Fantasie en doorzettingsvermogen bij de Landmacht N.-Guinea Militaire kampen: van broeierige hutten naar kraakheldere barakken MEN BOUWT OF HET GEEN GELD KOST Brazilië excelleert met twee films Adoratie en reclame Studiecentrum voor bedrijfs leiding benoemt directeur Ongeschoolde landgenoten voor Zuid-Afrikaanse spoorwegen Papoea-welkom Anchors away Campagne voor het goede boek Waardering vooi opleiding groeit W ervingscommissie in ons land FESTIVAL VAN SAO PAULO AmimiHii Prof. dr. H.v.d. Schroeff Blinden in de fabriek: Koffieuitvoer naar België Nieuwe directeur bij Ned. Middenstandsbank Herdenkingsplechtigheden gaan normaal door DINSDAG 9 MAART 1954 PAGINA 3 de De lekkere kalktabletten met vitamine D3 (drie!) KALKNeem voortaan «i. j§ Lt..adm. Helfrich Ned. vloot uitstekend, doch te klein Examens Actie „Zonnewijzer" Werkloosheid in Februari Seizoendaling bleef door vorst achterwege Rijnschip na aanvaring gezonken Scheidende directeur J. v. Eek benoemd tot commissaris ieW*» De Zuid-Afrikaanse Spoorwegcom missie, onder leiding van dr. J. J. van Haeren, is in ons land aangeko men voor de aanwerving van een groot aantal jonge ongeschoolde Ne derlanders Zij zullen een verdere opleiding ontvangen bij de Spoor wegen in Zuid-Afrika, Als gevolg van de snelle industriële ontwikkeling in Zuid-Afrika, bestaat er een groot aantal vacatures bij tal van overheidsinstellingen. Het dunbevolkte land is niet in staat om in deze open plaatsen uit de eigen bevolking te voor zien, zodat werd besloten voor de Spoor wegen 2300 jonge buitenlandse krachten aan te werven. Aangezien het moeilijk is gebleken geschoolde technici in het buitenland aan te werven, worden thans ongeschool den aangetrokken, die in Zuid-Afrika een gedegen opleiding zullen krijgen. De commissie werkt nauw samen met de emigratie-centrales en de gewestelijk» arbeidsbureaux in ons land. Zij zoekt ongehuwde jongelieden van 18 tot 25 jaar. teneinde dezen op te leiden tot stoker, machinist, rangeerder en baan- meester Voor stokers en machinisten komen bij voorkeur jongelui met am bachtsschoolopleiding in aanmerking. Vooral voor a.s. en jonge moeders, kleuters en kinderen. Ook aanbevolen bij winterhanden, wintervoeten en zgn. „kloven" in de vingers. grauwe regen ruist somber over het miserabele bos. Alles is oneindig triest oneindig doelloos. Op de soldaten, die met kletsnatte jungle-overalls in "Un stumperig bivak liggen, drukt de loodzware vermoeienis als een enorme steen, die slechts even weggewenteld wordt, als er één met een sterk verhaal komt. Ze lachen luidruchtig, als de verteller met een grimas weer op zijn tarnpatje ploft en staren dan opnieuw de donkere verlatenheid van bomen modder in. »Kom op jongens, we moeten verder." De commandant geeft het voorbeeld: Hij sjort zijn rimboe-uitzet op zijn doorweekte rug, geeft een paar aanwijzingen aan de koelies en stapt ver bolgens, aan de kop van het peloton, een stinkende blubberpoel in. We bolgen zwijgend, slaan af en toe dikke kronkelende bloedzuigers van onze Uniform en persen dan weer gewoon door, zoals dat heet. Het gaat door kali's bol zwerfstenen, door grillige lianenversperringen, over omgevallen half berrotte bomen en over glibberige moerasgroene paden, die zich verliezen in dampig woekergewas. Voor de avond valt, moeten we in een kampong zijn. We vragen aan de gids hoe ver het nog is. hoewel dat weinig zin heeft, want hij antwoordt onver anderlijk: „Niet ver, toean, béétje ver." leden uit een houten ledikant en een wankele tafel. Een laken was er niet. Een stoel soms wel. De dominee hield zijn ochtend- of avondwijding in een muf schoollokaal en de aalmoezenier loste hem daar af voor het opdragen van een H. Mis. Kwam je met stukge lopen schoenen van een patrouille door de oetan terug, dan betekende het meewarig hoofdschudden