I Indrukwekkende militaire parade in Rotterdam TIJDGENOTEN N Theo Jordans KANTTEKENINGEN UIT LONDEN J w Van Albuquerque tot Salazar N 1953 TOPJAAR VOOR DE BOUWACTIVITEIT Bijna 60.000 woningen klaar r Colonne van zeven kilometer lengte Prof. ir. B. Teilegen onderscheiden Dulles gaat met Scelba confereren Sergeant Aldrich wordt schatgraver j Oostenrijk mag niet vliegen h "N GOA SPEELT WEER EEN ROL Mj; II l il VJ ZATERDAG 1 MEI 1954 PAGINA 9 Gouden speurwerk-medaille Nederlandse beiaardier in New York Kwestie-Triest weer ter sprake Antiek pistool bleek geheim te bevatten John Tarras in Nederland „Zenuwen „Nare dagen"? Moe en mat? Neem "AKKERTJE Russen houden voet bij stuk Examens Met een allesoverstemmend lawaai donderden Vrijdagmorgen de ontzag wekkende Centuriontanks over de moe- gebeukte klinkers van de Rott. Coolsin- gel. 46 van deze monsterachtige gevaar ten elk met 'n gew. van 48 ton vormden 't sluitstuk van 'n indrukwekkende para de, welke ter gelegenheid van Konin ginnedag door de drie onderdelen van de Nederlandse strijdmacht, de Konink lijke Landmacht, de Koninklijke Lucht macht en de Koninklijke Marine werd gehouden. Voor het stadhuis werd de parade afgenomen door ir. C. Staf, de minister van Oorlog en Marine, tezamen met vice-admiraal H. C. W. Moorman, staatssecretaris van Marine, mr, F. J. Kranenburg, staatssecretaris van Oorlog, de chef van de Generale Staf, generaal B. R. P. F. Hasselman, lt-generaai A. Baretta en de commandeur L. Brouwer namens de chef Marinestaf. Een groot aantal burgerlijke en mi litaire autoriteiten woonde de parade bij. Hieronder waren verscheidene ver tegenwoordigers van buitenlandse diplo matieke diensten, o.a. de ambassadeur van de Sovjet-Unie en militaire organi saties. Naast het erepodium was het een geflonker van vele schitterende uni formen versierd met onderscheidings tekens,' waaraan de Rotterdammers, die op dit punt niet veel gewend zijn, hun ogen uitkeken. Reeds in aWe vroegte hadden de inwoners van de Maasstad de straten opgezocht, waarlangs de para derende troepen hun weg zouden kie zen. Omstreeks negen uur was bij het Stadhuis geen plaats onbezet. Kwart over tien arriveerde de Ko ninklijke Militaire Kapel. Met pittige •Harsen werd de wachttijd van de vele duizenden bekort. Klokslag elf uur be gon het défilé. Onder het spelen van vlotte muziek marcheerde de Jóhan Willem Friso Kapel, ter sterkte van 70 man, voorbij. Het bataljon mariniers, be staande uit een compagnie hariniers uit Rotterdam, een compagnie mariniers uit Doorn en een compagnie vlootpersoneel Uit Rotterdam, tezamen 600 man, kre- een enthousiast open doekje. Hierna was het de beurt aan de Ko ninklijke Landmacht. Compagnies van het Gardebataljon Jagers marcheerden als eersten voorbij, gevolgd door de in fanteristen van het bataljon Johan Wil lem Friso. De kleine pittige Limburgse JageTs eisten hierna de belangstelling Van de toeschouwers op. Groot was het contrast tussen dit laatste onderdeel en de drie tirailleur-compagnieën van het Korps Commando-troepen. Stoere ke rels, fier de groene baret op het hoofd dragend, die met driftige passen over de Coolsingel paradeerden. De Marine-luchtvaartdienst opende de rij met in totaal 24 vliegtuigen van de vliegbasis Valkenburg. Neptunes, Avengers, Harpoons en Seafuries vlo gen in een strakke, correcte formatie over de Coolsingel, onmiddellijk ge volgd door 64 vliegtuigen varf de Ko ninklijke Luchtmacht. 