Oprichting V.B.S.-kampen: een daad van beleid W1JS Geestelijke verzorging gewaarborgd Mgr. E. Lebouille, Lazarist. 50 jaar priester De uniform voor deze zomer J HET DOMEIN DER VIROUW Kans op eigen onderdak voor het Toneelmuseum? Kijk eens naareen ander Nieuwe Muiderkring geïnstalleerd Zeer veel van zijn zegenrijk werk in China verwoest „Doelmatigheid" steeds meer het devies voor kleding en huishouding I Selectie nodig bij import van kleding Vergelijking met het buitenland f I pagina 6 VORMING BUITEN SCHOOLVERBAND III I Kleren uit Brussel VJ I Kinderstoel als la J Opletten de boodschcip Minister Staf en prof. Gerbrandy naar Normandië ZATERDAG 29 MEI 1954 Eerste-dag-omslagen St. Bonifatius-zegel Lida Claus concerteert in het buitenland (Van onze speciale verslaggever) De meisjesinternaten, die zijn ondergebracht bij „Vorming Buiten School verband", zijn, naar wat de sociale afkomst van de pupillen betreft, vrijwel op dezelfde wijze verdeeld als de jongenskampen. Men kent internaten voor sociaal-labiele meisjes, zoals bij de jongens en precies zo een „tehuis voor werkende meisjes". Wat bij de jongens (van 1114 jaar) „baldadig" heet, wordt bij de meisjes „onhandelbaar" genoemd. En tenslotte leidt men meisjes niet op voor een bepaald vak, maar instede daarvan worden zij „huishoude lijk getraind". Ook van deze meisjesinternaten hebben wij er een aantal be zocht. Te weten: „Huis ter Wege" in Huis ter Heide, „Huize Dordt" in Gorsel, „De Hoge Dreuvik" in Hilversum en „De Hulshorst" in Den Dolder. Deze „meisjesinternaten" kennen uiteraard niet de „stoere" kampsfeer, die de verblijven voor jongens kenmerkt, voor het overgrote merendeel gaat het hier om fraai gelegen en veelal riant ingerichte huizen, waar de gezelligheids factor uiteraard een grote rol speelt. In „Huis ter Heide" gaat het om meis jes van 11-14 jaar; zij worden opgeno men in overleg met de ouders, de school of met sociale instanties. Zij blijven voor het merendeel niet langer dan 3 K- jaar. Aangezien het uiteraard leerplich tige meisjes betreft, krijgen zij de ge wone leerstof van de Lagere School te verwerken, zij het dan dat zij een on derwijs van veel meer in het individue le afgestemd karakter ontvangen; een onderwijs ook dat voor de kinderen veraangenaamd is, in die zin dat het aansluit op „het volle leven". Re kenen leren cfe meisjes via een wél- uitgekiende methode van winkeltje spe len. En ook in andere takken van on derwijs gaat men dusdanig te werk. Het internaat in Gorsel is voor uit sluitend Katholieke meisjes van deze leeftijd. Bijzonder trof ons hier de sfeer van spontane ongecompliceerdheid, die ook voor de oningewijde bezoeker zon der meer waarneembaar is In Den Dolder is een internaat voor sociaal-labiele meisjes van 12 tot 14 jaar. Dat hier de zaken ietwat moei lijker van aard zijn, ligt voor de hand. Deze meisjes blijven gemiddeld een jaar onder de hoede van de leidsters. Bij haar binnenkomst in het kamp worden zij om te beginnen in een selectiegroep geplaatst. Na zes of ze ven weken gaan zij al naar de be vindingen van de kampcommandan te en haar staf naar een definitie ve groep. De werkgroepen zijn onder ling progressief gerangschikt en ge richt op „prestatie naar vermogen". Wanneer de meisjes wat langer in toegevoegd in een winkel of zelfs in de fröbelschool. Eén maal per jaar is het in „De Huls horst" in Den Dolder „damesdag". En dat is dan een soort collectieve viering van „Onnozele kinderen". Dat wil zeg gen: de kinderen zijn op die dag „de baas" en de commandante en haar staf nemen de plaats van haar pupillen m. Deze verwisseling van „functie" wordt in zulk een geval inderdaad vrij strin gent toegepast. Doel van de opvoeding in dit kamp is immers o.m. het gebrek aan zelfvertrouwen bij de kinders weg te nemen Het internaat „Goudenstein" in Maars- sen is uitsluitend een selectie-inter naat. Hier worden de meisjes gedurende zes weken