Voorbereiding op de vrije zielzorg in de millioenenstad Eerste contacten met de arbeiders is Ès POES EEN LIEF HUISDIER w Scooter.auto op twee wielen Dr. Carl Sonnenschein Werkgevers tegen wettelijke regeling van cadeau-stelsel Goede slaapplaats en juiste voeding zijn echter eerste vereisten I fists* i ittf t - -> Kosten van levensonderhoud in Januari met 3 pnt. gestegen H Zon en bloemen in Februari RAF krijgt dit jaar atoombommen 4.5ÜÜ op de Nederlandse wegen Bromfietsenbond en rijwielpad DINSDAG 23 FEBRUARI 1954 PAGINA 6 Meer dan 50 inbraken gepleegd A rnhemmer tot vier jaar veroordeeld Bromfietsenbond Vrijgelaten Japanner terug in de cel Nederland ontdekt administratieve fout DODELIJKE VAL VAN BROMFIETSER ZEEPOST Vlees, water en gras n het leven van Sonnenschein kan men vooral twee tijd perken onderscheiden, die reeds in de titel van Hoe- ber's boek worden aangeduid: hij wijdde zich (vooral vanuit München-Gladbach) met hart en ziel aan een her-oriëntering van de Duitse studentenwereld in de tijd vóór de eerste wereldoorlog daarna komt zijn arbeid in Berlijn, waar hij het verschromvelde katholicis me ophief uit een toestand van godsdienstige en culturele ongeachtheid en nog tijd vond, om in duizenden noden hulp te bieden. Dit noodzakelijke schema trekt uiteraard plompe lijnen door een werkzaamheid, die bijna onna speurbaar vertakt is. Als student in Rome had hij zich al bemoeid met le armste bengels van de stad („Ragazzi-biindiger" noemden Maar niet aanstonds na de vol tooiing van zijn studiën zou Sonnen schein het werkterrein vinden, dat voor zijn onstuimige, rusteloze aard, voor zijn dadendrang en zijn organisa tietalent bleek weggelegd. Juister ge zegd: niet aanstonds werd hij tussen die noden geplaatst, waarvoor zijn bekommernis en zijn werkkracht het meest toereikend waren. Zijn eerste standplaats was Aken, waar hij in de St. Jakobsparochie twee jaren kapelaan is geweest. Zijn priesterlijke ijver, zijn ongekunsteld medeleven vooral met de jeugd en met de armen verwierven hem een oprechte sympathie. Als hij preekte was de kerk vol, dikwijls overvol. Wat de toehoorders pakte, was de persoonlijke doorleefdheid van zijn gedachten, zijn voelbaar besef van de actuele stromingen en noden, en de voor die tijd volkomen nieuwheid van zijn stijl. Als redenaar zijn medestudenten wisten dit reeds had Sonnenschein een uitzonderlijk talent; hij was ook een meester in het improviseren. Hij putte uit een rijk geestelijk fonds, ge voed door gebed, overweging, en een intelligente keuze van veelsoortige li teratuur. In zijn bibliotheek kwamen geleidelijk, na de beste theologische werken van zijn tijd, boeken over kerk geschiedenis en sociologie; ook de wer ken van Marx, Lasalle, Bebel en Bern stein ontbraken niet. Er stonden ook de Confessiones van Augustinus en de Divina Commedia van Dante, en Commentaren op de Heilige Schrift. Sonnenschein verdiepte zich ook gaarne in cultuur- en kunst geschiedenis. Op zijn reizen vond hij tijd om romans te lezen, vooral die, waarin een sociaal probleem werd be handeld. Franse en Italiaanse romans las hij in de oorspronkelijke taal, En gelse en Russische in vertaling. Hij bereidde zijn spreekbeurten naar de in houd degelijk voor, maar liet de vorm over aan de gunst van het ogenblik. Na enige minuten groeide in de toe hoorders de overtuiging, dat deze re denaar een waarachtige persoonlijkheid was erst Mensch, dann Christ, dann ganze Lensch. Na zijn twee jaren arbeid in Aken werd hij geplaatst in Keulen-Nippes een voorstad met een talrijke arbei dersbevolking. Al was pastoor Roseile 1 hem daar een levende vermaning tot maat houden, deze oudere priester gaf zijn jonge kapelaan toch de gelegenheid om zijn gezonde nieuwe initiatieven, vooral in de jeugd- en de arbeiders beweging, te verwerkelijken. Goedhar tige onenigheden had hij alleen met zijn huishoudster, aangezien hij van zijn bezoeken aan de armen in hun dakkamers en kelderwoningen herhaal delijk eerst om 3 of 4 uur thuis 'rwam om het middagmaal te gebruiken. Een stuk moderne zielzorg was het reeds in Sonnenschein's dagen, dat hij wekelijks enige tijd vrij maakte, om met