I
Indrukwekkende militaire
parade in Rotterdam
TIJDGENOTEN
N
Theo Jordans
KANTTEKENINGEN UIT LONDEN
J
w
Van Albuquerque tot Salazar
N
1953 TOPJAAR VOOR DE
BOUWACTIVITEIT
Bijna 60.000 woningen klaar
r
Colonne van zeven kilometer lengte
Prof. ir. B. Teilegen
onderscheiden
Dulles gaat met
Scelba confereren
Sergeant Aldrich
wordt schatgraver
j
Oostenrijk mag
niet vliegen
h
"N
GOA SPEELT
WEER EEN ROL
Mj;
II l il
VJ
ZATERDAG 1 MEI 1954
PAGINA 9
Gouden speurwerk-medaille
Nederlandse beiaardier
in New York
Kwestie-Triest weer
ter sprake
Antiek pistool bleek
geheim te bevatten
John Tarras in Nederland
„Zenuwen
„Nare dagen"?
Moe en mat?
Neem "AKKERTJE
Russen houden voet
bij stuk
Examens
Met een allesoverstemmend lawaai
donderden Vrijdagmorgen de ontzag
wekkende Centuriontanks over de moe-
gebeukte klinkers van de Rott. Coolsin-
gel. 46 van deze monsterachtige gevaar
ten elk met 'n gew. van 48 ton vormden
't sluitstuk van 'n indrukwekkende para
de, welke ter gelegenheid van Konin
ginnedag door de drie onderdelen van
de Nederlandse strijdmacht, de Konink
lijke Landmacht, de Koninklijke Lucht
macht en de Koninklijke Marine werd
gehouden. Voor het stadhuis werd de
parade afgenomen door ir. C. Staf, de
minister van Oorlog en Marine, tezamen
met vice-admiraal H. C. W. Moorman,
staatssecretaris van Marine, mr, F. J.
Kranenburg, staatssecretaris van Oorlog,
de chef van de Generale Staf, generaal
B. R. P. F. Hasselman, lt-generaai A.
Baretta en de commandeur L. Brouwer
namens de chef Marinestaf.
Een groot aantal burgerlijke en mi
litaire autoriteiten woonde de parade
bij. Hieronder waren verscheidene ver
tegenwoordigers van buitenlandse diplo
matieke diensten, o.a. de ambassadeur
van de Sovjet-Unie en militaire organi
saties. Naast het erepodium was het
een geflonker van vele schitterende uni
formen versierd met onderscheidings
tekens,' waaraan de Rotterdammers, die
op dit punt niet veel gewend zijn, hun
ogen uitkeken. Reeds in aWe vroegte
hadden de inwoners van de Maasstad de
straten opgezocht, waarlangs de para
derende troepen hun weg zouden kie
zen. Omstreeks negen uur was bij het
Stadhuis geen plaats onbezet.
Kwart over tien arriveerde de Ko
ninklijke Militaire Kapel. Met pittige
•Harsen werd de wachttijd van de vele
duizenden bekort. Klokslag elf uur be
gon het défilé. Onder het spelen van
vlotte muziek marcheerde de Jóhan
Willem Friso Kapel, ter sterkte van 70
man, voorbij. Het bataljon mariniers, be
staande uit een compagnie hariniers uit
Rotterdam, een compagnie mariniers uit
Doorn en een compagnie vlootpersoneel
Uit Rotterdam, tezamen 600 man, kre-
een enthousiast open doekje.
Hierna was het de beurt aan de Ko
ninklijke Landmacht. Compagnies van
het Gardebataljon Jagers marcheerden
als eersten voorbij, gevolgd door de in
fanteristen van het bataljon Johan Wil
lem Friso. De kleine pittige Limburgse
JageTs eisten hierna de belangstelling
Van de toeschouwers op. Groot was het
contrast tussen dit laatste onderdeel en
de drie tirailleur-compagnieën van het
Korps Commando-troepen. Stoere ke
rels, fier de groene baret op het hoofd
dragend, die met driftige passen over de
Coolsingel paradeerden.
De Marine-luchtvaartdienst opende
de rij met in totaal 24 vliegtuigen van
de vliegbasis Valkenburg. Neptunes,
Avengers, Harpoons en Seafuries vlo
gen in een strakke, correcte formatie
over de Coolsingel, onmiddellijk ge
volgd door 64 vliegtuigen varf de Ko
ninklijke Luchtmacht. 24 Gloster Me
teors en 24 Thunderjets gierden laag
over met een ontzaglijke snelheid, keu
rig de parade-formatie handhavend. Een
scherpe tegenstelling met deze razend
snelle luchtmonsters werd gevormd
door 16 Super Piper Cubs, die in ruit-
formatie overkwamen.
In totaal hebben 6000 man, 88 vlieg
tuigen en 400 voertuigen aan deze in
drukwekkende parade deelgenomen.
