Thans zijn de dijken dicht en is het land drooggemalen. Grauw zand bedekt alles.
iemand,
Toen
die
waren
daar in
er ook
het
mensen
water lag,
hier, die er
dood.
niets
U-UI/ 4>C C f UUftfVU'UUf fUU' IZJUI K fl. J O U/UI C fi<
b„ n gedachten heel ergens anders, ergens ver weg
■rikt dorp, dat in het water stond en waar ze de ver-
Pieen! Rijkste dagen en nachten van hun leven hebben
*ch
0ePii
■aakt. Ze moeten wel allemaal gedacht hebben aan
te'maken hadden, die er alleen maar bij wilden zijn, om
er thuis grote verhalen over te vertellen. Ze
hadden een grote mond over de regering, die wel niets
voor de mensen zou doen, evenals, naar ze zeien, voor de
oorlogsslachtoffers niets was gedaan. En nu praten ze zo.
De mensen vergeten snel. Ze zijn alleen maar sentimen
teel op het moment dat er iets gebeurt. Dan lopen ze
warm, omdat hun buurman warm loopt. Maar daarna
denken ze weer alleen aan zichzelf. Ze hebben hun geld
ook niet weggeschonken om er goed mee te doen, want
nu worden ze afgunstig, omdat enkele mensen iets meer
krijgen dan ze vroeger hadden. Dat is echter alleen maar
de buitenkant, wont de meesten zitten nu nog in de groot
ste misère. De boeren lijden grote verliezen. En niet voor
de eerste keer. In de oorlog hebben ze klappen genoeg
gehad".
De waard had zich opgewonden. En terecht.
°P Malakka sterven immers dage-
Won°niJert'en mensen, het atoom-
is de mentaliteit jegens de
■£Phlp a;:1'5 van de verschrikkelijke
VVgrnu een jaar geleden het Zuid-
T): n van ons land trof, gewijzigd,
*e ramp is historie geworden, een
Ooeiend. spannend verhaal uit een tijd,
Qie voorbij is. Iedereen, de mensen die
er direct bij betrokken waren en zii die
thuis met angstig hart naar de radio
duisterden, hecben de ramp als een
Ppchtmerrie ervaren. Zij zijn daaruit
Ontwaakt, geschokt door wat ze ge
hoord en ervaren hadden. Maar het le_
en wenst tegenwoordig niet lang meer
Hiteen bePaald moment te verwijlen,
na „m°et voort. In Korea, in Indo-Chi-
lüks\°P Malak
kano^°ndGrden
Kautji m°et ingeschoten worden en de
Voort tvt ^oet te water. Het leven rent
"aar een betere toekomst?
ra!?f leven is ook voortgegaan in de
2e,p PSebieden. Een dynamisch leven
j.e s- En die dynamiek heeft de men-
lait gesrepen. Bij de dichting van het
Zi, ste gat in de dijk bij Ouwerkerk
'Jn zij 'S nachts opgebleven. Via de ra-
hebben zij dit grootse moment mee-
5®hiaakt en zij waren trots op ons volk,
JP' opnieuw de gigantische strijd tegen
erfvijand, het water had gewonnen.
g.0rrnen hebben sindsdien het water te-
IjpP de zwakke dijken opgezweept. Zi.i
lig?11 het gehouden. Het rampgebied
tirf weer droog achter nieuwe zeewe-
Sen. Woningen zijn herbouwd en de
6£te mensen zijn weer teruggekeerd
9 P Schouwen-Duiveland, het
~h>aarst getroffen eiland van het
ehele rampgebied, ervaart men
®QP het ganse landschap de ge-
°'9en van het leed, dat in de
?rste week van Februari het vo-
;'9e jaar geleden is. Vrijwel niets
v overeind blijven staan. Alle
otnen zijn dood. Het land op deze
to is nog maar enkele
droog.
weken
Het is alles zo snel gegaan dat men
niet meer stilstaat bij wat geweest is
Het leed is geleden, denkt men. En er
is buiten de direct betrokkenen nie
mand meer die peinst over koude nach
ten op het dak van een door de zee
verzwolgen huis, over de angst en de
ellende van mensen die vechten tegen
de dood
Hst land moet herbouwd
Dat is wellicht ook goed. Het le
ven moet verder. Het opnieuw aan de
zee ontrukte land moet worden her
bouwd. De overlevenden moeten weer
kunnen leven. En toch. wenneer ik er
er weer kom, in al die plaatsen waar
ik tussen één en zes Februari van
het vorige jaar geweest ben, ontkom
ik er niet aan. Dan zet ik een stap
terug en zie ik het water weer kol
ken over de landerijen en rond de
boerenhoeven. Dan zie ik de mensen
weer komen, uit hun overspoelde dor
pen, wezenloos en klein. Dan ver
baast mij de snelheid, waarmee zich
de herbouw voltrekt.
