De priester als romanfiguur EEN ONVOLLEDIG BEELD DE RUSSEN REKENEN OP HUN ONDERZEEBOTEN De fooi bij de kapper s Italiaans parlement is tegen atoomoorlog De priester is een gekruisigde Ongeluksster van Napoleon keert terug Geen steunpunten j MEESTAL MEER GEDWONGEN SURPLUS DAN APPRECIATIE VOOR PERSOONLIJKE DIENST C n Gelijke controle en vermindering van bewapening bepleit VRIJDAG 7 MEI 1954 PAGTNA 11 I Kapsel m V-vorm Goed voorbeeld doet... Zes jaar geëist tegen gentleman-inbreker Geschenk voor Catechisten van Breda Plannen voor nieuwe raffinaderij in Pernis Heeds ettelijke jaren is de vriester een geliefd „roman-thema". In velerlei et ?a®n'en verschijnt dan ook de priester in de moderne roman, doch geen iice/e is nog in staat geweest ons ook maar een ogenblik de bijzondere gestalte fn de pastoor van Ambricourt Bernanos' wonderlijk bezielde en even be te ld gekwelde schepping te doen vergeten. We willen ons in deze kroniek en ogenblik bepalen tot de jongste priestercreaties in de Franse romanlitera tuur. Dan zien we daar niet voorbijgaan van Boris Simons' al spoedig ook tn het Nederlands vertaalde roman Les chiffoniers d' E mmaüs de Priester als een soort heldenfiguur n.l. in Maurice Descotes' roman Mon- 'eigneur (uitgegeven door Éditions Julliard, Paris). Descotes heeft zonder enige twijfel de bedoeling gehad om een inwendig, een geestelijk drama te verbeelden en tevens van dat drama een oplossing te Beven. Het is het drama van een jonge pries- xei'. abbé Brachet, die onder de nazi-be zetting tot 'n leidende politieke figuur 's uitgegroeid. Hij komt voor een crisis :e staan, zodra de tijd der politieke ac- ue. in 1944, ten einde is: is hij in wer kelijkheid nog wel priester? Is hij niet up de eerste plaats een „partisan" ge worden? Moet hij zich onderwerpen aan zijn bisschop, die zijn leidsman, zijn gees trijke vader is geweest, of moet hij zich tegen zijn bisschop verzetten, daar deze eeft „gecollaboreerd"? Op het einde tjan het boek verzoent abbé Brachet ha enige aarzeling Monseigneur Brachet geworden zich met zijn bisschop. fMarop de keper beschouwd zijn heiden het steeds eens geweest. De per sonen uit deze, nogal kunstmatig in el kaar gezette, roman zijn leeg, zijn vals; de gewrongen situatie, waarin zij zich ten opzichte van elkander bevinden, juist leven en echtheid. De schrijver heeft de pretentie gehad om een geeste- hjk drama uit te beelden, waarin niet Hechts getracht wordt de geschiedenis °P een boeiend moment te grijpen doch {^aarin tevens gepoogd wordt een der knellendste problemen van het Kerke lijke leven in het hart te raken. Maar Voor een dergelijke taak is bij een ro mancier meer nodig dan enkel de goe de wil! Maurice Chavardès probeerde in Ren- dez-vous a l'aube (Éditions Calmann - Levy, Paris) ongeveer hetzelfde, of schoon in meer directe vorm. Het the- h"a van zijn roman is nóg bewogener dan het thema van het voorgaande boek Het kan eigenlijk worden herleid tot de benauwende vraag: mag een katholiek °oit een priester doden? Tot goed begrip van het werk dient •hen te weten, dat de katholiek een jon ge verzetsstrijder is en dat de priester, over wie het gaat, 'n verrader, 'n ver klikker is, een man die zich aan talrijke euvele daden heeft schuldig gemaakt. Het zeer goed gelede verhaal speelt Hch, natuurlijk, af ten tijde der nazis tische bezetting. De stijl is uiterst ge voelig, om niet te zeggen nerveus en hien leest 't boek, dat aan 'n boeiend ge schreven detectiveroman herinnert en hat het niet versmaadt om door filmi sche middelen de lezer te pakken, in eén adem uit. De aarzelingen van de jongeman zijn misschien wat kleinmoe dig maar sympathiek. Doch de onwaar dige, door het verzet ter dood veroor deelde priester, is slechts priester om dat de romancier ons dat op de eerste bladzijden van zijn boek vertelt. In feite gedraagt hij zich als ieder ander. Hij had evengoed de fabrikant, mijnheer X kunnen zijn. Dat is zeker niet het ge- Val bij de priesterfiguren