Voorbereiding op de vrije zielzorg
in de millioenenstad
Eerste contacten met de arbeiders
is
Ès
POES EEN LIEF HUISDIER
w
Scooter.auto op twee
wielen
Dr. Carl Sonnenschein
Werkgevers tegen wettelijke
regeling van cadeau-stelsel
Goede slaapplaats en juiste voeding
zijn echter eerste vereisten
I fists* i
ittf t
- ->
Kosten van levensonderhoud
in Januari met 3 pnt. gestegen
H
Zon en bloemen in Februari
RAF krijgt dit jaar
atoombommen
4.5ÜÜ op de Nederlandse wegen
Bromfietsenbond
en rijwielpad
DINSDAG 23 FEBRUARI 1954
PAGINA 6
Meer dan 50 inbraken
gepleegd
A rnhemmer tot vier jaar
veroordeeld
Bromfietsenbond
Vrijgelaten Japanner
terug in de cel
Nederland ontdekt
administratieve fout
DODELIJKE VAL VAN
BROMFIETSER
ZEEPOST
Vlees, water en gras
n het leven van Sonnenschein kan men vooral twee tijd
perken onderscheiden, die reeds in de titel van Hoe-
ber's boek worden aangeduid: hij wijdde zich
(vooral vanuit München-Gladbach) met hart en ziel aan
een her-oriëntering van de Duitse studentenwereld in de
tijd vóór de eerste wereldoorlog daarna komt zijn
arbeid in Berlijn, waar hij het verschromvelde katholicis
me ophief uit een toestand van godsdienstige en culturele
ongeachtheid en nog tijd vond, om in duizenden noden
hulp te bieden. Dit noodzakelijke schema trekt uiteraard
plompe lijnen door een werkzaamheid, die bijna onna
speurbaar vertakt is.
Als student in Rome had hij zich al bemoeid met le
armste bengels van de stad („Ragazzi-biindiger" noemden
Maar niet aanstonds na de vol
tooiing van zijn studiën zou Sonnen
schein het werkterrein vinden, dat
voor zijn onstuimige, rusteloze aard,
voor zijn dadendrang en zijn organisa
tietalent bleek weggelegd. Juister ge
zegd: niet aanstonds werd hij tussen
die noden geplaatst, waarvoor zijn
bekommernis en zijn werkkracht het
meest toereikend waren.
Zijn eerste standplaats was Aken,
waar hij in de St. Jakobsparochie
twee jaren kapelaan is geweest. Zijn
priesterlijke ijver, zijn ongekunsteld
medeleven vooral met de jeugd en
met de armen verwierven hem een
oprechte sympathie. Als hij preekte
was de kerk vol, dikwijls overvol.
Wat de toehoorders pakte, was de
persoonlijke doorleefdheid van zijn
gedachten, zijn voelbaar besef van de
actuele stromingen en noden, en de
voor die tijd volkomen nieuwheid
van zijn stijl.
Als redenaar zijn medestudenten
wisten dit reeds had Sonnenschein
een uitzonderlijk talent; hij was ook
een meester in het improviseren. Hij
putte uit een rijk geestelijk fonds, ge
voed door gebed, overweging, en een
intelligente keuze van veelsoortige li
teratuur. In zijn bibliotheek kwamen
geleidelijk, na de beste theologische
werken van zijn tijd, boeken over kerk
geschiedenis en sociologie; ook de wer
ken van Marx, Lasalle, Bebel en Bern
stein ontbraken niet. Er stonden ook
de Confessiones van Augustinus
en de Divina Commedia van Dante,
en Commentaren op de Heilige
Schrift. Sonnenschein verdiepte zich
ook gaarne in cultuur- en kunst
geschiedenis. Op zijn reizen vond
hij tijd om romans te lezen, vooral die,
waarin een sociaal probleem werd be
handeld. Franse en Italiaanse romans
las hij in de oorspronkelijke taal, En
gelse en Russische in vertaling. Hij
bereidde zijn spreekbeurten naar de in
houd degelijk voor, maar liet de vorm
over aan de gunst van het ogenblik.
Na enige minuten groeide in de toe
hoorders de overtuiging, dat deze re
denaar een waarachtige persoonlijkheid
was erst Mensch, dann
Christ, dann ganze Lensch.
Na zijn twee jaren arbeid in Aken
werd hij geplaatst in Keulen-Nippes
een voorstad met een talrijke arbei
dersbevolking. Al was pastoor Roseile 1
hem daar een levende vermaning tot
maat houden, deze oudere priester gaf
zijn jonge kapelaan toch de gelegenheid
om zijn gezonde nieuwe initiatieven,
vooral in de jeugd- en de arbeiders
beweging, te verwerkelijken. Goedhar
tige onenigheden had hij alleen met
zijn huishoudster, aangezien hij van
zijn bezoeken aan de armen in hun
dakkamers en kelderwoningen herhaal
delijk eerst om 3 of 4 uur thuis 'rwam
om het middagmaal te gebruiken.
