Fantasie en doorzettingsvermogen bij
de Landmacht N.-Guinea
Militaire kampen: van broeierige hutten
naar kraakheldere barakken
MEN BOUWT OF HET GEEN
GELD KOST
Brazilië excelleert met twee films
Adoratie en reclame
Studiecentrum voor bedrijfs
leiding benoemt directeur
Ongeschoolde landgenoten voor
Zuid-Afrikaanse spoorwegen
Papoea-welkom
Anchors away
Campagne voor het
goede boek
Waardering vooi
opleiding groeit
W ervingscommissie
in ons land
FESTIVAL VAN SAO PAULO
AmimiHii
Prof. dr. H.v.d. Schroeff
Blinden in de fabriek:
Koffieuitvoer naar België
Nieuwe directeur bij Ned.
Middenstandsbank
Herdenkingsplechtigheden
gaan normaal door
DINSDAG 9 MAART 1954
PAGINA 3
de
De lekkere kalktabletten
met vitamine D3 (drie!)
KALKNeem voortaan
«i. j§
Lt..adm. Helfrich
Ned. vloot uitstekend,
doch te klein
Examens
Actie „Zonnewijzer"
Werkloosheid in Februari
Seizoendaling bleef door
vorst achterwege
Rijnschip na aanvaring
gezonken
Scheidende directeur
J. v. Eek benoemd tot
commissaris
ieW*»
De Zuid-Afrikaanse Spoorwegcom
missie, onder leiding van dr. J. J.
van Haeren, is in ons land aangeko
men voor de aanwerving van een
groot aantal jonge ongeschoolde Ne
derlanders Zij zullen een verdere
opleiding ontvangen bij de Spoor
wegen in Zuid-Afrika,
Als gevolg van de snelle industriële
ontwikkeling in Zuid-Afrika, bestaat er
een groot aantal vacatures bij tal van
overheidsinstellingen. Het dunbevolkte
land is niet in staat om in deze open
plaatsen uit de eigen bevolking te voor
zien, zodat werd besloten voor de Spoor
wegen 2300 jonge buitenlandse krachten
aan te werven.
Aangezien het moeilijk is gebleken
geschoolde technici in het buitenland
aan te werven, worden thans ongeschool
den aangetrokken, die in Zuid-Afrika
een gedegen opleiding zullen krijgen.
De commissie werkt nauw samen met de
emigratie-centrales en de gewestelijk»
arbeidsbureaux in ons land. Zij zoekt
ongehuwde jongelieden van 18 tot 25
jaar. teneinde dezen op te leiden tot
stoker, machinist, rangeerder en baan-
meester Voor stokers en machinisten
komen bij voorkeur jongelui met am
bachtsschoolopleiding in aanmerking.
Vooral voor a.s. en jonge moeders,
kleuters en kinderen. Ook aanbevolen
bij winterhanden, wintervoeten en
zgn. „kloven" in de vingers.
grauwe regen ruist somber over het miserabele bos. Alles is oneindig triest
oneindig doelloos. Op de soldaten, die met kletsnatte jungle-overalls in
"Un stumperig bivak liggen, drukt de loodzware vermoeienis als een enorme
steen, die slechts even weggewenteld wordt, als er één met een sterk verhaal
komt. Ze lachen luidruchtig, als de verteller met een grimas weer op zijn
tarnpatje ploft en staren dan opnieuw de donkere verlatenheid van bomen
modder in.
»Kom op jongens, we moeten verder."
De commandant geeft het voorbeeld: Hij sjort zijn rimboe-uitzet op zijn
doorweekte rug, geeft een paar aanwijzingen aan de koelies en stapt ver
bolgens, aan de kop van het peloton, een stinkende blubberpoel in. We
bolgen zwijgend, slaan af en toe dikke kronkelende bloedzuigers van onze
Uniform en persen dan weer gewoon door, zoals dat heet. Het gaat door kali's
bol zwerfstenen, door grillige lianenversperringen, over omgevallen half
berrotte bomen en over glibberige moerasgroene paden, die zich verliezen
in dampig woekergewas.
