Bisschoppelijk Mandement 1954
tweede deel*)
Aanval van Coppi ook in de
tiende etappe uitgebleven
Giudici wint zware rit
Ronde van Italië
Ernstige val
van Roks
Drie Nederlandse
inschrijvingen
voor Henley
publiekrechte
lijke BEDRIJFS
ORGANISATIE
Sportflitsen
Uitslag tiende etappe
DINSDAG 1 JUNI 1954
PAGINA 7
VERHOUDING
STANDS- EN
VAKORGANISATIES
ÏM'
BELANG VAN DE
VAKORGANISATIE
IN DE P.B.O.
DE GEEST DIE
LEVEND MAAKT
SAMENWERKING
DER STANDEN
KATHOLIEK SOCIAAL
PROGRAM
POLITIEKE EENHEID
ANDERE TERREINEN
VERTROUWEN IN
DE LEIDING
CWordt vervolgd)
HilversumO.V.V.O.
wordt overgespeeld
Protest toegewezen
Zatopek: tien wereld- en
drie Olympische records
Seixas en Trabert naar
Noord wijk
Boulter op Man verongelukt
De katholiek in het openbare leven van deze tijd
J?- Het zal bekend zijn, dat er momen-
trpfr0en diepgaand onderzoek gaande is be-
bra unde de vraag, ot er wijziging ge-
otiri imoet worden in de structuur of de
nge verhouding van onze sociale or-
tat ties- W'i zullen de definitieve resul-
(j.van het onderzoek met bijzondere aan
leid- °Phemen en ze Ons voor verdere
bert ten nutte maken. Het is niet Onze
wSoel!ng op dit onderzoek vooruit te lopen.
willen slechts in dit mandement enkele
gen gedachten naar voren bren-
ij zijn bij de opbouw van de katholieke
ma j beweging steeds uitgegaan van het
Zoi van 26 September 1916. Men
o-ï de verhouding tussen stands- en vak-
s, s®hisaties, zoals ze daar bepaald is,
dwi vcranderd willen zien, als daarvoor
vjl'bgende redenen aanwezig zijn. In die
^houding komt tot uitdrukking het pri-
van het geestelijke, het persoonlijke
typ het sociale in de katholieke sociale be-
flpSthg. Als de gedachten en de taak van
den
standsorganisatie zou overgebracht wor-
ty. - naar de vakorganisatie, dan valt te
t»*n' dat het geestelijke vaker zal moe-
ziéi wijken voor het tijdelijke, dat de be-
ca ,hde en vormende invloed onwillekeurig
bis lijden door een sterkere beklemto-
binf van llet stoffelijke, dat datgene wat
da? geleidelijk aan overheerst wordt door
Jd Wat verdeelt. Een loutere vakcentrale,
0'p de functies der standsorganisaties zou
Sa i emen' ook al zouden daaraan be-
W voordelen verbonden zijn zou
R ddlijk de economische en tijdelijke belan-
lil? kunnen vooropstellen, dat de eigen-
JK® taak der standsorganisaties wezenlijk
rtj lilden. Men kan zich afvragen, of de
'®césane standsorganisaties steeds op haar
viste waarde worden geschat, en of zij
h» a' de toewijding hebben ervaren die
s» ,,r. toekomt krachtens haar eerste doel-
(T'ungde kerstening van het wereldlijk
Ptrein. Wij staan tegenover dergelijke in-
ptiJPende hervormingen dan ook gereser-
'rd Daardoor zou de hiërarchie der waar-
jf.1} verschoven kunnen worden; wellicht zou
"=«8 de goede verstandhouding tussen de
^«dingen gaan lijdon en zou de sociale
•®de op een minder diepe en minder
«Pestelijke grondslag komen te liggen.
Hiermee is niet gezegd, dat Wij geen
zouden hebben voor ontwikkeling en
repassing aan (je nieuwe tijd. Als de vak-
tpSamsatie meer werfkracht heeft en direc-
®r en dieper kan doordringen in het so-
.'aal-economische leven, in verband ook met
®t nieuwe maatschappelijk bestel, dan zou
_aen zoals gedeeltelijk reeds gebeurd is
p. de structuur van de stands- en vakorga-
isatie nauwer aan elkaar kunnen doen
Jiphsluiten. Ook zouden zij plaatselijk en
Pgionaai elkander kunnen betrekken bij
JJ® uitoefening van elkanders taak. De vak-
rganisatie, die immers ook behartiging
®n godsdienstige en zedelijke belangen tot
jj°el heeft, zou nog meer haar kracht kun-
®n inzetten voor of haar medewerking
runnen verlenen bij de kerstening van be-
°®P en bedrijf. Dan blijft de hiërarchie
an de waarden het best bewaard; dan
"UJft het primaat van het geestelijke beter
gehandhaafd; dan somt het vormende en
bindende element beter tot zijn recht, en
"'Oven Wij in een spoor, dat waarlijk be
ta? genoemd kan worden en waarin wij
c°t nu toe zoveel hebben kunnen doen.
j®- Ook menen Wij iets te moeten zeggen
uver de nieuwe opbouw van de maatschap-
Pij welke zich gaat voltrekken, en waarin
katholieken krachtens onze sociale roe-
Pihg zulk een belangrijke taak te vervullen
hebben.
De gedachte van de corporatieve organi
satie van de maatschappij behoort tot hot
°udste erfgoed van de christelijke sociale
?ctie. Men duidt deze gedachte, wat het
bedrijfsleven betreft, in ons land aan met
a® naam publiekrechtelijke bedrijfsorgani
satie". Hierin mogen wij, zo God wil en
jUs allen willen medewerken, de verwezen-
JJking zien van het christelijk sociaal pro-
?£at», zoals dat door Paus Pius XI in
„In encyliek „Quadragesimo anno" is
neergelegd. De publiekrechtelijke bedrijfs-
jySanisatie wil immers een maatschappelij-
5® structuur opbouwen, die zoals de
faui het uitdrukt in overeenstemming
noet worden geacht met de beginselen van
i®n gezonde wijsbegeerte en de verheven
,.®r van het. evaneelie. Zii wil de OD de
kl
van het evangelie. Zij wil de op de
rt assen gebouwde maatschappij vervangen
uooj. een maatschappij der beroepsstanden.
J^aardoor zal zij een einde maken aan de
hhatuuriijke tegenstelling tussen de twee
J/assen van werkgevers en werknemers, die
£®h als gevolg van de strijd op de ar-
?®}3«markt als twee tegengestelde fronten
'ebben gegroepeerd. De Paus zegt hier
over
'-Een volmaakt herstel zal slechts dan
"Ureden, wanneer, met opheffing van boven-
j®hoemde tegenstelling, welgeordende orga-
?®h in het lichaam van de maatschappij
'Uilen worden gevormdbedrijfs- en be-
°epschappen, waarbij de mensen niet in-
«edeeld worden volgens de plaats die zij
„P de arbeidsmarkt innemen, maar volgens
de
v maatschappelijke functies door ieder
-Ufrlcht". (Encycliek „Quadragesimo anno",
hr
83
h,p® nieuwe sociaal-economische orde gaat
fff van het feit, dat allen die werkzaam
jUh in een bepaalde bedrijfstak, in welke
.uhetie zij ook werkzaam zijn, op welke
van de maatschappelijke ladder zij
JUh ook bevinden, een natuurlijke belan-
gdgemeenschap vormen. Zij huldigt het
>,®Sinsel dat allen die behoren tot een
®Paald beroep of bedrijf, hetzij als werk-
guyer hetzij als werknemer, bij elkaar
«horen, omdat zij tenslotte slechts één
j. hebben, waarvoor zij eendrachtig moe-
samenwerkendat onderdeel van de
x^titenschappelljke welvaart, dat aan het
®roep of bedrijf is toevertrouwd.
