Onafhankelijkheid de laatste De regering van PRINS BUU-LOC onomkoopbaar troef r! De Castries is op zijn gemak in Dien Bien Phoe Notarispensioen gebonden aan duidelijke uitspraak Terug in Indo-China II IS Zijn zelfvertrouwen is ongehoord Minister geeft de Tweede Kamer Interparlementair overleg inzake EDG in ons land? CRAHAM CREENE La solution Bao Dai een rampzalige keus Broeder Adelbertus viert zilveren kloosterjeert Overtredingen van de Zondagswet 3500 woningen in aanbouw Oorzaak optreden van statistische electriciteit Ned. Huishoudraad tegen cadeaustelsel toe Commissie van advies ingesteld Plechtige herdenking op 4 Mei WOENSDAG 7 APRIL 1954 Er bleken, gedurende de laatste twee jaar, in Vietnam heel wat belangrij kere dingen gebeurd te zijn dan de in stallatie van verkeerslichten in Saigon. Tót ge neraal de Lattre eind 1951 naar Parijs vertrok, waar hij zou overlijden, kon de oorlog beschouwd worden als een militaire zaak. Frankrijk was krachtig in het defensief on der de Lattre's voorganger wa ren de Franse troepen decmate gedemoraliseerd en was de ondergang zo nabij geweest, dat het daarop volgende de fensief op zich zelf al een soort militaire over winning kon worden genoemd. In een der eerste maanden van 1951 heb ik een toespraak van de Lattre gehoord tot een vereniging van veteranen van het Eerste Le ger. „We zullen Hanoi nooit ontruimen", zei hij tot de aanwezigen, „en ik lever zelf het be- EEN REPORTAGE DOOR wijs door mijn lieve vrouw hier achter te laten." Een paar maanden tevoren had men vrouwen en kinderen officieel geëvacueerd, en zijn woorden waren even beslissend als een overwinning. Momenteel gelooft men evenmin in de militaire overwinning van Hanoi, als in de militaire neder laag van de Vietminh-generaal Giap, de ex-leraar in geschie denis en aardrijkskunde, die de wereld weer eens getoond heeft wat een amateur-soldaat in een revolutionnair leger kan betekenen. De oorlog heeft een politiek karakter gekregen. Een revolutie kan alleen weerstaan worden in een revolutionnaire geest. De Vietnamezen zullen zich niet in een meedogenloze burger oorlog storten, alvorens overtuigd te zijn dat zij hun onafhankelijkheid hebben verworven en dat zij vechten voor het behoud van hun vrij heid. Ontbrekend symbool Jonge mensen De Keizerin-moeder M GROTE KANS VOOR GEBOREN SOLDAAT Kath. Mijnwerkersbond betaalt boeten van 7 In het rampgebied De tankbrand te Pernis Wettelijke regeling accountantswezen ln de Ridderzaal FAUrliNA 4 »s Onder de Lattre kwam Vietnam een stap dichter bij het soort onafhankelijk heid dat in 1946 te Fontainebleau ge makkelijk bereikt had kunnen zijn, vóór de grondwet van de Franse Unie vaste vorm had aangenomen. Ho Chi- minh, die in Vietnam steeds de enige leider is geweest die onder het volk aanhang had, heeft werkelijk de Fran sen enige invloed willen doen behou den. De heer Sainteny, die hem met Gandhi vergelijkt, vanwege zijn afkeer van geweld, heeft in Hanoi met hem onderhandeld en vergezelde hem naar Fontainebleau. In zijn boek schrijft hij: „Ho Chi-minh is bereid aan de Fran sen de zorg toe te vertrouwen over' die dingen die zij het meest waarde vol achten: hun economische en cul turele belangen". En elders citeert hij Ho Chiminh zelf: „Wij willen ons eigen land beheren en ik verzoek u uw bestuurders terug te roepen, maar anderzijds heb ik uw professoren, uw ingenieurs en uw kapitaal nodig, om een krachtig en onafhankelijk Vietnam tot stand te brengen". Na ruim zeven Jaar oorlog is er wel licht geen enkele Fransman meer te vinden die deze omschrijving van het begrip onafhankelijkheid niet zou wil