politiek hechter aaneen Gemeenschappelijke handelspolitiek tegenover andere O.E.ES.-landen Moeilijk probleem PUROL ST. CUNERA van RHENEN Kerstactie prachtig besluit van moeilijk 1953 Benelux-landen smeden economische Sleescheepjes en auto's over de Gouwzee s Vijftiende eeuwfeest van haar marteldood Actie voor een gedachteniskerk aan de Grebbe Prinsesjes van helgroene eiland dansen op het ijs Hulpactie voor Hongaren „Bandjir van mensenliefde ZATERDAG 6 FEBRUARI 1954 PAGINA 'f, Mogelijkheid in zicht om regime voor dollar- invoer gelijk te maken Ned. ministers te Brussel onderscheiden Kath. Bureau en Raad van Overleg Mgr. Geerdinck vertegen woordigt Episcopaat Amerikaanse tankvloot gedeeltelijk opgelegd Zorg voor verhon gerende vogels S\ Beneluxcomité van ministers, dat onder voorzitterschap van mr. J. Luns *e Brussel in vergadering bijeen is geweest, heeft een aantal besluiten ge komen, die door een Nederlandse woordvoerder als „van grote principiële J^-ekenis" werden gekenschetst. **et comité van ministers heeft besloten, dat de Beneluxpartners met ingang l'an 1 Maart a.s. eenzelfde handelspolitiek zullen voeren ten opzichte van de 'ancien, die lid zijn van de Organisatie voor Europese Economische Samen werking. Onderzocht zal worden of het mogelijk is het regime voor de dollar- 'nvoer gelijk te maken en of op korte termijn een analoge regeling als ten inzien van de invoer uit de O.E.E.S.-landen kan worden bereikt. Voor ons menselijk verstand zal het altijd een moeilijk probleem blijven iets te krijgen van Gods lankmoedigheid tegenover het kwaad. •Dat begon al tijdens het leven van 'adam en Eva. Het Kaïnsteken, waar in in het boek der Schepping sprake :s (4.15), was geen vervloeking, maar in- '°Rendecl goddelijke bescherming: •■Jahwe gaf Kaïn een teken, opdat nie mand, die hem vinden zou, hem zou doden". Zelfs bij het grootste onrecht, dat ooit op aarde geschiedde, heeft Gods a'macht niet ingegrepen. Pilatus en de joodse priesters bleven ongemoeid bij Tonnis en dood van de absoluut-Zon- deloze: Jezus Christus. De wereldge schiedenis is vol van ongestrafte triom- *eh van het kwaad en in ieder men senleven komen inbreuken op de zede- ''jke orde voor, zonder dat deze door den directe goddelijke sanctie worden ïevolgd. Het morele niveau van onze huidige Samenleving kunnen wij niet anders Sjen dan als het resultaat van een ge nadige ontwikkeling van het kwaad, zelfs tot een onmiskenbaar over wicht op het goede heeft geleid. Het is niet zo onbegrijpelijk, dat felle ;e'eurstelling over deze toestand velen Set twijfel heeft gebracht aan het be staan van een rechtvaardige en al machtige God. Maar zij hebben onge- PJk! God is en b 1 ij f t de uiteindelijke We'oner van het goede en Straffer "van j}ct kwaad. Dit sluit echter niet in, öat zulks reeds hier op aarde onder on- 2e ogen geschieden moet! In wezen staan wij hier voor een geheim van de oneindige Wijsheid. Toch bevat de god delijke openbaring voldoende gegevens \'°°r een verantwoorde en bevredigen- e verklaring van deze ogenschijnlijke onverschilligheid of machteloosheid G°ds t.o.v. het kwaad. De groei hier in mogen Wij in géén geval beschou wen als een aan Gods macht ontglip pende ontwikkeling van Zijn Schep ping. Alle kwaad en onrecht in deze we reld ziet Zijn alwetendheid van eeuwig heid vooruit, of liever: ziet ze gebeu- in Zijn eeuwige „nu". God duldt schrRr°Wdat H'i z'in „goed bevonden" misbruik® rf eerbiedigt, ondanks het gaven. 