door wie Ro ger Bésus en Bruno Gay-Lussac zich ge boeid tonen, respectievelijk in Cet hom- me qui vous aimait (Éditions du Seuil, Paris) en La mort d'un prêtre (Éditions •Julliard, Paris). Deze romans zijn geen eerstelingen. f>esus heeft zich reeds een aanzienlijke {ezerskring veroverd door zijn roman Le Hefus, terwijl Gay-Lussac voor zijn boek Ha Ville dort de Barthou-prijs heeft ge kregen. He jongste romans van beide auteurs {Punten zeker niet uit door originali- veit; de personen komen uit het roman confectiebedrijf. We ontmoeten de kas teelheer, die natuurlijk weduwnaar is en vader van een zinnelijke doch aan trekkelijke dochter de burgemeester, een schipperend politicus de anti- clericale dokter de anarchistische on derwijzer de praatlustige en nieuws gierige winkelier het zwarte schaap Oongen of meisje) de dorpsidioot de pastoormeiden alle personen ■■zo echt frans". De décors zijn dienover eenkomstig, zelfs al een beetje aftands- Zo splitst Bésus zijn dorp in twee par tijen door middel van een „Centrale Voor Atoomonderzoek", die, geheel be heerst door communisten, de boeren te- Sen zich in het harnas jaagt door hun Sronden op te kopen. Gay-Lussac maakt een splitsing tussen maquisards en na- zis, tussen armen en rijken. De roman middelen, welke de auteurs toepassen, zijn een beetje goedkoop. En de pa rochies zijn, zoals dat nu eenmaal in dergelijke boeken hoort, dode parochies. Men kan zich gemakkelijk voorstellen voor welke problemen de zielzorg on der zulke omstandigheden komt te staan. Nu moet men de door Bésus en Gay-Lussac in hun romans ten tonele gevoerde priesters vooral zien als "symbolen". Men zou kunnen zeg gen, dat zij de Franse geestelijkheid in haar geheel ,„symboliseren". Een der meest ergerniswekkende aspec ten van de franse geestelijkheid is haar armoede. En een der meest er gerniswekkende zorgen van de Kerk in Frankrijk is, dat zij weer gehoor moet trachten te vinden onder de armen in het volk en onder de arbei ders. De zielzorg onder de arbeiders, in een totaal verheidenst milieu, is eenvoudig niet te vangen onder de gulden regels der Katholieke Actie. Dat is een zaak waar zelfs niet over gediscuteerd hoeft te worden. Die zielzorg wordt voortreffelijk gekarak teriseerd door de volgehde anecdote. De priesters uit C., die in gemeen schap leven, komen van tijd tot tijd samen in een vertrek, dat dienst doet als kapel en als vergaderlocaal. In hun eerste enthousiasme hadden deze priesters als devies op de muur ge schreven: Pogen de 200 duizend zie len te winnen. Nog geen 6 maanden later hadden ze, door harde ondervin ding wijs geworden, het woord win nen doorgehaald en er boven geschre ven: leren kennnen. Vorig jaar was ik eens bij hen. Toen was ook het woord „leren kennen" al weer door geschrapt en vervangen door bemin nen. Men kan er over twisten of de door Bésus en Gay-Lussac aangewende ro manmiddelen de bedoeling van hun ro mans bekrachtigen of niet. Die midde len zijn: opstootjes, moorden, abortus- gevallen, sterfgevallen, aanrandingen, gevallen van operatie, mensen in dood strijd, begrafenissen, zelfmoorden, won deren Bij Bésus brandt als het ware alles; bij Gay-Lussac alleen het dorre hout. Doch beiden hebben zij gemeen maar dat is iets, wat ze niet slechts onderling met elkander gemeen heb ben, het is kenmerkend ook voor de huidige literatuur, zelfs voor de dag bladen, tijdschriften, de mode en de filmkunst in het tegenwoordige Euro pa de afwezigheid van alle schroom. Schroom is niet altijd eerbiedwekkend, maar afwezigheid van alle schroom is altijd gebrek aan eerbied. Het behagen, dat de twee romanciers er in schep pen om tegelijk met hun personen ook ons te prikkelen, is 'n kwaliteit, welke in de 20e eeuw vrijwel gemeengoed is geworden. Toch zou het jammer zijn, indien men daardoor de roman van Gay-Lussac als morbide zou aanzien en die van Bésus als een vervalsing; want de twee werken zijn niet alleen bijzon der meeslepend, ze zijn ook belangrijk