politiek hechter aaneen
Gemeenschappelijke handelspolitiek tegenover
andere O.E.ES.-landen
Moeilijk probleem
PUROL
ST. CUNERA van RHENEN
Kerstactie prachtig besluit van
moeilijk 1953
Benelux-landen smeden economische
Sleescheepjes en auto's over de Gouwzee
s
Vijftiende eeuwfeest van haar marteldood
Actie voor een gedachteniskerk
aan de Grebbe
Prinsesjes van helgroene eiland dansen
op het ijs
Hulpactie voor Hongaren
„Bandjir van
mensenliefde
ZATERDAG 6 FEBRUARI 1954
PAGINA 'f,
Mogelijkheid in zicht om regime voor dollar-
invoer gelijk te maken
Ned. ministers te Brussel
onderscheiden
Kath. Bureau en Raad
van Overleg
Mgr. Geerdinck vertegen
woordigt Episcopaat
Amerikaanse tankvloot
gedeeltelijk opgelegd
Zorg voor verhon
gerende vogels
S\
Beneluxcomité van ministers, dat onder voorzitterschap van mr. J. Luns
*e Brussel in vergadering bijeen is geweest, heeft een aantal besluiten ge
komen, die door een Nederlandse woordvoerder als „van grote principiële
J^-ekenis" werden gekenschetst.
**et comité van ministers heeft besloten, dat de Beneluxpartners met ingang
l'an 1 Maart a.s. eenzelfde handelspolitiek zullen voeren ten opzichte van de
'ancien, die lid zijn van de Organisatie voor Europese Economische Samen
werking. Onderzocht zal worden of het mogelijk is het regime voor de dollar-
'nvoer gelijk te maken en of op korte termijn een analoge regeling als ten
inzien van de invoer uit de O.E.E.S.-landen kan worden bereikt.
Voor ons menselijk verstand zal
het altijd een moeilijk probleem
blijven iets te krijgen van Gods
lankmoedigheid tegenover het kwaad.
•Dat begon al tijdens het leven van
'adam en Eva. Het Kaïnsteken, waar
in in het boek der Schepping sprake
:s (4.15), was geen vervloeking, maar in-
'°Rendecl goddelijke bescherming:
•■Jahwe gaf Kaïn een teken, opdat nie
mand, die hem vinden zou, hem zou
doden". Zelfs bij het grootste onrecht,
dat ooit op aarde geschiedde, heeft Gods
a'macht niet ingegrepen. Pilatus en de
joodse priesters bleven ongemoeid bij
Tonnis en dood van de absoluut-Zon-
deloze: Jezus Christus. De wereldge
schiedenis is vol van ongestrafte triom-
*eh van het kwaad en in ieder men
senleven komen inbreuken op de zede-
''jke orde voor, zonder dat deze door
den directe goddelijke sanctie worden
ïevolgd.
Het morele niveau van onze huidige
Samenleving kunnen wij niet anders
Sjen dan als het resultaat van een ge
nadige ontwikkeling van het kwaad,
zelfs tot een onmiskenbaar over
wicht op het goede heeft geleid.
Het is niet zo onbegrijpelijk, dat felle
;e'eurstelling over deze toestand velen
Set twijfel heeft gebracht aan het be
staan van een rechtvaardige en al
machtige God. Maar zij hebben onge-
PJk! God is en b 1 ij f t de uiteindelijke
We'oner van het goede en Straffer "van
j}ct kwaad. Dit sluit echter niet in,
öat zulks reeds hier op aarde onder on-
2e
ogen geschieden moet! In wezen
staan wij hier voor een geheim van de
oneindige Wijsheid. Toch bevat de god
delijke openbaring voldoende gegevens
\'°°r een verantwoorde en bevredigen-
e verklaring van deze ogenschijnlijke
onverschilligheid of machteloosheid
G°ds t.o.v. het kwaad. De groei hier
in mogen Wij in géén geval beschou
wen als een aan Gods macht ontglip
pende ontwikkeling van Zijn Schep
ping.
Alle kwaad en onrecht in deze we
reld ziet Zijn alwetendheid van eeuwig
heid vooruit, of liever: ziet ze gebeu-
in Zijn eeuwige „nu". God duldt
schrRr°Wdat H'i z'in „goed bevonden"
misbruik® rf eerbiedigt, ondanks het
gaven. 'e?S de mens maakt van zijn
van het kwaad'°££ldd<:!lijke straff'"S
lijk staan met het |In5ljn aard ZOUt 5e-
Schapene inclusief de goeden
Gods plannen zijn op de eeuwigheid
gebaseerd. Eenmaal bij het laatste
oordeel zai de verstoorde orde voor
goed worden hersteld en het Godsrijk
'jn volmaakte gestalte krijgen. Dat wij
oeze grondwaarheid uit het oog ver
lezen, verklaart de blijvende verwón-
nering en teleurstelling van velen over
net nu nog triomferende onrecht.
