Tienduizend vaklieden schragen ons bestaan
De stempel- en instrumentmaker dingen naar
de aureool van de zeeman
DE ENGEL VAN
SAN FRANCISCO
cjiWipnnsim
Y.S. handhaven strijd
krachten in Europa
r n
I J
STREVEN NAAR MEER BEGRIP VOOR
ONAANTREKKELIJKE ZAAK
PARIJS: Thans aan de
eis van de Assemblée
voldaan
Plechtige verzekering van Eisenhower
ZATERDAG 17 APRIL 1954
PAGINA 11
„...En als hij zich na af
loop van zijn arbeid, des
noods per auto, huiswaarts
begeeft, is en blijft hij
diezelfde gewaardeerde,
populaire figuur. „Dick, his
wife, his kids and his car",
de steunpilaar der demo
cratie, de G.l. van het
slagveld, het prototype van
een nieuw en nogal zelfbe
wust mensentype
De HEERTJES van onze welvaart
Het lieve vaderland moet industrialiseren. Het moet industrialiseren of
sterven en wie dat niet gelooft, kan op een willekeurige dag een wille
keurige Nederlandse krant kopen en hij zal het, voor de zoveelste
maal, omstandig uiteengezet en bewezen vinden. Met andere woorden: de
industrialisatie leeft in Nederland. Ze leeft echter, eerlijk gezegd, nogal
ongezellig. Want hoe belangrijk ze ook is en hoezeer ook iedereen van dat
belang is doordrongen, tot enthousiasme inspireren doet zë bepaald niet.
Oud-minister v. d. Brink b.v., die zich juist voor het op gang komen van de
industrialisatie bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt, is daardoor nog geen
populaire figuur geworden. De werkers in de industrie zelf wachten nog
steeds op de troubadour, die de lof van hun arbeid komt zingen en zo kan
men nog wel enige tijd doorgaan. Nederland is industrie-minded. Maar het
is het op dezelfde wijze, als waarop het de groeiende bewapening accepteert.
Het is noodzakelijk en nuttig, maar tot vreugde stemt het niemand.
Eigenlijk is dat een merkwaardige toestand. Per slot van rekening is rond
veertig procent van onze bevolking in de industrie werkzaam en het komt
er dus op neer, dat deze grootste groep van onze beroepsbevolking er nog
steeds niet in geslaagd is de publieke opinie zodanig te beïnvloeden, dat haar
werk naar waarde wordt geschat. De fabriek is en blijft een woord, dat
in het algemeen gesproken alleen maar onaangename associaties oproept
en al doet het lieve vaderland op dit ogenblik in de industriële sector de
meest verbazingwekkende dingen, het schone boord is nog immer oneindig
meer populair dan de overall.
Andermaal: dat is een merkwaardige toestand. Want, ging het in dit geval
alleen om het verschil tussen boord en overall, deze voorkeur ware te be
grijpen. Niemand is graag vuil en het spreekwoord „Kleren maken de man"
is zo oer- en oerhollands, dat men alleen al op grond daarvan die voorliefde
zou kunnen verklaren.
Daarom alleen gaat het echter niet.
Men heeft, om eens een groot woord te
gebruiken, met historische misvattingen
te maken. Nederland heeft als indus
trieland geen verleden. Het heeft dat
echter wel op het gebied van handel
en scheepvaart. In Amsterdam kan men
cp alle grachten de tastbare herinne
ringen aan de gouden handelstijd der
Gouden Eeuw terug vinden en er is
geen schooljongen, die niet met vader
landse trots in zijn stem de namen kan
opnoemen van een aantal zeehelden, die
ooit de Nederlandse vlag fier hebben
doen uitwaaien over alle zeven we
reldzeeën. De aureool der publieke
verering siert dan ook nog altijd han
del en scheepvaart. Het zijn de verre
einders, de koene, met Hollandse nuch
terheid ondernomen handelsobjecten,
die hun veroverende taal zijn blijven
spreken tot het hart van meneer Door
snee.
