DE MEEST BELUISTERDE
STEMMEN VAN ONS LAND
Student uit Indië promoveert
aan Amsterdamse Universiteit
keuri
OECUMENISME en
APOSTOLAAT
Geneeskunde vroeger en nu
N
Leugenlegende
Geen misbruik van
Van de planken naar de microfoon
Nationaal 5 Mei-
comité
Uitbreiding van het aantal loten op komst?
Cultureel centrum
voor Laren
Vijf jaar geëist
wegens doodslag
Dikke schedel
redt leven
De juiste geest
[et ritueel van d
e trel
sking
Verscheurde Christenheid (slot)
6
ZATERDAG 20 MAART 1954
PAGINA 7
Geschenk van wed. Singer
Prins Bernhard in Florida
Personeel Noordholland
op middag van 5 Mei vrij
Mr. J. Visser gezant
in Stockholm
Zijn meisje bij de
keel gegrepen
3 en 4 jaar geëist
voor roofoverval
Aspiriw
Ih &uls!
Van de Egyptenaren en Hippocrates tot aan de
ontdekkers van bacteriën, antibiotica en
radiumstralen
De meest beluisterde stemmen van
Nederland zijn anoniem. Het zijn de
nieuwslezers van de Radio Nieuws
Dienst. Ze spreken nooit voor een ge
hoor dat kleiner is dan een half millioen
en hun stemgeluid is de burgerman
even vertrouwd als dat van zijn eigen
vrouw. Er moet maar eens een keer,
bij vacantie of ziekte van een der le
zers, een vreemde stem in de nieuws
berichten zitten. Prompt kijkt men ver
stoord of verwonderd naar het toestel,
want de stem van het nieuws mag niet
veranderen. Er zijn overigens twee
stemmen. Maar zeer weinigen kennen
het verschil. Men hoort soms 'n tweede
tenor (Fons Jansen) en soms een eerste
bas (Bob Korpershoek). Fons Jansen
zult U de volgende maand niet meer
horen. Hij gaat zich nu geheel wijden
aan het G3 werk, de Katholieke Actie
in het leger. Als officier in Indië heeft
hij het werk mee opgebouwd en het
heeft hem sindsdien niet meer losge
laten. Al zijn vrije tijd ging naar G3.
Voortaan kan hij er al zijn tijd aan
geven. Een goede ruil, zouden wij zeg
ge»
Het is reeds lang geleden dat Jan van
Ees op de planken van het „grote" to
neel stond. En ook zijn cabaretcarrièrê
met Toon Hermans ligt alweer een paar
jaren terug. Zijn stem hoorde men steeds
meer in de radio. De stap van Paul van
Vlaanderen (AVRO) naar Immanuel
Broedebash (VARA, Showboat) heeft
zijn populariteit niet verminderd. Nu
hij ook naar Hilversum is verhuisd,
waar men hem dagelijks met zijn grote
hond kan zien wandelen, is de tijd
niet ver meer dat Jan van Ees defini
tief overstapt. Binnenkort treedt hij toe
tot de hoorspelkern van de N.R.U.
Zijn merkwaardig onbewogen en toch
sympathiek geluid zal ongetwijfeld een
aanwinst zijn voor de gevarieerde
stemmencollectie van deze (roerige)
kern.
Maurits van den Berg, de bekwame
dirigent van het Omroep Kamer Orkest,
is bij de radioluisteraars slechts weinig
bekend. Doch bij de musici staat hij in
hoge ere. Het is nog niet zo lang ge
leden dat een dirigent volkomen
strandde in een hyper-gecompliceerde
compositie van een Belg en zich, via
ziekteverlof, terugtrok. Maurits van
den Berg nam de zaak over en redde
de uitvoering.
Het schijnt dat het buitenland hem
de bekendheid moet geven, die het eigen
land hem maar schaars toebedeelt.
Onlangs heeft hij met veel succes als
gast gedirigeerd in Lugano. Het radio
symphonie orkest in Zurich heeft hem
nu uitgenodigd.
Sir Adrian Boult komt naar Neder
land toe. Hij zal volgende maand in
Hilversum dirigeren als een van de
gasten in de serie bekende dirigenten,
die dit seizoen bij de Nederlandse radio
hun opwachting komen maken.
De veelgeprezen „Winckel van Sin-
ckel" van Wim Sonneveld wordt 23 Maart
a.s. in het VARA-televisieprogramma
uitgezonden vanuit de Kleine Comedie
in Den Haag.
Acties „voor het goede doel" zijn
gelukkig bij de radio schering en in
slag. Johan Bodegraven wordt door de
regering een beetje gedwarsboomd in
zijn poging om voor Loesje een tweede
Haak-In-succes te ontketenen. De per
soneelsverenigingen van bedrijven, die
hun gift komen aanbieden, mogen hun
naam niet meer noemen. Het doel is
overigens zeer sympathiek: een nieuwe
vleugel -voor een tehuis voor gebrek
kige kinderen in Arnhem.