Op de 5e Zondag na Driekoningen
bevat het Evangelie van de H.
Mis de parabel van het onkruid
,°1<3er de tarwe, die in deze samenhang
^3h bijzonder' gewicht is, vooral ook
J"hdat Christus zelf de verklaring eraan
toevoegt. (Mt. 13. 37-43). Zo horen wij
j-'ooreerst, dat God Zijn optreden tegen
het kwaad als regel uitstelt tot de
®°gst, d.i het einde der wereld. Op de
iWeede plaats, dat de aanwezigheid van
pikruid voor een groot deel te wijten
ls aan de opzettelijk-vijandige werk
zaamheid van de duivel. !De menstzondigt
hiet alleen uit zwakheid, hartstocht of
boosheid. De noodlottigste overtredin
gen van de door God gewilde orde zijn
5*>e. waarvan de boze geest ons met
bovenmenselijke geslepenheid her
komst en doel verbergt. „Onze strijd
geldt niet vlees en bloed", waarschuwt
bt. Paulus (Eph. 6.12), „maar de beheer-
®ers dezer duisternis, de boze geesten
'h de lucht". Wij hebben te doen met
®en tegenstander, wiens grote gaven
"an verstand en wil. eigen aan geeste-
bjke wezens, uitsluitend en onherroe-
Pplijk in dienst staan van de haat, en
jhjgevolg gericht zijn op het kwade.
jj?Jn haat tegen God uit zich voorname
lijk in het tegenwerken van de godde-
uJke heilsplannen met de mens, wiens
"jkns op een eeuwig geluk hij met alle
middelen tracht te bederven. De eeuwi-
toekomst van de verloste mens
s de inzet van een geweldige strijd, die
tVer onze hoofden heen gevoerd wordt
jï.ssen de goede engelen en de duivelen.
ijiproP doelt het laatste gebed na elke
jj'he H. Mis. De mens wil echter jam-
i, r genoeg de juiste situatie niet er-
*enhen. jf
®'aat
Wie zich afwendt van God,
rt noodzakelijk aan de kant van de
uivel; ook zonder, dat hij deze be-
),bst kiest. Hoe minder de wereld met
j®1 bestaan van de Satan rekening
typ °f dit als een sprookje ver-
gj JPt, des te reddelozer is zij aan zijn
stook overgeleverd. Zodra, bij welke
Sp?nselijke activiteit ook, God uitge-
yUakeld wordt, speelt men tot eigen
«i/derf de duivel in de kaart. Want
}J,staa.t vast: vriend en vij and
g t h ij op ge 1 ij k e wij ze!
de, ristUs noemt de Satan de vorst
lin ®r wereld. Een objectieve beoorde-
«elui,van de Sang van zaken in de men-
on .e samenleving wijst hem vaak
alle'S^kenbaar als de regisseur aan. Op
d! Er is en wordt voortdurend
ter<i aan de zieke wereld. Maar
Weren mogeri dat 'n bet algemeen be-
biet _u~7j, in de geest van de duivel,
ktyaarf ir werkt de geest van het
dom Lu F de schermen. In het nazi-
masker communisme heeft hij zijn
'ben o=,r!fn vallen. Aan beide syste-
de- Een ?T.Pns als mens te gron-
grote tM?T 'te doelstelling van de
Wat 5 - ander van God.
Zowel bot1J g?-ed moeten inzien is dit:
c°mmuni«i„nP aaI"socialisme als ds
^CdeiyLe "beilsleer" zijn de on-
Wens vetnrïu '"tersten, waartoe de
w*n WegbereiH- hi' God loslaat. Jaren
°bder hel^reglfZijn daai"toe nodig'
l°°s zeke!- d;,°™erAvi'?nng Is echter feil-
?an het twaaH c groot de macht
ï?e ligt aan w i worden tot dan
het benalen n der Christenen.
S.en wii riL®" van onze houding die-
?et de rekening te houden
„P? stamt Het wetenschap, die van
"kruid zaait"een vijandig mens het
Deze maatregelen zijn het resultaat
van het protocol inzake de buitenlandse
handel, dat op 9 December 1953 te Lu
xemburg werd ondertekend.