..••Want," zo zegt de heilige Vader, „even-
w degenen die in elkanders nabijheid
m hen, zo ook worden zij, die eenzelfde
e» 0eP of vak uitoefenen, door de natuur
sn toe geleid een gemeenschap of een
b,?^ lichaam te vormen. Dit is zo na-
(uUrlijk, dat velen gewoon zijn te zeggen,
bpi- leze lichamen die hun eigen rechten
batten, zo al niet tot wezensbestanddelen,
b,toch minstens tot de natuurlijke ele-
bp-htcn van de maatschappij behoren". (A.w.
y 83)
wil deie bedrijfsorganisatie vorm ge-
sa® aan de gedachte van de christelijke
g-Ubthorigheid. Zij wil samenwerking bren-
ve? 'n plaats van klassenstrijd. Zij wil
bigen, niet om tegen anderen te strij-
b!?; maar om met allen eendrachtig sa-
3q u te werken
bij *h deze nieuwe orde, welke voortkomt
k>oi ?.n gericht is op het gemeenschappelijk
fleP'jh van allen, wordt ook het belang
ondernemers gediend, met name door
lb[Bezonde ordening der economie. Een
ka,:'® ordening van het economisch leven
®on„niet hot resultaat zijn van ongebonden
e 'eurrentiestrijd en egoisme, noch van
vaeconomische dictatuur van weinigen of
«bn groepsegoïsme. Daartoe is nodig, dat
rechtsorde geschapen wordt, die haar
Vriend beginsel vindt in de bekommernis
Sb», het gemeenschappelijk welzijn, het
vo0r d welzijn van allen, zoals dit wordt
Volgeschreven door de zedelijke normen
Sop,.?® sociale rechtvaardigheid en van de
V?1® liefde,
v.-,, upral do werknemers zullen in deze nieu-
«bb uuisehappelijke orde kunnen komen tot
ath- rechtspositie, welke hun toestand van
drijjPpelijkheid, waarin zij zich in het be-
güaJr ven nog vaak bevinden, zal doen over-
'n een toestand van gelijkwaardig lid-
fU'ie ^aP van (ie bedrijfsgemeensehap. Zij
a«n a's groep volwaardig kunnen meespre-
Sbn en mede de verantwoordelijkheid dra-
®b v v°°r het welzijn der bedrijfstakken
Ib n het gehele economische leven,
"'vu, ze nieuwe orde zullen zowel de in-
hibgjUen ais de gemeenschappen princi-
ï«chternt 'lun recht komen. Do publlek-
'UWrt bedrijfsorganisatie is immers ge-
'isbp op het grote beginsel der sociale
«h dateerte' waaraan niet te tornen valt
t,'u1en u.hwrikbaar vaststaatwat de indi-
»f®f k, ult d'Sen kracht en op éigen initia-
hiet "Urmen tot stand brengen, mag hun
JheebUhtnonien en in handen van de ge-
JH'hder Besteld worden. Maar het is niet
a vo °njuist en een ernstig nadeel, ja
tyhge ®rst°ring van de natuurlijke orde,
b?" om wat hoor kleine gemeenschappen
gf-hhrg^chikte rang kan verricht en
^®nd gebracht worden, te verwijzen
naar een grote gemeenschap van hogere
orde. Autonome maatschappelijke organen,
die geleid worden door de bedrijfsgenoten
zelf, zullen niet alleen in sociale, maar op
de duur ook in economische aangelegenhe
den bindende regelingen kunnen treffen
maar dan altijd met als leidend beginsel
voor ogenhet dienen van het gemeen
schappelijk welzijn voor allen.
31. Het is gemakkelijk te zien, welk een
gelukkig perspectief voor een rechtvaardi
ge maatschappelijke orde zich hier opent.
Kan het ons dan verwonderen, dat Paus
Pius XII al zo vaak op deze corporatieve
ordening heeft gewezen als uitgangspunt
voor het aanbrengen van maatschappelijke
hervormingen? Met klem stelt hij dit chris
telijk ideaal tegenover een structuurhervor
ming, zoals die in sommige landen werd
ingegeven door het socialistisch streven naar
socialisatie van de economie of door het
streven van socialistische vakbondsleiders om
aan de vakbonden een beslissingsrecht hun
nerzijds toe te kennen, ook in de economi
sche aangelegenheden van de afzonderlijke
ondernemingen. Wij kunnen niet nalaten
hier een van zijn uitlatingen weer te ge
ven, waarin tevens de volmaakte harmonie
tussen de leer der opeenvolgende Pausen
naar voren komt. In zijn toespraak tot
de Internationale van Katholieke Werkge
versorganisaties op 7 Mei 1949 sprak Zijne
Heiligheid aldus;
„Voor deze gemeenschappelijke belangen
en verantwoordelijkheden bij het werk van
de nationale economie suggereerde Onze
onvergetelijke voorganger Pius XI in zijn
encycliek „Quadragesimo anno" de concrete
en geschikte formule, toen hij de „beroeps
standen" aanbeval in de verschillende tak
ken van de productie. Niets kwam hem in
derdaad geëigender voor om het economisch
liberalisme te overwinnen dan de vestiging
voor de sociale economie van een publiek
rechtelijk instituut, dat steunt op de ge
zamenlijke verantwoordelijkheid van allen,
die deelnemen aan de productie. Dit punt
van de encycliek deed een ware storm op
steken. De ene groep zag het als een
concessie aan sommige politieke stromin
gen, anderen daarentegen zagen er een te
rugkeer in tot de middeleeuwen. Het zou
echter veel verstandiger geweest zijn, de
oude onredelijke vooroordelen opzij te zet
ten en met goed vertrouwen en van harte
te werken aan de realisatie van zijn veel
vuldige toepassingen. Maar thans zou men
kunnen menen, dat dit deel van de encycliek
een nieuw voorbeeld is van de kansen, die
men heeft laten voorbijgaan, kansen, die
men gemist heeft, omdat men de ideeën
niet op het juiste ogenblik heeft overgeno
men" (Kath Archief 4 (1949) 285).
In Nederland is wel de juiste weg geko
zen. Geleid door gezonde beginselen van de
natuurlijke zedenleer, voorgelicht door het
hoogste gezag in Gods Kerk, mogen en
moeten wij op deze weg voortgaan zonder
aarzeling. Het grondplan is gereed; het
begin van verwezenlijking is er. Thans ls
het woord aan de werkgevers en werkne
mers om bedoelde organen op te bouwen.
Hun taak is verantwoordelijk, maar mooi.
Er zijn pioniers en voortrekkers nodig, ls
gezegd, en Wij stemmen hiermee van harte
in. Dat moeten onze katholieke sociale or
ganisaties zijn, zowel van ondernemers als
van werknemers. Het moet een rijpe vrucht
worden van oprechte sociale gezindheid en
van waarachtige christelijke solidariteit.
Daarom willen Wij hier nog eens herhalen,
wat Wij u gezegd hebben in Ons herder
lijk schrijven van vijf jaar geleden: „Dit
is dé grote sociale aangelegenheid van de
komende jaren. Naarmate iemand grotere
invloed heeft in het politieke of sociaal-
economische leven, des te groter is zijn
verantwoordelijkheid, om met voorbijzien
van persoonlijke belangen mee te werken
aan dit algemeen belang; het is een verant
woordelijkheid tegenover ons volk, tegen
over de geschiedenis, inderdaad een verant
woordelijkheid tegenover God" (Vastenbrief
van het Nederlands Episcopaat van 1949).
