De priester als romanfiguur
EEN ONVOLLEDIG BEELD
DE RUSSEN REKENEN OP HUN ONDERZEEBOTEN
De fooi bij de kapper
s
Italiaans parlement is
tegen atoomoorlog
De priester is een gekruisigde
Ongeluksster van
Napoleon keert
terug
Geen steunpunten j
MEESTAL MEER GEDWONGEN SURPLUS DAN
APPRECIATIE VOOR PERSOONLIJKE DIENST
C n
Gelijke controle en vermindering
van bewapening bepleit
VRIJDAG 7 MEI 1954
PAGTNA 11
I Kapsel m V-vorm
Goed voorbeeld doet...
Zes jaar geëist tegen
gentleman-inbreker
Geschenk voor Catechisten
van Breda
Plannen voor nieuwe
raffinaderij in Pernis
Heeds ettelijke jaren is de vriester een geliefd „roman-thema". In velerlei
et ?a®n'en verschijnt dan ook de priester in de moderne roman, doch geen
iice/e is nog in staat geweest ons ook maar een ogenblik de bijzondere gestalte
fn de pastoor van Ambricourt Bernanos' wonderlijk bezielde en even be
te ld gekwelde schepping te doen vergeten. We willen ons in deze kroniek
en ogenblik bepalen tot de jongste priestercreaties in de Franse romanlitera
tuur. Dan zien we daar niet voorbijgaan van Boris Simons' al spoedig ook
tn het Nederlands vertaalde roman Les chiffoniers d' E mmaüs de
Priester als een soort heldenfiguur n.l. in Maurice Descotes' roman Mon-
'eigneur (uitgegeven door Éditions Julliard, Paris).
Descotes heeft zonder enige twijfel de bedoeling gehad om een inwendig,
een geestelijk drama te verbeelden en tevens van dat drama een oplossing te
Beven.
Het is het drama van een jonge pries-
xei'. abbé Brachet, die onder de nazi-be
zetting tot 'n leidende politieke figuur
's uitgegroeid. Hij komt voor een crisis
:e staan, zodra de tijd der politieke ac-
ue. in 1944, ten einde is: is hij in wer
kelijkheid nog wel priester? Is hij niet
up de eerste plaats een „partisan" ge
worden? Moet hij zich onderwerpen aan
zijn bisschop, die zijn leidsman, zijn gees
trijke vader is geweest, of moet hij zich
tegen zijn bisschop verzetten, daar deze
eeft „gecollaboreerd"? Op het einde
tjan het boek verzoent abbé Brachet
ha enige aarzeling Monseigneur Brachet
geworden zich met zijn bisschop.
fMarop de keper beschouwd zijn
heiden het steeds eens geweest. De per
sonen uit deze, nogal kunstmatig in el
kaar gezette, roman zijn leeg, zijn vals;
de gewrongen situatie, waarin zij zich
ten opzichte van elkander bevinden,
juist leven en echtheid. De schrijver
heeft de pretentie gehad om een geeste-
hjk drama uit te beelden, waarin niet
Hechts getracht wordt de geschiedenis
°P een boeiend moment te grijpen doch
{^aarin tevens gepoogd wordt een der
knellendste problemen van het Kerke
lijke leven in het hart te raken. Maar
Voor een dergelijke taak is bij een ro
mancier meer nodig dan enkel de goe
de wil!
Maurice Chavardès probeerde in Ren-
dez-vous a l'aube (Éditions Calmann -
Levy, Paris) ongeveer hetzelfde, of
schoon in meer directe vorm. Het the-
h"a van zijn roman is nóg bewogener
dan het thema van het voorgaande boek
Het kan eigenlijk worden herleid tot de
benauwende vraag: mag een katholiek
°oit een priester doden?
Tot goed begrip van het werk dient
•hen te weten, dat de katholiek een jon
ge verzetsstrijder is en dat de priester,
over wie het gaat, 'n verrader, 'n ver
klikker is, een man die zich aan talrijke
euvele daden heeft schuldig gemaakt.
Het zeer goed gelede verhaal speelt
Hch, natuurlijk, af ten tijde der nazis
tische bezetting. De stijl is uiterst ge
voelig, om niet te zeggen nerveus en
hien leest 't boek, dat aan 'n boeiend ge
schreven detectiveroman herinnert en
hat het niet versmaadt om door filmi
sche middelen de lezer te pakken, in
eén adem uit. De aarzelingen van de
jongeman zijn misschien wat kleinmoe
dig maar sympathiek. Doch de onwaar
dige, door het verzet ter dood veroor
deelde priester, is slechts priester om
dat de romancier ons dat op de eerste
bladzijden van zijn boek vertelt. In feite
gedraagt hij zich als ieder ander. Hij
had evengoed de fabrikant, mijnheer
X kunnen zijn. Dat is zeker niet het ge-
Val bij de priesterfiguren door wie Ro
ger Bésus en Bruno Gay-Lussac zich ge
boeid tonen, respectievelijk in Cet hom-
me qui vous aimait (Éditions du Seuil,
Paris) en La mort d'un prêtre (Éditions
•Julliard, Paris).