De gemeenschappelijke politiek tegen
over de O.E.E.S.-landen zal verwezen
lijkt worden door het deponeren van ge
meenschappelijke liberalisatielijsten en
het instellen van gemeenschappelijke in
voerregelingen.
Dat de mogelijkheid in zicht is de po
litiek ten aanzien van het dollorgebied
gelijk te maken, vindt zijn oorzaak in
de verandering van de monetaire situ
atie..
Reeds voor de inwerkingtreding van
het protocol inzake de handelspolitiek
van 9 December 1953, hebben de rege
ringen de mogelijkheid erkend van een
gemeenschappelijke houding op het ge
bied van de bilaterale economische be
trekkingen met bepaalde landen en ge-
meenschappelij ke Beneluxonderhande-
lingen met deze landen worden thans
voorbereid.
In beginsel is de progressieve vrijma
king van het kapitaalverkeer tossen Ne-
Advertentie
[Ruwe huid
Ruwe handen
[Ruwe lippen
derland en de Belgisch-Luxemburgse
Unie aanvaard volgens de methoden,
voorgesteld door de commissie voor de
monetaire vraagstukken. De practische
toepassing zal onverwijld door de com
missie verzorgd worden. Men zal uiter
aard enige terughoudendheid aan de dag
moeten leggen om speculatie tegen tc
gaan. Ook vormen vooral de effecten in
convertibele valuta nog een probleem.
Het comité heeft voorts het ontwerp-
protocol bestudeerd terzake van de na
tionale behandeling bij aanbestedingen
en werken en de aankoop van goederen.
Vooral de voorstellen aangaande de in
voeging van de veiligheidsclausule in de
tekst en de uitbreiding van de publica
tie van de resultaten der onderhandse
aanbestedingen vroegen de aandacht.
Men heeft een belangrijke vooruitgang
kunnen boeken. In principe is thans tot
een regeling besloten, die voor beide
landen onder .geheel dezelfde voorwaar
den zal verlopen.
Van Nederlandse zijde werd onder
streept, dat ook op deze conferentie nog
eens het nut is gebleken van deze mi
nisteriële bijeenkomsten, die thans een
permanent karakter hebben gekregen.
Tenslotte hebben de ministers de
opdracht van de speciale commissie,
welke krachtens de regeringsverkla
ring van Knokke op 14 October 1952
werd ingesteld, opnieuw vastgesteld en
uitgebreid. De taak van deze commis
sie, die bestaat uit vertegenwoordigers
van werkgevers cn werknemers uit de
drie Beneluxlanden, zal zijn een on
derzoek in te stellen naar de consti
tutieve elementen van de salaris- en
prijzenpolitiek volgens het protocol
van Den Haag van 24 Juli 1953.
De volgende vergadering van het
comité van ministers is vastgesteld op
20 Maart a.s. te Brussel.
In Nederlandse kringen toonde men
zich na afloop van de heden gehouden
conferentie van het comité van mi
nisters der Benelux zeer voldaan over
de bereikte resultaten. Van zeer grote
betekenis acht men, dat thans nog eens
opnieuw naar buiten wordt bevestigd,
dat de Benelux een realiteit is. Van
niet minder belang is, dat op deze
bijeenkomst nog eens tot uitdrukking
is gekomen, dat de monetaire situatie
van Nederland thans dusdanig is, dat
dit land in staat is zijn monetaire re
gime met het Belgische gelijk te trek
ken.
Ook van Belgische zijde werd In het
licht gesteld, dat de Benelux nu meer
dan ooit tevoren tegenover het buiten
land als een eenheid zal optreden. Naar
baron Snoy et d'Oppuers, de secreta
ris-generaal van het Belgische ministe
rie van Economische Zaken, tegen
over de pers verklaarde, zullen de ln
Nederland geblokkeerde Belgische ka
pitalen worden vrijgemarkt. Dit kan
echter niet snel geschieden, omdat
hieraan een technische voorbereiding
vooraf moet gaan.
Koning Boudewijn van België heeft
Vrijdagmiddag aan de Nederlandse
minister zonder portefeuille, mr. J.