Het duurde meer dan een uur, voordat
de gehele stoet, welke een lengte had
van zeven kilometer, voorbij was ge
trokken.
Het Koninklijk Instituut van Inge
nieurs heeft een prijs ingesteld voor
het beste speurwerk in Nederland op
technisch-wetenschappelijk gebied ter
erkenning van de grote waarde van de
research voor de industrie en voor de
algemene welvaart van ons land. De
prijs wordt eens in de twee jaar toe
gekend aan degene, die, naar het oor
deel van een daartoe in het leven te
roepen commissie, het meest heeft bij
gedragen tot de ontplooiing en de ont
wikkeling van een der vakgebieden
der ingenieurstechniek.
Voor de speurwerkprijs voor 1954
werd een keuze gedaan uit de onder
zoekers op het gebied van de electro-
techniek en van de technische natuur
kunde. De commissie bestond uit: ir- H.
A. G. Hazeu (voorzitter), mr. ir. C. J.
de Haan, prof. dr. R. L. Kronig, prof.
dr. ir. H. G. Nolen, ir. H. Rinia, prof.
ir. J. L. van Soest, prof. dr. ir. J. C.
van Staveren en prof. dr. C. Zwikker.
Met algemene stemmen is de prijs
voor 1954 toegekend aan prof. ir. B. D.
H. Tellegen uit Eindhoven. De gouden
speurwerk-medaille met oorkonde zal
in de jaarvergadering op 9 Juni a.s. te
Utrecht worden overhandigd, waarbij
tevens de motivering van deze toeken
ning zal worden bekend gemaakt.
De heer Ferdinand Timmermans,
stadsbeiaardier van Rotterdam, is met
de Rjjndam in New-York aangekomen.
Op uitnodiging van hét beiaardiersgilde
van de Verenigde Staten maakt hjj een,
tournee door Noord-Amerika.
De heer Timmermans zal een aantal
concerten geven op de beroemdste van
de 108 carillons, die Amerika rijk is.
Ook zal hij op 5 Mei het klokkenspel
De Amerikaanse minister van Buiten
landse Zaken Dulles zal Maandag in Milaan
confereren met premier Scelba. Vervolgens
zal Dulles zich naar Washington begeven
overeenkomstig zijn besluit slechts één
week aan de conferentie van Genève mee
te doen. Dulles zal in Genève worden vêr-
vangen door onderminister Bedell Smith.
Volgens een officiële bekendmaking zullen
Dulles en Scelba confereren over algemene
internationale kwesties en zaken, die de
wederzijdse belangstelling hebben.
De samenkomst vloeit voort uit bespre
kingen, die tijdens de zitting van de Nato-
raad in Parijs gevoerd zijn tussen Dulles
en zijn Italiaanse collega Piccioni. Piccioni
heeft Dulles verwittigd, dat premier Scel
ba een ontmoeting op prijs zou stellen.
Daarom heeft Dulles nu besloten via Mi
laan naar huis terug te gaan.
Italiaanse kringen verklaren, dat Scelba
vermoedelijk aan Dulles zal vertellen, dat
de ratificatie van de E.D.G. veel gemakke
lijker zou zijn in Italië als de kwestie
Triëst definitief is opgelost. Voorts is in j
Rome bekend gemaakt, dat Piccioni aan de
besprekingen tussen Dulles en Scelba zal I
deelnemen. (U.P.)
Deze week zijn een Amerikaanse ser
geant, Ralph Aldrich, en vier metgezel
len een onderzoek begonnen naar een
schat in een 14de eeuws Heidelbergs
kasteel. Een van Heidelbergs stedelijke
ingenieurs verleent zijn medewerking.
Aldrich had een oude kaart gevonden,
die verborgen was in de kolf van een
antiek pistool, dat hij voor 50 dollar
had gekocht in Juni van het vorig jaar.
Daarop kwam een blauwdruk van het
kasteel voor. Naast een kruis op het
perkament had de auteur in het Frans
vermeld: „Het geld ligt op een afstand
van(onleesbaar door een vouw) van
dit kasteelpunt tot de boom".
Deskundigen waren van mening dat
de kaart echt leek en de stadsbestuur
ders van Heidelberg waren bereid mede
te werken en.... indien er wat gevon
den wordt dit te delen op basis 5050.
De eerste moeilijkheid is er al. De
boom staat er niet meer.
Op het einde van de eerste dag is er
niets gevonden, hoewel de groep ge
bruik maakte van mijndetectors.
Duitse en Amerikaanse autoriteiten
staan sceptisch tegenover het „schatver-
haal". De kaart van 15 bij 15 centimeter
is vertaald door mevrouw Jeanne Ru
binstein, de Franse echtgenote van een
Amerikaanse soldaat. Aldrich had
niemand zijn kaart willen tonen totdat
het gemeentebestuur van Heidelberg
met hem tot een accoord kwam.
