DE MEEST BELUISTERDE STEMMEN VAN ONS LAND Student uit Indië promoveert aan Amsterdamse Universiteit keuri OECUMENISME en APOSTOLAAT Geneeskunde vroeger en nu N Leugenlegende Geen misbruik van Van de planken naar de microfoon Nationaal 5 Mei- comité Uitbreiding van het aantal loten op komst? Cultureel centrum voor Laren Vijf jaar geëist wegens doodslag Dikke schedel redt leven De juiste geest [et ritueel van d e trel sking Verscheurde Christenheid (slot) 6 ZATERDAG 20 MAART 1954 PAGINA 7 Geschenk van wed. Singer Prins Bernhard in Florida Personeel Noordholland op middag van 5 Mei vrij Mr. J. Visser gezant in Stockholm Zijn meisje bij de keel gegrepen 3 en 4 jaar geëist voor roofoverval Aspiriw Ih &uls! Van de Egyptenaren en Hippocrates tot aan de ontdekkers van bacteriën, antibiotica en radiumstralen De meest beluisterde stemmen van Nederland zijn anoniem. Het zijn de nieuwslezers van de Radio Nieuws Dienst. Ze spreken nooit voor een ge hoor dat kleiner is dan een half millioen en hun stemgeluid is de burgerman even vertrouwd als dat van zijn eigen vrouw. Er moet maar eens een keer, bij vacantie of ziekte van een der le zers, een vreemde stem in de nieuws berichten zitten. Prompt kijkt men ver stoord of verwonderd naar het toestel, want de stem van het nieuws mag niet veranderen. Er zijn overigens twee stemmen. Maar zeer weinigen kennen het verschil. Men hoort soms 'n tweede tenor (Fons Jansen) en soms een eerste bas (Bob Korpershoek). Fons Jansen zult U de volgende maand niet meer horen. Hij gaat zich nu geheel wijden aan het G3 werk, de Katholieke Actie in het leger. Als officier in Indië heeft hij het werk mee opgebouwd en het heeft hem sindsdien niet meer losge laten. Al zijn vrije tijd ging naar G3. Voortaan kan hij er al zijn tijd aan geven. Een goede ruil, zouden wij zeg ge» Het is reeds lang geleden dat Jan van Ees op de planken van het „grote" to neel stond. En ook zijn cabaretcarrièrê met Toon Hermans ligt alweer een paar jaren terug. Zijn stem hoorde men steeds meer in de radio. De stap van Paul van Vlaanderen (AVRO) naar Immanuel Broedebash (VARA, Showboat) heeft zijn populariteit niet verminderd. Nu hij ook naar Hilversum is verhuisd, waar men hem dagelijks met zijn grote hond kan zien wandelen, is de tijd niet ver meer dat Jan van Ees defini tief overstapt. Binnenkort treedt hij toe tot de hoorspelkern van de N.R.U. Zijn merkwaardig onbewogen en toch sympathiek geluid zal ongetwijfeld een aanwinst zijn voor de gevarieerde stemmencollectie van deze (roerige) kern. Maurits van den Berg, de bekwame dirigent van het Omroep Kamer Orkest, is bij de radioluisteraars slechts weinig bekend. Doch bij de musici staat hij in hoge ere. Het is nog niet zo lang ge leden dat een dirigent volkomen strandde in een hyper-gecompliceerde compositie van een Belg en zich, via ziekteverlof, terugtrok. Maurits van den Berg nam de zaak over en redde de uitvoering. Het schijnt dat het buitenland hem de bekendheid moet geven, die het eigen land hem maar schaars toebedeelt. Onlangs heeft hij met veel succes als gast gedirigeerd in Lugano. Het radio symphonie orkest in Zurich heeft hem nu uitgenodigd. Sir Adrian Boult komt naar Neder land toe. Hij zal volgende maand in Hilversum dirigeren als een van de gasten in de serie bekende dirigenten, die dit seizoen bij de Nederlandse radio hun opwachting komen maken. De veelgeprezen „Winckel van Sin- ckel" van Wim Sonneveld wordt 23 Maart a.s. in het VARA-televisieprogramma uitgezonden vanuit de Kleine Comedie in Den Haag. Acties „voor het goede doel" zijn gelukkig bij de radio schering en in slag. Johan Bodegraven wordt door de regering een beetje gedwarsboomd in zijn poging om voor Loesje een tweede Haak-In-succes te ontketenen. De per soneelsverenigingen van bedrijven, die hun gift komen aanbieden, mogen hun naam niet meer noemen. Het doel is overigens zeer sympathiek: een nieuwe vleugel -voor een tehuis voor gebrek kige kinderen in Arnhem. De'kinderen doen mee aan een spe ciale actie voor eèn lift, die f25.000 