getest op haar capaciteiten en er wordt uitgemaakt naar welk kamp zij zullen worden dóórgestuurd. In het internaat „De Dreuvik" in Hil versum bijvoorbeeld worden vrijwel alleen deze in „Goudenstein" geselec teerde meisjes aangenomen; in dit ge vat uitsluitend meisjes van 16-18 jaar. In „De Dreuvik" worden zij „beroeps- geschikt" gemaakt, want verschillende van deze kinderen hébben het reeds tevergeefsJ geprobeerd in een baan tje. Zij kunnen een cursus volgen in algemene ontwikkeling, naaien en knip pen, (theoretische) kinderverzorging en zij worden opgeleid tot leerling-ver koopster, leerling-verpleegster, tot kleu- ter onderwijzer es oj wat die meer zij. En het gaat hier dan vooral om meis jes die zó zeer verstrikt zijn in een in nerlijk, niet zelden vanwege het milieu waarin zij verkeerden veroorzaakt, con flict, waardoor zij haar eigen mogelijk heden niet meer zien. Zij blijven een jaar in het internaat. Zoals bekend, zal van 16 Juni tot en met 14 Augustus a.s. de Nederlandse PTT een speciale postzegel uitgeven van 10 cent, ter herinnering aan de marteldood van de H. Bonifatius, die nu 1200 jaar ge leden bij Dokkum werd vermoord. Als gebruikelijk bij het uitgeven van bijzondere postzegels, worden ook ditmaal z.g. eerste-dag-omslagen in de postzegel- handel verkrijgbaar gesteld. Op de eerste dag van verschijnen, Woens dag 16 Juni, worden deze omslagen na voorzien te zijn van het genoemde zegel, vanwege de PTT van een bijzondere af stempeling voorzien, welke uitsluitend op deze omslagen wordt aangebracht. Sommige meisjes worden in de V. B. S .-internaten „huishoudelijk getraind". En bij die training is strijken uiteraard inbegrepen. gewaarborgd. Daar kan niet aan wor den getwijfeld. Rest nochtans de vraag of van godsdienstig oogpunt uit gezien met een „staatskamp", met zijn gemengde religieuze bevolking, de juiste vorm gevonden is waar het de sociale jeugd zorg betreft. Wij menen zulks aan de hand van gesprekken die wij met tal van bevoegden hebben kunnen voeren, en gezien onze indrukken met over tuiging te kunnen bevestigen voor wat betreft de meisjes en jon gens boven de leerplichtige leef tijd. Zij hebben behoefte aan een zekere mate van onafhankelijkheid, die haar „strijdbaarheid" in dezen eerder versterkt dan verzwakt. Voorwaarde blijft daarbij natuurlijk de gelegen heid tot een normale geestelijke ver zorging. Maar wat de kleineren aangaat ge loven wij toch, dat hun uiteraard nog kwetsbare innerlijke gesteltenis een ver doorgevoerde homogeniteit van godsdienstige „sfeer" vereist. Feit is overigens, dat men daar bij het V.B.S.-werk voor dit standpunt reeds zeer gevoelig is. Wijzen wij slechts op de twee kampen in Zweelo en Gorsel, die reeds zijn opgericht uitsluitend ten behoeve van R.K. jon gens en meisjes onder de veertien jaar. En naar wij hebben vernomen wordt 'n ontwikkeling van deze kam pen tot particuliere instellingen-met- Rijkssubsidie. krachtig in de hand gewerkt. Alles samenvattend, mogen wij dus met een oprecht gemoed constateren, dat de oprichting van deze V.B.S.- kampen het heil van de sociaal be dreigde jeugd nu reeds ten goede is gekomen en dat zij dus een daad van wijs beleid is geweest. Lida Claus heeft van de radiozenders Beromünster, Brussel en Keulen de uitno diging ontvangen om resp. op 31 Mei, 8 Juni en 16 Juli een programma oude en moderne Nederlandse en Belgische clavecimbelmu- ziek uit te voeren. Tevens zal zij als pianiste met de bas-bariton Bernd Süsskind in Dor- nach en Davos werken van Bertus van Lier en Alex Voormolen uitvoeren. ■I In de ridderzaal van het Muiderslot heeft slotvoogd Ton Koot Woensdag namiddag als wnd. voorzitter van ae stichting vrienden van het Muiderslot de leden van de zeven afdelingen van het cultureel genootschap „De Mul derkring" geïnstalleerd. Elk der ze ven afdelingen telt zeven leden en het lidmaatschap geldt voor het leven. De 50ste plaats is bestemd