Bisschoppelijk Mandement 1954 tweede deel*) Aanval van Coppi ook in de tiende etappe uitgebleven Giudici wint zware rit Ronde van Italië Ernstige val van Roks Drie Nederlandse inschrijvingen voor Henley publiekrechte lijke BEDRIJFS ORGANISATIE Sportflitsen Uitslag tiende etappe DINSDAG 1 JUNI 1954 PAGINA 7 VERHOUDING STANDS- EN VAKORGANISATIES ÏM' BELANG VAN DE VAKORGANISATIE IN DE P.B.O. DE GEEST DIE LEVEND MAAKT SAMENWERKING DER STANDEN KATHOLIEK SOCIAAL PROGRAM POLITIEKE EENHEID ANDERE TERREINEN VERTROUWEN IN DE LEIDING CWordt vervolgd) HilversumO.V.V.O. wordt overgespeeld Protest toegewezen Zatopek: tien wereld- en drie Olympische records Seixas en Trabert naar Noord wijk Boulter op Man verongelukt De katholiek in het openbare leven van deze tijd J?- Het zal bekend zijn, dat er momen- trpfr0en diepgaand onderzoek gaande is be- bra unde de vraag, ot er wijziging ge- otiri imoet worden in de structuur of de nge verhouding van onze sociale or- tat ties- W'i zullen de definitieve resul- (j.van het onderzoek met bijzondere aan leid- °Phemen en ze Ons voor verdere bert ten nutte maken. Het is niet Onze wSoel!ng op dit onderzoek vooruit te lopen. willen slechts in dit mandement enkele gen gedachten naar voren bren- ij zijn bij de opbouw van de katholieke ma j beweging steeds uitgegaan van het Zoi van 26 September 1916. Men o-ï de verhouding tussen stands- en vak- s, s®hisaties, zoals ze daar bepaald is, dwi vcranderd willen zien, als daarvoor vjl'bgende redenen aanwezig zijn. In die ^houding komt tot uitdrukking het pri- van het geestelijke, het persoonlijke typ het sociale in de katholieke sociale be- flpSthg. Als de gedachten en de taak van den standsorganisatie zou overgebracht wor- ty. - naar de vakorganisatie, dan valt te t»*n' dat het geestelijke vaker zal moe- ziéi wijken voor het tijdelijke, dat de be- ca ,hde en vormende invloed onwillekeurig bis lijden door een sterkere beklemto- binf van llet stoffelijke, dat datgene wat da? geleidelijk aan overheerst wordt door Jd Wat verdeelt. Een loutere vakcentrale, 0'p de functies der standsorganisaties zou Sa i emen' ook al zouden daaraan be- W voordelen verbonden zijn zou R ddlijk de economische en tijdelijke belan- lil? kunnen vooropstellen, dat de eigen- JK® taak der standsorganisaties wezenlijk rtj lilden. Men kan zich afvragen, of de '®césane standsorganisaties steeds op haar viste waarde worden geschat, en of zij h» a' de toewijding hebben ervaren die s» ,,r. toekomt krachtens haar eerste doel- (T'ungde kerstening van het wereldlijk Ptrein. Wij staan tegenover dergelijke in- ptiJPende hervormingen dan ook gereser- 'rd Daardoor zou de hiërarchie der waar- jf.1} verschoven kunnen worden; wellicht zou "=«8 de goede verstandhouding tussen de ^«dingen gaan lijdon en zou de sociale •®de op een minder diepe en minder «Pestelijke grondslag komen te liggen. Hiermee is niet gezegd, dat Wij geen zouden hebben voor ontwikkeling en repassing aan (je nieuwe tijd. Als de vak- tpSamsatie meer werfkracht heeft en direc- ®r en dieper kan doordringen in het so- .'aal-economische leven, in verband ook met ®t nieuwe maatschappelijk bestel, dan zou _aen zoals gedeeltelijk reeds gebeurd is p. de structuur van de stands- en vakorga- isatie nauwer aan elkaar kunnen doen Jiphsluiten. Ook zouden zij plaatselijk en Pgionaai elkander kunnen betrekken bij JJ® uitoefening van elkanders taak. De vak- rganisatie, die immers ook behartiging ®n godsdienstige en zedelijke belangen tot jj°el heeft, zou nog meer haar kracht kun- ®n inzetten voor of haar medewerking runnen verlenen bij de kerstening van be- °®P en bedrijf. Dan blijft de hiërarchie an de waarden het best bewaard; dan "UJft het primaat van het geestelijke beter gehandhaafd; dan somt het vormende en bindende element beter tot zijn recht, en "'Oven Wij in een spoor, dat waarlijk be ta? genoemd kan worden en waarin wij c°t nu toe zoveel hebben kunnen doen. j®- Ook menen Wij iets te moeten zeggen uver de nieuwe opbouw van de maatschap- Pij welke zich gaat voltrekken, en waarin katholieken krachtens onze sociale roe- Pihg zulk een belangrijke taak te vervullen hebben. De gedachte van de corporatieve organi satie van de maatschappij behoort tot hot °udste erfgoed van de christelijke sociale ?ctie. Men duidt deze gedachte, wat het bedrijfsleven betreft, in ons land aan met a® naam publiekrechtelijke bedrijfsorgani satie". Hierin mogen wij, zo God wil en jUs allen willen medewerken, de verwezen- JJking zien van het christelijk sociaal pro- ?£at», zoals dat door Paus Pius XI in „In encyliek „Quadragesimo anno" is neergelegd. De publiekrechtelijke bedrijfs- jySanisatie wil immers een maatschappelij- 5® structuur opbouwen, die zoals de faui het uitdrukt in overeenstemming noet worden geacht met de beginselen van i®n gezonde wijsbegeerte en de verheven ,.®r van het. evaneelie. Zii wil de OD de kl van het evangelie. Zij wil de op de rt assen gebouwde maatschappij vervangen uooj. een maatschappij der beroepsstanden. J^aardoor zal zij een einde maken aan de hhatuuriijke tegenstelling tussen de twee J/assen van werkgevers en werknemers, die £®h als gevolg van de strijd op de ar- ?®}3«markt als twee tegengestelde fronten 'ebben gegroepeerd. De Paus zegt hier over '-Een volmaakt herstel zal slechts dan "Ureden, wanneer, met opheffing van boven- j®hoemde tegenstelling, welgeordende orga- ?®h in het lichaam van de maatschappij 'Uilen worden gevormdbedrijfs- en be- °epschappen, waarbij de mensen niet in- «edeeld worden volgens de plaats die zij „P de arbeidsmarkt innemen, maar volgens de v maatschappelijke functies door ieder -Ufrlcht". (Encycliek „Quadragesimo anno", hr 83 h,p® nieuwe sociaal-economische orde gaat fff van het feit, dat allen die werkzaam jUh in een bepaalde bedrijfstak, in welke .uhetie zij ook werkzaam zijn, op welke van de maatschappelijke ladder zij JUh ook bevinden, een natuurlijke belan- gdgemeenschap vormen. Zij huldigt het >,®Sinsel dat allen die behoren tot een ®Paald beroep of bedrijf, hetzij als werk- guyer hetzij als werknemer, bij elkaar «horen, omdat zij tenslotte slechts één j. hebben, waarvoor zij eendrachtig moe- samenwerkendat onderdeel van de x^titenschappelljke welvaart, dat aan het ®roep of bedrijf is toevertrouwd. ..••Want," zo zegt de heilige Vader, „even- w degenen die in elkanders nabijheid m hen, zo ook worden zij, die eenzelfde e» 0eP of vak uitoefenen, door de natuur sn toe geleid een gemeenschap of een b,?