Voor de avond valt, moeten we in een kampong zijn. We vragen aan de gids
hoe ver het nog is. hoewel dat weinig zin heeft, want hij antwoordt onver
anderlijk: „Niet ver, toean, béétje ver."
leden uit een houten ledikant en een
wankele tafel. Een laken was er niet.
Een stoel soms wel. De dominee hield
zijn ochtend- of avondwijding in een
muf schoollokaal en de aalmoezenier
loste hem daar af voor het opdragen
van een H. Mis. Kwam je met stukge
lopen schoenen van een patrouille door
de oetan terug, dan betekende het
meewarig hoofdschudden van de maga
zijnmeester, dat je voorlopig maar op
je blote voeten dienst moest doen.
Enfin, één keer krijgt hij gelijk,
tiaar dat is dan ook de enige troost,
t'as vier uur later staan we tussen
Scheefgezakte gabeh-gabeh-hutjes en
fuivende pisangbomen. Het kampong
hoofd heet ons met veel gebaren en
gelukkig weinig woorden welkom (we
kunnen hem toch nauwelijks verstaan):
Zijn huis is het onze, zijn eten ook, we
kunnen trouwens al zijn schamele be
zittingen gebruiken, zolang we maar
tvillen. Hij is gastheer en gastvrij. De
Ambonese dorpsonderwijzer trommelt
de schooljeugd op en wij hangen onze
kleren te drogen. Maar nog voordat
ook maar één van ons kans heeft
gezien, een sigaret op te steken,
zingen Papoea-dreumesen ons een
Veelstemmig welkomstlied toe: „An
chors away", maar dan op z'n Maleis.
De mannen en de vrouwen zijn in
middels druk doende met het verzame
len van fruit en eieren en als de jeugd
San een fluitconcert toe is, kakelen er
Zelfs al een paar kippen tussen alle
goede gaven die de bevolking heeft
aangesleept.
„Moeder vraagt of het zó goed is",
mompelt een halfnaakte rimboetrapper.
„Straks komen ze nog met een wild
Zwijn aandraven. Wedden?"
Maar dat hoeft al niet meer, want
daar schuifelt een doodverlegen vrouw
tje met een luid spektakel makend
varken naderbij: „Voor de toeans".
Alleen verhalen....,
Niet iedere soldaat, fte een deel van
Zijn diensttijd op Nieuw-Guinea door
brengt, zal op deze manier met land en
Volk in aanraking komen. Er zijn er
heel wat die niet veel meer dan Hol
landia of If ar te zien krijgen, die
alleen maar uit de verhalen van hun
(krijgs) makkers weten wat patrouille-
lopen is, die op een kantoor van 's mor-
?ens half zeven tot 's middags één, ge
bogen zitten over veel papieren met
cl stempels er op, die met meer
enthousiasme dan materieel in garages
er' in werkplaatsen, of bij de aanleg
ban een nieuwe weg, hun steentje tot
opbouw van het land bijdragen.
Dat gaat evenwel niet zo eenvoudig
het te schrijven valt, want met
Geen wonder dan ook dat in die dagen
het verheffende lied „Balen droefheid
Nieuw-Guiné" ontstond.
Nieuwe kampen in 1956
Maar dat lied wordt nu niet meer ge
zongen. Uiteraard niet, mogen we wel
zeggen, want er is in een paar jaar tijd
hard gewerkt en veel gepresteerd en
de Geniedienst van de Landmacht
Nieuw-Guinea bouwt op het ogenblik
of het geen geld kost. Dat kost het
overigens wél: Voor de 8.310 vierkante
meter nieuwbouw in Ifar, de 13.000 in
Hollandia, de 7.000 in Sorong en zo
kunnen we doorgaan werden maar
liefst meer dan vier millioen Neder
landse guldens neergeteld.
Waar men ook komt, overal zijn de
Genie-jongens druk in de weer en wat
meer zegt: alles verloopt naar wens.
