j,Het begint
spel te
op oneerlijk
lijken
K ru is woord raadse l
ljêjê:
LZMLZ
■p M
ZML
Verdachtmaking van president
tegenover raadslieden
Kerk voor Wenende
Madonna te
Syracuse
DE WITTE RAAF
Actie tot herstel van
Rijksdaggebouw
Ik heb
het nu zelf óók
ontdekt!
M' M*
Eerste vertegen woordigers van
de West in ons land
Zij brengen een beter klimaat
voor de R.T.C. mee
DR. DREES OPENT R.T.C.-WEST
Blijven twee Arubanen thuis?
MOORD
in Parijs
cCe '%ox>r>rri<cvri>
v*
'3 I
De sigaret
met het grootste
aantal vaste rokers!
VRIJDAG 14 MEI 1954
PAGINA 5
Ernstige incidenten in Berkelse rechtszaak
Mr. Huygens protesteert
tegen verklaringen
,,Als een symbool van
de Duitse eenheid"
■f6 MpF
sa
Ij*
F
P
Wj'
vy w nH WÊÊïy~ so
fff i/
Vs
Iff
F F
36 M
y
Oplossing kruiswoordraadsel
van Donderdag
Al vele jaren lang
een onveranderlijk
kwaliteits-houvast
in de lawine van
nieuwe merken.
Eerlijk, ik kon óók m'n draai niet krij
gen. Ik ging óók van 't ene merk op
't andere. Totdat ik las. dat King's
Cross al jarenlang de sigaret met het
grootste aantal vaste rokers is.
Ik heb die King's Cross toen óók eens
geprobeerd. ]e kunt nooit weten, dacht
ik. Maar nu weet ik héél zeker, dat
deze sigaret je méér geeft.
Daarom begrijp ik nu zo goed dat 'l
waar is:
Nieuwe verlofregeling
ambtenaren?
door GEORGES SIMENON
(Wordt vervolgd) I
Duitser betaalt met
vijf-gulden-biljet
Hiopische nummers in
1956 te Stockholm
(Van onze Haagse redactie)
Moeten wü dit nemen, mijnheer
Telders. moeten wij dit werkelijk ne
men?" in uiterste verontwaardiging
sjelde mr. Huygens deze vraag aan mr.
Telders, secretaris van de Raad van
Toezicht van de Orde van Advocaten.
Jet een woest gebaar sloeg zijn mede-
Pleiter mr. Van 't Hof Stolk, zijn dos-
J'cr dicht. Hiermede was het zoveelste
incident in het proces tegen de Berkel
se arts tussen de president en de verde
diging een feit. Ken incident, echter, dat
het ergste is dat tot nu toe is voorge
komen. En dat voor mr. Telders per
soonlijk aanleiding was om zich in het
Proces te mengen.
Het gebeurde na het verhoor, dat dr.
D. werd afgenomen naar aanleiding van
de vondst van de bekende zelfmoord-
briefjes. Herhaaldelijk kwam verdachte
hierbij terug op vroegere verklaringen
en vertelde volkomen onbekende din-
Sen over deze briefjes. De raadslieden
ondersteunden hun cliënt hierbij en dit
ontlokte de president, mr. Veldman, de
opmerking: „Dit begint zo langzamer
hand op oneerlijk spel te lijken, mijn*
heren raadslieden". Als een bom viet
dit gezegde van de president in de
rechtszaal. De reeds tot het kookpunt
gestegen spanning in de zaal tijdens het
Verhoor van de verdachte over de mys
terieuze briefjes kwam hierdoor tot
ontploffing. Met verbijsterde gezichten
heken de rechters naar de president. De
aanwezige advocaten in de ".aal bogen
2ich met bleke gezichten naar voren
niets te missen van de reactie van
de beide verdedigers op deze ernstige
Verdachtmaking.
Ernstig en waardig stond mr. Telders
van zijn stoel op. Doodstil werd het in
de zaal toen hij met zachte stem, waar-
bit bewogenheid doorklonk, zei: „tk
verzoek U, zich te bezinnen, mijnheel-
de president, en Uw beschuldiging te
rug te nemen".
Mr. Huygens, die duidelijk verplet
terd was door de aantijging, had nu zijn
Positieven terug en zei fel en heftig:
■■Als dit zo doorgaat leg ik de verdedi
ging neer en deponeer de zaak in han
den van de Raad van Advocaten".