^ lichaam te vormen. Dit is zo na- (uUrlijk, dat velen gewoon zijn te zeggen, bpi- leze lichamen die hun eigen rechten batten, zo al niet tot wezensbestanddelen, b,toch minstens tot de natuurlijke ele- bp-htcn van de maatschappij behoren". (A.w. y 83) wil deie bedrijfsorganisatie vorm ge- sa® aan de gedachte van de christelijke g-Ubthorigheid. Zij wil samenwerking bren- ve? 'n plaats van klassenstrijd. Zij wil bigen, niet om tegen anderen te strij- b!?; maar om met allen eendrachtig sa- 3q u te werken bij *h deze nieuwe orde, welke voortkomt k>oi ?.n gericht is op het gemeenschappelijk fleP'jh van allen, wordt ook het belang ondernemers gediend, met name door lb[Bezonde ordening der economie. Een ka,:'® ordening van het economisch leven ®on„niet hot resultaat zijn van ongebonden e 'eurrentiestrijd en egoisme, noch van vaeconomische dictatuur van weinigen of «bn groepsegoïsme. Daartoe is nodig, dat rechtsorde geschapen wordt, die haar Vriend beginsel vindt in de bekommernis Sb», het gemeenschappelijk welzijn, het vo0r d welzijn van allen, zoals dit wordt Volgeschreven door de zedelijke normen Sop,.?® sociale rechtvaardigheid en van de V?1® liefde, v.-,, upral do werknemers zullen in deze nieu- «bb uuisehappelijke orde kunnen komen tot ath- rechtspositie, welke hun toestand van drijjPpelijkheid, waarin zij zich in het be- güaJr ven nog vaak bevinden, zal doen over- 'n een toestand van gelijkwaardig lid- fU'ie ^aP van (ie bedrijfsgemeensehap. Zij a«n a's groep volwaardig kunnen meespre- Sbn en mede de verantwoordelijkheid dra- ®b v v°°r het welzijn der bedrijfstakken Ib n het gehele economische leven, "'vu, ze nieuwe orde zullen zowel de in- hibgjUen ais de gemeenschappen princi- ï«chternt 'lun recht komen. Do publlek- 'UWrt bedrijfsorganisatie is immers ge- 'isbp op het grote beginsel der sociale «h dateerte' waaraan niet te tornen valt t,'u1en u.hwrikbaar vaststaatwat de indi- »f®f k, ult d'Sen kracht en op éigen initia- hiet "Urmen tot stand brengen, mag hun JheebUhtnonien en in handen van de ge- JH'hder Besteld worden. Maar het is niet a vo °njuist en een ernstig nadeel, ja tyhge ®rst°ring van de natuurlijke orde, b?" om wat hoor kleine gemeenschappen gf-hhrg^chikte rang kan verricht en ^®nd gebracht worden, te verwijzen naar een grote gemeenschap van hogere orde. Autonome maatschappelijke organen, die geleid worden door de bedrijfsgenoten zelf, zullen niet alleen in sociale, maar op de duur ook in economische aangelegenhe den bindende regelingen kunnen treffen maar dan altijd met als leidend beginsel voor ogenhet dienen van het gemeen schappelijk welzijn voor allen. 31. Het is gemakkelijk te zien, welk een gelukkig perspectief voor een rechtvaardi ge maatschappelijke orde zich hier opent. Kan het ons dan verwonderen, dat Paus Pius XII al zo vaak op deze corporatieve ordening heeft gewezen als uitgangspunt voor het aanbrengen van maatschappelijke hervormingen? Met klem stelt hij dit chris telijk ideaal tegenover een structuurhervor ming, zoals die in sommige landen werd ingegeven door het socialistisch streven naar socialisatie van de economie of door het streven van socialistische vakbondsleiders om aan de vakbonden een beslissingsrecht hun nerzijds toe te kennen, ook in de economi sche aangelegenheden van de afzonderlijke ondernemingen. Wij kunnen niet nalaten hier een van zijn uitlatingen weer te ge ven, waarin tevens de volmaakte harmonie tussen de leer der opeenvolgende Pausen naar voren komt. In zijn toespraak tot de Internationale van Katholieke Werkge versorganisaties op 7 Mei 1949 sprak Zijne Heiligheid aldus; „Voor deze gemeenschappelijke belangen en verantwoordelijkheden bij het werk van de nationale economie suggereerde Onze onvergetelijke voorganger Pius XI in zijn encycliek „Quadragesimo anno" de concrete en geschikte formule, toen hij de „beroeps standen" aanbeval in de verschillende tak ken van de productie. Niets kwam hem in derdaad geëigender voor om het economisch liberalisme te overwinnen dan de vestiging voor de sociale economie van een publiek rechtelijk instituut, dat steunt op de ge zamenlijke verantwoordelijkheid van allen, die deelnemen aan de productie. Dit punt van de encycliek deed een ware storm op steken. De ene groep zag het als een concessie aan sommige politieke stromin gen, anderen daarentegen zagen er een te rugkeer in tot de middeleeuwen. Het zou echter veel verstandiger geweest zijn, de oude onredelijke vooroordelen opzij te zet ten en met goed vertrouwen en van harte te werken aan de realisatie van zijn veel vuldige toepassingen. Maar thans zou men kunnen menen, dat dit deel van de encycliek een nieuw voorbeeld is van de kansen, die men heeft laten voorbijgaan, kansen, die men gemist heeft, omdat men de ideeën niet op het juiste ogenblik heeft overgeno men" (Kath Archief 4 (1949) 285). In Nederland is wel de juiste weg geko zen. Geleid door gezonde beginselen van de natuurlijke zedenleer, voorgelicht door het hoogste gezag in Gods Kerk, mogen en moeten wij op deze weg voortgaan zonder aarzeling. Het grondplan is gereed; het begin van verwezenlijking is er. Thans ls het woord aan de werkgevers en werkne mers om bedoelde organen op te bouwen. Hun taak is verantwoordelijk, maar mooi. Er zijn pioniers en voortrekkers nodig, ls gezegd, en Wij stemmen hiermee van harte in. Dat moeten onze katholieke sociale or ganisaties zijn, zowel van ondernemers als van werknemers. Het moet een rijpe vrucht worden van oprechte sociale gezindheid en van waarachtige christelijke solidariteit. Daarom willen Wij hier nog eens herhalen, wat Wij u gezegd hebben in Ons herder lijk schrijven van vijf jaar geleden: „Dit is dé grote sociale aangelegenheid van de komende jaren. Naarmate iemand grotere invloed heeft in het politieke of sociaal- economische leven, des te groter is zijn verantwoordelijkheid, om met voorbijzien van persoonlijke belangen mee te werken aan dit algemeen belang; het is een verant woordelijkheid tegenover ons volk, tegen over de geschiedenis, inderdaad een verant woordelijkheid tegenover God" (Vastenbrief van het Nederlands Episcopaat van 1949). 