Tienduizend vaklieden schragen ons bestaan De stempel- en instrumentmaker dingen naar de aureool van de zeeman DE ENGEL VAN SAN FRANCISCO cjiWipnnsim Y.S. handhaven strijd krachten in Europa r n I J STREVEN NAAR MEER BEGRIP VOOR ONAANTREKKELIJKE ZAAK PARIJS: Thans aan de eis van de Assemblée voldaan Plechtige verzekering van Eisenhower ZATERDAG 17 APRIL 1954 PAGINA 11 „...En als hij zich na af loop van zijn arbeid, des noods per auto, huiswaarts begeeft, is en blijft hij diezelfde gewaardeerde, populaire figuur. „Dick, his wife, his kids and his car", de steunpilaar der demo cratie, de G.l. van het slagveld, het prototype van een nieuw en nogal zelfbe wust mensentype De HEERTJES van onze welvaart Het lieve vaderland moet industrialiseren. Het moet industrialiseren of sterven en wie dat niet gelooft, kan op een willekeurige dag een wille keurige Nederlandse krant kopen en hij zal het, voor de zoveelste maal, omstandig uiteengezet en bewezen vinden. Met andere woorden: de industrialisatie leeft in Nederland. Ze leeft echter, eerlijk gezegd, nogal ongezellig. Want hoe belangrijk ze ook is en hoezeer ook iedereen van dat belang is doordrongen, tot enthousiasme inspireren doet zë bepaald niet. Oud-minister v. d. Brink b.v., die zich juist voor het op gang komen van de industrialisatie bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt, is daardoor nog geen populaire figuur geworden. De werkers in de industrie zelf wachten nog steeds op de troubadour, die de lof van hun arbeid komt zingen en zo kan men nog wel enige tijd doorgaan. Nederland is industrie-minded. Maar het is het op dezelfde wijze, als waarop het de groeiende bewapening accepteert. Het is noodzakelijk en nuttig, maar tot vreugde stemt het niemand. Eigenlijk is dat een merkwaardige toestand. Per slot van rekening is rond veertig procent van onze bevolking in de industrie werkzaam en het komt er dus op neer, dat deze grootste groep van onze beroepsbevolking er nog steeds niet in geslaagd is de publieke opinie zodanig te beïnvloeden, dat haar werk naar waarde wordt geschat. De fabriek is en blijft een woord, dat in het algemeen gesproken alleen maar onaangename associaties oproept en al doet het lieve vaderland op dit ogenblik in de industriële sector de meest verbazingwekkende dingen, het schone boord is nog immer oneindig meer populair dan de overall. Andermaal: dat is een merkwaardige toestand. Want, ging het in dit geval alleen om het verschil tussen boord en overall, deze voorkeur ware te be grijpen. Niemand is graag vuil en het spreekwoord „Kleren maken de man" is zo oer- en oerhollands, dat men alleen al op grond daarvan die voorliefde zou kunnen verklaren. Daarom alleen gaat het echter niet. Men heeft, om eens een groot woord te gebruiken, met historische misvattingen te maken. Nederland heeft als indus trieland geen verleden. Het heeft dat echter wel op het gebied van handel en scheepvaart. In Amsterdam kan men cp alle grachten de tastbare herinne ringen aan de gouden handelstijd der Gouden Eeuw terug vinden en er is geen schooljongen, die niet met vader landse trots in zijn stem de namen kan opnoemen van een aantal zeehelden, die ooit de Nederlandse vlag fier hebben doen uitwaaien over alle zeven we reldzeeën. De aureool der publieke verering siert dan ook nog altijd han del en scheepvaart. Het zijn de verre einders, de koene, met Hollandse nuch terheid ondernomen handelsobjecten, die hun veroverende taal zijn blijven spreken tot het hart van meneer Door snee. Aan de oever van een Neem alleen de visserij. Geen wel denkend mens zal kunnen beweren, dat de leefwijze der vissers en de sociale mogelijkheden aan boord der vaartui gen prevaleren boven die van het in dustriële klimaat. En toch, telkenjare als de haringvloot zee kiest, komen duizenden op de been. Men zwerft door de versierde havens, men ruikt