van de maga zijnmeester, dat je voorlopig maar op je blote voeten dienst moest doen. Enfin, één keer krijgt hij gelijk, tiaar dat is dan ook de enige troost, t'as vier uur later staan we tussen Scheefgezakte gabeh-gabeh-hutjes en fuivende pisangbomen. Het kampong hoofd heet ons met veel gebaren en gelukkig weinig woorden welkom (we kunnen hem toch nauwelijks verstaan): Zijn huis is het onze, zijn eten ook, we kunnen trouwens al zijn schamele be zittingen gebruiken, zolang we maar tvillen. Hij is gastheer en gastvrij. De Ambonese dorpsonderwijzer trommelt de schooljeugd op en wij hangen onze kleren te drogen. Maar nog voordat ook maar één van ons kans heeft gezien, een sigaret op te steken, zingen Papoea-dreumesen ons een Veelstemmig welkomstlied toe: „An chors away", maar dan op z'n Maleis. De mannen en de vrouwen zijn in middels druk doende met het verzame len van fruit en eieren en als de jeugd San een fluitconcert toe is, kakelen er Zelfs al een paar kippen tussen alle goede gaven die de bevolking heeft aangesleept. „Moeder vraagt of het zó goed is", mompelt een halfnaakte rimboetrapper. „Straks komen ze nog met een wild Zwijn aandraven. Wedden?" Maar dat hoeft al niet meer, want daar schuifelt een doodverlegen vrouw tje met een luid spektakel makend varken naderbij: „Voor de toeans". Alleen verhalen...., Niet iedere soldaat, fte een deel van Zijn diensttijd op Nieuw-Guinea door brengt, zal op deze manier met land en Volk in aanraking komen. Er zijn er heel wat die niet veel meer dan Hol landia of If ar te zien krijgen, die alleen maar uit de verhalen van hun (krijgs) makkers weten wat patrouille- lopen is, die op een kantoor van 's mor- ?ens half zeven tot 's middags één, ge bogen zitten over veel papieren met cl stempels er op, die met meer enthousiasme dan materieel in garages er' in werkplaatsen, of bij de aanleg ban een nieuwe weg, hun steentje tot opbouw van het land bijdragen. Dat gaat evenwel niet zo eenvoudig het te schrijven valt, want met Geen wonder dan ook dat in die dagen het verheffende lied „Balen droefheid Nieuw-Guiné" ontstond. Nieuwe kampen in 1956 Maar dat lied wordt nu niet meer ge zongen. Uiteraard niet, mogen we wel zeggen, want er is in een paar jaar tijd hard gewerkt en veel gepresteerd en de Geniedienst van de Landmacht Nieuw-Guinea bouwt op het ogenblik of het geen geld kost. Dat kost het overigens wél: Voor de 8.310 vierkante meter nieuwbouw in Ifar, de 13.000 in Hollandia, de 7.000 in Sorong en zo kunnen we doorgaan werden maar liefst meer dan vier millioen Neder landse guldens neergeteld. Waar men ook komt, overal zijn de Genie-jongens druk in de weer en wat meer zegt: alles verloopt naar wens. Het ligt dan ook in de lijn der ver wachting, dat de militaire kampen in 1956 geheel vernieuwd zijn. Die kam pen zullen niet meer uit broeierige quonset (of nis-) hutten bestaan, maar uit frisse kraakheldere barakken van semi-permanent karakter. De stalen of houten geraamten men past skelet- bouw toe krijgen een houtwolcement- plaat als bewanding en worden van binnen met triplex of cardboard be timmerd. De daken zijn van gegolfd plaatijzer. Dat bouwen in Nieuw-Guinea een dure bezigheid is, wordt glashelder als men bedenkt dat Nieuw-Guinea geheel afhankelijk is van import. Zelfs de pro ducten die het land zelf opbrengt, kun nen. veelal als gevolg van allerlei vervoersmoeilijkheden, niet gebruikt worden. De mannen van de Genie bouwen dus. Maar die van de Infanterie en de Medische Dienst doen dat ook. Penneridders en telegrafisten, radio monteurs en koks, ze doen stuk voor stuk veel meer dan het dienstrooster voorschrijft. Toen Ifars aalmoeze nier, majoor D. Stockman, bij de toen malige commandant Landmacht Nieuw-Guinea, de generaal-majoor F. J. Peters, met plannen kwam voor een kerk en een