Het ligt dan ook in de lijn der ver
wachting, dat de militaire kampen in
1956 geheel vernieuwd zijn. Die kam
pen zullen niet meer uit broeierige
quonset (of nis-) hutten bestaan, maar
uit frisse kraakheldere barakken van
semi-permanent karakter. De stalen of
houten geraamten men past skelet-
bouw toe krijgen een houtwolcement-
plaat als bewanding en worden van
binnen met triplex of cardboard be
timmerd. De daken zijn van gegolfd
plaatijzer.
Dat bouwen in Nieuw-Guinea een
dure bezigheid is, wordt glashelder als
men bedenkt dat Nieuw-Guinea geheel
afhankelijk is van import. Zelfs de pro
ducten die het land zelf opbrengt, kun
nen. veelal als gevolg van allerlei
vervoersmoeilijkheden, niet gebruikt
worden.
De mannen van de Genie bouwen
dus. Maar die van de Infanterie en
de Medische Dienst doen dat ook.
Penneridders en telegrafisten, radio
monteurs en koks, ze doen stuk voor
stuk veel meer dan het dienstrooster
voorschrijft. Toen Ifars aalmoeze
nier, majoor D. Stockman, bij de toen
malige commandant Landmacht
Nieuw-Guinea, de generaal-majoor
F. J. Peters, met plannen kwam
voor een kerk en een militair tehuis,
kreeg hij te horen dat die kerk en
dat tehuis natuurlijk nodig ware*. En
verder dat er wel materiaal, maar
geen mankracht geleverd kon worden.
Toen waren op slag de moeilijkheden
van de pater verdwenen. Mensen die
hem wilden helpen, zou hij volop
kunnen krijgen, meende hij. En hij
kreeg die ook. Een paar maanden
lang zwoegde iedere middag een
heel legertje soldaten met hun aal
moezenier in de bloedhete zon. Maar
hun Godshuis en hun recreatiecen
trum zijn er gekomen. Majoor rs. W.
F. Jense, die óók niet in zijn school
lokaal kon blijven zitten, verwezen
lijkte zijn plannen op dezelfde
manier.
Eigen radio-zender
t
V SS SS^SS*.» i ,®«S» S „s S SS .Ai S C
De R.K. kerk. van de Landmacht Nieuw-Guinea te Hollandia.
Ni,
?rken alléén komt de soldaat
op
euw-Guinea er niet. Zo heeft hij
bijvoorbeeld een flinke dosis fantasie
"°dig. En initiatief. En doorzettings
vermogen.
Zonder het enthousiasme van de sol
daten zelf zou het er bij de Landmacht
Nieuw-Guinea anders toegaan, dan op
het ogenblik het geval is. Dat zij om
nog maar eens een sprekend voorbeeld
te noemen een eigefi strijdkrachten
programma hebben en straks een eigen
zender, hebben ze ook alleen aan eigen
initiatief en fantasie te danken. Toen 24
Maart 1950 voor het eerst op Nieuw-
Guinea, van Biak uit een radiouitzen
ding plaats vond, zat er een militair
de sergeant-majoor D. Viscker ach
ter de microfoon en het waren stuk
voor stuk soldaten die de apparatuur
bedienden en hadden gebouwd. Zonder
dat zij daartoe opdracht hadden gekre
gen. Die ene uitzending werd gevolgd
door andere: het werd een vast pro
gramma dat later, na de overplaatsing
van het detache
ment, in Ifar, werd
voortgezet. Het
kreeg al gauw de
belangstelling van
het gouvernement,
dat een eigen om
roep wilde stich
ten. Om een lang
verhaal kort te ma
ken; de militaire
omroep werd gelei
delijk een gouver-
nementsomroep, die
thans bekend staat
onder de naam: Ra
dio Omroep Nieuw-
Guinea.
In hun vrije tijd
jouwden knapen
an de Verbindings
dienst een eigen
studio waar nu het
strij dkrachtenpro-
gramma door eigen
mensen zelfstandig
wordt verzorgd. Er
worden niet alleen
causerieën gehou
den of gramofoon-
platen gedraaid,
neen men brengt
in die kleine provi
sorisch ingerichte
ruimte complete
hoorspelen en caba-
retprogramma's voor
de microfoon.