Luns, het grootlint van de Leopoldsorde
uitgereikt, de hoogste Belgische onder
scheiding. De Belgische minister van
Buitenlandse Zaken, Paul van Zeeland,
reikte tijdens een lunch dezelfde orde
uit aan de Nederlandse ambassadeur te
Brussel, Baron van Harinxma thoe
Slooten. Het grootlint van de Kroon
orde reikte hij bij deze gelegenheid uit
aan de Nederlandse ministers v. d.
Kiëft en Zijlstra. Tenslotte overhan
digde minister Luns aan de heer Van
Zeeland het grootlint van de orde van
de Nederlandse Leeuw.
Het Hoogwaardig Episcopaat heeft als
zijn vertegenwoordiger in het Katholiek
Bureau van Maatschappelijk en Cultu
reel Overleg en in de Raad van Over
leg voor Sociale en Economische Aan
gelegenheden benoemd de hoogeerw.
heer mgr. A. Geerdinck, officiaal van
het Aartsbisdom.
u met niemand minder dan Zijne Eminentie Kardinaal De Jong als
ere-voorzitter Katholiek Nederland ijvert voor de totstandkoming, als
een monument van waarlijk godvruchtige piëteit jegens alle gevallenen,
van de Gedachteniskerk aan de Grebbe, en volgens de wens van het Hoogwaar
dig Episcopaat dit bedehuis zal verrijzen te Rhenen aan de voet van de Greb-
beberg, willen wij aan de hand van oude kronieken de geschiedenis ophalen
van vroegere kerkbouw in het Grebbestadje. Hiertoe is des te meer aanleiding,
nu het volgens de overlevering op 28 October van dit jaar niet min
der dan vijftien eeuwen geleden zal zijn, dat Rhenens patroonheilige door wor
ging om het leven werd gebracht.
De heilige plaatsen in Palestina wer-
den door de heidenen bedreigd. De S
plaatsen, waar de Verlosser en Zalig- rW ,^3fi30§jpSÖ§
maker Zijn voetstappen had gedrukt,
werden onteerd. Alom tot waar de ge- 111
ruchten over deze droeve ontwikke- - I_ cVb
ling doordrongen, ontstond grote be-
den fiere ridders zich aaneen en trok- - G ij'y/i/ ÏmV"
ken zij ten strijde naar het Heilige [jW f'gl'p
Ook uit de hertogelijke stad York JrjpjjrfyrüMuÊSff
sloot de bloem van de jongelingschap gSfSl A
zich bij de Kruisridders aan, met aan MSnft. f.fi.
het hoofd de jonge erfprins Aurelius, de (I
trots van zijn ouders en van heel het
volk van York.
De krijgskansen waren wisselvallig:
vele moedige strijders sneuvelden, vele
ook kwamen in gevangenschap, aldus
onze jonge prins Aurelius. Deze werd
in een kerker geworpen en zou onder
het leed. dat de heidense hoofdman,
die hem gevangen hield, hem aandeed,
zeker spoedig zijn bezweken, ware het
niet, dat.... Aurelius de aandacht had,
geboeid van Florentia, de even schone
als lieftallige dochter van de barbaarse
hoofdman.
Florentia was het, die de arme ge
vangene in het geheim extra voedsel
verschafte, die hem heimelijk uit zijn
kerker bevrijdde, mèt Aurelius vluchtte
en na veel omzwervingen en tegenspoed
mèt hem tenslotte in York in het her
togelijk ouderhuis belandde.
Groot was de vreugde om de terug
komst van Aurelius en de blijdschap,
toen enige tijd later Aurelius en Floren
tia in de echt werden verbondei
Het huwelijk van Aurelius en Flo-
rentia werd gezegend met de geboor
te vrn een dochter, aan wie de naam
Cunera werd gegeven en van wie reeds
was voorzegd, dat zij een sieraad van
Kerk en volk zou worden.
Toen Cunera een volwassen meisje
was geworden klonk over Engeland de
stem van de vrome Ursula, die de
maagdschap opriep voor een bedevaart
en boetetocht naar Rome, om daar
aan de graven van de Apostelen Petrus
en Paulus te bidden voor het behoud
en de verdere verspreiding van het
Christendom en de bevrijding van het
Heilige Land.
Talrijk was het leger van biddende
vrouwen, dat zich met Ursula inscheep
te, de zee overstak en de Rijn opvoer,
daarna over de Alpen trok en Rome be
reikte. En ook Cunera behoorde tot de
pelgrims
Zo voorspoedig als de heenreis was
geweest, zo vol tegenslag en rampspoed
was de terugreis, die door geen van
de maagden zou worden volbracht:
nabij Keulen werden zij overvallen
door woeste horden, op vrouwenroof
belust. Moedig verdedigden de vrome
vrouwen haar onschuld; bij honderd
tallen ja, men sprak wel eens van
elfduizend! werden zij door de bar
baren omgebracht. Het bloedbad was
zo groot, dat het water van de Rijn
zo staat er geschreven een tijd lang
rood was gekleurd.