32. Hierboven hebben Wij nog eens met veel nadruk gewezen op de betekenis van de standsorgamsaties en aan haar in zekere zin het „primaat des geestes" toegekend. Thans na hetgeen Wij nu gezegd heb ben over de publiekrechtelijke bedrijfsor ganisatie rijst het belang der katholieke vakverenigingen voor Ons op. Het is zoals Kardinaal de Jong vroeger reeds aan de katholieke werkgevers heeft geschreven hetgeen uiteraard ook voor de werknemers geldt „Maar hoe waardevol en door Óns hooggewaardeerd het werk van de standsorganisatie is, toch is deze niet vol doende om de hervorming der maatschappij tot stand te brengen, welke door Plus XI r.g. op zo overtuigende wijze is geschetst in zijn wereldzondbrief „Quadragesimo anno" (Schrijven van Z. Em. Kardinaal de Jong aan de A.K.W.V. over de katholieke werk gevers-vakverenigingen van 1949). „De standsorganisatie", zo ging de Kar dinaal verder, „heeft tot taak om de richt lijnen voor het handelen in haar grondsla gen te leren kennen en haar naleving te be vorderen; zij kan deze verheven roeping echter niet vervuilen zonder de hulp van principiële vakverenigingen. De redding uit de noden waarin de wereld thans verkeert, vraagtdat zij (de werkgevers) het eco nomisch maatschappelijk levendeelach tig maken aan de zegenende invloed van de Kerk, en de door haar behoede natuur rechtelijke normen. Dat kan bevorderd wor den door actief deel te nemen aan het leven van de katholieke vakorganisaties, omdat het juist bij de behartiging van de concrete belangen gaat om de toepassing van onze beginselen, de beleving van de echt-chris- tel ijke geest.'1 Gold dit al in het stadium, waarin de organisaties volgens het woord van Plus XI „de weg mooter voorbereiden voor die voor treffelijke organisaties, de bedrijfs- en be roepsstanden' (Encycliek „Quadragesimo anno,' nr 87), hoeveel meer is het waar, nu deze bedrijfsorganisatie verwezenlijkt gaat worden. De vakorganisaties immers zijn de pijlers waarop de publiekrechtelijke organen van de verschillende bedrijfstak ken in ons land worden gebouwd. Zij zul len haar strijdkarakter tot op zekere hoogte kunnen afleggen, maar in plaats daarvan worden zij dan constructieve elementen bij de sociale opbouw. Mochten Wij vroeger al niet nalaten steeds weer te pleiten voor de op- en uitbouw van eigen katholieke vakorganisaties, thans komt daar de drin gende reden bij, dat de kracht en de oriën tatie van de vakorganisatie de invloed van de katholieke sociale beweging in het nieu we bestei zowel quantitatlef als qualltatief zal bepalen. 33. Men late zich nier niet door min of meer oppervlakkige beschouwingen mislei den. Er Zijn katholieken, die het voldoen de achten, wanneer de standsorganisaties de noodzakelijke vorming geven, terwijl dan de toepassing op de concrete vraag stukken veilig aan de katholieke leden in neutraal verband zou kunnen worden over gelaten. Anderen menen zelfs, dat het moeilijk valt in te zien, dat de levensbe schouwing, die volgens hen wél van invloed is bij het scheppen van juiste sociale ver houdingen, ook een rol speelt bij de be slissing in economische aangelegenheden. Ook zijn er katholieken, die nog vastzitten in structuren, die ons tijdens de oorlog onder de dwang van de omstandigheden zijn opgedrongen. Tegenover deze overwegingen moeten Wij stellen: Ten eerste, dat de standsorganisaties wel de algemene vorming kunnen geven, maar daarmee nog geen garantie kunnen bieden, dat bij de concrete beslissingen de ware beginselen worden toegepast, en dat zij zeker niet door haar leden, als deze als ongebundelde krachten moeten optreden, de nodige kracht zullen kunnen uitoefenen. Ten tweede, dat bij het nemen van eco nomische beslissingen wel degelijk zedelij ke normen en beginselen In het geding komen, en dat, vooral als men denkt aan het gehele complex van beslissingen welke op de lange duur genomen worden, zich gemakkelijk een tendenz zal openbaren, welke ofwel christelijk, ofwel niet-christe- lijk, liberaal of socialistisch zal zijn. Ten dorde, dat ware saamhorigheid en echte christelijke sociale gezindheid ons er toe moeten brengen de dingen niet te persoonlijk of te plaatselijk te bezien, zo dat een gegroeide en misschien nuttige samenwerking soms zal moeten wijken voor de medewerking aan het gemeenschappelijk ideaal, en zodat bijvoorbeeld mensen uit het katholieke Zuiden zich meer solidair moeten voelen met hun geloofsgenoten uit het Noorden en de stuwkracht moeten vor men bij de oprichting van nieuwe ver banden. Tenslotte, dat al degenen, die buiten ka tholiek verband staan in de vakbeweging niet de vormende Invloed ondergaan, die van een katholieke vakvereniging en van de centrale organisatie, waarbij deze is aangesloten, uitgaat. Deze vormende in vloed is nochtans een onmisbare voorwaar de voor het aankweken van de juiste men taliteit. Bovendien wordt, doordat men zich niet aansluit bij de katholieke organisatie, deze laatste en de betreffende centrale organisatie verzwakt, en daarmee wordt vanzelf ook de invloed van het katholiek beginsel in de openbare bedrijfslichamen zwakker. 34. De doorvoering van deze richtlijnen kan in concrete gevallen wel eens moei lijkheden met zich meebrengen. Waar een centrale eenheidsorganisatie langs wegen van geleidelijkheid is ontstaan, en min of meer ongemerkt ook katholieke leden door gebruikmaking van alle daartoe bestaande mogelijkheden heeft aangetrokken of be houden, daar kan het voor niet-aangeslote- nen al moeilijk zijn om hier een eigen initiatief te nemen, maar voor de aange slotenen zelf zal het nog moeilijker zijn, vooral wanneer zij in dat neutrale verband een leidende of representatieve positie heb ben verworven. Ook zullen er dikwijls psy^ chologische factoren en gevoelsoverwegin gen een remmende invloed uitoefenen, waarbij naast een begrijpelijk en sympa thiek gevoel van eenmaal gegroeide samen werking ook een zekere angst voor het verwijt van „hekjeszetterij" zou kunnen werken. Zelfs kunnen er objectieve bijzon dere moeilijkheden gelegen zijn in het aan tal en de spreiding der betrokkenen of in de gedifferentieerde economische belangen. In zulke gevallen, dierbare gelovigen, is er een echt principiële levenshouding nodig om zuiver te zien en over feitelijke of psychologische bezwaren heen te stappen. Waar er objectieve bezwaren zijn, gelde, wat reeds vroeger gezegd werd in het bo vengenoemde schrijven van Kardinaal de Jong: „In onderling overleg dient er dan te worden gestreefd naar een doelmatige oplossing, mits principieel vaststaat, dat de