32. Hierboven hebben Wij nog eens met
veel nadruk gewezen op de betekenis van
de standsorgamsaties en aan haar in zekere
zin het „primaat des geestes" toegekend.
Thans na hetgeen Wij nu gezegd heb
ben over de publiekrechtelijke bedrijfsor
ganisatie rijst het belang der katholieke
vakverenigingen voor Ons op. Het is zoals
Kardinaal de Jong vroeger reeds aan de
katholieke werkgevers heeft geschreven
hetgeen uiteraard ook voor de werknemers
geldt „Maar hoe waardevol en door
Óns hooggewaardeerd het werk van de
standsorganisatie is, toch is deze niet vol
doende om de hervorming der maatschappij
tot stand te brengen, welke door Plus XI
r.g. op zo overtuigende wijze is geschetst in
zijn wereldzondbrief „Quadragesimo anno"
(Schrijven van Z. Em. Kardinaal de Jong
aan de A.K.W.V. over de katholieke werk
gevers-vakverenigingen van 1949).
„De standsorganisatie", zo ging de Kar
dinaal verder, „heeft tot taak om de richt
lijnen voor het handelen in haar grondsla
gen te leren kennen en haar naleving te be
vorderen; zij kan deze verheven roeping
echter niet vervuilen zonder de hulp van
principiële vakverenigingen. De redding uit
de noden waarin de wereld thans verkeert,
vraagtdat zij (de werkgevers) het eco
nomisch maatschappelijk levendeelach
tig maken aan de zegenende invloed van
de Kerk, en de door haar behoede natuur
rechtelijke normen. Dat kan bevorderd wor
den door actief deel te nemen aan het leven
van de katholieke vakorganisaties, omdat
het juist bij de behartiging van de concrete
belangen gaat om de toepassing van onze
beginselen, de beleving van de echt-chris-
tel ijke geest.'1
Gold dit al in het stadium, waarin de
organisaties volgens het woord van Plus XI
„de weg mooter voorbereiden voor die voor
treffelijke organisaties, de bedrijfs- en be
roepsstanden' (Encycliek „Quadragesimo
anno,' nr 87), hoeveel meer is het waar,
nu deze bedrijfsorganisatie verwezenlijkt
gaat worden. De vakorganisaties immers zijn
de pijlers waarop de publiekrechtelijke
organen van de verschillende bedrijfstak
ken in ons land worden gebouwd. Zij zul
len haar strijdkarakter tot op zekere hoogte
kunnen afleggen, maar in plaats daarvan
worden zij dan constructieve elementen bij
de sociale opbouw. Mochten Wij vroeger al
niet nalaten steeds weer te pleiten voor
de op- en uitbouw van eigen katholieke
vakorganisaties, thans komt daar de drin
gende reden bij, dat de kracht en de oriën
tatie van de vakorganisatie de invloed van
de katholieke sociale beweging in het nieu
we bestei zowel quantitatlef als qualltatief
zal bepalen.
33. Men late zich nier niet door min of
meer oppervlakkige beschouwingen mislei
den. Er Zijn katholieken, die het voldoen
de achten, wanneer de standsorganisaties
de noodzakelijke vorming geven, terwijl
dan de toepassing op de concrete vraag
stukken veilig aan de katholieke leden in
neutraal verband zou kunnen worden over
gelaten. Anderen menen zelfs, dat het
moeilijk valt in te zien, dat de levensbe
schouwing, die volgens hen wél van invloed
is bij het scheppen van juiste sociale ver
houdingen, ook een rol speelt bij de be
slissing in economische aangelegenheden.
Ook zijn er katholieken, die nog vastzitten
in structuren, die ons tijdens de oorlog
onder de dwang van de omstandigheden
zijn opgedrongen.
Tegenover deze overwegingen moeten
Wij stellen:
Ten eerste, dat de standsorganisaties wel
de algemene vorming kunnen geven, maar
daarmee nog geen garantie kunnen bieden,
dat bij de concrete beslissingen de ware
beginselen worden toegepast, en dat zij
zeker niet door haar leden, als deze als
ongebundelde krachten moeten optreden, de
nodige kracht zullen kunnen uitoefenen.
Ten tweede, dat bij het nemen van eco
nomische beslissingen wel degelijk zedelij
ke normen en beginselen In het geding
komen, en dat, vooral als men denkt aan
het gehele complex van beslissingen welke
op de lange duur genomen worden, zich
gemakkelijk een tendenz zal openbaren,
welke ofwel christelijk, ofwel niet-christe-
lijk, liberaal of socialistisch zal zijn.
Ten dorde, dat ware saamhorigheid en
echte christelijke sociale gezindheid ons er
toe moeten brengen de dingen niet te
persoonlijk of te plaatselijk te bezien, zo
dat een gegroeide en misschien nuttige
samenwerking soms zal moeten wijken voor
de medewerking aan het gemeenschappelijk
ideaal, en zodat bijvoorbeeld mensen uit
het katholieke Zuiden zich meer solidair
moeten voelen met hun geloofsgenoten uit
het Noorden en de stuwkracht moeten vor
men bij de oprichting van nieuwe ver
banden.
Tenslotte, dat al degenen, die buiten ka
tholiek verband staan in de vakbeweging
niet de vormende Invloed ondergaan, die
van een katholieke vakvereniging en van
de centrale organisatie, waarbij deze is
aangesloten, uitgaat. Deze vormende in
vloed is nochtans een onmisbare voorwaar
de voor het aankweken van de juiste men
taliteit. Bovendien wordt, doordat men zich
niet aansluit bij de katholieke organisatie,
deze laatste en de betreffende centrale
organisatie verzwakt, en daarmee wordt
vanzelf ook de invloed van het katholiek
beginsel in de openbare bedrijfslichamen
zwakker.
34. De doorvoering van deze richtlijnen
kan in concrete gevallen wel eens moei
lijkheden met zich meebrengen. Waar een
centrale eenheidsorganisatie langs wegen
van geleidelijkheid is ontstaan, en min of
meer ongemerkt ook katholieke leden door
gebruikmaking van alle daartoe bestaande
mogelijkheden heeft aangetrokken of be
houden, daar kan het voor niet-aangeslote-
nen al moeilijk zijn om hier een eigen
initiatief te nemen, maar voor de aange
slotenen zelf zal het nog moeilijker zijn,
vooral wanneer zij in dat neutrale verband
een leidende of representatieve positie heb
ben verworven. Ook zullen er dikwijls psy^
chologische factoren en gevoelsoverwegin
gen een remmende invloed uitoefenen,
waarbij naast een begrijpelijk en sympa
thiek gevoel van eenmaal gegroeide samen
werking ook een zekere angst voor het
verwijt van „hekjeszetterij" zou kunnen
werken. Zelfs kunnen er objectieve bijzon
dere moeilijkheden gelegen zijn in het aan
tal en de spreiding der betrokkenen of in
de gedifferentieerde economische belangen.
In zulke gevallen, dierbare gelovigen, is
er een echt principiële levenshouding nodig
om zuiver te zien en over feitelijke of
psychologische bezwaren heen te stappen.