militair tehuis, kreeg hij te horen dat die kerk en dat tehuis natuurlijk nodig ware*. En verder dat er wel materiaal, maar geen mankracht geleverd kon worden. Toen waren op slag de moeilijkheden van de pater verdwenen. Mensen die hem wilden helpen, zou hij volop kunnen krijgen, meende hij. En hij kreeg die ook. Een paar maanden lang zwoegde iedere middag een heel legertje soldaten met hun aal moezenier in de bloedhete zon. Maar hun Godshuis en hun recreatiecen trum zijn er gekomen. Majoor rs. W. F. Jense, die óók niet in zijn school lokaal kon blijven zitten, verwezen lijkte zijn plannen op dezelfde manier. Eigen radio-zender t V SS SS^SS*.» i ,®«S» S „s S SS .Ai S C De R.K. kerk. van de Landmacht Nieuw-Guinea te Hollandia. Ni, ?rken alléén komt de soldaat op euw-Guinea er niet. Zo heeft hij bijvoorbeeld een flinke dosis fantasie "°dig. En initiatief. En doorzettings vermogen. Zonder het enthousiasme van de sol daten zelf zou het er bij de Landmacht Nieuw-Guinea anders toegaan, dan op het ogenblik het geval is. Dat zij om nog maar eens een sprekend voorbeeld te noemen een eigefi strijdkrachten programma hebben en straks een eigen zender, hebben ze ook alleen aan eigen initiatief en fantasie te danken. Toen 24 Maart 1950 voor het eerst op Nieuw- Guinea, van Biak uit een radiouitzen ding plaats vond, zat er een militair de sergeant-majoor D. Viscker ach ter de microfoon en het waren stuk voor stuk soldaten die de apparatuur bedienden en hadden gebouwd. Zonder dat zij daartoe opdracht hadden gekre gen. Die ene uitzending werd gevolgd door andere: het werd een vast pro gramma dat later, na de overplaatsing van het detache ment, in Ifar, werd voortgezet. Het kreeg al gauw de belangstelling van het gouvernement, dat een eigen om roep wilde stich ten. Om een lang verhaal kort te ma ken; de militaire omroep werd gelei delijk een gouver- nementsomroep, die thans bekend staat onder de naam: Ra dio Omroep Nieuw- Guinea. In hun vrije tijd jouwden knapen an de Verbindings dienst een eigen studio waar nu het strij dkrachtenpro- gramma door eigen mensen zelfstandig wordt verzorgd. Er worden niet alleen causerieën gehou den of gramofoon- platen gedraaid, neen men brengt in die kleine provi sorisch ingerichte ruimte complete hoorspelen en caba- retprogramma's voor de microfoon. L. v. BUNGE Jr Kerk in de school Toen de Amerikanen Ifar verlieten dat soldatendorp in de bergen, twee en veertig kilometer van HoIIandia- Haven stonden aan de voet van het •nachtige Cycloopgebergte uitgewoonde en half verroeste quonsethutten, die er aanvankelijk voor de tijd van één laar waren neergezet, maar niettemin d°°r de Nederlanders moesten worden overgenomen. Er waren nu eenmaal Seen andere legeringsmogeljjkheden. Trouwens, niet alleen in Ifar, ook in andere nederzettingen waar detache menten van het vroegere K.N.I.L. of de K.L. werden gevestigd, dienden ten dele vervallen gebouwtjes als onderko men voor de militairen, 's Nachts een Vat over je dunne deken was geen bijzonderheid, een gat in de gammele Vloer evenmin en over lekken in het bruin verroeste zinken dak praten we "an nog niet eens. Kwam er een nieuweling uit het koude vaderland op de een of andere buitenpost aan, dan kon het gebeuren dat de fourier in looppas naar zijn oollega van de politie snelde om een klamboe en een veldbed te lenen. Het djeubilair van een officierskamertje in ifar bestond nauwelijks twee jaar ge- Advertentle m halpen promptI Feller dan op welk festival ook is de furie der steraanbidders in Sao Paulo losgebroken en het zijn vrijwel alleen de Amerikanen dieer ver moeid van mogen profiteren. Van het middaguur tot in de nacht staan de drommen te wachten voor de ingang van het hotel, waar zij de brede avenue 'versperren en het verkeer stilleggen, zodat honderden auto's, die niet