WARSCHAU tracht gousdienst-
vrijheid te bewijzen
Met een keurig verzorgd maar
volkomen leugenachtig boek
W
i
DE WEEK IN STAD EN STREEK
Het CHINEES PORCELEIN
van burgemeester Maarschalk
Paler B. Diivcrgé O.E.S.A.
25 jaar priester
„The Roman Catholic Church in People's Poland"
Vooral foto's en
maar weinig tekst
Feest van Maria
van Haarlem
Twee diamanten
bruidsparen
Indruk van een veiling en de mensen
die er kwamen
i
ZATERDAG 29 MEI 1954
PAGINA 3
Blind voor tegenspraak
Om f en .Ziin Kerk-
-
wwhu-m rveo&m*
U3S
mm
Morgen plechtige
omgang
SANTFOOR
SPAARNEBABBELAAR
^aarv een ser'e fotografieën
Van ke' merendeel evengoed
jaarna oorl°g kan dateren als
'dzeeeni °°PPlechtigheid, huwelijks-
Sodsdiei begrafenis, atelier voor
ptentsnw, ge. voorwerpen, Sacra-
kruisbee^eS?le' kinderen, die een
Versiereij) ngs de openbare weg
?at 'dew'H11! echter niet beweren,
:®n vooratJi 0S noodzakelijk tafere
el nemen fn v^an vóór de oorI°§.
Jaatste i-,™ ?n dat zij ook van de
fan lever kunnen zijn. Maar zelfs
voor Hp j? fjl nog niet het bewijs
ïerdedipPn ilng die het boek wil
«odsdienst,ir,1J bewijzen slechts de
niets M van het Poolse volk
naeer. Niets meer? Neen,
want de vervolging, die thans in Po
len en in de andere landen woedt, her
valt niet in de fouten, die de com
munisten 30 jaar geleden in Rusland
maakten.
De Marxisten hebben uit de mis
lukking van de kerkvervolging de les
getrokken en daarom hun tactiek ge
wijzigd. Zij verhinderen de godsdienst
plechtigheden niet meer, de kerken
blijven open, de gelovigen kunnen vrij
naar de kerk gaan. De enige' opzet is
nu de bisschoppen en de priesters als
vijanden van het volk in een slecht
(Van een bijzondere correspondent)
De Poolse legaties waaronder die in Den Haag hebben onlangs in
de verschillende landen een boek verspreid, waarvan de opzet maar
al te duidelijk is. Het wil n.l. bewijzen, dat er in Polen nog godsdienst
vrijheid bestaat en de Kerk er niet teruggedrongen is in de sacristie. Het
r®it echter, dat het boek door de zorgen der Poolse volksdemocratie na de
^vangenneming van Kard. Wyszinsky wordt verspreid, waarschuwt ons
teeds, dat wij op onze hoede moeten zijn. De uitgevers: „het centraal
Priester-comité, aangesloten bij de strijders voor vrijheid en democratie"
ie Warschau, hebben er geen zorgen en geen geld aan gespaard, maar zij
"ebben het niet nodig geoordeeld het imprimatur van de kerkelijke Overheid
e vragen, zoals het kerkelijke recht voor een dergelijk werk eist. Zij hebben
zelfstandig- geoordeeld, dat de Kerk in Polen vrij en onbelemmerd haar werk
haar zending kan vervullen. Door de uitgave van dit boek verzetten zij
zjeh openlijk tegen het bisschoppelijk gezag, dat in zijn brieven en in zijn
memorandum aan de regering, de houding van de volksdemocratie ver-
"ordeelde.
De weinige tekst, die het boek be-
yat, rept dan ook met geen woord over
schrijven van de bisschoppen. De 4
bladzijden inleiding geven ons slechts
bittreksels uit de grondwet der Poolse
Volksdemocratie, die in de art. 69 en
70 vrijheid van godsdienst garandeert,
en geven daarnaast enkele hoogdra
vende verklaringen van vooraanstaan
de politieke persoonlijkheden. Het ge
heel van deze vier bladzijden geeft de
indruk van de onmacht der uitgevers
voor de taak, die zij zich hebben ge
steld. Wij zouden deze bladzijden kun
nen vergelijken met het schoolschrift
Van een kind, dat niet goed weet hoe
net een bladzijde moet vullen en daar-
maar zo groot mogelijk schrijft, met
Veel tussenruimten en een brede mar-
Sina. De uitgevers hebben het daar-
dm maar beter geoordeeld de overige
125 blz. van het in quarto formaat
Uitgegeven boek met foto's te illustre
ren.