Waar er objectieve bezwaren zijn, gelde,
wat reeds vroeger gezegd werd in het bo
vengenoemde schrijven van Kardinaal de
Jong: „In onderling overleg dient er dan
te worden gestreefd naar een doelmatige
oplossing, mits principieel vaststaat, dat de
katholieke vakgenoten hun eigen vakver-
band bezitten.Wij hebben niets te ver
bergen ten aanzien van de doeleinden en
de motleven van ons streven. Wij menen
zelfs, dat een openlijke uiteenzetting de
niet confessioneel georiënteerde onderne
mers een beter Inzicht kan geven in de
gunstige gevolgen van dit streven voor de
bloei van het gemeenschapsleven.
Zo is Onze diepe overtuiging, dierbare
gelovigen. Wij zijn zeer erkentelijk, dat zo
velen zich door deze gedachten laten lei
den. Wij willen hier Onze bijzondere waar
dering' uitspreken voor de ijver en volhar
ding, waarmee zo vele bestuurders, functio
narissen en kernleden werken aan de door
voering van deze gedachten. Wij sporen
allen aan deze lering en leiding in haar
harmonisch geheel te zien, en zich op te
heffen uit eigen en misschien te zeer op
eigen belang gerichte visie naar het ni
veau van het algemeen welzijn en van het
grote katholieke sociale ideaal, dat volgens
Pius XI moet liggen „in de lijn van het
evangelie" (Ene. „Quadragesimo anno", op
schrift: „ad evangelicae legis normam").
35. „Het is de geest, die levend maakt"
(Jo. 6, 63) Wanneer de Pausen spraken
over maatschappelijke hervormingen, heb
ben zij steeds opnieuw en met de grootste
nadruk verkondigd, dat naast en in deze
hervorming der maatschappelijke instellin
gen nodig wasvernieuwing van de
mens, vernieuwing der zeden, vernieuwing
van de christelijke levenshouding, dus in
nerlijke vernieuwing van de mens en van
de menselijke gemeenschap. Hier ligt Juist
de zending van Gods Kerk, ook op soci
aal gebied, hier ligt ook een bijzondere
taak voor de standsorganisatie.
Wij mogen hier zeker niet nalaten een
paar overduidelijke pauselijke uitspraken
aan te halen
„Wie de zaak nauwkeuriger en dieper
beschouwt aldus Paus Pius XI zal
duidelijk inzien, dat aan dit zo vurig ge
wenste herstel der maatschappij moet voor
afgaan een vernieuwing van de christelijke
geest, waarvan zo velen, die zich op eco
nomisch terrein bewegen, alom jammerlijk
zijn afgeweken. Anders zullen alle pogin
gen vergeefs zijn, en zal er een gebouw
opgetrokken worden, niet op vaste steen-
grond, maar op het losse zand" (Ene.
„Quadragesimo anno", nr 127).
En tot hen, die zich geroepen voelen
om de maatschappij mee te hervormen
dus ook tot ons allen en vooral tot de
sociale voormannen richt hij de veel
betekenende woorden
„Iedere ware en duurzame hervorming
ging tenslotte van het heiligdom uit, van
mensen die door liefde tot God en tot de
naaste gedreven werden; uit hun edelmoe
dige bereidvaardigheid om naar iedere
roep van God te luisteren en deze in de
eerste plaats bij zichzelf te verwezenlijken,
zijn zij in nederigheid en met zelfvertrou
wen van uitverkorenen tot lichtbakens en
hervormers van hun tijd geworden" (Ency
cliek „Mit brennender Sorge", nr 32).
36. De angstwekkende problemen van onze
tijd, waartussen het sociale vraagstuk nog
altijd als een basis-probleem staat, dat uit
eindelijk het atheïstisch communisme heeft
doen geboren worden, zijn tenslotte een
zedelijk probleem en de wrange vrucht van
een zedelijk tekort. Daarom moet het her
stel op twee pijlers worden gebouwd: het
moet enerzijds uitgaan van een levend ge
loof en een groeiende liefde tot God, en
anderzijds neerkomen op méér liefde tot
de mensen en vorm krijgen in christelijke
solidariteit.
God en liefde tot God! Het liberalisme
en individualisme zijn geboren uit een ver
zwakt geloof en een verschrompelde of ver
keerd begrepen liefde. Zij zullen tenslotte
slechts overwonnen kunnen worden door een
levend geloof en een werkdadlge liefde tot
God. Het marxistisch en communistisch
streven lijdt aan overschatting van het stof
felijke en het aardse, en ook deze kwaal
moet met Gods genade overwonnen worden
door een nieuw zicht op het goddelijke. Als
de Godsltefde in onze harten groeit, zullen
van zelf vele obstakels worden weggenomen,
die anders het maatschappelijk welzijn toch
altijd blijven belagen. Het egoïsme zal wor
den geremdbij de een zal de winzucht,
bij de ander de gemakzucht bestreden
worden. Er kan geen plaats meer zijn
voor haat en klassenstrijd, en ln de liefde
tot God zullen de mensen elkaar als echte
broeders en zusters beschouwen en behan
delen. Dan, maar ook dan alleen, zal de
christelijke solidariteit kunnen opbloeien en
overwinnen.
Christelijke solidariteit! Daarvan moeten
wij katholieken een voorbeeld zijn in de
wereld, vooral nu wij op de drempel staan
van een nieuwe maatschappij. Klassentegen
stellingen maken plaats voor organische
eenheid. Het blijkt steeds duidelijker, dat
de welvaart van de ene stand een bron van
grotere welstand wordt voor de andere.
Indien alle groeperingen ontvangen wat
haar toekomt volgens het Juiste evenwicht
van de sociale rechtvaardigheid, kan het
maximum van welstand in de maatschappij
worden bereikt. Het is nodig, dat alle
christenen en vooral alle katholieken oog
hebben voor de nieuwe ontwikkeling, en dat
zij leren zien, hoe door een christelijk
sociaal bestel alle groeperingen geleidelijk
aan komen tot een menswaardig bestaan.
Het is ook nodig, dat allen de hun toe
komende plaats gaan innemen, die niet
meer voornamelijk bepaald wordt overeen
komstig het verworven bezit, maar naar de
functie, welke zij bekleden en de arbeid,
die zij verrichten. In deze christelijke soli
dariteit worden sociale rechtvaardigheid en
liefde verwerkelijkt, en gaat de opdracht
van God in vervullingdraagt elkanders
lasten.
37. Er is hier een wisselwerking tussen
Instellingen en zeden. Rechtvaardigheid en
liefde moeten een nieuwe maatschappelijke
orde opbouwen; dan zal de nieuwe orde op
haar beurt ons helpen om in de geest van
Christus samen te leven. Wanneer de indivi
duen hun belang nastreven in het kader
van de groeperingen, waarop zij als van
nature zijn aangewezen, wanneer de maat
schappelijke groeperingen hun streven naar
welvaart bewust gaan plaatsen tegen de
achtergrond van het algemeen belang, dan
kan er in het sociaal-economisch leven iets
komen van de matiging, waarmee de chris
ten aardse goederen moet nastreven. Zo kan
ook tot uitdrukking komen do evangelische
onthechting, die wij nooit moeten vergeten,
en die in het economisch leven beter moge
lijk wordt, als allen bezield zijn door de
zelfde geest. Er is in het sociaal-economische
leven van de laatste eeuwen in menig op
zicht een teruggang geweest van zedelijke
grondgedachten. Hieraan zal onze bescha
ving te gronde gaan, tenzij die teruggang
wordt gestuit. En dat kan, als door de be
oefening van christelijke rechtvaardigheid
cn liefde, van christelijke matiging en ont
hechting. de echte christelijke solidariteit
ontstaat, waarin „de liefde der broeder
schap" tot uiting komt. die wij zoals de
Apostel zegt vóór alles moeten bezitten.