Aan de oever van een
Neem alleen de visserij. Geen wel
denkend mens zal kunnen beweren, dat
de leefwijze der vissers en de sociale
mogelijkheden aan boord der vaartui
gen prevaleren boven die van het in
dustriële klimaat. En toch, telkenjare
als de haringvloot zee kiest, komen
duizenden op de been. Men zwerft door
de versierde havens, men ruikt de
penetrante geur van het visserij-bedrijf
en onwillekeurig komt men onder de
indruk. Men voelt iets van een diep
gewortelde sympathie voor de jong
kerels, die aan boord klauteren en, na
een laatste groet met de stoomfluit,
uitvaren. Geen Heyermans en geen
Kniertje met haar onsterfelijke „De
vis wordt duur betaald" hebben daarin
Verandering gebracht. De zee en de
handel met verre en vreemde landen
hebben van oudsher het hart van de
Nederlander.
Kathe Kollwitz
Stel daar tegenover de industrie. De
industrie, die in ons land is opgekomen
in een tijd, dat de sociale tegenstellin
gen waren toegespitst op een wijze, die
j nauwelijks voorstelbaar is. De in
dustrie die haar weg gegaan is langs
de eerste arbeidswetten van minister
v. Houten, langs de arbeidswet van
1889, de veiligheidswet van 1895. Die
voor en na het strijdperk is geweest voor
de botsende machten van kapitalisme
en socialisme. Waarvan Kathe Kollwitz
het trieste portret heeft getekend en
die in de crisis der dertiger jaren op
nieuw de plaats was, waar harde sla
gen vielen. Voor deze industrie leeft
in Nederland geen liefde. Zij is het
kenmerk van een tijdperk, waarin Ne
derland (nog) niet die rol speelt, die
het vervulde in de jaren, waarin han
del en zeevaart, hoe dan ook, onze
Haam brachten op aller lippen.
Dit alles nu, zo zou men misschien
iets te populair kunnen zeggen, leeft in
het onderbewustzijn van een volk. De
behandeling van de arbeiders in het
verleden en de nog steeds niet geheel
beëindigde sociale strijd, waardoor al
tijd weer alleen de schaduwzijden der
industrie naar voren komen, bepalen de
houding. De industrie is noodzakelijk,
doch begerenswaardig is anders.
Ziet men nu even naar 't buitenland -
het buitenland, dat zonder twijfel frap
pante industriële prestaties levert, doch
waarvoor Nederland beslist in geen
enkel opzicht behoeft onder te doen -
dan bemerkt men, dat men bij ons in
derdaad met een historische vooroordeel
te doen heeft.
Dick and his wife
Daarvan zijn twee voorbeelden. Het
eerste is Amerika. Het land, als wij
weer even generaliseren mogen, zon
der traditie. In dat land is de indus
triële werker „meneer". Zijn „boss"
en hij staan op vriendschappelijke
voet. Hij mag zich al werkend nog
zo vuil moeten maken, hij blijft een
gerespecteerd medewerker en als hij
zich na afloop van zijn arbeid, des
noods per auto, huiswaarts begeeft,
is en blijft hij diezelfde gewaardeer
de, populaire figuur. „Dick, his wife,
his kids and his car", de steunpilaar
der democratie, de G.I. van het
slagveld, het prototype van een nieuw
en nogal zelfbewust mensentype. En
nu is het wel verre van ons om dit
voorbeeld nu ook maar ineens tot
aanbeveling te verruimen. Wij heb
ben, eerlijk gezegd, met „Dick, his
wife and his kids" nog wel een ap
peltje te schillen, maar dat neemt
niet weg, dat het nuttig is te weten,
dat „Jan met de pet", de bij ons nog
altijd niet zo zeer in tel zijnde fa
brieksarbeider in een andere omge
ving, zonder historische bindingen, is
uitgegroeid tot- het symbool van een
natie.