len accepteren: maar wat nu voor Frankrijk aanvaardbaar is geworden, is het niet langer voor de Vietminh. De Lattre was volkomen oprecht toen hij het over onafhankelijkheid had. maar hij was een militair en geen di plomaat, en aan de natuurlijke achter docht die de Vietnamezen koesteren ten aanzien van de Fransen deed een ongelukkig uitgevallen toespraak van De Lattre in Amerika geen goed, ter wijl hij ook geen sympathie verwierf door de benoeming van het hoofd van de politie, Nguyen Van Tam, tot pre mier. Tam's belangen waren immers nauw met die van de Fransen verbon den, omdat de activiteiten van de Viet minh hem van zijn vrouw, van een zoon en van een vinger hadden beroofd. De Vietnamezen zouden zelfs toen nog gewonnen kunnen zijn door het een of andere stralende symbool var. onafhankelijkheid soms kunnen sym bolische daden de sleur breken van de tragische constitutionele vooruitgang Het ongelukkige Nationale Congres kon niet als een dergelijk symbool be schouwd worden, het werd een persoon lijke ramp voor de keizer, die er om gevraagd had, voor de premier, die met tegenzin de instructies had opgevolgd en voor de Fransen, die er door in moei lijkheden gebracht werden. Wij in het Westen verwachten alles van het algemeen kiesrecht, maar het algemeen kiesrecht leidt tot chaos en corruptie in een land als Vietnam, een land zonder politieke traditie, een land waar de meerderheid van de be volking uit ongeletterde boeren be staat en waar geen politieke partijen bestaan, in onze zin van het woord. Als men de godsdienstige groeperin gen - de Caodaïsten, de Hoa Hao's en de Katholieken buiten beschouwing laat. constateert men dat de politieke partijen in Vietnam geen programma's hebben, geen ledenlijsten en geen contact met de arbeiders: zelfs de na tionalistische Dai-Viet Partij uit het Noorden, waarvan de leider nu Gou verneur van Tongking is, kan nauwe lijks een partij genoemd worden. Het is veeleer een vereniging van mensen die geld bijeenbrengen en die onder een Dai-Viet Gouverneur met ambten bedeeld worden. Als de partij aan de macht is zijn de leden overheids functionarissen, als de partij niet aan de macht is bestaat zij uit lieden die overheidsfunctionarissen willen worden. De zwakheid van de centrale rege ring kon men tot voor kort tot drie factoren herleiden: de noodzaak minis teriële posten te schenken aan iedere groepering die zich een partij noemt, alsmede aan iedere secte; de noodzaak concessies te doen aan de Franse auto riteiten; en de noodzaak het staatshoofd, keizer Bao Dai, soms zelfs op passieve wijze, tevreden te stellen De Franse keuze in 1946 van „la so lution Bao Dai" kon wel eens rampza lig blijken; want de keizer, die door zijn opvoeding en zijn belangen nauw met Frankrijk verbonden is, heeft ae absolute macht de premier en de rege ring heen te zenden en er is geen hoger beroep mogelijk. Iedere regering is zich dan ook bewust van de invloed die achter de schermen, niet alleen door de Franse autoriteiten, maar ook door zulke prominente buitenlandse bezoe kers als de Amerikaanse vice-presi dent, Nixon, wordt uitgeoefend. Iedere regering met een echt hervormingspro gramma loopt tegen een muur. is ge bonden door een tijdsiimiet, en weet dat achter een zekere grens de wilder- nis begint. Als Vietnam op vreedzame wijze onafhankelijkheid wil verwerven, en niet door het geweld van de Viet minh, zal het land een echte President moeten hebben en geen keizer met twij felachtige kwaliteiten. Zelfs in Annam, het traditionele land van de keizers, is het vertrou wen in Bao Dai gedurende de laatst» paar jaar verminderd