Omgang der Pinksterbloemen
door stadsregering verboden
KINDERTEKENINGEN IN DE
HAARLEMSE VISHAL
Smaadschrift jegens
oud-rechter
Cor Mul: die bloemstukken
aan het strand
plukt
Sportuitwisseling Velsen-
Edmonton
DE WEEK IN STAD EN STREEK
@6)
öe brandnetels voor de luilak
g1'
CITROEN
Geen artistieke bedoeling maar
natuurlijke uiting
CENTRALE VERWARMING
<;roen
Beverwijker beoefent enige
in den lande) unieke kunst
11
De Meiviering
Koninklijk gezin
maakt zeereis
Hoogste functies in
Indo-China voor Ely
Verdwaalde 17de eeuwer
Internationaal
bekend
DE HAARLEMSE PINKSTERBRUID
Op uitnodiging van
Griekse Koning
HERINGA WUTHRICH
Vier maanden geëist
Ml
vjhol^k
ZATERDAG 5 JUNI 1954
PAGINA 3
VEILIGHEID OP DE
HOOGOVENS
„Nobels-beker"
OilKAOE PARKLAAN
Dupont minister voor
geassocieerde staten
BLOEMENDAAL TEL. 2C143
r
/-
Loonkwestie N.S.
regeringszaak
Nieuwe leden Prov. Staten
in Noord-Holland
Wielrijdster gegrepen
Ondanks de omwenteling, die de zeventiende eeuw bracht, bleef het volk
vele oude gebruiken en gewoonten uit de Middeleeuwen voortzetten.
We schreven daarover eerder, toen we het zeventiende eeuwse kermis
geld beschreven. Banbliksems van hervormers noch van regeringswege
*°nden de oorspronkelijk katholieke gebruiken uitroeien, al moest tegen in
loop der tijden ontstane misbruiken worden opgetreden. Haarlem maakte
parop geen uitzondering. Met kracht evenwel slaagde de stadsregering er
i, om een van deze gebruiken, door een streng verbod, in 1635 uit te roeien:
ej- feest van de Pinksterbruid.
Aan de vooravond van het Pinksterfeest moet het interessant zijn iets te
prnemen omtrent de zeventiende eeuwse gebruiken, die aan dit zomerfeest
oorafgingen, gebruiken van echt katholieke inhoud, gebruiken ook, die
misbruiken werden en vandaar de overheid tegen zich kregen.
.De vreugde om het stralende voorjaar
ha °n eigenh)k a' °P de eerste Mei,
iï. overoud en niet inheems gebruik.
schreef reeds in zijn gedichten,
in het begin van Mei huis en hof
r\
®vidius
dat
uct, ucgjii v au mei Jiuio en iivjj.
psierd werden. De eerste Mei was
o°r alle volkeren een dag van bjjzon-
"ere betekenis, was voor de zeventien
de
.eeuwer een feestdag, waarop de
^e'boom geplant werd. waarop gezon-
- geplant 1
yn werd en gedanst in de open lucht,
feest zonder religieuze betekenis.
1 Idet dauwtrappen op Hemelvaartsdag
"a« dit evenmin. Schotel ergert zich er-
jpr, schrijf in „Het oud-Hollandsch
"Ulsgezin der 17e eeuw" (1868), dat
pin „dan in den vroegen morgen eene
?oor sterken drank bedwelmde menig-
e naar buiten zag gaan en den heili-
||n dag zingende en stoeijende begroe-
j °P het Pinksterfeest liet men witte
PUlyen, symbool van de H. Geest, in de
®rken vliegen. Tweede Pinksterdag
as een vreugdedag, waarop de schut-
,:rs op de vergulde duif schoten en de
merkan lustig rondging. De rederijkers
Peelden een symbolisch spel op de Gro-
j® Markt, dat gevolgd werd door een
"Jcht van een dergelijk gehalte, dat
Pet schuddebuikende publiek de les van
^symbolisch spel erbij vergat,
v- jongeren van Haarlem en omge-
'bg hadden in de dagen rond Pinkste-
.®b hun eigen gewoonten. Zoals de kin-
?eren nu nog op St. Maartensavond
t?bgs de huizen trekken, gingen in die
ud de Haarlemse jongelui rond. Ze
b'elden dan de omgang van de Pink-
?-erbloembekranst met groen en bloe-
?en, de Meitak in de hand, met zil
verpapier en gouden lovertjes de kleren
behangen. In hun midden voerden ze
?e Pinksterbruid mee, het mooiste meis
je' op kosten van allen gezamenlijk ge-
moid en met een gevolg van in het wit
pklede meisjes. Huis aan huis zongen
~e hun liedjes. Een van hen zamelde
?e giften van de bewoners in, die
s avonds werden omgezet in lekkernij-
?b en drank in de herberg. Brooddron
ken jongelui maakten dan in de late
bben de straten van de stad onveilig,
jyaarbij bleef het niet. De liedjes, die
«oor de Pinksterbruid en haar gevolg
werden gezongen, waren nogal aan de
«chtzmmge kant en ergerden de goe
gemeente. De Haarlemse stadsregering
™as er nogal gauw bij om in te grijpen.