Een stuk moderne zielzorg was het
reeds in Sonnenschein's dagen, dat hij
wekelijks enige tijd vrij maakte, om
met intellectuele leken van gedachten
te wisselen over allerlei onderwerpen,
die voor het kerkelijk leven dus
voor priesters en leken van belang
waren.
Toen Sonnenschein in 1906 ook deze
levendige parochie moest verlaten,
werd hem bij het hartelijke afscheid
openlijk gezegd, dat ij er geen vijand
had.
Daarna kwam zijn aanstelling als
kapelaan aan de H. Hartkerk te Elber-
feld. In deze stad vormden de katho
lieken slechts een vierde ieel van
de bevolking, en de spanningen in de
arbeiderswereld waren hier veel fel
ler dan in Aken en Keulen, maar Son
nenschein schuwde ook hier de moei
ten niet.
Iets nieuws in die dagen was het, dat
Sonnenschein in deze stad met zoveel
overtuiging opkwam voor het recht van
de vrouwelijke jeugd op middelbare en
daarna academische opleiding, en op
steun daartoe van de Staat. Zijn ziens
wijze werd niet aanstonds aanvaard!
Nochtans was zijn overtuiging hierom
trent wel gefundeerd, en waren zijn
wensen door christelijke* wijsheid ge
matigd.
Tijdens zijn kapelaansjaren te El-
berfeld begon Sonnenschein zich ook
op bijzondere wijze het lot aan te
trekken van de Italiaanse arbeiders
in die stad, en in het overige Duits
land. Altijd heeft Sonnenschein de
politieke en sociale geschiedenis van
Italië met belangstelling, en waar het
pas gaf met bezorgdheid, gevolgd. In
1906 gaf hij een og altijd lezens
waardig boekje in het licht onder de
titel: „Aus dem letzten Jahrzehnt des
italienischen Katholizismus", en in
het maandblad Hochland (192123)
publiceerde hij twee „Italienische
Reisetagebücher".
Met de Italiaanse arbeiders had hij
onmiddellijk een aanknopingspunt,
doordat hij hun taal vloeiend sprak en
de leiders in hun vaderland persoon
lijk kende. Het ging hem zeer ter harte,
dat deze vreemde arbeiders in de
Duitse industriegebieden veelal als ont
wortelden en vergetenen leefden, ter
wijl ook de Kerk zich onvoldoende om
hen bekommerde. Velen sloten een ge
mengd huwelijk en verloren geleidelijk
hun Geloof: hun kinderen groeiden op
zonder godsdienstig onderricht.
Sonnenschein beschouwde de Ita
liaanse arbeiders nu eenmaal als zonen
van een land, dat door zijn gebrek aan
kolen en ijzer is uitgesloten van de
concurrentie in de zware industrie en
van de wereldhandel op dit gebied.
Naar zijn ondervinding viel het deze
mensen bovendien zwaar, om ondanks
hun ijver en spaarzaamheid, zich uit
hun proletarische levenssfeer op te
werken: in hun zuidelijke gemoedelijk
heid, zo meende Sonnenschein, waren
zij al te gemakkelijk tevreden met een
bestaansminimum, dat ver beneden dat
van de Duitse arbeider lag. Daarom
stichtte hij ter voorlichting van de Ita
liaanse arbeiders in Duitsland een or
gaan, dat als titel droeg: „Der Italiener
in Deutschland". Aanvankelijk ver
scheen dit blad op kosten èn onder uit
sluitende verantwoordelijkheid van
Sonnenschein zelf. Om de loonbelangen
van de Italiaanse arbeiders nog beter
te behartigen, bezorgde hij hun daar
na in hun landgenoot, de priester dr. Va-
lente een eigen secretaris; deze kwam
bij Sonnenschein inwonen, stond ge
heel ter beschikking van de arbeiders,
en leidde nu ook onder de schuilnaam
Triquarto het genoemde blad voor de
Italianen.
De actie van dr. Valente kon de be
drijfsinspectie natuurlijk niet ontgaan.
Omdat deze, naar de opvatting van de
regering, geheel aan de kant van de
ondernemers stond, vreesde zij van de
voorlichtingsarbeid van een Italiaans
geestelijke, die de Italiaanse arbeiders
in rechts- en loonkwesties wijzer
maakte, schade voor de ondernemers,
en dr. Valente werd door de Oberpra-
sident van de Rijnprovincie, Von Schor-
lemer-Lieser, als ongewenste vreemde
ling uit Pruisen gewezen. Valente
begaf zich toen eerst naar Lotharingen,
waar in de industriegebieden van Metz
en Diedenhofen eveneens vele Ita
lianen woonden, vandaar naar Mün-
chen, en keerde tenslotte naar Ita
lië terug. Sonnenschein's pogingen tot
in de hoogste regionen, om de uitwij
zing ongedaan te doen maken, hadden
geen resultaat.