voor een pro minent Nederlander. Deze is echter nog niet aangewezen. In zijn welkomstwoord memoreerde de slotvoogd de oprichting van de Mui derkring. Het initiatief hiertoe ging uit van oom Jan van Zutphen. De idee vond weerklank bij zeven personen, van verschillende levensbeschouwingen, maar bezield door eenzelfde bindende gedachte: in het slot hen te verenigen, die zich verheugen in de bloei van het land en zijn cultuur,en die een brede zonnige geest willen doen schijnen over al dat, wat zovelen onzer scheidt. Na de installatie droeg Jkvr. Claudine Witsen Elias enkele gedichten van Hooft voor, ter inleiding van de cultuur historische lezing van prof. dr. W. Gs Hellinga over Hooft en de nieuwe Hooft-uitgave, waarvan hij de leiding heeft. Na discussie verenigde men zich in de taveerne in de keldergewelven aan Conclusies Wanneer wij na deze, zij het vrij summiere weergave van onze ervarin gen in de verschillende jongenskampen en meisjesinternaten enige conclusies en slotopmerkingen mogen maken t.a.v. het sociale jeugdwerk dat achter deze „Vorming Buiten Schoolverband" schuil gaat, dan is het op de eerste plaats deze: het is zeer wel mogelijk geble ken om in een laten wij het onaan gename woord gebruiken ..staats opvoedingsinstituut" een sfeer te scheppen, die volle recht doet weder varen aan een eenvoudige eis van be minnelijke menselijkheid. Dat hangt geheel af van het gehalte van het corps van de leidsters en leiders. De dames en heren in de VJ3.S.-kampen zijn ambtenaren, dat is waar. Maar zij zijn dat slechts in de juridische zin van het woord. Zij zijn mensen, die de specifieke noden van de hun toever trouwde kinderen trachten te door gronden en zij handelen dienovereen komstig. Hun mentaliteit is niet die van de staatsdienaar, maar die van de tot helpen genegen kindervrienden. Natuurlijk worden er fouten gemaakt. Wij hebben bijvoorbeeld ingrijpende bezwaren tegen een tendenz van over- het internaat zijn geweest gaan zij enige tijd in een huishoudelijke be trekking, en soms worden zij als hulp dreven „gepsychoiigeer'die wij in een enkel kamp en internaat meenden te bespeuren. En het moet ons eerlijk van het hart, dat wij ons enigszins wrevelig voelen worden onder de pe danterie van een leidster of leider die zei een „binding" te hebben met een bepaald kind. Want het gaat niet om „bindingen" maar om een poging tot hartelijk begrijpen. En dat is over het grote geheel genomen dan ook de ver heugende tendenz in dit V.B.S.-werk. Een tweede belangrijk punt betreft de geestelijke verzorging van de kin deren. Wij hebben daarnaar in elk kamp of internaat, dat w(j hebben mogen bezoeken, geïnformeerd. Overal bleek een R.K. geestelijke en een do- miné geregeld contact te houden met de jongens of meisjes, die daarvoor krachtens hnn godsdienstige instelling in aanmerking komen. In de V.B.S.- jongenskampen is het bovendien zó ge regeld, dat wanneer de commandant E K. is, de ondercommandent de protes tantse godsdienst aanhangt, dan wel omgekeerd. In ieder geval is het zo. dat de godsdienstige verzorging van de kin deren, wier ouders een desbetreffende hebben te kennen gegeven, is Vrijdag was het vijftig jaar geleden dat mgr. Eugène Lebouille C.M., titu- lair-bisschop van Calama en eerder bis schop van Yungpingfu in Noord-China, tot priester werd gewijd. Samen met zijn klasgenoot, pater Jacques Reynen, werd pater Lebouille benoemd voor de missie van China. Hetzelfde jaar nog arriveerde hij in het nog slechts vier laar bestaande vicariaat Yungpingfu bestuurd door een jonge energieke bis schop, mgr. Frans Geurts. Het aantal katholieken overschreed er nauwelijks de drieduizend, Europese priesters wa ren er na de aankomst van pater Le bouille slechts zeven. In 1940 was het totaal christenen geklommen tot meer dan 36000 met meer dan veertig pries ters. We noemen het jaar 1940, omdat in dat jaar de stichter der missie, mgr. Geurts