Voorbeeld nummer 2 is Zwitserland.
Tiaar, en dat geldt trouwens voor die
gehele bergrug, die zich van N.W. naar
Z.W. door Centraal Europa beweegt,
heeft de industrie wel traditie. De goe
de Karei V moet er zelfs last van gehad
hebben, toen hij met een huurleger van
Zwitsers optrok, die bij het aanbreken
van het voorjaar gezamenlijk „Adieu"
geiden, omdat ze wel in de winter,
Jhaar niet in de zomer wilden vechten,
s Winters immers konden zij, vanwege
de sneeuw, niets op hun akkers begin-
hen en wilden zij wel betaald soldaat
sPelen. 's Zomers echter was er werk
aan de winkel en moest de oorlog maar
even wachten.
Doctor Honoris Causa
Gelukkig was er ook in die tijd niet
fhijd oorlog en bleven de Zwitsers
C winters thuis. Wat dan te doen? Wer-
vtn natuurlijk, want ook de meest op-
«Uende luilak houdt het niet uit een
om1.6 winter lung niets te doen, en zo
^'tstond, bij wijze van spreken, al in
ina £r'j.ze oudheid de Zwitserse huis-
uustrie. Ieder weet hoe die zich de
«Wen door heeft ontwikkeld tot een
prestaties levert, algemeen bekend
raakt. Wij willen dat illustreren door
opnieuw de precisie-metaalnijverheid
tot onderwerp te kiezen en u deelgenoot
te maken van de wonderlijke ontwik
keling, die ons vaderland op dit aller
belangrijkste terrein heeft doorgemaakt.
Duitse initiatieven
Het begint, ruwweg geschat, direct
na de eerste wereldoorlog en het mag
wel een speling van het lot heten, dat
het uitgerekend de Duitsers moesten
zijn, die in Nederland kwaliteiten ver
onderstelden èn vonden, die wijzelf tot
dat ogenblik noch ontdekt noch gebruikt
hadden. Wat was het geval? De Vrede
van Versailles had het bestaan van be
drijven als Siemens en Zeiss bepaald
geen goed gedaan. De directies zaten
met allerlei bijzonder hinderlijke be
perkende bepalingen en besloten toen
eensklaps tot een gewaagde stap. Wat
in Duitsland zo niet onmogelijk, dan
toch uiterst moeilijk was, zou in Neder
land moeten gebeuren. En zo verrezen
er plotseling binnen enkele jaren tijds
drie, aanvankelijk met Duits kapitaal
gestichte en door Duitse deskundigen
geleide Nederlandse precisie-bedrijven.
Het waren de Hollandse Signaal Appa-
ratenfabriek waar men zich vooral op
vuurleidingen toelegde, de Apparaten-
fabriek Lonneker, waar de toen o zo
belangrijke zoeklichten werden vervaar
digd en de Ned. Instrumenten Comp. te
Venlo, waar kijkers en optische instru
menten werden gefabriceerd. Men kan
het revolutionnaire karakter van deze
vestigingen nauwelijks onderschatten.
Tot dat ogenblik immers heerste er in
directie van Hispano Suiza openlijk ver
klaard, dat de precisie, die door haar
Nederlandse arbeiders in Breda, mede
werkers aan een piepjong bedrijf, wordt
bereikt, in niets onderdoet voor die van
de veel oudere Zwitserse bedrijven,
waar men over employé's beschikt, die
van vader op zoon al generaties lang
dat zelfde vak beoefenden.
Hebben trouwens de Amerikanen het
voorbeeld der Duitsers van na de eer
ste wereldoorlog niet getrouwelijk ge
volgd? Door hun initiatief is in Am
sterdam de Bullatec Kantoormachines-
fabriek gevestigd en men behoeft enkel
een zgn. populaire folder van dit be
drijf door te bladeren en het duizelt
u van de eisen, die in dit bedrijf
aan de arbeiders gesteld moeten
en accuratesse. In Rotterdam kent men
worden op het terrein van precisie
de zgn. bevolkingsmachines van Kra
mer. Apparaten, die in kringen van des
kundigen over geheel de wereld ge
roemd worden en die het resultaat zijn
van het selectief inventie-vermogen van
één en de grote vakbekwaamheid van
talloze Nederlandse arbeiders.