kost. De AVRO heeft de actie voor de oud verpleegsters „De Hond in de Pot", die ontijdig eindigde door de watersnood, weer opgenomen. De inzameling is ge combineerd met de Bonte Trein. (Van onze verslaggever) De Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland, het Veteranen Legioen Nederland en de Stichting „Pro Patria" hebben tezamen een „Nationaal 5 Mei-comité" gevormd, dat zich ten doel stelt te geraken tot „een waardige en stijlvolle viering van 5 Mei als bevrijdingsdag". De deelne mende organisaties zijn van mening, dat aan de viering van deze dag door het ganse volk dient te worden deelgeno men. Naast de herdenking van gevalle nen achten zij het noodzakelijk het Ne derlandse volk er telkenjare van te doordringen dat het in eendracht heeft te strijden voor zijn voortbestaan in de geest en volgens de idealen van hen, die in de jaren 1940 tot 1945 hebben gestre den voor een vrij en herboren Neder land. Ter voorbereiding van de viering zijn en worden plaatselijke comité's op gericht. Het Comité zal aan de werkge vers verzoeken zoveel mogelijk mede werking te verlenen tot het welslagen van de Nationale Feestdag. Tevens doet het een beroep op alle organisaties en verenigingen in Nederland om zich aan te sluiten. Het Comité stelt zich op het standpunt dat een gelijktijdige viering van Koninginnedag en de Bevrijdings dag beide feesten devalueert. Voor de eerste maal in haar geschiede nis heeft de universiteit van Amsterdam een student uit Indië de doctorstitel verleend. In aanwezigheid van vele bui tenlandse studenten van het instituut voor sociale wetenschappen te 's-Gra- venhage, waar hij zijn studie heeft (Van onze speciale verslaggever) T T et Nederlandse Volk dat #-ƒ blijkt' uit allerlei symptomen J. J. is redelijk goklustig. Maar daar staat tegenover, dat de over heid alles in het werk stelt, om die collectieve goklust binnen redelijke, misschien wel binnen enigszins onre delijke, banen te houden. Het be faamde hazardspel is hier verboden, evenals de voetbalpool. Over het al gemeen moet men het in onze con treien dus hebben van de tombola en van de geautoriseerde loterij ten bate van een liefdadig doel. En dan is er natuurlijk de Staatsloterij, een officiële instantie, die de her en der optredende gok- woede, zogezegd kanaliseert. Zij is er, zoals haar directeur, de heer P. R. van Aider- werdt van Rosenburgh ons met na druk verzekerde, om aan een be staande behoefte te voldoen en niet om haar te prikkelen. De Staatslo terij is dus een bijzonder keurige in stelling; wat men dan ook mag ver wachten van een instituut, waar de Staat zelve aan te pas komt. De be langstelling voor deze gelegaliseerde „roulette" is intussen zeer groot. Wanneer de loten worden verkocht, Mevr. A. S. Brugh, weduwe van de kunstschilder W. H. Singer Jr., heeft aan de gemeente Laren een vorstelijk geschenk aangeboden in de vorm van een cultureel centrum. Hiertoe zal het landgoed De Wilde Zwanen door archi tect Wouter Hamdorff verbouwd wor den. Het cultureel centrum zal omvat ten een museum, muziek- en toneelzaal, foyer, vergaderzalen en een bedrijfs woning. Mevr. SingerBrugh neemt de verbouwing voor haar rekening. Voorts schenkt zij een collectie schilderijen, aquarellen, pastels, tekeningen van W. H. Singer Jr. en vele andere meesters. Ook diverse bronzen en antieke meu belen. Tenslote een bedrag van 150.000 gtd., betaalbaar bij haar overlijden. Het geheel komt onder een stichting, ge naamd Singer Memorial Foundation. Het doel dezer stichting is enerzijds een blijvend museum tot stand te bren gen voor de grote „Collectie Singer" en andere collecties. Anderzijds om aan Laren een cultureel centrum te schen ken met de genoemde accommodatie. De gemeente Laren zal eveneens een bedrag van 150.000 gld. in het fonds moeten storten. Om hiertoe te besluiten is de gemeenteraad van Laren voor een spoedzitting op 22 Maart bijeengeroe pen. Het landgoed De Wilde Zwanen heeft mevr. Singer in 1914 laten bouwen. Het landgoed Nederheem te Blaricum heeft zij in 1939 