24 Gloster Me teors en 24 Thunderjets gierden laag over met een ontzaglijke snelheid, keu rig de parade-formatie handhavend. Een scherpe tegenstelling met deze razend snelle luchtmonsters werd gevormd door 16 Super Piper Cubs, die in ruit- formatie overkwamen. In totaal hebben 6000 man, 88 vlieg tuigen en 400 voertuigen aan deze in drukwekkende parade deelgenomen. Het duurde meer dan een uur, voordat de gehele stoet, welke een lengte had van zeven kilometer, voorbij was ge trokken. Het Koninklijk Instituut van Inge nieurs heeft een prijs ingesteld voor het beste speurwerk in Nederland op technisch-wetenschappelijk gebied ter erkenning van de grote waarde van de research voor de industrie en voor de algemene welvaart van ons land. De prijs wordt eens in de twee jaar toe gekend aan degene, die, naar het oor deel van een daartoe in het leven te roepen commissie, het meest heeft bij gedragen tot de ontplooiing en de ont wikkeling van een der vakgebieden der ingenieurstechniek. Voor de speurwerkprijs voor 1954 werd een keuze gedaan uit de onder zoekers op het gebied van de electro- techniek en van de technische natuur kunde. De commissie bestond uit: ir- H. A. G. Hazeu (voorzitter), mr. ir. C. J. de Haan, prof. dr. R. L. Kronig, prof. dr. ir. H. G. Nolen, ir. H. Rinia, prof. ir. J. L. van Soest, prof. dr. ir. J. C. van Staveren en prof. dr. C. Zwikker. Met algemene stemmen is de prijs voor 1954 toegekend aan prof. ir. B. D. H. Tellegen uit Eindhoven. De gouden speurwerk-medaille met oorkonde zal in de jaarvergadering op 9 Juni a.s. te Utrecht worden overhandigd, waarbij tevens de motivering van deze toeken ning zal worden bekend gemaakt. De heer Ferdinand Timmermans, stadsbeiaardier van Rotterdam, is met de Rjjndam in New-York aangekomen. Op uitnodiging van hét beiaardiersgilde van de Verenigde Staten maakt hjj een, tournee door Noord-Amerika. De heer Timmermans zal een aantal concerten geven op de beroemdste van de 108 carillons, die Amerika rijk is. Ook zal hij op 5 Mei het klokkenspel De Amerikaanse minister van Buiten landse Zaken Dulles zal Maandag in Milaan confereren met premier Scelba. Vervolgens zal Dulles zich naar Washington begeven overeenkomstig zijn besluit slechts één week aan de conferentie van Genève mee te doen. Dulles zal in Genève worden vêr- vangen door onderminister Bedell Smith. Volgens een officiële bekendmaking zullen Dulles en Scelba confereren over algemene internationale kwesties en zaken, die de wederzijdse belangstelling hebben. De samenkomst vloeit voort uit bespre kingen, die tijdens de zitting van de Nato- raad in Parijs gevoerd zijn tussen Dulles en zijn Italiaanse collega Piccioni. Piccioni heeft Dulles verwittigd, dat premier Scel ba een ontmoeting op prijs zou stellen. Daarom heeft Dulles nu besloten via Mi laan naar huis terug te gaan. Italiaanse kringen verklaren, dat Scelba vermoedelijk aan Dulles zal vertellen, dat de ratificatie van de E.D.G. veel gemakke lijker zou zijn in Italië als de kwestie Triëst definitief is opgelost. Voorts is in j Rome bekend gemaakt, dat Piccioni aan de besprekingen tussen Dulles en Scelba zal I deelnemen. (U.P.) Deze week zijn een Amerikaanse ser geant, Ralph Aldrich, en vier metgezel len een onderzoek begonnen naar een schat in een 14de eeuws Heidelbergs kasteel. Een van Heidelbergs stedelijke ingenieurs verleent zijn medewerking. Aldrich had een oude kaart gevonden, die verborgen was in de kolf van een antiek pistool, dat hij voor 50 dollar had gekocht in Juni van het vorig jaar. Daarop kwam een blauwdruk van het kasteel voor. Naast een kruis op het perkament had de auteur in het Frans vermeld: „Het geld ligt op een afstand van(onleesbaar door een vouw) van dit kasteelpunt tot de boom". Deskundigen waren van mening dat de kaart echt leek en de stadsbestuur ders van Heidelberg waren bereid mede te werken en.... indien er wat gevon den wordt dit te delen op basis 5050. De eerste moeilijkheid is er al. De boom staat er niet meer. Op het einde van de eerste dag is er niets gevonden, hoewel de groep ge bruik maakte van mijndetectors. Duitse en Amerikaanse autoriteiten staan sceptisch tegenover het „schatver- haal". De kaart van 15 bij 15 centimeter is vertaald door mevrouw Jeanne Ru binstein, de Franse echtgenote van een Amerikaanse soldaat. Aldrich had niemand zijn kaart willen tonen totdat het gemeentebestuur van Heidelberg met hem tot een accoord kwam. Men is begonnen te graven op een punt halverwege de binnenste en bui tenste muren van het kasteel. (U.P.). De choreograaf