Men is begonnen te graven op een
punt halverwege de binnenste en bui
tenste muren van het kasteel. (U.P.).
De choreograaf John Tarras, leerling
van George Balanchine, vertoeft op
uitnodiging van het Ballet Recital in
Nederland. Met deze groep zal hij zijn
ballet „Design for Strings" instuderen.
Dit ballet heeft hjj reeds geleid in
Engeland, Amerika, Frankrijk en De
nemarken.
Advertentie
a afloop van de uitvoering van Diepenbrocks
Missa in die festo, die in de zomer van 1921 bij
gelegenheid van de jaarvergadering van de Maat
schappij tot Bevordering van Toonkunst in de St. Jans
basiliek te 's-Hertogenbosch plaats had, ontmoette
mevftiuw Diepen broek op de Parade een heer met een
kennelijke kunstenaarskop, die zij voor de „matador
organist" Hermans uit Maastricht aanzag. Zij wilde hem
bedanken voor de vertolking van de zware orgelpartij,
maar kreeg te horen: „Ik ben Hermans niet, ik ben
Jordans uit Venlo, maar ik beloof U, volgend jaar geef
ik de Missa in Venlo."
Dat was boud gesproken. Nauwelijks twee jaren te
voren had de heer Theo Jordans het directeur-organist
schap aan de „Klaaskerk" te Venlo aanvaard en er een
jerkkoor aangetroffen, dat wel tot het diepste stadium
van muzikaal verval was afgezakt. Maar die twee jaren
varen hem voldoende geweest, om het op te werken tot
een prachtkoor van 65 geschoolde zangers, met wie hij
de moeilijke Missa aandurfde. Hij had een majestueus
orgel tot zijn beschikking en wist, dat hij een beroep
kon doen op zijn vriend Willy Geyr uit Viersen, die
virtuoos genoeg was om de zware orgelpartij te kunnen
vertolken. Hij kon van zijn superieur, Rector Viegen, alle
medewerking verwachten. Maar het meest vertrouwde
hij op eigen talent en kundigheid als muziekpedagoog
en dirigent. Hij hield woord.
Nog geen jaar later, met Pasen 1922, gaf hij de Missa
te Venlo met Geyr als organist en de kerkzanger P. de
Kort als tenorsolist. Dertien malen is de Missa uitge
voerd, ook over de grenzen, o.a. te Viersen en Munchen-
Gladbach. Jordans heeft daarmee haar eerste uitvoerin
gen in het buitenland gegeven en deze waren van dien
aard dat de Internationale Gesellschaft fur Erneuerung
der Kirchenmusik hem met zijn koor uitnodigde voor
de kerkmuzikale studieweek, die in 1935 te Brussel ge
houden zou worden. Mevrouw Diepenbrock heeft met
haar beide dochters Thecla en Maria de meeste van deze
uitvoeringen bijgewoond en getuigde .rf]
zij nooit mooiere uitvoeringen van de Missa gehoord
had, dan die van het Klaaskoor onder Jordans.
Dit zijn zo van die verhalen, die
zangers uit de glorietijd van het Ven-
lose Klaaskoor u bij een interview
kunnen vertellen. De Klaaskerk met
haar prachtige orgel is door de oorlogs
furie, die Venlo in de winter van '44
zo deerlijk teisterde, weggevaagd.
Jordans heeft bij het vorderen van
zijn leeftijd en geschokt vooral door
de oorlogsbelevenissen zijn dirigeer
stok op medisch advies neer moeten
leggen. Maar als muziekpaedagoog
blijft hij nog immer een levendige ac
tiviteit ontwikkelen, ondanks de ze
ventig jaren, die hij thans Maandag
j.l. om precies te zijn voltooid
heeft.
Niemand zou hem deze eerbied
waardige leeftijd afzien, anders had
hij met al zijn talenten als musi
cus nooit gedurende lange jaren de
bezieler van Venlo's muziekleven
kunnen zijn. Het is de drijvende
kracht geweest die immer van hem
uitging, waardoor Venlo een goede
klank geniet in het Nederlands mu
ziekleven.