intellectuele leken van gedachten te wisselen over allerlei onderwerpen, die voor het kerkelijk leven dus voor priesters en leken van belang waren. Toen Sonnenschein in 1906 ook deze levendige parochie moest verlaten, werd hem bij het hartelijke afscheid openlijk gezegd, dat ij er geen vijand had. Daarna kwam zijn aanstelling als kapelaan aan de H. Hartkerk te Elber- feld. In deze stad vormden de katho lieken slechts een vierde ieel van de bevolking, en de spanningen in de arbeiderswereld waren hier veel fel ler dan in Aken en Keulen, maar Son nenschein schuwde ook hier de moei ten niet. Iets nieuws in die dagen was het, dat Sonnenschein in deze stad met zoveel overtuiging opkwam voor het recht van de vrouwelijke jeugd op middelbare en daarna academische opleiding, en op steun daartoe van de Staat. Zijn ziens wijze werd niet aanstonds aanvaard! Nochtans was zijn overtuiging hierom trent wel gefundeerd, en waren zijn wensen door christelijke* wijsheid ge matigd. Tijdens zijn kapelaansjaren te El- berfeld begon Sonnenschein zich ook op bijzondere wijze het lot aan te trekken van de Italiaanse arbeiders in die stad, en in het overige Duits land. Altijd heeft Sonnenschein de politieke en sociale geschiedenis van Italië met belangstelling, en waar het pas gaf met bezorgdheid, gevolgd. In 1906 gaf hij een og altijd lezens waardig boekje in het licht onder de titel: „Aus dem letzten Jahrzehnt des italienischen Katholizismus", en in het maandblad Hochland (192123) publiceerde hij twee „Italienische Reisetagebücher". Met de Italiaanse arbeiders had hij onmiddellijk een aanknopingspunt, doordat hij hun taal vloeiend sprak en de leiders in hun vaderland persoon lijk kende. Het ging hem zeer ter harte, dat deze vreemde arbeiders in de Duitse industriegebieden veelal als ont wortelden en vergetenen leefden, ter wijl ook de Kerk zich onvoldoende om hen bekommerde. Velen sloten een ge mengd huwelijk en verloren geleidelijk hun Geloof: hun kinderen groeiden op zonder godsdienstig onderricht. Sonnenschein beschouwde de Ita liaanse arbeiders nu eenmaal als zonen van een land, dat door zijn gebrek aan kolen en ijzer is uitgesloten van de concurrentie in de zware industrie en van de wereldhandel op dit gebied. Naar zijn ondervinding viel het deze mensen bovendien zwaar, om ondanks hun ijver en spaarzaamheid, zich uit hun proletarische levenssfeer op te werken: in hun zuidelijke gemoedelijk heid, zo meende Sonnenschein, waren zij al te gemakkelijk tevreden met een bestaansminimum, dat ver beneden dat van de Duitse arbeider lag. Daarom stichtte hij ter voorlichting van de Ita liaanse arbeiders in Duitsland een or gaan, dat als titel droeg: „Der Italiener in Deutschland". Aanvankelijk ver scheen dit blad op kosten èn onder uit sluitende verantwoordelijkheid van Sonnenschein zelf. Om de loonbelangen van de Italiaanse arbeiders nog beter te behartigen, bezorgde hij hun daar na in hun landgenoot, de priester dr. Va- lente een eigen secretaris; deze kwam bij Sonnenschein inwonen, stond ge heel ter beschikking van de arbeiders, en leidde nu ook onder de schuilnaam Triquarto het genoemde blad voor de Italianen. De actie van dr. Valente kon de be drijfsinspectie natuurlijk niet ontgaan. Omdat deze, naar de opvatting van de regering, geheel aan de kant van de ondernemers stond, vreesde zij van de voorlichtingsarbeid van een Italiaans geestelijke, die de Italiaanse arbeiders in rechts- en loonkwesties wijzer maakte, schade voor de ondernemers, en dr. Valente werd door de Oberpra- sident van de Rijnprovincie, Von Schor- lemer-Lieser, als ongewenste vreemde ling uit Pruisen gewezen. Valente begaf zich toen eerst naar Lotharingen, waar in de industriegebieden van Metz en Diedenhofen eveneens vele Ita lianen woonden, vandaar naar Mün- chen, en keerde tenslotte naar Ita lië terug. Sonnenschein's pogingen tot in de hoogste regionen, om de uitwij zing ongedaan te doen maken, hadden geen resultaat. Toen brak daar in Elberfeld en om streken een staking uit! Omdat de Ita lianen de motieven onvoldoende begre pen en alleen aan hun eigen voordeel schenen te denken, bestond het gevaar, dat zij zich