WARSCHAU tracht gousdienst- vrijheid te bewijzen Met een keurig verzorgd maar volkomen leugenachtig boek W i DE WEEK IN STAD EN STREEK Het CHINEES PORCELEIN van burgemeester Maarschalk Paler B. Diivcrgé O.E.S.A. 25 jaar priester „The Roman Catholic Church in People's Poland" Vooral foto's en maar weinig tekst Feest van Maria van Haarlem Twee diamanten bruidsparen Indruk van een veiling en de mensen die er kwamen i ZATERDAG 29 MEI 1954 PAGINA 3 Blind voor tegenspraak Om f en .Ziin Kerk- - wwhu-m rveo&m* U3S mm Morgen plechtige omgang SANTFOOR SPAARNEBABBELAAR ^aarv een ser'e fotografieën Van ke' merendeel evengoed jaarna oorl°g kan dateren als 'dzeeeni °°PPlechtigheid, huwelijks- Sodsdiei begrafenis, atelier voor ptentsnw, ge. voorwerpen, Sacra- kruisbee^eS?le' kinderen, die een Versiereij) ngs de openbare weg ?at 'dew'H11! echter niet beweren, :®n vooratJi 0S noodzakelijk tafere el nemen fn v^an vóór de oorI°§. Jaatste i-,™ ?n dat zij ook van de fan lever kunnen zijn. Maar zelfs voor Hp j? fjl nog niet het bewijs ïerdedipPn ilng die het boek wil «odsdienst,ir,1J bewijzen slechts de niets M van het Poolse volk naeer. Niets meer? Neen, want de vervolging, die thans in Po len en in de andere landen woedt, her valt niet in de fouten, die de com munisten 30 jaar geleden in Rusland maakten. De Marxisten hebben uit de mis lukking van de kerkvervolging de les getrokken en daarom hun tactiek ge wijzigd. Zij verhinderen de godsdienst plechtigheden niet meer, de kerken blijven open, de gelovigen kunnen vrij naar de kerk gaan. De enige' opzet is nu de bisschoppen en de priesters als vijanden van het volk in een slecht (Van een bijzondere correspondent) De Poolse legaties waaronder die in Den Haag hebben onlangs in de verschillende landen een boek verspreid, waarvan de opzet maar al te duidelijk is. Het wil n.l. bewijzen, dat er in Polen nog godsdienst vrijheid bestaat en de Kerk er niet teruggedrongen is in de sacristie. Het r®it echter, dat het boek door de zorgen der Poolse volksdemocratie na de ^vangenneming van Kard. Wyszinsky wordt verspreid, waarschuwt ons teeds, dat wij op onze hoede moeten zijn. De uitgevers: „het centraal Priester-comité, aangesloten bij de strijders voor vrijheid en democratie" ie Warschau, hebben er geen zorgen en geen geld aan gespaard, maar zij "ebben het niet nodig geoordeeld het imprimatur van de kerkelijke Overheid e vragen, zoals het kerkelijke recht voor een dergelijk werk eist. Zij hebben zelfstandig- geoordeeld, dat de Kerk in Polen vrij en onbelemmerd haar werk haar zending kan vervullen. Door de uitgave van dit boek verzetten zij zjeh openlijk tegen het bisschoppelijk gezag, dat in zijn brieven en in zijn memorandum aan de regering, de houding van de volksdemocratie ver- "ordeelde. De weinige tekst, die het boek be- yat, rept dan ook met geen woord over schrijven van de bisschoppen. De 4 bladzijden inleiding geven ons slechts bittreksels uit de grondwet der Poolse Volksdemocratie, die in de art. 69 en 70 vrijheid van godsdienst garandeert, en geven daarnaast enkele hoogdra vende verklaringen van vooraanstaan de politieke persoonlijkheden. Het ge heel van deze vier bladzijden geeft de indruk van de onmacht der uitgevers voor de taak, die zij zich hebben ge steld. Wij zouden deze bladzijden kun nen vergelijken met het schoolschrift Van een kind, dat niet goed weet hoe net een bladzijde moet vullen en daar- maar zo groot mogelijk schrijft, met Veel tussenruimten en een brede mar- Sina. De uitgevers hebben het daar- dm maar beter geoordeeld de overige 125 blz. van het in quarto formaat Uitgegeven boek met foto's te illustre ren. Met veel ophef maken zij dus in de- Ze eerste blz. gewag van het accoord v.an 1950 en van de regeringsverkla- ring van de 18e Januari 1951. Maar or boordt geen woord gezegd over de re geringsverklaring van de 9de Fe bruari 1953, die met een pennestreek de overeenkomst