de penetrante geur van het visserij-bedrijf en onwillekeurig komt men onder de indruk. Men voelt iets van een diep gewortelde sympathie voor de jong kerels, die aan boord klauteren en, na een laatste groet met de stoomfluit, uitvaren. Geen Heyermans en geen Kniertje met haar onsterfelijke „De vis wordt duur betaald" hebben daarin Verandering gebracht. De zee en de handel met verre en vreemde landen hebben van oudsher het hart van de Nederlander. Kathe Kollwitz Stel daar tegenover de industrie. De industrie, die in ons land is opgekomen in een tijd, dat de sociale tegenstellin gen waren toegespitst op een wijze, die j nauwelijks voorstelbaar is. De in dustrie die haar weg gegaan is langs de eerste arbeidswetten van minister v. Houten, langs de arbeidswet van 1889, de veiligheidswet van 1895. Die voor en na het strijdperk is geweest voor de botsende machten van kapitalisme en socialisme. Waarvan Kathe Kollwitz het trieste portret heeft getekend en die in de crisis der dertiger jaren op nieuw de plaats was, waar harde sla gen vielen. Voor deze industrie leeft in Nederland geen liefde. Zij is het kenmerk van een tijdperk, waarin Ne derland (nog) niet die rol speelt, die het vervulde in de jaren, waarin han del en zeevaart, hoe dan ook, onze Haam brachten op aller lippen. Dit alles nu, zo zou men misschien iets te populair kunnen zeggen, leeft in het onderbewustzijn van een volk. De behandeling van de arbeiders in het verleden en de nog steeds niet geheel beëindigde sociale strijd, waardoor al tijd weer alleen de schaduwzijden der industrie naar voren komen, bepalen de houding. De industrie is noodzakelijk, doch begerenswaardig is anders. Ziet men nu even naar 't buitenland - het buitenland, dat zonder twijfel frap pante industriële prestaties levert, doch waarvoor Nederland beslist in geen enkel opzicht behoeft onder te doen - dan bemerkt men, dat men bij ons in derdaad met een historische vooroordeel te doen heeft. Dick and his wife Daarvan zijn twee voorbeelden. Het eerste is Amerika. Het land, als wij weer even generaliseren mogen, zon der traditie. In dat land is de indus triële werker „meneer". Zijn „boss" en hij staan op vriendschappelijke voet. Hij mag zich al werkend nog zo vuil moeten maken, hij blijft een gerespecteerd medewerker en als hij zich na afloop van zijn arbeid, des noods per auto, huiswaarts begeeft, is en blijft hij diezelfde gewaardeer de, populaire figuur. „Dick, his wife, his kids and his car", de steunpilaar der democratie, de G.I. van het slagveld, het prototype van een nieuw en nogal zelfbewust mensentype. En nu is het wel verre van ons om dit voorbeeld nu ook maar ineens tot aanbeveling te verruimen. Wij heb ben, eerlijk gezegd, met „Dick, his wife and his kids" nog wel een ap peltje te schillen, maar dat neemt niet weg, dat het nuttig is te weten, dat „Jan met de pet", de bij ons nog altijd niet zo zeer in tel zijnde fa brieksarbeider in een andere omge ving, zonder historische bindingen, is uitgegroeid tot- het symbool van een natie. Voorbeeld nummer 2 is Zwitserland. Tiaar, en dat geldt trouwens voor die gehele bergrug, die zich van N.W. naar Z.W. door Centraal Europa beweegt, heeft de industrie wel traditie. De goe de Karei V moet er zelfs last van gehad hebben, toen hij met een huurleger van Zwitsers optrok, die bij het aanbreken van het voorjaar gezamenlijk „Adieu" geiden, omdat ze wel in de winter, Jhaar niet in de zomer wilden vechten, s Winters immers konden zij, vanwege de sneeuw, niets op hun akkers begin- hen en wilden zij wel betaald soldaat sPelen. 