*b 1635 werd de omgang van de Pink-
terbloemen verboden. In Amsterdam
bs dit al in 1612 gebeurd. Andere ste
den volgden veel later.
De maatregelen waren doeltreffend,
r»nt van ieder kind, jongeman of jon-
®e vrouw, dat betrapt werd op het hou
den van de Pinksterbloem werd een
«oete van een goudgulden gevraagd. In
E°mmige steden en dorpen bleef het ge-
j Set Koninklijk gezin heeft een uitno-
?>ng van de Koning van Griekenland
btvangen om in de laatste week van
pbgustus en de eerste dagen van Sep-
mber met enige andere vorstelijke
2 °nen een zeereis over de Ionische
®e te maken. Deze uitnodigin- is aan-
ard en het ligt in het voornemen, dat
de tJ' de Koningin, Prins Bernhard en
de ,rinsessen Beatrix en Irene zullen
beinemen aan deze reis, waarbij o.a.
teüSePlaatsen van oudheidkundige be
zems zullen worden bezocht.
Bedriijfsdirecteur ir. F. W. E. Spies
drpf hedenmorgen op het Hoogovenbe-
,}j de wisselbeker „goed' huishouden",
vorig jaar door de staalfabriek werd
jj wonnen, uitgereikt aan de centrale.
«ngevallenfrequentie, die over het
dra le bedrÜf 3>3 Per honderd man be-
V®aE', was bij de centrale 1,5. De chef
de centrale, de heer Goudswaard,
epn de beker in ontvangst. Dit jaar is
e a 'Weede wisselbeker uitgereikt, voor
bp," afd. die eveneens een eerste prijs
jariaa,de' Dit was de Mekog, die twee
g ®n geleden eveneens de beker had
wonnen en deze nu weer terug kreeg.
va« S«ravond werden m Hotel ,,'t Hof
Holland", de nederlaagwedstrijden
het de „Nobels-beker" voortgezet 'met
de 7 team van .'Ons Genoegen". Ook
CvP5a?nkanters wisten het niet tot een
wisten
rwinning te brengen.
e uitslagen waren als volgt:
\ratjes
DikWland
luimeester
kiet
ians
80
70
70
55
90
90
60
75
80
70
135
95
80
68
52
55
73
90
60
60
80
48
135
71
31
31
41
41
33
33
39
39
25
25
36
36
10
9
8
5
10
16
8
7
12
10
21
14
2.58
2.19
1.26
1.34
2.21
2.72
1.53
1.53
3.20
1.92
3.75
1.97
fcjadtjes
S^land
punnik ,i i, i.„, v
Vd tand: 1410 voor Hof van Hol-
f&ezer a Bridge
'haw dagen werden te Utrecht de
0ensnvi gespeeld voor het landskampi-
Fbrppd.dP „Paren". Het district „Ken-
°skte ,d" van de Ned. Bridge Bond
In aldaar een zeer fraai resultaat.