met de bisschoppen vernietigde. Op die datum publi ceerde het officiële blad van de volks democratie een decreet van de minis terraad, waarbij de benoeming of de Verplaatsing van een geestelijke door de staat wordt geregeld, terwijl voor de benoeming van de bisschop de goedkeuring van de ministerraad wordt geëist. Het decreet bepaalde verder, dat alleen Poolse onderdanen een ker kelijk ambt in Polen mogen vervul- De regering der volksdemocratie Was hiermede klaarblijkelijk nog niet tevreden; met reden vreesde zij, dat de verordening niet zonder moeilijkheden zou worden aanvaard. Zij voegde daarom aan het decreet dog een 3de bepaling toe: iedere geestelijke, die zich schuldig maakt aan een handeling tegen de wet of tegen de openbare orde, of die-zul ke handelingen goedkeurt, wordt dit zijn ambt ontslagen door de ker kelijke overheid ofwel door de rege ring wanneer de kerkelijke overheid tegen hem niet optreedt. Door de laatste bepaling plaatste de regering de bisschoppen voor een gewetens conflict, nl. volgens de wet een priester te moeten straffen, die zij relf hebben aangespoord eerder aan dod te gehoorzamen dan aan de "tensen. Het decreet is in directe tegen spraak met paragraaf 5 van het ac coord van 1950, maar hierover schij nen de samenstellers zich niet te be kommeren. Maar hoe kan het ook anders, wanneer men tegen de feiten en tegen de uitdrukkelijke verkla ring van de bisschoppen in wil be wijzen, dat er in Polen nog vrijheid Van godsdienst bestaat. De stilzwij gendheid, die zij hier bewaren, toont reeds voldoende hun slechte wil en Werpt heel hun bewijsvoering voor de vrijheid der Kerk ondersteDo- ven. De opvatting en de uitvoering van het boek zijn een bewijs, dat de Ontwerpers geen dommeriken zijn e" wij kunnen dus niet veronder stellen dat zij onkundig zijn van de Verklaringen van de bisschoppen en van de regering, en met name van «et decreet van de 9de Februari 1953. Wanneer zij de tegenspraak tussen j* verklaringen van de regering en *ii optreden niet willen erkennen, Va Mende blind; zjj worden ge- aarlyk leiders, waartegen de Kerk .Selovigen moet waarschuwen. Mis- e,n bestaat er voor hen alleen maar all» lnwendige vrijheid, d.w.z. dat men Vrj. in zÜn innerlijk, in zijn geweten tpb w onverschillig welke godsdienst w belijden. Maar dit is maar een hal- Vri'.,een verkrachte vrijheid, het is de W„ d van slaven. En dit is juist de de "sequentie, de onredelijkheid van zenV?lksdemocratie' d'e met grote leu- hejbeweert te strijden voor de vrjj- Vf.H Tan bet volk, maar het juist zijn een ontneemt. Ieder mens met een gezond verstand zal verklaren, dat nu,. Volledige vrijheid de overeenstem- o vew vereist tussen zijn inwendige en glnS en zijn uitwendige daden, deren de volksdemocratie verhin- teHf schrijvers willen derhalve de gronriPraak niet zien tussen de Van ri „jen de regeringsverklaring hen e..9de Februari en hieruit kun- zij WlJ alleen maar besluiten, dat God raad Plegen aan de zaak van dan r?n, Caesar beter willen dienen geheel indruk te vervagen of toevln ui' 'e wissen neemt men zijn "t tot een serie fotografieën licht te plaatsen, opdat het volk zich van hen zal afkeren en hen zelf zal veroordelen. Men beschuldigt hen daarom van misdaden tegen het wel zijn van de staat en van het volk. Een duivels en geraffineerd psychologisch systeem tracht hen zo ver te brengen, dat zij zichzelf beschuldigen van mis daden, waaraan zij zelfs nooit gedacht hebben of brengt hen in een geestes- gesteltenis, waarin zij 'zelfs in onschul dige handelingen een misdaad zien te gen de staat en het volk. Wanneer de nieuwe leiders van het volk dit kunnen bereiken zijn zij te vreden, want dan heeft de beschuldig de bekend, dat zijn zienswijze, de mo raal van de Kerk, volgens dewelke hij heeft gehandeld niet het welzijn van het volk beoogt, maar dat integen deel de volksdemocratie het werkelijk geluk en de vrijheid van het volk