Toen brak daar in Elberfeld en om
streken een staking uit! Omdat de Ita
lianen de motieven onvoldoende begre
pen en alleen aan hun eigen voordeel
schenen te denken, bestond het gevaar,
dat zij zich tot onderkruiperij lieten
verleiden. Sonnenschein begaf zich
naar de bouwterreinen, waade Ita
lianen werkten. Hij verklaarde hun in
hun moedertaal de reden en de doel
einden van de staking, en spoorde hen
aan zich aq,n de zijde van hun Duitse
kameraden te scharen. Dit optreden
van Sonnenschein gold als een over
treding van paragraaf zoveel van de
arbeidswetten; tegen Sonnenschein
hem zijn medestudenten) en kennis gemaakt met de pau
pers van de troosteloze randwijken.
In die tijd ook (58 September 1900) werd in Rome het
eerste internationale studentencongres gehouden. Tot het
goede verloop daarvan had Sonnenschein volgens alle in
gewijden het meest bijgedragen, en hij oogstte daarvoor
dan ook de eenstemmige lof van de Italiaanse en Duitse
katholieke pers. Als men dan nog weet, dat hij toen reeds
in Italië spoedig persoonlijk contact zocht met sociale lei
ders als Romolo Murri en Don Sturzo, zijn reizen door het
land afwisselde met spreekbeurten en zijn schrijflust uit
vierde in talrijke brieven, dan heeft men hier reeds de
objecten van zijn blijvende belangstelling op kleine schaal
bijeen.
werd een aanklacht ingediend, en hij
werd tot gevangenisstraf veroordeeld.
Het spreekt vanzelf, dat deze slag Son
nenschein niet cr van kon afhouden
zijn sociale actie, ook voor de Italia
nen, voort te zetter..
Men moet Sonnenschein weten te
zien en te waarderen, zoals hij is
zoals ook zijn superieuren het bijna
altijd hebben gedaan.
Voor zijn werkkracht en voor de
over-vloed van zijn plannen werd de
bedding van een parochie, zelfs in een
industriestad, te eng. Meer en meer
groeide hij naar de vrije zielzorg in de
millioenenstad, waarvoor hij tenslotte
ook toestemming zou krijgen.
Voorlopig achtte hij zich gelukkig
zijn diensten te kunnen aanbieden aan
de Centrale van de „Volksverein" te
München-Gladbach. Iet ruime doel
van deze instelling was: de Duitse ka
tholieken te bekwamen voor de oplos
sing van de culturele, economische en
sociale problemen, waarvoor zij in toe
nemende mate werden geplaatst. In
heel deze actie heerste de geest van
de edele Rijnlandse industrieel Franz
Brandt, die men tot op zekere hoogte
kan vergelijken met de Franse fabri
kant Léon Harmei te Val' des Bois bij
Reims. Deze Franse industrieel leefde
als een patriarch tussen zijn arbeiders,
door wie hij algemeen „le bon père"
werd genoemd (zie o.a. Guitton S.J.:
Léon Harmei, 2 dln.). In een ander op
zicht kan men Brandt ook vergelijken
met Albert de Mun, die op de sociale
wetgeving zelf in zijn land poogde in
te werken.
Brandt verschilde echter van Har
mei, doordat hij diens patriarchale
standpunt slechts een dokteren aan de
symptomen achtte, en van De Mun
doordat deze een schitterend officier
zonder soldaten was. Het is Albert de
Mun, met de aanmoedigingen van Leo
XIII en de verdeeldheid van de ka
tholieken in zijn land, immers niet
mogen gelukken ook maar één sociale
wet, die aan zijn ideeën en eisen be
antwoordde, in de Kamer er door te
krijgen. Terwijl zijn pogingen, om de
„Union de la France catholique" te
doen. herleven, zowel als zijn „Ligue
catholique sociale" door gebrek aan
medewerking mislukten, verwierf de
„Volksverein" onder Franz Brandt en
thousiaste leden en medewerkers. Niet
de minste onder hen was dr. Sonnen
schein. Vooral als redenaar voor grote
volksmenigten en in openbare debatten
met aanhangers van de Sozialdemo-
kratische Partei heeft hij in deze pe
riode zeer veel gepresteerd en ge
leerd
A. DE VISSER S.C.J.
(Wordt vervolgd)
Het eerste artikel over dr. Carl Son
nenschein is verschenen in ons blad
van 16 Februari j.l.
De contactcommissie van het Verbond
van Nederlandse Werkgevers, het Cen
traal Sociaal-Werkgeversverbond, het
Katholiek Verbond van Werkgevers
vakverenigingen en het Verbond van
Prot.-Christelijke Werkgevers in Neder
land heeft een nota inzake het cadeau
stelsel gericht aan de minister en aan
de staatsecretaris van economische za
ken, waarin wordt gezegd dat de be
staande wetgeving voldoende mogelijk
heden biedt om tot een aanvaardbare
en doeltreffende regeling van de mede
dinging te geraken. Zij zien dan ook
geen reden om ten aanzien van een fa
cet daarvan, het cadeaustelsel, een van
de beginselen van de algemene mede
dinging-wetgeving afwijkende wettelij
ke regeling te creëren.