Zo nu kan men verder gaan. Naar
Blerick en Arnhem, langs de gehele
IJselstreek er telkens weer stuit men
op nieuwe voorbeelden van wat or.ze
industrie vermag op een terrein, dat
enkele generaties geleden door geen
Nederlander werd betreden.
Misschien vraagt een enkele lezer zich
ondertussen aj wat ons beweegt in deze
algemene beschouwing zo uitsluitend die
precisie-nijverheid te bespreken. Het
antwoord willen wij aan Ir. Keus laten.
Hem immers kunnen wij op dit gebied
een onbetwistbare autoriteit noemen en
door CLARENCE B. KELLAND
(vert. uit het Amerikaans
door H. DE GRAAFF)
65
En toen, terwijl iedereen nog onder
de indruk was van de bom die Anneke
in het kamp van Ralston geworpen had,
volgde er een ontploffing, die de San
Francisco and New York Mining and
Commercial Company en haar diamant
mijn in duizend scherven de lucht in
deed vliegen.
In Francisco arriveerde een rapport
van iemand,' wiens mening men niet
zo maar opzij kon schuiven. De dertig
jarige Clarence King, een naam tot-
dantoe nog slechts bekend in ambtelij
ke geologenkringen, had opdracht ge
had een onderzoek in te stellen in de
streek waarvan men beweerde dat de
diamanten, robijnen en smaragden als
het ware voor het oprapen lagen. Hij
was een wetenschappelijk man, en hij
werd niet door bijbedoelingen gehin
derd. Met een klein gezelschap reisde
hij langs de veertigste breedtegraad
door de woestijn van Centraal Colora
do, door Summit County, waar men
de millioenen met een pennemesje uit
de bodem kon opdiepen. Het officiële
rapport dat hij uitbracht was vernie
tigend.
Men had vier soorten diamanten ge
vonden, meldde hij, broederlijk zij aan
zij liggend met oosterse robijnen, gra
naatstenen, saffieren, smaragden en
amethysten. „Een dergelijke verschei
denheid van edelstenen op een en de
zelfde plaats," zo schreef hij, „is abso
luut in strijd met de wetten van de
natuur." Hij had stenen aangetroffen
qp plaatsen waar ze nooit op natuur
lijke wijze gekomen konden zijn. Som
mige stenen waren kennelijk met de
hak van een mannenlaars in de grond
gestampt. En wat wel de kroon spande,
was het feit dat hij zelfs een geslepen
diamant gevonden had!
Zijn telegram aan de directie van de
maatschappij bevatte de mededeling,
dat hij op weg was naar San Francisco.
De zogenaamde diamantmijn, verklaar
de hij, was volkomen waardeloos, en
de betrokken heren, alsmede hun des
kundige Henry Janin, waren het slacht
offer geworden van een zwendelpartij
op grote schaal.
Anneke, die de ontwikkeling van de
zaken scherp in het Oog hield, seinde
de volgende lakonieke boodschap aan
James Flood: „Getorpedeerd haast
u."
Flood was klaar. Dank zij overreding,
invloed, list en wellicht nog andere,
minder eerlijke middelen, werd het
wetsontwerp tot machtiging van de
bouw van een tunnel in de Virgin
Queen in recordtempo afgehandeld en
naar de gouverneur gezonden ter goed
keuring een goedkeuring die niet
geweigerd werd. Het ontwerp ontmoet
te geen tegenstand. Anneke's aanval,
en de onverwachte versterking die was
komen opdagen in de vorm van Cla
rence Kings rapport, hadden de repu
tatie van de Bank van Californië zo'n
geduchte knak gegeven, dat de directie
geen vinger ten nadele van de mach
tiging durfde uitsteken. De overwinning
was volledig. Niets stond nu nog de
verwezenlijking van het plan van Mor
ton Pease in de weg, en de droogleg
ging van de toegang tot de zilverader,
die de Virgin Queen tot een der meest
rendabele mijnen van de Comstock zou
maken, kon een aanvang nemen.