Deze romans zijn geen eerstelingen.
f>esus heeft zich reeds een aanzienlijke
{ezerskring veroverd door zijn roman Le
Hefus, terwijl Gay-Lussac voor zijn boek
Ha Ville dort de Barthou-prijs heeft ge
kregen.
He jongste romans van beide auteurs
{Punten zeker niet uit door originali-
veit; de personen komen uit het roman
confectiebedrijf. We ontmoeten de kas
teelheer, die natuurlijk weduwnaar is
en vader van een zinnelijke doch aan
trekkelijke dochter de burgemeester,
een schipperend politicus de anti-
clericale dokter de anarchistische on
derwijzer de praatlustige en nieuws
gierige winkelier het zwarte schaap
Oongen of meisje) de dorpsidioot
de pastoormeiden alle personen
■■zo echt frans". De décors zijn dienover
eenkomstig, zelfs al een beetje aftands-
Zo splitst Bésus zijn dorp in twee par
tijen door middel van een „Centrale
Voor Atoomonderzoek", die, geheel be
heerst door communisten, de boeren te-
Sen zich in het harnas jaagt door hun
Sronden op te kopen. Gay-Lussac maakt
een splitsing tussen maquisards en na-
zis, tussen armen en rijken. De roman
middelen, welke de auteurs toepassen,
zijn een beetje goedkoop. En de pa
rochies zijn, zoals dat nu eenmaal in
dergelijke boeken hoort, dode parochies.
Men kan zich gemakkelijk voorstellen
voor welke problemen de zielzorg on
der zulke omstandigheden komt te
staan.
Nu moet men de door Bésus en
Gay-Lussac in hun romans ten tonele
gevoerde priesters vooral zien als
"symbolen". Men zou kunnen zeg
gen, dat zij de Franse geestelijkheid
in haar geheel ,„symboliseren". Een
der meest ergerniswekkende aspec
ten van de franse geestelijkheid is
haar armoede. En een der meest er
gerniswekkende zorgen van de Kerk
in Frankrijk is, dat zij weer gehoor
moet trachten te vinden onder de
armen in het volk en onder de arbei
ders. De zielzorg onder de arbeiders,
in een totaal verheidenst milieu, is
eenvoudig niet te vangen onder de
gulden regels der Katholieke Actie.
Dat is een zaak waar zelfs niet over
gediscuteerd hoeft te worden. Die
zielzorg wordt voortreffelijk gekarak
teriseerd door de volgehde anecdote.
De priesters uit C., die in gemeen
schap leven, komen van tijd tot tijd
samen in een vertrek, dat dienst doet
als kapel en als vergaderlocaal. In
hun eerste enthousiasme hadden deze
priesters als devies op de muur ge
schreven: Pogen de 200 duizend zie
len te winnen. Nog geen 6 maanden
later hadden ze, door harde ondervin
ding wijs geworden, het woord win
nen doorgehaald en er boven geschre
ven: leren kennnen. Vorig jaar was
ik eens bij hen. Toen was ook het
woord „leren kennen" al weer door
geschrapt en vervangen door bemin
nen.
Men kan er over twisten of de door
Bésus en Gay-Lussac aangewende ro
manmiddelen de bedoeling van hun ro
mans bekrachtigen of niet. Die midde
len zijn: opstootjes, moorden, abortus-
gevallen, sterfgevallen, aanrandingen,
gevallen van operatie, mensen in dood
strijd, begrafenissen, zelfmoorden, won
deren Bij Bésus brandt als het ware
alles; bij Gay-Lussac alleen het dorre
hout. Doch beiden hebben zij gemeen
maar dat is iets, wat ze niet slechts
onderling met elkander gemeen heb
ben, het is kenmerkend ook voor de
huidige literatuur, zelfs voor de dag
bladen, tijdschriften, de mode en de
filmkunst in het tegenwoordige Euro
pa de afwezigheid van alle schroom.
Schroom is niet altijd eerbiedwekkend,
maar afwezigheid van alle schroom is
altijd gebrek aan eerbied. Het behagen,
dat de twee romanciers er in schep
pen om tegelijk met hun personen ook
ons te prikkelen, is 'n kwaliteit, welke in
de 20e eeuw vrijwel gemeengoed is
geworden. Toch zou het jammer zijn,
indien men daardoor de roman van
Gay-Lussac als morbide zou aanzien en
die van Bésus als een vervalsing; want
de twee werken zijn niet alleen bijzon
der meeslepend, ze zijn ook belangrijk
voor niet-Fransen, als toeschouwers, en
voor ons, die er middenin zitten. Want
per slot van rekening geven de beide
romans zich er wel degelijk rekenschap
van, dat de priesters geleid worden door
een verscheurende, door een bijna
wanhopige liefde voor God en de mens.