De verbondenen kunnen zich niet aan
de indruk onttrekken, dat door de wij
ze, waarop in middenstandskringen
thans opnieuw en in sterke mate ge
ageerd wordt tegen z.g. „uitwassen"
van het cadeaustelsel, deze materie uit
de zakelijke sfeer wordt gehaald en in
de sfeer van het sentiment wordt ge
trokken.
Naar de mening van dé genoemde
werkgeversverbonden diert principieel
de regeling van iedere afzonderlijke
vorm van mededinging dus ook van
het cadeaustelsel in eerste instantie
een zaak te zijn van het bedrijfsleven
zelf en niet van de overheid.
Voorts wijzen de Verbonden erop, dat
het uitvoeren van wettelijke regelen
omtrent het cadeaustelsel tot repercus
sies op andere terreinen van concur
rentie zal leiden.
Ook de bepaling van hetgeen als uit
was moet worden beschouwd zal op
vele practische bezwaren stuiten.
Een "voor de hand liggende weg om
tot regeling van het cadeaustelsel, voor
zover hieraan behoefte bestaat, te ko
men, Is naar de mening van de ver
bonden te vinden in de vorm van on
dernemersovereenkomsten, waarbij alle
belanghebbende groepen kunnen wor
den betrokken. Eventueel kan voor
een dergelijke overeenkomst verbin
dendverklaring wurden gevraagd.
Uit het oogpunt van ondernemersvrij
heid bezien is dit de enige aanvaardba
re weg. Slaagt het bedrijfsleven daarin
niet, dan is dit nog geen reden voor de
overheid om het bedrijfsleven tegen
zichzelf te beschermen, tenzjj het alge
meen belang zulks zou erlangen, het
geen ernstig moet worden betwijfeld.
Voor zover dergelijke regelingen in
^BO-verband op bevredigende wijze tot
stand kunnen komen, zullen zij even
eens neerkomen op door bedrijfsgeno-
ten in organeu met verordenende be
voegdheid gesanctionneerde overeen
komsten van ondernemers. Dat op on
dernemersovereenkomsten de nadruk
wordt gelegd, sluit, zo merkt de com
missie op, een regeling door publiek
rechtelijke organen niet uit, doch wijst
op ruimer mogelijkheden.
Naast de mogelijkheid van regeling
van het cadeaustelsel door onderne
mersovereenkomsten noemt de nota nog
de mogelijkheid, die het Burgerlijk
Wetboek opent om zodanige uitwassen,
die kennelijk in strijd zouden zijn met
door de rechter erkende opvattingen
van fatsoen te kwalificeren als onrecht
matige daad, zodat een civiele actie kan
worden gevoerd. Echter zullen derge
lijke uitwassen zich ongetwijfeld slechts
zeer zelden voordoen en indien zij al
mochten voorkomen, in de meeste ge
vallen zichzelf straffen en elimineren.
mÊÊ^i
Dit jaar zal de Britse luchtmacht voor
het eerst de beschikking krijgen over
atoombommenzo heeft de Britse minis
ter van Luchtvaart, Lord de Lisle and
Dudley, gister in een rapport over de
geraamde kosten van de luchtmacht
medegedeeld.
De snel groeiende atoomindustrie van
Engeland begint ondertussen met die van
de Verenigde Staten te concurreren als
koopster van uranium. De regering van
Churchill heeft geheime onderhandelin
gen te Brussel aangeknoopt over de
aankoop van uranium uit de Belgische
Congo. Tegelijk onderhandelt zij over de
exploitatie van nieuwe uraniumvondsten
in het Britse gemenebest. De Britse
vraag is sterk gestegen doordat Enge
land thans zelf atoomwapens vervaardigt
en experimentele stations voor atoom
energie heeft gebouwd.
De overeenkomst van Londen 1944
met België, waarbij bijna de gehele
uraniumproductie van de Congo werd
toegewezen aan een officieel Anglo-
Amerikaans genootschap, loopt dit jaar
af. Vermoedelijk neemt Amerika aan
de thans gevoerde onderhandelingen
deel, doch er zijn aanwijzingen, dat
Engeland thans een onafhankelijke
overeenkomst voor aanvoer, vrij van
Amerika, uit de Congo wenst.
In Australië, Canada en Zuid-Afrika
komen tharts nieuwe uraniummijnen in
productie, die een soort erts leveren, dat
gemakkelijker verwerkt kan worden dan
het Congo-erts. Verwacht wordt dat de
Britse fabrieken geleidelijk op grond
stoffen uit het Gemenebest zullen over
schakelen, te meer waar België, dat
binnenkort, in April, met de bouw van
een atoomreactor zal beginnen, een gro
ter gedeelte van de Congo-productie
wenst te ontvangen. (Reuter-A.P.).