's Zomers echter was er werk aan de winkel en moest de oorlog maar even wachten. Doctor Honoris Causa Gelukkig was er ook in die tijd niet fhijd oorlog en bleven de Zwitsers C winters thuis. Wat dan te doen? Wer- vtn natuurlijk, want ook de meest op- «Uende luilak houdt het niet uit een om1.6 winter lung niets te doen, en zo ^'tstond, bij wijze van spreken, al in ina £r'j.ze oudheid de Zwitserse huis- uustrie. Ieder weet hoe die zich de «Wen door heeft ontwikkeld tot een prestaties levert, algemeen bekend raakt. Wij willen dat illustreren door opnieuw de precisie-metaalnijverheid tot onderwerp te kiezen en u deelgenoot te maken van de wonderlijke ontwik keling, die ons vaderland op dit aller belangrijkste terrein heeft doorgemaakt. Duitse initiatieven Het begint, ruwweg geschat, direct na de eerste wereldoorlog en het mag wel een speling van het lot heten, dat het uitgerekend de Duitsers moesten zijn, die in Nederland kwaliteiten ver onderstelden èn vonden, die wijzelf tot dat ogenblik noch ontdekt noch gebruikt hadden. Wat was het geval? De Vrede van Versailles had het bestaan van be drijven als Siemens en Zeiss bepaald geen goed gedaan. De directies zaten met allerlei bijzonder hinderlijke be perkende bepalingen en besloten toen eensklaps tot een gewaagde stap. Wat in Duitsland zo niet onmogelijk, dan toch uiterst moeilijk was, zou in Neder land moeten gebeuren. En zo verrezen er plotseling binnen enkele jaren tijds drie, aanvankelijk met Duits kapitaal gestichte en door Duitse deskundigen geleide Nederlandse precisie-bedrijven. Het waren de Hollandse Signaal Appa- ratenfabriek waar men zich vooral op vuurleidingen toelegde, de Apparaten- fabriek Lonneker, waar de toen o zo belangrijke zoeklichten werden vervaar digd en de Ned. Instrumenten Comp. te Venlo, waar kijkers en optische instru menten werden gefabriceerd. Men kan het revolutionnaire karakter van deze vestigingen nauwelijks onderschatten. Tot dat ogenblik immers heerste er in directie van Hispano Suiza openlijk ver klaard, dat de precisie, die door haar Nederlandse arbeiders in Breda, mede werkers aan een piepjong bedrijf, wordt bereikt, in niets onderdoet voor die van de veel oudere Zwitserse bedrijven, waar men over employé's beschikt, die van vader op zoon al generaties lang dat zelfde vak beoefenden. Hebben trouwens de Amerikanen het voorbeeld der Duitsers van na de eer ste wereldoorlog niet getrouwelijk ge volgd? Door hun initiatief is in Am sterdam de Bullatec Kantoormachines- fabriek gevestigd en men behoeft enkel een zgn. populaire folder van dit be drijf door te bladeren en het duizelt u van de eisen, die in dit bedrijf aan de arbeiders gesteld moeten en accuratesse. In Rotterdam kent men worden op het terrein van precisie de zgn. bevolkingsmachines van Kra mer. Apparaten, die in kringen van des kundigen over geheel de wereld ge roemd worden en die het resultaat zijn van het selectief inventie-vermogen van één en de grote vakbekwaamheid van talloze Nederlandse arbeiders. Zo nu kan men verder gaan. Naar Blerick en Arnhem, langs de gehele IJselstreek er telkens weer stuit men op nieuwe voorbeelden van wat or.ze industrie vermag op een terrein, dat enkele generaties geleden door geen Nederlander werd betreden. Misschien vraagt een enkele lezer zich ondertussen aj wat ons beweegt in deze algemene beschouwing zo uitsluitend die precisie-nijverheid te bespreken. Het antwoord willen wij aan Ir. Keus laten. Hem immers kunnen wij op dit gebied een onbetwistbare autoriteit noemen en door CLARENCE B. KELLAND (vert. uit het Amerikaans door H. DE GRAAFF) 65 En toen, terwijl iedereen nog onder de indruk was van de bom die Anneke in het kamp van Ralston geworpen had, volgde er een ontploffing, die de San Francisco and New York Mining and Commercial Company en haar diamant mijn in duizend scherven de lucht in deed vliegen. In Francisco arriveerde een rapport van iemand,' wiens mening men niet zo maar opzij kon schuiven. De dertig jarige Clarence King, een naam tot- dantoe nog slechts bekend in ambtelij ke geologenkringen, had opdracht ge had een onderzoek in te stellen in de streek waarvan men