'e?S de mens maakt van zijn van het kwaad'°££ldd<:!lijke straff'"S lijk staan met het |In5ljn aard ZOUt 5e- Schapene inclusief de goeden Gods plannen zijn op de eeuwigheid gebaseerd. Eenmaal bij het laatste oordeel zai de verstoorde orde voor goed worden hersteld en het Godsrijk 'jn volmaakte gestalte krijgen. Dat wij oeze grondwaarheid uit het oog ver lezen, verklaart de blijvende verwón- nering en teleurstelling van velen over net nu nog triomferende onrecht. Op de 5e Zondag na Driekoningen bevat het Evangelie van de H. Mis de parabel van het onkruid ,°1<3er de tarwe, die in deze samenhang ^3h bijzonder' gewicht is, vooral ook J"hdat Christus zelf de verklaring eraan toevoegt. (Mt. 13. 37-43). Zo horen wij j-'ooreerst, dat God Zijn optreden tegen het kwaad als regel uitstelt tot de ®°gst, d.i het einde der wereld. Op de iWeede plaats, dat de aanwezigheid van pikruid voor een groot deel te wijten ls aan de opzettelijk-vijandige werk zaamheid van de duivel. !De menstzondigt hiet alleen uit zwakheid, hartstocht of boosheid. De noodlottigste overtredin gen van de door God gewilde orde zijn 5*>e. waarvan de boze geest ons met bovenmenselijke geslepenheid her komst en doel verbergt. „Onze strijd geldt niet vlees en bloed", waarschuwt bt. Paulus (Eph. 6.12), „maar de beheer- ®ers dezer duisternis, de boze geesten 'h de lucht". Wij hebben te doen met ®en tegenstander, wiens grote gaven "an verstand en wil. eigen aan geeste- bjke wezens, uitsluitend en onherroe- Pplijk in dienst staan van de haat, en jhjgevolg gericht zijn op het kwade. jj?Jn haat tegen God uit zich voorname lijk in het tegenwerken van de godde- uJke heilsplannen met de mens, wiens "jkns op een eeuwig geluk hij met alle middelen tracht te bederven. De eeuwi- toekomst van de verloste mens s de inzet van een geweldige strijd, die tVer onze hoofden heen gevoerd wordt jï.ssen de goede engelen en de duivelen. ijiproP doelt het laatste gebed na elke jj'he H. Mis. De mens wil echter jam- i, r genoeg de juiste situatie niet er- *enhen. jf ®'aat Wie zich afwendt van God, rt noodzakelijk aan de kant van de uivel; ook zonder, dat hij deze be- ),bst kiest. Hoe minder de wereld met j®1 bestaan van de Satan rekening typ °f dit als een sprookje ver- gj JPt, des te reddelozer is zij aan zijn stook overgeleverd. Zodra, bij welke Sp?nselijke activiteit ook, God uitge- yUakeld wordt, speelt men tot eigen «i/derf de duivel in de kaart. Want }J,staa.t vast: vriend en vij and g t h ij op ge 1 ij k e wij ze! de, ristUs noemt de Satan de vorst lin ®r wereld. Een objectieve beoorde- «elui,van de Sang van zaken in de men- on .e samenleving wijst hem vaak alle'S^kenbaar als de regisseur aan. Op d! Er is en wordt voortdurend ter<i aan de zieke wereld. Maar Weren mogeri dat 'n bet algemeen be- biet _u~7j, in de geest van de duivel, ktyaarf ir werkt de geest van het dom Lu F de schermen. In het nazi- masker communisme heeft hij zijn 'ben o=,r!fn vallen. Aan beide syste- de- Een ?T.Pns als mens te gron- grote tM?T 'te doelstelling van de Wat 5 - ander van God. Zowel bot1J g?-ed moeten inzien is dit: c°mmuni«i„nP aaI"socialisme als ds ^CdeiyLe "beilsleer" zijn de on- Wens vetnrïu '"tersten, waartoe de w*n WegbereiH- hi' God loslaat. Jaren °bder hel^reglfZijn daai"toe nodig' l°°s zeke!- d;,°™erAvi'?nng Is echter feil- ?an het twaaH c groot de macht ï?e ligt aan w i worden tot dan het benalen n der Christenen. S.en wii riL®" van onze houding die- ?et de rekening te houden „P? stamt Het wetenschap, die van "kruid zaait"een vijandig mens het Deze maatregelen zijn het resultaat van het protocol inzake de buitenlandse handel, dat op 9 December 1953 te Lu xemburg werd ondertekend. De gemeenschappelijke politiek tegen over de O.E.E.S.