L. v. BUNGE Jr
Kerk in de school
Toen de Amerikanen Ifar verlieten
dat soldatendorp in de bergen, twee
en veertig kilometer van HoIIandia-
Haven stonden aan de voet van het
•nachtige Cycloopgebergte uitgewoonde
en half verroeste quonsethutten, die er
aanvankelijk voor de tijd van één
laar waren neergezet, maar niettemin
d°°r de Nederlanders moesten worden
overgenomen. Er waren nu eenmaal
Seen andere legeringsmogeljjkheden.
Trouwens, niet alleen in Ifar, ook in
andere nederzettingen waar detache
menten van het vroegere K.N.I.L. of de
K.L. werden gevestigd, dienden ten
dele vervallen gebouwtjes als onderko
men voor de militairen, 's Nachts een
Vat over je dunne deken was geen
bijzonderheid, een gat in de gammele
Vloer evenmin en over lekken in het
bruin verroeste zinken dak praten we
"an nog niet eens.
Kwam er een nieuweling uit het
koude vaderland op de een of andere
buitenpost aan, dan kon het gebeuren
dat de fourier in looppas naar zijn
oollega van de politie snelde om een
klamboe en een veldbed te lenen. Het
djeubilair van een officierskamertje in
ifar bestond nauwelijks twee jaar ge-
Advertentle
m
halpen promptI
Feller dan op welk festival ook is de furie der steraanbidders in Sao
Paulo losgebroken en het zijn vrijwel alleen de Amerikanen dieer ver
moeid van mogen profiteren. Van het middaguur tot in de nacht staan
de drommen te wachten voor de ingang van het hotel, waar zij de brede avenue
'versperren en het verkeer stilleggen, zodat honderden auto's, die niet verder
kunnen, urenlang loeiende geluiden uitstoten zonder verhoord te worden. Tel
kens als een plukje opgepoetste sterren naar hun auto schrijden, door een haag
van politiemannen beschermd en door de sterke arm begeleid, stijgt een oorver
dovend gejuich op. De meest bewogen aanbidders breken door het cordon en
trachten in de auto nog een hand of een jurk aan te raken, om zich dan stil
en voldaan terug te trekken. Zover gaat de ziekelijke uitbarsting, dat politie
mannen patrouilleren op de étages, waar de Amerikanen wonen en daaraan
moet het toegeschreven worden, dat alle sterren nog springlevend zijn en fri
en vrolijk op de gestelde tijden voor de horde kunnen verschijnen.
Dan valt er nog een anecdote te ver
tellen ovei' een Mexicaanse, die op
haar kamer aangekomen luidkeels be
gon te schreeuwen. Het toegeschoten
personeel en de directie van het hotel
moesten uit haar droeve mond vernemen,
dat mevrouw zo juist in de lift beroofd
was van haar sieraden ter waarde van
negen millioen dollars of cruzeiros, dat
komt er bij zo'n getal niet op aan. De
kranten hebben er vol van gestaan.
Maar een of andere slimmeling is op
de gedachte gekomen te informeren, of
mevrouw haar juwelen dan niet had
aangegeven bij de douane. Nee, daar
had mevrouw niet meer aan gedacht.
Het resultaat? Niemand geloofde het
verhaal meer. En de volgende dag wis
ten de kranten te melden, dat de ju
welen gevonden waren in een banksafe
en aangezien juwelen niet uit eigen
beweging in een safe gaan liggen, kon
de farce alleen nog maar uitgelegd
worden als een reclamestunt, uit liefde
voor de kunst bedreven, zullen we
maar zeggen.
Intussen draaien de films maar door.
De stroom is niet bij te houden. Wil-
nha Mo ca.