katholieke vakgenoten hun eigen vakver- band bezitten.Wij hebben niets te ver bergen ten aanzien van de doeleinden en de motleven van ons streven. Wij menen zelfs, dat een openlijke uiteenzetting de niet confessioneel georiënteerde onderne mers een beter Inzicht kan geven in de gunstige gevolgen van dit streven voor de bloei van het gemeenschapsleven. Zo is Onze diepe overtuiging, dierbare gelovigen. Wij zijn zeer erkentelijk, dat zo velen zich door deze gedachten laten lei den. Wij willen hier Onze bijzondere waar dering' uitspreken voor de ijver en volhar ding, waarmee zo vele bestuurders, functio narissen en kernleden werken aan de door voering van deze gedachten. Wij sporen allen aan deze lering en leiding in haar harmonisch geheel te zien, en zich op te heffen uit eigen en misschien te zeer op eigen belang gerichte visie naar het ni veau van het algemeen welzijn en van het grote katholieke sociale ideaal, dat volgens Pius XI moet liggen „in de lijn van het evangelie" (Ene. „Quadragesimo anno", op schrift: „ad evangelicae legis normam"). 35. „Het is de geest, die levend maakt" (Jo. 6, 63) Wanneer de Pausen spraken over maatschappelijke hervormingen, heb ben zij steeds opnieuw en met de grootste nadruk verkondigd, dat naast en in deze hervorming der maatschappelijke instellin gen nodig wasvernieuwing van de mens, vernieuwing der zeden, vernieuwing van de christelijke levenshouding, dus in nerlijke vernieuwing van de mens en van de menselijke gemeenschap. Hier ligt Juist de zending van Gods Kerk, ook op soci aal gebied, hier ligt ook een bijzondere taak voor de standsorganisatie. Wij mogen hier zeker niet nalaten een paar overduidelijke pauselijke uitspraken aan te halen „Wie de zaak nauwkeuriger en dieper beschouwt aldus Paus Pius XI zal duidelijk inzien, dat aan dit zo vurig ge wenste herstel der maatschappij moet voor afgaan een vernieuwing van de christelijke geest, waarvan zo velen, die zich op eco nomisch terrein bewegen, alom jammerlijk zijn afgeweken. Anders zullen alle pogin gen vergeefs zijn, en zal er een gebouw opgetrokken worden, niet op vaste steen- grond, maar op het losse zand" (Ene. „Quadragesimo anno", nr 127). En tot hen, die zich geroepen voelen om de maatschappij mee te hervormen dus ook tot ons allen en vooral tot de sociale voormannen richt hij de veel betekenende woorden „Iedere ware en duurzame hervorming ging tenslotte van het heiligdom uit, van mensen die door liefde tot God en tot de naaste gedreven werden; uit hun edelmoe dige bereidvaardigheid om naar iedere roep van God te luisteren en deze in de eerste plaats bij zichzelf te verwezenlijken, zijn zij in nederigheid en met zelfvertrou wen van uitverkorenen tot lichtbakens en hervormers van hun tijd geworden" (Ency cliek „Mit brennender Sorge", nr 32). 36. De angstwekkende problemen van onze tijd, waartussen het sociale vraagstuk nog altijd als een basis-probleem staat, dat uit eindelijk het atheïstisch communisme heeft doen geboren worden, zijn tenslotte een zedelijk probleem en de wrange vrucht van een zedelijk tekort. Daarom moet het her stel op twee pijlers worden gebouwd: het moet enerzijds uitgaan van een levend ge loof en een groeiende liefde tot God, en anderzijds neerkomen op méér liefde tot de mensen en vorm krijgen in christelijke solidariteit. God en liefde tot God! Het liberalisme en individualisme zijn geboren uit een ver zwakt geloof en een verschrompelde of ver keerd begrepen liefde. Zij zullen tenslotte slechts overwonnen kunnen worden door een levend geloof en een werkdadlge liefde tot God. Het marxistisch en communistisch streven lijdt aan overschatting van het stof felijke en het aardse, en ook deze kwaal moet met Gods genade overwonnen worden door een nieuw zicht op het goddelijke. Als de Godsltefde in onze harten groeit, zullen van zelf vele obstakels worden weggenomen, die anders het maatschappelijk welzijn toch altijd blijven belagen. Het egoïsme zal wor den geremdbij de een zal de winzucht, bij de ander de gemakzucht bestreden worden. Er kan geen plaats meer zijn voor haat en klassenstrijd, en ln de liefde tot God zullen de mensen elkaar als echte broeders en zusters beschouwen en behan delen. Dan, maar ook dan alleen, zal de christelijke solidariteit kunnen opbloeien en overwinnen. Christelijke solidariteit! Daarvan moeten wij katholieken een voorbeeld zijn in de wereld, vooral nu wij op de drempel staan van een nieuwe maatschappij. Klassentegen stellingen maken plaats voor organische eenheid. Het blijkt steeds duidelijker, dat de welvaart van de ene stand een bron van grotere welstand wordt voor de andere. Indien alle groeperingen ontvangen wat haar toekomt volgens het Juiste evenwicht van de sociale rechtvaardigheid, kan het maximum van welstand in de maatschappij worden bereikt. Het is nodig, dat alle christenen en vooral alle katholieken oog hebben voor de nieuwe ontwikkeling, en dat zij leren zien, hoe door een christelijk sociaal bestel alle groeperingen geleidelijk aan komen tot een menswaardig bestaan. Het is ook nodig, dat allen de hun toe komende plaats gaan innemen, die niet meer voornamelijk bepaald wordt overeen komstig het verworven bezit, maar naar de functie, welke zij bekleden en de arbeid, die zij verrichten. In deze christelijke soli dariteit worden sociale rechtvaardigheid en liefde verwerkelijkt, en gaat de opdracht van God in vervullingdraagt elkanders lasten. 37. Er is hier een wisselwerking tussen Instellingen en zeden. Rechtvaardigheid en liefde moeten een nieuwe maatschappelijke orde opbouwen; dan zal de nieuwe orde op haar beurt ons helpen om in de geest van Christus samen te leven. Wanneer de indivi duen hun belang nastreven in het kader van de groeperingen, waarop zij als van nature zijn aangewezen, wanneer de maat schappelijke groeperingen hun streven naar welvaart bewust gaan plaatsen tegen de achtergrond van het algemeen belang, dan kan er in het sociaal-economisch leven iets komen van de matiging, waarmee de chris ten aardse goederen moet nastreven. Zo kan ook tot uitdrukking komen do evangelische onthechting, die wij nooit moeten vergeten, en die in het economisch leven beter moge lijk wordt, als allen bezield zijn door de zelfde geest. Er is in het sociaal-economische leven van de laatste eeuwen in menig op zicht een teruggang geweest van zedelijke grondgedachten. Hieraan zal onze bescha ving te gronde gaan, tenzij die teruggang wordt gestuit. En dat kan, als door de be oefening van christelijke rechtvaardigheid cn liefde, van christelijke matiging en ont hechting. de echte christelijke solidariteit ontstaat, waarin „de liefde der broeder schap" tot uiting komt. die wij zoals de Apostel zegt vóór alles moeten bezitten. 