John Tarras, leerling van George Balanchine, vertoeft op uitnodiging van het Ballet Recital in Nederland. Met deze groep zal hij zijn ballet „Design for Strings" instuderen. Dit ballet heeft hjj reeds geleid in Engeland, Amerika, Frankrijk en De nemarken. Advertentie a afloop van de uitvoering van Diepenbrocks Missa in die festo, die in de zomer van 1921 bij gelegenheid van de jaarvergadering van de Maat schappij tot Bevordering van Toonkunst in de St. Jans basiliek te 's-Hertogenbosch plaats had, ontmoette mevftiuw Diepen broek op de Parade een heer met een kennelijke kunstenaarskop, die zij voor de „matador organist" Hermans uit Maastricht aanzag. Zij wilde hem bedanken voor de vertolking van de zware orgelpartij, maar kreeg te horen: „Ik ben Hermans niet, ik ben Jordans uit Venlo, maar ik beloof U, volgend jaar geef ik de Missa in Venlo." Dat was boud gesproken. Nauwelijks twee jaren te voren had de heer Theo Jordans het directeur-organist schap aan de „Klaaskerk" te Venlo aanvaard en er een jerkkoor aangetroffen, dat wel tot het diepste stadium van muzikaal verval was afgezakt. Maar die twee jaren varen hem voldoende geweest, om het op te werken tot een prachtkoor van 65 geschoolde zangers, met wie hij de moeilijke Missa aandurfde. Hij had een majestueus orgel tot zijn beschikking en wist, dat hij een beroep kon doen op zijn vriend Willy Geyr uit Viersen, die virtuoos genoeg was om de zware orgelpartij te kunnen vertolken. Hij kon van zijn superieur, Rector Viegen, alle medewerking verwachten. Maar het meest vertrouwde hij op eigen talent en kundigheid als muziekpedagoog en dirigent. Hij hield woord. Nog geen jaar later, met Pasen 1922, gaf hij de Missa te Venlo met Geyr als organist en de kerkzanger P. de Kort als tenorsolist. Dertien malen is de Missa uitge voerd, ook over de grenzen, o.a. te Viersen en Munchen- Gladbach. Jordans heeft daarmee haar eerste uitvoerin gen in het buitenland gegeven en deze waren van dien aard dat de Internationale Gesellschaft fur Erneuerung der Kirchenmusik hem met zijn koor uitnodigde voor de kerkmuzikale studieweek, die in 1935 te Brussel ge houden zou worden. Mevrouw Diepenbrock heeft met haar beide dochters Thecla en Maria de meeste van deze uitvoeringen bijgewoond en getuigde .rf] zij nooit mooiere uitvoeringen van de Missa gehoord had, dan die van het Klaaskoor onder Jordans. Dit zijn zo van die verhalen, die zangers uit de glorietijd van het Ven- lose Klaaskoor u bij een interview kunnen vertellen. De Klaaskerk met haar prachtige orgel is door de oorlogs furie, die Venlo in de winter van '44 zo deerlijk teisterde, weggevaagd. Jordans heeft bij het vorderen van zijn leeftijd en geschokt vooral door de oorlogsbelevenissen zijn dirigeer stok op medisch advies neer moeten leggen. Maar als muziekpaedagoog blijft hij nog immer een levendige ac tiviteit ontwikkelen, ondanks de ze ventig jaren, die hij thans Maandag j.l. om precies te zijn voltooid heeft. Niemand zou hem deze eerbied waardige leeftijd afzien, anders had hij met al zijn talenten als musi cus nooit gedurende lange jaren de bezieler van Venlo's muziekleven kunnen zijn. Het is de drijvende kracht geweest die immer van hem uitging, waardoor Venlo een goede klank geniet in het Nederlands mu ziekleven. In Mei 1908 is Jordans naar Ven lo gekomen zogenaamd om er in een gemakkelijke betrekking als mu ziekleraar aan het college der Duit se Dominicanen een jaartje uit te rusten van z'n zware studiejaren aan het Keulse Conservatorium, dat toen onder leiding stond van dr. Fritz Steinbach, leerling van Brahms en dirigent van het beroemde Hofor- chester te Meiningen, bij wie Fritz Busch, een jeugdvriend van Jordans, en Willem Mengelberg orkestdirec tie gestudeerd hebben. Jordans was toen 19 jaar en stamde uit een fa milie die van geslacht op geslacht de muziek beoefend had. Hij speelde mee in een orkest van enkel fami lieleden, dat onder directie stond van pTof. Schwartz uit Keulen. Als 17-jarige had hij