en zijn popula riteit in deze staat is nooit zo groot geweest als die van Ho Chi-minh. Men moet wel bedenken dat de souverein Bao Dai geen aanspraak kan maken op goddelijkheid. Hij werd voor het keizerschap aangewezen twee weken geleden is een keizer-emeritus overleden en diens ware erfgenaam, een zeer competente jongeman, was verpngelukt met een vliegramp bij de terugkeer naar zijn vaderland. Bao Dai heeft eens in 1945 afstand van de troon gedaan (om eerste adviseur van Ho Chi-minh te worden. onder de naam Vinh Thuy) en misschien zou het voor de constitutionele vooruit gang van Vietnam wenselijk zijn als hij dat weer deed. Prins Buu-Loc's regering is het eerste na-oorlogse kabinet dat de kracht en de onomkoopbaarheid bezit om een echte overeenkomst met de Fransen tot stand te brengen. In Europa is een sterke regering er een die op de steun van het volk kan rekenen: hier, waar geen verkiezingen en geen echte par tijen bestaan, is een sterke regering een» groep personen met een gemeen schappelijk doel, mensen die zich niet schuldig maken aan corruptie en die hun ambt niet om de daaraan verbonden materiële voordelen bekleden. Nog nooit heeft er in Vietnam een regering be staan met een gemeenschappelijk doel; want alle voorafgaande regeringen om vatten vertegenwoordigers van de ver schillende secten, en de Caodaïsten, de Hao Hao's en de katholieken hebben maar weinig gemeen. Het is ook de vraag of er ooit wel een regering be staan heeft die niet corrupt was, terwijl er zeker nooit een kabinet is geweest waarvan de voornaamste ministers niet gevoelig waren voor de baten van hun functie. Reeds onmiddellijk na de vorming van de regering van Prins Buu-Loc werd er critiek geleverd, omdat ver scheidene leidende figuren uit dit ka binet, inclusief de premier zelf, Parijs beter kenden dan Vietnam, maar waarschijnlijk had geen van de vorige premiers, of ze nu ex-accountant of ex-hoofd van de politie waren, een grondige kennis van de volkeren van Cochin-China, Annam en Tongking. De nieuwe ministers hebben één be paalde grote voorsprong op vroegere landsbestuurders zy behoeven niet van de politiek te leven, zij kunnen op ieder gewenst ogenblik naar Frankrijk terugkeren en er het werk hervatten dat zij uit vaderlandlievende motie ven hebben opgegeven. (De minister van Buitenlandse Zaken is bijvoorbeeld hoogleraar in het internationaal recht aan de universiteit van Toulouse). Het zijn bijna allemaal jonge mensen, die over uitzonderlijke mogelijkheden be schikken om politieke chantage te ple gen „als we geen overeenstemming bereiken moeten jullie maar naar een andere regering zoeken". De Fransen respecteren hen, terwijl ZÜ niet altijd respect gehad zullen hebben voor meer plooibare ministers. Maar het probleem van de Keizer blijft bestaan streeft hij werkelijk naar de onafhankelijkheid van zijn land; ook als die onafhankelijkheid de koninklijke domeinen en zijn belangen bedreigt? Overigens vermoedt men dat de oude Keizerin-moeder te Hué enige macht uitoefent. Misschien is het maar verbeelding, maar de ministers schenen na een maand geregeerd te hebben al enigszins teleurgesteld te zijn, alsof zij tot de ontdekking gekomen waren dat zoveel wegen naar een bepaald punt liepen: naar het paleis te Hué, dat een imitatie is van de Verboden Stad te Peking. De ministers hebben hun ambt met plezier en enthousiasme aanvaard. Men lachte om hun versoberingsmaatregelen (sinaasappelsap in plaats van cham pagne bij officiële recepties), maar zij vormden een symbool dat de instem ming gehad zou hebben van De Lattre. En de instelling van een nieuw minis terie