beweerde dat de diamanten, robijnen en smaragden als het ware voor het oprapen lagen. Hij was een wetenschappelijk man, en hij werd niet door bijbedoelingen gehin derd. Met een klein gezelschap reisde hij langs de veertigste breedtegraad door de woestijn van Centraal Colora do, door Summit County, waar men de millioenen met een pennemesje uit de bodem kon opdiepen. Het officiële rapport dat hij uitbracht was vernie tigend. Men had vier soorten diamanten ge vonden, meldde hij, broederlijk zij aan zij liggend met oosterse robijnen, gra naatstenen, saffieren, smaragden en amethysten. „Een dergelijke verschei denheid van edelstenen op een en de zelfde plaats," zo schreef hij, „is abso luut in strijd met de wetten van de natuur." Hij had stenen aangetroffen qp plaatsen waar ze nooit op natuur lijke wijze gekomen konden zijn. Som mige stenen waren kennelijk met de hak van een mannenlaars in de grond gestampt. En wat wel de kroon spande, was het feit dat hij zelfs een geslepen diamant gevonden had! Zijn telegram aan de directie van de maatschappij bevatte de mededeling, dat hij op weg was naar San Francisco. De zogenaamde diamantmijn, verklaar de hij, was volkomen waardeloos, en de betrokken heren, alsmede hun des kundige Henry Janin, waren het slacht offer geworden van een zwendelpartij op grote schaal. Anneke, die de ontwikkeling van de zaken scherp in het Oog hield, seinde de volgende lakonieke boodschap aan James Flood: „Getorpedeerd haast u." Flood was klaar. Dank zij overreding, invloed, list en wellicht nog andere, minder eerlijke middelen, werd het wetsontwerp tot machtiging van de bouw van een tunnel in de Virgin Queen in recordtempo afgehandeld en naar de gouverneur gezonden ter goed keuring een goedkeuring die niet geweigerd werd. Het ontwerp ontmoet te geen tegenstand. Anneke's aanval, en de onverwachte versterking die was komen opdagen in de vorm van Cla rence Kings rapport, hadden de repu tatie van de Bank van Californië zo'n geduchte knak gegeven, dat de directie geen vinger ten nadele van de mach tiging durfde uitsteken. De overwinning was volledig. Niets stond nu nog de verwezenlijking van het plan van Mor ton Pease in de weg, en de droogleg ging van de toegang tot de zilverader, die de Virgin Queen tot een der meest rendabele mijnen van de Comstock zou maken, kon een aanvang nemen. Er volgden onzalige dagen voor Ral ston, Harpending en Willeam Lent, en de andere direi teuren van de San Francisco and New York Mining and Commercial Company. Als zij op straat verschenen, werden zij uitge jouwd. De weelderig ingerichte kanto ren werden gesloten, en de betrokkenen vochten als leeuwen om althans nog iets van hun reputatie te redden. De vijfentwintig aandeelhouders die twee en een half millioen dollar hadden neer geteld, eisten hun geld op. Het moet tot Ralstons eer gezegd worden dat hij ervoor zorgde dat alles tot de laatste cent werd terugbetaald. Maar zelfs dit goede gebaar bracht de spot ters en lachers niet tot bedaren. In de aldus geschapen atmosfeer konden James Flood en zijn medewer kers rustig beginnen aan de uitvoering van de plannen van Morton Pease, en het werk vorderde dan ook snel. Het project bleek een groot succes te zijn; de mijn werd drooggelegd, en met het aanboren van de zilverlaag werd be gonnen. De optimistische verwachtin gen van Pease werden nog overtroffen, want er werd nog een tweede ader aangetroffen, en Anneke was binnen weinig tijd millionnaire. Maar enkele maanden voordat het zover was, kwam Juan Parnell op een dag naar haar toe niet opgeruimd en plagerig zoals anders, maar in een sombere stemming. Zijn patroon en afgod, Henry Janin, had niet veel meer over van zijn eens zo schitterende re putatie. Het scheen dat zijn carrière een plotseling einde gevonden had. Juan ging terneergeslagen zitten. „Mijnheer Janin vertrekt naar Lon den," zei