(Van onze correspondent)
De rechtbank te Arnhem heeft de
35-jarige grossier in textiel A. G. L. v.
d. P. te Arnhem conform de eis veroor
deeld tot vier jaar gevangenisstraf met
aftrek van voorarrest. Zijn helper, de
42-jarige poelier H. J. H., werd even
eens. conform de eis veroordeeld tot an
derhalf jaar gevangenisstraf met aftrek
van voorarrest. V. d. P. had in tal van
plaatsen door het gehele land in de
periode van September 1951 tot Mei
1953 meer dan vijftig inbraken gepleegd
en daarbij in totaal ruim 20.000 buit
gema'akt. Het tweetal trek er op uit in
een auto met Belgische tapijten. Als de
verkoop niet vlotte, werd de auto op
een stille plek geparkeerd en zocht v.
d. P. een pand uit waar hij kon inbre
ken. Zijn handlanger H., die als chauf
feur fungeerde, zit momenteel wegens
smokkel in een Duitse gevangenis.
„1 'c. - ÏCI? '1
Geen last van vorst, sneeuw of regen, nu reeds een stralende zon in een
strak blauwe lucht, bloeiende mimosa en bottende magnolia en zelfs gelegenheid
tot zwemmen in de Middellandse Zee, zo is Februari aan de Franse Rivièra.
Druk bezet zijn de stoeltjes aan de boulevards. Ieder, die enigszins kan, profi
teert van de zon.
anneer men een kat wil aanschaf
fen, kan men er een betrekken
via een kennis, die een nest
jonge poesjes heeft, of door middel van
een asyl of de Vereniging voor Dieren
bescherming of een goed bekend staan
de zaak in huisdieren. Zorg er echter
voor, dat ge een gezond dier krijgt. Glo
baal moet het diertje er goed en wel
doorvoed uitzien. De vacht moet glan
zen. Bovendien moet het katje speels en
levenslustig zyn. Een diertje, dat doods
en stil in een hoekje zit, kan men beter
laten waar het is en niet nemen.
Heeft men zijn keuze bepaald, dan
dient er voor een goede slaapgelegen
heid voor het katje gezorgd te worden.
Belangrijk is, dat de slaapplaats ruim is
en het diertje er gemakkelijk in kan lig
gen.
Men kan als slaapplaats gebruiken
een mandje, een kist of een solide doos.
Onderin moet wat warmte-isolerend
materiaal komen. Hier kan men goed
oude kranten voor gebruiken. Daar bo
venop komen dan wat oude, schone lap
pen of een stukje deken. Tussen beide
Het totaal-prijsindexcijfer van het ge-
zinsverbruik is van 15 December 1953
tot 15 Januari 1954 met 3 punten ge
stegen, n.l. van 120 tot 123 (basis 1949
100). Aldus deelt het C.B.S. mede.
Het indexcijfer voor de voeding steeg
met 2 punten. De belangrijkste stijging
deed zich, evenals vorig jaar, in Januari
voor bij het indexcijfer voor groenten.
Voorts waren chocolade, koffie, aard
appelen, thee, rundvlees, verse vis en
witbrood van patentbloem per 15 Ja
nuari 1954 duurder dan per 15 Decem
ber 1953.
Prijsdalingen traden o.m. op bij fruit,
suiker, eieren en jam.
B(j de prijsveranderingen, die zich bij
de niet-voedingsmiddelen voordeden,
et is verkeerd als men de scooter ziet als een vervolmaking van de
bromfiets. Zij is een geheel eigen verschijning. Men moet haar zien
als de auto op twee wielen van de man die graag een (echte) auto zou
willen hebben, maar die ófwel geen geld genoeg heeft er een aan te schaf
fen ófwel deze niet van „de zaak" ter beschikking krijgt. Degene die niet
houdt van zware leren jassen, die een motor met zijn afschuwelijk geronk
verfoeit, die daarentegen een bromfiets niet snel genoeg vindt en niet geheel
by zijn standing vindt passen, dat is het prototype van de scooter-bezitter.
Aldus is ons in het kort de mentaliteit van de scooter-berijder gekenschetst.
Nu moet zonder meer worden toege
geven, dat de scooter een niet onfraai
verschijnsel is, dat een redelijke snel
heid kan halen, weinig onderhoud vergt
en zeer geschikt is om er toeristisch op
uit te trekken. Degenen die verder en
sneller willen gaan dan de bromfiets
en die geen licht motorrijwiel of een
„echte" motor willen hebben vinden in
de scooter een prettig, laag op
de weg liggend vervoermiddel, dat
enige beschutting aan de benen en
voeten verleent, en dat tegenwoordig
ook wel is uitgerust met een windbe-
schermer.