Met veel ophef maken zij dus in de-
Ze eerste blz. gewag van het accoord
v.an 1950 en van de regeringsverkla-
ring van de 18e Januari 1951. Maar or
boordt geen woord gezegd over de re
geringsverklaring van de 9de Fe
bruari 1953, die met een pennestreek
de overeenkomst met de bisschoppen
vernietigde. Op die datum publi
ceerde het officiële blad van de volks
democratie een decreet van de minis
terraad, waarbij de benoeming of de
Verplaatsing van een geestelijke door
de staat wordt geregeld, terwijl voor
de benoeming van de bisschop de
goedkeuring van de ministerraad wordt
geëist. Het decreet bepaalde verder,
dat alleen Poolse onderdanen een ker
kelijk ambt in Polen mogen vervul-
De regering der volksdemocratie
Was hiermede klaarblijkelijk nog
niet tevreden; met reden vreesde
zij, dat de verordening niet zonder
moeilijkheden zou worden aanvaard.
Zij voegde daarom aan het decreet
dog een 3de bepaling toe: iedere
geestelijke, die zich schuldig maakt
aan een handeling tegen de wet of
tegen de openbare orde, of die-zul
ke handelingen goedkeurt, wordt
dit zijn ambt ontslagen door de ker
kelijke overheid ofwel door de rege
ring wanneer de kerkelijke overheid
tegen hem niet optreedt. Door de
laatste bepaling plaatste de regering
de bisschoppen voor een gewetens
conflict, nl. volgens de wet een
priester te moeten straffen, die zij
relf hebben aangespoord eerder aan
dod te gehoorzamen dan aan de
"tensen.
Het decreet is in directe tegen
spraak met paragraaf 5 van het ac
coord van 1950, maar hierover schij
nen de samenstellers zich niet te be
kommeren. Maar hoe kan het ook
anders, wanneer men tegen de feiten
en tegen de uitdrukkelijke verkla
ring van de bisschoppen in wil be
wijzen, dat er in Polen nog vrijheid
Van godsdienst bestaat. De stilzwij
gendheid, die zij hier bewaren, toont
reeds voldoende hun slechte wil en
Werpt heel hun bewijsvoering voor
de vrijheid der Kerk ondersteDo-
ven. De opvatting en de uitvoering
van het boek zijn een bewijs, dat de
Ontwerpers geen dommeriken zijn
e" wij kunnen dus niet veronder
stellen dat zij onkundig zijn van de
Verklaringen van de bisschoppen en
van de regering, en met name van
«et decreet van de 9de Februari
1953.
Wanneer zij de tegenspraak tussen
j* verklaringen van de regering en
*ii optreden niet willen erkennen,
Va Mende blind; zjj worden ge-
aarlyk leiders, waartegen de Kerk
.Selovigen moet waarschuwen. Mis-
e,n bestaat er voor hen alleen maar
all» lnwendige vrijheid, d.w.z. dat men
Vrj. in zÜn innerlijk, in zijn geweten
tpb w onverschillig welke godsdienst
w belijden. Maar dit is maar een hal-
Vri'.,een verkrachte vrijheid, het is de
W„ d van slaven. En dit is juist de
de "sequentie, de onredelijkheid van
zenV?lksdemocratie' d'e met grote leu-
hejbeweert te strijden voor de vrjj-
Vf.H Tan bet volk, maar het juist zijn
een ontneemt. Ieder mens met
een gezond verstand zal verklaren, dat
nu,. Volledige vrijheid de overeenstem-
o vew vereist tussen zijn inwendige
en glnS en zijn uitwendige daden,
deren de volksdemocratie verhin-
teHf schrijvers willen derhalve de
gronriPraak niet zien tussen de
Van ri „jen de regeringsverklaring
hen e..9de Februari en hieruit kun-
zij WlJ alleen maar besluiten, dat
God raad Plegen aan de zaak van
dan r?n, Caesar beter willen dienen
geheel indruk te vervagen of
toevln ui' 'e wissen neemt men zijn
"t tot een serie fotografieën
licht te plaatsen, opdat het volk zich
van hen zal afkeren en hen zelf zal
veroordelen. Men beschuldigt hen
daarom van misdaden tegen het wel
zijn van de staat en van het volk. Een
duivels en geraffineerd psychologisch
systeem tracht hen zo ver te brengen,
dat zij zichzelf beschuldigen van mis
daden, waaraan zij zelfs nooit gedacht
hebben of brengt hen in een geestes-
gesteltenis, waarin zij 'zelfs in onschul
dige handelingen een misdaad zien te
gen de staat en het volk.