al een mannenkoor opgericht dat bij concoursen eerste prijzen behaalde. Tijdens zijn stu diejaren te Keulen van 1903 tot 1908 sneelde hij als violist en violaspeler mee in het vermaarde Gürzenich- orchester, waarvan de Hollander Bram Eldering concertmeester was, en nam hij deel aan de jaarlijkse Musikfeste te Bonn, die onder lei ding stonden van Willem Kes, op richter van het Concertgebouwor kest. Zijn diploma, dat hij te Keulen behaalde staat vol loffelijke ver meldingen; voorop „als Klavierspie- De Londense City, waar negen jaren na het eind van de oor log nog welig het onkruid tiert op de kaalgebombardeerde vlak ten. (Van onze Londense correspondent) uffrouw Betty Dalroy, waarover wij de vorige week schreven, de dans lerares, die tot tweemaal toe de voordeur opende om een lijkbezorger te horen verklaren dat hij haar stoffelijk overschot kwam afhalen, kan moeilijk het slachtoffer zijn geweest van een Aprilgrap, want hetgeen haar over kwam vond plaats op de 2de April. Bovendien lijkt het alsof in Engeland de Aprilgrap geheel in onbruik geraakt is. Hetgeen jammer is. De Engelsen hebben in het verleden grote vinding rijkheid getoond in het verzinnen van Aprilgrappen. Een van de beroemdste was een grap waarvan een groot aantal maatschappelijke prominenten en bene- merenten in Londen het slachtoffer werd in het jaar 1860. Leeuwenreiniging ij ontvingen namelijk een keurig gedrukt en met een zegel getooid toegangsbewijs, waarop het vol gende stond te lezen: „Tower of London. Verleen toegang aan Toonder en een Vriend voor het bijwonen van de jaar- lijkse Ceremonie van het wassen van inwijden, dat Nederland" Vit Tank voor de Witte Leeuwen op Zondag, 1 April de Amerikaanse hulp gedurende de I I860. Toegang door de White Gate, oorlog aan de Verenigde Staten ten ge- Genodigden worden dringend verzocht schenke heeft gegeven. geen fooien te geven aan de Bewakers Premier Nehroe van Indië is de geestelijke vader van de „Derde Macht" in Zuid-Oost Azië. Hjj wil een blok van staten vormen, dat een ge heel zelfstandige plaats inneemt tussen de communistische landen en de vrije Wereld. Dat doel hoopt hij niet alleen te bereiken door het aanhalen van de ban den tussen de Aziatische staten onder ling, zoals dat thans op de conferentie Van Colombo gebeurt, maar ook door het Verminderen van de aanrakingspunten, die hij op het ogenblik met de commu nistische of met de vrije landen heeft. Vandaar het terugtrekken van de sym bolische troepenmacht, die Indië in Ti bet had achtergelaten, nadat de Chinese communisten dat land in 1951 binnen vielen en bezetten. Vandaar ook het her haalde verzoek aan Frankrijk en Portu gal om hun bezittingen op het vasteland Van Voor-Indië af te staan aan de Unie Van Indië. Voor wat betreft Frankrijk gaat het hoofdzakelijk om Pondichéry; Karikal, Yanam en Mahé. Ten aanzien Van Portugal geldt dit verzoek voor de •treken Goa, Damao en Diu. De Portugezen zijn in deze streken de Wegbereiders geweest van het Europese Expansionisme. De naam Goa roept de herinnering op aan een koloniaal rijk, ?at zich uitstrekte van Kaap de Goede floop tot Macao in China. De kust van 'alabar is van oudsher een geliefkoosd fentrum geweest voor zeevaarders en kooplieden. Reeds in 1510 werd Goa, •Vim driehonderd kilometer ten Zuiden ^ah Bombay, ingenomen door de Portu- „empire-builder" Albuquerque, r^n kwart eeuw later vestigden de Por- Hgezen zich voor de kust van Kathia- ar, op het kleine eiland Diu met zijn uooie Brahmaanse tempels, en in 1551 n de monding van de Damao. Dat £®rd de kern van Portugees Indië en in hipg resMeerde voortaan de onderko ten één belangrijk opzicht weken de ortugezen af van ,je volkeren, die mét v6 fa hen zijn gekomen: zij hadden er itihè minder bezwaar tegen zich met de is ®emse bevolking te vermengen. Er j\,i ®n tijd geweest, waarin de historici het aan dit feit het latere verval van ?aarx;Jirtu gese rijk toeschreven. Wat het °P de van vandaag is <3oo»c}lsschien voor de Portugezen een te