tot onderkruiperij lieten verleiden. Sonnenschein begaf zich naar de bouwterreinen, waade Ita lianen werkten. Hij verklaarde hun in hun moedertaal de reden en de doel einden van de staking, en spoorde hen aan zich aq,n de zijde van hun Duitse kameraden te scharen. Dit optreden van Sonnenschein gold als een over treding van paragraaf zoveel van de arbeidswetten; tegen Sonnenschein hem zijn medestudenten) en kennis gemaakt met de pau pers van de troosteloze randwijken. In die tijd ook (58 September 1900) werd in Rome het eerste internationale studentencongres gehouden. Tot het goede verloop daarvan had Sonnenschein volgens alle in gewijden het meest bijgedragen, en hij oogstte daarvoor dan ook de eenstemmige lof van de Italiaanse en Duitse katholieke pers. Als men dan nog weet, dat hij toen reeds in Italië spoedig persoonlijk contact zocht met sociale lei ders als Romolo Murri en Don Sturzo, zijn reizen door het land afwisselde met spreekbeurten en zijn schrijflust uit vierde in talrijke brieven, dan heeft men hier reeds de objecten van zijn blijvende belangstelling op kleine schaal bijeen. werd een aanklacht ingediend, en hij werd tot gevangenisstraf veroordeeld. Het spreekt vanzelf, dat deze slag Son nenschein niet cr van kon afhouden zijn sociale actie, ook voor de Italia nen, voort te zetter.. Men moet Sonnenschein weten te zien en te waarderen, zoals hij is zoals ook zijn superieuren het bijna altijd hebben gedaan. Voor zijn werkkracht en voor de over-vloed van zijn plannen werd de bedding van een parochie, zelfs in een industriestad, te eng. Meer en meer groeide hij naar de vrije zielzorg in de millioenenstad, waarvoor hij tenslotte ook toestemming zou krijgen. Voorlopig achtte hij zich gelukkig zijn diensten te kunnen aanbieden aan de Centrale van de „Volksverein" te München-Gladbach. Iet ruime doel van deze instelling was: de Duitse ka tholieken te bekwamen voor de oplos sing van de culturele, economische en sociale problemen, waarvoor zij in toe nemende mate werden geplaatst. In heel deze actie heerste de geest van de edele Rijnlandse industrieel Franz Brandt, die men tot op zekere hoogte kan vergelijken met de Franse fabri kant Léon Harmei te Val' des Bois bij Reims. Deze Franse industrieel leefde als een patriarch tussen zijn arbeiders, door wie hij algemeen „le bon père" werd genoemd (zie o.a. Guitton S.J.: Léon Harmei, 2 dln.). In een ander op zicht kan men Brandt ook vergelijken met Albert de Mun, die op de sociale wetgeving zelf in zijn land poogde in te werken. Brandt verschilde echter van Har mei, doordat hij diens patriarchale standpunt slechts een dokteren aan de symptomen achtte, en van De Mun doordat deze een schitterend officier zonder soldaten was. Het is Albert de Mun, met de aanmoedigingen van Leo XIII en de verdeeldheid van de ka tholieken in zijn land, immers niet mogen gelukken ook maar één sociale wet, die aan zijn ideeën en eisen be antwoordde, in de Kamer er door te krijgen. Terwijl zijn pogingen, om de „Union de la France catholique" te doen. herleven, zowel als zijn „Ligue catholique sociale" door gebrek aan medewerking mislukten, verwierf de „Volksverein" onder Franz Brandt en thousiaste leden en medewerkers. Niet de minste onder hen was dr. Sonnen schein. Vooral als redenaar voor grote volksmenigten en in openbare debatten met aanhangers van de Sozialdemo- kratische Partei heeft hij in deze pe riode zeer veel gepresteerd en ge leerd A. DE VISSER S.C.J. (Wordt vervolgd) Het eerste artikel over dr. Carl Son nenschein is verschenen in ons blad van 16 Februari j.l. De contactcommissie van het Verbond van Nederlandse Werkgevers, het Cen traal Sociaal-Werkgeversverbond, het Katholiek Verbond van Werkgevers vakverenigingen en het Verbond van Prot.