Wanneer de nieuwe leiders van het
volk dit kunnen bereiken zijn zij te
vreden, want dan heeft de beschuldig
de bekend, dat zijn zienswijze, de mo
raal van de Kerk, volgens dewelke
hij heeft gehandeld niet het welzijn
van het volk beoogt, maar dat integen
deel de volksdemocratie het werkelijk
geluk en de vrijheid van het volk na
streeft. Om deze reden zeggen de fo
to's ons niets.
De bladzijden 1145 geven ons een
beeld van kerken, die door de Duitsers
onder de oorlog zijn verwoest, maar
die, volgens het onderschrift, dank zij
de hulp van de regering werden her
steld. Men zal het ons niet kwalijk ne
men, dat wij tegenover de statistiek
op blz. 17 sceptisch blijven: 799 kerken
hersteld, 28 nieuwe kerken gebouwd
in de tijd van 7 jaar, terwijl er nog
4459 kerken op het ogenblik worden
gerestaureerd.
Welke regering in Europa is in staat
om het herstel van ongeveer 5200 ker
ken te financieren? Het veronderstelt
een financieel sterke positie, die Polen
na de oorlog zeker niet had. Daarbij
zijn er in het land niet alleen kerken
verwoest, maar honderden andere ob-
ISP
Een zogenaamd overzicht van de Poolse Katholieke Pers. Zie de toelichting in
nevenstaand artikel.
jecten, die voor het land van het
grootste levensbelang varen en die bij
gevolg ook een ogenblikkelijk herstel
eisten. Wanneer het onderschrift waar
is, dat de staat werkelijk dit grootse
herstelprogramma financiert, dan zien
wij maar twee oplossingen, die dit mo
gelijk maken, maar die beide ook te
gen de volksdemocratie pleiten:
1) ofwel de Russische militaire be
zetting na de capitulatie van Duitsland
heeft om politieke redenen en met be
hulp van Russische bronnen dit herstel
mogelijk gemaakt; 2) ofwel de Poolse
volksdemocratie financiert het werk
met de opbrengst van de in beslag ge
nomen bezittingen der kloosters en
liefdadigheidsinstellingen
Poging volk te winnen
Op deze wijze hoopt de regering
het volk dat zij door haar optreden tegen
de bisschoppen tegen zich heeft inge
nomen opnieuw voor zich te winnen.
Vervolgens vinden we afbeeldingen
van kerken en kunstwerken, die tij
dens de oorlog gespaard zijn gebleven
en die dus weer niets bewijzen, tenzij
de godsdienstzin van het volk. Interes
santer zou het geweest zijn wanneer
wij de (niet gebouwde) kerk te zien
zouden krijgen van de nieuwe gemeen
te Nova Hutt, die zich na de oorlog
aan de rand van Krakau gevormd
heeft en waar volgens gegevens van
het Vaticaan tienduizenden katholieken
wonen.
En welk doel heeft het, vragen wjj
ons af, een foto te geven van het pas
torale bezoek van Mgr. Klepacz aan zijn
bisdom, terwijl 't onderschrift vermeldt:
„Mgr. Klepacz geeft zijn zegen bij het
verlaten van een kerk in Torun". Het
diocees van Mgr. Klepacz is Lodz, ter
wijl Torun tot het diocees Cholm be
hoort.
Tevergeefs zoeken wij ook in dit deel
van het boek, dat de godsdienstvrijheid
moet bewijzen, een foto van de grote
feestelijkheden, die de 8e September
1946 te Czestochowa plaats hadden ter
ere van O.L.Vr., en waar duizenden ge
lovigen rond Kard. Hlond verzameld
waren. En waarom geen enkele foto van
de begrafenis van Kard. Hlond, de grote
en warme verdediger van de rechten
van het volk tijdens de Duitse bezet
ting?
Dan toont men ons de foto's van drie
bisschoppen, die tijdens de oorlog in
Duitse concentratiekampen zijn omge
komen. Maar welk is het verband tus
sen deze foto's en de godsdienstvrijheid
in het huidige Polen? Waarom daar
naast niet de foto's gepubliceerd van
de Poolse bisschoppen, die op het
ogenblik door de volksregering gevan
gen worden gehouden of in de gevan
genis reeds zijn omgekomen? (Kard.
Wyszinsky, Mgr. Adamski in Maart
1953 in de gevangenis gestorven, Mgr.
Antonio Baraniak, hulpbisschop van
Gniezno, en Mgr. Luciano Bernacki,
vicaris-generaal van Gniezno). De re
den van dit verzwijgen is niet moeilijk
te raden; dergelijke foto's dienen het
doel niet dat men zich gesteld heeft.
De godsdienstvrijheid waarmede de
volksregering schermt mag alleen
maar verstaan worden in de zin, die de
regering er aan wil geven, d.w.z. zij
moet een onderwerping zijn aan de
inzichten van de regering.