Elk nieuw huis staat vreemd in het
vlakke land. Er staan bijna geen bo
men meer en de aarde heeft de kleur
van bruin zand. Er groeit, vooral nu een
ijzige wind over de vlakte jaagt, niets.
Zelfs de weilanden zijn grauw, ook in
de streken die vrijwel onmiddellijk na
de ramp weer droog waren. Daarom
vind ik dat die nieuwe huizen, gebouwd
uit verse baksteen en gedekt met nieu
we rode pannen vreemd staan in dit
land. En er staan er al weer vele.
De Moerdijk
Het land en de bevolking herstellen
zich snel. Op vele plaatsen in Zuid-
Holland, West-Brabant en Zeeland kan
men nauwelijks meer zien dat een jaar
geleden de zee er bezit van heeft ge
nomen. Bij de Moerdijk, waar wij Zon
dagmorgen 1 Februari 1953 in alle
vroegte voor het eerst de overstroming
zagen, is nu alles weer normaal. Het
land heeft het vorige jaar al weer een
oogst gegeven. De boerderijen zijn
schoon en hersteld. De zon zet het land
schap in een vrolijk licht. Auto's razen
over de grote weg naar Breda en terug.
Het land is vredig en er heerst een
grote rust, alsof dat altijd zo geweest
is.
En toch stond hier weken lang water.
Bij Rilland op Zuid-Beveland, waar
ik diezelfde eerste Februari door het nij
dige water werd tegengehouden, waar
doorweekte soldaten zwoegden met
De bevolking in het rampgebied toont een bijna ongelooflijke energie. Me
vrouw Mierman is onmiddellijk, nadat Ouwerkerk was drooggevallen, naar
haar dorp teruggekeerd. Tussen hopen zand hangt zij rustig de was op, alsof
zij nooit anders heeft gedaan.
elkaar in snelheid. Er staat een nieuw
huis langs de weg en alle andere zijn
weer bewoond. De mensen wonen er
alsof ze nooit verjaagd zijn geweest.
En toch stond hier water tot aan de
daken van de huizen
55
155
kleine motorboten, die te zwak waren
om tegen het wilde water op te tor
nen, is de weg droog en gerepareerd.
In de spoordijk langs de weg was een
groot gat geslagen. De rails, waar de
bielsen nog aan vast zaten, hingen daar
als een wankele brug overheen. On
dersteund door verplegers van het Ro
de Kruis kwamen de evacué's daar
over. Stap voor stap, van biels op biels.
Het waren heel arme mensen, die al
leen het leven nog maar bezaten
en zich dat niet bewust waren. Die
spoordijk is heel. De weg is her
steld. Treinen en auto's wedijveren met
Halsteren
Over de weg van Halsteren naar Tho-
len durfde de eerste twee dagen van
Februari niemand rijden. Er stond
meer dan een halve meter water. Daar
beleefde ik me, een compagnie mili
tairen uit Bergen op Zoom de eerste
zwarte nacht van de ramp. De mannen
worstelden wanhopig met voor hen on
bekende pontons. Er stond een zoek
licht. dat zijn flitsende poliepen-armen
over de watermassa's slingerde. In de
verte knipperden lichtsignalen. Onbe
reikbaar ver. We probeerden de motor
van een der boten op gang te brengen.
Dat lukte niet. Een andere boot was al
uien weg en gaf geen teken van leven.
Nu ligt de weg in blank beton voor een
ieder, die in Tholen mosselen en oosters
wil gaan eten. Er staat nog maar één
kapotte boerderij langs die weg. Alle
andere zijn hersteld af herbouwd.
En toch stond hier water en verdron
ken hier mensen.
Stavenisse
In Stavenisse, waar tweehonderd
mensen de dood vonden in het kolkende
water, waar de ganse Kerkbuurt in één
verschrikkelijke klap werd weggeslagen,
waar het leed zo groot *vas, dat het
ervaren ervan lichamelijk pjjn deed,
waar de mensen samendrongen op de
djjk in afwachting +an reddende sche
pen, waar de burgemeester en het ge
meentebestuur op het kleine droge stuk
straat voor het gemeentehuis wanhopig
rondliepen, maar met heldenmoed het
reddingswerk leidden, is in de Dorps
straat weinig meer van dit vreselijke
te zien. Ik was er j.l. Zondag. Het was
er stil en koud. Op Zondag blijven de
mensen er binnen, dan werken zij niet
en gaan ze niet uit. De Kerkbuurt is
geëgaliseerd. Tientallen nieuwe huizen
zijn reeds afgebouwd of staan in de
steigers. Deze nieuwbouw vult bijna de
gehele buurt; enkele inwoners kijken
naar de vorderingen van de nieuwbouw.