hli. vcnd argument om in Indië tivcn. In Portugees Indië ontstond reeds na enkele generaties een nieuw type mens: een gelukkige combinatie van Europese beschaving en tropische physiek. Van dit euraziatisch ras is Goa het vaderland bij uitstek geworden. Al tijd en overal waren deze Goanezen de natuurlijke bemiddelaars tussen Euro peanen en Aziaten; zij overleefden het Portugese rijk en deden dat rijk zichzelf misschien wel overleven. Het geloofsleven heeft in Goa altijd een belangrijke plaats ingenomen. Pas in 1815 werd er de inquisitie opgeheven, die zich uitstrekte over alle Portugezen in Indië en over de inheemse Christenen. Tal van monumenten van vroegere vroomheid zijn bewaard gebleven in de talrijke Kerken. Reeds in 1510 gaf Albu querque opdracht tot de bouw van een kathedraal in Goa. Vijftig jaar later be gon men aan een tweede, die veel mooi er was dan de eerste en die in 1631 ge reed kwam. Een groot aantal van deze kerken uit de zestiende en de zeventien de eeuw zijn in puin gevallen, maar hier en daar staan ze toch nog en hun barok ke stijl harmonieert zo goed met de om geving, dat in de zeventiende eeuw som mige Hindoetempels in dezelfde stijl zijn opgetrokken. Toch is dit oude Goa niet meer dezelfde stad, die wij nu op kaar ten en atlassen aantreffen. In 1765 brak er een epidemie uit, die de onderkoning deed besluiten een nieuwe hoofdstad te bouwen, dichter bij de zee: Pandsjim, Pangam of Villa Nova de Goa. De ha ven, Marmagoa, ligt gunstig aan diep water en het zou gemakkelijk een con current kunnen worden van Bombay. Maar de bewoners zorgen alleen, dat ze niet in armoede vervallen en leven vol gens het principe „Festa e sesta", fees ten en siësta. Goa telt ongeveer 667.000 inwoners. Een zesde daarvan zijn Indiërs, die als nauwelijks geschoolde arbeiders werk zaam zijn in de fabrieken en mijnen, die hoofdzakelijk eigendom zijn van hun ei gen landgenoten. Nergens is de fiscus zo gemakkelijk als in Goa. Maar toch wil Indië aansluiting van Goa, Damao en Diu bij de Unie. Want ook in Nieuw Delhi is men in deze onge wisse tijd geneigd overal spoken te zien. Hoeveel Portugees bloed er ook door hun aderen vloeit, Delhi beschouwt de Goanezen als zonen des lands. Als Mar- magao de outillage van zijn haven wat verbetert, vraagt Delhi zich af, of dat geschiedt om er een Amerikaanse basis van te maken. De Portugezen bouwen een vliegveld voor de dienst op Bombay. Delhi vreest, dat dit weer een geraffi neerde zet is van de NATO. Het leger van Goa, is versterkt met 2000 man uit Mozambique. Nieuwe aanleiding voor Indiasche argwaan. Bij de wet van 11 Juni 1951 veranderde de status van Goa, evenals die van de andere Portu gese bezittingen, van „kolonie" tot „overzeese provincie". Voor dit laatste bolwerk van Portugese grandeur was dit de formele bevestiging van de be staande toestand. Reeds in 1558 werd Goa een der Portugese bisdommen. De strijd van deze bisschop tegen het insti tuut der apostolische vicarissen, het z.g. „Goanese schisma", heeft daaraan nog een kerkhistorisch accent toegevoegd. De Portugese premier, dr António de Oliveira Salazar, sprak dezer dagen in een radio-rede over de kwestie-Goa en hjj merkte daarbij op, dat het gebied aan Portugal reeds vele eeuwen geld heeft gekost, want het economische le ven is er te zwak om zelfs maar zijn ei gen bestuurskosten op te brengen. Sala zar stelde zijn Indische ambtgenoot ten slotte deze vraag, die zelfs de geest niet meer gemeen heeft met Albuquerque: „Kan een land dan niet klein zijn en toch het recht aan zijn zijde hebben?" De Russische plaatsvervangende Hoge Commissaris in Oostenrijk, generaal Kras- kevitsj, heeft na een langdurig debat in de geallieerde raad niet willen toestemmen in een verzachting van een besluit van de raad uit 1945, waardoor de Oostenrijkse luchtvaart verboden werd. Het Oostenrijk se verzoek weer een burgerluchtvaart te mogen instellen, was, aldus Kraskevitsj, een doorzichtig voorwendsel om een mili taire luchtmacht te