De bewijskracht van het overzicht
van de vrije katholieke pers in Polen,
(Zie een der nevenstaande illustraties)
is wellicht de zwakste van het gehele
boek. In ons art. van de 28e Januari
hebben wij reeds het protest dat de
bisschoppen de 8e Mei 1953 aan presi
dent Bierut verzonden, besproken. Het
is gericht tegen de opheffing van de
gehele katholieke pers, doch hierover
bewaren de samenstellers angstvallig
het stilzwijgen. Maar door te veel te
willen bewijzen, bewijst deze blz. juist
het tegenovergestelde. Drie bladen,
waarvan de voorpagina wordt afge
drukt, zijn door de bisschoppen in hun
schrijven van de 8e Mei uitdrukkelijk
veroordeeld; Kuznica Kaplanska (de
fakkel van de priester), Dzis i jutro
(vandaag en morgen), en Slowo Pow-
szechne (het algemeen woord). Verder
vinden wij er nog afgebeeld enkele di
rectoriums der bisdommen, welke men
toch moeilijk tot de katholieke pers
Gezicht op Warschau, met op de
voorgrond, links, de Sigismund-
zuil, die door de Duitsers werd
vernield, maar die inmiddels is
gerestaureerd. Een illustratie uit
het boek „The Roman Catholic
Church in People's Poland".
kan rekenen (het directorium geeft
aan welke feesten er iedere dag ge
vierd worden en welke H. Mis de
priester moet lezen).
329 opgeheven bladen
Van het tijdschrift: Collectanea Theo-
logica wordt zorgvuldig de datum ver
borgen. In 1939 telde het zijn 20e jaar
gang, in 1945 werd de uitgave, die on
der de oorlog onmogelijk was geweest
weer hervat zodat de 23e jaargang
waarvan wij op blz. 80 een afdruk zien
met een verborgen jaartal, verschenen
moet zijn in 1948. In 1953 zou dus de
28e jaargang hebben moeten verschijnen.
Maar waarom vragen wij ons af, wan
neer het tijdschrift nog verschijnt, dan
een specimen afdrukken van het jaar
1948 en door de datum te verbergen de
indruk willen geven alsof het een van
de laatste nummers is van 1953?
Naast de 15 afdrukken van tijdschrif
ten, die men ons hier voorlegt, geen
woord of geen aanduiding over de 329
andere katholieke tijdschriften die in
1953 zijn opgeheven.
Maar het feit dat men hier onder de
katholieke tijdschriften er nog drie
geeft, die door de bisschoppen uitdruk
kelijk zijn veroordeeld, doet ons denken,
dat de ontwerpers nog niet weten dat
het protest van de bisschoppen reeds in
het buitenland bekend is. Zij menen dus
nog vrij spel te hebben. De laatste serie
foto's (op blz. 122-132) moet de deur
dicht doen, zij moet ons aantonen hoe
de geestelijkheid met de volksregering
samenwerkt in de strijd voor de vrede.
Maar merken wij eerst op, dat er on
der deze geestelijken geen enkele bis
schop is en dat het de volksregering om
het even is of deze geestelijken in con
flict zijn met de kerkelijke Overheid of
niet. Maar wij willen geenszins de Pool
se geestelijkheid in haar geheel beschul
digen, er zijn God zij dank nog pries
ters, die zich tegen de plannen van de
regering verzetten. Begin Februari van
dit jaar werd in Warschau nog de gees
telijke J. Zieja gearresteerd omdat hij
zich had verzet tegen de activiteit van
de progressistische priesters en zijn be
zorgdheid omtrent het lot van Kard
Wyszinsky had uitgedrukt.
Trouwe lezer, dit wordt een
droevige babbel, die ik her
haaldelijk zal moqten onder
breken om mijn tranen te plengen,
mitsgaders mijn neus luidruchtig
te snuiten zoals bepaalde bioscoop
bezoekers doen als het drama op
het witte doek al te machtig wordt.
Het valt mij zwaar dit wekelijkse
verhaal op papier te zetten, want
het zal het laatste zijn. O nee,
schrik niet, ik ben niet overleden,
noch is mijn inspiratie door hoge
ouderdom verdroogd of verpieterd.
Evenmin geef ik er de brui aan uit
balorigheid, of moet ik ophouden
op bevel van de directie, omdat
mijn geschrijf de abonnementen-
lijst aantastte. Nog maar drie maan
den geleden droomde ik van dui
zend Spaarnebabbels, waarop ik
zelf zou moeten wijzen zoals bij
de radio nademaal niemand an
ders het zou kunnen doen. Een
lange rij van Haarlemse ingezete
nen zou bij die gelegenheid nog
eens duidelijk uiting geven aan
misnoegen en afschuw. Gij zo
spreken zij dan, dacht ik gij
hebt het onderwijzend personeel
herhaaldelijk beklad met uw
wrange pseudo-humor; gij hebt de
leden van de gemeenteraad in het
diepste van hun persoonlijkheid
uflta'
meer dan eens aangetast; gij hebt
in de maand Mei van het jaar 1954
de gezamenlijke kerkmeesters van
Haarlem de laatste cent ontnomen.