Er rijden nog slechts 4% duizend van
deze kleine torren op onze wegen, maar
opmerkelijk ie, dat de helft hiervan
vorig jaar geïmporteerd is. Ons klimaat
is vanzelfsprekend niet zo fraai als in
Italië, waar men over deze dingen haast
struikelt, maar toch kan men een groot
gedeelte van het jaar in ons land op
de scooter rijden zonder dat men zich al
te zeer in leren pakken moet steken.
Meer en meer wordt dit voertuig
voor het groot-toerisme gebruikt. De
prijs schijnt in ons land nog een strui
kelblok te zijn. Deskundigen menen,
dat, wil de scooter een succes worden,
de aanschaffingsprijs de duizend gulden
niet te boven moet gaan. De scooter zou
heel wat goedkoper zijn als de weelde
belasting, die de prijs zeer ongunstig
beïnvloedt, zou worden opgeheven. De
importeurs, zo is ons verteld, zoeken
krampachtig naar een scootermerk, dat
het in ons land goed zal gaan „doen".
Naast de import uit Italië is er nu ook
invoer uit Oostenrijk en West-Duits-
land. In dit laatste land is de oude
vliegtuigindustrie naarstig bezig een
markt te veroveren. Ook in ons land
komt de productie langzamerhand op
gang.
De scooter is natuurlijk bestemd voor
de rijweg. De kruissnelheid van 60 km
wordt voldoende genoemd om uit de
wielen van het zware vrachtverkeer te
komen. Daar de scooter een groter
visueel volume heeft dan de bromfiets,
die wel eens als een verticale flits
E
De scooter in Italië: gemak,
gratie.
souplesse,
wordt gekenschetst, is zij minder kwets
baar dan haar oudere broer.
Ten aanzien van de bromfietsen moet
nog gewezen worden op de Nederlandse
Bromfietsenbond, welks doel het is in
termediair te zijn tussen de bromfiet
sers en de overheid en die van alle
bromfietsers goede weggebruikers wil
maken, voorzover zij dat niet al zijn.
De Bromfietsenbond heeft zich
gekant tegen de verordening van de
minister betreffende de verwijzing
naar het fietspad. Hij wijst er op,
dat de 50cc grens min of meer wil
lekeurig is vastgesteld en dat onder
deze grens bromfietsen voorkomen
met een martiaal karakter, dusda
nig, dat men eerder van een com
plete motorfiets dan van een brom
fiets kan spreken. Waarom het ver
keer op het rijwielpad in gevaar
brengen door deze „motorfietsen" te
verplichten er gebruik van te ma
ken, zo vraagt men. Is het niet
beter de bromfietsers de vrije keus
te laten en de regeling van 1 Aug.
1953 op te heffen?
De bromfietser zal stellig de meest
veilige weg kiezen. Dé zware fiets
hoewel onder de 50 cc en aan te trap
pen zal dan de vrijheid hebben op
de hoofdverkeersweg te rijden en de
minder zware zal het rijwielpad kiezen.
Worden te enigerti.id de rijwielpaden
verbreed dan zalde zware bromfiets
ook op het rijwielpad kunnen rijden.
De A.N.W.B. kan een en ander niet
onderschrijven. Het is heel goed, aldus
zegt men in deze kring, dat het rijwiel
pad voor de bromfiets bestemd is. Het
is inderdaad soms een chaos op het
rijwielpad, maar er zou een nog groter
chaos zijn als de bromfietsers vrjj wa
ren de verkeersweg of het rijwielpad
naar keuze te berijden. Als men met de
regeling van deze zaak zou moeten
wachten tot de rijwielpaden verbreed
zijn zou het probleem nog veel onover
zichtelijker worden.
De motorrijtuigenbelasting voor de
bromfietsen onder de 50 cc is voorts een
der punten, waarop de Bromfietsenbond
critiek heeft. Deze bedraagt f 14 's jaars.
Men acht het onbillijk dat bij betaling
per kwartaal er f 2 administratiekosten
berekend wordt. Dit vormt voor de
bromfietser een extra last van f 8 per
jaar. Men vraagt zich verder af hoeveel
„zwartrijders'' er zijn. Er is sporadisch
contróle en er zullen vele bromfietsers
zijn. die bij contróle geen wegenbelas-
tingkaart kunnen tonen.
Cylinderinhoud op te voeren
Een ander punt dat de contróle geldt
is de 50 cc cylinderinhoud. Het. kost
een enigszins technisch onderlegd per
soon weinig moeite zijn cylinderinhoud
van bijv. 46 cc op te voeren tot 52 cc.
Zou de fiets gecontroleerd worden, waar
voor zij enige dagen uit de circulatie
zou moeten zijn, dan zou dit aan het
licht kunnen komen, maar overigens
rijdt men op een merk, dat bekend staat
als een inhoud onder de 50 cc te heb
ben, terwijl de inhoud groter is en het
vermogen dus ook. Een onzer zegslieden
heeft zijn cylinderinhoud opgevoerd door
de uitlaatpijp te verkorten. Zijn brom
fiets kan nu sneller rijden. Hij is echter
een bezadigd en verstandig man en ge
bruikt dit grotere vermogen alleen om
wat sneller „op te trekken".