In Mei 1908 is Jordans naar Ven
lo gekomen zogenaamd om er in een
gemakkelijke betrekking als mu
ziekleraar aan het college der Duit
se Dominicanen een jaartje uit te
rusten van z'n zware studiejaren aan
het Keulse Conservatorium, dat toen
onder leiding stond van dr. Fritz
Steinbach, leerling van Brahms en
dirigent van het beroemde Hofor-
chester te Meiningen, bij wie Fritz
Busch, een jeugdvriend van Jordans,
en Willem Mengelberg orkestdirec
tie gestudeerd hebben. Jordans was
toen 19 jaar en stamde uit een fa
milie die van geslacht op geslacht
de muziek beoefend had. Hij speelde
mee in een orkest van enkel fami
lieleden, dat onder directie stond
van pTof. Schwartz uit Keulen. Als
17-jarige had hij al een mannenkoor
opgericht dat bij concoursen eerste
prijzen behaalde. Tijdens zijn stu
diejaren te Keulen van 1903 tot 1908
sneelde hij als violist en violaspeler
mee in het vermaarde Gürzenich-
orchester, waarvan de Hollander
Bram Eldering concertmeester was,
en nam hij deel aan de jaarlijkse
Musikfeste te Bonn, die onder lei
ding stonden van Willem Kes, op
richter van het Concertgebouwor
kest. Zijn diploma, dat hij te Keulen
behaalde staat vol loffelijke ver
meldingen; voorop „als Klavierspie-
De Londense City, waar negen
jaren na het eind van de oor
log nog welig het onkruid tiert
op de kaalgebombardeerde vlak
ten.
(Van onze Londense correspondent)
uffrouw Betty Dalroy, waarover wij
de vorige week schreven, de dans
lerares, die tot tweemaal toe de
voordeur opende om een lijkbezorger te
horen verklaren dat hij haar stoffelijk
overschot kwam afhalen, kan moeilijk
het slachtoffer zijn geweest van een
Aprilgrap, want hetgeen haar over
kwam vond plaats op de 2de April.
Bovendien lijkt het alsof in Engeland
de Aprilgrap geheel in onbruik geraakt
is. Hetgeen jammer is. De Engelsen
hebben in het verleden grote vinding
rijkheid getoond in het verzinnen van
Aprilgrappen. Een van de beroemdste
was een grap waarvan een groot aantal
maatschappelijke prominenten en bene-
merenten in Londen het slachtoffer
werd in het jaar 1860.
Leeuwenreiniging
ij ontvingen namelijk een keurig
gedrukt en met een zegel getooid
toegangsbewijs, waarop het vol
gende stond te lezen: „Tower of London.
Verleen toegang aan Toonder en een
Vriend voor het bijwonen van de jaar-
lijkse Ceremonie van het wassen van
inwijden, dat Nederland" Vit Tank voor de Witte Leeuwen op Zondag, 1 April
de Amerikaanse hulp gedurende de I I860. Toegang door de White Gate,
oorlog aan de Verenigde Staten ten ge- Genodigden worden dringend verzocht
schenke heeft gegeven. geen fooien te geven aan de Bewakers
Premier Nehroe van Indië is de
geestelijke vader van de „Derde
Macht" in Zuid-Oost Azië. Hjj wil
een blok van staten vormen, dat een ge
heel zelfstandige plaats inneemt tussen
de communistische landen en de vrije
Wereld. Dat doel hoopt hij niet alleen te
bereiken door het aanhalen van de ban
den tussen de Aziatische staten onder
ling, zoals dat thans op de conferentie
Van Colombo gebeurt, maar ook door het
Verminderen van de aanrakingspunten,
die hij op het ogenblik met de commu
nistische of met de vrije landen heeft.
Vandaar het terugtrekken van de sym
bolische troepenmacht, die Indië in Ti
bet had achtergelaten, nadat de Chinese
communisten dat land in 1951 binnen
vielen en bezetten. Vandaar ook het her
haalde verzoek aan Frankrijk en Portu
gal om hun bezittingen op het vasteland
Van Voor-Indië af te staan aan de Unie
Van Indië. Voor wat betreft Frankrijk
gaat het hoofdzakelijk om Pondichéry;
Karikal, Yanam en Mahé. Ten aanzien
Van Portugal geldt dit verzoek voor de
•treken Goa, Damao en Diu.
De Portugezen zijn in deze streken de
Wegbereiders geweest van het Europese
Expansionisme. De naam Goa roept de
herinnering op aan een koloniaal rijk,
?at zich uitstrekte van Kaap de Goede
floop tot Macao in China. De kust van
'alabar is van oudsher een geliefkoosd
fentrum geweest voor zeevaarders en
kooplieden. Reeds in 1510 werd Goa,
•Vim driehonderd kilometer ten Zuiden
^ah Bombay, ingenomen door de Portu-
„empire-builder" Albuquerque,
r^n kwart eeuw later vestigden de Por-
Hgezen zich voor de kust van Kathia-
ar, op het kleine eiland Diu met zijn
uooie Brahmaanse tempels, en in 1551
n de monding van de Damao. Dat
£®rd de kern van Portugees Indië en in
hipg resMeerde voortaan de onderko
ten één belangrijk opzicht weken de
ortugezen af van ,je volkeren, die mét
v6 fa hen zijn gekomen: zij hadden er
itihè minder bezwaar tegen zich met de
is ®emse bevolking te vermengen. Er
j\,i ®n tijd geweest, waarin de historici
het aan dit feit het latere verval van
?aarx;Jirtu gese rijk toeschreven. Wat
het °P de van vandaag is
<3oo»c}lsschien voor de Portugezen een
te hli. vcnd argument om in Indië
tivcn. In Portugees Indië ontstond
reeds na enkele generaties een nieuw
type mens: een gelukkige combinatie
van Europese beschaving en tropische
physiek. Van dit euraziatisch ras is Goa
het vaderland bij uitstek geworden. Al
tijd en overal waren deze Goanezen de
natuurlijke bemiddelaars tussen Euro
peanen en Aziaten; zij overleefden het
Portugese rijk en deden dat rijk zichzelf
misschien wel overleven.