38. Maar, dierbare gelovigen, het mag niet bij woorden en leuzen blijven. De enke ling zal zich broederlijk moeten aansluiten bij zijn stand- en vakgenoten, en alle maatschappelijke groepen zullen zich als levende en bij elkaar behorende geledingen van het éne maatschappelijke organisme moeten gaan beschouwen. Wederzijds begrip en wederzijdse waardering zullen moeten groeien, en betreurenswaardige tegenstellin gen zullen moeten plaats maken ireor rustig overleg en broederlijke samenwerking. De verschillende organisaties moeten meer be wust gaan zien, welke de bijdrage ls, die ieder te leveren heeft voor het gemeenschap pelijk weizijn. Bij maatschappelijke organen gaat het immers niet alleen om het afwegen en ordenen van wederzijdse belangen, maar vooral ook om het dienen van het geheel. Daarom heeft het Ons ook zo verheugd, dat zich in de laatste tijd 'n gelukkige ont wikkeling voordoet in het overleg der ka tholieke standsorganisaties, en dat daartoe een Raad van Overleg tussen de stands- organisaties is tot stand gekomen. Wij zul len gaarne zien. dat de in de top groeiende samenwerking wordt doorgezet op dioce- caan, regionaal en plaatselijk niveau, en dat de officiële samenwerking meer voelbaar wordt in wederzijds begrip en solidariteit. Tenslotte zou het goed zijn, dat er ook in de verschillende bedrijfstakken meer recht streeks contact kwam tussen katholieke on dernemers en werknemers, en dat de spaar zame „open gesprekken", welke reeds plaats vonden, tot een meer blijvende gewoonte werden. Zo wordt de sociale samenwerking ais tussen christenen en broeders ervaren; zo wordt het overleg in de officiële organen vergemakkelijkt, en wordt voorkomen het geen sommigen vreesdendat de voortgaan de organisatie de maatschappelijke groepe ringen eerden zou verdelen dan verenigen. 39. Voor een goede samenwerking en een juiste doorvoering van onze sociale gedach ten is het zeker gewenst, dat de katholieken spoedig komen tot de opstelling van een breed katholiek sociaal programma. Dat kan wanneer de christelijke solidariteit alle groeperingen bezielt, en wanneer het besef levendig is, dat de rijkdom van ons volk resulteert uit het werken voor elkander. Een eerlijk zoeken om ieder het zijne te geven zal dan zeker, ondanks moeilijkhe den. de schone vrucht van een gemeen schappelijk sociaal programma voortbren gen. Vanuit de diepte van een doorleefd christendom, voorgelicht en geleid door kla re sociale gedachten, die buiten alle discus sie staan of behoren te staan, moeten onze sociale leiders, onze sociologen, economen en politici een sociaal programma kunnen ontwerpen, dat aangevoeld en begrepen wordt als een eigentijdse vormgeving van gerechtigheid voor allen. Uiteraard zal een dergelijk programma niet eens en voor goed gefixeerd kunnen worden; het zal iets moe ten hebben van het veranderlijke en dyna mische van de sociale rechtvaardigheid, waarin zich weerspiegelt de verandering en ontwikkeling van de maatschappij. Als daar bij waarachtig naar gerechtigheid voor al len wordt gezocht, en als dat verlangen naar gerechtigheid op zijn beurt bezield wordt door de „liefde der broederschap", door de liefde van een levend en naar daden dringend christendom, dan zal het een programma zijn van brede allure; het zal iets hebben van de christelijke „magni- ficentia", van de ruimhartigheid en groot moedigheid, welke niet vraagt wat er strikt gebeuren móét, maar eerder wat er ge zamenlijk gebeuren kan. Want als wij het evangelie werkelijk in de wereld willen brengen, dan mag ons maatschappelijk pro gramma niet eng of schriel zijn; dan moe ten allen voelen, dat het een uiting is van de „blijde boodschap", die wij van Christus ontvingen en die wij moeten uitdragen naar de mensen; een boodschap, die enthousiast kan maken en die de jeugd, welke de toe komst draagt, kan bezielen. Wij, uw Bisschoppen, moeten Ons hier beperken tot het verkondigen van beginse len en het stimuleren tot daden. De heilige Kerk neeft haar eigen zending. Zij stelt zedelijke beginselen en normen, ook ten aanzien van het sociaal-economisch hande len, maar zij moet do technische en concre te regelingen overlaten aan hen, die daartoe in het maatschappelijk bestel bevoegd en geroepen zijn, ZIJ geeft, zoals Plus XI zeide, „duidelijke richtlijnen, die de zekere weg aanwijzen, om do gelukkige vooruitgang van de gemeenschap te verzekeren", maar haar leden moeten deze toepassen „volgens de omstandigheden van plaats en tijd en volk" (Encycliek „Divini Redemptoris", nr 34). Dit ls dus de bijzondere taak van de leken en speciaal Van de katholieke socia le organisaties. In onderling beraad en met een evenwichtige toepassing van de begin selen moeten zij concrete gestalte geven aan de sociale leer der Kerk. Het mag niet blij ven bij theoretische uiteenzettingen over de leer der encyclieken; die leer moet vrucht baar gemaakt worden voor de practijk van het maatschappelijk leven. Katholiek cn nict-katholiek moeten weten, hoe wij de maatschappij willen opbouwen, en hoe wij allen in gerechtigheid en liefde willen die nen. 40. Nu Wij u dit alles zo openhartig hebben voorgehouden, dierbare gelovigen, menen Wij ook niet te mogen zwijgen over een middel dat zeker niet gemist kan worden, als wij onze maatschappelijke idealen willen verwezenlijken, en dat ls de samenwerking op politiek terrein. Wij beseffen heel goed, dat Wij hiermee een delicaat onderwerp aan de orde stellen. Wij houden voor ogen, dat bijzonder bij het vormen van een practlsch politiek oordeel „rechtmatig verschil van inzicht" mogelijk is, ook onder katholieken. Maar van de andere kant hangen wereldbeschou wing, levenshouding en politiek toch ook innig samen. In ons land is dit algemeen erkend, al wordt ten onrechte niet altijd daaruit de conclusie getrokken, dat de wereldbeschouwing, die aan de leden der partij gemeenschappelijk is, ook voor het te voeren beleid in belangrijke mate mede bepalend moet zijn. Waar in Nederland de levensbeschouwing zo sterk meespreekt in het politieke streven