üam Wyler uit Hollywood heeft on.
aangenaam verrast met „Roman Hoii
day", een soort omgekeerd „Oud-Hei-
delberg" op z'n Amerikaans. De ro
mance van een lief prinsesje, dat Italië
bezoekt, in een Romeins paleis logeert,
aan het waakzaam oog van haar om
geving ontsnapt en met een Amerikaans
journalist op stap gaat. Zij weet niet,
dat hij weet, wie zij is en nog minder,
dat hij bezig is sensationele stof te
verzamelen voor zijn publicaties. Maai
beiden worden verliefd en de journa
listiek moet het loodje leggen. Na een
weemoedig afscheid komt de jongeman
zonder een ietter kopij thuis.
Wyler vertelt het verhaal met dui
zend grappige vondsten en in een ge
noeglijke vaart. De vondsten zijn niet
altijd even filmiek van aard en na
deren meer dan eens de klucht, maar
er blijft zoveel divertissement over, dat
een zeer groot publiek aan zijn trek
ken kan komen.
De ware filmliefhebber zal zich het
best hebben thuisgevoeld bij de Bra
ziliaanse films „Sinha Moga" van Tom
Payne en „O, Cangaceiro" van Lima
Baretto. Beide films vertegenwoordigen
de Braziliaanse geschiedenis. De eerste
brengt de laatste strijd en de bevrijding
der slaven in beeld; de andere een
brok banditisme uit vroeger eeuwen.
Zij vallen beide op door eenvoud van
stijl, eerlijkheid in het vakmanschap,
pathos in de fotografie, kracht en so
berheid in de toepassing van de muziek
en geloofwaardigheid in de handeling.
Evenals de Italianen vinden de Bra
zilianen hun beste stof in de geschie
denis van hun eigen volk. Naar men
zegt, hebben alle deelnemers aan deze
twee films met grote geestdrift ge
werkt. Zij zijn dan ook aller trots en
zij kunnen met succes de concurrentie
wagen, ook op de Europese markt. Het
zou jammer zijn als zij niet hun weg
zouden vinden naar de Europese biosco
pen. In Nederland maken zij naar we
durven veronderstellen een grote kans.
Zowel de film van Payne als die van
Baretto zijn producten van de grootste
Braziliaanse onderneming de „Vera
Cruz", vijftig kilometer ten Oosten van
Sao Paulo gelegen. Productieleider
van „Sinha Moga" is de Nederlander
Henri de Zeppelin, in wiens verrukke
lijke tuin onder bananenbomen en aan
de rand van eén stuk oerwoud deze
brief is geschreven.
Dbg.
O, Cangaceiro.
Luitenant-admiraal b.d. C. E. L. Hel
frich heeft in een brief aan de „New
York Times" medegedeeld, dat de Ne
derlandse vloot uitstekend, doch te
klein is.
Naar aanleiding van een bericht van
een correspondent van het blad over de
verplichtingen van de NATO-landen,
zegt admiraal Helfrich dat van de tota
le defensiebegroting slechts 22 procent
voor de marine wordt uitgetrokken. Hij
acht de oorlogsvloot te klein, gezien het
feit, dat „Nederland nog steeds een zee
varende natie is met een machtige koop
vaardijvloot van meer dan 3.000.000 ton".
„Naar mijn mening", zo besluit admi
raal Helfrich, „houdt de NATO onvol
doende rekening met de speciale be
kwaamheid van Nederland bij de oor
logvoering, zoals in de jongste oorlog is
^gebleken: n.l. een nauw samengaan van
vloot- en luchtstrijdkrachten".
AMSTERDAM (V. U.) Cand. theologie
J. Dresselhuys, Roermond, R. Akkerman,
Amsterdam.
AMSTERDAM (V. U.) Doctoraal vrije
studierichting P. H. Coetzee, Bethylie (Zd.-
Afrika).
GRONINGEN Artsexamen le ged.
mevr. E. van Borkde Clercq, B. Keuke-
ma, M. Kwant, allen Groningen, J. Geling,
Winschoten, J. van der Woude, Leeuwar
den; bevorderd tot arts: mej. B. Brust,
Harkstede, L. Doornbos, Groningen, J.
Winter, 2e Exploërmond.
LEIDEN Doet. examen klassieke lett.