De bond keert zich tegen de wegpira-
ten en tracht zoveel mogelijk het
verkeersfatsoen te bevorderen. Hij is
tegen snelheidswedstrijden op bromfiet
sen, en organiseert van tijd tot tijd
ral leys en toertochten om de man die
anders vaak zijn bromfiets alleen ge
bruikt om snel naar zijn werk te kun
nen gaan meer liefde voor de natuur
bü te brengen.
was uiteraard de huurverhoging de be
langrijkste. Het huurindexcüfer steeg
met 25 punten, waardoor het totale in
dexcijfer 2 punten hoger werd. Voorts
hadden hier betekenis de daling van de
loon- en personele belasting en de prijs
verlagingen van brandstoffen en schoe
nen.
In de betrokken periode deden zich
bovendien verhogingen voor van ver
schillende sociale lasten, terwijl ook de
verhoging der kapperstarieven haar in
vloed deed gelden.
Tetsuo Hayasja, een 38-jarige vroegere
sergeant-majoor van de Japanse mili
taire politie, die na de oorlog als oor
logsmisdadiger is veroordeeld, is giste
ren teruggekeerd in de Sugamo-gevan-
genis te Tokio, nadat hü in Juni van het
vorige jaar tengevolge van een admini
stratieve vergissing was vrijgelaten.
De Nederlandse regering is de fout,
die noch door een Nederlandse, noch
door een Japanse instantie is gemaakt,
maar waarschijnlijk door de Geallieerde
Raad is begaan, chter op het spoor ge
komen, waardoos de Japanner thans op
nieuw is ingesloten.
In het strafregister was hij opgeno
men bij de gevangenen die tot tien jaar
gevangenisstraf waren veroordeeld
Toen onlangs aan deze groep amnestie
werd verleend, profiteerde ook Hayasja
hiervan. Ten onrechte echter, want hii
was veroordeeld tot levenslange gevan-
femaokf h -^e administratieve fout is
1J ovei"óracht door de Ne-
erlanders, via de Geallieerde Raad, aan
de Japanse autoriteiten. Op verzoek van
de Nederlandse autoriteiten hebben de
Japanners het gratiebesluit nu weer in
getrokken. Hayasja, die zes jaar lang in
de gevangenis had doorgebracht, had na
zijn aanvankelijke vrijlating reeds een
baan gevonden bij een radio-omroep in
Kobe.
Gisteren is de 34-jarige vertegen
woordiger M. N. uit Den Haag, die op
oen bromfiets reed, op de hoek van de
Hoefkade en de Marktweg dodelijk ver
ongelukt toen hij voorrang wilde ver
lenen aan een van rechts komende
vrachtauto, bestuurd door de 28-jarige M.
V. uit Rottterdam.
De bromfietser remde, slipte en kwam
in aanraking met het linkerachterwiel
van de vrachtauto. Hij viel op de straat
en bleek zo ongelukkig te zijn terecht
gekomen dat hij tijdens het vervoer naar
het ziekenhuis Westeinde is overleden.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet
zijn bezorgd, staan, tussen haakjes, ach
ter de naam van het schip vermeld:
Indonesië: m.s. „Oranje" (11 Maart);
Ned, Nieuw-Guinea: m.s. „Kota Agoeng"
(4 Maart); Ned. Antillen: m.s. „Maas"
(1 Maart); Suriname: s.s. „Baarn" (3
Maart); Unie van Zuid-Afrika en Z.W-
Afrika: m.s. „Winchester Castle" (27
Febr.): Canada: s.s. „Waterman" (27
Febr). s.s. „Averdijk" (3 Maart), s.s.
American Couseler" (4 Maart); Zuid-
Amerika: s.s. „Andes" (27 Februari);
Australië: s.s. „Himalaya" (27 Febr.);
Nieuw-Zeeland: via Engeland (27 Febr.).
De postkantoren geven inlichtingen
betreffende de verzendingsdata van
postpakketten.
Is dit misschien de meest hygiënisch
kattenbak?
lagen strooit men één of ander voor de
kat onschadelijk insectenibestrijd'ings-
middel.
Het schoonmaken van de slaapplaats
is nu zeer eenvoudig. De kranten doet
men in de vuilnisemmer en vervangt
men door nieuwe, terwijl de lappen of
de deken worden gewassen en, nadat
zij goed droog zijn, weer in de slaap
plaats worden gelegd. Wanneer 't nodig
is, wordt de mand of kist flink afge
schrobd. Gebruikt men een doos, dan
wordt deze door een nieuwe vervangen
Een kat kan vrij veel kou verdragen,
maar absoluut geen tocht of vocht. Men
moet dus de kat een slaapgelegenheid
op een tocht- en vochtvrije plaats geven.
Poes krijgt natuurlijk ook een etens-
en drinkbak. Hiervoor kan men het
beste geglazuurd aardewerk, gebruiken.