Mr. Stoffels, de rechter-commissaris,
verklaarde hierop, dat de raadslieden
hem niet volledig hadden ingelicht
over de zelfmoordbriefjes.
„Ja, maar het is toch mogelijk, dat
er verschil van mening hierover heeft
bestaan", interrumpeerde mr. Huygens.
„Ik weet, dat wij met de behandeling
Van deze briefjes een beleidsfout
hebben gemaakt. Dit is mij door de
Orde van Advocaten dan ook verwe
ten. Ik had direct nadat dr. O. mij ver
telde het briefje te hebben gevonden
hiervan de directeur van het Huis
van Bewaring in kennis moeten stel-
LPn- Dit heb ik helaas niet gedaan-
,1' Maar dit alles is nu slechts na
kaarten".
Mr. Veldman ijam hierna weer het
Woord. Beheerst merkte hij op: „Ik
Zal mijn opmerking van zoeven wij
zigen en dan nu zeggen, dat het van
de raadslieden van weinig openhartig
heid getuigt de rechter-commissaris
niet volledig te hebben voorgelicht.
Hiermede verklaar ik dit incident
voor gesloten".
Nog geen vijf minuten later echter
deed zich een nieuw incident voor bij
het verhoor van mevr. I. M. O., een
tante van de verdachte. Hierbij stel
de de president vele vragen naar aan
leiding van een verklaring, die deze
getuige op het kantoor van de raads
lieden heeft afgelegd. Mr. v. 't Hof
Stolk meende, dat hierdoor het ambts
geheim van de advocaten werd ge
schonden. De rechtbank verwierp ech
ter dit protest.
De getuige verklaarde, dat zij nooit
een brief in blokschrift van mevr. O.
had gelezen. Op zijn kantoor had mr.
Huygens haar toen gevraagd dit toch
maar voor de rechtbank te zeggen
>.Het gaat hier om een mensenleven
daar kunt U gerust een leugen voor
vertellen. De officier liegt ook ec dan
gaat dr. O. onschuldig de kast in" De
getuige verklaarde, dat zij dit alles
nu voor de rechtbank vertelde omdat
zij niets meer met mr. Huygens te ma
ken wilde hebben.
Al deze sensatie ontstond naar aanlei
ding van het verhoor van verdachte
over de herkomst van de beruchte zelf
moordbriefjes. Op de avond van de
achttiende Juni 1953 was dr O. in zijn
cel bezig met het opruimen van onno
dige correspondentie. In een fotomapje
vond hii achter een foto van zijn kin
deren het eerste briefje. Dit luidde:
„Lieve John. Als ie deze brief, die ik
zo zal verbergen dat alleen jii hem
vinden kan, vroeg of laat vindt, zal je
weten dat ik suicide heb gepleegd. Het
is niet om jou of de kinderen maar ik
voel mij zo hopeloos ellendig als ik
nooit heb kunnen toegeven Zowel de
specialist als jii hebben gedaan wat jul
lie konden. Je hoeft niet bang te zijn
bii miin plotselinge dood verdacht te
worden. Ik zal van miin eigen medicij
nen een lepel of drie innemen. Boven
dien zal ik nog ten overvloede in de
apotheek duidelijke sporen achterlaten,
zodat bij een eventuele ontdekking niet
aan misdrijf zal worden gedacht."
Dit briefje toonde dr O. de andere
dag aan zijn raadslieden. De foto,
waarachter hii het briefje had gevon
den en waarop ook schrift van zijn
vrouw voorkwam. overhandigde hij
echter niet.
„Waarom deed u dit niet?" vroeg
de president. „Als het zuivere koffie
was geweest had U dit wel gedaan,
omdat het belangrijk vergelijkingsma
teriaal was. U beweert nu wel dat
deze foto de enige was, die U van uw
kinderen had. maar juist voor uw
kinderen was deze zaak toch zo be-
langrijk, want bij een andere, on
gunstige uitslag zou u de kinderen voor
een hele tijd niet meer zien of wel
licht nooit meer."
Dr. O. herhaalde hierop zijn reeds
eerder gegeven antwoord.
Het tweede briefje was gevonden in
zijn fouilleringszak. toen een cipier een
onderzoek instelde naar een stel ver
dwenen manchetknopen van verdachte.