38. Maar, dierbare gelovigen, het mag
niet bij woorden en leuzen blijven. De enke
ling zal zich broederlijk moeten aansluiten
bij zijn stand- en vakgenoten, en alle
maatschappelijke groepen zullen zich als
levende en bij elkaar behorende geledingen
van het éne maatschappelijke organisme
moeten gaan beschouwen. Wederzijds begrip
en wederzijdse waardering zullen moeten
groeien, en betreurenswaardige tegenstellin
gen zullen moeten plaats maken ireor rustig
overleg en broederlijke samenwerking. De
verschillende organisaties moeten meer be
wust gaan zien, welke de bijdrage ls, die
ieder te leveren heeft voor het gemeenschap
pelijk weizijn. Bij maatschappelijke organen
gaat het immers niet alleen om het afwegen
en ordenen van wederzijdse belangen, maar
vooral ook om het dienen van het geheel.
Daarom heeft het Ons ook zo verheugd,
dat zich in de laatste tijd 'n gelukkige ont
wikkeling voordoet in het overleg der ka
tholieke standsorganisaties, en dat daartoe
een Raad van Overleg tussen de stands-
organisaties is tot stand gekomen. Wij zul
len gaarne zien. dat de in de top groeiende
samenwerking wordt doorgezet op dioce-
caan, regionaal en plaatselijk niveau, en dat
de officiële samenwerking meer voelbaar
wordt in wederzijds begrip en solidariteit.
Tenslotte zou het goed zijn, dat er ook in
de verschillende bedrijfstakken meer recht
streeks contact kwam tussen katholieke on
dernemers en werknemers, en dat de spaar
zame „open gesprekken", welke reeds plaats
vonden, tot een meer blijvende gewoonte
werden. Zo wordt de sociale samenwerking
ais tussen christenen en broeders ervaren;
zo wordt het overleg in de officiële organen
vergemakkelijkt, en wordt voorkomen het
geen sommigen vreesdendat de voortgaan
de organisatie de maatschappelijke groepe
ringen eerden zou verdelen dan verenigen.
39. Voor een goede samenwerking en een
juiste doorvoering van onze sociale gedach
ten is het zeker gewenst, dat de katholieken
spoedig komen tot de opstelling van een
breed katholiek sociaal programma. Dat kan
wanneer de christelijke solidariteit alle
groeperingen bezielt, en wanneer het besef
levendig is, dat de rijkdom van ons volk
resulteert uit het werken voor elkander.
Een eerlijk zoeken om ieder het zijne te
geven zal dan zeker, ondanks moeilijkhe
den. de schone vrucht van een gemeen
schappelijk sociaal programma voortbren
gen. Vanuit de diepte van een doorleefd
christendom, voorgelicht en geleid door kla
re sociale gedachten, die buiten alle discus
sie staan of behoren te staan, moeten onze
sociale leiders, onze sociologen, economen
en politici een sociaal programma kunnen
ontwerpen, dat aangevoeld en begrepen
wordt als een eigentijdse vormgeving van
gerechtigheid voor allen. Uiteraard zal een
dergelijk programma niet eens en voor goed
gefixeerd kunnen worden; het zal iets moe
ten hebben van het veranderlijke en dyna
mische van de sociale rechtvaardigheid,
waarin zich weerspiegelt de verandering en
ontwikkeling van de maatschappij. Als daar
bij waarachtig naar gerechtigheid voor al
len wordt gezocht, en als dat verlangen
naar gerechtigheid op zijn beurt bezield
wordt door de „liefde der broederschap",
door de liefde van een levend en naar
daden dringend christendom, dan zal het
een programma zijn van brede allure; het
zal iets hebben van de christelijke „magni-
ficentia", van de ruimhartigheid en groot
moedigheid, welke niet vraagt wat er strikt
gebeuren móét, maar eerder wat er ge
zamenlijk gebeuren kan. Want als wij het
evangelie werkelijk in de wereld willen
brengen, dan mag ons maatschappelijk pro
gramma niet eng of schriel zijn; dan moe
ten allen voelen, dat het een uiting is van
de „blijde boodschap", die wij van Christus
ontvingen en die wij moeten uitdragen naar
de mensen; een boodschap, die enthousiast
kan maken en die de jeugd, welke de toe
komst draagt, kan bezielen.
Wij, uw Bisschoppen, moeten Ons hier
beperken tot het verkondigen van beginse
len en het stimuleren tot daden. De heilige
Kerk neeft haar eigen zending. Zij stelt
zedelijke beginselen en normen, ook ten
aanzien van het sociaal-economisch hande
len, maar zij moet do technische en concre
te regelingen overlaten aan hen, die daartoe
in het maatschappelijk bestel bevoegd en
geroepen zijn, ZIJ geeft, zoals Plus XI zeide,
„duidelijke richtlijnen, die de zekere weg
aanwijzen, om do gelukkige vooruitgang van
de gemeenschap te verzekeren", maar haar
leden moeten deze toepassen „volgens de
omstandigheden van plaats en tijd en
volk" (Encycliek „Divini Redemptoris",
nr 34). Dit ls dus de bijzondere taak van
de leken en speciaal Van de katholieke socia
le organisaties. In onderling beraad en met
een evenwichtige toepassing van de begin
selen moeten zij concrete gestalte geven aan
de sociale leer der Kerk. Het mag niet blij
ven bij theoretische uiteenzettingen over
de leer der encyclieken; die leer moet vrucht
baar gemaakt worden voor de practijk van
het maatschappelijk leven. Katholiek cn
nict-katholiek moeten weten, hoe wij de
maatschappij willen opbouwen, en hoe wij
allen in gerechtigheid en liefde willen die
nen.
40. Nu Wij u dit alles zo openhartig hebben
voorgehouden, dierbare gelovigen, menen
Wij ook niet te mogen zwijgen over een
middel dat zeker niet gemist kan worden,
als wij onze maatschappelijke idealen willen
verwezenlijken, en dat ls de samenwerking
op politiek terrein. Wij beseffen heel goed,
dat Wij hiermee een delicaat onderwerp
aan de orde stellen.
Wij houden voor ogen, dat bijzonder
bij het vormen van een practlsch politiek
oordeel „rechtmatig verschil van inzicht"
mogelijk is, ook onder katholieken. Maar
van de andere kant hangen wereldbeschou
wing, levenshouding en politiek toch ook
innig samen. In ons land is dit algemeen
erkend, al wordt ten onrechte niet altijd
daaruit de conclusie getrokken, dat de
wereldbeschouwing, die aan de leden der
partij gemeenschappelijk is, ook voor het
te voeren beleid in belangrijke mate mede
bepalend moet zijn. Waar in Nederland de
levensbeschouwing zo sterk meespreekt in
het politieke streven een gunstig ver
schijnsel, dat echter tot bijzondere waak
zaamheid maant, gezien de geestelijke
verdeeldheid van ons volk zouden er
voor het behoud van de hoogste goederen
en voor de doorvoering van onze idealen
groto gevaren dreigen, als wij op politiek
terrein zwak en verdeeld zouden staan.
Daarenboven mogen wij ons niet tevreden
stellen met het weren van gevaren; wij
moeten ook „volgens de omstandigheden
van plaats en tijd en volk" positief mee
werken aan de opbouw van een rechts
orde en van een maatschappij, waarin
het christelijk ideaal mogelijk en veilig is.