na streeft. Om deze reden zeggen de fo to's ons niets. De bladzijden 1145 geven ons een beeld van kerken, die door de Duitsers onder de oorlog zijn verwoest, maar die, volgens het onderschrift, dank zij de hulp van de regering werden her steld. Men zal het ons niet kwalijk ne men, dat wij tegenover de statistiek op blz. 17 sceptisch blijven: 799 kerken hersteld, 28 nieuwe kerken gebouwd in de tijd van 7 jaar, terwijl er nog 4459 kerken op het ogenblik worden gerestaureerd. Welke regering in Europa is in staat om het herstel van ongeveer 5200 ker ken te financieren? Het veronderstelt een financieel sterke positie, die Polen na de oorlog zeker niet had. Daarbij zijn er in het land niet alleen kerken verwoest, maar honderden andere ob- ISP Een zogenaamd overzicht van de Poolse Katholieke Pers. Zie de toelichting in nevenstaand artikel. jecten, die voor het land van het grootste levensbelang varen en die bij gevolg ook een ogenblikkelijk herstel eisten. Wanneer het onderschrift waar is, dat de staat werkelijk dit grootse herstelprogramma financiert, dan zien wij maar twee oplossingen, die dit mo gelijk maken, maar die beide ook te gen de volksdemocratie pleiten: 1) ofwel de Russische militaire be zetting na de capitulatie van Duitsland heeft om politieke redenen en met be hulp van Russische bronnen dit herstel mogelijk gemaakt; 2) ofwel de Poolse volksdemocratie financiert het werk met de opbrengst van de in beslag ge nomen bezittingen der kloosters en liefdadigheidsinstellingen Poging volk te winnen Op deze wijze hoopt de regering het volk dat zij door haar optreden tegen de bisschoppen tegen zich heeft inge nomen opnieuw voor zich te winnen. Vervolgens vinden we afbeeldingen van kerken en kunstwerken, die tij dens de oorlog gespaard zijn gebleven en die dus weer niets bewijzen, tenzij de godsdienstzin van het volk. Interes santer zou het geweest zijn wanneer wij de (niet gebouwde) kerk te zien zouden krijgen van de nieuwe gemeen te Nova Hutt, die zich na de oorlog aan de rand van Krakau gevormd heeft en waar volgens gegevens van het Vaticaan tienduizenden katholieken wonen. En welk doel heeft het, vragen wjj ons af, een foto te geven van het pas torale bezoek van Mgr. Klepacz aan zijn bisdom, terwijl 't onderschrift vermeldt: „Mgr. Klepacz geeft zijn zegen bij het verlaten van een kerk in Torun". Het diocees van Mgr. Klepacz is Lodz, ter wijl Torun tot het diocees Cholm be hoort. Tevergeefs zoeken wij ook in dit deel van het boek, dat de godsdienstvrijheid moet bewijzen, een foto van de grote feestelijkheden, die de 8e September 1946 te Czestochowa plaats hadden ter ere van O.L.Vr., en waar duizenden ge lovigen rond Kard. Hlond verzameld waren. En waarom geen enkele foto van de begrafenis van Kard. Hlond, de grote en warme verdediger van de rechten van het volk tijdens de Duitse bezet ting? Dan toont men ons de foto's van drie bisschoppen, die tijdens de oorlog in Duitse concentratiekampen zijn omge komen. Maar welk is het verband tus sen deze foto's en de godsdienstvrijheid in het huidige Polen? Waarom daar naast niet de foto's gepubliceerd van de Poolse bisschoppen, die op het ogenblik door de volksregering gevan gen worden gehouden of in de gevan genis reeds zijn omgekomen? (Kard. Wyszinsky, Mgr. Adamski in Maart 1953 in de gevangenis gestorven, Mgr. Antonio Baraniak, hulpbisschop van Gniezno, en Mgr. Luciano Bernacki, vicaris-generaal van Gniezno). De re den van dit verzwijgen is niet moeilijk te raden; dergelijke foto's dienen het doel niet dat men zich gesteld heeft. De godsdienstvrijheid waarmede de volksregering schermt mag alleen maar verstaan worden in de zin, die de regering er aan wil geven, d.w.z. zij moet een onderwerping zijn aan de inzichten van de regering. De bewijskracht van het overzicht van de vrije katholieke pers in Polen, (Zie een der nevenstaande illustraties) is wellicht de zwakste van het