Bii het onderzoek van de portefeuille
van dr O kwam dit briefje te voor
schijn. Toen mr. Hupgens later aan dr.
O. vroeg om nader onderzoekingsmate
riaal vertelde deze hem over dit brief
je Mr. v. 't Hof Stolk verklaarde dat
het overhandigen van de foto geen rol
speelde, omdat de verdediging ander be
wijs- en vergelijkingsmateriaal wilde
hebben dan uit de onmiddelliike om
geving van de verdachten. Eerst stonden
de verdedigers achterdochtig tegen het
briefje, maar toen het tweede was ge
vonden, zakte de achterdocht.
Mr. Veldman merkte hierna op, dat
het een betrouwbaarder indruk zou heb
ben gegeven als de verdediging de foto
had overgelegd ten bate van het onder
zoek. Het verhoor naar de herkomst
van het eerste briefje werd voortgezet
en toen deed dr. O. de verbluffende
verklaring, dat hij dit briefje reeds
kende voordat hij het had gevonden. Hij
had dit namelijk reeds ontdekt, toen
zijn vrouw een eerste zelfmoordpoging
deed
Woedend sprong mr. Stoffels, de rech
ter-commissaris, op: „Dit is de eerste
keer. dat ik dit hoor. Dit had verdachte
mij toch wel eens eerd(p kunnen ver
tellen!" In opperste verbazing slingerde
de president de volgende woorden naar
het hoofd van dr. O.: „TJ heeft hierover
nog nooit gesproken; noch met mr. Stof
fels, noch met dr. Hoele en noch met
prof. Carp. En nu komt u hier ineens
met dit verhaal op de proppen. Ik heb
de indruk, dat deze hele geschiedenis
achteraf is bedacht!"
De president zweeg even en trok toen
opnieuw van leer. „U beweert dus, dat
u het briefje in de slaapkamer heeft ge
vonden na de zelfmoordpoging van uw
vrouw. Hoe komt het dan, dat in dit
briefje staat, dat er sporen in de apo
theek zouden worden gemaakt?"
Verdachte: „Dit is ook gebeurd. Mijn
De raadsman van mr. Huygens heeft
aan de pers de volgende verklaring af
gelegd: Mr. Huygens betreurt het in
hoge mate, dat in de zitting van Don
derdag verklaringen zijn afgelegd over
hetgeen te zijnen kantore is geschied
en in het algemeen over zijn beleid in
deze. Mr. Huygens kan nu hij als
raadsman van de verdachte dr. O. fun
geert niet zelf als getuige onder ede
de verklaringen van Donderdag weer
spreken.
Hem blijft dus slechts deze weg open
om openlijk tegen de inhoud dier ver
klaringen te protesteren en zijn vol
strekte onschuld in deze te handhaven.
Hij roept daarbij in de herinnering van
het publiek terug, dat de raadskamer
van het Gerechtshof op 23 Februari 1954
zijn invrijheidstelling bevolen heeft op
de overweging „dat het Hof het mr.
Huygens belastend bewijsmateriaal niet
voldoende acht om te kunnen opwegen
tegen de feiten en omsiendigheden,
welke ernstige twijfel aan de schuld van
mr. Huygens gerechtvaardigd doen zijn".
vrouw had een doos morphine in de
apotheek in de war gegooid. Deze doos
heb ik toen 's nachts door het toilet ge
spoeld."
President: „Ook hierover heeft u nooit
eerder met iemand gesproken."
Vertwijfeld keek dr. O. naar zijn
raadslieden, als verzocht hij hen om
steun. Dit ontlokte de president de
scherpe opmerking: „U kijkt nu wel
naar uw advocaten, maar die kunnen u
nu toch niet helpen." De president ver
volgde: „Uw vrouw heeft dit briefje
dus voor u neergelegd. Hoe komt het
dan, dat in het briefje staat, dat zij het
verbergen zou?"
Verdachte: „Het was ook verborgen,
in een blocnote achter de telefoon."