De'kinderen doen mee aan een spe
ciale actie voor eèn lift, die f25.000 kost.
De AVRO heeft de actie voor de oud
verpleegsters „De Hond in de Pot", die
ontijdig eindigde door de watersnood,
weer opgenomen. De inzameling is ge
combineerd met de Bonte Trein.
(Van onze verslaggever)
De Nationale Federatieve Raad van
het Voormalig Verzet Nederland, het
Veteranen Legioen Nederland en de
Stichting „Pro Patria" hebben tezamen
een „Nationaal 5 Mei-comité" gevormd,
dat zich ten doel stelt te geraken tot
„een waardige en stijlvolle viering van
5 Mei als bevrijdingsdag". De deelne
mende organisaties zijn van mening, dat
aan de viering van deze dag door het
ganse volk dient te worden deelgeno
men. Naast de herdenking van gevalle
nen achten zij het noodzakelijk het Ne
derlandse volk er telkenjare van te
doordringen dat het in eendracht heeft
te strijden voor zijn voortbestaan in de
geest en volgens de idealen van hen, die
in de jaren 1940 tot 1945 hebben gestre
den voor een vrij en herboren Neder
land. Ter voorbereiding van de viering
zijn en worden plaatselijke comité's op
gericht. Het Comité zal aan de werkge
vers verzoeken zoveel mogelijk mede
werking te verlenen tot het welslagen
van de Nationale Feestdag. Tevens doet
het een beroep op alle organisaties en
verenigingen in Nederland om zich aan
te sluiten. Het Comité stelt zich op het
standpunt dat een gelijktijdige viering
van Koninginnedag en de Bevrijdings
dag beide feesten devalueert.
Voor de eerste maal in haar geschiede
nis heeft de universiteit van Amsterdam
een student uit Indië de doctorstitel
verleend. In aanwezigheid van vele bui
tenlandse studenten van het instituut
voor sociale wetenschappen te 's-Gra-
venhage, waar hij zijn studie heeft
(Van onze speciale verslaggever)
T T et Nederlandse Volk dat
#-ƒ blijkt' uit allerlei symptomen
J. J. is redelijk goklustig. Maar
daar staat tegenover, dat de over
heid alles in het werk stelt, om die
collectieve goklust binnen redelijke,
misschien wel binnen enigszins onre
delijke, banen te houden. Het be
faamde hazardspel is hier verboden,
evenals de voetbalpool. Over het al
gemeen moet men het in onze con
treien dus hebben van de tombola
en van de geautoriseerde loterij ten
bate van een liefdadig doel. En dan
is er natuurlijk de Staatsloterij, een
officiële instantie,
die de her en der
optredende gok-
woede, zogezegd
kanaliseert. Zij
is er, zoals haar
directeur, de heer P. R. van Aider-
werdt van Rosenburgh ons met na
druk verzekerde, om aan een be
staande behoefte te voldoen en niet
om haar te prikkelen. De Staatslo
terij is dus een bijzonder keurige in
stelling; wat men dan ook mag ver
wachten van een instituut, waar de
Staat zelve aan te pas komt. De be
langstelling voor deze gelegaliseerde
„roulette" is intussen zeer groot.
Wanneer de loten worden verkocht,
Mevr. A. S. Brugh, weduwe van de
kunstschilder W. H. Singer Jr., heeft
aan de gemeente Laren een vorstelijk
geschenk aangeboden in de vorm van
een cultureel centrum. Hiertoe zal het
landgoed De Wilde Zwanen door archi
tect Wouter Hamdorff verbouwd wor
den. Het cultureel centrum zal omvat
ten een museum, muziek- en toneelzaal,
foyer, vergaderzalen en een bedrijfs
woning. Mevr. SingerBrugh neemt de
verbouwing voor haar rekening. Voorts
schenkt zij een collectie schilderijen,
aquarellen, pastels, tekeningen van W.
H. Singer Jr. en vele andere meesters.
Ook diverse bronzen en antieke meu
belen. Tenslote een bedrag van 150.000
gtd., betaalbaar bij haar overlijden. Het
geheel komt onder een stichting, ge
naamd Singer Memorial Foundation.
Het doel dezer stichting is enerzijds
een blijvend museum tot stand te bren
gen voor de grote „Collectie Singer" en
andere collecties. Anderzijds om aan
Laren een cultureel centrum te schen
ken met de genoemde accommodatie.
De gemeente Laren zal eveneens een
bedrag van 150.000 gld. in het fonds
moeten storten. Om hiertoe te besluiten
is de gemeenteraad van Laren voor een
spoedzitting op 22 Maart bijeengeroe
pen.