voor Democratisering voorspelde een bestrijding van de bureaucratie. Geen Vietnamees gouvernement heeft ooit meet zo zuivere motieven de opge dragen taak aanvaard. De mogelijkheden tot chantage zijn levendig aangetoond door koning Norodom van Cambodja. Franse pro pagandisten hebben het beeld geschil derd van een zorgeloze koning, die in eigengemaakte films optreedt en met een schijn-leger een schijn-ope- ratie uitvoert. Maar men moet oorde len naar de resultaten. De impul sieve aftocht van de koning naar Siam en zijn korte ballingschap heb ben hem meer Franse concessies be zorgd, dan Bao Dai ooit wist te ver werven met minder opzienbarende tactische manoeuvres, en 's konings militaire operatie heeft geleid tot de capitulatie van twee van de drie guerilla-leiders, die tot de overtuiging waren gekomen dat de koning zijn volk onafhankelijkheid zou geven. De koning heeft zijn mogelijkheden tot chantage overigens nog niet uitge put. Als dit staatje uit de Franse Unie zou willen treden zouden er slechts eco nomische sancties toegepast kunnen worden en een bankroet zou voor Cam bodja minder ernstig zijn dan de ge volgen van de eventuele represailles voor het eigen prestige van Frankrijk. De les van Cambodja zal op het ogen blik wel in Saigon bestudeerd worden. In Vietnam wordt momenteel een wedloop gevoerd tussen onafhankelijk heid en oorlogsmoeheid. De Franse politiek vormt niet langer een probleem nooit is men minder achterdochtig geweest ten aanzien van de Franse be doelingen. De grote Franse maatschap pijen hebben besloten te vertrekken en zij zijn al met de verhuizing begonnen. Zelfs de Banque de Indo-Chine ver plaatst zich. Als de Keizer er niet was, zou Prins Buu-Loc's regering spoedig een overeenkomst met Frankrijk kun nen sluiten. Als er geen overeenkomst tot stand komt zouden de vermoeidheid en de verdeeldheid wel eens tot lapmidde len kunnen leiden. De mogelijkheid om Annam en Tongking prijs te geven en een Cochin-Chinese Republiek te stichten wordt opnieuw onder diners besproken. De vervanging van de troepen van de Franse Unie door Amerikaanse eenheden de wens droom van bepaalde lieden zou tot een rampzalige tijdelijke vrede kun nen leiden, die vele niet-communisti- sche Nationalisten aan de genade van de Vietminh zou overleveren met name de katholieken van het Noor den in Thai-Bin, Bui-Chu en Phat- Diem. Zal de onafhankelijkheid te laat ko men? Is de Vietminh-beweging onher roepelijk in handen van de communis ten gevallen? Is Ho Chi-minh bekeerd tot de gewelddadige oplossing, waar hij zich zo lang tegen verzet heeft, of is hij feitelijk een gevangene van de com munisten? Mijn eigen rationele antwoorden op deze vragen zjjn alle pessimistisch. Ik geloof dat de onafhankelijkheidsverle ning te lang is uitgesteld. Ik ge loof dat er geen oplossing bestaat voor dit ongelukkige land, als die op lossing tenminste niet wordt gedicteerd aan de conferentietafels van Genève, Washington, Peking en Moskou. Ik ge loof niet dat ik ooit weer die merk waardige zonsondergang in de baai van Along zal beleven, en dat ik het glan zende lamplicht niet mee zal zien spe len over het gezicht van de kok die de opiumpijp in gereedheid brengt. De laatste voorstelling is begonnen: een land dat ik bemind heb staat op het punt zich achter het gordijn terug te trekken. Maar al is het spel bijna verloren, men kan altijd nog met de laatste troef komen (men kan hoogstens ver liezen) en die troef is: volledige onaf hankelijkheid. Maar zelfs nu is er nog wat vluch tige hoop. In Januari heb ik drie dagen in Bui-Chu vertoefd, het toneel van de capitulatie