organiseren. Van Sovjet-Russische zijde verwierp men eveneens een voorstel om de Oostenrijkse regering vijf lichte vliegtuigen en vijf hef- schroefvliegtuigen voor reddingswerk in de bergen te laten gebruiken. of hun Assistenten". De realistische slotzin moet bij de meeste genodigden de deur dicht gedaan hebben. Want de gehele Zondagmorgen kwamen uit alle windstreken van Londen de schoonge takte en met wapens getooide koetsen van de Engelse adel en aristocratie naar de Tower gerold met op de bok koetsiers in livrei, die wanhopig de weg vroegen naar de White Gate door de welke hun meesters verlangden binnen te gaan om persoonlijk getuige te zijn van de witte-leeuwenwasserij. Maar er was geen Witte Poort, in de Tower. En er waren geen witte leeuwen. Er waren helemaal geen leeuwen. En er was geen rituele ablutie van wat voor beesten of schepselen dan ook. En de boze koet siers reden hun vernederde en verbol gen meesters terug naar hun statige woningen. Dit jaar heeft mijnheer Francis Sta- nislaw, die al jaren lang probeert de naar zijn mening in latente toestand in de Engelse volksziel voorkomende levensvreugde naar de oppervlakte te brengen, een poging gedaan Apriljolijt te brengen in het meest trieste oord van dit gelaten en lijdzame land, in de Londense City, waar 9 jaren na het eind van de oorlog nog welig het on kruid tiert op de kaal gebombardeerde vlakten. Hij had een gedrukte uitnodi ging gezonden aan klerken en typistes, die in de City, zoals T. S. Eliot zo goed gezien heeft, op hun gezichten het stempel dragen van een voortijdige maar bereidwillig aanvaarde verdoeme nis, om „deel te nemen aan het jolijt, om de trom te komen roeren, de dwaas uit te hangen, en te rinkelen met de o u UI-Lj uiggg- ijly narrenbellen", zulks ter viering van de dag die in het Engels de roerende naam Allergekken draagt, alsof er ten minste één dag in het jaar was waarop wij elkander als gelijken kunnen be groeten. Mijnheer Stanislaw kwam zelf op Allergekken een goed voorbeeld geven door naar de City te gaan, ge kleed in een vervaald zwart-geel wam buis en lange, zwarte en, helaas, veel vuldig gestopte kousen. Hij danste op het gras in Ludgate Garden rond een in Elizabethaanse kledij gehulde vogel verschrikker. Hij danste en rinkelde vervoerd met zijn narrenbellen, en werd bij deze voorstelling gadegeslagen door een hem begeleidende fluitspeler en een vrouw in een lang khaki-kleurig schort. Die dame, ietwat corpulent en met een mismoedige gelaatsuitdrukking, was dezelfde die men nu en dan door de City van Londen kan zien wandelen vermomd als de maagd Britannia, in een lange, gedrapeerde en sedert vele jaren niet meer geheel schone witte tuniek, met een gedeukte koperen helm op het hoofd en met voor de vermoeide buste een schild, getooid met de natio nale driekleur. Soms zegt zij, hoopvol en hierin terzijde gestaan door de on- vermoeibare mijnheer Stanislaw, zo maar Shakespeare op in de roetzwarte kolonnade van de St. Paul's Cathedral. En nu stond zij met de dansende nar op het gras en keek ietwat triest, ter wijl de fluiter floot en een paar typis tes gegeneerd giechelden rond het gazon. Mijnheer Stanislaw danste met een fles melk in de hand. Wij dachten dat de melk iets te maken had met het dansritueel van Allergekken, dat het wellicht de lente symboliseerde, u weet wel, lammetjes dartelend in het gras, kalveren huppelend in de wei, en het sap dat in de bomen schiet, zelfs al stonden wij te bibberen in een winterse wind. Maar neen, de melk was niet symbolisch. De melk was zichzelf en anders niet. „Het is mijn lunch", zei mijnheer Stanislaw. Lamsbout en burgemeester een, wij geloven niet dat mejuf frouw Betty Dalroy, die haar medemensen leert dansen in Ealing, het slachtoffer was van een iet wat verlate Aprilgrap. Wij zijn geneigd te denken dat zij het slachtoffer was van een wraakoefening, des te meer omdat al eens eerder in de geschiedenis van Londen een dame slachtoffer is ge weest van een eendere wraakoefening, zij