Slechts één der vrouwen ontkwam
aan het wrede lot. Dit was Cunera, die
door haar lieftallige gestalte, maar
meer nog door haar moedige gedrag, het
medelijden had opgewekt van een le
geraanvoerder, Radboud, vorst van de
Rijn, die in de lage landen bij de
Grebbeberg zijn slot had, waarheen
hij zijn beschermelinge overbracht.
dreigden ten onder te gaan. riepen Cu
nera aan en de kinderen herademden;
moeders, wier kinderen door de ver
drinkingsdood werden bedreigd, riepen
om de hulp van Cunera, en zie, de kin
deren werden gered; boeren, wier vee
door ziekten werd bezocht, namen al
evenzeer hun toevlucht tot Cunera en
door haar voorspraak werd hun gebed
om uitkomst verhoord; scheepsvolk, be
dreigd door zware storm en woeste zee,
smeekte om Cunera's voorspraak en ook
dat gebed vond verhoring.
Alom verbreidde zich de mare van
het welbehagen, dat de goede God in
Zijn vrome en zo zeer beproefde dienst
maagd had gesteld; van heinde en ver
trok men naar Cunera's graf, om door
haar voorspraak Gods genade af te sme
ken en uitkomst te vinden in dreigende
moeilijkheden.
Zo is Rhenen bedevaartplaats gewor
den, waarheen ook de eerste bisschop
van het Sticht, Sint Willibrord, zich
spoedde, die het graf van Cunera op
nieuw liet openen en die plechtig ver
klaarde, dat Cunera tot de rij van Gods
lieve heiligen behoorde.
Haar ter ere liet bisschop Willibrord
een kapel bouwen, die later plaats
maakte voor een kerk in Romaanse
trant, die op haar beurt weer werd
vervangen door het fraaie Gothische
bouwwerk, de aloude Sint Cunera-
kerk, die met haar majestueuze toren
ook thans nog de Rijnoever bij Rhe
nen siert.
Rhenen is vele eeuwen door tot
rond de zestiende eeuwwisseling be
devaartplaats gebleven.
Plechtige processies trokken telkens
weer langs de lange weg, die van de
kerk uit via Eist, Prallerbrug en Ach
terberg om door de velden trok.
Sinte Cunera 1
Cunera diende aan het slot te Rhe
nen haar beschermer en diens hof op
voorbeeldig trouwe wijze. Een ieder, ook
de armen en gebrekkigen buiten de slot
poort, stichtte zij door haar goedheid,
hulpvaardigheid en vroomheid. Alom
trachtte zij de Christelijke leer, die
haar bóven alles lief was, te verbreiden.
Eén echter was er aan het hof, die
niet op Cunera was gesteld, ja, die
door een volkomen misplaatste jaloers
heid gedreven haar haatte en belas
terde, die steeds erop uit was, Cunera
hoe ten onrechte ook van onbe
trouwbaarheid, van verkwisting en zelfs
van diefstal te betichten: Alunda, Rad-
boud's ega.
Op allerlei wijzen trachtte Alunda de
vrome, maar desondanks door haar ge
hate dienstmaagd verdacht te maken.
Het hielp echter niet: Radboud bleef
vertrouwen in Cunera stellen.
Gramschap en woede maakten zich
evenwel van de hardleerse Alunda
meester en eens, toen Radboud ter
jacht was getogen, overviel Alunda, bij
gestaan door een boze kamenier, Cunera
in haar slaap en worgde zij haar.
Het stoffelijk overschot van Cunera
werd heimelijk in de stal begraven,
waarna Alunda, de grootste gemoedsrust
veinzende, Radboud tegemoet trok, bij
ouders hun dochter hadden opgespoord
en met haar onmiddellijk waren terug
gereisd.