gehele boek. In ons art. van de 28e Januari hebben wij reeds het protest dat de bisschoppen de 8e Mei 1953 aan presi dent Bierut verzonden, besproken. Het is gericht tegen de opheffing van de gehele katholieke pers, doch hierover bewaren de samenstellers angstvallig het stilzwijgen. Maar door te veel te willen bewijzen, bewijst deze blz. juist het tegenovergestelde. Drie bladen, waarvan de voorpagina wordt afge drukt, zijn door de bisschoppen in hun schrijven van de 8e Mei uitdrukkelijk veroordeeld; Kuznica Kaplanska (de fakkel van de priester), Dzis i jutro (vandaag en morgen), en Slowo Pow- szechne (het algemeen woord). Verder vinden wij er nog afgebeeld enkele di rectoriums der bisdommen, welke men toch moeilijk tot de katholieke pers Gezicht op Warschau, met op de voorgrond, links, de Sigismund- zuil, die door de Duitsers werd vernield, maar die inmiddels is gerestaureerd. Een illustratie uit het boek „The Roman Catholic Church in People's Poland". kan rekenen (het directorium geeft aan welke feesten er iedere dag ge vierd worden en welke H. Mis de priester moet lezen). 329 opgeheven bladen Van het tijdschrift: Collectanea Theo- logica wordt zorgvuldig de datum ver borgen. In 1939 telde het zijn 20e jaar gang, in 1945 werd de uitgave, die on der de oorlog onmogelijk was geweest weer hervat zodat de 23e jaargang waarvan wij op blz. 80 een afdruk zien met een verborgen jaartal, verschenen moet zijn in 1948. In 1953 zou dus de 28e jaargang hebben moeten verschijnen. Maar waarom vragen wij ons af, wan neer het tijdschrift nog verschijnt, dan een specimen afdrukken van het jaar 1948 en door de datum te verbergen de indruk willen geven alsof het een van de laatste nummers is van 1953? Naast de 15 afdrukken van tijdschrif ten, die men ons hier voorlegt, geen woord of geen aanduiding over de 329 andere katholieke tijdschriften die in 1953 zijn opgeheven. Maar het feit dat men hier onder de katholieke tijdschriften er nog drie geeft, die door de bisschoppen uitdruk kelijk zijn veroordeeld, doet ons denken, dat de ontwerpers nog niet weten dat het protest van de bisschoppen reeds in het buitenland bekend is. Zij menen dus nog vrij spel te hebben. De laatste serie foto's (op blz. 122-132) moet de deur dicht doen, zij moet ons aantonen hoe de geestelijkheid met de volksregering samenwerkt in de strijd voor de vrede. Maar merken wij eerst op, dat er on der deze geestelijken geen enkele bis schop is en dat het de volksregering om het even is of deze geestelijken in con flict zijn met de kerkelijke Overheid of niet. Maar wij willen geenszins de Pool se geestelijkheid in haar geheel beschul digen, er zijn God zij dank nog pries ters, die zich tegen de plannen van de regering verzetten. Begin Februari van dit jaar werd in Warschau nog de gees telijke J. Zieja gearresteerd omdat hij zich had verzet tegen de activiteit van de progressistische priesters en zijn be zorgdheid omtrent het lot van Kard Wyszinsky had uitgedrukt. Trouwe lezer, dit wordt een droevige babbel, die ik her haaldelijk zal moqten onder breken om mijn tranen te plengen, mitsgaders mijn neus luidruchtig te snuiten zoals bepaalde bioscoop bezoekers doen als het drama op het witte doek al te machtig wordt. Het valt mij zwaar dit wekelijkse verhaal op papier te zetten, want het zal het laatste zijn. O nee, schrik niet, ik ben niet overleden, noch is mijn inspiratie door hoge ouderdom verdroogd of verpieterd. Evenmin geef ik er de brui aan uit balorigheid, of moet ik ophouden op bevel van de directie, omdat mijn geschrijf de abonnementen- lijst aantastte. Nog maar drie maan den geleden droomde ik van dui zend Spaarnebabbels, waarop ik zelf zou moeten wijzen zoals bij de radio nademaal niemand an ders het zou kunnen doen. Een lange rij van Haarlemse ingezete nen zou bij die gelegenheid nog eens duidelijk uiting geven aan misnoegen en afschuw. Gij zo spreken zij