het dan ook op een iets grotere schaal. Het geschiedde in het jaar 1803 in Berners Street. Een zekere mevrouw Tottenham, een zeer welgestelde dame, woonachtig in genoemde straat, werd des ochtends om 5 uur uit de slaap ge wekt. Er was bezoek. Het is naar ge noeg, als je een rijke dame bent, des ochtends om vijf uur uit de veren te moeten komen. Het is evenwel nog erger als de bezoeker een schoorsteen veger blijkt te zijn die verklaart een door mevrouw Tottenham zelf onderte kend schrijven te hebben ontvangen waarin hem werd gelast zich om vijf uur in de ochtend te harent te vervoegen voor het vegen van de schoorstenen. Nog erger is het, als het niet gaat om één schoorsteenveger, doch om een hele menigte schoorsteenvegers, die zich op je drempel verdringen, allen komend ingevolge een schriftelijke opdracht om vijf uur in de ochtend de schoor stenen van mevrouw te komen vegen. Maar mevrouw Tottenham kreeg niet de gelegenheid om terug te keren naar haar sponde en er te bekomen van een matineuze verontwaardiging. Want nauwelijks waren de teleurgestelde schoorsteenvegers verdwenen, of er ver scheen een hele rij kolenwagens die alle „door mevrouw bestelde kolen" kwamen afleveren. En toen kwam er een reeks lieden die doodkisten kwa men bezorgen voor het stoffelijk over schot van mevrouw Tottenham. En toen kwam er een hele menigte domi nees voor het verlenen van geestelijke troost, en toen een serie advocaten voor het verlenen van juridische adviezen, en toen een reeks geneesheren, die de zieke mevrouw Tottenham kwamen ge nezen. En toen kwam er een horde kunstschilders, allen om mevrouw te komen schilderen. Tegen het uur van twaalven werd de straat verder opge fleurd door de gelijktijdige komst van veertig visboeren, die kreeften kwamen bezorgen, op de voet gevolgd door veertig slagers, die lamsbouten kwamen afleveren. En toen het feest zijn hoog tepunt begon te naderen en de kreeften bezorgers en lamsboutenleveranciers overwogen hun malse waar te gebrui ken bij wijze van wapenen, weerklonken het getrappel van paardenhoeven en het ratelen van wielen. En wie kwam daar in alle glorie de straat in rijden in zijn calèche? Niemand minder dan de Her tog van Gloucester, die een dringende „uitnodiging" had ontvangen van me vrouw Tottenham. Doch het eigenlijk hoogtepunt van het kleine grapje werd bereikt toen de Lord Mayor van de City van Londen in alle luister van rood-fluwelen mantel en hoed en ambtsketen, voorafgegaan door een be reden City-maarschalk met een pluim steek, en met alle bijbehorende hoog- burgemeesterlijke staatsie Berners Street in kwam rollen om eveneens zijn opwachting te maken bij de geplaagde dame. Later lekte uit dat Theodore Hook, een dramaturg en romanschrijver, die in dezelfde straat woonde en die ern stige grieven koesterde tegen de wel gestelde dame, tezamen met twee vrienden het grapje had georgani- ler hochbegabt" Steinbach had hem een succesvolle loopbaan als con certpianist toege dacht, maar zijn voorkeur ging uit naar een leven als muziekpaedagoog. Als zodanig is hij naar Venlo getogen en is er ge bleven, een bescheiden mens, die stil en stug heeft doorgewerkt en veel bereikt heeft. Meer dan duizend leerlingen her denken in hem vol dankbaarheid een kundig leraar. Vele organisten dan ken aan hem een opleiding, die hen goede betrekkingen deed veroveren Zijn eigen kinderen heeft hij ge vormd tot uitstekende musici. Zijn twee zonen Hein en Wieke zijn bezig, vooraanstaande plaatsen in ons Ne derlands muziekleven in te nemen. Zijn derde zoon is Broeder gewor den enook al muziekpaedagoog. Zijn dochter die als sopraanzangeres te Keulen debuteerde, is later met een arts gehuwd. Jordans heeft ook gecomponeerd, al is dat niet bekend. Voor zijn studenten aan het Dominicaner-col lege schreef hij geestige operetten met begeleiding van huisorkest in een gemakkelijke zetting. Ze zijn he laas nooit uitgegeven. Met Pater Bruno Hespers, die thans in hoge ouderdom te Rome nog verkend lid is