Met een nijdig gebaar haalde de pre
sident de schouders op en uitte toen
zijn opmerking, die het enorme incident
veroorzaakte, een incident, waarover in
de advocatenkamer na schorsing van de
zitting heftig werd gediscussieerd
(Vervolg op pag.. 7)
Kardinaal Ernest Kuffini, aartsbis
schop van Palermo, heeft op plechtige
wijze de eerste steen gelegd van de
nieuwe kerk van O.L. Vrouw van Tra
nen in Syracuse. Nadat de kardinaal,
in vergadering met de overige bisschop
pen van het eiland bijeen, het wonder
van de Wenende Madonna enige maan
den geleden heeft erkend, heeft hij de
bouw van deze kerk aan de gelovigen
van Sicilië aanbevolen. Bij de legging
van de eerste steen waren alle bisschop
pen van het eiland en afgevaardigden
van de provinciale regering tegenwoor
dig. (KNP)
57. De Ividc wanhoopskreet van een vrouw verbreekt de minutenlangedoodse
stiltedie op het ontstellend bericht gevolgd is. Ondanks de deernis, die de Noorman
diep in zijn hart voor de Schotse aanvoerder voelt, dringt zich een nijpende gedachte
aan hem op. Nu Lochlan de enige die aan hun benarde toestand een einde had
kunnen maken is heengegaan, zullen zij zich op alle mogelijkheden dienen voor te
bereiden. Eric beseft, dat het hoog tijd is, handelend op te treden. Met zachte stem
beveelt hij zijn getrouwen: „Schaart u dicht aaneen, mogelijk zal Lochlan's dood een
openlijke vijandschap veroorzaken." Met een snelle blik naar de Schotse krijgers, die
op kort? afstand de doorgang versperren, vervolgt hij: „Slaat toe bij het minste
onraad. Het heeft nu lang genoeg geduurd. Ik zal niet langer afwachten, wat men
met ons voor heeft. Ik ga mij persoonlijk op de hoogte stellen."
Sprakeloos van verbazing slaat de roerganger de handen ineen. Slechts een „Ooooh"
komt over zijn lippen. Trots en zelfbewust treedt de Noorman op de Schotten toe.
Dezen aarzelen een moment, doch de koele, hooghartige blikken van de stramme
vreemde vorst doen hen welhaast eerbiedig uiteen wijken. „Kijk nu toch eens ze
doen hem niets," mompelt Orm bewonderend, „maar dat het goed met hem zal aflo
pen, maakt niemand me wijs," pruttelt hij er somber achteraan.
Fier gaat de Noorman voort. De wachters bij het hoofdgebouw kruisen by zijn
nadering hun speren. „Ter zijde. Ik eis toegang." Eric's houding is zo overrompelend,
dat een der Schotten op zij treedt en de koning onthutst voorgaat. Onderzoekend ziet
Eric de hall rond, die spookachtig verlicht wordt door het grillig vlammenspel van
het knetterend haardvuur en enkele fakkels. Eensklaps wordt een gordijn op zij
gerukt en de grijze Aithan verschijnt in de lichtkring. „Welaan, Aithan of Glandannon,
de koning der Noren staat voor u," zegt Eric vastberaden. „Ik eis thans
Doch fel en verbittert valt de Schot hem in de rede: Koning der Noren. Juist.
Als koning dan zijt gij verantwoordelijk voor de dood van Lochlan de Grotedie
viel door het zwaard van een uwer onderdanen."
Vooraanstaande Duitse politici zijn
een actie begonnen voor het herbouwen
van het gebouw van de Rijksdag, de
traditionele zetel van het Duitse parle
ment dat in 1933 door de nazis in brand
werd gestoken in hun streven om de
anti-nazi partijen buiten de wet te stel
len. Het herbouwen van het enorme ge
bouw in de Britse sector van Berlijn
waarvan alleen de buitenste muren de
brand, de geallieerde bommen en de
Russische granaten in de tweede we
reldoorlog hebben overleefd zal millioe-
nen kosten.
Maar een groep West-Duitse parle
mentsleden onder leiding van prins Hu-
bertus zu Loewenstein en dr. Ferdinand
Friedensburg zijn vastbesloten het ge
bouw te krijgen, ondanks de kosten, als
een symbool van de Duitse eenheid en
als zetel van het toekomstige parlement
voor geheel Duitsland. Men schat, dat
het herbouwen ongeveer 10 millioen
mark zal kosten. Dr. Friedensburg zei-
de dat spoedig in het parlement een re
solutie zal worden ingediend waarin een
beroep zal worden gedaan op de rege
ring in Bonn om een wederopbouw-pro-
gramma op te stellen voor de traditio
nele hoofdstad van Duitsland, Berlijn."