Het belang van zulke boeken is noch
literair, noch dogmatisch, noch apolo
getisch. Toch werken zulke boeken
afgezien van de pretenties en de be
doelingen der auteurs door hun suc
ces, apostolisch. Mer. kan werkelijk zeg
gen, dat dank zij dergelijke boeken de
straat, de fabriek, de politieke partijen
en de parochies de priesters met geheel
andere ogen zijn gaan bezien. De pries
ter is in het oog van de gehele wereld
wederom een arm mens geworden, zo
als wij allen arme mensen zijn; hij is
een mens geworden wiens dagelijkse
moeilijkheden dezelfde zijn als de onze:
want al die boeken bekrachtigen, met
een breed of een diep begrip, soms met
hardheid en soms met genegenheid: de
menselijkheid van de priester. Van de
priester, die hier op aarde isMaar
de priester is niet enkel op deze aarde.
En hier zijn we wederom bij het be
ginpunt aangeland. We hebben teveel
„mijnheer pastoor" te zien gekregen
met de trekken van Fernandel, Pierre
Fresnay, Michel Vitold of zelfs Claude
Laydu als de pastoor van Ambri
court allemaal filmspelers. Doch de
priester heeft niet alleen maar het ge
zicht, dat literatuur en film ons sinds
jaren al proberen op te dringen; hoe
sympathiek het soms ook moge zijn.
De priester is geen geschikte romanfi
guur. Hat beste van zijn wezen ontsnapt
aan het vermogen van iedere roman
cier op een hoge uitzondering na.
Het mag dan verheugend zijn, dat de
mensen van tegenwoordig de noodzaak
gevoelen van het inwendige behoef van
de priester gelijkvormig te zien aan het
hunne, 't is misschien zelfs opwindend:
maar wat betekent zo'n menselijke pries
ter een romanheld indien hij
Op zijn gigantische baan door het heel
al, die cu. 72 jaar duurt, komt thans de
komeet Pons-Brooks weer in de buurt van
onze aarde. Daarmede wordt deze komeet
sinds Napoleon weer voor het eerst voor
ons zichtbaar. In 1812 werd zij ontdekt en
haar verschijning viel toen samen met de
ondergang van Napoleon in Rusland. De
komeet verdween weer om in 1883 pas weer
terug te keren in haar baan naar de aar
de. Een baan die zich zo diep het heelal
in buigt dat de komeet tot ver voorbij
de baan van de planeet Neptumis komt.
Het is over deze enorme afstand dat
de komeet ca. 72 jaar nodig heeft. Thans
zijn deze 72 jaar verlopen en de komeet zal
van ca. 10 tot 20 Mei voor ons zichtbaar zijn,
met het blote oog.
Komende van het sterrenbeeld „Androme-
da" zal zij haar baan zoeken Langs het
beeld van de „Ram" en de „Stier".
Dit gedeelte van de hemel kunnen
wij op de genoemde data zien in het
Noord-Noord-Oosten, laag boven de horizon
van ca. 2 tot 3 uur in de morgen. Men
moet echter niet denken dat het een van
die opzienbarende verschijningen zal wor
den, zoals wij die ons van kometen vooi stel
len. De aarde staat n.l. juist aan d» an
dere kant van de zon als le komeet het
helderst is en de afsatnd tussen de komeet en
onze aarde is dan nog vrij groot. Vlak voor
de zonsoptyjmst kan men de komeet dan
waarnemen als een wazige vlek, een vlek,
die men ook in de tijd van Napoleon heelt
kunnen zien.
Het is echter mogelijk dat de komeet
enkele helderheidsuitbarstingen te zien zal
geven, zoals in het jaar 1SS3, teen zij
plotseling viermaal helderder werd dan
normaal en dat binnen het tijdsbestek
van één uur.
Over de samenstelling van de kometen
en de processen die haar uiterlijk bepa
len is nog slechts weinig met zekerheid be
kend. De kern van een Komeet is altijd
heel klein en bestaat uit gesteenten, gruis
en stof, zeer losjes opeengestapeld, dir al
les vermengd met en gedeeltelijk vastge
houden door bevroren gassen. Deze bevro
ren gassen fungeren in zekere zin nis bind
middel.