De gehele clerus van het bisdom,
met de twee rechtvaardige secre
tarissen als vaandeldragers in de
eerste linie, rukt op om mij te straf
fen voor alle openbaar geuite on
eerbiedigheden en brutaal gepubli
ceerde schimpscheuten, die even
zovele aanleidingen gaven tot on
gepaste uitjes op pastoorsvergade
ringen. Uit alle lagen der bevol
king zullen legers naar mijn huis
optrekken om ruiten in te gooien
om na een wederrechtelijk maar te
excuseren binnendringen mijn
schrijfmachine in beslag te nemen
en in triomf naar de vuilnisbelt in
Haarlem-OoSt op te brengen.
Ik droomde van de duizendste,
maar het zijn er slechts zeven hon
derd drie en veertig geworden. Op
dit moment moet ik deze babbel
onderbreken. Het wordt mij t»
machtig, de woorden verdrinken
in tranen, nu de waterdichte schot
ten van een man, die niet wenen
wil, bezwijken.
Op 22 Februari 1947 verscheen
de eerste Spaarnebabbel, zo
maar tussen het andere
nieuws. En niemand zal er naar ge
keken hebben of een leesoog aan
gewaagd. Maar enkele weken la
ter knipten op sensatie belusten
een toen in het rechterhoekje van
de stadspagina elke dag verschij
nend babbeltje uit. Zij leurden er
mee bij ieder, die graag meesmuilde
om de goedmoedige critiek, niet op
hen zelf bedoeld. En op 17 Juni
1950 sneuvelde het rubriekje op
het veld van eer, omdat de oneer
gevaarlijk dichterbij kwam. Men
gaat de kwaliteiten van een mens
veelal waarderen als hij gestorven
is. „Hij had z'n fouten en eigen
aardigheden", zo verluidt het,
„maar hij meende het goed". En
aangezien een rubriek beter tot
nieuw leven is te brengen dan een
gestorven sterveling kwam hij bin
nen twee maanden terug, zij het
wekelijks, in de vorm, die u elke
Zaterdagavond sindsdien hebt aan
getroffen. En nu komt het. De ru
briek blijft, maar de schrijver gaat
heen, met medeneming van zijn
naam in het kille graf der vergetel
heid. Eigenlijk was de onderteke
ning „Spaarnebabbelaar" onterend.
In de grote Van Dale staat over
babbelen geschreven; „veel praten
over dingen van weinig belang, uit
lust tot praten". Ziezo, daar kan ik
het mee doen. Een „babbelaar" is
iemand, die veel babbelt. In on
gunstige zin, voegt meneer Van
Dale er, zonder op antwoord te
wachten, vrolijk bij. Verder is een
„babbelaar" een balletje van suiker
of stroop. Maar ben ik ooit een
Spaarne-strooplikker geweest? Ach,
de vragen bestormen me bij dit af
scheid. Zij culmineren in de weder
vraag: wilt u mij vergeven voor
alles wat ik u heb aangedaan?
Op het geliefd terras, in de volle
voorjaarszon, heb ik met ge
sloten ogen mijn geweten
onderzocht. Het voordeel daarvan
was op de eerste plaats, dat ik niet
kon kijken naar de voorbijgaande
bloemen, waardoor ik de manne
lijke lezers ook niet door mijn be
schrijving kan verontrusten.
Ja, het is voorgekomen, dat ik
een wethouder niet naar zijn waar
de heb gemeten, zelfs de burge
meester gekapitteld heb over de
lengte van de raadsvergaderingen.
Onvoldoende respect voor de
ambtenaar moet wel uit mijn oen
gevloeid zijn, want wie zijn vriend
lief heeft kastijdt hem. En als de
stadsbus eens verkeerd uit de bus
kwam, dan gebeurde dit om de di
rectie tegen haarzelf te beschermen.
De gouden cijfers van de wijzer
plaat op de toren der oude St. Baaf
trillen in de volle zonne-warmte.
Dat maakt me weekhartig. Uren,
dagen, weken, maanden vlieden als
een schaduw heen. Het is alsof ik
gisteren aan de krant kwam en mijn
eerste met zoveel zorg gewrochte
verslag in de prullenmand opnieuw
zie verdwijnen. Schrijf gewoon, zei
de chef, we weten wel dat je denkt
knap te zijn. Dat heb ik in mijn
oren geknoopt en in deze rubriek
heeft het gewone, het alledaagse
wellicht de charme geschonken.