laten bouwen. Mevr. Singer woont in de zomer in Noorwegen en gedurende de wintermaanden in hotel Hamdorff. Prins Bernhard is Vrijdag met een Vliegtuig van de Amerikaanse lucht macht uit New Orleans op de luchtba- ■ts „Elgin" in Florida aangekomen. kan men vooral in de grote steden het verschijnsel waarnemen, dat zich lange files vormen van gegadigden, bij wie de ondernemingslust schier uit de ogen straalt. In de loop der jaren hebben de heer Van Alder werdt en zijn medewerkers reeds ..atregelen genomen, om binnen het kader van de Loterijwet uiter aard aan de stijgende behoefte tegemoet te komen. Maar zij bleken niet afdoende. En sinds kort staat er nu ren wetsontwerp op stapel het is bereids naar de Raad van State om advies gezonden waarin wordt beoogd het aantal loten met een se rie van 21.000 per trekking uit te breiden. Mocht dit wetsontwerp wet worden en zou deze wet door de beide Kamers worden aangenomen, dan betekent dit dus, dat de Over heid de teugels, waarmee zij de goklust in bedwang houdt, enigszins laat vieren. De Nederlandse Staatsloterij is een paar honderd jaar oud instituut. Zij stamt in regelrechte lijn af van de Generaliteitsloterij, die omstreeks 1720 in het leven werd geroepen. In de jaren tussen 1750 en 1760 cd men de ontdekking, dat een hoofdprijs van f 100.000 psychologisch het meest verantwoord zou zijn. Enige tijd la ter week men weer van die norm af, maar men mag wel zeggen, dat nu ongeveer 170 jaar lang „de hon derdduizend" de prijs is, waar heel gokkend Nederland reikhalzend naar uitziet. Per jaar zijn er 80 trekkingsdagen, verdeeld over vier loterijen. Zij wor den gehouden in het gebouw van de Staatsloterij aan de Kazernestraat in Den Haag en zij zijn gebonden c-n een bepaald, vrij gecompliceerd ri tueel. Zij zijn openbaar, zodat elke Nederlandse Staatsburger vrijelijk kan komen controleren, dat het er eerlijk toegaat. Maar het vertrouwen in het officiële „gokcollege" schijnt welhaast geen grenzen te kennen, want het zaaltje aan de Kazernestraat is immer zo goed als leeg. Slechts als de honderdduizend er tot het laatste moment „in" blijft zitten, wil len er nogal eens wat belangstellen den binnenstromen. Dat vertrouwen is overigens volko men gerechtvaardigd. Hetgeen u zult begrijpen wanneer wij voor u de gang van zaken, zoals die op een trekkingsdag pleegt te verlopen, ont hullen. Welnu, als het dan zover is, trekt de heer Alderwerdt zich met een aantal assistenten terug in een zaaltje, waarin een tweetal trommels staat opgesteld: één bevattende de nummers van de loten, de ander in houdende de prijzen en de nieten. Hij elke trommel behoren drie heren. De eerste vist het opgerolde briefje uit de bus en geeft het aan de naast hem gezeten collega, die het ringetje er af haalt en het op een bijzon dere wijze gevouwen overlevert aan zijn buurman. Deze tenslotte fungeert als afroeper van het num mer, dan wél wanneer hij bij de andere bus is ondergebracht van de prijs of de niet. Eén functionaris tenslotte neemt het nummer in de linker- en de prijs (maar meestal de niet) in de rechterhand, oiakt beide briefjes op een bepaalde wijze al weer op elkaar en steekt ze op een pen. Inmiddels maken twee he ren van al deze bedrijvigheid een proces-verbaal op en ook stellen zij een roosterlijst samen. Dit alles vol trekt zich onder diepe stilte, want er maa niet in het zaaltje worden ge praat en zelfs niet worden gerookt. Daarmee is het proces echter nog niet helemaal ten einde, want de pen met de briefjes gaat nog „naar bo ven", waar zij aan een nauwgezette na-contröle worden onderworpen. Soms wil het dan wel gebeuren, dat één of twee kleine foutjes worden achterhaald. Er wordt dus geen enkel risico genomen, zoals u ziet. Wannéér de honderdduizend bij moet zijn don krijgt u hem ook. De Staatsloterij heeft her en der in het land een 400-tal collecteurs en collectrices uitgezet. Deze dames en heren worden aangesteld docr de mi nister persoonlijk, inclusief de ver melding van hun benoeming in een gewichtig stuk als de Staatscourant. Zij