De kometen komen van een zeer grote
afstand naar de zon. Ons planetenstelsel
is omgeven door een enorme ■volk van ko
meten. Men zou nooit iets van deze veraf
gelegen wolk van kometen bemerken ais
door de invloed van de sterren cr af en toe
niet enkele in onze buurt worden gebracht.
niet de priester is van Christus, een
held van de Kerk.
Het beeld, dat de romanschrijvers
ons van de priesters geven, is onvolle
dig. En het zijn onvolledige getuigenis
sen als de hunne, welke verantwoorde
lijk zijn voor de misverstanden, waar
van op het ogenblik de priester-arbei
ders de gehoorzame slachtoffers zijn
geworden. Want er bestaat een priester
lijke levenseis welke door de roman
ciers volledig wordt veronachtzaamd
een eis, welke door de goede père Ché-
vrier (de vader der eerste z.g. priester-
arbeiders, wiens canonisatie-proces
reeds aanhangig is gemaakt) in enkele
woorden is gegrift in de muur van een
stal, zijn armelijk verblijf in Saint-
Fons-les-Lyon: „De priester is een be
rooide mensDe priester is een ge
kruisigde mensDe priester is een
mens, die voedsel is voor de ande
ren
Parijs ROBERT MOREL
lö
«rldÜ?lelZWaTej krui-ser ®aB „Sverdlov"-klasse en een onderzeeboot van het verbeterde ,JC-type". Op de achter
grond een van de nieuwste grote torpedobootjagers. Een lange afstand-bommenwerper van het type „Tu-4" passeert
deze moderne eenheden.
Regelmatig publiceren de meeste maritieme
mogendheden gegevens omtrent de samen
stelling en het aanbouwprogramma van hun
zeemacht. Alhoewel men mag veronderstellen, dat
Ve technische gegevens onvolledig of niet geheel
Juist zijn, is het naar deze publicaties toch moge-
Hjk een vrij nauwkeurig overzicht van hun ge-
vechtsvloot te geven. Een uitzondering maakt
échter de Sovjet-Unie. Dit land heeft sinds de her
bouw van zijn marine in 1935 zoveel mogelijk ge
tracht aantal en prestaties van zijn oorlogsbodems
Reheim te houden. Slechts bij hoge uitzondering
trachten Russische marine-vaartuigen een be
zoek aan buitenlandse havens. Door deze strenge
censuur is het uitgesloten een volkomen nauw
keurige opsomming van de Russische vloot te
Seven. Wel is het mogelijk, met behulp van vele
buitenlandse gegevens, foto's en silhouetten, een
enigszins betrouwbaar overzicht van deze geheim
zinnige vloot samen te stellen.
Vergelijkt men het aantal schepen waarmede
de Russische vloot is uitgerust met de enorme
Amerikaanse, of zelfs met de gezamenlijke
West-Europese vloten, dan zullen velen de
mening zijn toegedaan, dat in een eventueel
militair conflict tussen deze landen, de veel
Zwakkere Russische vloot weinig of geen kans
bezit een zeeoorlog met succes te voeren.
Alleen de Amerikaanse vloot telt ruim 4500
benheden, tegen plm. 1750 Russische bodems.
Onjuist zou het zijn naar het aantal schepen
ue kracht van de Russische vloot te bepalen,
immers haar oorlogstaak verschilt belangrijk
met die van de Westelijke landen, welke in
tegenstelling met Rusland onderling verbonden
Zijn door een groot aantal moeilijk te bescher
men vitale zeeverbindingen.
°pvallend is het dat de Russische vloot met
sla 600 000 man marine-personeel slechts enkele
^gschepen bezit, n.l. de „Novorossiisk", een
°rmalig Italiaans slagschip van 23.500 ton en de
1l3r°uderde slagschepen „Petropavlovsk" en „Ok-
Van kaya Hevolutsia". Twee kapitale slagschepen
Ziin 40-000 ton zouden te Leningrad in afbouw
dat lboewel enkele marine-deskundigen beweren
st ue bouw van deze schepen al in 1947 is ge-
tem De slaSvloot is dus zeer zwak te noemen,
ka ®er daar de Sovjets geen enkel groot vlieg-
siagP^Wp bezitten ter ondersteuning van hun
bw61 beschikt de vloot over een omvangrijke
lneHuchtmacht, ten dele voorzien van mo-
6luite ?traalvliegtuigen, maar deze kunnen uit-
van n° opereren vanaf hun vliegvelden en niet
ka^mobiele basis in de vorm van een vlieg-
De kruiser-vloot bestaat uit 18 eenheden met
een standaard waterverplaatsing van 8.000 tot
15.000 ton. Vooral de kruisers, gebouwd na de
tweede wereldoorlog, kenmerken zich door zware
bewapening, hoge snelheid en grote actie-radius.