Het landgoed De Wilde Zwanen heeft
mevr. Singer in 1914 laten bouwen. Het
landgoed Nederheem te Blaricum heeft
zij in 1939 laten bouwen. Mevr. Singer
woont in de zomer in Noorwegen en
gedurende de wintermaanden in hotel
Hamdorff.
Prins Bernhard is Vrijdag met een
Vliegtuig van de Amerikaanse lucht
macht uit New Orleans op de luchtba-
■ts „Elgin" in Florida aangekomen.
kan men vooral in de grote steden
het verschijnsel waarnemen, dat zich
lange files vormen van gegadigden,
bij wie de ondernemingslust schier
uit de ogen straalt. In de loop der
jaren hebben de heer Van Alder
werdt en zijn medewerkers reeds
..atregelen genomen, om binnen
het kader van de Loterijwet uiter
aard aan de stijgende behoefte
tegemoet te komen. Maar zij bleken
niet afdoende. En sinds kort staat er
nu ren wetsontwerp op stapel het
is bereids naar de Raad van State
om advies gezonden waarin wordt
beoogd het aantal loten met een se
rie van 21.000 per trekking uit te
breiden. Mocht dit wetsontwerp wet
worden en zou deze wet door de
beide Kamers worden aangenomen,
dan betekent dit dus, dat de Over
heid de teugels, waarmee zij de
goklust in bedwang houdt, enigszins
laat vieren.
De Nederlandse Staatsloterij is een
paar honderd jaar oud instituut. Zij
stamt in regelrechte lijn af van de
Generaliteitsloterij, die omstreeks
1720 in het leven werd geroepen. In
de jaren tussen 1750 en 1760 cd
men de ontdekking, dat een hoofdprijs
van f 100.000 psychologisch het meest
verantwoord zou zijn. Enige tijd la
ter week men weer van die norm
af, maar men mag wel zeggen, dat
nu ongeveer 170 jaar lang „de hon
derdduizend" de prijs is, waar heel
gokkend Nederland reikhalzend naar
uitziet.
Per jaar zijn er 80 trekkingsdagen,
verdeeld over vier loterijen. Zij wor
den gehouden in het gebouw van de
Staatsloterij aan de Kazernestraat in
Den Haag en zij zijn gebonden c-n
een bepaald, vrij gecompliceerd ri
tueel. Zij zijn openbaar, zodat elke
Nederlandse Staatsburger vrijelijk
kan komen controleren, dat het er
eerlijk toegaat. Maar het vertrouwen
in het officiële „gokcollege" schijnt
welhaast geen grenzen te kennen,
want het zaaltje aan de Kazernestraat
is immer zo goed als leeg. Slechts
als de honderdduizend er tot het
laatste moment „in" blijft zitten, wil
len er nogal eens wat belangstellen
den binnenstromen.
Dat vertrouwen is overigens volko
men gerechtvaardigd. Hetgeen u zult
begrijpen wanneer wij voor u de
gang van zaken, zoals die op een
trekkingsdag pleegt te verlopen, ont
hullen. Welnu, als het dan zover is,
trekt de heer Alderwerdt zich met
een aantal assistenten terug in een
zaaltje, waarin een tweetal trommels
staat opgesteld: één bevattende de
nummers van de loten, de ander in
houdende de prijzen en de nieten. Hij
elke trommel behoren drie heren.
De eerste vist het opgerolde briefje
uit de bus en geeft het aan de naast
hem gezeten collega, die het ringetje
er af haalt en het op een bijzon
dere wijze gevouwen overlevert
aan zijn buurman. Deze tenslotte
fungeert als afroeper van het num
mer, dan wél wanneer hij bij de
andere bus is ondergebracht van
de prijs of de niet. Eén functionaris
tenslotte neemt het nummer in de
linker- en de prijs (maar meestal de
niet) in de rechterhand, oiakt beide
briefjes op een bepaalde wijze al
weer op elkaar en steekt ze op
een pen. Inmiddels maken twee he
ren van al deze bedrijvigheid een
proces-verbaal op en ook stellen zij
een roosterlijst samen. Dit alles vol
trekt zich onder diepe stilte, want
er maa niet in het
zaaltje worden ge
praat en zelfs niet
worden gerookt.
Daarmee is het
proces echter nog
niet helemaal ten einde, want de pen
met de briefjes gaat nog „naar bo
ven", waar zij aan een nauwgezette
na-contröle worden onderworpen.
Soms wil het dan wel gebeuren, dat
één of twee kleine foutjes worden
achterhaald. Er wordt dus geen enkel
risico genomen, zoals u ziet. Wannéér
de honderdduizend bij moet zijn
don krijgt u hem ook.
De Staatsloterij heeft her en der in
het land een 400-tal collecteurs en
collectrices uitgezet. Deze dames en
heren worden aangesteld docr de mi
nister persoonlijk, inclusief de ver
melding van hun benoeming in een
gewichtig stuk als de Staatscourant.