Er volgden onzalige dagen voor Ral
ston, Harpending en Willeam Lent, en
de andere direi teuren van de San
Francisco and New York Mining and
Commercial Company. Als zij op
straat verschenen, werden zij uitge
jouwd. De weelderig ingerichte kanto
ren werden gesloten, en de betrokkenen
vochten als leeuwen om althans nog
iets van hun reputatie te redden. De
vijfentwintig aandeelhouders die twee
en een half millioen dollar hadden neer
geteld, eisten hun geld op. Het moet
tot Ralstons eer gezegd worden dat
hij ervoor zorgde dat alles tot de
laatste cent werd terugbetaald. Maar
zelfs dit goede gebaar bracht de spot
ters en lachers niet tot bedaren.
In de aldus geschapen atmosfeer
konden James Flood en zijn medewer
kers rustig beginnen aan de uitvoering
van de plannen van Morton Pease, en
het werk vorderde dan ook snel. Het
project bleek een groot succes te zijn;
de mijn werd drooggelegd, en met het
aanboren van de zilverlaag werd be
gonnen. De optimistische verwachtin
gen van Pease werden nog overtroffen,
want er werd nog een tweede ader
aangetroffen, en Anneke was binnen
weinig tijd millionnaire.
Maar enkele maanden voordat het
zover was, kwam Juan Parnell op een
dag naar haar toe niet opgeruimd
en plagerig zoals anders, maar in een
sombere stemming. Zijn patroon en
afgod, Henry Janin, had niet veel meer
over van zijn eens zo schitterende re
putatie. Het scheen dat zijn carrière
een plotseling einde gevonden had.
Juan ging terneergeslagen zitten.
„Mijnheer Janin vertrekt naar Lon
den," zei hij. „Hij wil proberen in En
geland opnieuw te beginnen."
„En je beschouwt mij als de be
werkster van zijn ongeluk," zei Anne
ke.
Hij antwoordde niet dadelijk. „Hij
heeft me gevraagd met hem mee te
gaan," zei hij.
„En voel je er iets voor?"
„Ik heb het in beraad gehouden,"
antwoordde hij.
„Juan, het spijt me. Het spijt me
dat ik hem ook moest treffen."
„Het was niet jouw schuld, Anneke.
Het rapport van mijnheer King heeft
de doorslag gegeven." Hij stond op en
kwam naar haar toe. „Als ik ga,"
vroeg hij bruusk, „ga je dan mee?"
Hij wachtte op haar antwoord, dat niet
onmiddellijk kwam, en hij vervolgde:
„Anneke herinner je je het ogenblik
toen we je huis in vlammen zagen
opgaan, en ik mijn armen om je heen
had? Betekende dat niets voor je?"
„Het betekende alles voor me, Juan,"
zei ze ernstig. „En als je gaat, dan
ga ik met je mee."
(Slot volgt).
Eisenhower's boodschap, die erop ge
richt is de steun van Frankrijk te
verwerven voor de ratificatie van de
EDG, is van te voren zowel met re
publikeinse als met democratische lei
ders in het Amerikaanse Congres be
sproken. Bovendien heeft de Ameri
kaanse president, zo is in Franse krin
gen verklaard, Parijs geraadpleegd over
de bewoordingen van de verklaring. Als
gevolg hiervan hebben regeringslei
ders in Parijs evenals in de hoofd
steden van de vijf overige EDG-lan-
den de boodschap van Eisenhower
toegejuicht.