van de Chinese bataljons. Er waren nieuwe Vietnamese eenheden gestuurd en er was een nieuwe com mandant gekomen; slechts een kleine artillerie-stelling in een uithoek toonde de Franse vlag; dit geïsoleerde stuk Vietnam onder een moedige Annamieti- sche bisschop was in alle opzichten onafhankelijk. De commandant was een Boeddhist, maar hij wist dat hij een volk achter zich had dat één was in het christendom niet het christen dom van pas bekeerden, maar dat van mannen en vrouwen wier overgrootou ders een eeuw geleden de Keizerlijke vervolgingen hadden overleefd, toen het verbergen van een missionaris gestraft kon worden met verbrijzeling onder de hoeven van een olifant. Het geschut raasde bijna onophoude lijk, maar ondanks al dit tumult werden er bekeerlingen gedoopt en werd er een nieuwe kerk ingewijd. In de zomer van het vorig jaar deed de Vietminh een aanval op het seminarie (waarbij een De Castries. Advertentie Zondag 23 Mei zal broeder Adelbertus (J. M. Kraakman) de dag herdenken, waarop hij voor 25 jaar intrad in de Congregatie van de Broeders van de H. Aloysius te Oudenbosch. In 1932 behaal de de jubilaris de onderwijzersakte aan de Bisschoppelijke Kweekschool te Oudenbosch, aan welke school hij sedert 1945 verbonden is als docent in de Ned. Taal en Letterkunde. De tussenliggende jaren, terwijl hij werkzaam was op la gere scholen en ui.o.-scholen te Rotter dam, Amsterdam en op Saint Louis te Oudenbosch heeft hij besteed aan de stu die van de moderne talen. De vele oud-leerlingen zullen zich hun broeder-onderwijzer en leraar herinne ren en zich de 23ste Mei ongetwijfeld niet onbetuigd laten. Op de kweekschool zijn de voorbereidingen voor de viering van het zilveren feest reeds begonnen. Op de feestdag zal er tussen elf en één uur gelegenheid zijn de jubilaris te feli citeren. Ik heb volledig vertrouwen In hem. Zijn moreel is buitengewoon en zijn zelfvertrouwen omgeboord" Dat schrijft gravin Jacqueline de Castries, de echtgenote van de man die de ves ting Dien Bien Phoe commandeert, aan baar oudere zuster Hugette in Parus. Zy woont zelf in Hanoi, waar ze de gewon de Fransen opzoekt in de hospitalen en waar ze iedereen de moed inspreekt, die haar man bezielt. De 52-jarige kolonel Christian de Castries heeft 34 jaar ge wacht op de kans, die hij nu heeft ge kregen. Hij heeft gevochten in Frank rijk, Afrika, Italië en Duitsland en dat deed hij met de aanleg en de moed, die een telg van zulk een ge&lacht taamt. Want de familie De Castries heeft Frankrijk in vijf eeuwen een maarschalk, een admiraal, acht generaals, vier luite nant-gouverneurs en vijf „chevaliers" van de hoogste adellijke orde der Franse koningen geschonken. Christian de Ca stries is in Dien Bien Phoe de juiste man op de juiste plaats. Vergezeld door zijn Marokkaanse ad judant ziet men hem zelfs tijdens de zwaarste artillerie-beschietingen langs de Franse stellingen lopen. Hij wei gert nog steeds de voorgeschreven helm te dragen en eigenlijk is zijn rode pet bijzonder geschikt om vuur te trekken. Maar De Castries weet, dat de aanblik van die pet zijn soldaten die hem „Cri-Cri" noemen ook moed geeft en daarom zet hij door. Zijn adjudant mag zijn karabijn en zijn stok dragen, maar hij moet ook elke mor gen de pantalon van de kolonel voor zien van, een messcherpe vouw. Want ook in de slag blijft De Castries héér, glad geschoren en smetteloos van te nue. Hij is eigenlijk alleen op zijn gemak als er wat te vechten valt. In vredestijd hield hij zich fit door paard te rijden en als zodanig maakte hij in de jaren '30 grote naam. Ook haalde hij zijn vlieg brevet en hij