Zij worden beschouwd als ambtena
ren, maar zij zijn het ribchtans niet.
Want zij beschikken bijvoorbeeld
over een eigen Stichting voor hel
Pensioenfonds. Die functie van col
lecteur (trice) bij de Staatsloterij
schijnt een zeer gewilde te zijn, want
sinds het wetsontwerp voor de uit
breiding van het aantal loten publie
kelijk is geworden, wordt de heer
Van Alderwerdt op zijn spreekuur be
stookt door honderden sollicitanten.
Zij maken echter weinig kans. Want
op de eerste plaats staat omtrent de
uitbreiding nog weinig vast en op
de tweede plaats is het nog in het
geheel niet zeker, dat zij eventueel de
aanstelling van nieuwe collecteurs
noodzakelijk zou maken.
Hoe dat zij, er treden rondom onze
Staatsloterij tal van folkloristische
verschijnselen op. Dit bijvoorbeeld dat
een bepaald kantoor, een gelukskan-
toor zou zijn, omdat daar zó dikwerf,
zoal niet de f 100.000, dan toch een
hoge prijs valt. En deze opvatting
is uiteraard een onzinnige.
Bovendien, hier raken wij de klas
sieke vaag of geld wel gelukkig
maakt. Spiegel u, in dezen aan die
heer in Den Haag, wie twee keer
de honderdduizend gewerd. De eer
ste keer had hij de centjes er in de
betrekkelijk summiere tijd van êen
jaar doorheen gejaagd, de tweede
maal dikte hij zijn kapitaaltje der
mate aan, dat hij daardoor in niet
geringe moeilijkheden kwam te ver
keren. Onze goede raad aan alle adep
ten van de Staatsloterij luidt dus:
win de honderdduizend, maar wees
er voorzichtig mee.
Bovendien, de enige instantie, die
in dit verhaal altijd en in ieder ge
val aan het langste eind trekt is de
Staat zelve. De opbrengst van de
Staatsloterij over 1954 is n.l. begroot
op een bedrag van vier millioen en
tachtig duizend gulden.
beëindigd, heeft de 27-jarige P. K. Go-
palakrishnan in de aula der universiteit
zijn dissertatie over de ontwikkeling
van de economie in India verdedigd.
Geflankeerd door zijn parauymphen
Sara Mathal uit Indië en Kaaysaid Ha-
san uit Pakistan, beantwoordde hij de
hem door de Amsterdamse hoogleraren
gestelde vragen, waaronder er één was
volgens welke in het proefschrift ten
aanzien van de vertraagde ontwikkeling
in Indië te veel critiek was uitgeoe
fend op Engeland. Nadat de rector-mag-
nificus de jeugdige candidaat tot doctor
in de economische wetenschappen had
gepromoveerd, zeide zijn promotor, prof.
dr. I. J. Brugmans, dat deze promotie
wijst op toenemende inschakeling van
het Nederlandse Hoger Onderwijs in het
internationale geestelijk verkeer.
Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland hebben besloten het personeel
van de provincie, voor zover de dienst
dat toelaat, op de middag van de 5e
Mei vrij te geven om hen in staat te
stellen deel te nemen aan de viering
van bevrijdingsdag.
Bij K. B. is mr. J. Visser, tot voor
kort chef der directie kabinet en proto
col van het ministerie van Buitenlandse
Zaken, benoemd tot Nederlands gezant
in Stockholm.
Advertentie
Laxeermiddelen, maar als U
een laxans nodig heeft, neem dan
Mijnhardt's Laxeertabletten.
Veroorzaken geen gewenning en
werken zacht en zeker. Doos 65 ct.
De Utrechtse rechtbank heeft de zaak
behandeld tegen de 23-jarige verwar
mingsmonteur A. M. te Utrecht, ver
dacht van doodslag, subs, zware mis
handeling de dood ten gevolge hebbend.
Op 3 Mei van het vorig jaar was ó!e
verdachte in gezelschap van zijn verloof
de, de 16-jarige A. B. uit De Bilt, naar
het militaire terrein nabij het fort
Rhijnauwen te Bunnik gegaan, dat mei
prikkeldraad is afgezet. Verclachte zeide,
dat hij daar het meisje bij de keel had
gegrepen. Toen zij bewusteloos bleef
liggen had hij een duw gegeven, waar
door ze in de fortgracht terecht kwam
Het over de monteur uitgebrachte
psychiatrisch rapport kwam tot de con
clusie dat de verclachte in zeer sterke
mate verminderd toerekeningsvatbaar
moet worden geacht en voor geruime
tijd uit de maatschappij dient te worden
verwijderd.
De officier van justitie achtte de
doodslag bewezen en eiste vijf jaar met
aftrek alsmede ter beschikkingstelling
van de regering.