worden beschouwd als ambtena ren, maar zij zijn het ribchtans niet. Want zij beschikken bijvoorbeeld over een eigen Stichting voor hel Pensioenfonds. Die functie van col lecteur (trice) bij de Staatsloterij schijnt een zeer gewilde te zijn, want sinds het wetsontwerp voor de uit breiding van het aantal loten publie kelijk is geworden, wordt de heer Van Alderwerdt op zijn spreekuur be stookt door honderden sollicitanten. Zij maken echter weinig kans. Want op de eerste plaats staat omtrent de uitbreiding nog weinig vast en op de tweede plaats is het nog in het geheel niet zeker, dat zij eventueel de aanstelling van nieuwe collecteurs noodzakelijk zou maken. Hoe dat zij, er treden rondom onze Staatsloterij tal van folkloristische verschijnselen op. Dit bijvoorbeeld dat een bepaald kantoor, een gelukskan- toor zou zijn, omdat daar zó dikwerf, zoal niet de f 100.000, dan toch een hoge prijs valt. En deze opvatting is uiteraard een onzinnige. Bovendien, hier raken wij de klas sieke vaag of geld wel gelukkig maakt. Spiegel u, in dezen aan die heer in Den Haag, wie twee keer de honderdduizend gewerd. De eer ste keer had hij de centjes er in de betrekkelijk summiere tijd van êen jaar doorheen gejaagd, de tweede maal dikte hij zijn kapitaaltje der mate aan, dat hij daardoor in niet geringe moeilijkheden kwam te ver keren. Onze goede raad aan alle adep ten van de Staatsloterij luidt dus: win de honderdduizend, maar wees er voorzichtig mee. Bovendien, de enige instantie, die in dit verhaal altijd en in ieder ge val aan het langste eind trekt is de Staat zelve. De opbrengst van de Staatsloterij over 1954 is n.l. begroot op een bedrag van vier millioen en tachtig duizend gulden. beëindigd, heeft de 27-jarige P. K. Go- palakrishnan in de aula der universiteit zijn dissertatie over de ontwikkeling van de economie in India verdedigd. Geflankeerd door zijn parauymphen Sara Mathal uit Indië en Kaaysaid Ha- san uit Pakistan, beantwoordde hij de hem door de Amsterdamse hoogleraren gestelde vragen, waaronder er één was volgens welke in het proefschrift ten aanzien van de vertraagde ontwikkeling in Indië te veel critiek was uitgeoe fend op Engeland. Nadat de rector-mag- nificus de jeugdige candidaat tot doctor in de economische wetenschappen had gepromoveerd, zeide zijn promotor, prof. dr. I. J. Brugmans, dat deze promotie wijst op toenemende inschakeling van het Nederlandse Hoger Onderwijs in het internationale geestelijk verkeer. Gedeputeerde Staten van Noord- Holland hebben besloten het personeel van de provincie, voor zover de dienst dat toelaat, op de middag van de 5e Mei vrij te geven om hen in staat te stellen deel te nemen aan de viering van bevrijdingsdag. Bij K. B. is mr. J. Visser, tot voor kort chef der directie kabinet en proto col van het ministerie van Buitenlandse Zaken, benoemd tot Nederlands gezant in Stockholm. Advertentie Laxeermiddelen, maar als U een laxans nodig heeft, neem dan Mijnhardt's Laxeertabletten. Veroorzaken geen gewenning en werken zacht en zeker. Doos 65 ct. De Utrechtse rechtbank heeft de zaak behandeld tegen de 23-jarige verwar mingsmonteur A. M. te Utrecht, ver dacht van doodslag, subs, zware mis handeling de dood ten gevolge hebbend. Op 3 Mei van het vorig jaar was ó!e verdachte in gezelschap van zijn verloof de, de 16-jarige A. B. uit De Bilt, naar het militaire terrein nabij het fort Rhijnauwen te Bunnik gegaan, dat mei prikkeldraad is afgezet. Verclachte zeide, dat hij daar het meisje bij de keel had gegrepen. Toen zij bewusteloos bleef liggen had hij een duw gegeven, waar door ze in de fortgracht terecht kwam Het over de monteur uitgebrachte psychiatrisch rapport kwam tot de con clusie dat de verclachte in zeer sterke mate verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht en voor geruime tijd uit de maatschappij dient te worden verwijderd. De officier van justitie achtte de doodslag bewezen en eiste vijf jaar met aftrek alsmede ter beschikkingstelling van de regering. Twee Limburgers, v. d. H. uit