stierf en werd opgevolgd door mgr. Eugène Lebouille. Twaalf jaar eerder had hij reeds de bisschopswij ding ontvangen en fungeerde hij als co adjutor met recht van opvolging^. Het bestuur van mgr. LeboOille is vooral gekenmerkt door lijden en be proevingen. In Europa was de oorlog in volle gang. Het vaderland zuchtte onder de overweldigers. Ook in China was het verre van rustig; de missionarissen on dervonden er zeer veel hinder van in hun werk. Eind 1941 volgde voor velen onder hen de internering en daarmede het einde van alle werkzaamheden. Een goed jaar later brachten de Japanners alle missionarissen van vijandige natio naliteit naar Weihsien in de provincie Shantung en vervolgens naar Peking o- ver. Ondertussen trachtten de Chinese priesters het werk voort te zetten. Na de oorlog werd het hele vicariaat, op enkele plaatsen na, door het rode le ger bezet met alle droevige gevolgen van dien. De missionarissen, die pas de vrijheid hadden hervonden waren voor het merendeel in de onmogelijk heid hun post te bereiken. Met de vas tere greep der communisten nam ook de vervolging van de katholieke kerk in hevigheid toe. Mgr. Lebouille, kwam voor het herstel van zijn gezondheid naar Europa; hier heeft hij zijn missio narissen een voor een zien aankomen, uit het land verbannen. In Nederland moest mgr. het droevige nieuws verne men van de totale vernietiging van de werken van zijn bisdom, die ten koste van zoveel moeite en opoffering tot stand waren gekomen. Enige maanden geleden kwam ook de laatste missio naris uit het bisdom Yungpingfu naar Nederland terug. Naast de droefenis o- ver de vernietiging van zovele werken en de verbanning van zjjn Europese hel pers heeft mgr. Lebouille echter de troost fier te kunnen gaan over zijn in landse clerus die in China is achterge bleven. Vol zelfverloochening en hel denmoed zetten zij het werk voort. Een hunner stierf als martelaar; drie pries ters verblijven in de gevangenis. Fier is mgr. ook over de heldenmoed van zijn christenen, die hun clerus volgen in hun aanhankelijkheid aan de kerk en hun trouw aan het geloof. een banket. Het was slotvoogd Koot die op dit culinaire samenzijn een toast uit bracht op H. M. de Koningin. Het slot van deze eerste bijeenkomst van de moderne Muiderkring was de muziekavond in de ridderzaal waaraan medewerkten: Rosa Spier, H. Brandts Buys, dr. A. v.d. Horst en Carel van Leeuwen Boomkamp. De leden van de zeven afdelingen (waarvan enkelen nog niet in de gele genheid waren hun benoeming te ac cepteren) zijn: Dichters en prozaïsten: mr. Jac. C. Bloem, prof. dr. N. A. Donkersloot, An- toon Coolen, E. D. Hoornik, Gabriel Smit. Litterair- en kunsthistorici, essayis ten: prof. dr. P. Geyl, prof A. M. Hammacher, prof. dr. W. Gs Hellinga, douarière H. L. T. Laman Trip-de Beau fort, prof. dr. G. Stuiveling, prof dr. E. Reeser. Toneelspelers en voordrachtkunste naars: Han Bentz v.d. Berg, Mary Dressëlhuys, Wim Kan, Johan de Mees ter, Paul Steenbergen, Cruys Voorbergh, Jkvr Claudine Witsen-Elias. Scheppende en uitvoerende musici: Laurens Bogtman, H. Brandts Buys, dr. A. v. d. Horst, Karei van Leeuwen Boomkamp, Everarrt van Royen, Rosa Spier. Beeldende kunsten en architecten: M. S. Andriessen, arch. W. M. Dudok. prof. V. P. S. Esser, J. M. Prange, arch. C. W. Royaards, J. S. Sjollema, prof. Jan Wiegers. Industriëlen en economen: C. J. ba ron Collot d'Escury, ir. M. H. Damme sr. mr. D. A. Delprat, ir. E. L. A. Dries- sen, jhr. H. W. C. Hooft van Wouden berg, mevr. M. V. Mesdag-Verbeek, T. J. Twijnstra. Overheidspersonen: burgemeester mr. Arn. J. d'Ailly (Amsterdam), burge meester J. J. G. Boot (Hilversum), bur gemeester Th. C. D. Coops (Muiden) Ton Koot, mr. F. P. Th. Rohling (hoofd der afd. oudheidkunde en natuurbe scherming van het ministerie van O. K. en W.). r 7 erwondert het u ook zo, dat, nu dit voorjaar 1/ het tweed zo welig tiert, men op straat toch nooit