hij. „Hij wil proberen in En geland opnieuw te beginnen." „En je beschouwt mij als de be werkster van zijn ongeluk," zei Anne ke. Hij antwoordde niet dadelijk. „Hij heeft me gevraagd met hem mee te gaan," zei hij. „En voel je er iets voor?" „Ik heb het in beraad gehouden," antwoordde hij. „Juan, het spijt me. Het spijt me dat ik hem ook moest treffen." „Het was niet jouw schuld, Anneke. Het rapport van mijnheer King heeft de doorslag gegeven." Hij stond op en kwam naar haar toe. „Als ik ga," vroeg hij bruusk, „ga je dan mee?" Hij wachtte op haar antwoord, dat niet onmiddellijk kwam, en hij vervolgde: „Anneke herinner je je het ogenblik toen we je huis in vlammen zagen opgaan, en ik mijn armen om je heen had? Betekende dat niets voor je?" „Het betekende alles voor me, Juan," zei ze ernstig. „En als je gaat, dan ga ik met je mee." (Slot volgt). Eisenhower's boodschap, die erop ge richt is de steun van Frankrijk te verwerven voor de ratificatie van de EDG, is van te voren zowel met re publikeinse als met democratische lei ders in het Amerikaanse Congres be sproken. Bovendien heeft de Ameri kaanse president, zo is in Franse krin gen verklaard, Parijs geraadpleegd over de bewoordingen van de verklaring. Als gevolg hiervan hebben regeringslei ders in Parijs evenals in de hoofd steden van de vijf overige EDG-lan- den de boodschap van Eisenhower toegejuicht. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Georges Bidault, is van me ning dat de verzekering, die Amerika thans gegeven heeft voldoet aan een van de voorwaarden, die de Franse Nationale Vergadering twee jaar gele den heeft verbonden aan de ratificatie van het EDG-verdrag. Aan een andere voorwaarde, zo verklaarde een offi ciële Franse woordvoerder, is reeds voldaan door de overeenkomst die En geland deze week met de EDG-Ianden gesloten heeft. De derde voorwaarde Frans-Duitse overeenstemming over de Saar, is thans nog het enige struikel blok, zo verklaarde de Franse woord voerder. In zijn boodschap verklaart Eisen hower voorts, dat de VS in overeen stemming met hun rechten en ver plichtingen, die voortvloeien uit het Atlantische Pact, na het van kracht worden van het EDG-verdrag, volgens de volgende beginselen zullen hande len: De Ver. Staten zullen de andere le den van de NATO en de leden van de EDG raadplegen over kwesties van wederzijds belang, zoals de stérkte van de troepen van de VS, de landen van de EDG en de andere landen van de NATO. die ter beschikking van het opperbevelhebber in Europa dienen te worden geplaatst. In overeenstemming met hun politiek, gericht op de handhaving van de eenheid en ongeschondenheid van de E.D.G., zullen de V. S. elke actie, die deze eenheid en ongeschondenheid in gevaar brengt, be schouwen als een gevaar voor de veiligheid van de V S. De V. S. beschouwen het Atlantisch ver drag liever als een verdrag, dat voor onbe paalde tijd is aangegaan dan voor een be paald aantal jaren. Eisenhower heeft deze laatste verze kering in zijn verklaring opgenomen, omdat men er in sommige Franse krin gen op heeft aangedrongen de duur van het Noord-Atlantisch verdrag formeel van twintig tot vijftig jaar te verlengen, teneinde het in overeenstemming te brengen met het E.D.G.-verdrag. Hoe wel men van gevoelen was dat daarmee de Franse opinie het beste ten gunste van de E.D.G. beïnvloed zou worden, heeft Eisenhower onmogelijk aan deze wens kunnen voldoen, omdat voor een dergelijke stap de toestemming van het Congres vereist is. Advertentie i» r 1 mtm (xJLnl helpen premptt industriële kringen ten aanzien van precisie-arbeid een bepaald geloof. Het geloof n.l., dat men beslist ergens in een van die pittoresque dalen van het Centraal Europese bergland moest zijn geboren wilde men als instrument maker enige kans hebben. Ja, het ging zelfs zover, dat men meende, dat alleen afstammelingen uit dit of dat