Twee Limburgers, v. d. H. uit Bruns-
sum en C. uit Thorn, hoorden Vrijdag
voor de Zutphense rechtbank zware
vrijheidsstraffen tegen zich eisen we
gens de roofoverval, welke zij 4 Octo
ber op een Apeldoornse kellner, F.,
hebben gepleegd. Slechts het feit, dat
de kellner een enorm dikke schedel
had, zodat gesproken kan worden van
een medisch wonder, redde zijn leven.
Ieder normaal mens zou de klap, welke
F. te incasseren kreeg, niet hebben over
leefd.
De officier van Justitie eiste tegen
C., die reeds zeven veroordelingen ach
ter de rug heeft, een gevangenisstraf
van drie jaar en tegen v. d. H., die reeds
elf keer veroordeeld is, vier jaar met
aftrek. Uitspraak 2 April.
Advertentie
Wij kunnen naar onze mening de
uiteenzetting over de oecumeni
sche beweging van onze tijd
niet beter besluiten dan met enkele
woorden over de ware geest, die ons in
dit opzicht moet vervullen. Uiteraard
moeten wij ons daarbij tot de hoofdza
ken beperken. Voor verdere bijzonder
heden verwijzen wij naar het mooie
boekje van P. dr. Pauwels O.P.: „Oecu
menisch leven".
De echte oecumenische geest hangt
ten nauwste samen met onze aposto-
laatspiicht. Als Katholieken zijn wij er
van overtuigd, dat wij door Gods gena
de het grote voorrecht hebben ontvan
gen te mogen leven in de éne, ware
Kerk van Christus. Wij weten tevens,
dat die éne Kerk bedoeld is als het nor
male heilsinstituut voor alle mensen
zonder uitzondering. Zelfs zonder nog
te denken aan Christus' uitdrukkelijk
gebod Zijn apostelen te zijn op aarde
ligt het voor de hand, dat wij ons best
doen zoveel mogelijk medemensen in
kennis te brengén met onze Kerk, opdat
ook zij aan haar oneindige genaderijk-
dom deelachtig mogen worden. Het goe
de is immers van nature mededeelzaam.
Nu is het wel waar, dat het niet per se
noodzakelijk is Katholiek te zijn om in
de hemel te komen. Gods genade werkt
ook buiten de Kerk. Maar wie echt over
tuigd Katholiek is, wie iets begrijpt
van het ontzaglijke voorrecht tot de éne,
ware Kerk van Christus te behoren en
bijgevolg door „de liefde van de Verlos
ser der mensheid gedrongen wordt" zal
daarmee geen vrede kunnen hebben.
Omdat hij wéét, dat die mensen een
veel gelukkiger en veiliger leven kon
den hebben, als zij deel hadden aan de
volheid van Gods genade, die alleen in
de Kerk van Christus te vinden is.
De noodzaak van deze apostolische
houding springt nog duidelijker in het
oog, wanneer wij bedenken, dat de apos-
tolaatsplicht strikt persoonlijk is. Hij
rust op elke Katholiek zonder uitzonde
ring. Niemand mag zich daarvan ontsla
gen achten en dit werk overlaten aan
b.v. hen, die daarvan een aparte studie
hebben gemaakt. Natuurlijk is niet ieder
in staat theologische boeken te schrii-
ven of op echt deskundige wijze zijn
geloof te verduidelijken of te verdedi
gen. Dat blijft inderdaad uit de aard
der zaak voor specialisten gereserveerd.
Maar wat ieder lid van Christus' Kerk
kan en moet doen is onophoudelijk
bidden en offeren voor de uitbreiding
van Gods Rijk op aarde en zó nauwge
zet zijn geloof beleven, dat zijn voor
beeld een levende prediking wordt.
Wil men de noodzakelijkheid van het
apostolaat nog scherper inzien, dan is
het van groot nut zich in te denken in
de mentaliteit van andersdenkenden.
Zeer vaak ontmoet men bij hen een dui
delijke onbevredigdheid. In elk geval mis
sen de goedwillenden onder hen zeer
veel van wat wij door Gods goedheid
bezitten. Buiten de Kerk heerst dikwijls
een grote geestelijke en godsdienstige
nood.
Y5ór alles moeten wij hierbij
echter op onze hoede zijn om niet
in een zekere zelfgenoegzaamheid
te vervallen. Daarvoor bestaat niet de
minste reden. Integendeel! Wat wij ont
vangen hebben is een totaal onverdiende
gunst, een echt liefdesgeschenk van God,
dat ons alléén maar oneindig dankbaar
en nederig moet stemmen. Vooral nede
rig, want het antwoord op de vraag, hoe
wij Gods onzegbaar-verheven uitverkie
zing hebben benut, valt meestal hoogst
beschamend voor ons uit. Deze overwe
ging moet ons dan weer aansporen zo
trouw mogelijk ons H. geloof te beleven,
omdat dit altijd nog het beste apostolaat
is, het apostolaat van het goede voor
beeld.