nam deel aan auto-race wedstrijden. In de tweede wereldoorlog hield hij met zestig man stand tegen twee Duitse bataljons en dat drie volle dagen nadat de wapenstilstand van kracht was ge worden! Viermaal deed hij een poging om uit krijgsgevangenschap te ontvluch ten. Driemaal mislukte dat, maar einde lijk kon hij zich bij de vrije Franse strijdkrachten van De Gaulle voegen. Hij vocht in Noord-Afrika, werd ge wond in Italië, verscheen tijdens de ge vechten in Duitsland opnieuw ten tonele en. verwierf in totaal niet minder dan twintig keer het Croix de -Guerre. Hij veroverde voor de geallieerden Karlsru he en Freudenstadt als commandant van een eskadron gevechtswagens. Daarbij nam hij persoonlijk de Duitse kroonprins gevangen. Op zijn eigen verzoek werd hij later naar Indo-China gestuurd. Wijlen generaal De Lattre de Tassigny had het tot zijn gewoonte gemaakt be slissingen van De Castries nooit te cri- tiseren. Vier jaar geleden ontmoette De Castries in Biarritz een blonde slanke vrouw, die in Cannes was geboren, en die evenals hij veel van de paardensport hield. Zij traden in het huwelijk. Drie maal is gravin Jacqueline haar man reeds naar Indo-China gevolgd en op 't ogen blik, dat hij voor het oog van een be wonderende wereld stand houdt tegen een drievoudige overmacht, verzorgt zij in Hanoi zijn gewonden. „Stuur nog wat lippenstift en vooral veel eau de colog ne", schreef zij aan haar zuster in Parijs. De De Castries vechten elk met hun eigen wapens en allebei hebben zij nog iets bewaard van de oude spreuk in het familiewapen: „Trouw aan koning en eer." ALLEEN echi met het bayerkruis Het hoofdbestuur van de Nederlandse Katholieke Mijnwerkersbond heeft be sloten de geldboeten van ƒ7 te beta len, waartoe de harmonie „St Caecilia" van Kerkrade 17 Maart door de Kanton rechter te Heerlen werd veroordeeld wegens twee overtredingen van de Zon dagswet. Gelijk bekend werd de Kerk- raadse harmonie in de persoon van voorzitter Fr. Ploum veroordeeld tot ƒ6.boete wegens het verwekken van gerucht op meer dan 200 meter hoorbaar vóór des Zondagsmiddags 1 uur en tot 1.wegens hetzelfde feit na 1 uur 's Zondagsmiddags. Op deze wijze heeft het hoofdbestuur van de Ned. Kath. Mijnwerkersbond zijn waardering wil len uitspreken over het optreden van de harmonie, welke ondanks de nieuwe Zondagswet een aloude traditie wilde handhaven. In het rampgebied zijn 3500 woningen in aanbouw, terwijl er in dezelfde streek 2800 woningen zijn verwoest, aldus heeft minister Witte volgens een verslag van de Commissie voor de watersnood medegedeeld. Een zeer .groot gedeelte van deze woningen zijn woningwet-wo ningen. van de weinige buitenlandse priesters werd ontvoerd) en zij schoten in de kapel vier Vietnamese zusters dood. „Toen", zo vertelde me een oude pries ter, „ben ik Frans gaan leren". In het schoolgeoouw zongen kleine meisjes ge kleed in zijden pantalons en blauwe jasjes voor mij „een lied van vrede", waarbij zij met hun kleine vingertjes zwaaiden. „Wij willen alleen maar vre de, wij willen rustig in vriendschap leven, maar als de communisten komen zullen we tegen hen vechten en hen doden „Als alle dorpen net zo waren als Thui-Nhai", zo vertelde me de com mandant, „zouden er geen moeilijkheden bestaan in de delta". Dit dorp dat door een eigen militie werd beschermd had tussen Augustus en eind December ne gen aanvallen afgeslagen. De militie bestond uit de hele bevolking van oude mannen tot meisjes van twaalf. Zij paradeerden vrolijk voor de kerk met hun Vietnamese vlaggen de kleine meisjes droegen messen en hand granaten aan een riem rond hun middel. Ik