Het geloofsleven heeft in Goa altijd
een belangrijke plaats ingenomen. Pas
in 1815 werd er de inquisitie opgeheven,
die zich uitstrekte over alle Portugezen
in Indië en over de inheemse Christenen.
Tal van monumenten van vroegere
vroomheid zijn bewaard gebleven in de
talrijke Kerken. Reeds in 1510 gaf Albu
querque opdracht tot de bouw van een
kathedraal in Goa. Vijftig jaar later be
gon men aan een tweede, die veel mooi
er was dan de eerste en die in 1631 ge
reed kwam. Een groot aantal van deze
kerken uit de zestiende en de zeventien
de eeuw zijn in puin gevallen, maar hier
en daar staan ze toch nog en hun barok
ke stijl harmonieert zo goed met de om
geving, dat in de zeventiende eeuw som
mige Hindoetempels in dezelfde stijl zijn
opgetrokken. Toch is dit oude Goa niet
meer dezelfde stad, die wij nu op kaar
ten en atlassen aantreffen. In 1765 brak
er een epidemie uit, die de onderkoning
deed besluiten een nieuwe hoofdstad te
bouwen, dichter bij de zee: Pandsjim,
Pangam of Villa Nova de Goa. De ha
ven, Marmagoa, ligt gunstig aan diep
water en het zou gemakkelijk een con
current kunnen worden van Bombay.
Maar de bewoners zorgen alleen, dat ze
niet in armoede vervallen en leven vol
gens het principe „Festa e sesta", fees
ten en siësta.
Goa telt ongeveer 667.000 inwoners.
Een zesde daarvan zijn Indiërs, die als
nauwelijks geschoolde arbeiders werk
zaam zijn in de fabrieken en mijnen, die
hoofdzakelijk eigendom zijn van hun ei
gen landgenoten. Nergens is de fiscus zo
gemakkelijk als in Goa.
Maar toch wil Indië aansluiting van
Goa, Damao en Diu bij de Unie. Want
ook in Nieuw Delhi is men in deze onge
wisse tijd geneigd overal spoken te zien.
Hoeveel Portugees bloed er ook door
hun aderen vloeit, Delhi beschouwt de
Goanezen als zonen des lands. Als Mar-
magao de outillage van zijn haven wat
verbetert, vraagt Delhi zich af, of dat
geschiedt om er een Amerikaanse basis
van te maken. De Portugezen bouwen
een vliegveld voor de dienst op Bombay.
Delhi vreest, dat dit weer een geraffi
neerde zet is van de NATO. Het leger
van Goa, is versterkt met 2000 man uit
Mozambique. Nieuwe aanleiding voor
Indiasche argwaan. Bij de wet van 11
Juni 1951 veranderde de status van
Goa, evenals die van de andere Portu
gese bezittingen, van „kolonie" tot
„overzeese provincie". Voor dit laatste
bolwerk van Portugese grandeur was
dit de formele bevestiging van de be
staande toestand. Reeds in 1558 werd
Goa een der Portugese bisdommen. De
strijd van deze bisschop tegen het insti
tuut der apostolische vicarissen, het z.g.
„Goanese schisma", heeft daaraan nog
een kerkhistorisch accent toegevoegd.
De Portugese premier, dr António de
Oliveira Salazar, sprak dezer dagen in
een radio-rede over de kwestie-Goa en
hjj merkte daarbij op, dat het gebied
aan Portugal reeds vele eeuwen geld
heeft gekost, want het economische le
ven is er te zwak om zelfs maar zijn ei
gen bestuurskosten op te brengen. Sala
zar stelde zijn Indische ambtgenoot ten
slotte deze vraag, die zelfs de geest niet
meer gemeen heeft met Albuquerque:
„Kan een land dan niet klein zijn en toch
het recht aan zijn zijde hebben?"
De Russische plaatsvervangende Hoge
Commissaris in Oostenrijk, generaal Kras-
kevitsj, heeft na een langdurig debat in de
geallieerde raad niet willen toestemmen in
een verzachting van een besluit van de
raad uit 1945, waardoor de Oostenrijkse
luchtvaart verboden werd. Het Oostenrijk
se verzoek weer een burgerluchtvaart te
mogen instellen, was, aldus Kraskevitsj,
een doorzichtig voorwendsel om een mili
taire luchtmacht te organiseren.