De buitenwegen zijn weer goed berijd
baar, af en toe ligt er een hoop zand
langs. Het land ziet nog bruin en er
wordt nog aan het herstel gewerkt.
Maar toch zou men niet zeggen, dat
hier water gestaan heeft.
De Hoofdstraat van St. Philipsland
was weinig meer dan een decor, her
inner ik mij. Huisraad, hooi, stro. en
planken waren in grote hopen tegen de
dijk aangespoeld. Het dorp zag er triest
uit. Veel huizen waren stuk. Het kerk
hofje stond onder water. Er zat een
groot gat in de weg en ik dacht toen,
dat het dorp wel helemaal opnieuw ge
bouwd zou moe,en worden, zo ellendig
was het er. Nu wonen alle mensen er
weer. Op acht na. Die zijn dood. Op
het kerkhofje zijn een naar graven
meer. Verder biedt het dorp een vrien
delijke en genoeglijke aanblik. In het
haventje liggen enkele schepen op rust.
Het is laag wa,er en bij de aanleg
steiger is de drabbige zeebodem te zien.
De schippers lanterfanten aan de walle-
kant. Kinderen spelen op de dijk, ais-
of er nooit iets gebeurd is.
Coeree-Overflakkee
Toch overspoelde een vloedgolf in
minder dan een minuut hec ganse dorp.
Op Goeree en Overflakkee werd de
dijk over de totale lengte door de aan
stormende watermassa's vernield. Tien
tallen kleine stroomgaten ontstonden in
deze zeewering. Oude Tonge, twee da
gen lang een vergeten dorp, kreeg een
naam, die klonk als een alarmkreet.
Piloten van helicoptères en verken
ningsvliegtuigen ontwaarden honder
den mensen, die op een stuk dijk bijeen
waren gedreven. Zij smeekten om hulp.
Die hulp kwam Schrikbarend waren de
mares, die over dit rampgebied de we
reld bereikten. Thans heeft het land
ai weer gewassen voortgebracht. De
dijk is over de gehele lengte hersteld
en bijna een meter opgehoogd. In Oude
Tonge staan reeds tientallen nieuwe
woningen. De zon speelt een lustig spel
met het landschap, dat er goed en fris
uitziet.
Toch stond ook hier water en
schreeuwden mensen in doodsnood een
jaar geleden om hulp.
Troosteloos land
De enige plaatsen, waar men ^an
alles nog kan zien, welk een droef
heid de ramp over het land bracht,
zijn de polder van Kruiningen en alle
landerijen van het troosteloze eiland
Schouwen-Duiveland. Daar is thans
wel het water geweken, maar er is
een grijze, trieste zandwoestijn over
gebleven, waar de geruïneerde boer
derijen als bakens uit opsteken. Alle
bomen en gewassen zijn verdwenen.
De troosteloosheid is onafzienbaar. De
dorpen zijn nog maar nauwelijks weer
bewoond. De mensen komen eerst
schuchter terug. Zij vinden weinig
meer van wat zij bezaten. De
meeste huizen zijn verdwenen. Die
nog overeind staan, ziin zwaar be
schadigd. De dorpen hebben, zelfs in
de zonneschijn, niets vrolijks. Voor
de inwoners is het leven zwaar, Het
stelt de hoogste eisen aan hun moed
en levenskracht. Zij huizen in een
onherbergzame omgeving. De natuur
is hun vijand gebleven, evenals toen,
die nacht van de eerste Februari. Al
zijn de dijken dicht, de strijd is nog
niet gewonnen. Hier ziet pen het,
hier ondervindt men het. Hier stond
water, vuil, smerig, gemeen water.
Fantastisch snel
Inderdaad is het herstel uitzonderlijk
snel gegaan.
„Fantastisch snel," zegt Ir. H. D. J
Swaters, hoofdingenieur-directeur van
de Provinciale Waterstaat in Zeeland.
„Het herstel, dat door ons verzorgd
moest worden, is nagenoeg voltooid.