De echte oecumenische geest, anders
gezegd, de juiste apostolaatshouding kan
men zich echter slechts dan pas goed
eigen maken, wanneer men zijn begrip
van de Katholieke Kerk verdiept. Dr.
Pauwels legt er zeer terecht de nadruk
op. dat wij haar in het licht van het
geloof vooral moeten leren zien als het
Godsrijk op aarde, als het verbonden
zijn met Christus in Zijn Mystiek Li
chaam, als het door God ingestelde mid
del om Christus' heilswerk op aarde
voort te zetten, te bestendigen en te
voltooien. Het is dus de gedachte aan
de geestelijke gemeenschap in geloof
en liefde, die bij het beschouwen van de
(Van onze medische medewerker)
De oudste geschreven mededelingen
omtrent de uitoefening der ge
neeskunde vinden wij op Egyp
tische papyrusrollen van plus minus
4000 jaar voor Christus. De oorsprong
zelfs van de R/, waarmede vandaag nog
elke arts zijn recept begint en waar
van hij denkt, dat het de afkorting is
van het Latijnse „recipe", dat „neem"
(van die en die stof, zoveel gram) be
tekent, zou een symbool zijn van het
heilige oog de Oedja van Horus
of Ra. Deze Oedja, die o.a. voorkomt
op de sarcophaag van Amenhotep II
(1420 V. Chr.), werd door de Egypte-
naren gebruikt als aanroepteken van
deze godheid bij het neerschrijven van
een recept.
Bij de Grieken bleef de geneeskun
de aanvankelijk slechts beperkt tot
het aanroepen der goden om hen gun
stig te stemmen om de ziekte, die zij
als een soort straf der goden beschouw
den, van een bepaald mens weg te
nemen. Hippocrates (460 v. Chr.) was
de eerste, die de ziekte met natuur
lijke middelen trachtte te genezen. Hij
heeft zich daardoor de bijnaam van de
Vader der geneeskunde verworven. Hij
was ook de eerste, die van zijn leer
lingen eiste, dat zij een eed zouden
afleggen, dat zij het in hen gestelde
vertrouwen nooit zouden beschamen.
Dit aangrijpende stuk, de eed van
Hippocrates, bevat in zich de oorsprong
van het beroepsgeheim.
Enkele eeuwen later zien we in
Rome optreden de Griekse arts Gale-
nus. Hij heeft de verdienste zich het
eerst voor anatomie geïnteresseerd te
hebben. Hij verrichtte secties bij var
kens. En omdat hij arts der zwaard
vechters was, zal hij zo nu en dan ook
wel eens de gelegenheid gehad hebben
een blik te slaan in het inwendige van
een mens. Hij probeerde ook ziekten
met kruiden te genezen. Zijn theorie
der vier elementen: aarde, vuur, water
en lucht, gold gedurende de volgende
eeuwen als basis van het wetenschap
pelijk denken.
Dan verloopt er geruime tijd voor
dat er nieuwe principes ingang vinden
in de geneeskunde. Eerst in de 15de
eeuw komt er in Zwitserland een
zekere Philippus Aureolus Bombastus
Paracelcus von Hohenheim, kortweg
Paracelcus genaamd, op het idee
andere middelen te gebruiken bij de
therapie: stoffen als kwik, lood en
ijzer. Daarmee gaf hij in wezen de
stoot tot het ontstaan van een phar-
maceutische chemische industrie. Ook
gaat het verhaal, dat deze man mor
phine als pijnstillend middel weer irt
Europa ingevoerd zou hebben.
iet lang daarna schrijft in Vlaan
deren Andreas Vesalius, de lijf
arts van Karei V, zijn beroemde
„Zeven boeken over de bouw van het
menselijk lichaam". Het is eigenlijk
vreemd, dat het tot de 16e eeuw moest
duren, voordat er iemand gevonden
werd, die zich persoonlijk de moeite
gaf, de anatomie van het menselijk
lichaam grondig te bestuderen. Im
mers, hoe kon men hopen ooit een
rationele therapie te kunnen instellen,
terwijl men omtrent bouw en functie
van dat lichaam nog volslagen onwe
tend was. Met dit werk werd boven
dien de grondslag gelegd voor de
chirurgie. Dat wil niet zeggen, dat er
tot nu toe niet geopereerd zou zijn. Wij
vinden zelfs heel oude botten en sche
dels, die nog de sporen dragen van
zeer geslaagde operaties. Toch kan men
Kerk op de voorgrond moet worden
geplaatst. De zichtbare katholieke Kerk
moet erkend worden als de weg naar
die geestelijke gemeenschap èn als die
gemeenschap zelf, als „d e" weg om lot
God te komen n als het verbonden
zijn met God.