-landen zal verwezen lijkt worden door het deponeren van ge meenschappelijke liberalisatielijsten en het instellen van gemeenschappelijke in voerregelingen. Dat de mogelijkheid in zicht is de po litiek ten aanzien van het dollorgebied gelijk te maken, vindt zijn oorzaak in de verandering van de monetaire situ atie.. Reeds voor de inwerkingtreding van het protocol inzake de handelspolitiek van 9 December 1953, hebben de rege ringen de mogelijkheid erkend van een gemeenschappelijke houding op het ge bied van de bilaterale economische be trekkingen met bepaalde landen en ge- meenschappelij ke Beneluxonderhande- lingen met deze landen worden thans voorbereid. In beginsel is de progressieve vrijma king van het kapitaalverkeer tossen Ne- Advertentie [Ruwe huid Ruwe handen [Ruwe lippen derland en de Belgisch-Luxemburgse Unie aanvaard volgens de methoden, voorgesteld door de commissie voor de monetaire vraagstukken. De practische toepassing zal onverwijld door de com missie verzorgd worden. Men zal uiter aard enige terughoudendheid aan de dag moeten leggen om speculatie tegen tc gaan. Ook vormen vooral de effecten in convertibele valuta nog een probleem. Het comité heeft voorts het ontwerp- protocol bestudeerd terzake van de na tionale behandeling bij aanbestedingen en werken en de aankoop van goederen. Vooral de voorstellen aangaande de in voeging van de veiligheidsclausule in de tekst en de uitbreiding van de publica tie van de resultaten der onderhandse aanbestedingen vroegen de aandacht. Men heeft een belangrijke vooruitgang kunnen boeken. In principe is thans tot een regeling besloten, die voor beide landen onder .geheel dezelfde voorwaar den zal verlopen. Van Nederlandse zijde werd onder streept, dat ook op deze conferentie nog eens het nut is gebleken van deze mi nisteriële bijeenkomsten, die thans een permanent karakter hebben gekregen. Tenslotte hebben de ministers de opdracht van de speciale commissie, welke krachtens de regeringsverkla ring van Knokke op 14 October 1952 werd ingesteld, opnieuw vastgesteld en uitgebreid. De taak van deze commis sie, die bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers cn werknemers uit de drie Beneluxlanden, zal zijn een on derzoek in te stellen naar de consti tutieve elementen van de salaris- en prijzenpolitiek volgens het protocol van Den Haag van 24 Juli 1953. De volgende vergadering van het comité van ministers is vastgesteld op 20 Maart a.s. te Brussel. In Nederlandse kringen toonde men zich na afloop van de heden gehouden conferentie van het comité van mi nisters der Benelux zeer voldaan over de bereikte resultaten. Van zeer grote betekenis acht men, dat thans nog eens opnieuw naar buiten wordt bevestigd, dat de Benelux een realiteit is. Van niet minder belang is, dat op deze bijeenkomst nog eens tot uitdrukking is gekomen, dat de monetaire situatie van Nederland thans dusdanig is, dat dit land in staat is zijn monetaire re gime met het Belgische gelijk te trek ken. Ook van Belgische zijde werd In het licht gesteld, dat de Benelux nu meer dan ooit tevoren tegenover het buiten land als een eenheid zal optreden. Naar baron Snoy et d'Oppuers, de secreta ris-generaal van het Belgische ministe rie van Economische Zaken, tegen over de pers verklaarde, zullen de ln Nederland geblokkeerde Belgische ka pitalen worden vrijgemarkt. Dit kan echter niet snel geschieden, omdat hieraan een technische voorbereiding vooraf moet gaan. Koning Boudewijn van België heeft Vrijdagmiddag aan de Nederlandse minister zonder portefeuille, mr. J. Luns, het grootlint van de Leopoldsorde uitgereikt, de hoogste Belgische onder scheiding. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Paul van Zeeland, reikte tijdens een lunch dezelfde orde uit aan de Nederlandse ambassadeur te Brussel, Baron van Harinxma thoe Slooten. Het grootlint van de Kroon orde reikte hij bij deze gelegenheid uit aan de Nederlandse ministers v. d. Kiëft en Zijlstra. Tenslotte overhan digde minister Luns aan de heer Van Zeeland het grootlint van de orde van de Nederlandse Leeuw. Het Hoogwaardig Episcopaat heeft als zijn vertegenwoordiger in het Katholiek Bureau van Maatschappelijk en Cultu reel Overleg en in de Raad van Over leg voor Sociale en Economische Aan gelegenheden benoemd de hoogeerw. heer mgr. A. Geerdinck, officiaal van het Aartsbisdom. u met niemand minder dan Zijne Eminentie Kardinaal De Jong als ere-voorzitter Katholiek Nederland ijvert voor de totstandkoming, als een monument van waarlijk godvruchtige piëteit jegens alle gevallenen, van de Gedachteniskerk aan de Grebbe, en volgens de wens van het Hoogwaar dig Episcopaat dit bedehuis zal verrijzen te Rhenen aan de voet van de Greb- beberg, willen wij aan de hand van oude kronieken de geschiedenis ophalen van vroegere kerkbouw in het Grebbestadje. Hiertoe is des te meer aanleiding, nu het volgens de overlevering op 28 October van dit jaar niet min der dan vijftien eeuwen geleden zal zijn, dat Rhenens patroonheilige door wor ging om het leven werd gebracht. De heilige plaatsen in Palestina wer- den door de heidenen bedreigd. De S plaatsen, waar de Verlosser en Zalig- rW ,^3fi30§jpSÖ§ maker Zijn voetstappen had gedrukt, werden onteerd. Alom tot waar de ge- 111 ruchten over deze droeve ontwikke- - I_ cVb ling doordrongen, ontstond grote be- den fiere ridders zich aaneen en trok- - G ij'y/i/ ÏmV" ken zij ten strijde naar het Heilige [jW f'gl'p Ook uit de hertogelijke stad York JrjpjjrfyrüMuÊSff sloot de bloem van de jongelingschap gSfSl A zich bij de Kruisridders aan, met aan MSnft. f.fi. het hoofd de jonge erfprins Aurelius, de (I trots van zijn ouders en van heel het volk van York. De krijgskansen waren wisselvallig: vele moedige strijders sneuvelden, vele ook kwamen in gevangenschap, aldus onze jonge prins Aurelius. Deze werd in een kerker geworpen en zou onder het leed. dat de heidense hoofdman, die hem gevangen hield, hem aandeed, zeker spoedig zijn bezweken, ware het niet, dat.... Aurelius de aandacht had, geboeid van Florentia, de even schone als lieftallige dochter van de barbaarse hoofdman. Florentia was het, die de arme ge vangene in het geheim extra voedsel verschafte, die hem heimelijk uit zijn kerker bevrijdde, mèt Aurelius vluchtte en na veel omzwervingen en tegenspoed mèt hem tenslotte in York in het her togelijk ouderhuis belandde. Groot was de vreugde om de terug komst van Aurelius en de blijdschap, toen enige tijd later Aurelius en Floren tia in de echt werden verbondei Het huwelijk van Aurelius en Flo- rentia werd gezegend met de geboor te vrn een dochter, aan wie de naam Cunera werd gegeven en van wie reeds was voorzegd, dat zij een sieraad van Kerk en volk zou worden. Toen Cunera een volwassen meisje was geworden klonk over Engeland de stem van de vrome Ursula, die de maagdschap opriep voor een bedevaart en boetetocht naar Rome, om daar aan de graven van de Apostelen Petrus en Paulus te bidden voor het behoud en de verdere verspreiding van het Christendom en de bevrijding van het Heilige Land. Talrijk was het leger van biddende vrouwen, dat zich met Ursula inscheep te, de zee overstak en de Rijn opvoer, daarna over de Alpen trok en Rome be reikte. En ook Cunera behoorde tot de pelgrims Zo voorspoedig als de heenreis was geweest, zo vol tegenslag en rampspoed was de terugreis, die door geen van de maagden zou worden volbracht: nabij Keulen werden zij overvallen door woeste horden, op vrouwenroof belust. Moedig verdedigden de vrome vrouwen haar onschuld; bij honderd tallen ja, men sprak wel eens van elfduizend! werden zij door de bar