voor niet-Fransen, als toeschouwers, en voor ons, die er middenin zitten. Want per slot van rekening geven de beide romans zich er wel degelijk rekenschap van, dat de priesters geleid worden door een verscheurende, door een bijna wanhopige liefde voor God en de mens. Het belang van zulke boeken is noch literair, noch dogmatisch, noch apolo getisch. Toch werken zulke boeken afgezien van de pretenties en de be doelingen der auteurs door hun suc ces, apostolisch. Mer. kan werkelijk zeg gen, dat dank zij dergelijke boeken de straat, de fabriek, de politieke partijen en de parochies de priesters met geheel andere ogen zijn gaan bezien. De pries ter is in het oog van de gehele wereld wederom een arm mens geworden, zo als wij allen arme mensen zijn; hij is een mens geworden wiens dagelijkse moeilijkheden dezelfde zijn als de onze: want al die boeken bekrachtigen, met een breed of een diep begrip, soms met hardheid en soms met genegenheid: de menselijkheid van de priester. Van de priester, die hier op aarde isMaar de priester is niet enkel op deze aarde. En hier zijn we wederom bij het be ginpunt aangeland. We hebben teveel „mijnheer pastoor" te zien gekregen met de trekken van Fernandel, Pierre Fresnay, Michel Vitold of zelfs Claude Laydu als de pastoor van Ambri court allemaal filmspelers. Doch de priester heeft niet alleen maar het ge zicht, dat literatuur en film ons sinds jaren al proberen op te dringen; hoe sympathiek het soms ook moge zijn. De priester is geen geschikte romanfi guur. Hat beste van zijn wezen ontsnapt aan het vermogen van iedere roman cier op een hoge uitzondering na. Het mag dan verheugend zijn, dat de mensen van tegenwoordig de noodzaak gevoelen van het inwendige behoef van de priester gelijkvormig te zien aan het hunne, 't is misschien zelfs opwindend: maar wat betekent zo'n menselijke pries ter een romanheld indien hij Op zijn gigantische baan door het heel al, die cu. 72 jaar duurt, komt thans de komeet Pons-Brooks weer in de buurt van onze aarde. Daarmede wordt deze komeet sinds Napoleon weer voor het eerst voor ons zichtbaar. In 1812 werd zij ontdekt en haar verschijning viel toen samen met de ondergang van Napoleon in Rusland. De komeet verdween weer om in 1883 pas weer terug te keren in haar baan naar de aar de. Een baan die zich zo diep het heelal in buigt dat de komeet tot ver voorbij de baan van de planeet Neptumis komt. Het is over deze enorme afstand dat de komeet ca. 72 jaar nodig heeft. Thans zijn deze 72 jaar verlopen en de komeet zal van ca. 10 tot 20 Mei voor ons zichtbaar zijn, met het blote oog. Komende van het sterrenbeeld „Androme- da" zal zij haar baan zoeken Langs het beeld van de „Ram" en de „Stier". Dit gedeelte van de hemel kunnen wij op de genoemde data zien in het Noord-Noord-Oosten, laag boven de horizon van ca. 2 tot 3 uur in de morgen. Men moet echter niet denken dat het een van die opzienbarende verschijningen zal wor den, zoals wij die ons van kometen vooi stel len. De aarde staat n.l. juist aan d» an dere kant van de zon als le komeet het helderst is en de afsatnd tussen de komeet en onze aarde is dan nog vrij groot. Vlak voor de zonsoptyjmst kan men de komeet dan waarnemen als een wazige vlek, een vlek, die men ook in de tijd van Napoleon heelt kunnen zien. Het is echter mogelijk dat de komeet enkele helderheidsuitbarstingen te zien zal geven, zoals in het jaar 1SS3, teen zij plotseling viermaal helderder werd dan normaal en dat binnen het tijdsbestek van één uur. Over de samenstelling van de kometen en de processen die haar uiterlijk bepa len is nog slechts weinig met zekerheid be kend. De kern van een Komeet is altijd heel klein en bestaat uit gesteenten, gruis en stof, zeer losjes opeengestapeld, dir al les vermengd met en gedeeltelijk vastge houden door bevroren gassen. Deze bevro ren gassen fungeren in zekere zin nis bind middel. De kometen komen van een zeer grote afstand naar de zon. Ons planetenstelsel is omgeven