Bruns- sum en C. uit Thorn, hoorden Vrijdag voor de Zutphense rechtbank zware vrijheidsstraffen tegen zich eisen we gens de roofoverval, welke zij 4 Octo ber op een Apeldoornse kellner, F., hebben gepleegd. Slechts het feit, dat de kellner een enorm dikke schedel had, zodat gesproken kan worden van een medisch wonder, redde zijn leven. Ieder normaal mens zou de klap, welke F. te incasseren kreeg, niet hebben over leefd. De officier van Justitie eiste tegen C., die reeds zeven veroordelingen ach ter de rug heeft, een gevangenisstraf van drie jaar en tegen v. d. H., die reeds elf keer veroordeeld is, vier jaar met aftrek. Uitspraak 2 April. Advertentie Wij kunnen naar onze mening de uiteenzetting over de oecumeni sche beweging van onze tijd niet beter besluiten dan met enkele woorden over de ware geest, die ons in dit opzicht moet vervullen. Uiteraard moeten wij ons daarbij tot de hoofdza ken beperken. Voor verdere bijzonder heden verwijzen wij naar het mooie boekje van P. dr. Pauwels O.P.: „Oecu menisch leven". De echte oecumenische geest hangt ten nauwste samen met onze aposto- laatspiicht. Als Katholieken zijn wij er van overtuigd, dat wij door Gods gena de het grote voorrecht hebben ontvan gen te mogen leven in de éne, ware Kerk van Christus. Wij weten tevens, dat die éne Kerk bedoeld is als het nor male heilsinstituut voor alle mensen zonder uitzondering. Zelfs zonder nog te denken aan Christus' uitdrukkelijk gebod Zijn apostelen te zijn op aarde ligt het voor de hand, dat wij ons best doen zoveel mogelijk medemensen in kennis te brengén met onze Kerk, opdat ook zij aan haar oneindige genaderijk- dom deelachtig mogen worden. Het goe de is immers van nature mededeelzaam. Nu is het wel waar, dat het niet per se noodzakelijk is Katholiek te zijn om in de hemel te komen. Gods genade werkt ook buiten de Kerk. Maar wie echt over tuigd Katholiek is, wie iets begrijpt van het ontzaglijke voorrecht tot de éne, ware Kerk van Christus te behoren en bijgevolg door „de liefde van de Verlos ser der mensheid gedrongen wordt" zal daarmee geen vrede kunnen hebben. Omdat hij wéét, dat die mensen een veel gelukkiger en veiliger leven kon den hebben, als zij deel hadden aan de volheid van Gods genade, die alleen in de Kerk van Christus te vinden is. De noodzaak van deze apostolische houding springt nog duidelijker in het oog, wanneer wij bedenken, dat de apos- tolaatsplicht strikt persoonlijk is. Hij rust op elke Katholiek zonder uitzonde ring. Niemand mag zich daarvan ontsla gen achten en dit werk overlaten aan b.v. hen, die daarvan een aparte studie hebben gemaakt. Natuurlijk is niet ieder in staat theologische boeken te schrii- ven of op echt deskundige wijze zijn geloof te verduidelijken of te verdedi gen. Dat blijft inderdaad uit de aard der zaak voor specialisten gereserveerd. Maar wat ieder lid van Christus' Kerk kan en moet doen is onophoudelijk bidden en offeren voor de uitbreiding van Gods Rijk op aarde en zó nauwge zet zijn geloof beleven, dat zijn voor beeld een levende prediking wordt. Wil men de noodzakelijkheid van het apostolaat nog scherper inzien, dan is het van groot nut zich in te denken in de mentaliteit van andersdenkenden. Zeer vaak ontmoet men bij hen een dui delijke onbevredigdheid. In elk geval mis sen de goedwillenden onder hen zeer veel van wat wij door Gods goedheid bezitten. Buiten de Kerk heerst dikwijls een grote geestelijke en godsdienstige nood. Y5ór alles moeten wij hierbij echter op onze hoede zijn om niet in een zekere zelfgenoegzaamheid te vervallen. Daarvoor bestaat niet de minste reden. Integendeel! Wat wij ont vangen hebben is een totaal onverdiende gunst, een echt liefdesgeschenk van God, dat ons alléén maar oneindig dankbaar en nederig moet stemmen. Vooral nede rig, want het antwoord op de vraag, hoe wij Gods onzegbaar-verheven uitverkie zing hebben benut, valt meestal hoogst beschamend voor ons uit. Deze overwe ging moet ons dan weer aansporen zo trouw mogelijk ons H. geloof te beleven, omdat dit altijd nog het