Onder die vertrouwde toren be
gin ik een nieuwe periode van mijn
leven, in dienst van de gemeen
schap, gevormd uit stad en streek.
Als straks op de tien voorbijgangers
negen vreemdelingen geteld wor
den en Haarlem volslagen cosmo-
polietisch is, dan moet u mij dat
verwijten. Dan kunt u zich uit nijd
voor het verloren eigen erf achter
mijn jongste zoon scharen, die braaf
mededeelt: m'n vader is directeur
van het Vreemdelingenlegioen ge
worden.
Waarde lezers, lieve lezeressen,
ik neem afscheid van u, met dc
pen, maar niet met het hart, om een
klassiek gezegde te bezigen. Har
telijk dank voor uw al of niet op
zettelijke medewerking, voor uw
trouw en uw vergevensgezindheid.
Blijf uw lijfblad in ere houden en
leer uw kinderen zulks evenzo te
doen. Spaar mijn opvolger.
Van u de dienst-willige en dank
bare
Maar de taktiek welke de volksre
gering hier toepast is ons reeds bekend,
o.a. uit Tsjechoslowakije waar men het
volk dergelijke foto's voorlegde om het
te bewijzen dat zijn priesters het eens
waren met de regering en in de beste
geest met haar samenwerkten. Maar de
meeste foto's waren montages of door
geweld verkregen. Wij vrezen, dat iets
dergelijks ook aan deze foto's wel ten
grondslag zal liggen; ofwel het zijn
foto's direct na de oorlog genomen
toen de beweging voor de vrede zich
eerst begon af te tekenen en men nog
niet goed wist wat de bedoeling er
van was.
Iets te verbergen
Deze enkele voorbeelden van bedrog
en van dubbelzinnigheid die wij uit het
rijk geïllustreerde boek hebben gelicht
bewijzen overduidelijk, dat men iets te
verbergen heeft. Een leugencampagne,
die zozeer de feiten ontkent en door
haar stilzwijgendheid en verdraaiingen
de gevangenneming van Kard. Wyszinsky
schijnt goed te keuren, kan ons alleen
maar een nog levendiger beeld geven
van de moeilijkheden waarin de Kerk
en de gelovigen van Polen verkeren.
En dit is zeker niet de opzet van de
samenstellers. Maar door te veel te wil
len bewijzen, geven zij het bewijs van
de tegengestelde waarheid en tonen zjj
nog eens aan hoe de vader der leugen in
zijn eigen strikken verward geraakt en
zijn eigen werk vernielt.
Morgen zal op plechtige wijze het
feest van Maria var. Haarlem gevierd
worden. In de St. Josephkerk aan de
Jansstraat zal mgr. J. P. Huibers 's mor
gens om kwart over negen de pontifi
cale H. Mis opdragen. De gehele dag
door zal de Rozenkrans worden gebe
den. De plechtige omgang geschiedt des
avonds tijdens een plechtig Lof, dat om
zeven uur begint, ingeleid door het zin
gen van de Completen. De predicatie
wordt gehouden door prof. dr. C. Fried-
hoff O.P. Aan de omgang zullen vele
genodigden uit Haarlem en omgeving
deelnemen.
In Santpoort is het kennelijk gezond wo
nen. Nog maar pas heeft het echtpaa-
Spanjaard zijn diamanten bruiloft gevierd
of opnieuw melden zich twee paar echtelie
den, die hun 60-jarige bruiloft tegemoet
gaan. Opa en Oma Ruygvoom zijn het eer
ste aan de beurt al zal het daar geen groot
feest kunnen worden, omdat de echteheden
als gevolg van ziekte tijdelijk niet bij ei
kaar wonen en eigenlijk zitten te wachten
op een geschikte plaats in een rusthuis
waar ze voor hun laatste levensdagen ver
zekerd kunnen zijn van een goede ver
pleging.
Heel Spaamdam kent de heer T. Th
Ruygvoom, die er m December 1867 het
levenslicht aanschouwde. Tot zijn dertigste
jaar werkte hij in de polder er, toen kwam
hij aan de Spaarndammersluis. Zijn bruid
Erizabet Sindorf werd op 28 Februari 1872
in Haarlemmerliede—Spaarowoude gebo
ren. Van de 6 kinderen, die zij het leven
schonk, zijn er nog 3 in leven. Nadien zijn
er alweer 17 kleinkinderen gekomen, van
wie er een naar het verre Califomië trok.
Daar is nu ook een achterkleinkind, ter
wijl er in Nederland ook nog 3 achter
kleinkinderen zijn.