Door de merkwaardige houding van
de paarden, die weigerden de stal bin
nen te gaan, en door de vreemde licht
verschijnselen, die er werden waarge
nomen, werd evenwel spoedig ontdekt,
welke vreselijke dingen zich hadden
afgespeeld. Het ontzielde lichaam van
Cunera, de worgdoek nog om de hals,
werd ontdekt en later plechtig begra
ven. Alunda verliet als een waanzinnige
het landgoed van haar gemaal en vond
in de bossen van de Grebbeberg de
dood
Het verhaal, hoe aangrijpend ook, zou
reeds lang zijn vergeten, ware het niet
dat zich rond het graf van Cunera de
wonderbaarlijkste dingen afspeelden:
moeders, wier kinderen aan keelziekten
Veel van de devotie tot Sint Cunera
ging door de Hervorming verloren. De
laatste pastoor van Sint Cunera van
vóór de Reformatie, Johannes Ludovi-
cus, vluchtte in 1600, met medeneming
van vele relieken, naar Oost-Brabant,
waar de Cunera-gedachte levendig bleef,
zo zelfs, dat bijvoorbeeld in Heeswijk
ook thans nog tweemaal per jaar de
Cunera-processie door het dorp trekt.
Nog steeds bewaart men in de Heeswijk-
se parochiekerk en in andere kerken in
de omgeving reliquieën van Rhenens
Heilige en in het oud-bisschoppelijke
museum te Utrecht staat nog steeds de
doek tentoongesteld, waarmede de wor
ging van Cunera zou zijn geschied.
De Winterlibellen van Monniken
dam hebben wedstrijd gezeild.
Vrijwel de hele vloot van slee
scheepjes was Vrijdagmorgen aan de
start verschenen en zij vlogen de een
na de ander om het hardst over het
wedstrijdparcours, dat in 't Hol, de
Noordelijke kom van het Monniken
dammergat was uitgezet, tot ongeveer
ter hoogte van de Jan Hagelhoek,
waar de kust ombuigt naar Volen-
dam. Er was iets te veel wind en de
schuitjes hadden de zeilen gereefd.
Maar zelfs gekortwiekt maakten zij
nog een enorme vaart. Een snelheid
van 60 a 70 kilometer is voor zo'n
schuitje makkelijk bereikbaar en men
kan zich voorstellen hoe dit ooit op
de mensen een diepe indruk heeft
gemaakt. Dat blijkt wel uit oude
verhalen, zoals van een Amsterdam
mer, die eens in zo'n sleeschip een
pijl en boog had meegenomen. Ter
wijl de schuit in volle vaart was,
schoot hij de pijl in voorwaartse rich
ting af, maar zó groot was de snel
heid, dat de pijl achteruit scheen to
vliegen.
Zo zou eens een Duitser, die van
Amsterdam naar de Zaan moest, over
het toegevroren IJ een sleescheepje
benutten. Hij stapte in bij de Haring-
pakkerstoren, de tegenwoordige Prins
Hendrikkade, waar de schipper tegen
hem zei: „Heerschop, 'k ra jou, dat
je op de grond gaat liggen en je
mantel over je heen gooit, anders
hou jij 't niet uit". De Duitser volg
de dit devies, kroop diep in de kuip
van het scheepje weg en trok de slip
van de mantel over zijn neus. Op
hetzelfde ogenblik riep de stuurman:
„Stap maar op, heerschop, wellekom
te Sardam". Inderdaad, zij waren in
Zaandam en de arme Duitser, vertelt
Ter Gouw, zette het op een lopen
van schrik, zwerende, dat het de dui
vel was, die aan het roer had gezeten.
Met een mooie Oostenwind is dat ijs-
schuitje naar Zaandam natuurlijk
prachtig opgeschoten, maar zó sensa
tioneel is de werkelijkheid nu toch
weer niet. Tussen de vastewal en
Marken onderhouden op het ogenblik
verschillende sleescheepjes een pen
deldienst. Om op Marken te komen
zijn wij dus ook in zo'n gondeltje
gestapt, maar tegen de wind in, gaat
dat „over ende weêr laveerende" en
heeft men rustig de tijd van het
tochtje te genieten.
LJszeilen is een mooie sport, maar
men moet er zich op kleden. Want de
wind bij zo'n vaart snijdt en kerft
onbarmhartig en dringt door alles
heen. Behoorlijk beschut evenwel,
wordt de roes van snelheid en ruimte
een verrukking, zoals heel de winterse
Gouwzee een feest is van tinten en
sfeer. Donker is het silhouet van Mon
nikendam, met de torens en de blauwe
smook der rokerijen. Volendam in het
verschiet, belicht door de zon, is als
Möricke's Orplia, het sprookjesoord,
„das ferne leuchtet". En gluurt men
vooruit, over de rand van het kuipje
heen, of Marken al nadert, dan ligt
daar het eiland met zijn torentje en
bonte huizen, de lijn van de terpen
buurtjes, de ragge masttoppen van het
dun geworden vlootje, alles in kleuren
en gloed alsof men 't droomde. Heel even
onwennig doen de auto's aan, die van
Monnikendam en Volendam oversteken
naar Marken, steeds maar achter el
kaar aan, langs de uitgezette banen, als
glanzende torren over het ijs. Zij doen
het kalm aan en schijnen te kruipen
naast het snelle zwieren deR slee
scheepjes, die hier in hun wereld het
eerste woord zullen behouden.