baren omgebracht. Het bloedbad was zo groot, dat het water van de Rijn zo staat er geschreven een tijd lang rood was gekleurd. Slechts één der vrouwen ontkwam aan het wrede lot. Dit was Cunera, die door haar lieftallige gestalte, maar meer nog door haar moedige gedrag, het medelijden had opgewekt van een le geraanvoerder, Radboud, vorst van de Rijn, die in de lage landen bij de Grebbeberg zijn slot had, waarheen hij zijn beschermelinge overbracht. dreigden ten onder te gaan. riepen Cu nera aan en de kinderen herademden; moeders, wier kinderen door de ver drinkingsdood werden bedreigd, riepen om de hulp van Cunera, en zie, de kin deren werden gered; boeren, wier vee door ziekten werd bezocht, namen al evenzeer hun toevlucht tot Cunera en door haar voorspraak werd hun gebed om uitkomst verhoord; scheepsvolk, be dreigd door zware storm en woeste zee, smeekte om Cunera's voorspraak en ook dat gebed vond verhoring. Alom verbreidde zich de mare van het welbehagen, dat de goede God in Zijn vrome en zo zeer beproefde dienst maagd had gesteld; van heinde en ver trok men naar Cunera's graf, om door haar voorspraak Gods genade af te sme ken en uitkomst te vinden in dreigende moeilijkheden. Zo is Rhenen bedevaartplaats gewor den, waarheen ook de eerste bisschop van het Sticht, Sint Willibrord, zich spoedde, die het graf van Cunera op nieuw liet openen en die plechtig ver klaarde, dat Cunera tot de rij van Gods lieve heiligen behoorde. Haar ter ere liet bisschop Willibrord een kapel bouwen, die later plaats maakte voor een kerk in Romaanse trant, die op haar beurt weer werd vervangen door het fraaie Gothische bouwwerk, de aloude Sint Cunera- kerk, die met haar majestueuze toren ook thans nog de Rijnoever bij Rhe nen siert. Rhenen is vele eeuwen door tot rond de zestiende eeuwwisseling be devaartplaats gebleven. Plechtige processies trokken telkens weer langs de lange weg, die van de kerk uit via Eist, Prallerbrug en Ach terberg om door de velden trok. Sinte Cunera 1 Cunera diende aan het slot te Rhe nen haar beschermer en diens hof op voorbeeldig trouwe wijze. Een ieder, ook de armen en gebrekkigen buiten de slot poort, stichtte zij door haar goedheid, hulpvaardigheid en vroomheid. Alom trachtte zij de Christelijke leer, die haar bóven alles lief was, te verbreiden. Eén echter was er aan het hof, die niet op Cunera was gesteld, ja, die door een volkomen misplaatste jaloers heid gedreven haar haatte en belas terde, die steeds erop uit was, Cunera hoe ten onrechte ook van onbe trouwbaarheid, van verkwisting en zelfs van diefstal te betichten: Alunda, Rad- boud's ega. Op allerlei wijzen trachtte Alunda de vrome, maar desondanks door haar ge hate dienstmaagd verdacht te maken. Het hielp echter niet: Radboud bleef vertrouwen in Cunera stellen. Gramschap en woede maakten zich evenwel van de hardleerse Alunda meester en eens, toen Radboud ter jacht was getogen, overviel Alunda, bij gestaan door een boze kamenier, Cunera in haar slaap en worgde zij haar. Het stoffelijk overschot van Cunera werd heimelijk in de stal begraven, waarna Alunda, de grootste gemoedsrust veinzende, Radboud tegemoet trok, bij ouders hun dochter hadden opgespoord en met haar onmiddellijk waren terug gereisd. Door de merkwaardige houding van de paarden, die weigerden de stal bin nen te gaan, en door de vreemde licht verschijnselen, die er werden waarge nomen, werd evenwel spoedig ontdekt, welke vreselijke dingen zich hadden afgespeeld. Het ontzielde lichaam van Cunera, de worgdoek nog om de hals, werd ontdekt en later plechtig begra ven. Alunda verliet als een waanzinnige het landgoed van haar gemaal en vond in de bossen van de Grebbeberg de dood Het verhaal, hoe