verder kunnen, urenlang loeiende geluiden uitstoten zonder verhoord te worden. Tel kens als een plukje opgepoetste sterren naar hun auto schrijden, door een haag van politiemannen beschermd en door de sterke arm begeleid, stijgt een oorver dovend gejuich op. De meest bewogen aanbidders breken door het cordon en trachten in de auto nog een hand of een jurk aan te raken, om zich dan stil en voldaan terug te trekken. Zover gaat de ziekelijke uitbarsting, dat politie mannen patrouilleren op de étages, waar de Amerikanen wonen en daaraan moet het toegeschreven worden, dat alle sterren nog springlevend zijn en fri en vrolijk op de gestelde tijden voor de horde kunnen verschijnen. Dan valt er nog een anecdote te ver tellen ovei' een Mexicaanse, die op haar kamer aangekomen luidkeels be gon te schreeuwen. Het toegeschoten personeel en de directie van het hotel moesten uit haar droeve mond vernemen, dat mevrouw zo juist in de lift beroofd was van haar sieraden ter waarde van negen millioen dollars of cruzeiros, dat komt er bij zo'n getal niet op aan. De kranten hebben er vol van gestaan. Maar een of andere slimmeling is op de gedachte gekomen te informeren, of mevrouw haar juwelen dan niet had aangegeven bij de douane. Nee, daar had mevrouw niet meer aan gedacht. Het resultaat? Niemand geloofde het verhaal meer. En de volgende dag wis ten de kranten te melden, dat de ju welen gevonden waren in een banksafe en aangezien juwelen niet uit eigen beweging in een safe gaan liggen, kon de farce alleen nog maar uitgelegd worden als een reclamestunt, uit liefde voor de kunst bedreven, zullen we maar zeggen. Intussen draaien de films maar door. De stroom is niet bij te houden. Wil- nha Mo ca. üam Wyler uit Hollywood heeft on. aangenaam verrast met „Roman Hoii day", een soort omgekeerd „Oud-Hei- delberg" op z'n Amerikaans. De ro mance van een lief prinsesje, dat Italië bezoekt, in een Romeins paleis logeert, aan het waakzaam oog van haar om geving ontsnapt en met een Amerikaans journalist op stap gaat. Zij weet niet, dat hij weet, wie zij is en nog minder, dat hij bezig is sensationele stof te verzamelen voor zijn publicaties. Maai beiden worden verliefd en de journa listiek moet het loodje leggen. Na een weemoedig afscheid komt de jongeman zonder een ietter kopij thuis. Wyler vertelt het verhaal met dui zend grappige vondsten en in een ge noeglijke vaart. De vondsten zijn niet altijd even filmiek van aard en na deren meer dan eens de klucht, maar er blijft zoveel divertissement over, dat een zeer groot publiek aan zijn trek ken kan komen. De ware filmliefhebber zal zich het best hebben thuisgevoeld bij de Bra ziliaanse films „Sinha Moga" van Tom Payne en „O, Cangaceiro" van Lima Baretto. Beide films vertegenwoordigen de Braziliaanse geschiedenis. De eerste brengt de laatste strijd en de bevrijding der slaven in beeld; de andere een brok banditisme uit vroeger eeuwen. Zij vallen beide op door eenvoud van stijl, eerlijkheid in het vakmanschap, pathos in de fotografie, kracht en so berheid in de toepassing van de muziek en geloofwaardigheid in de handeling. Evenals de Italianen vinden de Bra zilianen hun beste stof in de geschie denis van hun eigen volk. Naar men zegt, hebben alle deelnemers aan deze twee films met grote geestdrift ge werkt. Zij zijn dan ook aller trots en zij kunnen met succes de concurrentie wagen, ook op de Europese markt. Het zou jammer zijn als zij niet hun weg zouden vinden naar de Europese biosco pen. In Nederland maken zij naar we durven veronderstellen een grote kans. Zowel de film van Payne als die van Baretto zijn producten van de grootste Braziliaanse onderneming de „Vera Cruz", vijftig kilometer ten Oosten van Sao Paulo gelegen. Productieleider van „Sinha Moga" is de Nederlander Henri de Zeppelin, in wiens verrukke