beste apostolaat is, het apostolaat van het goede voor beeld. De echte oecumenische geest, anders gezegd, de juiste apostolaatshouding kan men zich echter slechts dan pas goed eigen maken, wanneer men zijn begrip van de Katholieke Kerk verdiept. Dr. Pauwels legt er zeer terecht de nadruk op. dat wij haar in het licht van het geloof vooral moeten leren zien als het Godsrijk op aarde, als het verbonden zijn met Christus in Zijn Mystiek Li chaam, als het door God ingestelde mid del om Christus' heilswerk op aarde voort te zetten, te bestendigen en te voltooien. Het is dus de gedachte aan de geestelijke gemeenschap in geloof en liefde, die bij het beschouwen van de (Van onze medische medewerker) De oudste geschreven mededelingen omtrent de uitoefening der ge neeskunde vinden wij op Egyp tische papyrusrollen van plus minus 4000 jaar voor Christus. De oorsprong zelfs van de R/, waarmede vandaag nog elke arts zijn recept begint en waar van hij denkt, dat het de afkorting is van het Latijnse „recipe", dat „neem" (van die en die stof, zoveel gram) be tekent, zou een symbool zijn van het heilige oog de Oedja van Horus of Ra. Deze Oedja, die o.a. voorkomt op de sarcophaag van Amenhotep II (1420 V. Chr.), werd door de Egypte- naren gebruikt als aanroepteken van deze godheid bij het neerschrijven van een recept. Bij de Grieken bleef de geneeskun de aanvankelijk slechts beperkt tot het aanroepen der goden om hen gun stig te stemmen om de ziekte, die zij als een soort straf der goden beschouw den, van een bepaald mens weg te nemen. Hippocrates (460 v. Chr.) was de eerste, die de ziekte met natuur lijke middelen trachtte te genezen. Hij heeft zich daardoor de bijnaam van de Vader der geneeskunde verworven. Hij was ook de eerste, die van zijn leer lingen eiste, dat zij een eed zouden afleggen, dat zij het in hen gestelde vertrouwen nooit zouden beschamen. Dit aangrijpende stuk, de eed van Hippocrates, bevat in zich de oorsprong van het beroepsgeheim. Enkele eeuwen later zien we in Rome optreden de Griekse arts Gale- nus. Hij heeft de verdienste zich het eerst voor anatomie geïnteresseerd te hebben. Hij verrichtte secties bij var kens. En omdat hij arts der zwaard vechters was, zal hij zo nu en dan ook wel eens de gelegenheid gehad hebben een blik te slaan in het inwendige van een mens. Hij probeerde ook ziekten met kruiden te genezen. Zijn theorie der vier elementen: aarde, vuur, water en lucht, gold gedurende de volgende eeuwen als basis van het wetenschap pelijk denken. Dan verloopt er geruime tijd voor dat er nieuwe principes ingang vinden in de geneeskunde. Eerst in de 15de eeuw komt er in Zwitserland een zekere Philippus Aureolus Bombastus Paracelcus von Hohenheim, kortweg Paracelcus genaamd, op het idee andere middelen te gebruiken bij de therapie: stoffen als kwik, lood en ijzer. Daarmee gaf hij in wezen de stoot tot het ontstaan van een phar- maceutische chemische industrie. Ook gaat het verhaal, dat deze man mor phine als pijnstillend middel weer irt Europa ingevoerd zou hebben. iet lang daarna schrijft in Vlaan deren Andreas Vesalius, de lijf arts van Karei V, zijn beroemde „Zeven boeken over de bouw van het menselijk lichaam". Het is eigenlijk vreemd, dat het tot de 16e eeuw moest duren, voordat er iemand gevonden werd, die zich persoonlijk de moeite gaf, de anatomie van het menselijk lichaam grondig te bestuderen. Im mers, hoe kon men hopen ooit een rationele therapie te kunnen instellen, terwijl men omtrent bouw en functie van dat lichaam nog volslagen onwe tend was. Met dit werk werd boven dien de grondslag gelegd voor de chirurgie. Dat wil niet zeggen, dat er tot nu toe niet geopereerd zou zijn. Wij vinden zelfs heel oude botten en sche dels, die nog de sporen dragen van zeer geslaagde operaties. Toch kan men Kerk op de voorgrond moet worden geplaatst. De zichtbare katholieke Kerk moet erkend worden als de weg naar die geestelijke gemeenschap èn als die gemeenschap zelf, als „d e" weg om lot God te komen n als het verbonden zijn met God. Het