van de Tabula Gregoriana, schreef hij begeleidingen voor heel het Graduale, Vesperale en Antiphonarium van de enigszins afwijkende Dominicaanse liturgie, verschenen bij Schwann, Düsseldorf, die nog altijd in de Dominicanen kloosters over heel de wereld in ge bruik zijn. Maar weer 'n bewijs van zijn bescheidenheid: zij staan geheel op naam van Pater Hespers. De triomfen van de concertzalen heeft Jordans nooit gezocht, ofschoon hij de gaven ertoe bezat. In beschei denheid heeft hij de edele musica gediend. seerd. Zij hadden gedrieën 4.000 „uitno digingen en bestellingen" van mevrouw Tottenham rondgezonden aan burge meesters, hertogen, schoorsteenvegers, kruideniers, lijkkistenfabrikanten, vis boeren, slagers, artsen, advocaten, do minees, vervaardigers van bruidstaar ten, kunstschilders en vele andere lie den die huns inziens in aanmerking kwamen voor een uitnodiging. En van uit een vertrek, gelegen tegenover het huis van mevrouw Tottenham, had het drietal zich zeer vermaakt toen zij zagen hoe voortreffelijk hun grapje was ge slaagd en hoe vlot commerciële en maatschappelijke bezoekers bleven toestromen naar het huis van de dame. De organisatie was inderdaad voortref felijk gebleken, zo voortreffelijk, dat vele van de gedupeerde lijkkisten ver vaardigers, dominees, slagers, artsen enz. tevergeefs probeerden mijnheer Hook voor de rechter te dagen om schadevergoeding te eisen. Want nie mand kon bewijzen dat mijnheer Hook inderdaad de schuldige was. Wij ver moeden dat juffrouw Betty Dalroy, evenals voor haar mevrouw Tottenham, toom heeft gewekt in het hart van een onbekende en dat laatstgenoemde op kleine schaal herhaalde wat bij de ken ners van de histoire intime van Londen bekend is gebleven onder de benaming „The Berners Street Hoax". AMSTERDAM (V.U.) Doctoraal scheikunde E. D. Engelhardt Amster dam en L. P. Ederzeel, Amsterdam. Doctoraal natuurkunde: A. F. G. Han- ken, Amsterdam. Cand. wis- en na- tuurk. J. Dieleman, Oostburg. P. H. Broerse, Nieuwer AmsteL J. Molenaar, Landsmeer en B. van Zanten, Blari- cum (cum laude). Amsterdam (G. U.) Doctoraal phar- macie mej. G. M. Th. H. Voncken (Am sterdam); doctoraal scheikunde mevr. J. P. Colpa-Boonstra en T. Doorgeest (Amsterdam); cand. wis- en natuurk. B. C. Poeder (Hilversum) en J. M. P. J. Verstegen (Beverwijk). 1953 is het topjaar geweest van de bouwactiviteit. De productie in de gebouwensector heeft f 1394 millioen bedragen tegen f 1250 millioen in 1952. De productie lag dus bijna 11,5 pet. hoger. Bij de beoordeling van de produc tiecijfers moet worden bedacht, dat het verloop van de verwerkte bedragen wordt beïnvloed door veranderingen in de bouwkosten. Schakelt men deze invloed uit, dan blijkt, dat in de sector gebouwen in 1953 ongeveer 15 pet. meer werd verwerkt dan in 1952. Het geraamde bedrag werd voor 95 pet. verwezenlijkt. In 1953 werden 59.597 woningen opgeleverd, waarvan er 2030 als duplex- woning zijn gebouwd, zodat 61.627 gezinnen in nieuwe woningen konden worden gehuisvest. Er werd een begin gemaakt met de bouw van 77.160 woningen, hetgeen 7.788 meer is dan in dezelfde periode van 1952. Er kwamen vorig jaar voorts 440 complete scholen gereed. Aan het eind van 1953 waren 446 complete scholen in aanbouw. Het aantal complete kerken, dat 1 Januari 1954 onderhanden was, bedroeg 114. Opgeleverd werden in 1953 89 complete kerken. In 1953 werden veel meer woningen in opdracht van particulieren ge bouwd, n.l. 29.586 tegen in 1952 25.815. In de sector bedrijfsgebouwen voor de nijverheid werd slechts voor f 144 millioen goedgekeurd tegen f 207 millioen in 1952 en f 247 millioen in 1951. Het blijkt, dat er geleidelijk minder in deze sector wordt geïnvesteerd. In de sector weg- en waterbouwkundige werken werd met een verwerkt bedrag van f 199 millioen een recordproductie behaald. In de sector scholen heerste een toenemende bedrijvigheid. Het verhoogde bouwprogramma werd met 14 pet. overschreden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 9