twee vrouwen ziet, wier kleding precies hetzelfde weefsel vertoont? Dat betekent, dat er hon- derden en honderden dessins zijn van dit makkelijke H touwachtige materiaal, de hutspot onder de weefsels, waar we ons hart heel ernstig aan verloren hebben. De pakjes met het slobby jasje zijn zó algemeen, dat iemand ze voor deze zomer zelfs de uniform heeft genoemd! Ze zijn dan ook practisch er. precies wat S de vrouw van nu zoekt. Niet duur, niet kwetsbaar, een beetje nonchalant, bijzonder makkelijk in het dragen en de blouse kreukt er niet onder. Nu het tweed zo algemeen wordt, gaat de Mode met een grote M er zich natuurlijk dedaigneus van afwenden, maar de ronfectie houdt het voorlopig nog vast; dat is ons tvel gebleken, toen wij achter de coulis- =E sen van de wintercollecties hebben gekeken. Er zijn zelfs (bij de confectiefabriek Neugarten) aardige wijde klokrokken in c maak van ruige tweed, met hoge ceintuur. Een tweedrok is een wijd gevarieerd land- schap; met de kleur van het blousje kan men er in 5 tot leven brengen wat men wil. De vagebond-hoed van Fath gaat er niet uit en is aan g geen seizoen gebonden. Dit model in antilope, geel met g grijs is van Poelman, Amsterdam. Foto: Louis van g Beurden. 3 „bustier" noemt. Wij hebben daar deze week een aantal van gezien, want het is gewoonte aan het wor den dat de pers geïnviteerd wordt om de Belgische collecties te zien wanneer de confectie-fabrikanten uit Iets nieuws zijn de avondrokken met alle allure van een groot toilet maar natuurlijk lager in prijs waar men zelf een lijfje bij kiest Eventueel bestelt men daarvoor 'n lap b(j de fabrikant. Dat is ook helemaal van deze tijd die steeds vindingrijker wordt om met min der moeite en min der geld veel effect te bereiken. Een droom-avondjurk is voor de meeste vrouwen toch een te kostbare aanschaf, bijna altijd wegge stopt in de gebor genheid van de kast en veel te duur voor de weinige ke ren dat men in haar pronkt. Het voor deel van een rok met variabel boven stuk is bovendien dat men niet enige malen in hetzelfde toilet verschijnt en bijvoorbeeld met 'n brede ceintuur weer een heel ander ef fect kan bereiken. Wij hebben o.a. zo'n avondrok gezien in zwarte crinoline op lichtblauwe tulen onderrok en een rok vol romantiek en frou frou, in chan geant organza bor deaux met turkoois, bespikkeld met fij ne gouden motief- Velours chiffon lijfje op kanten rok over een ge- jes. Je zou er zó kleurde taft onderrok is een jeugdig dansjurkje, dat een feest bij willen de confectie-industrie Ciro, Amsterdam, gereed heeft arrangeren! voor de herfst. Brussel hier hun modellen aan de inkoop uit de detailhandel tonen. Er zijn heel wat Belgische kleren in onze winkels. Vorig jaar was de in voer uit België voor negentien mil- lioen gulden. Daar is wel een res pectabel gedeelte herenkleding, o.a. overhemden bij, maar met het buur land België is de uitwisseling op alle gebied van de vrouwenijdelheid ^llllllllilllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllilllllllll De Belgische confectionnair Ray- mond Goussery doet het omgekeer- de. Die specialiseert zich in het deel van het avondtoilet dat hij de 1 tische catalogus. Alleen de collectie af- I fiches en kritieken zijn nog niet geca- Het „Toneel-museum" te Amster dam begint zijn jaarverslag over 1953 met een hoopvol geluid: „Weder om is een jaar verstreken zonder dat de hartewens van het bestuur in ver vulling is gegaan: een eigen onder dak. Naar alle kanten hebben wij on ze voelhorens uitgestoken, gepleit en betoogd; meerdere persorganen heb ben op hoogst welwillende wijze aan ons verzoek om hulp gehoor gegeven en in hun kolommen gewezen op de dringende noodzaak van een betere huisvesting. Dit had weliswaar nog geen resultaat, maar toch menen wij zover te zijn gevorderd, dat er kans bestaat dat wij in het volgende jaar verslag een ander geluid kunnen la ten horen." De publiciteit, waarop