P Angevaare, Den Haag.
NIJMEGEN Doctoraal rechten L. Hof
stee, Nijmegen.
UTRECHT. Op het proefschrift „Mo
biliteit in de sociale en beroepshiërar
chie" een sociografisch onderzoek te
Zwolle) promoveerde tot doctor in de
letteren en wijsbegeerte G. Kuiper, geb.
te Amsterdam.
UTRECHT Cand. rechten: mej. A.
Jansen, Hilversum; doctoraal rechten: M.
Verstegen, Utrecht, H. Korte, Bussum, H.
Jongbloed, Utrecht; cand. sociologie, mej.
A. van Wijk, Utrecht, G. Jansen, Utrecht;
semi-artsexamen: P. der Kinderen, Utrecht;
K. Gilje, Utrecht; J. v. 't Riet, Arnhem;
arts-examen: F. Mol, Etten (N.-B.), mej.
Chr. M. Reitzema, Hilversum, M. v. Oss,
Udenhout.
Advertentie
N.V. PHILIPS-ROXANE PHARMACEUTISCH - CHEMISCHE INDUSTRIE „DUPHAR" - AMSTERDAM - OIST - WEESf»
Katholieke Actie en Sint Willibrord-
vereniging gaan gezamenlijk een groot
scheepse campagne voeren voor het
goede boek. Dat zal geschieden tijdens
de Boekenweek, welke van 27 Maart tot
en met 3 April a.s. wordt gehouden.
Tot dit doel hebben de landelijke
leiding van de Katholieke Actie en die
van de Sint Willibrordvereniging geza
menlijk opdracht gegeven tot het samen
stellen van een „Bibliotheek voor het
gezin", welke rond deze week onder de
aandacht van het katholieke lezerspu
bliek zal worden gebracht.
De campagne zal worden gevoerd on
der de naam „Actie Zonnewijzer". De
start is bepaald op Vrijdag 26 Maart.
Men is voornemens de „Actie Zonnewij
zer'' snel en op zo grote schaal uit te
voeren, dat men haar uniek voor Neder
land en zelfs voor de wereld zou willen
noemen. Men vertrouwt dat daardoor als
het ware in één slag het goede boek
metterdaad zijn plaats in het katholieke
gezin zal innemen.
Prof. dr. H. van der Schroeff.
voor de overige groepen wordt ten
minste twee ja^r voortgezet of uitge
breid lager onderwijs vereist.
De jongelie'den, die aan de gesteld»
eisen voldoen en medisch zijo goedge
keurd, kunnen na ondertekening van een
verbintenis met de Zuid-Afrikaans»
Spoorwegen onmiddellijk naar de Unie
worden uitgezonden. Zij moeten echter
een verbintenis aangaan van zeven jaar.
Ogenschijnlijk is dit een lange termijn,
maar men dient te bedenken dat de op
leiding voor machinist vijf jaar duurt.
De reiskosten per boot of vliegtuig
wordt een loon betaald van ongeveer
niet teruggevorderd. Van de aanvang
wordt een loan betaald van ongeveer
f 300 per maand. De Spoorwegen ver
schaffen hun tehuizen met volledig lo
gies. tegen vergoedingen, variërend van
f 60 tot f 75 per maand.
De raad van bestuur van het Neder
lands Studiecentrum voor Doelmatige
Bedrijfsleiding heeft tot rector van het
studiecentrum benoemd prof. dr. H. I.
van der Schroeff, hoogleraar in de be-
drijfshuishoudkunde aan de Rijksuniver
siteit te Amsterdam. Met deze benoe
ming zal een aanvang kunnen worden
gemaakt met de werkzaamheden van
het studiecentrum. Het ligt in de bedoe
ling de eerste cursussen zo spoedig mo
gelijk te doen aanvangen, gezien de zeer
grote belangstelling, welke in de krin
gen van het bedrijfsleven voor dit nieu
we centrum blijkt te bestaan.