door een enorme ■volk van ko meten. Men zou nooit iets van deze veraf gelegen wolk van kometen bemerken ais door de invloed van de sterren cr af en toe niet enkele in onze buurt worden gebracht. niet de priester is van Christus, een held van de Kerk. Het beeld, dat de romanschrijvers ons van de priesters geven, is onvolle dig. En het zijn onvolledige getuigenis sen als de hunne, welke verantwoorde lijk zijn voor de misverstanden, waar van op het ogenblik de priester-arbei ders de gehoorzame slachtoffers zijn geworden. Want er bestaat een priester lijke levenseis welke door de roman ciers volledig wordt veronachtzaamd een eis, welke door de goede père Ché- vrier (de vader der eerste z.g. priester- arbeiders, wiens canonisatie-proces reeds aanhangig is gemaakt) in enkele woorden is gegrift in de muur van een stal, zijn armelijk verblijf in Saint- Fons-les-Lyon: „De priester is een be rooide mensDe priester is een ge kruisigde mensDe priester is een mens, die voedsel is voor de ande ren Parijs ROBERT MOREL lö «rldÜ?lelZWaTej krui-ser ®aB „Sverdlov"-klasse en een onderzeeboot van het verbeterde ,JC-type". Op de achter grond een van de nieuwste grote torpedobootjagers. Een lange afstand-bommenwerper van het type „Tu-4" passeert deze moderne eenheden. Regelmatig publiceren de meeste maritieme mogendheden gegevens omtrent de samen stelling en het aanbouwprogramma van hun zeemacht. Alhoewel men mag veronderstellen, dat Ve technische gegevens onvolledig of niet geheel Juist zijn, is het naar deze publicaties toch moge- Hjk een vrij nauwkeurig overzicht van hun ge- vechtsvloot te geven. Een uitzondering maakt échter de Sovjet-Unie. Dit land heeft sinds de her bouw van zijn marine in 1935 zoveel mogelijk ge tracht aantal en prestaties van zijn oorlogsbodems Reheim te houden. Slechts bij hoge uitzondering trachten Russische marine-vaartuigen een be zoek aan buitenlandse havens. Door deze strenge censuur is het uitgesloten een volkomen nauw keurige opsomming van de Russische vloot te Seven. Wel is het mogelijk, met behulp van vele buitenlandse gegevens, foto's en silhouetten, een enigszins betrouwbaar overzicht van deze geheim zinnige vloot samen te stellen. Vergelijkt men het aantal schepen waarmede de Russische vloot is uitgerust met de enorme Amerikaanse, of zelfs met de gezamenlijke West-Europese vloten, dan zullen velen de mening zijn toegedaan, dat in een eventueel militair conflict tussen deze landen, de veel Zwakkere Russische vloot weinig of geen kans bezit een zeeoorlog met succes te voeren. Alleen de Amerikaanse vloot telt ruim 4500 benheden, tegen plm. 1750 Russische bodems. Onjuist zou het zijn naar het aantal schepen ue kracht van de Russische vloot te bepalen, immers haar oorlogstaak verschilt belangrijk met die van de Westelijke landen, welke in tegenstelling met Rusland onderling verbonden Zijn door een groot aantal moeilijk te bescher men vitale zeeverbindingen. °pvallend is het dat de Russische vloot met sla 600 000 man marine-personeel slechts enkele ^gschepen bezit, n.l. de „Novorossiisk", een °rmalig Italiaans slagschip van 23.500 ton en de 1l3r°uderde slagschepen „Petropavlovsk" en „Ok- Van kaya Hevolutsia". Twee kapitale slagschepen Ziin 40-000 ton zouden te Leningrad in afbouw dat lboewel enkele marine-deskundigen beweren st ue bouw van deze schepen al in 1947 is ge- tem De slaSvloot is dus zeer zwak te noemen, ka ®er daar de Sovjets geen enkel groot vlieg- siagP^Wp bezitten ter ondersteuning van hun bw61 beschikt de vloot over een omvangrijke lneHuchtmacht, ten dele voorzien van mo- 6luite ?traalvliegtuigen, maar deze kunnen uit- van n° opereren vanaf hun vliegvelden en niet ka^mobiele basis in de vorm van een vlieg- De kruiser-vloot bestaat uit 18 eenheden met een standaard waterverplaatsing van 8.000 tot 15.000 ton. Vooral de kruisers, gebouwd na de tweede wereldoorlog, kenmerken zich door zware bewapening, hoge snelheid en grote actie-radius. Volgens