hierboven ge doeld wordt, heeft intussen tot gevolg gehad dat de vereniging in bredere kring bekend is geworden, waardoor enerzijds de verzameling beduidend is uitgebreid e anderzijds op haar rnedewerking een steeds groter beroep werd gedaan. De alphabetische catalogus heeft gro tendeels haar beslag gekregen. Thans is een begin gemaakt met de systema- talogiseerd. Zoals reeds eerder vermeld, is de verzameling toneelkritieken zo groot, dat daaraan niet begonnen kan worden, zolang het Toneel-Museum niet over een administratieve kracht be schikt, die zich daaraan ten volle kan wijden. Het bestuur van de vereniging is thans als volgt samengesteld: Prof. Dr. Fr. W. S. van Thienen, Voorzitter; Ben Groeneveld, Vice-Voorzitter; Joh. M. Coffeng, secretaris - penningmeester, Ben Albach, Prof. Mr. H. de la Fontai ne Verwey, Ed Katan, Dr. H. H. J. de Leeuwe, Dr. R. van Luttervelt. Conser vator: Joh. M. Coffeng. Van de aanvragen om informatie kwamen er 4 uit 't buitenland. Ter il lustratie van de veelzijdigheid van de verzameling mogen twee daarvan ver meld worden: De eerste brief kwam uit Brussel en bevatte de informatie naar de aanwe zigheid van contracten van Franse ac teurs die in de 19de eeuw in Nederland optraden. Men kon berichten er een dertigtal te bezitten. „Zeg, wat heb jij een leuk pakje aan! Zeker pas nieuw?" vroeg Mia direct toen ze binnenkwam bij haar zus, die een vriendin, kennis van de beide vrouwen, op bezoek had. Louki, een beet je zielig meisje, verwend tot en met, maar met erg wei nig capaciteiten en nog min der vrienden, keek ver heugd op. „Vind je het echt leuk? Ik heb het vorige week in Brus sel gekocht, toen ik daar met Ma was en ik vond het zelf ook wel aardig, maar je hoort toch altijd graag eens wat een ander er van vindt ook." Mia verzekerde nogmaals dat ze het een zeer geslaag de koop vond, beweerde iets over de kleur, die Loukie flatteerde en het model, dat zo bijzonder modern was en daarmee was voor Loukie de hele dag weer goed. Toen ze enige tijd later wegging, nam ze bepaald en thousiast afscheid van Mia en verzekerde, dat ze haar spoe dig weer eens hoopte te ont moeten. „Nou, maar jij hebt een beste beurt gemaakt, hoor", zei haar zus een beet je sarcastisch, toen ze, na haar gast uitgelaten te heb ben, terug kwam in de ka mer. „Ik had wel gezien, dat ze weer iets nieuws aan had, want je kunt haar niet tegen komen of dat is zo. Ik had dan ook geen zin om er iets van te zeggen. Als je daarover begint, gaat ze je aan het doorzagen over alles, wat ze pas gekocht heeft en wat ze nog moet kopen, en wat ze maar niet koopt, omdat het zo algemeen is. Goed be schouwd, heeft ze gewoon geen andere interesse dan haar kleren en dat is dan ook het enige waar ze over kan praten." Mia is kennelijk een beet je verbaasd over de uitval van haar zus. Ze kent Loukie even goed als zij en weet, dat er een hoop waarheid in haar woorden steekt. „Maar vind je dat dan niet verschrikke lijk zielig?" vraagt ze dan ook. „Loukie heeft een mas sa geld, meer dan jij en ik ooit samen zullen bezitten waarschijnlijk, doch met al haar geld blijft ze toch maar een zielepiet. Ze heeft niets om voor te leven of om aan te denken dan haaT kleren, om de doodeenvoudige reden, dat niemand haar ooit aan iets anders heeft leren den ken. Een ordentelijk gesprek kun je niet met haar voeren, want ze is totaal nergens van op de hoogte. Het enige wat ze heeft zijn haar kleren en de mode. Daar leeft ze voor en. daar is ze op haar manier nog gelukkig mee. Vind je het nu zo'n opgave om alleen maar om die stakker een ple zier te doen iets aardigs te zeggen van haar altijd nieu we kleren?" „Ja, neem me niet kwalijk, maar ais jij al voor het derde seizoen met hetzelfde mantel pakje voor de dag komt en je moet het zo uitkijken, dat je voor de kinderen een pakje maakt uit een oud van hun vader, heb jij er dan steeds zin in om iedere keer weer