-Christelijke Werkgevers in Neder land heeft een nota inzake het cadeau stelsel gericht aan de minister en aan de staatsecretaris van economische za ken, waarin wordt gezegd dat de be staande wetgeving voldoende mogelijk heden biedt om tot een aanvaardbare en doeltreffende regeling van de mede dinging te geraken. Zij zien dan ook geen reden om ten aanzien van een fa cet daarvan, het cadeaustelsel, een van de beginselen van de algemene mede dinging-wetgeving afwijkende wettelij ke regeling te creëren. De verbondenen kunnen zich niet aan de indruk onttrekken, dat door de wij ze, waarop in middenstandskringen thans opnieuw en in sterke mate ge ageerd wordt tegen z.g. „uitwassen" van het cadeaustelsel, deze materie uit de zakelijke sfeer wordt gehaald en in de sfeer van het sentiment wordt ge trokken. Naar de mening van dé genoemde werkgeversverbonden diert principieel de regeling van iedere afzonderlijke vorm van mededinging dus ook van het cadeaustelsel in eerste instantie een zaak te zijn van het bedrijfsleven zelf en niet van de overheid. Voorts wijzen de Verbonden erop, dat het uitvoeren van wettelijke regelen omtrent het cadeaustelsel tot repercus sies op andere terreinen van concur rentie zal leiden. Ook de bepaling van hetgeen als uit was moet worden beschouwd zal op vele practische bezwaren stuiten. Een "voor de hand liggende weg om tot regeling van het cadeaustelsel, voor zover hieraan behoefte bestaat, te ko men, Is naar de mening van de ver bonden te vinden in de vorm van on dernemersovereenkomsten, waarbij alle belanghebbende groepen kunnen wor den betrokken. Eventueel kan voor een dergelijke overeenkomst verbin dendverklaring wurden gevraagd. Uit het oogpunt van ondernemersvrij heid bezien is dit de enige aanvaardba re weg. Slaagt het bedrijfsleven daarin niet, dan is dit nog geen reden voor de overheid om het bedrijfsleven tegen zichzelf te beschermen, tenzjj het alge meen belang zulks zou erlangen, het geen ernstig moet worden betwijfeld. Voor zover dergelijke regelingen in ^BO-verband op bevredigende wijze tot stand kunnen komen, zullen zij even eens neerkomen op door bedrijfsgeno- ten in organeu met verordenende be voegdheid gesanctionneerde overeen komsten van ondernemers. Dat op on dernemersovereenkomsten de nadruk wordt gelegd, sluit, zo merkt de com missie op, een regeling door publiek rechtelijke organen niet uit, doch wijst op ruimer mogelijkheden. Naast de mogelijkheid van regeling van het cadeaustelsel door onderne mersovereenkomsten noemt de nota nog de mogelijkheid, die het Burgerlijk Wetboek opent om zodanige uitwassen, die kennelijk in strijd zouden zijn met door de rechter erkende opvattingen van fatsoen te kwalificeren als onrecht matige daad, zodat een civiele actie kan worden gevoerd. Echter zullen derge lijke uitwassen zich ongetwijfeld slechts zeer zelden voordoen en indien zij al mochten voorkomen, in de meeste ge vallen zichzelf straffen en elimineren. mÊÊ^i Dit jaar zal de Britse luchtmacht voor het eerst de beschikking krijgen over atoombommenzo heeft de Britse minis ter van Luchtvaart, Lord de Lisle and Dudley, gister in een rapport over de geraamde kosten van de luchtmacht medegedeeld. De snel groeiende atoomindustrie van Engeland begint ondertussen met die van de Verenigde Staten te concurreren als koopster van uranium. De regering van Churchill heeft geheime onderhandelin gen te Brussel aangeknoopt over de aankoop van uranium uit de Belgische Congo. Tegelijk onderhandelt zij over de exploitatie van nieuwe uraniumvondsten in het Britse gemenebest. De Britse vraag is sterk gestegen doordat Enge land thans zelf atoomwapens vervaardigt en experimentele stations voor atoom energie heeft gebouwd. De overeenkomst van Londen 1944 met België, waarbij bijna de gehele uraniumproductie van de Congo werd toegewezen aan een officieel Anglo- Amerikaans genootschap, loopt dit jaar af. Vermoedelijk neemt Amerika aan de thans gevoerde onderhandelingen deel, doch er zijn aanwijzingen, dat Engeland thans een onafhankelijke overeenkomst voor aanvoer, vrij van Amerika, uit de Congo wenst. In Australië, Canada en Zuid-Afrika komen tharts nieuwe uraniummijnen in productie, die een soort erts leveren, dat gemakkelijker verwerkt kan worden dan het Congo-erts. Verwacht wordt dat de Britse fabrieken geleidelijk op grond stoffen uit het Gemenebest zullen over schakelen, te meer waar België, dat binnenkort, in April, met de bouw van een atoomreactor zal beginnen, een gro ter gedeelte van de Congo-productie wenst te