Wij moeten rekening houden met de ver
worvenheden, waarin wij ons verheugen
en die wij niet op het spel mogen zetten.
Daarom zijn Wij overtuigd, dat ook hier
slechts eenheid de nodige kracht en garantie
geven kan.
Wij zijn dan ook in de laatste tijd
dikwijls bezorgd geweest, als Wij moesten
ervaren, dat men blijkbaar nogal licht
en gemakkelijk disputeerde over onze
politieke eenheid. Het heeft Ons zelf diep
verontrust, dat men Onze stem op zo
waardige wijze cn op zo indrukwekkend
moment geuit hier en daar niet goed
heeft verstaan. Sommigen zijn zo ver gegaan,
dat zij het verband der eenheid hebben ver
laten. Wie onbevooroordeeld de ontwikke
ling volgt, moet vrezen, dat onze politieke
kracht en invloed zal gaan verbrokkelen,
als men zou blijven doorgaan met op
deze wijze de waarde VRn onze politieke
eenheid te verkleinen. Het Is te vrezen,
dat dit een ernstige terugslag zal hebben
op het sociale en culturele streven der
katholieken.
Bij allo respect, dat Wij hebben voor
de eigen politieke meningsvorming ln be
paalde vraagstukken, wanneer deze
tenminste niet in strijd komt met het be
ginsel of de zedelijke normen en niet te
kort doet aan de christelijke plicht
blijven Wij u dan ook in het belang van
ons katholiek openbaar leven, maar even
zeer in het belang van ons volk, vermanen
gelijk Wij dat bil monde van de Kardi
naal-Aartsbisschop reeds deden op het
moment van de viering van het herstel
der hiërarchie - „Blijft één!" Ook hier,
dierbare gelovigen, dus ook in het poli
tieke leven, is offerbereidheid en oprechte
(Van een speciale verslaggever)
Op de historische Piazza Delia Signoria in Florence waren 86 renners
Maandag tezamen gekomen. Nerveus keken zij naar de laatste toebereidse
len voor de start, want er stonden grote dingen te gebeuren in de zware
tiende etappe, welke dwars door de Apennijnen leidde naar de Adriatische
kust, naar het toeristencentrum Cesenatico. Waar het gerucht vandaan kwam,
niemand wist het precies, maar Fausto Coppi zou ten aanval trekken en dit
gerucht vergrootte de duidelijk voelbare spanning. „Coppi moet aanval
len," zeiden de Italiaanse journalisten, want de helft van de Giro is afge
legd en de door zijn supporters veel gekwelde wereldkampioen stond nog
steeds bijna 40 minuten achter op de leider in het algemeen klassement. Carlo
Clerici.
„Coppi moet aanvallen," zeiden ook
de buitenlandse journalisten, want di
recteur Ambrosini heeft 22 millioen
lires neergeteld (130.000 gulden), om
van de deelneming van Coppi verzekerd
te zijn en de campionissimo heeft nog
steeds geen grote dingen gedaan. Maar
in de schaduw van het spel in deze Giro
staat Hugo Koblet, die slechts het slor
dige sommetje van 10 millioen lires
(60.000 gulden) op zijn rekening kreeg
overgeschreven. Koblet en Coppi zijn
felle rivalen en het grote verschil in
startgeld heeft de strijd tussen beide
renners nog aangewakkerd. De eerste
phase van de strijd was door Koblet ge
wonnen, want zijn ploeggenoot Carlo
Clerici droeg de leiderstrui, gedurende
enkele dagen reeds, hetgeen belangrijke
extra inkomsten opleverde en hij, Ko
blet, zou er wel voor zorgen, dat Coppi
naastenliefde nodig, wil het belang var, i
de enkeling ingevoegd worden in het be
lang van de maatschappelijke groep waar
toe hij behoort en het belang van die
groep ln het grote kader van het algemeen
welzijn Eenheid tussen mensen kost
altijd offers, ook van eigen inzicht, maar
de eenheid is ook offers waard. Het is
nodig, in deze tijd daarvoor bijzondere
offers te brengen.
41. Er zou nog veel gezegd kunnen wor
den over andere, zeer belangrijke ter
reinen van het openbare leven. Wij denken
aan het sociaal-caritatieve leven, dat met
de dag in belangrijkheid toeneemt, en
waar de christelijke liefde vorm krijgt op
moderne wijze; aan de geestelijke en
lichamelijke volksgezondheid, die tegen
woordig bijzondere eisen stelt, maar ook
grote mogelijkheden biedt voor christelijke
activiteit. Wij vermelden het onderwijs en
speciaal de voltooiing van onze universi
teit, de opvoeding, de jeugdbeweging en
de sport, niet alleen om haar eigen
belangrijkheid, maar ook om degenen die
verantwoording daarvoor dragen te her
inneren aan hun taak de jeugd in te
leiden in het openbare en sociale leven,
zoals Wij het boven hebben beschreven.
Wij noemen de lectuur, de film, de radio
en de televisie; al deze middelen tot
spreiding van christelijke cultuur zijn even
belangrijk en Ons even dierbaar, als toen
Wij de oprichting van instituten ter be
vordering van deze cultuuruitingen goed
keurden. Wij herinneren tenslotte aan de
katholieke pers, zowel om u aan te sporen
deze en deze alleen te steunen, als ook
om de pers te wijzen op haar taak, op
principiële wijze haar belangrijke christe
lijke zending in ons land te vervullen.
Moge zij de grondgedachten van dit man
dement tot basis nemen van haar voor
lichting, van haar beschouwing en bespre
king van de wisselende feiten; moge zij
vooral ijveren voor de eenheid, die Wij
zo nodig achten voor het katholieke leven
van Nederland.
42. Dierbare gelovigen, u hebt door heel
dit schrijven een zekere bezorgdheid om
de eenheid kunnen beluisteren. Wanneer Wij
openhartig spreken, dan moeten Wij beken
nen, dat Wij in de laatste tijd hebben ge
vreesd, dat de katholieke eenheid min of
meer gevaar zou lopen, op politiek gebied
en op de duur op maatschappelijk en
cultureel gebied. Wij veroorloven Ons daar
over een algemene opmerking te maken,
welke licht en verklaring geven kan met
betrekking tot de huidige verschijnselen.
Onzes Inziens doet zich hier ook 'n gezags-
en vertrouwenscrisis gelden. Uiteindelijk
komt deze wel voort uit factoren, die op
zichzelf gelukkig en gunstig kunnen ge
noemd worden. Een zekere mondigheid en
rijpheid ligt er aan ten grondslag. Er is
veel meer ontwikkeling btj ons voik. Men
wil de dingen zélf zien en beoordelen. On
derwijs en pers, lectuur en radio brengen
niet alleen problemen, maar ook kennis
bij. De mens leert meer zelf denken en
wil daardoor meer zich zelf zijn. Ook is
er. mede in verband met die hogere ont
wikkeling, meer persoonlijke belangstelling
voor en medeleven met het openbare leven,
niet het minst met het openbare kerkelijke
leven. Nu de katholiek zich steeds meer
bewust gaat worden, dat htj niet alleen
passief lid is van Gods Kerk maar ook
actief door een „actuosa particlpatio
een volle en actieve deelname, deel heeft
aan een levende werkgemeenschap in het
Mystieke Lichaam van Christus, is vanzelf
zijn belangstelling anders en groter gewor
den. Maar daardoor, en wellicht ook door
minder gunstige factoren, is tevens een
geest van critiek ontstaan. Men overschat
eigen mening en eigen inzicht. Men loopt
vooruit op het oordeel van het door God
gestelde gezag in sommige belangrijke
zaken. Men blijkt minder vertrouwen te
stellen in de leiders, niet alleen in het
maatschappelijke en staatkundige, maar
ook in het geestelijke. En bij dit alles
wordt niet altijd rekening gehouden met
de eisen van eerbied en naastenliefde, en
worden goede bedoelingen van eigen lei
ders soms miskend. Als Wij Ons niet vei>
gissen, wordt deze vrije, al te critische
houding tevens bevorderd door de vrijmoe
digheid waarmee en de wijze waarop katho
lieke bladen en tijdschriften soms tere en
moeilijke kwesties ter sprake brengen en
behandelen, daarbij een bepaalde tendenz
vertonend, het oude en van katholieke zijde
gegroeide als minder goed, en het nieuwe
en van vreemde zijde komende als voor
treffelijk te waarderen.