zag een doolhof van wallen, gewe ren in de kerk zelf, en een geïmprovi seerde mortier. Dit was inderdaad een totale oorlog. Een Vietnamese priester gaf me volgende beschrijving van de jonge leider: „Hij is een commandant zonder rang en zonder bezoldiging, die de rijst van zijn moeder eet, omdat hij de vijanden van zijn vader bestrijdt". Ik dacht aan het contrast met de ver minkte soldaten in Hanoi, zoals die te rugkeerden uit het Zuiden waar ze wat opgelapt waren, ik dacht aan hun uit putting en hun onverschilligheid. Na tuurlijk kan men zijn verwachtingen van dit land niet op een enkel dorp en een zelfgemaakte mortier bouwen, maar toch dacht ik, terwijl in het late gouden avondlicht het geschut te keer ging boven de rijstvelden, dat als er een wereld ten onder gaat men nog slechts een ir rationele hoop kan koesteren: „blijft hopen tot die hoop creëert Uit het eigen wrak het ding dat men be geert". In mijn dagboek maakte ik deze aantekening: „Gisteren heeft de commandant van het 46ste Viet- mfnh-regiment zich overgegeven. Hij had de plannen voor de verovering van Bui-Chu mee genomen. (Vertaling: Hans Bronkhorst) NADRUK VERBODEN. De B.P.M. heeft onmiddellijk na de tankbrand op de raffinaderij van de B.P.M. te Rotterdam-P.ernis een uitge breid onderzoek naar de oorzaak inge steld, waarbij het Koninklijke Shell La boratorium te Amsterdam werd inge schakeld. Omtrent dit onderzoek heeft het A.N.P. tharts van bevoegde zijde verno men. dat de oorzaak van de brand naar alle waarschijnlijkheid moet worden ge zocht in het optreden van statische elec triciteit, waardoor een belangrijk poten tiaal-verschil is opgetreden tussen het lichaam van de tank en de vloeistof dan wel tussen verschillende plaatsen in de vloeistof zelf. Wanneer het potentiaal verschil voldoende groot is, kunnen vonken aan de oppervlakte van de vloeistof overspringen. Gezien de samenstelling en de tem peratuur van het product in kwestie in de tanks (een zware benzine) mag wor den aangenomen, dat de ruimte boven de vloeistof gevuld was met een explo sief gasmengsel, zodat een krachtige electrische ontlading een explosie ver oorzaakte. Uit het onderzoek is gebleken, dat het samentreffen van de ongunstige om standigheden, welke tot de explosie en brand konden leiden, als hoogst zeld zaam moet worden beschouwd. Ver wacht kan worden, dat verdere studies er toe zullen leiden, dat voor herhaling van deze omstandigheden niet behoeft te worden gevreesd. In een onlangs gehouden vergadering van de raad van beheer van de Neder landse Huishoudraad is met algemene stemmen de uitspraak aanvaard, dat de Ned, Huishoudraad een beslist tegen stander is van het cadeaustelsel. Dit stelsel wordt gedefinieerd als het stelsel waarbij aan de verkoop van een artikel de gratis verstrekking van een andersoortig artikel gekoppeld wordt, ook in indirecte vorm, zoals bijv. door middel van bonnen, die recht geven op een cadeau, of prijzen bij een wedstrijd. De gratis-verschaffing van plaatjes van geringe waarde is hier niet onder be grepen. De Nederlandse Huishoudraad spieekt hier uit naam van zijn veertien aangesloten vrouwenorganisaties, die met elkaar ongeveer een half millioen leden tellen. (Van onze parlementaire redacteur) Donderdag zal de Tweede Kamer trachten tot een beslissing te komen over het wetsontwerp tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en invoering van een pensioenfonds voor deze beroepsgroep. Er is de afgelopen dagen met minister Donker over deze zaak breedvoerig overleg gepleegd. Het gevolg is, dat de minister wel inziet, dat hij de kern van het voorstel van mr. Van Rijckevorsel zal moeten aan vaarden. Deze had zich in principe met het verplicht stellen van een pensioen- Volgens het A.N.P. bestaan er plan nen om binnenkort een bijeenkomst te beleggen van Franse parlementsleden, die nog twijfelen aan de wenselijkheid van p.nvaarding van het E.D.G.