Volgens betrouwbare berichten zouden enige
nieuwe kruisers, welke op stapel staan, worden
ingericht voor het lanceren van raketwapens.
Een omgebouwd koopvaardijschip doet reeds
dienst als experimenteel raketschip en is met deze
wapens uitgerust.
De Russische vloot bezit 64 torpedobootjagers,
45 escorte-torpedobootjagers, plm. 140 patrouille
vaartuigen, plm. 45 kanonneerboten, plm. 15 mij-
nenleggers en plm. 80 mijnenvegers. Voorts enkele
honderden kleine onderzeebootjagers, torpedo
motorboten en landingsvaartuigen.
Bestaat de behandelde bovenwatervloot gro
tendeels uit lichte eenheden en is zij minder tal
rijk dan deze scheepstypen in de Westerse vlo
ten, hét Russische onderzeebootwapen is het
grootste ter wereld. Gegevens over deze gevaar
lijke onderzeebootvloot lopen zeer uiteen. Alge
meen wordt echter aangenomen, dat zij als volgt
is samengesteld: plm. 175 grote onderzeeboten
geschikt voor acties op de Oceanen (grote actie
radius), plm. 130 middelbare onderzeeboten en
plm. 90 kustonderzeeboten. Sinds 1947 hebben
de Sovjets met behulp van Duitse ingenieurs
gestreefd een machtige onderzeebootvloot te
bouwen. Vooral de uitstekend geoutilleerde
marine-scheepswerven „Marti", „Ordjonikidze"
en „Soudomekh" te Leningrad spelen hierbij een
grote rol.
Het is te verwachten dat binnen enkele jaren
de Sovjet-Unie er in zal slagen een onder
zeebootvloot op te bouwen groot genoeg om
op elke oceaan met succes tegen zeeverbindingen
te opereren.
Een groot probleem zal het echter zijn,
bruikbare steunpunten te verkrijgen en in te
richten, daar de thans beschikbare havens wei
nig geschikt zijn voor grote offensieve operaties.
Ook al zijn in de Oostzee door toevoeging van
Libau, Memel, Koningsbergen en enige Oost-
Duitse steunpunten de Sovjets in het bezit ge
komen van goede ijsvrije havens. Zolang zij de
ondiepe (ongeveer 20 m.) en smalle (3750 m.)
Sont tussen Zweden en Denemarken niet bezit
ten zullen deze havens als operatiebases voor
acties op de Noordzee en de Atlantische Oceaan
van weinig nut zijn. De afsluiting van de Zwarte
Zee door de Bosporus (33,5 km. breed) en de
Dardanellen (1,5-8 km. breed) maakt de Rus
sische Zwarte Zee-steunpunten ook hier weinig
geschikt voor onderzeeboot-acties in de Middel
landse Zee.
Een gunstige uitzondering maken de steunpun
ten gelegen aan het Westelijk deel der Noorde
lijke IJszee. Deze wateren zijn, uitgezonderd de
Witte Zee, door een hoog zoutgehalte en warme
zeestromingen het gehele jaar bevaarbaar. Toch
zal het vanuit deze veraf gelegen oorlogshavens
onmogelijk zijn alle zeewegen op de Atlantische
Oceaan te blokkeren.
De vlootsteunpunten in Azië aan de Japanse
Zee, Zee van Okhotsk en de Stille Oceaan zijn wel
gelegen aan open zee, maar de meeste van deze
havens zijn door dichtvriezen slechts enkele maan
den voor scheepvaart te gebruiken. Van groot
belang voor de Sovjet-Unie zijn de havens langs
de Chinese kust. Bij een mogelijk militair con
flict zal Communistisch China er ongetwijfeld in
toestemmen deze havens als onderzeebootbases
te doen inrichten.
Het zal een ieder duidelijk zijn, dat het zeege
bied rond de Sovjet-Unie, hetwelk bestaat uit vijf
afzonderlijke zeeën, zeer nadelig is voor dé ge
zamenlijke gevechtskracht der Russische vloot,
daar zij in elk zeegebied een volledig uitgeruste
vloot met reparatiewerven moet bezitten. Onder
linge verbinding buiten de doorvaarten Sont en
Dardanellen is slechts mogelijk door kwetsbare
binnenwateren en dan uitsluitend voor schepen
beneden 3.000 ton. Zo zijn de Oostzee en Wijtte
Zee met elkaar verbonden door het brede Stalin-
kanaal. Torpedobootjagers en onderzeeboten kun
nen in de zomermaanden van dit kanaal gebruik
maken. Het Mariinskkanaal verbindt de Oostzee
en Witte Zee, via de Wolga, met de Kaspische
Zee en het Wolga-Don kanaal geeft aansluiting
met de Zwarte Zee. Al is dit enorme kanalen-
systeem van onschatbare waarde voor de kleine
oorlogsschepen en voor de bevoorrading der vloot,
slagschepen en kruisers kunnen hiervan geen ge
bruik maken en zijn aangewezen op de genoemde
gemakkelijk controleerbare doorvaarten.