dan, dacht ik gij hebt het onderwijzend personeel herhaaldelijk beklad met uw wrange pseudo-humor; gij hebt de leden van de gemeenteraad in het diepste van hun persoonlijkheid uflta' meer dan eens aangetast; gij hebt in de maand Mei van het jaar 1954 de gezamenlijke kerkmeesters van Haarlem de laatste cent ontnomen. De gehele clerus van het bisdom, met de twee rechtvaardige secre tarissen als vaandeldragers in de eerste linie, rukt op om mij te straf fen voor alle openbaar geuite on eerbiedigheden en brutaal gepubli ceerde schimpscheuten, die even zovele aanleidingen gaven tot on gepaste uitjes op pastoorsvergade ringen. Uit alle lagen der bevol king zullen legers naar mijn huis optrekken om ruiten in te gooien om na een wederrechtelijk maar te excuseren binnendringen mijn schrijfmachine in beslag te nemen en in triomf naar de vuilnisbelt in Haarlem-OoSt op te brengen. Ik droomde van de duizendste, maar het zijn er slechts zeven hon derd drie en veertig geworden. Op dit moment moet ik deze babbel onderbreken. Het wordt mij t» machtig, de woorden verdrinken in tranen, nu de waterdichte schot ten van een man, die niet wenen wil, bezwijken. Op 22 Februari 1947 verscheen de eerste Spaarnebabbel, zo maar tussen het andere nieuws. En niemand zal er naar ge keken hebben of een leesoog aan gewaagd. Maar enkele weken la ter knipten op sensatie belusten een toen in het rechterhoekje van de stadspagina elke dag verschij nend babbeltje uit. Zij leurden er mee bij ieder, die graag meesmuilde om de goedmoedige critiek, niet op hen zelf bedoeld. En op 17 Juni 1950 sneuvelde het rubriekje op het veld van eer, omdat de oneer gevaarlijk dichterbij kwam. Men gaat de kwaliteiten van een mens veelal waarderen als hij gestorven is. „Hij had z'n fouten en eigen aardigheden", zo verluidt het, „maar hij meende het goed". En aangezien een rubriek beter tot nieuw leven is te brengen dan een gestorven sterveling kwam hij bin nen twee maanden terug, zij het wekelijks, in de vorm, die u elke Zaterdagavond sindsdien hebt aan getroffen. En nu komt het. De ru briek blijft, maar de schrijver gaat heen, met medeneming van zijn naam in het kille graf der vergetel heid. Eigenlijk was de onderteke ning „Spaarnebabbelaar" onterend. In de grote Van Dale staat over babbelen geschreven; „veel praten over dingen van weinig belang, uit lust tot praten". Ziezo, daar kan ik het mee doen. Een „babbelaar" is iemand, die veel babbelt. In on gunstige zin, voegt meneer Van Dale er, zonder op antwoord te wachten, vrolijk bij. Verder is een „babbelaar" een balletje van suiker of stroop. Maar ben ik ooit een Spaarne-strooplikker geweest? Ach, de vragen bestormen me bij dit af scheid. Zij culmineren in de weder vraag: wilt u mij vergeven voor alles wat ik u heb aangedaan? Op het geliefd terras, in de volle voorjaarszon, heb ik met ge sloten ogen mijn geweten onderzocht. Het voordeel daarvan was op de eerste plaats, dat ik niet kon kijken naar de voorbijgaande bloemen, waardoor ik de manne lijke lezers ook niet door mijn be schrijving kan verontrusten. Ja, het is voorgekomen, dat ik een wethouder niet naar zijn waar de heb gemeten, zelfs de burge meester gekapitteld heb over de lengte van de raadsvergaderingen. Onvoldoende respect voor de ambtenaar moet wel uit mijn oen gevloeid zijn, want wie zijn vriend lief heeft kastijdt hem. En als de stadsbus eens verkeerd uit de bus kwam, dan gebeurde dit om de di rectie tegen haarzelf te beschermen. De gouden cijfers van de wijzer plaat op de toren der oude St. Baaf trillen in de volle zonne-warmte. Dat maakt me weekhartig. Uren, dagen, weken, maanden vlieden als een schaduw heen. Het is alsof ik gisteren aan de krant kwam en mijn eerste met zoveel zorg gewrochte verslag in de prullenmand opnieuw zie verdwijnen. Schrijf gewoon, zei de chef, we weten wel dat je denkt knap te zijn. Dat heb ik in mijn oren geknoopt en in deze rubriek