lijke tuin onder bananenbomen en aan de rand van eén stuk oerwoud deze brief is geschreven. Dbg. O, Cangaceiro. Luitenant-admiraal b.d. C. E. L. Hel frich heeft in een brief aan de „New York Times" medegedeeld, dat de Ne derlandse vloot uitstekend, doch te klein is. Naar aanleiding van een bericht van een correspondent van het blad over de verplichtingen van de NATO-landen, zegt admiraal Helfrich dat van de tota le defensiebegroting slechts 22 procent voor de marine wordt uitgetrokken. Hij acht de oorlogsvloot te klein, gezien het feit, dat „Nederland nog steeds een zee varende natie is met een machtige koop vaardijvloot van meer dan 3.000.000 ton". „Naar mijn mening", zo besluit admi raal Helfrich, „houdt de NATO onvol doende rekening met de speciale be kwaamheid van Nederland bij de oor logvoering, zoals in de jongste oorlog is ^gebleken: n.l. een nauw samengaan van vloot- en luchtstrijdkrachten". AMSTERDAM (V. U.) Cand. theologie J. Dresselhuys, Roermond, R. Akkerman, Amsterdam. AMSTERDAM (V. U.) Doctoraal vrije studierichting P. H. Coetzee, Bethylie (Zd.- Afrika). GRONINGEN Artsexamen le ged. mevr. E. van Borkde Clercq, B. Keuke- ma, M. Kwant, allen Groningen, J. Geling, Winschoten, J. van der Woude, Leeuwar den; bevorderd tot arts: mej. B. Brust, Harkstede, L. Doornbos, Groningen, J. Winter, 2e Exploërmond. LEIDEN Doet. examen klassieke lett. P Angevaare, Den Haag. NIJMEGEN Doctoraal rechten L. Hof stee, Nijmegen. UTRECHT. Op het proefschrift „Mo biliteit in de sociale en beroepshiërar chie" een sociografisch onderzoek te Zwolle) promoveerde tot doctor in de letteren en wijsbegeerte G. Kuiper, geb. te Amsterdam. UTRECHT Cand. rechten: mej. A. Jansen, Hilversum; doctoraal rechten: M. Verstegen, Utrecht, H. Korte, Bussum, H. Jongbloed, Utrecht; cand. sociologie, mej. A. van Wijk, Utrecht, G. Jansen, Utrecht; semi-artsexamen: P. der Kinderen, Utrecht; K. Gilje, Utrecht; J. v. 't Riet, Arnhem; arts-examen: F. Mol, Etten (N.-B.), mej. Chr. M. Reitzema, Hilversum, M. v. Oss, Udenhout. Advertentie N.V. PHILIPS-ROXANE PHARMACEUTISCH - CHEMISCHE INDUSTRIE „DUPHAR" - AMSTERDAM - OIST - WEESf» Katholieke Actie en Sint Willibrord- vereniging gaan gezamenlijk een groot scheepse campagne voeren voor het goede boek. Dat zal geschieden tijdens de Boekenweek, welke van 27 Maart tot en met 3 April a.s. wordt gehouden. Tot dit doel hebben de landelijke leiding van de Katholieke Actie en die van de Sint Willibrordvereniging geza menlijk opdracht gegeven tot het samen stellen van een „Bibliotheek voor het gezin", welke rond deze week onder de aandacht van het katholieke lezerspu bliek zal worden gebracht. De campagne zal worden gevoerd on der de naam „Actie Zonnewijzer". De start is bepaald op Vrijdag 26 Maart. Men is voornemens de „Actie Zonnewij zer'' snel en op zo grote schaal uit te voeren, dat men haar uniek voor Neder land en zelfs voor de wereld zou willen noemen. Men vertrouwt dat daardoor als het ware in één slag het goede boek metterdaad zijn plaats in het katholieke gezin zal innemen. Prof. dr. H. van der Schroeff. voor de overige groepen wordt ten minste twee ja^r voortgezet of uitge breid lager onderwijs vereist. De jongelie'den, die aan de gesteld» eisen voldoen en medisch zijo goedge keurd, kunnen na ondertekening van een verbintenis met de Zuid-Afrikaans» Spoorwegen onmiddellijk naar de Unie worden uitgezonden. Zij moeten echter een verbintenis aangaan van zeven jaar. Ogenschijnlijk is dit een lange termijn, maar men dient te bedenken dat de op leiding voor machinist vijf jaar duurt. De reiskosten per boot of vliegtuig wordt een loon betaald van ongeveer niet teruggevorderd. Van de aanvang wordt een loan betaald van ongeveer f 300 per maand. De Spoorwegen ver schaffen hun tehuizen met volledig lo gies. tegen