Van Sovjet-Russische zijde verwierp men
eveneens een voorstel om de Oostenrijkse
regering vijf lichte vliegtuigen en vijf hef-
schroefvliegtuigen voor reddingswerk in de
bergen te laten gebruiken.
of hun Assistenten". De realistische
slotzin moet bij de meeste genodigden
de deur dicht gedaan hebben. Want de
gehele Zondagmorgen kwamen uit alle
windstreken van Londen de schoonge
takte en met wapens getooide koetsen
van de Engelse adel en aristocratie
naar de Tower gerold met op de bok
koetsiers in livrei, die wanhopig de weg
vroegen naar de White Gate door de
welke hun meesters verlangden binnen
te gaan om persoonlijk getuige te zijn
van de witte-leeuwenwasserij. Maar er
was geen Witte Poort, in de Tower. En
er waren geen witte leeuwen. Er waren
helemaal geen leeuwen. En er was geen
rituele ablutie van wat voor beesten of
schepselen dan ook. En de boze koet
siers reden hun vernederde en verbol
gen meesters terug naar hun statige
woningen.
Dit jaar heeft mijnheer Francis Sta-
nislaw, die al jaren lang probeert de
naar zijn mening in latente toestand in
de Engelse volksziel voorkomende
levensvreugde naar de oppervlakte te
brengen, een poging gedaan Apriljolijt
te brengen in het meest trieste oord van
dit gelaten en lijdzame land, in de
Londense City, waar 9 jaren na het
eind van de oorlog nog welig het on
kruid tiert op de kaal gebombardeerde
vlakten. Hij had een gedrukte uitnodi
ging gezonden aan klerken en typistes,
die in de City, zoals T. S. Eliot zo goed
gezien heeft, op hun gezichten het
stempel dragen van een voortijdige
maar bereidwillig aanvaarde verdoeme
nis, om „deel te nemen aan het jolijt,
om de trom te komen roeren, de dwaas
uit te hangen, en te rinkelen met de
o u UI-Lj uiggg- ijly
narrenbellen", zulks ter viering van de
dag die in het Engels de roerende
naam Allergekken draagt, alsof er ten
minste één dag in het jaar was waarop
wij elkander als gelijken kunnen be
groeten. Mijnheer Stanislaw kwam zelf
op Allergekken een goed voorbeeld
geven door naar de City te gaan, ge
kleed in een vervaald zwart-geel wam
buis en lange, zwarte en, helaas, veel
vuldig gestopte kousen. Hij danste op
het gras in Ludgate Garden rond een
in Elizabethaanse kledij gehulde vogel
verschrikker. Hij danste en rinkelde
vervoerd met zijn narrenbellen, en werd
bij deze voorstelling gadegeslagen door
een hem begeleidende fluitspeler en een
vrouw in een lang khaki-kleurig schort.
Die dame, ietwat corpulent en met een
mismoedige gelaatsuitdrukking, was
dezelfde die men nu en dan door de
City van Londen kan zien wandelen
vermomd als de maagd Britannia, in
een lange, gedrapeerde en sedert vele
jaren niet meer geheel schone witte
tuniek, met een gedeukte koperen helm
op het hoofd en met voor de vermoeide
buste een schild, getooid met de natio
nale driekleur. Soms zegt zij, hoopvol
en hierin terzijde gestaan door de on-
vermoeibare mijnheer Stanislaw, zo
maar Shakespeare op in de roetzwarte
kolonnade van de St. Paul's Cathedral.
En nu stond zij met de dansende nar
op het gras en keek ietwat triest, ter
wijl de fluiter floot en een paar typis
tes gegeneerd giechelden rond het
gazon. Mijnheer Stanislaw danste met
een fles melk in de hand. Wij dachten
dat de melk iets te maken had met het
dansritueel van Allergekken, dat het
wellicht de lente symboliseerde, u weet
wel, lammetjes dartelend in het gras,
kalveren huppelend in de wei, en het
sap dat in de bomen schiet, zelfs al
stonden wij te bibberen in een winterse
wind. Maar neen, de melk was niet
symbolisch. De melk was zichzelf en
anders niet. „Het is mijn lunch", zei
mijnheer Stanislaw.