heeft het gewone, het alledaagse wellicht de charme geschonken. Onder die vertrouwde toren be gin ik een nieuwe periode van mijn leven, in dienst van de gemeen schap, gevormd uit stad en streek. Als straks op de tien voorbijgangers negen vreemdelingen geteld wor den en Haarlem volslagen cosmo- polietisch is, dan moet u mij dat verwijten. Dan kunt u zich uit nijd voor het verloren eigen erf achter mijn jongste zoon scharen, die braaf mededeelt: m'n vader is directeur van het Vreemdelingenlegioen ge worden. Waarde lezers, lieve lezeressen, ik neem afscheid van u, met dc pen, maar niet met het hart, om een klassiek gezegde te bezigen. Har telijk dank voor uw al of niet op zettelijke medewerking, voor uw trouw en uw vergevensgezindheid. Blijf uw lijfblad in ere houden en leer uw kinderen zulks evenzo te doen. Spaar mijn opvolger. Van u de dienst-willige en dank bare Maar de taktiek welke de volksre gering hier toepast is ons reeds bekend, o.a. uit Tsjechoslowakije waar men het volk dergelijke foto's voorlegde om het te bewijzen dat zijn priesters het eens waren met de regering en in de beste geest met haar samenwerkten. Maar de meeste foto's waren montages of door geweld verkregen. Wij vrezen, dat iets dergelijks ook aan deze foto's wel ten grondslag zal liggen; ofwel het zijn foto's direct na de oorlog genomen toen de beweging voor de vrede zich eerst begon af te tekenen en men nog niet goed wist wat de bedoeling er van was. Iets te verbergen Deze enkele voorbeelden van bedrog en van dubbelzinnigheid die wij uit het rijk geïllustreerde boek hebben gelicht bewijzen overduidelijk, dat men iets te verbergen heeft. Een leugencampagne, die zozeer de feiten ontkent en door haar stilzwijgendheid en verdraaiingen de gevangenneming van Kard. Wyszinsky schijnt goed te keuren, kan ons alleen maar een nog levendiger beeld geven van de moeilijkheden waarin de Kerk en de gelovigen van Polen verkeren. En dit is zeker niet de opzet van de samenstellers. Maar door te veel te wil len bewijzen, geven zij het bewijs van de tegengestelde waarheid en tonen zjj nog eens aan hoe de vader der leugen in zijn eigen strikken verward geraakt en zijn eigen werk vernielt. Morgen zal op plechtige wijze het feest van Maria var. Haarlem gevierd worden. In de St. Josephkerk aan de Jansstraat zal mgr. J. P. Huibers 's mor gens om kwart over negen de pontifi cale H. Mis opdragen. De gehele dag door zal de Rozenkrans worden gebe den. De plechtige omgang geschiedt des avonds tijdens een plechtig Lof, dat om zeven uur begint, ingeleid door het zin gen van de Completen. De predicatie wordt gehouden door prof. dr. C. Fried- hoff O.P. Aan de omgang zullen vele genodigden uit Haarlem en omgeving deelnemen. In Santpoort is het kennelijk gezond wo nen. Nog maar pas heeft het echtpaa- Spanjaard zijn diamanten bruiloft gevierd of opnieuw melden zich twee paar echtelie den, die hun 60-jarige bruiloft tegemoet gaan. Opa en Oma Ruygvoom zijn het eer ste aan de beurt al zal het daar geen groot feest kunnen worden, omdat de echteheden als gevolg van ziekte tijdelijk niet bij ei kaar wonen en eigenlijk zitten te wachten op een geschikte plaats in een rusthuis waar ze voor hun laatste levensdagen ver zekerd kunnen zijn van een goede ver pleging. Heel Spaamdam kent de heer T. Th Ruygvoom, die er m December 1867 het levenslicht aanschouwde. Tot zijn dertigste jaar werkte hij in de polder er, toen kwam hij aan de Spaarndammersluis. Zijn bruid Erizabet Sindorf werd op 28 Februari 1872 in Haarlemmerliede—Spaarowoude gebo ren. Van de 6 kinderen, die zij het leven schonk, zijn er nog 3 in leven. Nadien zijn er alweer 17 kleinkinderen gekomen, van wie er een naar het verre Califomië trok. Daar is nu ook een achterkleinkind, ter wijl er in Nederland ook nog 3 achter kleinkinderen zijn. Groot feest wordt het eerste Pinksterdag in den huize Wüstelaan 25 in Santpoort station. Jan