spreekt van zelf, dat dit betere en ruimere inzicht in het wezen van de Kerk slechts verworven wordt door die pe bezinning in eigen kring. Het myste rie van de Kerk is onuitputtelijk, omdat het goddelijk is. Wij mogen ons niet te vreden stellen met een uitsluitend uiter lijk lidmaatschap, steunend op opvoe ding en gewoonte. Een dergelijke hou ding raakt haar wezen niet. Niet alleen een verbreed en ver diept begrip van het wezen der Kerk is ontontbeerlijk voor de goe de oecumenische peest, ook onze hou ding t o.v. niet-Katholieken moet volko men verantwoord zijn. De schrijver van „Oecumenisch leven" stelt in dit ver band een zeer duidelijke vraag. Wanneer het waar is en dat is waar uit hoof de van een uitdrukkelijk goddelijk ge bod dat iedere mens tot de Kerk moet komen, heeft het dan nog zin zich af te vragen, welke Jevensbeschouwing een niet-Katholiek eigenlijk aanhangt? Of hij onkerkelijk is, vrijdenker, Oos- ters-Orthodox, Anglicaan, Protestant of Jood? Zij moeten immers allen toetre den tot de éne, ware Kerk van Chris tus. Dat maakt wel degelijk verschil. Het zal toch wel duidelijk zijn. dat men met. een Mahomedaan anders spreekt over de Kerk van Christus dan met een ge reformeerde; met een Jood anders dan met een Anglicaan, met een gedoopte an ders dan met een ongedoopte. Het is een feit, dat de OostersOrthdoxen, de gelovige Protestanten en Israël nog veel goddelijke gaven bezitten, die ook in de Katholieke Kerk aanwezig zijn. Ener zijds verschaft dit gemeenschappelijk be zit een gezamenlijk uitgangspunt voor een gesprek, anderzijds bestaat de mo gelijkheid, dat. hoewel deze niet-Katho lieken sommige waarheden samen met ons belijden, er toch verschil bestaat in de verklaring ervan. Dit alles maakt een verschillende aanpak noodzakelijk, die zo zuiver mogelijk dient te worden af gestemd op de geestelijke instelling van de persoon in kwestie. Uit het bovenstaande blijkt voldoende duidelijk, dat een verantwoorde oecu menische werkzaamheid de ware oecu menische geestveronderstelt. En ook, dat deze oecumenische geest in bepaal de gevallen deskundigheid vereist. Het zou echter beslist verkeerd zijn te den ken, dat men juist terwille van deze soms onmisbare deskundigheid, daarom maar alle oecumenisch werk aan specia listen kan overlaten. Wij herinneren er aan, dat een zekere mate van deskun digheid eigenlijk van elke Katholiek ■mag verwacht worden. In zoverre n.l. dat ieder behoorlijk zijn eigen geloof moet kennen en in staat zijn, het min stens in zijn wezenlijke bestanddelen te verantwoorden. Dit komt dus neer op de plicht zyn geloofskennis te vergroten. Aan uit stekende boeken en tijdschriften over dit onderwerp is in ons land gelukkig geen gebrek. De godsdienstcursus voor achttienjarigen voorziet in een werke lijk drineende behoefte. Het ware te wensen, dat alle ouders hun jongens en meisjes blijven aansporen, trouw daa.- aan deel te nemen. De Zaterdagavond- rubriek van de KRO, vlak voor het avondgebed is, op verzoek van de St. Willibrordvereniging, in het leven ge roepen om het katholicisme beter te doen kennen. Gelegenheid is er dus te over. Het komt er nu maar op aan de nodige goe de wil daarvoor op te brengen. Wie zijn tijd begrijpt en zijn hoogste belangen behoeft geen aparte aansporing. Zijn voorbeeld zal niet nalaten op echte apostolische wijze ook de eigen geloofs genoten warm te maken voor een dieper begrip van de rijkdom van hun H. Ge loof waarvan in de volle zin van het woord hun persoonlijk geluk en dat van hun medemensen afhankelijk is. L. dat niet anders beschouwen dan als de gelukkige afloop van niet meer dan „een slag in de lucht". Ook wil het niet zeggen, dat men na de publicatie van Vesalius' boeken nu meteen het mes ter hand kon nemen. Daarvoor waren eerst nog andere ontdekkingen nodig. Ik bedoel de ontdekking van de bacteriën en van de anaesthesie. Louis Pasteur (1822-1895) heeft ons duidelijk gemaakt, wat bacteriën zijn, hoe ze leven en hoe wij ze kunnen bestrijden. Met deze kennis gewapend kon baron Lister het