Groot feest wordt het eerste Pinksterdag
in den huize Wüstelaan 25 in Santpoort
station. Jan Feye en Adriana Corsten zul
len dan hun diamanten bruiloft vieren.
Alle twee zijn ze in Heemstede geboren,
de bruidegom 23 October 1870, zijn bruid
op 23 Februari 1873. In de Bavokerk aan
de Herenweg zijn ze gedoopt. gevormd
hebben er hun eerste H. Communie gedaan
en daar heeft pastoor Kerlen z.g. hen ook
in de echt verbonden.
Tot zijn 34ste jaar werkte de heer Feye
als schilder in de bouwvakken en toen i«
hij overgegaan naar de Centrale Werk
plaats van de Spoorwegen in Haarlem. Dat
betekende ook verhuizen naar Haarlem.
Heel wat locomotieven, trams en rijtuigen
zijn onder zijn hand weer als nieuw gewor
den. Op 22 October 1930 werd hij gepen-
sionneerd en het volgende jaar al trokken
hij en zijn vrouw, die het buitenleven ge
wend zijn. naar Santpoort, waar zij eerst
een huisje in de Elta betrokken. En sedert
achttien jaar wonen zij nu al aan de Wüs
telaan.
Ziekte hebben ze nooit gekend. Totdat in
Maart van dit jaar een griep de bmid le
lijk opbrak. Doch ze gaat al weer goed
vooruit, al is ze nog niet zo best ter been
als daarvoor. En daarom gaat de bruigom
's morgens naar zijn groentetuintje en
blijft hij 's middags thuis om moeder een
handje te helpen. Met de drie dochters
waarvan er nog een thuis is. met de zes
kleinkinderen en het ene achterkleinkind,
zal het op eerste Pinksterdag groot feest
worden. En buurman Rings, die de bruid
op eerste Vrijdag altijd naar de kerk rijdt,
zal ook eerste Pinksterdag met de wagen
voorkomen om het bruidspaar naar de kerk
te rijden.
Anderhalve dag is er nodig geweest
om de inboedel van Haarlems
oud-burgemeester de heer C.
Maarschalk, te veilen. De makelaars
veilingmeesters P. Hoogeveen en Zoon
hadden een lijvig boekwerkje uitgege
ven en veel daarin mocht de nieuws
gierigheid en kooplust van menig ver
zamelaar, opkoper en huisvrouw opwek
ken. Bijzondere aandacht was gevraagd
voor een 293-delig (incompleet) met de
hand geschilderd Saksisch porceleinen
servies, een Empire ameublement en
enkele waardevolle kunststukken. Al
gemeen kon dus verwacht worden, dat
de belangstelling voor deze in meer
dan één opzicht bijzondere veiling groot
zou zijn. Tijdens de kijkdagen werd voor
de gehele inboedel reeds vijf en twintig
mille geboden, maar dit getal moet,
wat wij er van gezien hebben, verre
zijn overschreden.
De eerste morgen ging heen met het
opbrengen van porcelein en kristal. Ui
teraard bevonden zich onder de breek-
waren zaken, die als prullen konden
worden aangemerkt, doch slechts door
de intentie om iets van de oud-burge
meester van Haarlem te bezitten in
waarde stegen. „De weledelgeboren
heer van Maarschalk", zoals hij in het
prospectus genoemd werd, moet in zijn
leven een groot verzamelaar geweest
zijn van Chinees porcelein. Prachtige
prijzen werden voor sommige stuks ge
maakt. Spanning kwam er eerst toen de
heer Hoogeveen Sr., hoog zetelend boven
het rumoer uit, het Saksisch servies on
der de hamer bracht. De normale pro
cedure werd gevolgd en een bod van
ruim vier mille maakte een einde aan
het spelletje van over en weer bieden.
Velen toonden zich verbaasd over de
som, waarvoor het servies in handen
van de Amsterdammer Stodel overging.