betrouwbare berichten zouden enige nieuwe kruisers, welke op stapel staan, worden ingericht voor het lanceren van raketwapens. Een omgebouwd koopvaardijschip doet reeds dienst als experimenteel raketschip en is met deze wapens uitgerust. De Russische vloot bezit 64 torpedobootjagers, 45 escorte-torpedobootjagers, plm. 140 patrouille vaartuigen, plm. 45 kanonneerboten, plm. 15 mij- nenleggers en plm. 80 mijnenvegers. Voorts enkele honderden kleine onderzeebootjagers, torpedo motorboten en landingsvaartuigen. Bestaat de behandelde bovenwatervloot gro tendeels uit lichte eenheden en is zij minder tal rijk dan deze scheepstypen in de Westerse vlo ten, hét Russische onderzeebootwapen is het grootste ter wereld. Gegevens over deze gevaar lijke onderzeebootvloot lopen zeer uiteen. Alge meen wordt echter aangenomen, dat zij als volgt is samengesteld: plm. 175 grote onderzeeboten geschikt voor acties op de Oceanen (grote actie radius), plm. 130 middelbare onderzeeboten en plm. 90 kustonderzeeboten. Sinds 1947 hebben de Sovjets met behulp van Duitse ingenieurs gestreefd een machtige onderzeebootvloot te bouwen. Vooral de uitstekend geoutilleerde marine-scheepswerven „Marti", „Ordjonikidze" en „Soudomekh" te Leningrad spelen hierbij een grote rol. Het is te verwachten dat binnen enkele jaren de Sovjet-Unie er in zal slagen een onder zeebootvloot op te bouwen groot genoeg om op elke oceaan met succes tegen zeeverbindingen te opereren. Een groot probleem zal het echter zijn, bruikbare steunpunten te verkrijgen en in te richten, daar de thans beschikbare havens wei nig geschikt zijn voor grote offensieve operaties. Ook al zijn in de Oostzee door toevoeging van Libau, Memel, Koningsbergen en enige Oost- Duitse steunpunten de Sovjets in het bezit ge komen van goede ijsvrije havens. Zolang zij de ondiepe (ongeveer 20 m.) en smalle (3750 m.) Sont tussen Zweden en Denemarken niet bezit ten zullen deze havens als operatiebases voor acties op de Noordzee en de Atlantische Oceaan van weinig nut zijn. De afsluiting van de Zwarte Zee door de Bosporus (33,5 km. breed) en de Dardanellen (1,5-8 km. breed) maakt de Rus sische Zwarte Zee-steunpunten ook hier weinig geschikt voor onderzeeboot-acties in de Middel landse Zee. Een gunstige uitzondering maken de steunpun ten gelegen aan het Westelijk deel der Noorde lijke IJszee. Deze wateren zijn, uitgezonderd de Witte Zee, door een hoog zoutgehalte en warme zeestromingen het gehele jaar bevaarbaar. Toch zal het vanuit deze veraf gelegen oorlogshavens onmogelijk zijn alle zeewegen op de Atlantische Oceaan te blokkeren. De vlootsteunpunten in Azië aan de Japanse Zee, Zee van Okhotsk en de Stille Oceaan zijn wel gelegen aan open zee, maar de meeste van deze havens zijn door dichtvriezen slechts enkele maan den voor scheepvaart te gebruiken. Van groot belang voor de Sovjet-Unie zijn de havens langs de Chinese kust. Bij een mogelijk militair con flict zal Communistisch China er ongetwijfeld in toestemmen deze havens als onderzeebootbases te doen inrichten. Het zal een ieder duidelijk zijn, dat het zeege bied rond de Sovjet-Unie, hetwelk bestaat uit vijf afzonderlijke zeeën, zeer nadelig is voor dé ge zamenlijke gevechtskracht der Russische vloot, daar zij in elk zeegebied een volledig uitgeruste vloot met reparatiewerven moet bezitten. Onder linge verbinding buiten de doorvaarten Sont en Dardanellen is slechts mogelijk door kwetsbare binnenwateren en dan uitsluitend voor schepen beneden 3.000 ton. Zo zijn de Oostzee en Wijtte Zee met elkaar verbonden door het brede Stalin- kanaal. Torpedobootjagers en onderzeeboten kun nen in de zomermaanden van dit kanaal gebruik maken. Het Mariinskkanaal verbindt de Oostzee en Witte Zee, via de Wolga, met de Kaspische Zee en het Wolga-Don kanaal geeft aansluiting met de Zwarte Zee. Al is dit enorme kanalen- systeem van onschatbare waarde voor de kleine oorlogsschepen en voor de bevoorrading der vloot, slagschepen en kruisers kunnen