Het is te verwachten, dat in een eventueel
militair treffen, de Sovjet-Unie er naar zal stre
ven deze nadelen op te lossen en zich zo spoedig
mogelijk in het bezit tracht te stellen van ijsvrije,
maar vooral gunstiger gelegen bases, waarna zij
de volledige kracht van haar onderzeebootvloot
kan ontplooien. J. W. SMITS
IHIIIIIIIIIillllllllllilllllllB
Het hoog opgeborstelde kapsel moet
souplesse suggereren.
inds de tariefsverhoging bij de
kapper zit het met die moei
lijke kwestie fooi nog moei
lijker dan het al was. „Nu ik twee
kwartjes meer moet betalen voor
wassen en watergolven, geef ik geen
fooi meer", hebben wij iemand ho
ren zeggen, waarop een ander zei.
dat ze helemaal nooit een fooi gaf,
omdat ze toch voor de haar bewezen
diensten redelijk betaalt, en een der
de de opmerking maakte, dat ze een
fooi navenant, op een dure perma
nent altijd een zware belasting
vond.
Nu is de tariefsverhoging door
de Federatie van Kapperspatroons
geadviseerd volstrekt individueel
door ieders kapper toegepast. Wy
hebben in Nederland meer dan tien
duizend kapperszaken (dat is één
kapper per ruim duizend inwoners)
waarvan men niet precies weet, hoe
veel dameskappers daarbij zijn. om
dat menig bedrijf zowel dames- als
berenhoofden onderhanden neemt.
De voorja'arslijn is een V
tot kruin.
van kin
j= Van die ruim tienduizend coiffeurs
is 40% eenmanszaak, die uiteraard
de minste onkosten hebben, zoals
ook de volkszaken minder duur in
exploitatie zijn dan de luxe salons.
Maar globaal is in de wereld der
haarverzorging sinds 1949 de kost-
prijs met 33% verhoogd, zegt men.
De meeste onkosten (maar ook de
grootste revenu's) hebben vanzelf-
sprekend de dameskappers aan de
top. die voortdurend hun permanent-
methoden moeten herzien volgens
het nieuwste neusje van de zalm en
die hun clientele met kunnen blij-
ven kwellen met een droogkap waar-
onder een verschroeiende woestijn-
wind waart, als de technische per-
fectionnering er in geslaagd is, ze
=E ook zo te maken, dat er een zacht
broeikas-briesje in suist. En als A.
S zijn cabines zachtgroen schildert en
S de gordijnen veraangenaamt voor
het oog, moet B. meedoen. Zo dro-
men wij ook nog altijd van de kap-
per waar je een kop thee krijgt om
S fier uur, als de droogkap je nóg
meer uitdroogt, maar die sporadische
voor-oorlogse service schijnt niet
meer te zijn teruggekeerd.
EE Maar goed, de onkostenstijging is
opgevangen in de tariefsverhoging
aan het begin van dit jaar, die werd
onderschoven bij de algehele op-
winding over de 5 pet. loonsverho-
ging. Iedere kapper heeft zelf uit-
EE gedokterd, hoe ver, of hoe weinig ver
hij meende te kunnen gaan. Zo we-
ten wij o.a. van een coiffeur, die
alleen het knippen heeft verhoogd,
maar daarentegen het permanenten
heeft verlaagd, omdat, zoals hij zei,
de vrouw zich tegenwoordig vel
drie- a viermaal per jaar moet la-
ten krullen. En dit zei hij niet,
maar hij heeft het natuurlijk wel
S gedacht hij er zékerder van is,
dat ze het ook werkelijk zal doen
EE als het tarief wat zakt. Ja, we ma-
ken het leven zelf steeds duurder,
want het haar heeft steeds meer
nodig.
Van die tariefsverhoging echter
profiteert het personeel van de
zaak niet. Of misschien nauwe-
lijks voor zoverre de eerste be-
diende een klein percentage krijgt
EE van de omzet. En hiermee snij-
den wij de moeilijke kwestie aan
van lonen en fooien in de kap-
EE perswereld, die, zoals men ons
zei, de voortdurende aandacht
heeft, want ideaal i$ de toestand,
zoals die nu is, geenszins.