Dansende Marker jeugd.
Al die auto's, het ijs onder het eiland
was één groot parkeerterrein, kwamen
niet voor niets naar Marken. Die mid
dag zou de Marker jeugd dansen op
het ijs, voor de bezoekers een climax
van heerlijkheden, die wat ons betrof
al begon nog eer wij voet aan wal
hadden gezet. Want op het ijs had
Pietje van Alteha zijn stalletje opge
zet, vrolijk bevlagd, en daar hebben
wij chocolade gedronken en vers ge
bakken bokking gegeten, goudbruin en
warm uit de pan. Om vervolgens Sijtje
Boes te bezichtigen, de eilander Wal-
küre, die zowaar haar winkeltje ge
sloten hield, seizoen is seizoen, maar
op de beun voor haar woning ge
nadiglijk audiëntie verleende aan
vrienden en bekenden. Daar was ook
Nicolaas Kroese bij, die wij als een
grote exotische ijsvlieg, wankel en
trantel, van zijn auto over het ijs naar
de wal hadden zien gaan. De accolade
tussen Sijtje en Nicolaas is altijd weer
indrukwekkend: zó en niet anders
heeft Circe Odysseus begroet.
Hoe zullen wij tenslotte de lof zin
gen van het dansen der Marker jeugd
op het ijs van de haven. Ongeveer
honderd meisjes en jongens, alle
maal op hun Pinksterbest op Mar
ken een begrip hadden zich hier
verenigd om een trompettist en een
harmonicaspeler, die de bijpassende
wijsjes bliezen. Op het ijs was zand
gestrooid tegen het uitglijden en
daarop bewogen zich in rhythmische
cadans de zwarte en eigele klompen
en vormden groepen en paren de wis
selende figuren van Baanopstekken,
Caroussel, Tovercirkel, Marker Schot
se, en hoe het allemaal heten mocht.
Het was een lieve lust om naar te
kijken, al die dansende Prinsesjes van
het groene eiland, een blos van kou
en opwinding op de wangen, en het
haar, het prachtige Marker meisjes
haar, golvend en glanzend tot over
de schouders en ver op de rug. Om
te stelen, stuk voor stuk, in haar
basse pronk, levend confetti naast de
stemmige dracht der jongens, bij wie
het vlaggerood middel, in de kier
tussen kiel en ballonbroek, zich als
een signaal in de dans bewoog. Een
kostelijk, naïevelijk zuiver schouw
spel in de entourage van het haven
tjesbeeld, met de ingevroren schepen
en hoog op de wal het gelid der
groene en zwart-witte huisjes. Dat
kan Nederland anno 1954, onder het
gerucht van overflitsende straalja
gers, dan altijd nog bieden; als door
een wonder bewaard; een
stuk
echt.
werkelijkheid, helemaal
Het Amerikaanse Koopvaardij-instituut
maakt bekend, dat op 1 Januari j.l.
Amerikaanse tankschepen met een totale
scheepsruimte van ongeveer 926.000 ton
waren opgelegd, of ongeveer 62 procent
meer dan op 1 Januari 1953. Ongeveer
86 procent van de opgelegde schepen
is uit de vaart genomen wegens ver
mindering vrachtaanbod.
Onze bisschoppen hebben thans Rhe
nen waardig gekeurd, om straks de
Gedachteniskerk te herbergen, gewijd
aan de zielerust van alle goede vader
landers, die in de jaren 19401945 en
ook in Indonesië en in Korea hun leven
voor de zaak van vrijheid en recht en
voor het behoud van het vaderland
hebben geofferd.
De kerk van St.
Cunera te Rhenen, die
logsfurie zwaar
zowel in 1940 als in 1945 door de oor-
werd getroffen.
Van droef pessimisme tot eclatant
succes!! Taaie volharding beloond!!
Dat is in het kort de geschiedenis van
het verslag dat hier gaat volgen.