Feye en Adriana Corsten zul len dan hun diamanten bruiloft vieren. Alle twee zijn ze in Heemstede geboren, de bruidegom 23 October 1870, zijn bruid op 23 Februari 1873. In de Bavokerk aan de Herenweg zijn ze gedoopt. gevormd hebben er hun eerste H. Communie gedaan en daar heeft pastoor Kerlen z.g. hen ook in de echt verbonden. Tot zijn 34ste jaar werkte de heer Feye als schilder in de bouwvakken en toen i« hij overgegaan naar de Centrale Werk plaats van de Spoorwegen in Haarlem. Dat betekende ook verhuizen naar Haarlem. Heel wat locomotieven, trams en rijtuigen zijn onder zijn hand weer als nieuw gewor den. Op 22 October 1930 werd hij gepen- sionneerd en het volgende jaar al trokken hij en zijn vrouw, die het buitenleven ge wend zijn. naar Santpoort, waar zij eerst een huisje in de Elta betrokken. En sedert achttien jaar wonen zij nu al aan de Wüs telaan. Ziekte hebben ze nooit gekend. Totdat in Maart van dit jaar een griep de bmid le lijk opbrak. Doch ze gaat al weer goed vooruit, al is ze nog niet zo best ter been als daarvoor. En daarom gaat de bruigom 's morgens naar zijn groentetuintje en blijft hij 's middags thuis om moeder een handje te helpen. Met de drie dochters waarvan er nog een thuis is. met de zes kleinkinderen en het ene achterkleinkind, zal het op eerste Pinksterdag groot feest worden. En buurman Rings, die de bruid op eerste Vrijdag altijd naar de kerk rijdt, zal ook eerste Pinksterdag met de wagen voorkomen om het bruidspaar naar de kerk te rijden. Anderhalve dag is er nodig geweest om de inboedel van Haarlems oud-burgemeester de heer C. Maarschalk, te veilen. De makelaars veilingmeesters P. Hoogeveen en Zoon hadden een lijvig boekwerkje uitgege ven en veel daarin mocht de nieuws gierigheid en kooplust van menig ver zamelaar, opkoper en huisvrouw opwek ken. Bijzondere aandacht was gevraagd voor een 293-delig (incompleet) met de hand geschilderd Saksisch porceleinen servies, een Empire ameublement en enkele waardevolle kunststukken. Al gemeen kon dus verwacht worden, dat de belangstelling voor deze in meer dan één opzicht bijzondere veiling groot zou zijn. Tijdens de kijkdagen werd voor de gehele inboedel reeds vijf en twintig mille geboden, maar dit getal moet, wat wij er van gezien hebben, verre zijn overschreden. De eerste morgen ging heen met het opbrengen van porcelein en kristal. Ui teraard bevonden zich onder de breek- waren zaken, die als prullen konden worden aangemerkt, doch slechts door de intentie om iets van de oud-burge meester van Haarlem te bezitten in waarde stegen. „De weledelgeboren heer van Maarschalk", zoals hij in het prospectus genoemd werd, moet in zijn leven een groot verzamelaar geweest zijn van Chinees porcelein. Prachtige prijzen werden voor sommige stuks ge maakt. Spanning kwam er eerst toen de heer Hoogeveen Sr., hoog zetelend boven het rumoer uit, het Saksisch servies on der de hamer bracht. De normale pro cedure werd gevolgd en een bod van ruim vier mille maakte een einde aan het spelletje van over en weer bieden. Velen toonden zich verbaasd over de som, waarvoor het servies in handen van de Amsterdammer Stodel overging. Drie mille was de prik, niet meer en niet minder. Ruim vier mille werd er voor betaald Op een dergelijke veiling kan men zich niet alleen verbazen over de be dragen, die gespendeerd worden aan sommige zaken, doch veel interessanter is het nog de adspirant-kopers te bestu deren. Gij ontmoet er, die er bij zitten alsof zij duizenden te verteren hebben: zfj kenmerken zich door het roken van extra dure sigaren, het dragen van witte manchetten, die ruimschoots uit de mouwen van hun colbert steken en van een speld met diamanten op een met zorg gestrikte das. Regelmatig roeren zij zich in het eentonig bedrijf van bie den, dat dan alleen aan spanning wint, wanneer het spel nog slechts twee spe lers heeft, die voor elkaar niet willen onder doen. Voorts komt