De Franse minister van Buitenlandse
Zaken, Georges Bidault, is van me
ning dat de verzekering, die Amerika
thans gegeven heeft voldoet aan een
van de voorwaarden, die de Franse
Nationale Vergadering twee jaar gele
den heeft verbonden aan de ratificatie
van het EDG-verdrag. Aan een andere
voorwaarde, zo verklaarde een offi
ciële Franse woordvoerder, is reeds
voldaan door de overeenkomst die En
geland deze week met de EDG-Ianden
gesloten heeft. De derde voorwaarde
Frans-Duitse overeenstemming over de
Saar, is thans nog het enige struikel
blok, zo verklaarde de Franse woord
voerder.
In zijn boodschap verklaart Eisen
hower voorts, dat de VS in overeen
stemming met hun rechten en ver
plichtingen, die voortvloeien uit het
Atlantische Pact, na het van kracht
worden van het EDG-verdrag, volgens
de volgende beginselen zullen hande
len:
De Ver. Staten zullen de andere le
den van de NATO en de leden van
de EDG raadplegen over kwesties van
wederzijds belang, zoals de stérkte van
de troepen van de VS, de landen van
de EDG en de andere landen van de
NATO. die ter beschikking van het
opperbevelhebber in Europa dienen
te worden geplaatst.
In overeenstemming met hun politiek,
gericht op de handhaving van de eenheid
en ongeschondenheid van de E.D.G., zullen
de V. S. elke actie, die deze eenheid en
ongeschondenheid in gevaar brengt, be
schouwen als een gevaar voor de veiligheid
van de V S.
De V. S. beschouwen het Atlantisch ver
drag liever als een verdrag, dat voor onbe
paalde tijd is aangegaan dan voor een be
paald aantal jaren.
Eisenhower heeft deze laatste verze
kering in zijn verklaring opgenomen,
omdat men er in sommige Franse krin
gen op heeft aangedrongen de duur van
het Noord-Atlantisch verdrag formeel
van twintig tot vijftig jaar te verlengen,
teneinde het in overeenstemming te
brengen met het E.D.G.-verdrag. Hoe
wel men van gevoelen was dat daarmee
de Franse opinie het beste ten gunste
van de E.D.G. beïnvloed zou worden,
heeft Eisenhower onmogelijk aan deze
wens kunnen voldoen, omdat voor een
dergelijke stap de toestemming van het
Congres vereist is.
Advertentie
i» r 1 mtm
(xJLnl helpen premptt
industriële kringen ten aanzien van
precisie-arbeid een bepaald geloof.
Het geloof n.l., dat men beslist ergens
in een van die pittoresque dalen van
het Centraal Europese bergland moest
zijn geboren wilde men als instrument
maker enige kans hebben. Ja, het ging
zelfs zover, dat men meende, dat alleen
afstammelingen uit dit of dat dorp voor.
zeer bepaalde werkzaamheden geschikt
waren en dat men dus, kortweg, als
instrun .tmaker werd geboren en niet
daartoe kon worden gevormd. Het was
in de tijd, dat de Artillerie-inrichting
aan de Hembrug op dit terrein nog geen
proeve van bekwaamheid had afgelegd
en dat men eigenlijk alleen maar wist,
dat die Nederlanders samen met de
Walen wel grote betekenis hadden gehad
voor de ontwikkeling der Zweedse me
taalindustrie, doch die verdienste lag
wat de Nederlanders betreft ten
minste voornamelijk op financieel en
organisatorisch terrein.
Edoch, he* experiment slaagde. De
Nederlanders bleken tot instrument
maken bekwaam en een van de oudste
en meest hardnekkige bijgeloven in de
industriële wereld stortte ineen.
Met kaaskoppen en zeebenen
Na de tweede wereldoorlog heeft zich
merkwaardigerwijs opnieuw een
soortgel "'9 on /ikkeling voorgedaan.