een gunstig ver schijnsel, dat echter tot bijzondere waak zaamheid maant, gezien de geestelijke verdeeldheid van ons volk zouden er voor het behoud van de hoogste goederen en voor de doorvoering van onze idealen groto gevaren dreigen, als wij op politiek terrein zwak en verdeeld zouden staan. Daarenboven mogen wij ons niet tevreden stellen met het weren van gevaren; wij moeten ook „volgens de omstandigheden van plaats en tijd en volk" positief mee werken aan de opbouw van een rechts orde en van een maatschappij, waarin het christelijk ideaal mogelijk en veilig is. Wij moeten rekening houden met de ver worvenheden, waarin wij ons verheugen en die wij niet op het spel mogen zetten. Daarom zijn Wij overtuigd, dat ook hier slechts eenheid de nodige kracht en garantie geven kan. Wij zijn dan ook in de laatste tijd dikwijls bezorgd geweest, als Wij moesten ervaren, dat men blijkbaar nogal licht en gemakkelijk disputeerde over onze politieke eenheid. Het heeft Ons zelf diep verontrust, dat men Onze stem op zo waardige wijze cn op zo indrukwekkend moment geuit hier en daar niet goed heeft verstaan. Sommigen zijn zo ver gegaan, dat zij het verband der eenheid hebben ver laten. Wie onbevooroordeeld de ontwikke ling volgt, moet vrezen, dat onze politieke kracht en invloed zal gaan verbrokkelen, als men zou blijven doorgaan met op deze wijze de waarde VRn onze politieke eenheid te verkleinen. Het Is te vrezen, dat dit een ernstige terugslag zal hebben op het sociale en culturele streven der katholieken. Bij allo respect, dat Wij hebben voor de eigen politieke meningsvorming ln be paalde vraagstukken, wanneer deze tenminste niet in strijd komt met het be ginsel of de zedelijke normen en niet te kort doet aan de christelijke plicht blijven Wij u dan ook in het belang van ons katholiek openbaar leven, maar even zeer in het belang van ons volk, vermanen gelijk Wij dat bil monde van de Kardi naal-Aartsbisschop reeds deden op het moment van de viering van het herstel der hiërarchie - „Blijft één!" Ook hier, dierbare gelovigen, dus ook in het poli tieke leven, is offerbereidheid en oprechte (Van een speciale verslaggever) Op de historische Piazza Delia Signoria in Florence waren 86 renners Maandag tezamen gekomen. Nerveus keken zij naar de laatste toebereidse len voor de start, want er stonden grote dingen te gebeuren in de zware tiende etappe, welke dwars door de Apennijnen leidde naar de Adriatische kust, naar het toeristencentrum Cesenatico. Waar het gerucht vandaan kwam, niemand wist het precies, maar Fausto Coppi zou ten aanval trekken en dit gerucht vergrootte de duidelijk voelbare spanning. „Coppi moet aanval len," zeiden de Italiaanse journalisten, want de helft van de Giro is afge legd en de door zijn supporters veel gekwelde wereldkampioen stond nog steeds bijna 40 minuten achter op de leider in het algemeen klassement. Carlo Clerici. „Coppi moet aanvallen," zeiden ook de buitenlandse journalisten, want di recteur Ambrosini heeft 22 millioen lires neergeteld (130.000 gulden), om van de deelneming van Coppi verzekerd te zijn en de campionissimo heeft nog steeds geen grote dingen gedaan. Maar in de schaduw van het spel in deze Giro staat Hugo Koblet, die slechts het slor dige sommetje van 10 millioen lires (60.000 gulden) op zijn rekening kreeg overgeschreven. Koblet en Coppi zijn felle rivalen en het grote verschil in startgeld heeft de strijd tussen beide renners nog aangewakkerd. De eerste phase van de strijd was door Koblet ge wonnen, want zijn ploeggenoot Carlo Clerici droeg de leiderstrui, gedurende enkele dagen reeds, hetgeen belangrijke extra inkomsten opleverde en hij, Ko blet, zou er wel voor zorgen, dat Coppi naastenliefde nodig, wil het belang var, i de enkeling ingevoegd worden in het be lang van de maatschappelijke groep waar toe hij behoort en het belang van die groep ln het grote kader van het algemeen welzijn Eenheid tussen mensen kost altijd offers, ook van eigen inzicht, maar de eenheid is ook offers waard. Het is nodig, in deze tijd daarvoor bijzondere offers te brengen. 41. Er zou nog veel gezegd kunnen wor den over andere, zeer belangrijke ter reinen van het openbare leven. Wij denken aan het sociaal-caritatieve leven, dat met de dag in belangrijkheid toeneemt, en waar de christelijke liefde vorm krijgt op moderne wijze; aan de geestelijke en lichamelijke volksgezondheid, die tegen woordig bijzondere eisen stelt, maar ook grote mogelijkheden biedt voor christelijke activiteit. Wij vermelden het onderwijs en speciaal de voltooiing van onze universi teit, de opvoeding, de jeugdbeweging en de sport, niet alleen om haar eigen belangrijkheid, maar ook om degenen die verantwoording daarvoor dragen te her inneren aan hun taak de jeugd in te leiden in het openbare en sociale leven, zoals Wij het boven hebben beschreven. Wij noemen de lectuur, de film, de radio en de televisie; al deze middelen tot spreiding van christelijke cultuur zijn even belangrijk en Ons even dierbaar, als toen Wij de oprichting van instituten ter be vordering van deze cultuuruitingen goed keurden. Wij herinneren tenslotte aan de katholieke pers, zowel om u aan te sporen deze en deze alleen te steunen, als ook om de pers te wijzen op haar taak, op principiële wijze haar belangrijke christe lijke zending in ons land te vervullen. Moge zij de grondgedachten van dit man dement tot basis nemen van haar voor lichting, van haar beschouwing en bespre king van de wisselende feiten; moge zij vooral ijveren voor de eenheid, die Wij zo nodig achten voor het katholieke leven van Nederland. 