Met optimisme werd het jaar 1953
begonnen, alles wees er op dat ook dit
jaar weer heel wat voor de arme Hon
garen gedaan zou kunnen worden.
Doch hoe droef stond de zaak er bij,
toen nog geen kwartaal verschenen was'
De grote waterramp had Nederland ge
troffen, alles wat menselijk voelde was
ln het gareel om eigen landgenoten te
helpen en wat was begrijpelijker dan
dat alle andere weldadigheidsbronnen
door de vloedgolf werden weggespoeld.
Het was de wanhoop die ons bedreig-
deDoch het optimisme vervloog
niet, er werd doorgewerkt en juist toen
de warmtemeter weer wat begon te
stijgen, kwam de grote ramp in Grie
kenland. Weer een grote actie en weer
een terugval van de hulp voor de diep
getroffen Hongaren. Doch eind goed al
goed.... Nederland heeft zich tenslotte
gerevancheerd. Men heeft de schade
willen inhalen en zo werd de Decem-
ber-Kerstactie een overweldigend suc
cesHet Girokantoor kwam als het
ware handen te kort. Een Bandjir van
mensenliefde resulteerde in een zending
van 1800, zegge achttienhonderd' pakket
ten, een waarde van meer dan 12.000
gulden vertegenwoordigend. Dit maakte
het jaar tenslotte tot een topjaar. Taai
volhouden en vertrouwen op Neerlands'
weldadigheidszin en warm kloppend
hart had de zware strijd gewonnen, zo
schrijft de Stichting Hulpactie voor
Hongarije in het jaarverslag 1953.
Hoewel de Stichting door katholieken
is opgericht en tot op heden de bijdra
gen vrijwel uitsluitend van katholieken
kreeg, toch is nimmer iemand, die zich
tot de Stichting wendde, zonder hulp
weggezonden.
Het jaar begon met een actie onder
de pastoors van Nederland. Door de
Ramp leverde deze slechts f 2.000 op.
Een actie op de scholen was een des
illusieToch kon nog een bedrag
van f 1.400 worden genoteerd.
Een actie in de afdelingen van de
L.T.T.B. bracht f 2.000 bijeen.
Dank zij de grote sympathie voor ons
werk van de heer Blessing, voorzitter
van de Amsterdamse R.K. Midden
standsvereniging, werd ook in die krin
gen voor de arme gevluchten gezameld
en kon o.a. een zending van ruim 250
kg. suiker georganiseerd worden.
Er is hard gestreden om voor de
Hongaren een deel te bemachtigen van
de Rampgoederen, welke als overtollig
werden verdeeld.
Drie steden staan in de dankbaar
heidsuitingen ver bovenaan. Het zijn
Roermond, Moerkapelle/Binthuijzen en
Westerblokker.
Voor niet minder dan 225 Hongaarse
kampkinderen werd welwillend toe
stemming verleend, en de eerste oproep
bracht reeds meer dan 400 pleegouders
binnen. Tot op heden konden nog
slechts 78 kinderen naar Nederland ge
bracht worden, maar de Stichting hoopt
de middelen bijeen te brengen om dit
jaar het restant te doen overkomen.
Het jaar werd besloten met een mon
ster-Kerstactie, welke een éclatant suc
ces werd en de Stichting in staat stelde
voor ruim 12.000 gulden aan Kerstpak
ketten, in getal niet minder dan 1800,
naar de kampen te verzenden. Hiervan
werden allen van alle gezindten broe
derlijk bedeeld.
Naar aanleiding van de alarmerende
berichten omtrent de vogels bij het
IJsselmeer, heeft het Dierenrampen-
fonds een ton visafval te IJmuiden
aangekocht met het verzoek dit zo snel
mogelijk ter beschikking te stellen van
de houtvester, belast met het toezicht
op het natuurreservaat „Het Zwarte
Meer". Aangezien ook behoefte bestaat
aan granen, heeft het bestuur van het
Dierenrampenfonds tevens de voorzitter
van de afdeling Kampen van de Neder
landse vereniging tot bescherming van
dieren gemachtigd, voorlopig over te
gaan tot de aankoop van vogelvoeder-
granen tot een bedrag van f 250. Over
wogen wordt nog, 'n reeds bestaande die
rentransportcolonne te Amersfoort ter
beschikking te stellen van de reddings
actie, indien dit door de houtvester no
dig wordt geoordeeld. Van de zijde der
politie te Kampen ondervindt men zeer
veel medewerking.