(UP)
Advertentie
Af
fJ
3? 36>
K
\VJ
1/6
At
6i
IV/
A/f
S6>~
tpï?0ri,ZontaaI: I- helder klinkende, 6.
Wp 11- vogelproduct, 12. deel v. d.
20 u' dwaas, 16. wapens, 19. titel,
hef antenjongen, 22. muziekterm, 25.
(afu^kthig, 26. soort, 28. enzovoorts
29. \t "RVanlrriik" 31 Q9
DPn 29- deel v. Frankrijk, 31. titel, 32.
tui®r- aanduiding, 33. insect, 35. dieren-
41 a vloerbedekking, 40. bijb. naam,
niJreel v. d. bijbel, 42. uitroep, 43. lig-
onm ,yoor schepen, 44. muurholte, 46.
lormÜ ?.?ar getal, 47. herkauwer, 49.
biihii' cn' 54- tijdperk, 56. deel v. d.
6o Y ongeveer (afk.), 58. v
60
verdieping,
63! wt plaats 62. soort onderwijs,
stóntil0nfA 64, muziekinstrument, 67. op-
stand 799' dus (eng), 70. bepaalde af
komt n/, ki0°sterzuster, 74. binnen-
iesnaa'm 7oSeogr' aanduiding, 78. meis
aam, 79. vorm van sluipen.
2er,e,rbeteuterd, 2. romeins kei-
dier 7 5- voegwoord (fr.), 6. roof-
8 baatVuM F andere (afk.), 8. groente,
H. Sa,?tlge' 10' water Friesland,
I'aam i !:n vloertegel, 13. meisjes-
land,'l8 „pu°?anger- 17- P1- in Duits-
reein?° t muziekinstrument,
8e°ër. lanH^0mmandant (afk.), 24.
aanduiding, 27. land in Azië, 30.
vorm van zullen, 32. muzikaal blijspel,
34. walkant, 36. klein diertje, 38. ambts
halve (lat.), 39. lidwoord (eng), 40. tak
je, 45. hetzelfde (afk.), 46. muziekinstru
ment, 48. tijdperk, 50. mechanisch mens,
51. nastuk, 53. boerenmeisje, 54. rang
telwoord, 55. bergweide, 59. gouden
tientje (afk.), 61. boom, 62. slag, 65. deel
v. h. hoofd, 66. rijst, 68. bijb. naam, 71.
keukengerei, 73 goud (fr.), 75. deel v. d.
bijbel, 76. verlaagde toon.
Horizontaal: 1. Abel. 4. Mau Mau, 8.
rok, 9. tolk, 10. O.N., 11. bros, 12. net,
13. grit, 14. oor, 15. stoop, 17. hup. 19.
koek, 20. vod, 21. te, 22. eed, 23. zak, 24.
pan, 25. lt, 26. gal, 27. Bari, 28. dag, 29.
veste, 30. rol, 31. ter, 32. departement.
Verticaal: 1. Aronskelk, 2. bon, 3. E.K.,
4. moot, 5. als, 6. uk, 7. Aler, 9. trip, ll!
brok, 12. nop, 13. goed, 14. oud, 16. toet,
17. hok, 18. genie, 20. val, 21. tarten, 23.
zag, 24. pas, 26. gala, 27. berm, 28. dop,
29. vee. 30. re, 31. TT.
(Van onze redacteur)
De stemming ten aanzien van de R.T.C., die op 20 Mei hervat zal worden,
is de laatste dagen reeds aanmerkelijk verbeterd. Warén er kort geleden nog
al wat opvattingen in Nederlandse kringen, die de kans op nieuwe moeilijk
heden niet uitgesloten achtten, thans heerst er kennelijk een beter klimaat.
Of het komt omdat de eerste vertegenwoordigers van de West in Nederland
reeds zijn neergestreken? Zij brengen hun lichte zomercostumes en kleurige
dassen en hun gulle lach mee, maar buitendien is er uit het eerste contact,
dat zij hier met politieke voormannen hebben gehad, al een optimistischer
beeld tevoorschijn gekomen. Men is door dat contact al tot het inzicht ge
komen over en weer, dat de moeilijkheden, die theoretisch aanwezig zijn,
toch nog niet zo zwaar moeten worden geteld of er is een oplossing voor te
vinden. Voor de moeilijkheden rond de positie van de procureur-generaal
op Curasao is reeds sprake van een gentlemens agreement, dat deze hele
zaak naar het rijk der theoretische puzzles zou verwijzen. Ook de gedachte,
dat de pogingen van 1948 en 1952 nu niet wederom mogen mislukken, wil
daarvan geen verkeerde invloed ook naar buiten het Koninkrijk uitgaan,
leeft sterk.