Drie mille was de prik, niet meer en
niet minder. Ruim vier mille werd er
voor betaald
Op een dergelijke veiling kan men
zich niet alleen verbazen over de be
dragen, die gespendeerd worden aan
sommige zaken, doch veel interessanter
is het nog de adspirant-kopers te bestu
deren. Gij ontmoet er, die er bij zitten
alsof zij duizenden te verteren hebben:
zfj kenmerken zich door het roken van
extra dure sigaren, het dragen van witte
manchetten, die ruimschoots uit de
mouwen van hun colbert steken en van
een speld met diamanten op een met
zorg gestrikte das. Regelmatig roeren
zij zich in het eentonig bedrijf van bie
den, dat dan alleen aan spanning wint,
wanneer het spel nog slechts twee spe
lers heeft, die voor elkaar niet willen
onder doen. Voorts komt gij er tegen,
die voor tonnen destijds opgekocht heb
ben en voor nog grotere bedragen weer
verkochten aan de aristocratie van de
wereld, naar zij zelf zeggen. Maar zij
zeggen zoveel
Zij zijn glad met de tong, hebben een
spitse neus. diep liggende ogen en bruin
gerookte vingers. Met iedereen zijn zjj
zo goede vrienden, aan wie zij in een
gevoelvolle monoloog vertellen van hun
buitenlandse relaties, zwart op wit. Gij
zegt op alles „ja" en „amen" en voor
de rest hoopt gij voor die buitenlandse
relatiies het allerebeste. Aan dit soort is
niet veel plezier te behalen, meer aan
hen, die verwonderd opkijken, wanneer
er een bod gedaan wordt, dat zij niet
verwacht hadden. Zij kijken met grote
ogen en hun wenkbrauwen stijgend vra
gend ten hemel. Zij pakken een potlood
en noteren bij het nummer in het boek
je het geboden bedrag, om later nog
eens te kunnen verhalen, dat „je er
nooit zeker van kan zijn. want dat zij
het eens meegemaakt hebben, dat
De huisvrouw haalt gij er direct uit;
zij probeert een graantje mee te pik
ken uit de grote collectie luxe artike
len. Allerlei aardige snuisterijen, ge
schikt voor dressoir en schoorsteenman
tel, hebben haar doen snellen naar het
verkooplokaal, waar in de middag de
hitte schier ondraaglijk is en de rook
vunzig hangen blijft. „Mag er een
raam open?" vraagt iemand en de heer
Hoogeveen Sr., als een vorst temidden
van zijn volk. vindt één geopend raam
niet voldoende en beveelt een der
knechts er twee open te gooien. Een
adempauze en als goudvissen in een
kom werpt de massa zich op de bin
nenstromende friste.
„Nummer 236 komt op De be
doeling is, dat nu het Empire bureau
verschijnt, maar iemand roept: „wij
kunnen toch beter het hele „zootje" te
gelijk veilen." Het „zootje" is het ge
hele ameublement Niemand heeft
tegen dit voorstel enig bezwaar en zo
geschiedt. Voor de prijs van 1600,-
gaat het ameublement de deur uit.
Men kan deze nummers het Sak
sisch porceleinen servies en het Empi
re „zootje" hoogtepunten van deze
valling noemen, waarnaar door de aan
wezigen is uitgezien, ook door het Drees-
mannetje, dat slechts kijker is van een
schouwspel, dat hem laat afvragen,
waarom hij nu juist een Dreesmannetje
is en niet een stralende man met witte
manchetten en dure sigaren.
Zo draait de veiling door: de schil
derstukken bevestigen nogmaals, dat
over smaak niet valt te twisten. Er zijn
staaltjes bij uit de Romantische perio
de van onze vaderlandse schilderkunst,
niet zozeer de beste dan toch wel heel
aardige. Het hoogste bod werd gedaan
op een van Hove Bz., voorstellende een
koperpoetsende vrouw in gesprek met
een heer; precies twee mille, geen stui
ver minder of meer.
In Haarlem en omgeving worden de
zer dagen tal van priesterfeesten ge
vierd. In het klooster van de paters
Augustijnen aan de Zijlweg is Zondag
ook een jubilaris; dan viert pater Ber-
nulphus Duvergé het feit, dat hij een
kwart eeuw geleden de H. Priester
wijding ontving.
Pater Duvergé werd in 1902 te Am
sterdam geboren en studeerde aan het
St. Ignatiuscollege, waarna hij in Gemert
de Latijnse School bezocht. In Septem
ber 1923 trad hij in de Orde der pater»
Augustijnen. Zes jaar later, op 30 Mei
1929, werd de jubilaris te Wijchen pries
ter gewijd. Pater Duvergé werd daarna
tot godsdienstleraar benoemd aan het
Augustianum te Eindhoven. Van 1935 tot
1942 was hij prefect van het internaat.
In de St. Augustinusparochie in Utrecht
deed hij de daaropvolgende vier jaar
dienst als kapelaan, waarna hij, in 1946,
werd overgeplaatst naar Haarlem. Hij
is thans nog steeds procurator en admi
nistrateur van het klodSter en lyceum
aan de Zijlweg. Hij is tevens belast met
de leiding van het zangkoor, waarmee
hij enige jaren geleden deelnam aan de
interscholaire. De viering van het feest
is wegens een rustkuur, die pater Duwtr-
gé momenteel ondergaat, tot een nader
te bepalen, datum uitgesteld.