hiervan geen ge bruik maken en zijn aangewezen op de genoemde gemakkelijk controleerbare doorvaarten. Het is te verwachten, dat in een eventueel militair treffen, de Sovjet-Unie er naar zal stre ven deze nadelen op te lossen en zich zo spoedig mogelijk in het bezit tracht te stellen van ijsvrije, maar vooral gunstiger gelegen bases, waarna zij de volledige kracht van haar onderzeebootvloot kan ontplooien. J. W. SMITS IHIIIIIIIIIillllllllllilllllllB Het hoog opgeborstelde kapsel moet souplesse suggereren. inds de tariefsverhoging bij de kapper zit het met die moei lijke kwestie fooi nog moei lijker dan het al was. „Nu ik twee kwartjes meer moet betalen voor wassen en watergolven, geef ik geen fooi meer", hebben wij iemand ho ren zeggen, waarop een ander zei. dat ze helemaal nooit een fooi gaf, omdat ze toch voor de haar bewezen diensten redelijk betaalt, en een der de de opmerking maakte, dat ze een fooi navenant, op een dure perma nent altijd een zware belasting vond. Nu is de tariefsverhoging door de Federatie van Kapperspatroons geadviseerd volstrekt individueel door ieders kapper toegepast. Wy hebben in Nederland meer dan tien duizend kapperszaken (dat is één kapper per ruim duizend inwoners) waarvan men niet precies weet, hoe veel dameskappers daarbij zijn. om dat menig bedrijf zowel dames- als berenhoofden onderhanden neemt. De voorja'arslijn is een V tot kruin. van kin j= Van die ruim tienduizend coiffeurs is 40% eenmanszaak, die uiteraard de minste onkosten hebben, zoals ook de volkszaken minder duur in exploitatie zijn dan de luxe salons. Maar globaal is in de wereld der haarverzorging sinds 1949 de kost- prijs met 33% verhoogd, zegt men. De meeste onkosten (maar ook de grootste revenu's) hebben vanzelf- sprekend de dameskappers aan de top. die voortdurend hun permanent- methoden moeten herzien volgens het nieuwste neusje van de zalm en die hun clientele met kunnen blij- ven kwellen met een droogkap waar- onder een verschroeiende woestijn- wind waart, als de technische per- fectionnering er in geslaagd is, ze =E ook zo te maken, dat er een zacht broeikas-briesje in suist. En als A. S zijn cabines zachtgroen schildert en S de gordijnen veraangenaamt voor het oog, moet B. meedoen. Zo dro- men wij ook nog altijd van de kap- per waar je een kop thee krijgt om S fier uur, als de droogkap je nóg meer uitdroogt, maar die sporadische voor-oorlogse service schijnt niet meer te zijn teruggekeerd. EE Maar goed, de onkostenstijging is opgevangen in de tariefsverhoging aan het begin van dit jaar, die werd onderschoven bij de algehele op- winding over de 5 pet. loonsverho- ging. Iedere kapper heeft zelf uit- EE gedokterd, hoe ver, of hoe weinig ver hij meende te kunnen gaan. Zo we- ten wij o.a. van een coiffeur, die alleen het knippen heeft verhoogd, maar daarentegen het permanenten heeft verlaagd, omdat, zoals hij zei, de vrouw zich tegenwoordig vel drie- a viermaal per jaar moet la- ten krullen. En dit zei hij niet, maar hij heeft het natuurlijk wel S gedacht hij er zékerder van is, dat ze het ook werkelijk zal doen EE als het tarief wat zakt. Ja, we ma- ken het leven zelf steeds duurder, want het haar heeft steeds meer nodig. Van die tariefsverhoging echter profiteert het personeel van de zaak niet. Of misschien nauwe- lijks voor zoverre de eerste be- diende een klein percentage krijgt EE van de omzet. En hiermee snij- den wij de moeilijke kwestie aan van lonen en fooien in de kap- EE perswereld, die, zoals men ons zei, de voortdurende aandacht heeft, want ideaal i$ de toestand, zoals die nu is, geenszins. Vóór de oorlog was er helemaal niets vastgelegd. Na de bevrijding H zijn er door de rijksbemiddelaars lonen voor de kappersbedienden EE vastgesteld, maar die liggen laag, omdat men rekening heeft gehou- den met het vaste „verval". Niet S alleen de leerling, die overdag haren wast en des avonds zijn kappersvakschool bezoekt, maar ook de eerste bediende, die zijn diploma's