vergoedingen, variërend van f 60 tot f 75 per maand. De raad van bestuur van het Neder lands Studiecentrum voor Doelmatige Bedrijfsleiding heeft tot rector van het studiecentrum benoemd prof. dr. H. I. van der Schroeff, hoogleraar in de be- drijfshuishoudkunde aan de Rijksuniver siteit te Amsterdam. Met deze benoe ming zal een aanvang kunnen worden gemaakt met de werkzaamheden van het studiecentrum. Het ligt in de bedoe ling de eerste cursussen zo spoedig mo gelijk te doen aanvangen, gezien de zeer grote belangstelling, welke in de krin gen van het bedrijfsleven voor dit nieu we centrum blijkt te bestaan. Het studiecentrum is voortgesproten uit het initiatief van dr. Paul Rijkens, president-directeur van Unilever N.V., die in de jaarvergadering van 1951 van de Nederlandse Mij. voor nijverheid en handel het brandende vraagstuk van de opleiding van de toekomstige leidende functionarissen van het Nederlandse be drijfsleven aan de orde stelde. Dr. Rij kens betoogde, dat het nationale inko men van Nederland zou kunnen worden vergroot, indien maatregelen zouden worden genomen om de efficiency te verhogen van hen, die in de toekomst geroepen zullen worden om leiding te geven op hoog niveau. Deze gedachte werd door een, door de Nederlandse Mij. voor Nijverheid en Handel ingestelde commissie uitgewerkt, hetgeen heeft geleid tot de oprichting op 5 Juni 1953 van de stichting: Ne derlands Studiecentrum voor Doelmatige Bedrijfsleiding. Het doel van dit cen trum is door het organiseren van cur sussen potentiële leiders „management minded" te maken en hun begrip mede te geven voor de richting, waarin vraag stukken van leiding, organisatie en ef ficiency hun oplossing moeten vinden. In het studiecentrum zijn hoger on derwijs en bedrijfsleven verbonden, doordat tot de besturende colleges zowel vertegenwoordigers van het Hoger On derwijs als vertegenwoordigers van werkgeversverenigingen en van tal van particuliere en staatsbedrijven zijn toe getreden. Het bureau van het studie centrum zal te Amsterdam gevestigd worden. De gebruikelijke daling van het werk loosheidscijfer In Februari, welke ca. 5000 bedraagt, werd dit jaar niet bereikt tenge volge van de strenge vorst, waardoor de werkzaamheden in de landbouw stagneer den en o.a. de aanvang van verscheidene nieuwe bouwobjecten werd opgeschort. Het aantal werkloze mannen daalde in Fe bruari dan ook slechts van 101.064 tot 100.725. Het aantal personen, werkzaam op door de D.U.W. gesubsidieerde objecten, daalde van 22.511 tot 22.401. Het direct be schikbaar aanbod daalde derhalve met 449. Het beschikbaar aanbod van bouwvak arbeiders daalde van 22.214 tot 21.641, me taalarbeiders van 6089 tot 5961 en losse ar beiders van 24.850 tot 24.795. Het aanbod van veenarbeiders steeg van 2497 tot 2510, landarbeiders van 26.634 tot 27.917 en transportpersoneel van 7921 tot 8126, Het aantal openstaande aanvragen voor mannelijke arbeidskrachten nam toe van 24.636 tot 28.935. De relatieve werkloosheid was eind Februari het hoogst in Groningen met 70 werklozen per 1.000 mannelijke be roepsbeoefenaren en het laagst in Lim burg met 14, terwijl het gemiddelde 32 bedroeg, evenals op 31 Januari. In N.- Brabant waren 36 (tegen 38 in Januari) werklozen per 1.000 mannelijke beroeps personen. Het aantal als werkloze geregistreer de vrouwen daalde van 8,719 tot 8.186. De vraag naar vrouwelijk personeel steeg van 23.032 tot 25.858. Bij de ingang van de Waalhaven te Rotterdam, ongeveer ter hoogte van de kompasnaald, is gistermiddag het Duitse Rijnschip „Raab Karcher 34", toebehorende aan de firma Raab Kar cher te Keulen, aangevaren en gezon ken. De aanvaring geschiedde door de uit zee komende „Hugo Boettger", een Duits motorschip van 4877 brt., dat met een lading erts van Griekenland kwam. Het Rijnschip, dat eveneens met erts