Het studiecentrum is voortgesproten
uit het initiatief van dr. Paul Rijkens,
president-directeur van Unilever N.V.,
die in de jaarvergadering van 1951 van
de Nederlandse Mij. voor nijverheid en
handel het brandende vraagstuk van de
opleiding van de toekomstige leidende
functionarissen van het Nederlandse be
drijfsleven aan de orde stelde. Dr. Rij
kens betoogde, dat het nationale inko
men van Nederland zou kunnen worden
vergroot, indien maatregelen zouden
worden genomen om de efficiency te
verhogen van hen, die in de toekomst
geroepen zullen worden om leiding te
geven op hoog niveau.
Deze gedachte werd door een, door
de Nederlandse Mij. voor Nijverheid en
Handel ingestelde commissie uitgewerkt,
hetgeen heeft geleid tot de oprichting
op 5 Juni 1953 van de stichting: Ne
derlands Studiecentrum voor Doelmatige
Bedrijfsleiding. Het doel van dit cen
trum is door het organiseren van cur
sussen potentiële leiders „management
minded" te maken en hun begrip mede
te geven voor de richting, waarin vraag
stukken van leiding, organisatie en ef
ficiency hun oplossing moeten vinden.
In het studiecentrum zijn hoger on
derwijs en bedrijfsleven verbonden,
doordat tot de besturende colleges zowel
vertegenwoordigers van het Hoger On
derwijs als vertegenwoordigers van
werkgeversverenigingen en van tal van
particuliere en staatsbedrijven zijn toe
getreden. Het bureau van het studie
centrum zal te Amsterdam gevestigd
worden.
De gebruikelijke daling van het werk
loosheidscijfer In Februari, welke ca. 5000
bedraagt, werd dit jaar niet bereikt tenge
volge van de strenge vorst, waardoor de
werkzaamheden in de landbouw stagneer
den en o.a. de aanvang van verscheidene
nieuwe bouwobjecten werd opgeschort.
Het aantal werkloze mannen daalde in Fe
bruari dan ook slechts van 101.064 tot
100.725. Het aantal personen, werkzaam op
door de D.U.W. gesubsidieerde objecten,
daalde van 22.511 tot 22.401. Het direct be
schikbaar aanbod daalde derhalve met 449.
Het beschikbaar aanbod van bouwvak
arbeiders daalde van 22.214 tot 21.641, me
taalarbeiders van 6089 tot 5961 en losse ar
beiders van 24.850 tot 24.795. Het aanbod
van veenarbeiders steeg van 2497 tot 2510,
landarbeiders van 26.634 tot 27.917 en
transportpersoneel van 7921 tot 8126,
Het aantal openstaande aanvragen voor
mannelijke arbeidskrachten nam toe van
24.636 tot 28.935.
De relatieve werkloosheid was eind
Februari het hoogst in Groningen met
70 werklozen per 1.000 mannelijke be
roepsbeoefenaren en het laagst in Lim
burg met 14, terwijl het gemiddelde 32
bedroeg, evenals op 31 Januari. In N.-
Brabant waren 36 (tegen 38 in Januari)
werklozen per 1.000 mannelijke beroeps
personen.
Het aantal als werkloze geregistreer
de vrouwen daalde van 8,719 tot 8.186.
De vraag naar vrouwelijk personeel
steeg van 23.032 tot 25.858.
Bij de ingang van de Waalhaven te
Rotterdam, ongeveer ter hoogte van de
kompasnaald, is gistermiddag het
Duitse Rijnschip „Raab Karcher 34",
toebehorende aan de firma Raab Kar
cher te Keulen, aangevaren en gezon
ken.
De aanvaring geschiedde door de uit
zee komende „Hugo Boettger", een
Duits motorschip van 4877 brt., dat met
een lading erts van Griekenland kwam.
Het Rijnschip, dat eveneens met erts
geladen was en versleept werd, liep
een groot gat op. Door het snel bin
nenstromende water zonk de „Raab
Karcher 34" binnen enkele minuten. De
acht opvarenden konden zich echter nog
tijdig in de roeiboten begeven. Zij
werden later overgenomen door de
sleepboot en veilig aan wal gebracht.