gij er tegen, die voor tonnen destijds opgekocht heb ben en voor nog grotere bedragen weer verkochten aan de aristocratie van de wereld, naar zij zelf zeggen. Maar zij zeggen zoveel Zij zijn glad met de tong, hebben een spitse neus. diep liggende ogen en bruin gerookte vingers. Met iedereen zijn zjj zo goede vrienden, aan wie zij in een gevoelvolle monoloog vertellen van hun buitenlandse relaties, zwart op wit. Gij zegt op alles „ja" en „amen" en voor de rest hoopt gij voor die buitenlandse relatiies het allerebeste. Aan dit soort is niet veel plezier te behalen, meer aan hen, die verwonderd opkijken, wanneer er een bod gedaan wordt, dat zij niet verwacht hadden. Zij kijken met grote ogen en hun wenkbrauwen stijgend vra gend ten hemel. Zij pakken een potlood en noteren bij het nummer in het boek je het geboden bedrag, om later nog eens te kunnen verhalen, dat „je er nooit zeker van kan zijn. want dat zij het eens meegemaakt hebben, dat De huisvrouw haalt gij er direct uit; zij probeert een graantje mee te pik ken uit de grote collectie luxe artike len. Allerlei aardige snuisterijen, ge schikt voor dressoir en schoorsteenman tel, hebben haar doen snellen naar het verkooplokaal, waar in de middag de hitte schier ondraaglijk is en de rook vunzig hangen blijft. „Mag er een raam open?" vraagt iemand en de heer Hoogeveen Sr., als een vorst temidden van zijn volk. vindt één geopend raam niet voldoende en beveelt een der knechts er twee open te gooien. Een adempauze en als goudvissen in een kom werpt de massa zich op de bin nenstromende friste. „Nummer 236 komt op De be doeling is, dat nu het Empire bureau verschijnt, maar iemand roept: „wij kunnen toch beter het hele „zootje" te gelijk veilen." Het „zootje" is het ge hele ameublement Niemand heeft tegen dit voorstel enig bezwaar en zo geschiedt. Voor de prijs van 1600,- gaat het ameublement de deur uit. Men kan deze nummers het Sak sisch porceleinen servies en het Empi re „zootje" hoogtepunten van deze valling noemen, waarnaar door de aan wezigen is uitgezien, ook door het Drees- mannetje, dat slechts kijker is van een schouwspel, dat hem laat afvragen, waarom hij nu juist een Dreesmannetje is en niet een stralende man met witte manchetten en dure sigaren. Zo draait de veiling door: de schil derstukken bevestigen nogmaals, dat over smaak niet valt te twisten. Er zijn staaltjes bij uit de Romantische perio de van onze vaderlandse schilderkunst, niet zozeer de beste dan toch wel heel aardige. Het hoogste bod werd gedaan op een van Hove Bz., voorstellende een koperpoetsende vrouw in gesprek met een heer; precies twee mille, geen stui ver minder of meer. In Haarlem en omgeving worden de zer dagen tal van priesterfeesten ge vierd. In het klooster van de paters Augustijnen aan de Zijlweg is Zondag ook een jubilaris; dan viert pater Ber- nulphus Duvergé het feit, dat hij een kwart eeuw geleden de H. Priester wijding ontving. Pater Duvergé werd in 1902 te Am sterdam geboren en studeerde aan het St. Ignatiuscollege, waarna hij in Gemert de Latijnse School bezocht. In Septem ber 1923 trad hij in de Orde der pater» Augustijnen. Zes jaar later, op 30 Mei 1929, werd de jubilaris te Wijchen pries ter gewijd. Pater Duvergé werd daarna tot godsdienstleraar benoemd aan het Augustianum te Eindhoven. Van 1935 tot 1942 was hij prefect van het internaat. In de St. Augustinusparochie in Utrecht deed hij de daaropvolgende vier jaar dienst als kapelaan, waarna hij, in 1946, werd overgeplaatst naar Haarlem. Hij is thans nog steeds procurator en admi nistrateur van het klodSter en lyceum aan de Zijlweg. Hij is tevens belast met de leiding van het zangkoor, waarmee hij enige jaren geleden deelnam aan de interscholaire. De viering van het feest is wegens een rustkuur, die pater Duwtr- gé momenteel ondergaat, tot een nader te bepalen, datum uitgesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 3