Vóór de oorlog was er helemaal
niets vastgelegd. Na de bevrijding
H zijn er door de rijksbemiddelaars
lonen voor de kappersbedienden
EE vastgesteld, maar die liggen laag,
omdat men rekening heeft gehou-
den met het vaste „verval". Niet
S alleen de leerling, die overdag
haren wast en des avonds zijn
kappersvakschool bezoekt, maar
ook de eerste bediende, die zijn
diploma's heeft, moet het, naast
g een basis-weekloon, voor een deel
hebben van de fooien. Wanneer
hij het tot eerste bediende heeft
g gebracht en 3 jaar aan een zaak
verbonden is geweest, laten we
zeggen dus 6 of 7 jaar nadat hij
of zij de witte jas heeft aangetrok
ken, kan hij per week (in de hoog
ste gemeenteklasse) f 44.10 touche
ren. Een hoogst enkele exclusieve
uitzondering daargelaten. Daar komt
dan bij een percentage van de be-
drijfsomzet en de verkoop van cos
metica tot een maximum van f 10
per week. De rest moet komen
van de fooien, die door de belas-
De d room-kapper,
waar je een kop thee krijgt om
vier uur.
ting op 20 pet. van het weekloon
worden geschat. Het eind-inkomen
is dus altijd onzeker en afgezien
daarvan kan men zich afvragen
of net fooiensysteem op deze
wijze eervol is voor iemand, die
zijn ambacht kent. Het schiet im
mers menigmaal zijn doel van
persoonlijk blijk van waardering
voor een bewezen dienst voor
bij, als successievelijk twee of
drie halve en hele krachten het
haar van de klant wassen, „inzet
ten", spoelen, krullen en opkam
men en dan, na de afrekening,
het fooi-surpius. waartoe de klant
zich verplicht voelt, in het alge
mene fooienbusje verdwijnt.
Is het beter in Frankrijk, waai
de kapper onder zijn hoge
rekening eenvoudig 10% zet? Neen,
daar wil men hier helemaal niet aan.
En terecht.
Het zou hier moeten worden als
in Amerika en Scandinavië, waar
men het hele gedwongen fooienge-
doe bij de kapper niet kent. Wat ook
■al daarom een verbetering zou zijn,
omdat dan alle partijen precies weten
waar ze aan toe zijn. Ook de klant
die nu nogal eens aarzelt wat
hii precies moet geven. Vooral de
vrouw bij haar geldelijk beleid
gewend om op de kleintjes te pas
sen is aarzelend op dit punt Bij
de man zit het geld voor een fooi
meestal losser!
Zoals gezegd,
de kwestie heeft
achter de coulis
sen de volle aan
dacht maar het
erop aansturen is
niet zo eenvou
dig. want de kap
perswereld is van
binnen nogal
broos en hetero
geen en men zal
het er toch over
eens moeten wor
den, waar de af
te schaffen fooi
dan wél vandaan
moet komen.
Zoals de situa
tie nu is, is het
te begrijpen, dat
de dameskappers
klagen over een
eeuwig tekort aan
eerste bedienden.
Mannelijke zijn
er te weinig,
omdat de econo
mische omstandig
heden voor een
man met een ge
zin nog minder
rooskleurig zijn
dan voor een
vrouw alleen.
Maar de vrouw
trouwt meestal
en dan is haar
vakkennis verlo
ren. Het verloop
onder de vrou
welijke assisten
ten bij de kapper
is altijd zeer groot,
waarom men
dan ook de voorkeur geeft aan de
geschooide man. Het is een vi
cieuze cirkel.
Met dat al zijn de prominente kap- j
pers druk bezig ons ervan te over-
tuigen, dat het haar dit voorjaar de
V-lijn moet hebben, met de kin els
uitgangspunt langs de kruin omhoog, i
Er mag een beetje franje, als res-
tant van de Fragonard-lijn van deze
winter, bijkomen voor de avond. De
vrouwen willen er wel aan, zei een
prominente kapper ons, maar de Ne- i
derlandse mannen zijn zo bedroevendI
conservatief. „Kind, icat zie je er i
uit", zeggen ze als hun vrouw met j
de nieuwe coiffure thuiskomt, „doe j
je haar liever gewoon". Maar die
stille strijd tussen modemakers en
echtgenoten is al heel oud.
Ej A. Bgl. j
Advertentie
Zeker, haar grootmoeder en
haar moeder gebruikten reeds
MAÏZENA DURYEA en zy
volgde dai goede voorbeeld.
Vandaar haar lekkere groenten,
smakelijke soepen en smeuige
sausen. En als haar vriendinnen
vragen hoe het komt dat zjj zo
lekker kan koken, dan zegt zij:
,,Goed voorbeeld doet goed vol
gen" en gebruik zoals ik -
MAÏZENA DURYEA voor het
binden van groenten, soepen
en sausen. Dan zyn mislukkin
gen bij voorbaat uitgesloten.