Opnieuw heeft men dit volk „met kaas
koppen en zeebenen" in de richting van
dat heel fijne metaalwerk gedreven en
opnieuw is gebleken, dat het daartoe
uitermate bekwaam is. Heeft niet de
van hem is de uitspraak afkomstig:
De Nederlandse industrialisatie staat of
valt met 25 instrumentmakers! Deze
boude uitspraak wijst terug op een een
voudige waarheiu. De instrumentmaker!
de stempeimaker, de man, die de me
talen mallen met eindeloos geduld,
vasthoudendheid, materiaalkennis en in
zicht hun haarfijne precisie verleent tot
op een honderdste millimeter nauwkeu
rig, bepaalt et tempo der industriali
satie. Aan ieder massaal fabricage
proces, onverschillig of het gaat om
auto's of kantoormachines, gaat zijn ac
tiviteit vooraf. Hij heeft de haarzuivere
mallen gemaakt door miudel waarvan
men duizenuen en duizenden eendere
exemplaren kan gieten. Hij is het ook,
die de instrumenten maakt. Die m be
drijven, waarin het metaal slechts een
ondergeschikte rol speelt neem b.v.
de chemische industrie toch vaak de
boventoon voert, omdat hij herstelt, om
dat hij repareert, omdat hij desnoods
ze „Heertjes van onze welvaart" een
film te maken, die half speelfilm, half
documentaire zal zijn
„De heertjes" zijn natuurlijk zeld
zaam. De volkstelling 1947 geeft voor
het gehele land 10.000 instrument
makers. Deskundigen achten dat te
hoog. Zij menen,' dat zich meer lie
den deze eretitel hebben toegeëigend
dan eigenlijk verantwoord is. Er be
staat immers aan dit soort werkers
nog steeds een tekort. De opleiding
eindigt zo rond het 25ste jaar en het
salaris beweest zich ergens tussen de
f 5000 en f 6000 per jaar.
Soms ligt het ook lager en ook dat
is wellicht een gevolg van een gebrek
aan waardering, een gebrek om al
weer het buitenland ten voorbeeld te
stellen dat in Amerika niet bestaat.
De goeden moet men natuurlijk zoe
ken. Zij zijn zeldzaam, zowel in tijden
van hoog- als van laag-conjunctuur.
Typerend in dit verband is nog altijd 't
verhaal over Werkspoor Amsterdam,
dat midden in de 30er jaren met hon
derdduizenden werklozen het halve
land moest afstropen om de vaklieden
te vinden, die zij voor een speciale
opdracht nodig had.
Daarom dan ook dat dit beroep
zo in trek is. Een goede vakman is
altijd noodzakelijk. En 'n overall en
een deugdelijke bedrijfstraining zijn al
vaker in tijden van neergang voor de
zelfhandhaving van meer betekenis
gebleken dan een inmiddels versle
ten boord.
Welnu, Nederland industrialiseert.
De roep van zijn Heertjes gaat over
de gehele wereld en het is tijd, dat zij
èn de industrie die plaats in onze
volkswaardering gaan innemen, die ze
rechtens toekomt.
Want om met een dreigement te
eindigen, men kan op dit onder
maanse niet straffeloos doorgaan met
zijn bewonderende aandacht te richten
oo wat voorbijging. Het heden heeft
rechten en „de heertjes" dragen de
welvaart.
ALBERT WELLING
Eisenhower, de Amerikaanse president, heeft in een boodschap tot de
regeringen van de zes landen van de Europese Defensie Gemeenschap de
verzekering gegeven, dat de V.S. strijdkrachten in Europa met inbegrip
van Duitsland zullen handhaven om bij te dragen tot de verdediging,
zolang dit gebied bedreigd wordt. Verder zullen de V.S. middelen blijven
zoeken om de veiligheid van de Atlantische gemeenschap te vergroten, door
voor zover het Congres daarmee accoord gaat in grotere mate inlich
tingen te verstrekken betreffende het militaire gebruik van nieuwe wapens
en methodes voor het verbeteren van de gezamenlijke verdediging. Een
officiële Amerikaanse woordvoerder heeft na de bekendmaking van Eisen
hower's verklaring ter verduidelijking meegedeeld, dat dit laatste betrek
king heeft op het gebruik en de uitwerking van waterstofbommen en atoom
wapens, maar niet op productiegeheimen.
uiterst belangrijke nijverheid op het
gebied van de precisie metaalbewer
king.