„Het gepuzzel met staatsechtelijke
kwesties werkt op het leven van het
jonge Koninkrijk als cyaankali", zei
mr. N. Debrot, die Donderdag met zijn
uit Curagao aangekomen neef mr. I. De
brot op het Buitenhof in Den Haag een
biertje zat te drinken.
„Er is in het Koninkrijk zoveel meer
positief werk te verrichten. Wij, Antilli-
anen zouden niets liever willen dan Ne
derland helpen bij het opbouwen van
zijn relaties in Zuid-Amerika. Wij zijn
immers de mensen „de la casa", wij ken
nen de sterk uiteenlopende eigenschap
pen van de Zuid-Amerikanen. Wij zou
den weten hoe men ze moet benaderen.
Wanneer een Hollander daar droogweg
binnen komt wandelen maakt hij veel
minder kansen".
De gedachten van de heer Debrot
gaan uit naar een meer efficiënt
scheppen van goodwill als follow-up
van de bezoeken van prins Bernhard.
Daarbij zouden economie, techniek en
cultuur meer verbonden moeten wor
den. Cultuur is een breed begrip. Ook
de economie valt daaronder. Een we
reldberoemd man als prof. dr. ir. v.
Blommestein brengt met zijn water
bouwkundige projecten cultuur, maar
waarom dat wat hij brengt niet veel
breder opgezet en onze cultuur in en
gere zin niet daarmede verbonden?
Juist in de minder ontwikkelde lan
den is aan dat laatste zoveel behoefte
De Engelsen hebben dat uitstekend
begrepen. Over de gehele wereld
werkt hun cultureel apparaat in sa
menwerking met handel en bedrijfsle
ven.
Mr. Debrot is vol vertrouwen dat dit
alles na het bekrachtigen van de nieu
we band van het Koninkrijk zal groeien.
Het is dan een koninkrijksaangelegen
heid waarvoor de Antillianen uit dien
hoofde de grootste belangstelling heb
ben, merkt hij op.
Ook dr. Pos, die als algemeen verte
genwoordiger voor Suriname in Den
Haag en met zijn ambtgenoot Debrot in
de Kleine Commissie der RTC de laatste
onderhandelingen heeft gevolgd, is niet
pessimistisch. „Wanneer Nederlanders
tot de meer koele Noorderlingen beho
ren en de Antillianen met hun over
heersend sentiment in geaardheid hun
antipoden zijn, dan staan wij, Surina-
mers, daar zo ongeveer tussen in"
meent hij.
(Van onze Haagse redacteur)
Naar in Den Haag wordt vernomen,
is in het Georganiseerd Overleg bij de
commissie, die de herziening van het
Algemeen Rijksambtenarenreglement
behandelt, een nieuwe verlofregeling
aanhangig gemaakt.
De vacantieregeling voor de ambte
naren berust op de basissalarissen, waar
bij minimaal twaalf dagen verlof per
jaar wordt gegeven. Men streeft er thans
naar dit minimum op veertien werk
dagen gebracht te krijgen en verder de
duur van de vacantie te verlengen naar
gelang het aantal dienstjaren.
Zoals reeds gemeld, zal Donderdag 20
Mei in de Trèves-zaal in Den Haag de
conferentie NederlandSurinameNed.
Antillen, die in 1952 voor onbepaalde
tijd werd verdaagd, voor voorlopig ver
der overleg in een door de conferentie
ingestelde „kleine commissie", worden
hervat.
De Nederlandse minister-president,
dr. W Drees, die voorzitter van de con
ferentie is, zal bij deze gelegenheid een
korte rede uitspreken in een besloten
bijeenkomst. Dé besprekingen tussen
Vert. J. F. KLIPHUIS
Het was mogelijk. Iedereen had het huis
kunnen binnendringen. De voorbijgan
gers wisten het alleen niet. Als iemand
de luiken gesloten ziet, komt hij ge
woonlijk niet op het idee om de kruk
neer te duwen en te onderzoeken of de
deur al of niet op slot is.