ontvangen. (Reuter-A.P.). (Van onze correspondent) De rechtbank te Arnhem heeft de 35-jarige grossier in textiel A. G. L. v. d. P. te Arnhem conform de eis veroor deeld tot vier jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Zijn helper, de 42-jarige poelier H. J. H., werd even eens. conform de eis veroordeeld tot an derhalf jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. V. d. P. had in tal van plaatsen door het gehele land in de periode van September 1951 tot Mei 1953 meer dan vijftig inbraken gepleegd en daarbij in totaal ruim 20.000 buit gema'akt. Het tweetal trek er op uit in een auto met Belgische tapijten. Als de verkoop niet vlotte, werd de auto op een stille plek geparkeerd en zocht v. d. P. een pand uit waar hij kon inbre ken. Zijn handlanger H., die als chauf feur fungeerde, zit momenteel wegens smokkel in een Duitse gevangenis. „1 'c. - ÏCI? '1 Geen last van vorst, sneeuw of regen, nu reeds een stralende zon in een strak blauwe lucht, bloeiende mimosa en bottende magnolia en zelfs gelegenheid tot zwemmen in de Middellandse Zee, zo is Februari aan de Franse Rivièra. Druk bezet zijn de stoeltjes aan de boulevards. Ieder, die enigszins kan, profi teert van de zon. anneer men een kat wil aanschaf fen, kan men er een betrekken via een kennis, die een nest jonge poesjes heeft, of door middel van een asyl of de Vereniging voor Dieren bescherming of een goed bekend staan de zaak in huisdieren. Zorg er echter voor, dat ge een gezond dier krijgt. Glo baal moet het diertje er goed en wel doorvoed uitzien. De vacht moet glan zen. Bovendien moet het katje speels en levenslustig zyn. Een diertje, dat doods en stil in een hoekje zit, kan men beter laten waar het is en niet nemen. Heeft men zijn keuze bepaald, dan dient er voor een goede slaapgelegen heid voor het katje gezorgd te worden. Belangrijk is, dat de slaapplaats ruim is en het diertje er gemakkelijk in kan lig gen. Men kan als slaapplaats gebruiken een mandje, een kist of een solide doos. Onderin moet wat warmte-isolerend materiaal komen. Hier kan men goed oude kranten voor gebruiken. Daar bo venop komen dan wat oude, schone lap pen of een stukje deken. Tussen beide Het totaal-prijsindexcijfer van het ge- zinsverbruik is van 15 December 1953 tot 15 Januari 1954 met 3 punten ge stegen, n.l. van 120 tot 123 (basis 1949 100). Aldus deelt het C.B.S. mede. Het indexcijfer voor de voeding steeg met 2 punten. De belangrijkste stijging deed zich, evenals vorig jaar, in Januari voor bij het indexcijfer voor groenten. Voorts waren chocolade, koffie, aard appelen, thee, rundvlees, verse vis en witbrood van patentbloem per 15 Ja nuari 1954 duurder dan per 15 Decem ber 1953. Prijsdalingen traden o.m. op bij fruit, suiker, eieren en jam. B(j de prijsveranderingen, die zich bij de niet-voedingsmiddelen voordeden, et is verkeerd als men de scooter ziet als een vervolmaking van de bromfiets. Zij is een geheel eigen verschijning. Men moet haar zien als de auto op twee wielen van de man die graag een (echte) auto zou willen hebben, maar die ófwel geen geld genoeg heeft er een aan te schaf fen ófwel deze niet van „de zaak" ter beschikking krijgt. Degene die niet houdt van zware leren jassen, die een motor met zijn afschuwelijk geronk verfoeit, die daarentegen een bromfiets niet snel genoeg vindt en niet geheel by zijn standing vindt passen, dat is het prototype van de scooter-bezitter. Aldus is ons in het kort de mentaliteit van de scooter-berijder gekenschetst. Nu moet zonder meer worden toege geven, dat de scooter een niet onfraai verschijnsel is, dat een redelijke snel heid kan halen, weinig onderhoud vergt en zeer geschikt is om er toeristisch op uit te trekken. Degenen die verder en sneller willen gaan dan de bromfiets en die geen licht motorrijwiel of een „echte" motor willen hebben vinden in de scooter een prettig, laag op de weg liggend vervoermiddel, dat enige beschutting aan de benen en voeten verleent, en dat tegenwoordig ook wel is uitgerust met een windbe- schermer. Er rijden nog slechts 4% duizend van deze kleine torren op onze wegen, maar opmerkelijk ie, dat de helft hiervan vorig jaar