De Zwitserse horlogemakers en ook
daarvoor zijn fabrieken en ook die hor
logemakers dragen overalls of stofjas
sen heeft bijkans een wereldnaam.
HU en alle andere Zwitserse metaalar
beiders staan in hun land in goede roep.
Zjj dragen de aureool, die bjj ons aan
de zeevarenden is voorbehouden en om
daarvan nog eens 'n sterk voorbeeld te
geven: nog niet zo heel lang geleden
is een gewone Zwitserse stempeimaker
wij komen straks nog op dat begrip
terug door een Zwitserse hogeschool
benoemd tot Doctor Honoris Causa. Nu
kan men van pure nationale zelfgenoeg
zaamheid daarover denken wat men wil,
het is een symbool. En de man, die
fabrieksarbeider isenblfjften door
Delft zo hoogiyk zou worden onder
scheiden, moet waarschijnlijk nog ge
boren worden.
Het is dus, zo menen wij na het voor
gaande te mogen opmerken, vooral een
gevolg van traditionele misvattingen,
dat in ons land de industrie toch altijd
nog maar de industrie is. Uiteraard
zouden wij aan dit verschijnsel niet
zoveel aandacht besteed hebben, ware
het niet, dat -het verbeteren van dit
klimaat een nationaal belang genoemd
mocht worden. Welnu, dat belang in
het licht te stellen en het brengen van
een nommage aan de „heertjes van
onze welvaart" is de bedoeling van
deze bijdrage, voor de samenstelling
waarvoor wij de Vereniging Nederlands
Fabrikaat mede dank weten.
Het wordt n.l. zo zoetjes aan tijd,
dat het feit, dat Nederland in de
industriële sector, gemeten naar inter
nationale maatstaven, voortreffelijke
nieuwe onderdelen en zijn eigen gereed
schap maakt.
Artist in de fabriek
De stempeimaker. of kortom de instru
mentmaker. staat in het hart van de
industrialisatie. Hij is het ideaal van
alle jongens op de ambachtsschool en de
cursisten van d'e Bemetel. Van het prac-
tische productieproces wij laten de
braintrust der bedrijven opzettelijk bui
ten beschouwing is hij de stille, be
wegende kracht. Met hem, aldus Ir.
Keus, staat of valt het geheel. En dat
men dat in de industrie weet. bewijst
zijn behandeling. De overige arbeiders
noemen de instrumentmaker „het heer
tje". Hii staat in een aparte, vaak van
geluid afgeschoten ruimte en ergens aan
een oogopslag, een gelaatstrek of een
handbeweging kunt ge hem herkennen.
Hij i s het heertje. De artist onder de ar
beiders. De man, die een grote rust paart
aan een groot verantwoordelijkheidsbe
sef. Een stille werker met uithoudings
vermogen, doorzettingskracht, materia-
lenkennis en liefde voor zijn bedrijf.
Zijn handen zijn zo vuil niet en hii is
zich zijn betekenis wel bewust. Hij 1»
het heertje van onze welvaart. De man,
aan wie het vaderland behoefte heeft
en die het verdient èn om zijn instel
ling èn om zijn betekenis om het
aureool van de zeeman over te ne
men. Met hem immers staat of valt het
grote avontuur van de industrialisa
tie, een avontuur dat niet mislukken
mag. Het is dan ook geen wonder, dat
het ministerie van Economische Za
ken juist op dit ogenblik overweegt
over de plaats en de betekenis van de-