Met uitzondering van het eiland Schou
wen-Duiveland zijn de provinciale we
gen in onze provincie gerepareerd. Nu
hebben wij nogal geboft. De Provinciale
Waterstaat heeft niet zoveel schade ge
had als andere lichamen. Nadat de
dijken gesloten waren, is de droogma
king die wij verzorgd hebben vlot
gegaan. Er staan nog enkele kommen
vol water op Schouwen. Die zijn moei
lijk droog te malen. Eerst zullen de
dichtgeslibde sloten en watertochten uit
gegraven moeten worden, anders kan
dat water niet weg. Daar zal nog wel
enige tijd overheen gaan."
Thans onderzoekt een commissie wel
ke binnendijken kunnen worden afge
graven en welke moeten worden opge
hoogd. Dit onderzoek wordt op verzoek
van de herverkavelingscommissie, ver
richt. De commissie zal zeer ingrijpend
te werk gaan. Er zijn reeds verschil
lende voorstellen gedaan. Beslissingen
zijn nog niet genomen.
In afwachting van de herverkave
ling van Schouwen en van Tholen is
het herstel aan de wegen nog niet
definitief. In het voorjaar echter zul
len verschillende nieuwe wegstukken
op Tholen worden aangelegd. Dat be
tekent, dat op dit eiland een nieuwe
fase zal zijn aangebroken, de fase van
de verbetering na het herstel.
„Wij zijn natuurlijk nog niet helemaal
klaar," zo zeide Ir. Swaters.„De om
vang van de werkzaamheden is goed te
zien op Walcheren. Daar zijn wij na de
inundaties eerst in 1947 goed met de
herbouw begonnen. Nu is het 1954 en
wij zijn er nog niet helemaal. Het
kleine detailwerk vereist veel tijd. Zo
zal het ook met het nieuwe rampgebied
zijn. In grote lijnen zijn wij klaar. De
mensen kunnen er weer leven en wer
ken. het gebied is weer in het econo
misch leven van ons land betrokken
De afwerking kan nog wel enkele jaren
duren. Nu praat ik natuurlijk niet over
Schouwen-Duiveland en Kruiningen,
want dat zijn hoofdstukken apart."
Optimisme
Wat het herstel van de door het zoute
water aangetaste landbouwgronden be
treft, kan men al evenzeer optimistisch
zijn.
„Thans kunnen wij zeggen, dat over
vier of vijf jaar de landbouwgronden in
het gehele rampgebied, op een enkele
kleine uitzondering na misschien, weer
een volledige productie zullen leveren."
Deze verzekering werd uitgesproken
door de heer P. D. D. Huygens, plaats
vervangend directeur van de Rijksdienst
voor Landbouwherstel. Deze dienst, die
1 Februari zal het een jaar geleden zijn, dat een verschrikkelijke
ontembare stormvloed grote delen van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-
Holland teisterde. Dat lijkt al weer lang geleden, want zovele andere
nieuwe gebeurtenissen in de wereld hebben onze herinnering aan die
droeve rampdagen teruggedrongen. De doden zijn begraven en het land
wordt weer herbouwd. De dijken zijn gedicht en nieuwe dorpen herrijzen
Verbluffend is de activiteit van de duizenden, die in het rampgebied
hebben gewerkt en nog werken. Het herstel van de zwaar geschonden
dijken is zover gevorderd, dat het materiaal van de Maatschappij tot
Uitvoering Zuiderzeewerken, dat onmiddellijk na de ramp uit het IJssel-
meer naar het rampgebied werd gedirigeerd, reeds is teruggekeerd of op
de terugweg naar de inpoldering is. Het komende voorjaar zullen de
werkzaamheden daar weer beginnen. In 1954 hoopt men de dijkverbin-
ding tussen het vasteland en Flevostad tot stand gebracht te hebben. Ons
land, bereidt zich, een jaar nadat de afgrijselijke ramp ons trof, weer
voor op nieuwe projecten. Na een jaar zijn de gevolgen van de watersnood
goeddeels overleefd. Dit dient vastgelegd in de historie, want het is het
zoveelste bewijs van onze wilskracht, van onze ongebroken energie en
moed in de strijd tegen het water, dat ons altijd bedreigt.
aanvankelijk werd opgericht voor het
herstel van de bezettings- en oorlogs
schade aan de landbouw, heeft op zijn
terrein met kracht de leiding in het
rampgebied ter hand genomen. In totaal
werd op 1 Februari 140.000 ha. over
stroomd. 85.000 ha. hiervan kwamen
onder zout water te staan. In 1953 wa
ren reeds weer 65.000 ha. in exploitatie.
De opbrengst bestond hoofdzakelijk uit
en bieten, gewassen, die het minst
zoutgevoelig zijn. De verwachtingen
zijn hier verre overtroffen. De produc
tie was wel geen honderd procent, maar
op vele plaatsen werd de kostenfactor
overschreden.