geïmporteerd is. Ons klimaat is vanzelfsprekend niet zo fraai als in Italië, waar men over deze dingen haast struikelt, maar toch kan men een groot gedeelte van het jaar in ons land op de scooter rijden zonder dat men zich al te zeer in leren pakken moet steken. Meer en meer wordt dit voertuig voor het groot-toerisme gebruikt. De prijs schijnt in ons land nog een strui kelblok te zijn. Deskundigen menen, dat, wil de scooter een succes worden, de aanschaffingsprijs de duizend gulden niet te boven moet gaan. De scooter zou heel wat goedkoper zijn als de weelde belasting, die de prijs zeer ongunstig beïnvloedt, zou worden opgeheven. De importeurs, zo is ons verteld, zoeken krampachtig naar een scootermerk, dat het in ons land goed zal gaan „doen". Naast de import uit Italië is er nu ook invoer uit Oostenrijk en West-Duits- land. In dit laatste land is de oude vliegtuigindustrie naarstig bezig een markt te veroveren. Ook in ons land komt de productie langzamerhand op gang. De scooter is natuurlijk bestemd voor de rijweg. De kruissnelheid van 60 km wordt voldoende genoemd om uit de wielen van het zware vrachtverkeer te komen. Daar de scooter een groter visueel volume heeft dan de bromfiets, die wel eens als een verticale flits E De scooter in Italië: gemak, gratie. souplesse, wordt gekenschetst, is zij minder kwets baar dan haar oudere broer. Ten aanzien van de bromfietsen moet nog gewezen worden op de Nederlandse Bromfietsenbond, welks doel het is in termediair te zijn tussen de bromfiet sers en de overheid en die van alle bromfietsers goede weggebruikers wil maken, voorzover zij dat niet al zijn. De Bromfietsenbond heeft zich gekant tegen de verordening van de minister betreffende de verwijzing naar het fietspad. Hij wijst er op, dat de 50cc grens min of meer wil lekeurig is vastgesteld en dat onder deze grens bromfietsen voorkomen met een martiaal karakter, dusda nig, dat men eerder van een com plete motorfiets dan van een brom fiets kan spreken. Waarom het ver keer op het rijwielpad in gevaar brengen door deze „motorfietsen" te verplichten er gebruik van te ma ken, zo vraagt men. Is het niet beter de bromfietsers de vrije keus te laten en de regeling van 1 Aug. 1953 op te heffen? De bromfietser zal stellig de meest veilige weg kiezen. Dé zware fiets hoewel onder de 50 cc en aan te trap pen zal dan de vrijheid hebben op de hoofdverkeersweg te rijden en de minder zware zal het rijwielpad kiezen. Worden te enigerti.id de rijwielpaden verbreed dan zalde zware bromfiets ook op het rijwielpad kunnen rijden. De A.N.W.B. kan een en ander niet onderschrijven. Het is heel goed, aldus zegt men in deze kring, dat het rijwiel pad voor de bromfiets bestemd is. Het is inderdaad soms een chaos op het rijwielpad, maar er zou een nog groter chaos zijn als de bromfietsers vrjj wa ren de verkeersweg of het rijwielpad naar keuze te berijden. Als men met de regeling van deze zaak zou moeten wachten tot de rijwielpaden verbreed zijn zou het probleem nog veel onover zichtelijker worden. De motorrijtuigenbelasting voor de bromfietsen onder de 50 cc is voorts een der punten, waarop de Bromfietsenbond critiek heeft. Deze bedraagt f 14 's jaars. Men acht het onbillijk dat bij betaling per kwartaal er f 2 administratiekosten berekend wordt. Dit vormt voor de bromfietser een extra last van f 8 per jaar. Men vraagt zich verder af hoeveel „zwartrijders'' er zijn. Er is sporadisch contróle en er zullen vele bromfietsers zijn. die bij contróle geen wegenbelas- tingkaart kunnen tonen. Cylinderinhoud op te voeren Een ander punt dat de contróle geldt is de 50 cc cylinderinhoud. Het. kost een enigszins technisch onderlegd per soon weinig moeite zijn cylinderinhoud van bijv. 46 cc op te voeren tot 52 cc. Zou de fiets gecontroleerd worden, waar voor zij enige dagen uit de circulatie zou moeten zijn, dan zou dit aan het licht kunnen komen, maar overigens rijdt men op een merk, dat bekend staat als een inhoud onder de 50 cc te heb ben, terwijl de inhoud groter is en het vermogen dus ook. Een onzer zegslieden heeft zijn cylinderinhoud opgevoerd door de uitlaatpijp te verkorten. Zijn brom fiets