Het spreekt van zelf, dat dit betere
en ruimere inzicht in het wezen van de
Kerk slechts verworven wordt door die
pe bezinning in eigen kring. Het myste
rie van de Kerk is onuitputtelijk, omdat
het goddelijk is. Wij mogen ons niet te
vreden stellen met een uitsluitend uiter
lijk lidmaatschap, steunend op opvoe
ding en gewoonte. Een dergelijke hou
ding raakt haar wezen niet.
Niet alleen een verbreed en ver
diept begrip van het wezen der
Kerk is ontontbeerlijk voor de goe
de oecumenische peest, ook onze hou
ding t o.v. niet-Katholieken moet volko
men verantwoord zijn. De schrijver van
„Oecumenisch leven" stelt in dit ver
band een zeer duidelijke vraag. Wanneer
het waar is en dat is waar uit hoof
de van een uitdrukkelijk goddelijk ge
bod dat iedere mens tot de Kerk
moet komen, heeft het dan nog zin zich
af te vragen, welke Jevensbeschouwing
een niet-Katholiek eigenlijk aanhangt?
Of hij onkerkelijk is, vrijdenker, Oos-
ters-Orthodox, Anglicaan, Protestant of
Jood? Zij moeten immers allen toetre
den tot de éne, ware Kerk van Chris
tus.
Dat maakt wel degelijk verschil. Het
zal toch wel duidelijk zijn. dat men met.
een Mahomedaan anders spreekt over
de Kerk van Christus dan met een ge
reformeerde; met een Jood anders dan
met een Anglicaan, met een gedoopte an
ders dan met een ongedoopte. Het is
een feit, dat de OostersOrthdoxen, de
gelovige Protestanten en Israël nog veel
goddelijke gaven bezitten, die ook in
de Katholieke Kerk aanwezig zijn. Ener
zijds verschaft dit gemeenschappelijk be
zit een gezamenlijk uitgangspunt voor
een gesprek, anderzijds bestaat de mo
gelijkheid, dat. hoewel deze niet-Katho
lieken sommige waarheden samen met ons
belijden, er toch verschil bestaat in de
verklaring ervan. Dit alles maakt een
verschillende aanpak noodzakelijk, die
zo zuiver mogelijk dient te worden af
gestemd op de geestelijke instelling van
de persoon in kwestie.
Uit het bovenstaande blijkt voldoende
duidelijk, dat een verantwoorde oecu
menische werkzaamheid de ware oecu
menische geestveronderstelt. En ook,
dat deze oecumenische geest in bepaal
de gevallen deskundigheid vereist. Het
zou echter beslist verkeerd zijn te den
ken, dat men juist terwille van deze
soms onmisbare deskundigheid, daarom
maar alle oecumenisch werk aan specia
listen kan overlaten. Wij herinneren er
aan, dat een zekere mate van deskun
digheid eigenlijk van elke Katholiek
■mag verwacht worden. In zoverre n.l.
dat ieder behoorlijk zijn eigen geloof
moet kennen en in staat zijn, het min
stens in zijn wezenlijke bestanddelen te
verantwoorden.
Dit komt dus neer op de plicht zyn
geloofskennis te vergroten. Aan uit
stekende boeken en tijdschriften over
dit onderwerp is in ons land gelukkig
geen gebrek. De godsdienstcursus voor
achttienjarigen voorziet in een werke
lijk drineende behoefte. Het ware te
wensen, dat alle ouders hun jongens en
meisjes blijven aansporen, trouw daa.-
aan deel te nemen. De Zaterdagavond-
rubriek van de KRO, vlak voor het
avondgebed is, op verzoek van de St.
Willibrordvereniging, in het leven ge
roepen om het katholicisme beter te
doen kennen.
Gelegenheid is er dus te over. Het
komt er nu maar op aan de nodige goe
de wil daarvoor op te brengen. Wie zijn
tijd begrijpt en zijn hoogste belangen
behoeft geen aparte aansporing. Zijn
voorbeeld zal niet nalaten op echte
apostolische wijze ook de eigen geloofs
genoten warm te maken voor een dieper
begrip van de rijkdom van hun H. Ge
loof waarvan in de volle zin van het
woord hun persoonlijk geluk en dat van
hun medemensen afhankelijk is. L.
dat niet anders beschouwen dan als
de gelukkige afloop van niet meer dan
„een slag in de lucht". Ook wil het
niet zeggen, dat men na de publicatie
van Vesalius' boeken nu meteen het
mes ter hand kon nemen. Daarvoor
waren eerst nog andere ontdekkingen
nodig.
Ik bedoel de ontdekking van de
bacteriën en van de anaesthesie. Louis
Pasteur (1822-1895) heeft ons duidelijk
gemaakt, wat bacteriën zijn, hoe ze
leven en hoe wij ze kunnen bestrijden.