Hiermee is niet gezegd, dierbare gelo
vigen. dat de katholieken, vooral zij, die
ons volk leiden en voorlichten, niet fris
tegenover nieuwe problemen zouden mogen
staan en niet als persoonlijkheden met
eigen overtuiging naar voren zouden mogen
komen. Integendeel, het is te hopen, dat
eigen initiatief en eigen verantwoordelijk
heid niet gaan lijden onder de stille ge
dachte, dat „de organisatie het wel op
knapt'*. Ook daarvoor bestaat een zeker
gevaar. Persoonlijkheidsvorming blijft altijd
hoge eis en de organisaties zullen goed
doen zelf ook in dia richting te werken,
Ja zelfs daarin een van haar voornaamste
taken te zien. Wij hebben Juist mensen
nodig met inzicht en overtuiging, met ka
rakter en zelfstandig idealisme. Steeds
echter moet men het volk voorlichten met
wijsheid en voorzichtigheid.
Eerste deel toerd gepubliceerd in
•ns blad van Maandag j.U
geen kans kreeg. Voorlopig althans niet,
om ook maar een enkele minuut van
zijn achterstand in te halen. Zo was de
situatie op het prachtige plein van Flo
rence en met een koel glimlachje op
zijn gezicht besteeg de lange Hugo zijn
fiets, gereed voor het gevecht, dat reeds
enkele kilometers buiten Florence zou
kunnen beginnen.
De 15 kilometer lange klim naar de
Passo Delia Consuma, 1058 meter hoog,
op dertig kilometer van Florence ge
legen, zag geen Coppi, geen Magni.
geen Clerici, geen Koblet in de voor
ste gelederen, maar wel de Pyreneeën-
specialist Jesus Lorono, die, gehandi
capt door een kille bergregen. van zijn
spieren, die warmte nodig hebben, veel
vergde. Met 2 min. 3 sec. voorsprong
op De Santi, een der mannen van Bot-
tecchia, de ploeg, welke hoge aspira
ties in deze etappe bleek te hebben, en
5 min. 20 sec. op het peloton, aange
voerd door Defilippis. Aan de andere
kant van de berg scheen eventjes de
zon, maar bij de afdaling viel het wa
ter plotseling weer met bakken uit de
grijze wolkenmassa.
Roks ten val
De scherpe afdalingen, het gladde
wegdek, de stenen muurtjes bU de tal
rijke bruggen stelden de hoogste eisen
aan de stuurkunst der renners en alleen
de roekelozen gingen in een pijlsnelle
vaart naar het dal. Ergens achteraan ln
het honderden meters lange lint maakte
Thys Roks plotseling een buiteling. Een
scherp keitje was in zijn voorband ge
sprongen, alle lucht ontsnapte met een
klap. Door de grote snelheid,
waarmee de Brabander reed, maakte
hij een lelijke val. Een voorlopig medisch
onderzoek wees uit, dat hij een dijbeen-
spier had gescheurd, een weefselbles
sure aan de schouder had opgelopen en
schaafwonden aan armen en benen.
De andere vier Nederlandse renners
vernamen pas bij de aankomst van het
harde lot. dat hun vijfde ploeggenoot
had getroffen. Want de strijd was met
verbetenheid voortgezet en slechts wei
nigen hadden van de val van Thys Roks
iets bemerkt. Lorono had bij de beklim
ming van de 30 km. verder gelegen
Passo di Mandrioli, met een hoogte van
1150 meter, zijn voorsprong nog kunnen
vergroten; bij de vliegende controle te
Badia Prataglia op 69 km. van Florence,
had hij vijf sec. winst op De Santi, die
op 3 min. 15 sec. werd gevolgd door
Volpi. De gems uit het warme Zuiden
vergrootte zijn winst nog aanzienlijk en
toen wij op de pashoogte de chrono
meter indrukten, bleek, dat Lorono 6
min. 57 sec. voorsprong had verkregen
op De Santi, 7 min. 27 sec. op Volpi en
8 min. 40 sec- op het peloton.
Nieuw moeilijkheden
Twintig kilometers worstelden de
renners dan over' een nauwelijks be
gaanbare weg. Lorono. die in de koele
temperatuur veel van zijn krachten had
gevergd, was teruggevallen. Fornara
kwam als eerste boven, op 15 sec. ge
volgd door Volpi en op 1 min. 5 sec.
door een groep, aangevoerd door Coppi,
Koblet, Bartali en Clerici. In de af
daling won Farnara, de kopman van
Bottecca, nog meer terrein, maar een
groep, waarin alle azen en ook Voorting
en Wagtmans zaten, deed zich in een
grimmig gevecht van 15 man tegen één
gelden met het vaste voornemen, dat
de winst van Fornara ln ieder geval tot
een minimum moest worden terugge
bracht. Maar in de verte lag dreigend
de rots van het republiekje San Marino.
Niet over de brede asfaltweg zouden de
rijders het miniatuurstaatje bereiken,
maar via een smal tussenweggetje, met
bochten, waarin het losse grint weder
om een verraderlijke aanslag op de
banden pleegde.
Het was op dit weggedeelte, dat Ger-
rit Voorting een lekke band kreeg, maar
slechts enkele seconden duurde het op
onthoud, want Pellenaars met zijn wa
gen had hem op de voet gevolgd For
nara passeerde de vliegende controle
bij San Marino men kwam niet door
het stadje zelf heen met 3 min. 40
sec. voorsprong op een groep van 15
man. Toen volgde de afdaling, tien kilo
meter naar Rimini aan de Adriatische
Zee en toen nog 20 km. langs de kust
weg naar de finish. Fornara werd op
zijn rush ingehaald door Barozzi en
Giudici, die de sprint van het drietal
won, en achter hen joeg de van 15 tot 28
man uitgebreide groep op zo'n onbarm
hartige wijze achter Fornara en z'n 2
metgezellen aan, dat het verschil bij
aankomst te Cesenatico slechts 12 sec.
bedroeg. De zware etappe over 211 km.
had geen winst voor Coppi gebracht.
Omringd door al zijn rivalen kwam h;"|
door de finish en mismoedig stapte h
ven zijn fiets.
Behalve Thys Roks behoorden ook de
Belg Ward Peeters en de Duitser Pfan-
nemüller tot de uitvallers, zodat na tien
etappes nog 83 renners in de giro zijn
overgebleven.
Het percentage uitvallers is gestegen
tot bijna 22 procent
De Franse équipe Sigrand-Oelerier
met M. D. heeft op het circuit van
Monthlery de 26ste Bol d'Or voor auto
mobielen gewonnen. De Fransen legden
2554.417 km- af met een gemiddelde
snelheid van 106.434 km per uur, waar
mede zij beslag legden op de eerste
plaats in het algemeen eindklassement.