42. Dierbare gelovigen, u hebt door heel dit schrijven een zekere bezorgdheid om de eenheid kunnen beluisteren. Wanneer Wij openhartig spreken, dan moeten Wij beken nen, dat Wij in de laatste tijd hebben ge vreesd, dat de katholieke eenheid min of meer gevaar zou lopen, op politiek gebied en op de duur op maatschappelijk en cultureel gebied. Wij veroorloven Ons daar over een algemene opmerking te maken, welke licht en verklaring geven kan met betrekking tot de huidige verschijnselen. Onzes Inziens doet zich hier ook 'n gezags- en vertrouwenscrisis gelden. Uiteindelijk komt deze wel voort uit factoren, die op zichzelf gelukkig en gunstig kunnen ge noemd worden. Een zekere mondigheid en rijpheid ligt er aan ten grondslag. Er is veel meer ontwikkeling btj ons voik. Men wil de dingen zélf zien en beoordelen. On derwijs en pers, lectuur en radio brengen niet alleen problemen, maar ook kennis bij. De mens leert meer zelf denken en wil daardoor meer zich zelf zijn. Ook is er. mede in verband met die hogere ont wikkeling, meer persoonlijke belangstelling voor en medeleven met het openbare leven, niet het minst met het openbare kerkelijke leven. Nu de katholiek zich steeds meer bewust gaat worden, dat htj niet alleen passief lid is van Gods Kerk maar ook actief door een „actuosa particlpatio een volle en actieve deelname, deel heeft aan een levende werkgemeenschap in het Mystieke Lichaam van Christus, is vanzelf zijn belangstelling anders en groter gewor den. Maar daardoor, en wellicht ook door minder gunstige factoren, is tevens een geest van critiek ontstaan. Men overschat eigen mening en eigen inzicht. Men loopt vooruit op het oordeel van het door God gestelde gezag in sommige belangrijke zaken. Men blijkt minder vertrouwen te stellen in de leiders, niet alleen in het maatschappelijke en staatkundige, maar ook in het geestelijke. En bij dit alles wordt niet altijd rekening gehouden met de eisen van eerbied en naastenliefde, en worden goede bedoelingen van eigen lei ders soms miskend. Als Wij Ons niet vei> gissen, wordt deze vrije, al te critische houding tevens bevorderd door de vrijmoe digheid waarmee en de wijze waarop katho lieke bladen en tijdschriften soms tere en moeilijke kwesties ter sprake brengen en behandelen, daarbij een bepaalde tendenz vertonend, het oude en van katholieke zijde gegroeide als minder goed, en het nieuwe en van vreemde zijde komende als voor treffelijk te waarderen. Hiermee is niet gezegd, dierbare gelo vigen. dat de katholieken, vooral zij, die ons volk leiden en voorlichten, niet fris tegenover nieuwe problemen zouden mogen staan en niet als persoonlijkheden met eigen overtuiging naar voren zouden mogen komen. Integendeel, het is te hopen, dat eigen initiatief en eigen verantwoordelijk heid niet gaan lijden onder de stille ge dachte, dat „de organisatie het wel op knapt'*. Ook daarvoor bestaat een zeker gevaar. Persoonlijkheidsvorming blijft altijd hoge eis en de organisaties zullen goed doen zelf ook in dia richting te werken, Ja zelfs daarin een van haar voornaamste taken te zien. Wij hebben Juist mensen nodig met inzicht en overtuiging, met ka rakter en zelfstandig idealisme. Steeds echter moet men het volk voorlichten met wijsheid en voorzichtigheid. Eerste deel toerd gepubliceerd in •ns blad van Maandag j.U geen kans kreeg. Voorlopig althans niet, om ook maar een enkele minuut van zijn achterstand in te halen. Zo was de situatie op het prachtige plein van Flo rence en met een koel glimlachje op zijn gezicht besteeg de lange Hugo zijn fiets, gereed voor het gevecht, dat reeds enkele kilometers buiten Florence zou kunnen beginnen. De 15 kilometer lange klim naar de Passo Delia Consuma, 1058 meter hoog, op dertig kilometer van Florence ge legen, zag geen Coppi, geen Magni. geen Clerici, geen Koblet in de voor ste gelederen, maar wel de Pyreneeën- specialist Jesus Lorono, die, gehandi capt door een kille bergregen. van zijn spieren, die warmte nodig hebben, veel vergde. Met 2 min. 3 sec. voorsprong op De Santi, een der mannen van Bot- tecchia, de ploeg, welke hoge aspira ties in deze etappe bleek te hebben, en 5 min. 20 sec. op het peloton, aange voerd door Defilippis. Aan de andere kant van de berg scheen eventjes de zon, maar bij de afdaling viel het wa ter plotseling weer met bakken uit de grijze wolkenmassa. Roks ten val De scherpe afdalingen, het gladde wegdek, de stenen muurtjes bU de tal rijke bruggen stelden de hoogste eisen aan de stuurkunst der renners en alleen de roekelozen gingen in een pijlsnelle vaart naar het dal. Ergens achteraan ln het honderden meters lange lint maakte Thys Roks plotseling een buiteling. Een scherp keitje was in zijn voorband ge sprongen, alle lucht ontsnapte met een klap. Door de grote snelheid, waarmee de Brabander reed, maakte hij een lelijke val. Een voorlopig medisch onderzoek wees uit, dat hij een dijbeen- spier had gescheurd, een weefselbles sure aan de schouder had opgelopen en schaafwonden aan armen en benen. De andere vier Nederlandse renners vernamen pas bij de aankomst van het harde lot. dat hun vijfde ploeggenoot had getroffen. Want de strijd was met verbetenheid voortgezet en slechts wei nigen hadden van de val van Thys Roks iets bemerkt. Lorono had bij de beklim ming van de 30 km. verder gelegen Passo di Mandrioli, met een hoogte van 1150 meter, zijn voorsprong nog kunnen vergroten; bij de vliegende controle te Badia Prataglia op 69 km. van Florence, had hij vijf sec. winst op De Santi, die op 3 min. 15 sec. werd gevolgd door Volpi. De gems uit het warme Zuiden vergrootte zijn winst nog aanzienlijk en toen wij op de pashoogte de chrono meter indrukten, bleek, dat Lorono 6 min. 57 sec. voorsprong had verkregen op De Santi, 7 min. 27 sec. op Volpi en 8 min. 40 sec- op het peloton. Nieuw moeilijkheden Twintig kilometers worstelden de renners dan over' een nauwelijks be gaanbare weg. Lorono. die in de koele temperatuur veel van zijn krachten had gevergd, was teruggevallen. Fornara kwam als eerste boven, op 15 sec. ge volgd door Volpi en op 1 min. 5 sec. door een groep, aangevoerd door Coppi, Koblet, Bartali en Clerici. In de af daling won Farnara, de kopman van Bottecca, nog meer terrein, maar een groep, waarin alle azen en ook Voorting en Wagtmans zaten, deed zich in een grimmig gevecht van 15 man tegen één gelden met het vaste voornemen, dat de winst van Fornara ln ieder geval tot een minimum moest worden terugge bracht. Maar in de verte lag dreigend de rots van het republiekje San Marino. Niet over de brede asfaltweg zouden de rijders het miniatuurstaatje bereiken, maar via een smal tussenweggetje, met bochten, waarin het losse grint weder om een verraderlijke aanslag op de banden pleegde. Het was op dit weggedeelte, dat Ger- rit Voorting een lekke band kreeg, maar slechts enkele seconden duurde het op onthoud, want Pellenaars met zijn wa gen had hem op de voet gevolgd For nara passeerde de vliegende controle bij San Marino men kwam niet door het stadje zelf heen met 3 min. 40 sec. voorsprong op een groep van 15 man. Toen volgde de afdaling, tien kilo meter naar Rimini aan de Adriatische Zee en toen nog 20 km. langs