Met deze kennis gewapend kon baron
Lister het infectiegevaar bij operaties
aanzienlijk verminderen. In diezelfde
tijd paste men voor het eerst aether-
nareose toe. Ook voor de interne ge
neeskunde bracht de ontdekking van
de bacteriën en andere micro-organis
men groot voordeel. Men leerde de
ware aard van infectieziekten kennen
en kreeg daarmee de sleutel tot be
strijding van deze ziekten in handen.
In dit verband noem ik slechts de
naam van een man: Robert Koch
(1843-1910), de ontdekker van de tu
berkelbacil.
De laatste honderd jaren hebben ons
stralen gebracht van allerlei aard,
Röntgenstralen, Radium en andere
soorten straling, waarmee wij kwaad
aardige gezwellen te lijf kunnen gaan.
Hebben ons de vitaminen gebracht en
als consequentie daarvan de gezonde
voedingsgewoonten. En dan de ontdek
kingen van de allerlaatste tijd: Shock-
bestrijding op grote schaal door bloed
en zoutsolutie-infusen en tenslotte de
eindoverwinning op de bacteriën, ge
materialiseerd in chemotherapeutica
en antibiotica. Reden om trots te zijn,
maar trots in het nederig besef, dat wij
desondanks nog maar een tip van de
sluier, die het mysterie van het leven
verhult, hebben gelicht.
VAN S.
(Vervolg van pag. 1)
De Vrije-Volk-hoofdredacteur is op
de voet gevolgd door de heer
Oosterhuis, voorzitter van het
N V V. en lid van de Eerste Kamer
voor de P.v.d.A. Kennelijk is men in
socialistische kringen de leugenlegende
aan het opbouwen, dat de ouderdoms-
verzekering geheel te danken is aan
socialistische activiteit. We hebben er
nimmer behoefte aan gehad te ont
kennen, dat ook de socialisten hebben
bijgedragen aan de ontwikkeling van de
sociale verhoudingen. We zijn bereid
verder te gaan en zelfs te stellen, dat
het aanvankelijke extremisme van Do-
mela Nieuwenhuis, dat de revolutie
poging van Troelstra, dat de staak-
maar-raak-acties van het N.V.V. na de
vorige oorlog, de waakzaamheid en de
activiteit ook van de katholieken heb
ben geprikkeld en bevorderd.
In de tijd dat de socialisten bestuur
lijke verantwoordelijkheid konden noch
wilden dragen, was het heel normaal
dat zij sociale eisen formuleerden,
waarvan zij zelf de overtuiging wei
moesten dragen, dat deze eisen voor
alsnog niet realiseerbaar waren. Van
de stervende E.V.C. zijn we thans ook
gewoon eisen te vernemen, als hogere
lonen, lagere prijzen, meer zonneschijn,
minder regen; vooruit maar, eis maar
raak. Misschien komt er nog eens een
periode, waarin door de noeste arbeid
van velen, met uitzondering yan de
eisende partij, iets in die richting be
reikt zal worden, dan kun je altijd
weer zeggen: kijk, daar hebben wij
vijftig jaar geleden het initiatief toe ge
nomen.
Het is een klein kunstje om op de
wijze waarop de heer Voskuil dat deed
een „bewijs" te construeren, dat eigen
lijk alle sociale verbeteringen van de
laatste 70 jaar te danken zijn aan dr.
Schaepman en dus aan de Rooms Ka
tholieke Staatspartij en dus aan de
K.V.P. Men leze maar Schaepman's
artikelen in het Centrum, in de Katho
lieke Werkman, enz.
Neen, van een intelligent man als de
heer Voskuil zouden we minstens een
intelligenter wijze voor het vormen van
leugenlegendes hebben verwacht. Te
zeer immers is ook het katholieke volk
overtuigd van de onschatbare verdien
ste, van een Arbeidswet Aalberse, van
een Kinderbijslagwet Romme, om in
deze propaganda-val te tippelen. Wan
neer op 10 April a.s. het N.V.V. een
speciaal congres gaat wijden aan de
ouderdomsverzekering, dan hopen we
dat ze ook een verklaring zal geven
voor de complete salto-mortale, die de
socialisten hebben gemaakt t.a.z. van
hun eis voor premievrij staatspensioen.
De heer Voskuil kent natuurlijk wel het
verschil tussen verzorgen en verzekeren.
We hopen eveneens dat onze katho
lieke sociale organisaties de traditie
zullen voortzetten en door middel van
kader-bijeenkomsten en grote vergade
ringen het publiek vertrouwd zullen
maken, met de op komst zijnde sociale
maatregel, als zijnde een maatregel
waarin de katholieke maatschappij-op
vattingen duidelijk tot hun recht komen.