De Amerikaan Bill Vukovich heeft
voor de tweede opeenvolgende maal
de 500 mijl wedstrijd van Indianapolis
gewonnen. Hii reed met een gemiddel-
delde snelheici van 210.568 km/u, een
nieuw wedstrijdrecord. Het oude stond
met 207.6 km/u op naam van Troy
Ruttman.
Het basketbal tournool om de Coupe Mai-
rano, dat te Milaan Is gehouden, ls gewon
nen door Rusland met in totaal tien punten.
De tiende etappe van de Ronde
van Italië, van Florence naar Cese
natico, over een afstand van 211 km..
is gewonnen door de Italiaan Giudici
in 6 uur 15 min. en 25 sec. Het klas
sement luidt verder:
2. Barozzi (It.) z.t.; 3. Fornara
(It.) z.t.; 4. Monti (It.) 6.15.S7; 5. Zam-
pini (It.) z.t.; 6. Schaer (Zwits.) z.t.;
7. Couvreur (Belg.) z.t.; 8. Martini
(It.) z.t.; 9. Barducci (It.) z.t.; 10.
Conterno (It.) z.t.; 11. Filippi (It.)
z.t.; 12. Magni (It.) z.t.; 13. Defilippis
(It.) z.t.; 14. Coletto (It.) z.t.; 15. Bar
tali (It.) z.t.; 16. Nencini (It.) z.t.; 17.
Astrua (It.) z.t.; 18. Gianesschi (It.)
z.t.; 19. Medri (It.) z.t.; 20. Impanis
(België) z.t.; 21. Koblet (Zwitserl.)
z.t.; 22. Assirelli (It.) z.t.; 23. Minardi
(It.) z.t.; 25. Coppi (It.) z.t.; 28. Cle
rici (Zwits.) z.t.; 30. Gerrit Voorting
(Ned.) z.t.; 31. Wagtmans (Ned.) z.t.;
32. Gismondi (It.) 6.17.45; 33. Van Est
(Ned.) z.t.; 45. Van Breenen (Ned.)
6.24.36.
Opgegeven hebben Thijs Roks
(Ned.) na een val, Peeters (Belg.) en
Pfannemüller (Did.).
Algemeen klassement
1. Clerici (Zwits.) 62.31.26; 2. Gerrit
Voorting (Ned.) 62.43.13; 3. Assirelli
(It.) 62.45.09; 4. Minardi (It.) 63.01.07;
5. Schaer (Zwits.) 63.02.08; 6. Con
terno (It.) 63.02.39; 7. Magni iIt.)
63.02.45; 8. Koblet (Zwits.) 63.02.50;
9. Defilippis (It.) 63.03.25: 10. For
nara (It.) 63.04.56; 11. Astrua (It.)
63.04.59; 12. Nencini (It.) 63.06.15;
13. Pellegrini (It.) 63.07.22; 14. Coppi
(It.) 63.07.42; 21. Wagtmans (Ned.)
63.12.41: 22. Bartali (It.) 63.14.16; 38.
Van Est (Ned.) 63.23.56 69. Van Bree
nen (Ned.) 63.51.14.
Ploegenklassement
1. België 79 pnt.; 2. Legnano 40
pnt.; 3. Botteccnia 34 pnt. 4. Tor
pedo 29 pnt.; 5. Arbos 26 pnt.; 6.
Zwitserland 24 pnt.; 7/8. Nivea-Fuchs
en Nederland beiden 23 pnt.; 9/10.
Frejus en Atala beiden 14 pnt.; 11/12.
Bianchi en Bartali 11 pnt.; 13. Doni-
selli-Lansetina 9 pnt.; 14. Spanje 5
pnt.
Op de belangrijke roeiwedstrijden van
Henley, die van 30 Juni t.m. 3 Juli zullen
worden gehouden, zijn van Nederlandse
zijde enkele inschrijvingen binnengeko
men. Het zijn; De vier zonder stuurman
van Laga met A. D. Maier, J. Op den
Velde, R. A. Sesink Clee en F. de Voogt
(slag). Deze ploeg roeide in een iets ge
wijzigde vorm op de Varsity een prach
tige race tegen Njord en zag op Hollan-
dia tot tweemaal toe kans Nereus zowel
op 2 kilometer als op de sprint van 1 ki
lometer royaal te slaan.
Verder de twee zonder stuurman van
Het Spaarne met S. L. Blom en R. Gitz,
die hun internationale ervaring al heb
ben opgedaan op de wedstrijden in Ko
penhagen van verleden jaar en die nu
op HoUandia Triton sloeg.
De heren dr. H. v. d. Meer en C. H. F.
Willbrenninck van de combinatie Het
SpaarneWillem III hebben hun sporen
in de dubbelscull reeds verdiend. Zij
wonnen op Hemelvaatsdag in Terdonck
(België) en hopen nu hun kansen goed
te benutten op Henley.
Maandagavond heeft de protest-com
missie van de K.N.V.B. de twee pro
testen behandeld - elke de voetbalver
eniging Hilversum had ingediend we
gens het toekennen van twee straf
schoppen aan de tegenpartij in de be
slissende wedstrijd voor het kampioen
schap derde klasse C, West I, tussen Hil
versum en O.V.V.O., gespeeld Zondag
23 Mei j.l. in het Ajaxstadion te Am
sterdam. Het protest betreffende de
eerste strafschop werd door de com
missie afgewezen, maar het tweede, te
gen de strafschop waaruit O.V.V O.
tijdens de verlenging het winnende
doelpunt scoorde, werd toegewezen,
zulks naar aanleiding van de door de
scheidsrechter en grensrechters af
gelegde verklaringen. De eindstand
van de wedstrijd is daardoor gewijzigd
in een gelijk spel: 1-1, zodat een nieuwe
beslissingswedstrijd zal moeten worden
gespeeld.
Na de jongste zege van Zatopek O' de
5000 meter neeft hü thans tien wereld-
tevens Europes records op rijn naam
staan wel5000 m met 13.57.2., 10.000 m.
29.02.6. (e n 29.01.6 van November 1953, dat
echter nog niet erkend ls. 15.00 0 m 44.54.6.
20.00 m 59.51.8, 25000 m 1.19.11.8 30.000
1.35.23.8, 1 uur 20.052 km, 6 mijl 28.8 4, 10
mijl 48.12 .-. 15 mijl 1.16.26.4. Bovendien is
Zatopek in het bezit van drie Olympische
records: 5000 m met 14.06.6, 10.000 m. met
29.17.- en marathon 2.2S.0S.2 alle te Helsin
ki gemaakt.
Zondag 6 Juni zuilen de Amerikanen
Trabert en Seixas enkele partijen in
Noordwijk spelen. Aan deze partijen zal
ook de Amerikaan Larsen deelnemen, die
Zaterdag 5 Juni en Maandag 7 Juni Dij
de Amerikaanse I.C. tegen de Nederlandse
I.C. speelt. De vierde plaats voor het dub
belspel zal waarschijnlijk aangevuld worden
met een nog aan te wijzen Nederlandse
speler.
Terwijl hij bezig was het T.T.-circuit
op het eiland Man te verkennen is de
Australische rijder Laurence Boulter
tegen een stilstaande wagen opgebotst
en op slag gedood. Boulter reed hoog
stens vijftig kilometer per uur toen
hij zich even omkeerde om een teken
te geven aan zijn landgenoot Ken Ka-
vanagh die hem op korte afstand volg
de. De botsing was er het gevolg van.