dorp voor. zeer bepaalde werkzaamheden geschikt waren en dat men dus, kortweg, als instrun .tmaker werd geboren en niet daartoe kon worden gevormd. Het was in de tijd, dat de Artillerie-inrichting aan de Hembrug op dit terrein nog geen proeve van bekwaamheid had afgelegd en dat men eigenlijk alleen maar wist, dat die Nederlanders samen met de Walen wel grote betekenis hadden gehad voor de ontwikkeling der Zweedse me taalindustrie, doch die verdienste lag wat de Nederlanders betreft ten minste voornamelijk op financieel en organisatorisch terrein. Edoch, he* experiment slaagde. De Nederlanders bleken tot instrument maken bekwaam en een van de oudste en meest hardnekkige bijgeloven in de industriële wereld stortte ineen. Met kaaskoppen en zeebenen Na de tweede wereldoorlog heeft zich merkwaardigerwijs opnieuw een soortgel "'9 on /ikkeling voorgedaan. Opnieuw heeft men dit volk „met kaas koppen en zeebenen" in de richting van dat heel fijne metaalwerk gedreven en opnieuw is gebleken, dat het daartoe uitermate bekwaam is. Heeft niet de van hem is de uitspraak afkomstig: De Nederlandse industrialisatie staat of valt met 25 instrumentmakers! Deze boude uitspraak wijst terug op een een voudige waarheiu. De instrumentmaker! de stempeimaker, de man, die de me talen mallen met eindeloos geduld, vasthoudendheid, materiaalkennis en in zicht hun haarfijne precisie verleent tot op een honderdste millimeter nauwkeu rig, bepaalt et tempo der industriali satie. Aan ieder massaal fabricage proces, onverschillig of het gaat om auto's of kantoormachines, gaat zijn ac tiviteit vooraf. Hij heeft de haarzuivere mallen gemaakt door miudel waarvan men duizenuen en duizenden eendere exemplaren kan gieten. Hij is het ook, die de instrumenten maakt. Die m be drijven, waarin het metaal slechts een ondergeschikte rol speelt neem b.v. de chemische industrie toch vaak de boventoon voert, omdat hij herstelt, om dat hij repareert, omdat hij desnoods ze „Heertjes van onze welvaart" een film te maken, die half speelfilm, half documentaire zal zijn „De heertjes" zijn natuurlijk zeld zaam. De volkstelling 1947 geeft voor het gehele land 10.000 instrument makers. Deskundigen achten dat te hoog. Zij menen,' dat zich meer lie den deze eretitel hebben toegeëigend dan eigenlijk verantwoord is. Er be staat immers aan dit soort werkers nog steeds een tekort. De opleiding eindigt zo rond het 25ste jaar en het salaris beweest zich ergens tussen de f 5000 en f 6000 per jaar. Soms ligt het ook lager en ook dat is wellicht een gevolg van een gebrek aan waardering, een gebrek om al weer het buitenland ten voorbeeld te stellen dat in Amerika niet bestaat. De goeden moet men natuurlijk zoe ken. Zij zijn zeldzaam, zowel in tijden van hoog- als van laag-conjunctuur. Typerend in dit verband is nog altijd 't verhaal over Werkspoor Amsterdam, dat midden in de 30er jaren met hon derdduizenden werklozen het halve land moest afstropen om de vaklieden te vinden, die zij voor een speciale opdracht nodig had. Daarom dan ook dat dit beroep zo in trek is. Een goede vakman is altijd noodzakelijk. En 'n overall en een deugdelijke bedrijfstraining zijn al vaker in tijden van neergang voor de zelfhandhaving van meer betekenis gebleken dan een inmiddels versle ten boord. Welnu, Nederland industrialiseert. De roep van zijn Heertjes gaat over de gehele wereld en het is tijd, dat zij èn de industrie die plaats in onze volkswaardering gaan innemen, die ze rechtens toekomt. Want om met een dreigement te eindigen, men kan op dit onder maanse niet straffeloos doorgaan met zijn bewonderende aandacht te richten oo wat voorbijging. Het heden heeft rechten en „de heertjes" dragen de welvaart. ALBERT WELLING Eisenhower, de Amerikaanse president, heeft in een boodschap tot de regeringen van de zes landen van de Europese Defensie Gemeenschap de