„Ze zoeken iets, hè?"
„Die indruk heb ik ook."
Iets van kleine omvang, waarscnijn-
lijk een stuk papier, want zelfs een
klein kartonnen doosje, dat oorbeller
had bevat, was opengemaakt.
„Slaap je vannacht niet?" meer dan honderd francs in zat. Albert
„Heus wel. Ik kan kiezen tussen een zou zijn geld wel ergens anders bewa-
bed en een ligstoel."
„Zijn de lakens schoon?"
„Er liggen schone in de linnenkast op
de overloop."
Hij zou inderdaad het bed moeten
opmaken met schone lakens en dan
gaan slapen. Bij nader inzien gaf hij
de voorkeur aan de ligstoel
Tegen één uur in de morgen vertrok
Moers. Maigret gooide de kachel hele
maal vol, maakte zich een stevige groc,
21)
Hij had ook monsters genomen van
bet zaagsel dicht bij het verdachte
tafeltje. En Maigret had in de vuilnis-
Het was een eigenaardige maaltijd die verzekerde zich er van, dat alles in
Moers en Maigret, tegenover elkaar ge
zeten, in de gelagkamer gebruikt had
den. Maigret had voor kellner gespeeld.
Ze hadden in de provisiekamer een
bak de resten van de zoute vis terug- worst gevonden, blikjes sardientjes en
gevonden. Enkele uren er voor had de
dode nog geen naam gehad en was hel
beeld, dat Maigret voor ogen zweefde
nog vrij vaag geweest. Nu hadden z*
niet alleen zijn foto, maar woonde de
commissaris zelfs in zijn huis, bewoog
zich tussen zijn meubels, betastte de
kledingstukken, die hem hadden toebe
hoord en zijn kleine persoonlijke be
zittingen.
Niet zonder een zekere voldoening
had hij Lucas, even nadat zij aange
komen waren, gewezen op een kleding
stuk dat op een van de kapstokken in
de slaapkamer hing; het was een col- de vrouwenharen in de grove kam, die
bertjasje van dezelfde stof als de pan-
Hollandse kaas. Hij was naar de kelder
gegaan om wijn te halen uit het vat,
een troebel blauwachtig brouwsel. Er
lagen ook gekurkte flessen, maar die
had hij niet aangeraakt.
„Blijft u nog, chef?"
„Ja, waarachtig. Er zal vannacht
waarschijnlijk niemand komen, maar
ik heb geen zin om naar huis te gaan."
,Wilt u dat ik ook hier blijf?"
orde was, en liep, na de deur gegren
deld te hebben, met zware stappen de
bochtige trap op, als een man, die naar
bed gaat.
In de klerenkast hing een kamerjas
van blauwe molton met kunstzijden op
slagen, maar die was hem veel te klein
en te nauw. De pantoffels onder het
bed pasten hem evenmin.
Hij trok alleen zijn schoenen uit,
wikkelde zich in een deken en instal
leerde zich in de ligstoel met een kus-
ren en het zou wel meegenomen zijn,
zoals ook al zijn papieren meegenomen
waren.
Het viel Maigret op, dat degenen, die
het huis doorzocht hadden, voorzichtig
waren opgetreden en geen chaos hadden
achtergelaten De laden waren door
zocht, maar daarna weer dichtgeschoven.
De kleren waren nagekeken, maar niet
van de kapstokken gehaald. En de foto's
waren uit de lijstjes gehaald, maar
daarna waren die lijstjes weer netjes
opgehangen.
Maigret viel in slaap en toen hij
noorde, dat er beneden tegen de luiken
gebonsd werd, had hij kunnen zweren,
dat hij maar enkele minuten gedom
meld had.
Maar het was al zeven uur 's morgens.
Het was licht.. De zon scheen op de
Seine, waar de schuiten in beweging
begonnen te komen en de sleepboten
tioten.
Hij schoot snel in zijn schoenen, zon
der ze dicht te rijgen, en liep naar be-
talon van de dode.
Hij had dus gelijk gehad. Albert was
naar huis gegaan en had zich, zoals hij
gewoon was, verkleed..