aangrijpend ook, zou reeds lang zijn vergeten, ware het niet dat zich rond het graf van Cunera de wonderbaarlijkste dingen afspeelden: moeders, wier kinderen aan keelziekten Veel van de devotie tot Sint Cunera ging door de Hervorming verloren. De laatste pastoor van Sint Cunera van vóór de Reformatie, Johannes Ludovi- cus, vluchtte in 1600, met medeneming van vele relieken, naar Oost-Brabant, waar de Cunera-gedachte levendig bleef, zo zelfs, dat bijvoorbeeld in Heeswijk ook thans nog tweemaal per jaar de Cunera-processie door het dorp trekt. Nog steeds bewaart men in de Heeswijk- se parochiekerk en in andere kerken in de omgeving reliquieën van Rhenens Heilige en in het oud-bisschoppelijke museum te Utrecht staat nog steeds de doek tentoongesteld, waarmede de wor ging van Cunera zou zijn geschied. De Winterlibellen van Monniken dam hebben wedstrijd gezeild. Vrijwel de hele vloot van slee scheepjes was Vrijdagmorgen aan de start verschenen en zij vlogen de een na de ander om het hardst over het wedstrijdparcours, dat in 't Hol, de Noordelijke kom van het Monniken dammergat was uitgezet, tot ongeveer ter hoogte van de Jan Hagelhoek, waar de kust ombuigt naar Volen- dam. Er was iets te veel wind en de schuitjes hadden de zeilen gereefd. Maar zelfs gekortwiekt maakten zij nog een enorme vaart. Een snelheid van 60 a 70 kilometer is voor zo'n schuitje makkelijk bereikbaar en men kan zich voorstellen hoe dit ooit op de mensen een diepe indruk heeft gemaakt. Dat blijkt wel uit oude verhalen, zoals van een Amsterdam mer, die eens in zo'n sleeschip een pijl en boog had meegenomen. Ter wijl de schuit in volle vaart was, schoot hij de pijl in voorwaartse rich ting af, maar zó groot was de snel heid, dat de pijl achteruit scheen to vliegen. Zo zou eens een Duitser, die van Amsterdam naar de Zaan moest, over het toegevroren IJ een sleescheepje benutten. Hij stapte in bij de Haring- pakkerstoren, de tegenwoordige Prins Hendrikkade, waar de schipper tegen hem zei: „Heerschop, 'k ra jou, dat je op de grond gaat liggen en je mantel over je heen gooit, anders hou jij 't niet uit". De Duitser volg de dit devies, kroop diep in de kuip van het scheepje weg en trok de slip van de mantel over zijn neus. Op hetzelfde ogenblik riep de stuurman: „Stap maar op, heerschop, wellekom te Sardam". Inderdaad, zij waren in Zaandam en de arme Duitser, vertelt Ter Gouw, zette het op een lopen van schrik, zwerende, dat het de dui vel was, die aan het roer had gezeten. Met een mooie Oostenwind is dat ijs- schuitje naar Zaandam natuurlijk prachtig opgeschoten, maar zó sensa tioneel is de werkelijkheid nu toch weer niet. Tussen de vastewal en Marken onderhouden op het ogenblik verschillende sleescheepjes een pen deldienst. Om op Marken te komen zijn wij dus ook in zo'n gondeltje gestapt, maar tegen de wind in, gaat dat „over ende weêr laveerende" en heeft men rustig de tijd van het tochtje te genieten. LJszeilen is een mooie sport, maar men moet er zich op kleden. Want de wind bij zo'n vaart snijdt en kerft onbarmhartig en dringt door alles heen. Behoorlijk beschut evenwel, wordt de roes van snelheid en ruimte een verrukking, zoals heel de winterse Gouwzee een feest is van tinten en sfeer. Donker is het silhouet van Mon nikendam, met de torens en de blauwe smook der rokerijen. Volendam in het verschiet, belicht door de zon, is als Möricke's Orplia, het sprookjesoord, „das ferne leuchtet". En gluurt men vooruit, over de rand van het kuipje heen, of Marken al nadert, dan ligt daar het eiland met zijn torentje en bonte huizen, de lijn van de terpen buurtjes, de ragge masttoppen van het dun geworden vlootje, alles in kleuren en gloed alsof men 't droomde. Heel