-ver- drag, met voorstanders van dit verdrag in Nederland en andere landen. De kans bestaat, dat deze bijeenkomst in ons land zal worden gehouden. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft een commissie ingesteld met de opdracht hem van advies te die nen omtrent de vragen of een wettelij ke regeling van het accountantswezen gewenst is en, zo ja, welke inhoud aan zodanige regeling ware te geven. Tot voorzitter van de commissie is be noemd: prof. mr. W. C. L. van der Grin ten, hoogleraar aan de Katholieke Eco nomische Hogeschool te Tilburg, leden van de commissie zijn o.m. prof. dr. P. P. van Berkum, H. J. Hofstra, lid van de Tweede Kamer, dr. A. M. Lucas, lid van de Tweede Kamer en J, Kraayen- hof te Amsterdam. fonds geheel accoord verklaard, maar hjj verschilde van mening met de minister over de wUze waarop dit zal moeten geschieden. De notarissen zullen volgens mrv au Ryckevorsel zelf in de regeling dienen te worden gekend en daarvoor zal een nieuw contact met de beroepsgroep nodig zijn. In de nota van wyzigingen die na het overleg met de minister door de bewindsman is opgesteld, komt nu de passage voor, dat de minister zorg draagt, dat een notarieel pensioen fonds wordt opgericht, doch alleen in dien binnen een door hem te stellen termyn een naar zijn oordeel be langrijke meerderheid van de nota rissen en candidaat-notarissen gezamen- Ijjk zich voor de oprichting heeft uit gesproken. De minister heeft eraan toegevoegd, dat degenen die niet aan de stemming over deze voorstellen deelnemen, geacht worden ervoor te zyn. Voor blanco stemmen wordt hetzelfde bepaald. Haalt de instelling van het pensioen fonds niet de bedoelde meerderheid, dan zal wel het andere deel van het wetsontwerp in werking treden. De leeftydsgrens wordt dan, zoals oorspron kelijk was bepaald, op zeventig jaar vastgesteld. Echter zal in dat geval de overgangstermyn niet twee maar vier jaar zyn. Inmiddels is er reeds een amende ment op de gewyzigde wet ingediend, dat ten doel heeft de ingang van het ontslag aan de notarissen te regelen volgens een tijdschema, waarbij de notarissen die in 1882 of vroeger ge boren zijn, per 1 Januari 1936 uittreden, degenen die in 1888 geboren zijn per 1 Januari 1959 met daartussenin voor ieder jaar jonger in leeftijd dan 1882 een half jaar later ontslag. Het amen dement is ondertekend door de heren Roosjen (A.R.), Rijckevorsel (K.V.P.)t Van der Feltz (C.H.), Schouten (A.R.) en Van Eijsden (A.R.), Prof. Oud heeft verklaard het nie' eens te zyn met de wijze waarop d« Kamer in onderhandeling is getreden met de minister. Men had daarvan geen schrifteiyk verslag gemaakt, z<r dat degenen die niet aan het overleg hebben deelgenomen, niet precies weten wat er gebeurd is. Men is bezig d® zaak uit de openbare behandeling na»* de binnenkamers te verplaatsen, aldu' prof. Oud. Hü had uit verzet tegen de«® methode niet aan het gesprek met minister willen deelnemen en noem» dit een „hoogst wonderlyk overleg' De Commissie Nationale Herden^„ deelt mede, dat evenals vorige 3» g op 4 Mei een plechtige herden» aj zal worden gehouden in dé Ridde te Den Haag, waarbij de gevallenen g zee-, land- en luchtmacht benevens genen, die tengevolge van oorios gt. weid om het leven zijn gekomen, den herdacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 4