„Moers, jongen, geloof je dat hier al
geruime tijd niemand geweest is?"
„Ik zou kunnen zweren, dat er van
daag nog iemand binnengekomen is."
antwoordde de jongeman, na de acohol-
sen onder zijn hoofd. Er waren geen
blinden voor de ramen op de boven- neden met verwarde haren, losse boord
verdieping. Het licht van een straat- en een colbert vol kreukels
,Nee, dank je, beste jongen. ïk heb lantaarn drong door de vitrages met Het was Chevrier en een vrij knappe
maar liever, dat je dadelijk met je ana- hun ingewikkelde patroon en wierp vrouw, die een donkerblauw mantel-
lyses begint." vreemde arabesken op de muren. pak droeg en een klein hoedje op haar
Moers verwaarloosde niets, zelfs niet Met halfgesloten ogen tuurde hij er slordig opgemaakt haar.
naar, terwijl hij zijn laatste pijp „Daar zijn we, chef."
op de toilettafel lag. rookte. Hij begon zich thuis te voelen. Chevrier was pas een jaar of drie.
Van buiten drongen weinig geluiden Hij wende aan het nieuwe huis, zoals vier bij de Recherche. Met de zachte,
door. Er kwamen weinig mensen voor- men aan een kledingstuk went en de weke lijnen van zijn gezicht en ziin
geur er van kwam hem nu al bekend
voor, een geur, die hem aan het platte
land deed denken, zoet en pittig tege
lijk.
Waarom waren de foto's van „Nine"
bij. Af en toe hoorde men, vooral na
middernacht, het geluid van een
vrachtauto, die uit de buitenwijken
kwam en naar de Hallen reed.
Maigret had zijn vrouw opgebeld.
„Zul je heus geen kou vatten?"
„Maak je geen zorgen. Ik heb de verdwenen en had ze het huis zó ach-
spelen op de toonbank bij de ontkurkte kachel aangemaakt. Straks neem ik een Tergelaten, zonder zelfs het kasgeld mee
fles te hebben bestudeerd. grocje." te nemen? Het was waar, dat er niet
lichaam deed hij aan een schaap den
ken. De vrouw trok hem aan de mouw.
Hij begreep wat ze van hem wilde en
stotterde:
„Pardon! Meneer de commissaris, mag
weggenomen? Waarom was ze zelf ik u mijn vrouw voorstellen?"
de drie delegaties zullen worden voort
gezet onder leiding van de minister
voor Overzeese Rijksdelen, prof. mr. W.
J. A. Kernkamp.
De Nederlandse regering zal op Vrij
dag 21 Mei de deelnemers aan de con
ferentie ontvangen op een bijeenkomst
in de RidderzaaL
Secretaris-generaal van de conferentie
is, evenals in 1952, mr. Th. J. van der
Peyl. Secretarissen zijn mr. H. G. Ver-
hoeff, mr. B. M. Smulders, mr. B. H.
Adam en mr. H. de Jong.
De mogelijkheid bestaat, dat twee der
Arubaanse leden van de Antilliaanse
delegatie naar de Rondetafel-conferen
tie, niet naar Nederland zullen komen.
Het zijn de heren J. H. Eman, leider
der Arubaanse Volkspartij en J. E.
Irausquin. leider van de Arubaanse
Patriottische Partij. De reden van het
besluit zou zijn gelegen op het terrein
van interne politiek op Aruba en ver
band houdende met de verkiezingen
voor de- Antilliaanse Staten, die dit jaar
zullen worden gehouden. De kwestie
der staatkundige verhouding van Aruba
tot Nederland en de Ned. Antillen zou
bij dit besluit geen rol spelen.
Een Duits toerist heeft Donderdag m
een bekend Arnhems café zijn consump
tie betaald met een bankbiljet van vijf
gulden. Het was in 1944 door de Neder-
landsche Bank uitgegeven en getekend
door de toenmalige president van de
bank Rost van Tonningen. De betrok
ken caféhouder heeft het biljet zonder
argwaan geaccepteerd, omdat hij zich
uit persberichten herinnerde, dat de
Nederlandsche Bank opnieuw overwo
gen heeft bankbiljetten van vijf gulden
uit te geven.
Het 1. O. C. heeft bepaald, dat de
hippische nummers van de Olympische
Spelen van 1956 te Stockholm zullen
worden gehouden.