kan nu sneller rijden. Hij is echter een bezadigd en verstandig man en ge bruikt dit grotere vermogen alleen om wat sneller „op te trekken". De bond keert zich tegen de wegpira- ten en tracht zoveel mogelijk het verkeersfatsoen te bevorderen. Hij is tegen snelheidswedstrijden op bromfiet sen, en organiseert van tijd tot tijd ral leys en toertochten om de man die anders vaak zijn bromfiets alleen ge bruikt om snel naar zijn werk te kun nen gaan meer liefde voor de natuur bü te brengen. was uiteraard de huurverhoging de be langrijkste. Het huurindexcüfer steeg met 25 punten, waardoor het totale in dexcijfer 2 punten hoger werd. Voorts hadden hier betekenis de daling van de loon- en personele belasting en de prijs verlagingen van brandstoffen en schoe nen. In de betrokken periode deden zich bovendien verhogingen voor van ver schillende sociale lasten, terwijl ook de verhoging der kapperstarieven haar in vloed deed gelden. Tetsuo Hayasja, een 38-jarige vroegere sergeant-majoor van de Japanse mili taire politie, die na de oorlog als oor logsmisdadiger is veroordeeld, is giste ren teruggekeerd in de Sugamo-gevan- genis te Tokio, nadat hü in Juni van het vorige jaar tengevolge van een admini stratieve vergissing was vrijgelaten. De Nederlandse regering is de fout, die noch door een Nederlandse, noch door een Japanse instantie is gemaakt, maar waarschijnlijk door de Geallieerde Raad is begaan, chter op het spoor ge komen, waardoos de Japanner thans op nieuw is ingesloten. In het strafregister was hij opgeno men bij de gevangenen die tot tien jaar gevangenisstraf waren veroordeeld Toen onlangs aan deze groep amnestie werd verleend, profiteerde ook Hayasja hiervan. Ten onrechte echter, want hii was veroordeeld tot levenslange gevan- femaokf h -^e administratieve fout is 1J ovei"óracht door de Ne- erlanders, via de Geallieerde Raad, aan de Japanse autoriteiten. Op verzoek van de Nederlandse autoriteiten hebben de Japanners het gratiebesluit nu weer in getrokken. Hayasja, die zes jaar lang in de gevangenis had doorgebracht, had na zijn aanvankelijke vrijlating reeds een baan gevonden bij een radio-omroep in Kobe. Gisteren is de 34-jarige vertegen woordiger M. N. uit Den Haag, die op oen bromfiets reed, op de hoek van de Hoefkade en de Marktweg dodelijk ver ongelukt toen hij voorrang wilde ver lenen aan een van rechts komende vrachtauto, bestuurd door de 28-jarige M. V. uit Rottterdam. De bromfietser remde, slipte en kwam in aanraking met het linkerachterwiel van de vrachtauto. Hij viel op de straat en bleek zo ongelukkig te zijn terecht gekomen dat hij tijdens het vervoer naar het ziekenhuis Westeinde is overleden. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan, tussen haakjes, ach ter de naam van het schip vermeld: Indonesië: m.s. „Oranje" (11 Maart); Ned, Nieuw-Guinea: m.s. „Kota Agoeng" (4 Maart); Ned. Antillen: m.s. „Maas" (1 Maart); Suriname: s.s. „Baarn" (3 Maart); Unie van Zuid-Afrika en Z.W- Afrika: m.s. „Winchester Castle" (27 Febr.): Canada: s.s. „Waterman" (27 Febr). s.s. „Averdijk" (3 Maart), s.s. American Couseler" (4 Maart); Zuid- Amerika: s.s. „Andes" (27 Februari); Australië: s.s. „Himalaya" (27 Febr.); Nieuw-Zeeland: via Engeland (27 Febr.). De postkantoren geven inlichtingen betreffende de verzendingsdata van postpakketten. Is dit misschien de meest hygiënisch kattenbak? lagen strooit men één of ander voor de kat onschadelijk insectenibestrijd'ings- middel. Het schoonmaken van de slaapplaats is nu zeer eenvoudig. De kranten doet men in de vuilnisemmer en vervangt men door nieuwe, terwijl de lappen of de deken worden gewassen en, nadat zij goed droog zijn, weer in de slaap plaats worden gelegd. Wanneer 't nodig is, wordt de mand of kist flink afge schrobd. Gebruikt men een doos, dan wordt deze door een nieuwe vervangen Een kat kan vrij veel kou verdragen, maar absoluut geen tocht of vocht. Men moet dus de kat een slaapgelegenheid op een tocht- en vochtvrije plaats geven. Poes krijgt natuurlijk ook een etens- en drinkbak. Hiervoor kan men het beste geglazuurd aardewerk, gebruiken. Houdt vooral die bakken regelmatig goed schoon. Ook de