heeft, moet het, naast g een basis-weekloon, voor een deel hebben van de fooien. Wanneer hij het tot eerste bediende heeft g gebracht en 3 jaar aan een zaak verbonden is geweest, laten we zeggen dus 6 of 7 jaar nadat hij of zij de witte jas heeft aangetrok ken, kan hij per week (in de hoog ste gemeenteklasse) f 44.10 touche ren. Een hoogst enkele exclusieve uitzondering daargelaten. Daar komt dan bij een percentage van de be- drijfsomzet en de verkoop van cos metica tot een maximum van f 10 per week. De rest moet komen van de fooien, die door de belas- De d room-kapper, waar je een kop thee krijgt om vier uur. ting op 20 pet. van het weekloon worden geschat. Het eind-inkomen is dus altijd onzeker en afgezien daarvan kan men zich afvragen of net fooiensysteem op deze wijze eervol is voor iemand, die zijn ambacht kent. Het schiet im mers menigmaal zijn doel van persoonlijk blijk van waardering voor een bewezen dienst voor bij, als successievelijk twee of drie halve en hele krachten het haar van de klant wassen, „inzet ten", spoelen, krullen en opkam men en dan, na de afrekening, het fooi-surpius. waartoe de klant zich verplicht voelt, in het alge mene fooienbusje verdwijnt. Is het beter in Frankrijk, waai de kapper onder zijn hoge rekening eenvoudig 10% zet? Neen, daar wil men hier helemaal niet aan. En terecht. Het zou hier moeten worden als in Amerika en Scandinavië, waar men het hele gedwongen fooienge- doe bij de kapper niet kent. Wat ook ■al daarom een verbetering zou zijn, omdat dan alle partijen precies weten waar ze aan toe zijn. Ook de klant die nu nogal eens aarzelt wat hii precies moet geven. Vooral de vrouw bij haar geldelijk beleid gewend om op de kleintjes te pas sen is aarzelend op dit punt Bij de man zit het geld voor een fooi meestal losser! Zoals gezegd, de kwestie heeft achter de coulis sen de volle aan dacht maar het erop aansturen is niet zo eenvou dig. want de kap perswereld is van binnen nogal broos en hetero geen en men zal het er toch over eens moeten wor den, waar de af te schaffen fooi dan wél vandaan moet komen. Zoals de situa tie nu is, is het te begrijpen, dat de dameskappers klagen over een eeuwig tekort aan eerste bedienden. Mannelijke zijn er te weinig, omdat de econo mische omstandig heden voor een man met een ge zin nog minder rooskleurig zijn dan voor een vrouw alleen. Maar de vrouw trouwt meestal en dan is haar vakkennis verlo ren. Het verloop onder de vrou welijke assisten ten bij de kapper is altijd zeer groot, waarom men dan ook de voorkeur geeft aan de geschooide man. Het is een vi cieuze cirkel. Met dat al zijn de prominente kap- j pers druk bezig ons ervan te over- tuigen, dat het haar dit voorjaar de V-lijn moet hebben, met de kin els uitgangspunt langs de kruin omhoog, i Er mag een beetje franje, als res- tant van de Fragonard-lijn van deze winter, bijkomen voor de avond. De vrouwen willen er wel aan, zei een prominente kapper ons, maar de Ne- i derlandse mannen zijn zo bedroevendI conservatief. „Kind, icat zie je er i uit", zeggen ze als hun vrouw met j de nieuwe coiffure thuiskomt, „doe j je haar liever gewoon". Maar die stille strijd tussen modemakers en echtgenoten is al heel oud. Ej A. Bgl. j Advertentie Zeker, haar grootmoeder en haar moeder gebruikten reeds MAÏZENA DURYEA en zy volgde dai goede voorbeeld. Vandaar haar lekkere groenten, smakelijke soepen en smeuige sausen. En als haar vriendinnen vragen hoe het komt dat zjj zo lekker kan koken, dan zegt zij: ,,Goed voorbeeld doet goed vol gen" en gebruik zoals ik - MAÏZENA DURYEA voor het binden van groenten, soepen en sausen. Dan zyn mislukkin gen bij voorbaat uitgesloten. Tegen de Limburgse gentleman-inbreker W. M., die in enkele jaren 94 inbraken heeft gepleegd en daarbij een bedrag van 50.000 heeft gestolen, is voor het Bossche Hof een gevangenisstraf van zes jaar ge- eist. Er waren hem zes gevallen ten laste gelegd. M. had eens een consulaire auto meegenomen om een goed