even onwennig doen de auto's aan, die van Monnikendam en Volendam oversteken naar Marken, steeds maar achter el kaar aan, langs de uitgezette banen, als glanzende torren over het ijs. Zij doen het kalm aan en schijnen te kruipen naast het snelle zwieren deR slee scheepjes, die hier in hun wereld het eerste woord zullen behouden. Dansende Marker jeugd. Al die auto's, het ijs onder het eiland was één groot parkeerterrein, kwamen niet voor niets naar Marken. Die mid dag zou de Marker jeugd dansen op het ijs, voor de bezoekers een climax van heerlijkheden, die wat ons betrof al begon nog eer wij voet aan wal hadden gezet. Want op het ijs had Pietje van Alteha zijn stalletje opge zet, vrolijk bevlagd, en daar hebben wij chocolade gedronken en vers ge bakken bokking gegeten, goudbruin en warm uit de pan. Om vervolgens Sijtje Boes te bezichtigen, de eilander Wal- küre, die zowaar haar winkeltje ge sloten hield, seizoen is seizoen, maar op de beun voor haar woning ge nadiglijk audiëntie verleende aan vrienden en bekenden. Daar was ook Nicolaas Kroese bij, die wij als een grote exotische ijsvlieg, wankel en trantel, van zijn auto over het ijs naar de wal hadden zien gaan. De accolade tussen Sijtje en Nicolaas is altijd weer indrukwekkend: zó en niet anders heeft Circe Odysseus begroet. Hoe zullen wij tenslotte de lof zin gen van het dansen der Marker jeugd op het ijs van de haven. Ongeveer honderd meisjes en jongens, alle maal op hun Pinksterbest op Mar ken een begrip hadden zich hier verenigd om een trompettist en een harmonicaspeler, die de bijpassende wijsjes bliezen. Op het ijs was zand gestrooid tegen het uitglijden en daarop bewogen zich in rhythmische cadans de zwarte en eigele klompen en vormden groepen en paren de wis selende figuren van Baanopstekken, Caroussel, Tovercirkel, Marker Schot se, en hoe het allemaal heten mocht. Het was een lieve lust om naar te kijken, al die dansende Prinsesjes van het groene eiland, een blos van kou en opwinding op de wangen, en het haar, het prachtige Marker meisjes haar, golvend en glanzend tot over de schouders en ver op de rug. Om te stelen, stuk voor stuk, in haar basse pronk, levend confetti naast de stemmige dracht der jongens, bij wie het vlaggerood middel, in de kier tussen kiel en ballonbroek, zich als een signaal in de dans bewoog. Een kostelijk, naïevelijk zuiver schouw spel in de entourage van het haven tjesbeeld, met de ingevroren schepen en hoog op de wal het gelid der groene en zwart-witte huisjes. Dat kan Nederland anno 1954, onder het gerucht van overflitsende straalja gers, dan altijd nog bieden; als door een wonder bewaard; een stuk echt. werkelijkheid, helemaal Het Amerikaanse Koopvaardij-instituut maakt bekend, dat op 1 Januari j.l. Amerikaanse tankschepen met een totale scheepsruimte van ongeveer 926.000 ton waren opgelegd, of ongeveer 62 procent meer dan op 1 Januari 1953. Ongeveer 86 procent van de opgelegde schepen is uit de vaart genomen wegens ver mindering vrachtaanbod. Onze bisschoppen hebben thans Rhe nen waardig gekeurd, om straks de Gedachteniskerk te herbergen, gewijd aan de zielerust van alle goede vader landers, die in de jaren 19401945 en ook in Indonesië en in Korea hun leven voor de zaak van vrijheid en recht en voor het behoud van het vaderland hebben geofferd. De kerk van St. Cunera te Rhenen, die logsfurie zwaar zowel in 1940 als in 1945 door de oor- werd getroffen. Van droef pessimisme tot eclatant succes!! Taaie volharding beloond!! Dat is in het kort de geschiedenis van het verslag dat hier gaat volgen. Met optimisme werd het jaar 1953 begonnen, alles wees er op dat ook dit jaar weer heel wat voor de arme Hon garen gedaan zou kunnen