infectiegevaar bij operaties aanzienlijk verminderen. In diezelfde tijd paste men voor het eerst aether- nareose toe. Ook voor de interne ge neeskunde bracht de ontdekking van de bacteriën en andere micro-organis men groot voordeel. Men leerde de ware aard van infectieziekten kennen en kreeg daarmee de sleutel tot be strijding van deze ziekten in handen. In dit verband noem ik slechts de naam van een man: Robert Koch (1843-1910), de ontdekker van de tu berkelbacil. De laatste honderd jaren hebben ons stralen gebracht van allerlei aard, Röntgenstralen, Radium en andere soorten straling, waarmee wij kwaad aardige gezwellen te lijf kunnen gaan. Hebben ons de vitaminen gebracht en als consequentie daarvan de gezonde voedingsgewoonten. En dan de ontdek kingen van de allerlaatste tijd: Shock- bestrijding op grote schaal door bloed en zoutsolutie-infusen en tenslotte de eindoverwinning op de bacteriën, ge materialiseerd in chemotherapeutica en antibiotica. Reden om trots te zijn, maar trots in het nederig besef, dat wij desondanks nog maar een tip van de sluier, die het mysterie van het leven verhult, hebben gelicht. VAN S. (Vervolg van pag. 1) De Vrije-Volk-hoofdredacteur is op de voet gevolgd door de heer Oosterhuis, voorzitter van het N V V. en lid van de Eerste Kamer voor de P.v.d.A. Kennelijk is men in socialistische kringen de leugenlegende aan het opbouwen, dat de ouderdoms- verzekering geheel te danken is aan socialistische activiteit. We hebben er nimmer behoefte aan gehad te ont kennen, dat ook de socialisten hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de sociale verhoudingen. We zijn bereid verder te gaan en zelfs te stellen, dat het aanvankelijke extremisme van Do- mela Nieuwenhuis, dat de revolutie poging van Troelstra, dat de staak- maar-raak-acties van het N.V.V. na de vorige oorlog, de waakzaamheid en de activiteit ook van de katholieken heb ben geprikkeld en bevorderd. In de tijd dat de socialisten bestuur lijke verantwoordelijkheid konden noch wilden dragen, was het heel normaal dat zij sociale eisen formuleerden, waarvan zij zelf de overtuiging wei moesten dragen, dat deze eisen voor alsnog niet realiseerbaar waren. Van de stervende E.V.C. zijn we thans ook gewoon eisen te vernemen, als hogere lonen, lagere prijzen, meer zonneschijn, minder regen; vooruit maar, eis maar raak. Misschien komt er nog eens een periode, waarin door de noeste arbeid van velen, met uitzondering yan de eisende partij, iets in die richting be reikt zal worden, dan kun je altijd weer zeggen: kijk, daar hebben wij vijftig jaar geleden het initiatief toe ge nomen. Het is een klein kunstje om op de wijze waarop de heer Voskuil dat deed een „bewijs" te construeren, dat eigen lijk alle sociale verbeteringen van de laatste 70 jaar te danken zijn aan dr. Schaepman en dus aan de Rooms Ka tholieke Staatspartij en dus aan de K.V.P. Men leze maar Schaepman's artikelen in het Centrum, in de Katho lieke Werkman, enz. Neen, van een intelligent man als de heer Voskuil zouden we minstens een intelligenter wijze voor het vormen van leugenlegendes hebben verwacht. Te zeer immers is ook het katholieke volk overtuigd van de onschatbare verdien ste, van een Arbeidswet Aalberse, van een Kinderbijslagwet Romme, om in deze propaganda-val te tippelen. Wan neer op 10 April a.s. het N.V.V. een speciaal congres gaat wijden aan de ouderdomsverzekering, dan hopen we dat ze ook een verklaring zal geven voor de complete salto-mortale, die de socialisten hebben gemaakt t.a.z. van hun eis voor premievrij staatspensioen. De heer Voskuil kent natuurlijk wel het verschil tussen verzorgen en verzekeren. We hopen eveneens dat onze katho lieke sociale organisaties de traditie zullen voortzetten en door middel van kader-bijeenkomsten en grote vergade ringen het publiek vertrouwd zullen maken, met de op komst zijnde sociale maatregel, als zijnde een maatregel waarin de katholieke maatschappij-op vattingen duidelijk tot hun recht komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 7