heenkomen te zoeken en reed daarmee zo frank en vrij door het land, dat zelfs de politie voor hem salueerde. Hij had een bijzondere technische kennis en feeling, die het ope nen van brandkasten voor hem tot kin derspel maakte. Opgegroeid in een ver keerd milieu is hij met medewerking van zijn vader, die als heler optrad, tot deze daden gekomen. Uitspraak 19 April. De Catechisten van de Eucharistische Kruistocht, in de wandeling de Catechisten van Breda genoemd, nebben op 8 December van het afgelopen jaar het 25-jarig bestaan van hun gemeenschap herdacht. Een meer feestelijke viering van dit jubileum zal plaats vinden op Zondag 9 Mei a.s. Van 11.30 tot 12.30 wordt een receptie gehouden In het Moederhuis, Boschstraat 35, Breda en om 2.30 ls er een feestverga- dering in Concordia aan het van Cooth- plein. Uit erkentelijkheid voor het zegenrijke dat de catechisten verrichten heeft een aantal belangstellenden een comité gevormd, dat zich ten doel stelt de zusters een blij vende herinnering aan te bieden in de vorm van koorbanken voor de kapel van het Moe derhuis. De Italiaanse Kamer van Afgevaardigden heeft gisteren zonder één enkele tegenstem een resolutie aanvaard, waarin zij zich uitspreekt tegen het fabri ceren en gebruiken van atoom- en andere massa-vernietigingswapenen. De neo-fascisten en de monarchisten onthielden zich van stemming. In de reso lutie wordt de regering aangespoord elk initiatief te steunen, dat gericht is op „een algemene vermindering van de bewapening op grondslag van een effectieve controle" en „op internationale samenwerking met het doel een vreedzaam gebruik van de atoomenergie te bewerken". Vóór de stemming begon had premier Scelba een rede gehouden, waarin hij uiteenzette dat de Italiaanse regering zich achter de Amerikaanse opvattingen stelde inzake de controle op atoom wapens. In de resolutie zelf echter werd nauwkeurig bepaald, dat elke overeen komst tot het verbod van atoomwape nen verbonden diende te zijn met wer kelijke garanties voor een effectieve internationale inspectie. De resolutie verzoekt de regering zich aan te sluiten bij of het initiatief te nemen tot een overeenkomst tussen staten, die gericht is op het verbod van atoom-, biologische- en chemische oor logvoering. Een dergelijke overeenkomst zou moeten voorzien in een' algemene controle die op elk der staten gelijke lijk van toepassing diende te zijn. De resolutie die tenslotte door de Kamer werd aangenomen, was een combinatie van twee resoluties, die respectievelijk waren ingediend door de christen-democraat Beningo Zac- cagnini en de socialist Mario Berlin- guer. Tevoren hadden de neo-fascis ten een resolutie ingediend, waarin de Kamer gevraagd werd de Amerikaan se atoomaanvallcn op Hiroshima en Nagasaki te veroordelen. Alleen de neo-fascisten zelf stemden vóór deze resolutie. De leider van de monarchisten, Alfredo Covelli, verklaarde zich tegen de christelijk-socialistische resolutie, omdat hij deze een „aanslag noemde op het gevoel van vaderlandsliefde, dat onze partij koestert". Hij noemde de stemming een poging van premier Scelba om steun te verlenen aan de communistische demagogie. Hij ver klaarde dat „wij onze plichten in het kader van het Atlantisch Pact niet mogen vergeten en evenmin, dat de her bewapening van het Westen veroorzaakt is door de agressieve politiek van Rus land". Covelli deelde mee, dat hij het volkomen eens was met wat Paus Pius XII onlangs heeft verklaard ten aan zien van de atoomoorlogvoering. Hij achtte dit echter geen punt van bespre king voor het Italiaanse parlement. (U.P.). De Bataafse Petroleum Maatschappij overweegt de bouw van een tweede catalytische kraakinstallatie op haar raffinaderij te Rotterdam/Pernis. In tegenstelling tot daarover in omloop zijnde geruchten als zou dat plan defi nitief zijn, kan worden gemeld, dat het nog enige tijd zal duren, alvorens een beslissing terzake zal worden genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 11