verzekering gegeven, dat de V.S. strijdkrachten in Europa met inbegrip van Duitsland zullen handhaven om bij te dragen tot de verdediging, zolang dit gebied bedreigd wordt. Verder zullen de V.S. middelen blijven zoeken om de veiligheid van de Atlantische gemeenschap te vergroten, door voor zover het Congres daarmee accoord gaat in grotere mate inlich tingen te verstrekken betreffende het militaire gebruik van nieuwe wapens en methodes voor het verbeteren van de gezamenlijke verdediging. Een officiële Amerikaanse woordvoerder heeft na de bekendmaking van Eisen hower's verklaring ter verduidelijking meegedeeld, dat dit laatste betrek king heeft op het gebruik en de uitwerking van waterstofbommen en atoom wapens, maar niet op productiegeheimen. uiterst belangrijke nijverheid op het gebied van de precisie metaalbewer king. De Zwitserse horlogemakers en ook daarvoor zijn fabrieken en ook die hor logemakers dragen overalls of stofjas sen heeft bijkans een wereldnaam. HU en alle andere Zwitserse metaalar beiders staan in hun land in goede roep. Zjj dragen de aureool, die bjj ons aan de zeevarenden is voorbehouden en om daarvan nog eens 'n sterk voorbeeld te geven: nog niet zo heel lang geleden is een gewone Zwitserse stempeimaker wij komen straks nog op dat begrip terug door een Zwitserse hogeschool benoemd tot Doctor Honoris Causa. Nu kan men van pure nationale zelfgenoeg zaamheid daarover denken wat men wil, het is een symbool. En de man, die fabrieksarbeider isenblfjften door Delft zo hoogiyk zou worden onder scheiden, moet waarschijnlijk nog ge boren worden. Het is dus, zo menen wij na het voor gaande te mogen opmerken, vooral een gevolg van traditionele misvattingen, dat in ons land de industrie toch altijd nog maar de industrie is. Uiteraard zouden wij aan dit verschijnsel niet zoveel aandacht besteed hebben, ware het niet, dat -het verbeteren van dit klimaat een nationaal belang genoemd mocht worden. Welnu, dat belang in het licht te stellen en het brengen van een nommage aan de „heertjes van onze welvaart" is de bedoeling van deze bijdrage, voor de samenstelling waarvoor wij de Vereniging Nederlands Fabrikaat mede dank weten. Het wordt n.l. zo zoetjes aan tijd, dat het feit, dat Nederland in de industriële sector, gemeten naar inter nationale maatstaven, voortreffelijke nieuwe onderdelen en zijn eigen gereed schap maakt. Artist in de fabriek De stempeimaker. of kortom de instru mentmaker. staat in het hart van de industrialisatie. Hij is het ideaal van alle jongens op de ambachtsschool en de cursisten van d'e Bemetel. Van het prac- tische productieproces wij laten de braintrust der bedrijven opzettelijk bui ten beschouwing is hij de stille, be wegende kracht. Met hem, aldus Ir. Keus, staat of valt het geheel. En dat men dat in de industrie weet. bewijst zijn behandeling. De overige arbeiders noemen de instrumentmaker „het heer tje". Hii staat in een aparte, vaak van geluid afgeschoten ruimte en ergens aan een oogopslag, een gelaatstrek of een handbeweging kunt ge hem herkennen. Hij i s het heertje. De artist onder de ar beiders. De man, die een grote rust paart aan een groot verantwoordelijkheidsbe sef. Een stille werker met uithoudings vermogen, doorzettingskracht, materia- lenkennis en liefde voor zijn bedrijf. Zijn handen zijn zo vuil niet en hii is zich zijn betekenis wel bewust. Hij 1» het heertje van onze welvaart. De man, aan wie het vaderland behoefte heeft en die het verdient èn om zijn instel ling èn om zijn betekenis om het aureool van de zeeman over te ne men. Met hem immers staat of valt het grote avontuur van de industrialisa tie, een avontuur dat niet mislukken mag. Het is dan ook geen wonder, dat het ministerie van Economische Za ken juist op dit ogenblik overweegt over de plaats en de betekenis van de-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 11