„Het is frappant te zien, hoe de boe
ren thans de adviezen van onze dienst
opvolgen," zegt de heer Huygens. „Na
de inundaties van 1944 en '45 waren
de mensen veel minder toegankelijk.
Nu verlenen ze een grote medewerking."
In totaal is er het afgelopen jaar
250.000 ton gips gebruikt. Het komende
jaar gaat 150.000 ton de grond in en
voor 1955 rekent men op 100.000 ton.
Daarna zullen de gronden geen gips
meer nodig hebben, dan zal de verzil-
ting afdoende zijn tegengegaan. Voor
Schouwen-Duiveland zijn de eerste
schepen met gips al uit Frankrijk,
Duitsland en Joegoslavië onderweg. In
totaal moeten 665 ha. afgeschreven
worden. Die zijn door de zee uitge-
schuurd tot diepe kreken, ofwel zij zijn
door een te dikke zandlaag bedekt of
buitengesloten door de ringdijken bij
stroomgaten. Er moet gerekend worden
op een waardevermindering van de
grond van 1 millioen gulden voor het
gehele rampgebied. Die schade zal ech
ter ruimschoots opgevangen kunnen
worden door de gunstiger sociaal-econo
mische omstandigheden, die ontstaan,
wanneer de herverkavelingen een feit
geworden zullen zijn. Dat ziet men op
Walcheren. Dat staat er thans beter
voor dan vóór de inundaties. „Gesteund
door rijkssubsidies kunnen de boeren
de vermeerderde kosten, verbonden aan
de verkaveling en cultuurverbetering
van hun gronden zeer goed dragen," zo
concludeerde de heer Huygens.
En hij vervolgde: „De eerst onlangs van
de zee afgesloten gebieden op Schou
wen-Duiveland buiten beschouwing ge
laten, kon aan het einde van 1953 ge
zegd worden, dat liet cultuurtechnisch
herstel voor ruim de helft voltooid was.
Het laat zich aanzien, dat het resterende
werk buiten de genoemde gebieden in
het a.s. voorjaar gereed zal zijn, met
uitzondering van het Iaat drooggevallen
gebied rond Kruiningen, waar het her
stel vóór het najaar van 1954 gereed kan
zijn."
In 1955 herbouwd
„Het zal wel lukken om hetgeen
ook aanvankelijk de verwachting
Was de herbouw van verwoeste
woningen in het rampgebied voor Ja
nuari 1955 geheel gereed te krijgen."
Het was niet zonder vreugde, dat men
ons op het ministerie van Wederop
bouw deze mededeling deed. In totaal
is een herstelbare schade geleden voor
een bedrag van ruim 46 millioen gul
den. Dat bedrag is verdeeld over on
geveer 47.000 woningen en 205 scho
len. Daarop is in totaal reeds meer
dan 14,5 millioen gulden aan voor
schotten verstrekt. Het herstel be
vindt zich alweer met uitzondering
van Schouwen-Duiveland dan ook
in het laatste stadium.
Naar schatting zijn er in het gehele
rampgebied totaal 3000 huizen verwoest.
Ter vervanging hiervan zijn er reeds
345 noodwoningen op Schouwen en Dui-
veland gebouwd. 390 Oostenrijkse
zomerhuisjes en schuurtjes worden op
getrokken. 560 door Noorwegen en Zwe
den geschonken woningen zijn in aan
bouw, plus een veertigtal, afkomstig uit
Finland en Denemarken.
De bouwactiviteit is schier niet te
stuiten. Zelfs de ambtenaren van We
deropbouw, bekend om hun nauwgezet
heid, wanneer het erom gaat mensen te
betrappen, wanneer ze zonder hun toe
stemming bouwen, hebben geen juist
inzicht in hetgeen thans aan de gang is.
Zij hebben de burgemeesters van de ge
troffen steden en dorpen een onbeperkt
bouwvolume toegezegd. Voor elk huis,
dat verloren ging, kunnen de burgemees
ters een nieuw bouwen. Behalve de door
het buitenland geschonken huisjes, wa
ren voor Kerstmis al bijna duizend
woningen klaar. Honderden andere
zijn in aanbouw of in voorbereiding.
Cit alles blijkt de doortastendheid van
de gemeentebesturen. Ondanks de
rampzalige gebeurtenissen is een grote
energie in de leidende mensen gevaren.
Zij benutten alle kansen, die hun ge
boden worden. Welnu, Wederopbouw
geeft die kansen. Dat is de redding van
het rampgebied.
JAN VAN BEEK