de kust weg naar de finish. Fornara werd op zijn rush ingehaald door Barozzi en Giudici, die de sprint van het drietal won, en achter hen joeg de van 15 tot 28 man uitgebreide groep op zo'n onbarm hartige wijze achter Fornara en z'n 2 metgezellen aan, dat het verschil bij aankomst te Cesenatico slechts 12 sec. bedroeg. De zware etappe over 211 km. had geen winst voor Coppi gebracht. Omringd door al zijn rivalen kwam h;"| door de finish en mismoedig stapte h ven zijn fiets. Behalve Thys Roks behoorden ook de Belg Ward Peeters en de Duitser Pfan- nemüller tot de uitvallers, zodat na tien etappes nog 83 renners in de giro zijn overgebleven. Het percentage uitvallers is gestegen tot bijna 22 procent De Franse équipe Sigrand-Oelerier met M. D. heeft op het circuit van Monthlery de 26ste Bol d'Or voor auto mobielen gewonnen. De Fransen legden 2554.417 km- af met een gemiddelde snelheid van 106.434 km per uur, waar mede zij beslag legden op de eerste plaats in het algemeen eindklassement. De Amerikaan Bill Vukovich heeft voor de tweede opeenvolgende maal de 500 mijl wedstrijd van Indianapolis gewonnen. Hii reed met een gemiddel- delde snelheici van 210.568 km/u, een nieuw wedstrijdrecord. Het oude stond met 207.6 km/u op naam van Troy Ruttman. Het basketbal tournool om de Coupe Mai- rano, dat te Milaan Is gehouden, ls gewon nen door Rusland met in totaal tien punten. De tiende etappe van de Ronde van Italië, van Florence naar Cese natico, over een afstand van 211 km.. is gewonnen door de Italiaan Giudici in 6 uur 15 min. en 25 sec. Het klas sement luidt verder: 2. Barozzi (It.) z.t.; 3. Fornara (It.) z.t.; 4. Monti (It.) 6.15.S7; 5. Zam- pini (It.) z.t.; 6. Schaer (Zwits.) z.t.; 7. Couvreur (Belg.) z.t.; 8. Martini (It.) z.t.; 9. Barducci (It.) z.t.; 10. Conterno (It.) z.t.; 11. Filippi (It.) z.t.; 12. Magni (It.) z.t.; 13. Defilippis (It.) z.t.; 14. Coletto (It.) z.t.; 15. Bar tali (It.) z.t.; 16. Nencini (It.) z.t.; 17. Astrua (It.) z.t.; 18. Gianesschi (It.) z.t.; 19. Medri (It.) z.t.; 20. Impanis (België) z.t.; 21. Koblet (Zwitserl.) z.t.; 22. Assirelli (It.) z.t.; 23. Minardi (It.) z.t.; 25. Coppi (It.) z.t.; 28. Cle rici (Zwits.) z.t.; 30. Gerrit Voorting (Ned.) z.t.; 31. Wagtmans (Ned.) z.t.; 32. Gismondi (It.) 6.17.45; 33. Van Est (Ned.) z.t.; 45. Van Breenen (Ned.) 6.24.36. Opgegeven hebben Thijs Roks (Ned.) na een val, Peeters (Belg.) en Pfannemüller (Did.). Algemeen klassement 1. Clerici (Zwits.) 62.31.26; 2. Gerrit Voorting (Ned.) 62.43.13; 3. Assirelli (It.) 62.45.09; 4. Minardi (It.) 63.01.07; 5. Schaer (Zwits.) 63.02.08; 6. Con terno (It.) 63.02.39; 7. Magni iIt.) 63.02.45; 8. Koblet (Zwits.) 63.02.50; 9. Defilippis (It.) 63.03.25: 10. For nara (It.) 63.04.56; 11. Astrua (It.) 63.04.59; 12. Nencini (It.) 63.06.15; 13. Pellegrini (It.) 63.07.22; 14. Coppi (It.) 63.07.42; 21. Wagtmans (Ned.) 63.12.41: 22. Bartali (It.) 63.14.16; 38. Van Est (Ned.) 63.23.56 69. Van Bree nen (Ned.) 63.51.14. Ploegenklassement 1. België 79 pnt.; 2. Legnano 40 pnt.; 3. Botteccnia 34 pnt. 4. Tor pedo 29 pnt.; 5. Arbos 26 pnt.; 6. Zwitserland 24 pnt.; 7/8. Nivea-Fuchs en Nederland beiden 23 pnt.; 9/10. Frejus en Atala beiden 14 pnt.; 11/12. Bianchi en Bartali 11 pnt.; 13. Doni- selli-Lansetina 9 pnt.; 14. Spanje 5 pnt. Op de belangrijke roeiwedstrijden van Henley, die van 30 Juni t.m. 3 Juli zullen worden gehouden, zijn van Nederlandse zijde enkele inschrijvingen binnengeko men. Het zijn; De vier zonder stuurman van Laga met A. D. Maier, J. Op den Velde, R. A. Sesink Clee en F. de Voogt (slag). Deze ploeg roeide in een iets ge wijzigde vorm op de Varsity een prach tige race tegen Njord en zag op Hollan- dia tot tweemaal toe kans Nereus zowel op 2 kilometer als op de sprint van 1 ki lometer royaal te slaan. Verder de twee zonder stuurman van Het Spaarne met S. L. Blom en R. Gitz, die hun internationale ervaring al heb ben opgedaan op de wedstrijden in Ko penhagen van verleden jaar en die nu op HoUandia Triton sloeg. De heren dr. H. v. d. Meer en C. H. F. Willbrenninck van de combinatie Het SpaarneWillem III hebben hun sporen in de dubbelscull reeds verdiend. Zij wonnen op Hemelvaatsdag in Terdonck (België) en hopen nu hun kansen goed te benutten op Henley. Maandagavond heeft de protest-com missie van de K.N.V.B. de twee pro testen behandeld - elke de voetbalver eniging Hilversum had ingediend we gens het toekennen van twee straf schoppen aan de tegenpartij in de be slissende wedstrijd voor het kampioen schap derde klasse C, West I, tussen Hil versum en O.V.V.O., gespeeld Zondag 23 Mei j.l. in het Ajaxstadion te Am sterdam. Het protest betreffende de eerste strafschop werd door de com missie afgewezen, maar het tweede, te gen de strafschop waaruit O.V.V O. tijdens de verlenging het winnende doelpunt scoorde, werd toegewezen, zulks naar aanleiding van de door de scheidsrechter en grensrechters af gelegde verklaringen. De eindstand van de wedstrijd is daardoor gewijzigd in een gelijk spel: 1-1, zodat een nieuwe beslissingswedstrijd zal moeten worden gespeeld. Na de jongste zege van Zatopek O' de 5000 meter neeft hü thans tien wereld- tevens Europes records op rijn naam staan wel5000 m met 13.57.2., 10.000 m. 29.02.6. (e n 29.01.6 van November 1953, dat echter nog niet erkend ls. 15.00 0 m 44.54.6. 20.00 m 59.51.8, 25000 m 1.19.11.8 30.000 1.35.23.8, 1 uur 20.052 km, 6 mijl 28.8 4, 10 mijl 48.12 .-. 15 mijl 1.16.26.4. Bovendien is Zatopek in het bezit van drie Olympische records: 5000 m met 14.06.6, 10.000 m. met 29.17.- en marathon 2.2S.0S.2 alle te Helsin ki gemaakt. Zondag 6 Juni zuilen de Amerikanen Trabert en Seixas enkele partijen in Noordwijk spelen. Aan deze partijen zal ook de Amerikaan Larsen deelnemen, die Zaterdag 5 Juni en Maandag 7 Juni Dij de Amerikaanse I.C. tegen de Nederlandse I.C. speelt. De vierde plaats voor het dub belspel zal waarschijnlijk aangevuld worden met een nog aan te wijzen Nederlandse speler. Terwijl hij bezig was het T.T.-circuit op het eiland Man te verkennen is de Australische rijder Laurence Boulter tegen een stilstaande wagen opgebotst en op slag gedood. Boulter reed hoog stens vijftig kilometer per uur toen hij zich even omkeerde om een teken te geven aan zijn landgenoot Ken Ka- vanagh die hem op korte afstand volg de. De botsing was er het gevolg van.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 7