Geen hunner liep enige verwonding op.
Het Rijnschip voer In charter voor de
N.V. Seam te Rotterdam.
De Belgische regering heeft de beper
kende bepalingen op de invoer van
gebrande koffie opgeheven, zo heeft de
Belgische minister van Economische
Zaken in antwoord op een schriftelijke
vraag medegedeeld. Hoewel in België de
koffiebranderijen voor een groot gedeel
te in handen zijn van middenstanders,
terwijl Nederland over geconcentreerde
koffiebranderijen beschikt, zag de minis
ter niet in waarom de Belgische koffie-
branders in hun bestaan bedreigd zou
den kunnen worden door de Nederlandse
import. Het verbruik van koffie in
Nederland is nog niet de helft van dat
in België.
In het zojuist verschenen jaarverslag
van de beide Graafse instituten voor
mannelijke en vrouwelijke blinden
wordt reeds geattendeerd op de viering
in 1959 van het honderdjarig bestaan
van „St. Henricus", de inrichting voor
de mannelijke blinden. (Het andere in
stituut „De Wijnberg" bestond in 1949
honderd jaar)In dit jaar hoopt de
directie een begin te kunnen maken
met de verwezenlijking van haar uit
breidingsplannen, waarmee een bedrag
van ongeveer twee en een half millioen
gulden gemoeid zou zijn.
In 1953 was voor „De Wijnberg" de
belangrijkste gebeurtenis, dat de meis
jesscholen de beschikking kregen over
flinke ruime lokalen. De slechtziende
kinderen kregen aparte lokalen met
blauw en oberkleurig fluorescentie-
ficht, hetgeen een novum betekende. De
misdeelde onder de vrouwelijke blinden,
die in mindere mate verstand en aan
leg bezitten, werden tevens in een eigen
lokaal ondergebracht.
Voor „St. Henricus" was het voor
naamste feit van het jaar, dat een vijf
tiental van de blinden werd opgenomen
in de gemeentelijke Sociale Werkvoor
zieningsregeling te Grave, zodat ze in
staat zijn zelf hun kost te verdienen.
Het streven jeugdige blinden, die geen
speciale studie-aanleg hebben, op te
leiden voor werk in de fabrieken, vindt
steeds meer waardering. De proeven
met het onderwijs aan slechtzienden
zijn in dit instituut op de goede weg. In
September 1954 hoopt men voor deze
groep een afzonderlijke school te be
zitten. Sinds September wordt in het
instituut ook les gegeven in solo-zang
en stemvorming door een zangpaedago-
ge. De resultaten van de ingestelde
staatscommissie voor het B.L.O., waar
onder ook het blindenonderwijs valt,
worden met grote belangstelling tege
moet gezien, alsook het werk van de
stichting „Het Nederlands Blinden
wezen".
In de jaarlijkse algemene vergadering
van aandeelhouders der Nederlandsche
Middenstandsbank werden de jaarstuk
ken over 1953 goedgekeurd en het di
vidend op de gewone aandelen vastge
steld op 7% en op de preferente aan
delen op 5%.
Voorts werd de heer J. van Eek, die
25 jaar directeur van de bank is ge
weest en per 1 Mei a.s. zal aftreden,
benoemd tot commissaris. Tot direc
teur werd benoemd de heer H. M. Burg
hard, thans directeur van het kantoor
van de bank te Den Haag.
Herkozen tot commissaris werden de
heren J. A. Dessing, mr. J. G. de Hoop
Scheffer en D. Swagerman.
Teneinde misverstand te voorkomen
deelt de Commissie nationale herden
king mede dat de jaarlijkse national*
herdenkingsplechtigheden (stille toch
ten, kranslegging, en kerkdiensten)
voor de gevallenen uit de tweede we
reldoorlog Dinsdag 4 Mei op dezelfde
wijze doorgang zullen vinden ais in
voorafgaande jaren. Over de ter zake
uit te geven algemene richtlijnen is
bereids de goedkeuring der regering
verkregen.