Tegen de Limburgse gentleman-inbreker
W. M., die in enkele jaren 94 inbraken
heeft gepleegd en daarbij een bedrag van
50.000 heeft gestolen, is voor het Bossche
Hof een gevangenisstraf van zes jaar ge-
eist. Er waren hem zes gevallen ten laste
gelegd. M. had eens een consulaire auto
meegenomen om een goed heenkomen te
zoeken en reed daarmee zo frank en vrij
door het land, dat zelfs de politie voor
hem salueerde. Hij had een bijzondere
technische kennis en feeling, die het ope
nen van brandkasten voor hem tot kin
derspel maakte. Opgegroeid in een ver
keerd milieu is hij met medewerking van
zijn vader, die als heler optrad, tot deze
daden gekomen. Uitspraak 19 April.
De Catechisten van de Eucharistische
Kruistocht, in de wandeling de Catechisten
van Breda genoemd, nebben op 8 December
van het afgelopen jaar het 25-jarig bestaan
van hun gemeenschap herdacht. Een meer
feestelijke viering van dit jubileum zal plaats
vinden op Zondag 9 Mei a.s.
Van 11.30 tot 12.30 wordt een receptie
gehouden In het Moederhuis, Boschstraat
35, Breda en om 2.30 ls er een feestverga-
dering in Concordia aan het van Cooth-
plein.
Uit erkentelijkheid voor het zegenrijke
dat de catechisten verrichten heeft een
aantal belangstellenden een comité gevormd,
dat zich ten doel stelt de zusters een blij
vende herinnering aan te bieden in de vorm
van koorbanken voor de kapel van het Moe
derhuis.
De Italiaanse Kamer van Afgevaardigden heeft gisteren zonder één enkele
tegenstem een resolutie aanvaard, waarin zij zich uitspreekt tegen het fabri
ceren en gebruiken van atoom- en andere massa-vernietigingswapenen. De
neo-fascisten en de monarchisten onthielden zich van stemming. In de reso
lutie wordt de regering aangespoord elk initiatief te steunen, dat gericht
is op „een algemene vermindering van de bewapening op grondslag van een
effectieve controle" en „op internationale samenwerking met het doel een
vreedzaam gebruik van de atoomenergie te bewerken".
Vóór de stemming begon had premier
Scelba een rede gehouden, waarin hij
uiteenzette dat de Italiaanse regering
zich achter de Amerikaanse opvattingen
stelde inzake de controle op atoom
wapens. In de resolutie zelf echter werd
nauwkeurig bepaald, dat elke overeen
komst tot het verbod van atoomwape
nen verbonden diende te zijn met wer
kelijke garanties voor een effectieve
internationale inspectie.
De resolutie verzoekt de regering
zich aan te sluiten bij of het initiatief
te nemen tot een overeenkomst tussen
staten, die gericht is op het verbod van
atoom-, biologische- en chemische oor
logvoering. Een dergelijke overeenkomst
zou moeten voorzien in een' algemene
controle die op elk der staten gelijke
lijk van toepassing diende te zijn.
De resolutie die tenslotte door de
Kamer werd aangenomen, was een
combinatie van twee resoluties, die
respectievelijk waren ingediend door
de christen-democraat Beningo Zac-
cagnini en de socialist Mario Berlin-
guer. Tevoren hadden de neo-fascis
ten een resolutie ingediend, waarin de
Kamer gevraagd werd de Amerikaan
se atoomaanvallcn op Hiroshima en
Nagasaki te veroordelen. Alleen de
neo-fascisten zelf stemden vóór deze
resolutie.
De leider van de monarchisten,
Alfredo Covelli, verklaarde zich tegen
de christelijk-socialistische resolutie,
omdat hij deze een „aanslag noemde op
het gevoel van vaderlandsliefde, dat
onze partij koestert". Hij noemde de
stemming een poging van premier
Scelba om steun te verlenen aan de
communistische demagogie. Hij ver
klaarde dat „wij onze plichten in het
kader van het Atlantisch Pact niet
mogen vergeten en evenmin, dat de her
bewapening van het Westen veroorzaakt
is door de agressieve politiek van Rus
land". Covelli deelde mee, dat hij het
volkomen eens was met wat Paus Pius
XII onlangs heeft verklaard ten aan
zien van de atoomoorlogvoering. Hij
achtte dit echter geen punt van bespre
king voor het Italiaanse parlement.
(U.P.).
De Bataafse Petroleum Maatschappij
overweegt de bouw van een tweede
catalytische kraakinstallatie op haar
raffinaderij te Rotterdam/Pernis. In
tegenstelling tot daarover in omloop
zijnde geruchten als zou dat plan defi
nitief zijn, kan worden gemeld, dat het
nog enige tijd zal duren, alvorens een
beslissing terzake zal worden genomen.