Lamsbout en burgemeester
een, wij geloven niet dat mejuf
frouw Betty Dalroy, die haar
medemensen leert dansen in
Ealing, het slachtoffer was van een iet
wat verlate Aprilgrap. Wij zijn geneigd
te denken dat zij het slachtoffer was
van een wraakoefening, des te meer
omdat al eens eerder in de geschiedenis
van Londen een dame slachtoffer is ge
weest van een eendere wraakoefening,
zij het dan ook op een iets grotere
schaal. Het geschiedde in het jaar 1803
in Berners Street. Een zekere mevrouw
Tottenham, een zeer welgestelde dame,
woonachtig in genoemde straat, werd
des ochtends om 5 uur uit de slaap ge
wekt. Er was bezoek. Het is naar ge
noeg, als je een rijke dame bent, des
ochtends om vijf uur uit de veren te
moeten komen. Het is evenwel nog
erger als de bezoeker een schoorsteen
veger blijkt te zijn die verklaart een
door mevrouw Tottenham zelf onderte
kend schrijven te hebben ontvangen
waarin hem werd gelast zich om vijf
uur in de ochtend te harent te vervoegen
voor het vegen van de schoorstenen.
Nog erger is het, als het niet gaat om
één schoorsteenveger, doch om een hele
menigte schoorsteenvegers, die zich op
je drempel verdringen, allen komend
ingevolge een schriftelijke opdracht om
vijf uur in de ochtend de schoor
stenen van mevrouw te komen vegen.
Maar mevrouw Tottenham kreeg niet
de gelegenheid om terug te keren naar
haar sponde en er te bekomen van een
matineuze verontwaardiging. Want
nauwelijks waren de teleurgestelde
schoorsteenvegers verdwenen, of er ver
scheen een hele rij kolenwagens die
alle „door mevrouw bestelde kolen"
kwamen afleveren. En toen kwam er
een reeks lieden die doodkisten kwa
men bezorgen voor het stoffelijk over
schot van mevrouw Tottenham. En
toen kwam er een hele menigte domi
nees voor het verlenen van geestelijke
troost, en toen een serie advocaten voor
het verlenen van juridische adviezen, en
toen een reeks geneesheren, die de
zieke mevrouw Tottenham kwamen ge
nezen. En toen kwam er een horde
kunstschilders, allen om mevrouw te
komen schilderen. Tegen het uur van
twaalven werd de straat verder opge
fleurd door de gelijktijdige komst van
veertig visboeren, die kreeften kwamen
bezorgen, op de voet gevolgd door
veertig slagers, die lamsbouten kwamen
afleveren. En toen het feest zijn hoog
tepunt begon te naderen en de kreeften
bezorgers en lamsboutenleveranciers
overwogen hun malse waar te gebrui
ken bij wijze van wapenen, weerklonken
het getrappel van paardenhoeven en het
ratelen van wielen. En wie kwam daar
in alle glorie de straat in rijden in zijn
calèche? Niemand minder dan de Her
tog van Gloucester, die een dringende
„uitnodiging" had ontvangen van me
vrouw Tottenham. Doch het eigenlijk
hoogtepunt van het kleine grapje werd
bereikt toen de Lord Mayor van de
City van Londen in alle luister van
rood-fluwelen mantel en hoed en
ambtsketen, voorafgegaan door een be
reden City-maarschalk met een pluim
steek, en met alle bijbehorende hoog-
burgemeesterlijke staatsie Berners
Street in kwam rollen om eveneens zijn
opwachting te maken bij de geplaagde
dame.
Later lekte uit dat Theodore Hook,
een dramaturg en romanschrijver, die
in dezelfde straat woonde en die ern
stige grieven koesterde tegen de wel
gestelde dame, tezamen met twee
vrienden het grapje had georgani-
ler hochbegabt"
Steinbach had hem
een succesvolle
loopbaan als con
certpianist toege
dacht, maar zijn
voorkeur ging uit
naar een leven
als muziekpaedagoog. Als zodanig is
hij naar Venlo getogen en is er ge
bleven, een bescheiden mens, die
stil en stug heeft doorgewerkt en
veel bereikt heeft.
Meer dan duizend leerlingen her
denken in hem vol dankbaarheid een
kundig leraar. Vele organisten dan
ken aan hem een opleiding, die hen
goede betrekkingen deed veroveren
Zijn eigen kinderen heeft hij ge
vormd tot uitstekende musici. Zijn
twee zonen Hein en Wieke zijn bezig,
vooraanstaande plaatsen in ons Ne
derlands muziekleven in te nemen.
Zijn derde zoon is Broeder gewor
den enook al muziekpaedagoog.
Zijn dochter die als sopraanzangeres
te Keulen debuteerde, is later met
een arts gehuwd.
Jordans heeft ook gecomponeerd,
al is dat niet bekend. Voor zijn
studenten aan het Dominicaner-col
lege schreef hij geestige operetten
met begeleiding van huisorkest in
een gemakkelijke zetting. Ze zijn he
laas nooit uitgegeven.