geladen was en versleept werd, liep een groot gat op. Door het snel bin nenstromende water zonk de „Raab Karcher 34" binnen enkele minuten. De acht opvarenden konden zich echter nog tijdig in de roeiboten begeven. Zij werden later overgenomen door de sleepboot en veilig aan wal gebracht. Geen hunner liep enige verwonding op. Het Rijnschip voer In charter voor de N.V. Seam te Rotterdam. De Belgische regering heeft de beper kende bepalingen op de invoer van gebrande koffie opgeheven, zo heeft de Belgische minister van Economische Zaken in antwoord op een schriftelijke vraag medegedeeld. Hoewel in België de koffiebranderijen voor een groot gedeel te in handen zijn van middenstanders, terwijl Nederland over geconcentreerde koffiebranderijen beschikt, zag de minis ter niet in waarom de Belgische koffie- branders in hun bestaan bedreigd zou den kunnen worden door de Nederlandse import. Het verbruik van koffie in Nederland is nog niet de helft van dat in België. In het zojuist verschenen jaarverslag van de beide Graafse instituten voor mannelijke en vrouwelijke blinden wordt reeds geattendeerd op de viering in 1959 van het honderdjarig bestaan van „St. Henricus", de inrichting voor de mannelijke blinden. (Het andere in stituut „De Wijnberg" bestond in 1949 honderd jaar)In dit jaar hoopt de directie een begin te kunnen maken met de verwezenlijking van haar uit breidingsplannen, waarmee een bedrag van ongeveer twee en een half millioen gulden gemoeid zou zijn. In 1953 was voor „De Wijnberg" de belangrijkste gebeurtenis, dat de meis jesscholen de beschikking kregen over flinke ruime lokalen. De slechtziende kinderen kregen aparte lokalen met blauw en oberkleurig fluorescentie- ficht, hetgeen een novum betekende. De misdeelde onder de vrouwelijke blinden, die in mindere mate verstand en aan leg bezitten, werden tevens in een eigen lokaal ondergebracht. Voor „St. Henricus" was het voor naamste feit van het jaar, dat een vijf tiental van de blinden werd opgenomen in de gemeentelijke Sociale Werkvoor zieningsregeling te Grave, zodat ze in staat zijn zelf hun kost te verdienen. Het streven jeugdige blinden, die geen speciale studie-aanleg hebben, op te leiden voor werk in de fabrieken, vindt steeds meer waardering. De proeven met het onderwijs aan slechtzienden zijn in dit instituut op de goede weg. In September 1954 hoopt men voor deze groep een afzonderlijke school te be zitten. Sinds September wordt in het instituut ook les gegeven in solo-zang en stemvorming door een zangpaedago- ge. De resultaten van de ingestelde staatscommissie voor het B.L.O., waar onder ook het blindenonderwijs valt, worden met grote belangstelling tege moet gezien, alsook het werk van de stichting „Het Nederlands Blinden wezen". In de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders der Nederlandsche Middenstandsbank werden de jaarstuk ken over 1953 goedgekeurd en het di vidend op de gewone aandelen vastge steld op 7% en op de preferente aan delen op 5%. Voorts werd de heer J. van Eek, die 25 jaar directeur van de bank is ge weest en per 1 Mei a.s. zal aftreden, benoemd tot commissaris. Tot direc teur werd benoemd de heer H. M. Burg hard, thans directeur van het kantoor van de bank te Den Haag. Herkozen tot commissaris werden de heren J. A. Dessing, mr. J. G. de Hoop Scheffer en D. Swagerman. Teneinde misverstand te voorkomen deelt de Commissie nationale herden king mede dat de jaarlijkse national* herdenkingsplechtigheden (stille toch ten, kranslegging, en kerkdiensten) voor de gevallenen uit de tweede we reldoorlog Dinsdag 4 Mei op dezelfde wijze doorgang zullen vinden ais in voorafgaande jaren. Over de ter zake uit te geven algemene richtlijnen is bereids de goedkeuring der regering verkregen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 3