worden. Doch hoe droef stond de zaak er bij, toen nog geen kwartaal verschenen was' De grote waterramp had Nederland ge troffen, alles wat menselijk voelde was ln het gareel om eigen landgenoten te helpen en wat was begrijpelijker dan dat alle andere weldadigheidsbronnen door de vloedgolf werden weggespoeld. Het was de wanhoop die ons bedreig- deDoch het optimisme vervloog niet, er werd doorgewerkt en juist toen de warmtemeter weer wat begon te stijgen, kwam de grote ramp in Grie kenland. Weer een grote actie en weer een terugval van de hulp voor de diep getroffen Hongaren. Doch eind goed al goed.... Nederland heeft zich tenslotte gerevancheerd. Men heeft de schade willen inhalen en zo werd de Decem- ber-Kerstactie een overweldigend suc cesHet Girokantoor kwam als het ware handen te kort. Een Bandjir van mensenliefde resulteerde in een zending van 1800, zegge achttienhonderd' pakket ten, een waarde van meer dan 12.000 gulden vertegenwoordigend. Dit maakte het jaar tenslotte tot een topjaar. Taai volhouden en vertrouwen op Neerlands' weldadigheidszin en warm kloppend hart had de zware strijd gewonnen, zo schrijft de Stichting Hulpactie voor Hongarije in het jaarverslag 1953. Hoewel de Stichting door katholieken is opgericht en tot op heden de bijdra gen vrijwel uitsluitend van katholieken kreeg, toch is nimmer iemand, die zich tot de Stichting wendde, zonder hulp weggezonden. Het jaar begon met een actie onder de pastoors van Nederland. Door de Ramp leverde deze slechts f 2.000 op. Een actie op de scholen was een des illusieToch kon nog een bedrag van f 1.400 worden genoteerd. Een actie in de afdelingen van de L.T.T.B. bracht f 2.000 bijeen. Dank zij de grote sympathie voor ons werk van de heer Blessing, voorzitter van de Amsterdamse R.K. Midden standsvereniging, werd ook in die krin gen voor de arme gevluchten gezameld en kon o.a. een zending van ruim 250 kg. suiker georganiseerd worden. Er is hard gestreden om voor de Hongaren een deel te bemachtigen van de Rampgoederen, welke als overtollig werden verdeeld. Drie steden staan in de dankbaar heidsuitingen ver bovenaan. Het zijn Roermond, Moerkapelle/Binthuijzen en Westerblokker. Voor niet minder dan 225 Hongaarse kampkinderen werd welwillend toe stemming verleend, en de eerste oproep bracht reeds meer dan 400 pleegouders binnen. Tot op heden konden nog slechts 78 kinderen naar Nederland ge bracht worden, maar de Stichting hoopt de middelen bijeen te brengen om dit jaar het restant te doen overkomen. Het jaar werd besloten met een mon ster-Kerstactie, welke een éclatant suc ces werd en de Stichting in staat stelde voor ruim 12.000 gulden aan Kerstpak ketten, in getal niet minder dan 1800, naar de kampen te verzenden. Hiervan werden allen van alle gezindten broe derlijk bedeeld. Naar aanleiding van de alarmerende berichten omtrent de vogels bij het IJsselmeer, heeft het Dierenrampen- fonds een ton visafval te IJmuiden aangekocht met het verzoek dit zo snel mogelijk ter beschikking te stellen van de houtvester, belast met het toezicht op het natuurreservaat „Het Zwarte Meer". Aangezien ook behoefte bestaat aan granen, heeft het bestuur van het Dierenrampenfonds tevens de voorzitter van de afdeling Kampen van de Neder landse vereniging tot bescherming van dieren gemachtigd, voorlopig over te gaan tot de aankoop van vogelvoeder- granen tot een bedrag van f 250. Over wogen wordt nog, 'n reeds bestaande die rentransportcolonne te Amersfoort ter beschikking te stellen van de reddings actie, indien dit door de houtvester no dig wordt geoordeeld. Van de zijde der politie te Kampen ondervindt men zeer veel medewerking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 3