Met Pater Bruno Hespers, die
thans in hoge ouderdom te Rome
nog verkend lid is van de Tabula
Gregoriana, schreef hij begeleidingen
voor heel het Graduale, Vesperale
en Antiphonarium van de enigszins
afwijkende Dominicaanse liturgie,
verschenen bij Schwann, Düsseldorf,
die nog altijd in de Dominicanen
kloosters over heel de wereld in ge
bruik zijn. Maar weer 'n bewijs van
zijn bescheidenheid: zij staan geheel
op naam van Pater Hespers.
De triomfen van de concertzalen
heeft Jordans nooit gezocht, ofschoon
hij de gaven ertoe bezat. In beschei
denheid heeft hij de edele musica
gediend.
seerd. Zij hadden gedrieën 4.000 „uitno
digingen en bestellingen" van mevrouw
Tottenham rondgezonden aan burge
meesters, hertogen, schoorsteenvegers,
kruideniers, lijkkistenfabrikanten, vis
boeren, slagers, artsen, advocaten, do
minees, vervaardigers van bruidstaar
ten, kunstschilders en vele andere lie
den die huns inziens in aanmerking
kwamen voor een uitnodiging. En van
uit een vertrek, gelegen tegenover het
huis van mevrouw Tottenham, had het
drietal zich zeer vermaakt toen zij zagen
hoe voortreffelijk hun grapje was ge
slaagd en hoe vlot commerciële en
maatschappelijke bezoekers bleven
toestromen naar het huis van de dame.
De organisatie was inderdaad voortref
felijk gebleken, zo voortreffelijk, dat
vele van de gedupeerde lijkkisten ver
vaardigers, dominees, slagers, artsen
enz. tevergeefs probeerden mijnheer
Hook voor de rechter te dagen om
schadevergoeding te eisen. Want nie
mand kon bewijzen dat mijnheer Hook
inderdaad de schuldige was. Wij ver
moeden dat juffrouw Betty Dalroy,
evenals voor haar mevrouw Tottenham,
toom heeft gewekt in het hart van een
onbekende en dat laatstgenoemde op
kleine schaal herhaalde wat bij de ken
ners van de histoire intime van Londen
bekend is gebleven onder de benaming
„The Berners Street Hoax".
AMSTERDAM (V.U.) Doctoraal
scheikunde E. D. Engelhardt Amster
dam en L. P. Ederzeel, Amsterdam.
Doctoraal natuurkunde: A. F. G. Han-
ken, Amsterdam. Cand. wis- en na-
tuurk. J. Dieleman, Oostburg. P. H.
Broerse, Nieuwer AmsteL J. Molenaar,
Landsmeer en B. van Zanten, Blari-
cum (cum laude).
Amsterdam (G. U.) Doctoraal phar-
macie mej. G. M. Th. H. Voncken (Am
sterdam); doctoraal scheikunde mevr.
J. P. Colpa-Boonstra en T. Doorgeest
(Amsterdam); cand. wis- en natuurk.
B. C. Poeder (Hilversum) en J. M. P. J.
Verstegen (Beverwijk).
1953 is het topjaar geweest van de bouwactiviteit. De productie in de
gebouwensector heeft f 1394 millioen bedragen tegen f 1250 millioen in 1952.
De productie lag dus bijna 11,5 pet. hoger. Bij de beoordeling van de produc
tiecijfers moet worden bedacht, dat het verloop van de verwerkte bedragen
wordt beïnvloed door veranderingen in de bouwkosten. Schakelt men deze
invloed uit, dan blijkt, dat in de sector gebouwen in 1953 ongeveer 15 pet.
meer werd verwerkt dan in 1952. Het geraamde bedrag werd voor 95 pet.
verwezenlijkt.
In 1953 werden 59.597 woningen opgeleverd, waarvan er 2030 als duplex-
woning zijn gebouwd, zodat 61.627 gezinnen in nieuwe woningen konden
worden gehuisvest. Er werd een begin gemaakt met de bouw van 77.160
woningen, hetgeen 7.788 meer is dan in dezelfde periode van 1952.
Er kwamen vorig jaar voorts 440 complete scholen gereed. Aan het eind
van 1953 waren 446 complete scholen in aanbouw. Het aantal complete
kerken, dat 1 Januari 1954 onderhanden was, bedroeg 114. Opgeleverd
werden in 1953 89 complete kerken.
In 1953 werden veel meer woningen in opdracht van particulieren ge
bouwd, n.l. 29.586 tegen in 1952 25.815.
In de sector bedrijfsgebouwen voor de nijverheid werd slechts voor f 144
millioen goedgekeurd tegen f 207 millioen in 1952 en f 247 millioen in 1951.
Het blijkt, dat er geleidelijk minder in deze sector wordt geïnvesteerd.
In de sector weg- en waterbouwkundige werken werd met een verwerkt
bedrag van f 199 millioen een recordproductie behaald.
In de sector scholen heerste een toenemende bedrijvigheid. Het verhoogde
bouwprogramma werd met 14 pet. overschreden.