dat gemeier over een naadje zus, of een kraagje zo aan te horen?" „Maar, zusjelief," roept Mia verbaasd uit. „Je wilt me toch niet gaan vertellen, dat jij jaloers bent op Loukie? Je zult toch wel wijzer wezen. Zij heeft een nieuw pakje, dat is waar, en misschien heeft ze er, eer de zomer om is, nog een stuk of drie bij, maar dacht je nu heus, dat ze er gelukkig mee is? Haar leven is zo leeg, dat ze niets anders heeft dan die kleren van haar. Nu heeft ze dat pakje net gekocht en nu ik gezegd heb, dat het aardig is, is ze er weer een paar da gen blij mee. Als niemand er wat van gezegd had, zou ze zich doodongelukkig gevoeld hebben en dan was ze waar schijnlijk morgen aan de dag op zoek gegaan naar iets an ders met het idee, dat dit toch ook weer niet je dat was. En met zo'n stakker zou jij je willen vergelijken? Jij, die een goede man hebt en aardige kinderen? Die welis waar niet ieder seizoen iets nieuws kunt kopen, maar die toch ook nog niet be paald aan hongerlijden toe bent? Jij, die dagen te voren en dagen er na kunt genieten van een goede toneeluitvoe ring, die prettige vrienden hebt, met wie je kunt praten en een kast vol boeken om jou van alles te vertellen, als je je eens eenzaam zou kunnen gaan voelen? Wees wijzer, kind, en gun zielige, onbenul lige Loukie, die misschien ook wel graag anders zou willen zijn, haar mooie kleren." Op die woorden schoot zus in een lach. „Je hebt nog gelijk ook, Mia", antwoordde ze. „Wat zouden we eigenlijk allemaal een stuk tevredener zijn, als we ons eens bij tijd en wijle wisten te verplaatsen in de omstandigheden van anderen, maar dan bij voorkeur niet die omstandigheden, waar we ons zo gTaag op blind staren, doch juist in de tekorten en verdrietelijkheden van ande ren." „Heus, kind", zei Mia wijs, „als je een ander ontmoet en je vraagt je af: zou ik met haar willen ruilen, maar dan ook met alles en alles, dan zul je wel bijna, of misschien wel hele maal nooit volmondig ja kun nen zeggen. Zeg nou zelf, wie heeft er bijv. 'n zus als jij?" En eer haar zus een ge slaagd antwoord had kunnen bedenken op een dergelijke uiting van zelfrespect, was Mia al verdwenen. De tweede was van een Fransman die op zoek was naar een portret en naar gegevens betreffende een Engels acteur die in 1855 bij een Duits gezel schap te Amsterdam in Shakespeare- rolien optrad. Met drie goede portret ten en een uitvoerig tijdschriftartikel kon men een goede beurt maken. Tegen het einde van het verslag komt de secretaris, de heer Joh. M. Coffeng, nog eens terug op de huisvesting van het museum. Hij heeft n.l. het toneel museum verbonden aan het Scala-thea ter te Milaan bezocht: een sprookje schrijft hij. Een prachtig gebouw in rijke barokstijl, met vele zalen gevuld met een kostbare verzameling op opera- en toneelgebied, teruggaande tot de Grieken en Romeinen. Daarbij annex een uitgebreide bibliotheek en doeumen- tatie-archief. Hij mijmert daarover: Een barok paleis met marmeren zalen ter huis vesting van een toneel-museum is in ons land niet denkbaar; maar daarom behoeven wij toch geen toestand te iaten voortduren alsof er in Amster dam geen huis meer te vinden zou zijn, waar een toneel-verzameling van een omvang als de onze, behoorlijk zou kunnen worden ondergebracht. Kijken wij eens naai andere kleine landen, dan vinden wij daar in: De nemarken, Christiansborg, Kopenha gen; Finland, Suomen Kansallisteat- teri, Helsinki; Griekenland, Nat. Ar- chaeol. Museum, Athene; Noorwegen, Bergens Theatermuseum, Bergen; Oostenrijk, Bundes Theatermuseum, Wenen; Zweden, Theatermuseum, Drottningholm. Deze ontboezemingen, die min of meer buiten het estek van een jaar verslag vallen, mogen er toe dienen, aan te tonen dat ons land op dit ge bied iets heeft in te halen. heel nauw. De avondlijfjes van Gous- g sery willen zozeer uitmunten in pas- g vorm dat ze somtijds gemaakt zijn g van Italiaanse zijden die kunstig