Houdt vooral die bakken regelmatig
goed schoon. Ook de kattebak is een
noodzakelijk voorwerp als men geen
tuin heeft.
Als kattebak kan men het beste een
grote, geëmailleerde of stenen schaal
gebruiken. Let er vooral op, dat de bak
niet kan kantelen, want dit is, zowel
voor de kat, als voor u, zeer onaange
naam. Op de bodem legt men een oude
krant en vult de bak tot even onder de
rand met turfmolm, zand zaagsel of pa
piersnippers. Men verschone de katte
bak regelmatig. Het zindelijk maken
van een jong katje gaat over het alge
meen gemakkelijker dan bij de hond.
Wanneer men het diertje slechts enige
malen op het juiste moment op de kat-
tebak heeft gezet, zal het in de toö-
komst zindelijk en netjes zijn.
Het klauwen van de kat, waarbij het
dier zijn nagels scherpt, is voor de
eigenaar buitengewoon onaangenaam.
Soms kan men hier iets aan doen. door
oen zogenaamde krab-paal, gemaakt
van een niet te hard rond stuk hout,
dat op een stevig voetje is bevestigd.
Dit paaltje kan veel narigheid voor-
•komen.
Wanneer wij onze kat goed verzorgen
en het dier geven, waar het recht op
heeft, zullen wij er veel genoegen van
beleven.
De kat is van oorsprong een roof
dier en leeft dus in de oerstaat van.
vlees. Wij kunnen de kat dus niet af
schepen met voedsel, zoals wij dat zelf
eten, maar haar hoofdvoedsel dient uit
vlees te bestaan. Dit behoeft geen kost
bare geschiedenis te worden, want, in
tegenstelling tot de hond, is de kat een
„kleine" etef, terwijl er bovendien ge
schikt kattenvoedsel tegen redelijke
prijs in de handel is.
Bij het eten van de kat, moeten wij
er rekening mee houden, dat het dier
erg kieskeurig is. Alvorens te eten, zal
zij het eerst ter dege beruiken. Het
voedsel dient daarom altijd stofvrij en
vers te zijn. De kat eet kleine hoe
veelheden, maar zij doet het op haar
gemak en verwerkt het eten intensief.
Het verteren van het voedsel geschiedt
bij de kat vrij snel. Jonge katten moe
ten daarom viermaal per dag gevoed
worden. Volwassen dieren tweemaal en
poesen, „die zullen jongen, driemaal per
dag. Het juiste voedsel voor de kat moet
van dierlijke aard zijn en voor een
groot deel bestaan uit vis- of vlees-
afval, vermengd met een meelproduct.
Wij dienen er echter voor te waken, dat
het voedsel niet te zout is.
Ook in de kattenvoeding nemen de
vitaminen een belangrijke plaats in.
Geef uw kat daarom zo nu en dan eens
een stukjë verse lever, ongeveer één
maal in de acht dagen. Meer geven is
niet goed, aangezien dit een voedsel-
stoornis kan veroorzaken.
In weerwil van het feit, dat de kat
vreselijk enthousiast kan zijn voor de
restjes van uw vismaaltijd, kunt u het
dier de vellen en de koppen beter niet
geven. Het veroorzaakt dikwijls ver
stopping.
Er bestaat een volkomen verkeerd be
grip omtrent het verstrekken van melk
aan de kat. Veel katteneigenaars be
schouwen het als de normaalste zaak»
dat de kat melk drinkt en niets anders.
Dit is echter volkomen fout.
In de natuurlijke staat krijgt de ka'
alleen melk, wanneer zij nog bij haar
moeder is. Is zij eenmaal volwassen,
dan drinkt aij niets anders dan water.
Wij moeten het geven van melk aan
de kat dan ook zien als een extraatje,
een lekkernij. Evenals voor de men'
een overmatig gebruik van lekkernijen
funest is, zo is dit ook voor de kat het
geval. Geef het dier daarom water en
zorg er voor, dat dit regelmatig ver
verst wordt, want de kat houdt niet
van water, dat geruime tijd gestaan
heeft. Zo nu en dan kan men zijn poes
wat melk, vermengd met water, geven
en dit is dan een tractatie. Pure melk
is te vet.
De kat, die een tuin tot haar beschik
king heeft, zal zo nu en dan wat gra®
eten. Dit is noodzakelijk; het reinig1
maag en darrnen, prikkelt de inwendig®
organen tot activiteit en is dus voor h?
dier een onontbeerlijk iets. Vooral i®
grote steden, waar veel katten g?
bovenhuizen verblijven, moeten zij dik*
wijls gras ontberen. Wil men zijn ka*
in goede conditie houden en de gezond"
heid van het dier "waarborgen, dan "f
het zeer belangrijk te zorgen, dat ee j
graszode op een bord of in een schaa'
voor het dier aanwezig is. Door de zoo®
zo nu en dan met water te begiet®"»
houdt men deze lang goed.