kattebak is een noodzakelijk voorwerp als men geen tuin heeft. Als kattebak kan men het beste een grote, geëmailleerde of stenen schaal gebruiken. Let er vooral op, dat de bak niet kan kantelen, want dit is, zowel voor de kat, als voor u, zeer onaange naam. Op de bodem legt men een oude krant en vult de bak tot even onder de rand met turfmolm, zand zaagsel of pa piersnippers. Men verschone de katte bak regelmatig. Het zindelijk maken van een jong katje gaat over het alge meen gemakkelijker dan bij de hond. Wanneer men het diertje slechts enige malen op het juiste moment op de kat- tebak heeft gezet, zal het in de toö- komst zindelijk en netjes zijn. Het klauwen van de kat, waarbij het dier zijn nagels scherpt, is voor de eigenaar buitengewoon onaangenaam. Soms kan men hier iets aan doen. door oen zogenaamde krab-paal, gemaakt van een niet te hard rond stuk hout, dat op een stevig voetje is bevestigd. Dit paaltje kan veel narigheid voor- •komen. Wanneer wij onze kat goed verzorgen en het dier geven, waar het recht op heeft, zullen wij er veel genoegen van beleven. De kat is van oorsprong een roof dier en leeft dus in de oerstaat van. vlees. Wij kunnen de kat dus niet af schepen met voedsel, zoals wij dat zelf eten, maar haar hoofdvoedsel dient uit vlees te bestaan. Dit behoeft geen kost bare geschiedenis te worden, want, in tegenstelling tot de hond, is de kat een „kleine" etef, terwijl er bovendien ge schikt kattenvoedsel tegen redelijke prijs in de handel is. Bij het eten van de kat, moeten wij er rekening mee houden, dat het dier erg kieskeurig is. Alvorens te eten, zal zij het eerst ter dege beruiken. Het voedsel dient daarom altijd stofvrij en vers te zijn. De kat eet kleine hoe veelheden, maar zij doet het op haar gemak en verwerkt het eten intensief. Het verteren van het voedsel geschiedt bij de kat vrij snel. Jonge katten moe ten daarom viermaal per dag gevoed worden. Volwassen dieren tweemaal en poesen, „die zullen jongen, driemaal per dag. Het juiste voedsel voor de kat moet van dierlijke aard zijn en voor een groot deel bestaan uit vis- of vlees- afval, vermengd met een meelproduct. Wij dienen er echter voor te waken, dat het voedsel niet te zout is. Ook in de kattenvoeding nemen de vitaminen een belangrijke plaats in. Geef uw kat daarom zo nu en dan eens een stukjë verse lever, ongeveer één maal in de acht dagen. Meer geven is niet goed, aangezien dit een voedsel- stoornis kan veroorzaken. In weerwil van het feit, dat de kat vreselijk enthousiast kan zijn voor de restjes van uw vismaaltijd, kunt u het dier de vellen en de koppen beter niet geven. Het veroorzaakt dikwijls ver stopping. Er bestaat een volkomen verkeerd be grip omtrent het verstrekken van melk aan de kat. Veel katteneigenaars be schouwen het als de normaalste zaak» dat de kat melk drinkt en niets anders. Dit is echter volkomen fout. In de natuurlijke staat krijgt de ka' alleen melk, wanneer zij nog bij haar moeder is. Is zij eenmaal volwassen, dan drinkt aij niets anders dan water. Wij moeten het geven van melk aan de kat dan ook zien als een extraatje, een lekkernij. Evenals voor de men' een overmatig gebruik van lekkernijen funest is, zo is dit ook voor de kat het geval. Geef het dier daarom water en zorg er voor, dat dit regelmatig ver verst wordt, want de kat houdt niet van water, dat geruime tijd gestaan heeft. Zo nu en dan kan men zijn poes wat melk, vermengd met water, geven en dit is dan een tractatie. Pure melk is te vet. De kat, die een tuin tot haar beschik king heeft, zal zo nu en dan wat gra® eten. Dit is noodzakelijk; het reinig1 maag en darrnen, prikkelt de inwendig® organen tot activiteit en is dus voor h? dier een onontbeerlijk iets. Vooral i® grote steden, waar veel katten g? bovenhuizen verblijven, moeten zij dik* wijls gras ontberen. Wil men zijn ka* in goede conditie houden en de gezond" heid van het dier "waarborgen, dan "f het zeer belangrijk te zorgen, dat ee j graszode op een bord of in een schaa' voor het dier aanwezig is. Door de zoo® zo nu en dan met water te begiet®"» houdt men deze lang goed.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 6