ver- g weven zijn met lastex draad. De g nauwsluitendheid is daardoor gega- g randeerd maar niet het respect voor g die bepaalde schoonheid van een ont- g hullend avond-toilet, dat gaat ver- g liezen zodra het iets van de bru- g taliteit krijgt van louter „founda- g tion". Maar er waren ook allerliefste g avondblousjes bij, met wijd schou- g der-décolleté, onder andere van g zwart velours chiffon, op voetvrije, g van voren rechte en achter in plooien g bijeengenomen dito rok, en ook van g teergrijs lamé en zachte nylon in g flockprint. Allemaal van tweed waren de tail- g leurs voor de komende winter van Area uit Brussel, die we diezelfde 3 middag zagen, vrij rustige gedekte g wintertweeds. Deze Brusselse pakjes g markeren, evenals de mantels, dat g men dichter bij Parijs zit. Het valt dadelijk op, dat de Belgische con- g fectie voortkomt uit een volk dat g makkelijker leeft en makkelijker iets g nieuws koopt. Geeft de Belg niet g vijf maal zoveel aan zijn kleren uit g als wij? Ook de regenmantels van g Baren uit Brussel hebben die pie- g zierige allure. Iets nieuws aan een g sportieve regenjas is de gebreide g strakke ondermouw tot aan de pols g die de arm warm houdt als men de g wijde bovenmouw coquet wil te- g rugslaan. Wij vinden dat bij het non- 3 nenhabijt ook altijd zo coquet! Men g concludere hieruit niet dat alle Bel- g gische confectie goed is. Wij hebben g ook collecties gezien waar we hier g niets mee gediend zouden zijn. Se- 3 lectie op smaak zal altijd nodig g Van kleren naar kleren-onderhoud 3 is maar één stap. En dan denken g we direct aan strijken. Het is erg g prettig dat de fabrikanten van strijk- 3 planken hoe langer hoe meer me- g delijden krijgen met vermoeide rug- g gen van huisvrouwen en hun best g doen om betere, solidere strijkta- g fels te ontwerpen met zitgelegenheid, 3 In een industrieel vakblad vinden g wij wéér nieuwe vermeld. Ga zo g voort, heren. Het zich steeds maar g weer aanpassen aan het gebrek aan g hulp en aan ruimte in huis en aan g "de haast, brengt voortdurend nieu- g we practische artikelen te voorschijn, g Iets nieuws op de lijst (s een houten g pootloos kinderstoeltje dat aan het g tafelblad wordt gehangen en er, na 3 opgevouwen te zijn, als een lade weer g onder wordt weggeschoven. En indirect zal de huisvrouw ple- 3 zier hebben van twee nieuwe vin- g dingen voor haar winkelier. Voor de g groentehandelaar is er nu een machi- g ne die de aardappelen niet schrapt g maar echt schilt, en voor de levens- 3 middelen-zaak is er een nieuwe snel- g weger geconstrueerd, waarop een 0 prijswijzerplaat die automatisch aan- g geeft wat men te betalen heeft als g men bijvoorbeeld twee ons kaas vraagt en het afgesneden stuk is g 216 gram. Alweer wat minder te g rekenen! 3 A. Bgl. lllllllllllllllllllllllllllll|||illllllll|||||||||||||||||||||||||||||||llli^ Advertentie Goed van vertrouwen als U is, let U soms niet op, of U Uw MAÏZENA DURYEA - die U toch nadrukkelijk vraagt - ook werkelijk krijgt. Ja, thuis, in het gebruik dan merkt V het verschil gauw genoeg. Want er bestaat geen beter bindmiddel voor groenten, soepen en sausen dan de echte MAÏZENA DURYEA. Niet zonder reden wereldvermaard. Vraag dus niet alleen MAÏZENA DURYEA, maar zie toe dat U het ook krijgt- De naam DURYEA staat op ieder pak. de. bdat (Van onze Haagse redacteur) Naar wij vernemen zal denking in Frankrijk van het feit ^e. tien jaar geleden de invasie begon, derland vertegenwoordigd zijn door t land- en' luchtmac^ deputatie van zee- en van oudstrijders, die mede aan invasie hebben deelgenomen. Heb door deze militaire deputatie zal f derland vertegenwoordigd worden 0 ir_ ■ie minister van Oorlog en Marine C. Staf en de minister-president van Nederlènds Oorlogskabinet prof. p. S. Gerbrandy. Deze herdenking van Day zal plaats vinden 5 en 6 Jn" het strand van Norrrrandië.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 6