?h 2 a hoofdklasse waren de nos. 1
ahdcu n Kvers en Tabbers (tevens
^"40 5arnPi°en) van de Bridgeclub
Sp.e Haarlem en de Hrn Klesser
Atout'>3 213 van de Bridgeclub „Sans
dver te Beverwijk. Beide paren gaan
lp rtoLde landelijke Meesterklasse.
®baaia "arencompetitie voor dames
iah do r," r dames Spruyt en Veen,
ei.erlbridgeclub te Haarlem het
'®rtanmi)loenscbaP Hoofdklasse. In de
?»v®ne»iencompet't'e werd een viertal,
tiaarlcllf van de Oefenbridgeclub te
°£dkla' geplaatst in de landelijke
bruik evenwel gehandhaafd tot in de
achttiende en negentiende eeuw.
Dat na 1635 in Haarlem door de jeugd
geen Pinksterbloem meer gevierd is,
durven we niet beweren, want ongetwij
feld werden in latere jaren de omme
gangen weer oogluikend toegestaan,
vooral wanneer de Pinksterbruid geen
onbekende van de schout en z'n rakkers
Advertentie
Verkoop - Onderhoud - Reparatie
Revisie onder garantie.
Vraagt vrlibliivend prijsopgaaf.
Officieel Citroën-agent v. Haarlem en omstr
J. Slot. Parklaan 26, Tel. 14163, Haarlem.
was. Het refrein van de jongelui zal
dus nog wel menigmaal door de straten
geklonken hebben.
De pinksterbruid
Die gaat vooruit,
Haar voetjes ,die willen niet horen,
En als ze dan niet horen wil,
Dan gaat de bruid verloren.
Wanneer in Haarlem het luilakken
zjjn intrede deed, valt moeilijk te zeg
gen. De Haarlemse jongens zullen dit
gebruik wel vrij spoedig hebben over
genomen van hun Amsterdamse kornui
ten van de zeventiende eeuw, die Vrij
dag voor Pinksteren in de vroege mor
gen buiten de stad brandnetels gingen
plukken. Met de brandnetels in de hand
keerden ze dan naar de stad terug on
der het zingen van hun luilaklied. Za
terdagsmorgens voor het aanbreken van
de dag liepen de jongens weer onder
gezang langs de straat en maakten tie
rend en lawaaiend de gehele bevolking
wakker. De brandnetels waren bestemd
voor die jongen, die 't laatst uit z'n
bed kwam. Een krans van brandnetels
werd om zijn hals gehangen.
De Meiviering, de feestvreugde van
Hemelvaart en Pinksteren, moge dan
anders zijn geworden, veel bleef door
de eeuwen heen bewaard of werd aan
de veranderde omstandigheden aange
past, kreeg diepere zin, zoals de Ka
tholieke Meiviering. De Pinksterbruid
trekt niet meer door Haarlem, het spel
van de jeugd is gebleven en menige le
zer zal in de vroege morgen van deze
Pinkster-Zaterdag uit bed zjjn getrom
meld of gebeld.
Niemand die zich daaraan ergert. Zo
als onze zeventiende eeuwse voorvaders
aan de „lichtzinnige" Pinksterbloem.
JAN B.
Het tekenen is een natuurlijke func
tie van het jonge kind: het
is een aanvulling op zijn be
hoefte om zich te uiten, iets mee
te delen, het is een aanvulling
vooral op zjjn onmacht om onder
woorden te brengen het vele en
voor hem onzegbare dat hem van bui
ten af overspoelt of binnen in hem
opwelt. Het is dus een middel om zich
zelf en de wereld te verwerken.
Voor een kleuter die een potlood in han
den krijgt, is tekenen even vanzelfspre
kend als het slaan tegen de kast of op
de vloer als het een pook heeft bemach
tigd. Een kind dat niet de beschikking
krijgt over potlood, kleurkrijt en papier
of schoolbord, komt een, voor zijn groei
noodzakelijk, uitingsmiddel tekort.
Als een kind een tekening maakt heeft
deze een totaal andere beweegreden
dan wanneer een gevormd mens zulks
doet, en daarom mag men een kinder
tekening ook niet beoordelen naar de
doeleinden en de maatstaven voor een
tekening van volwassenen.
Er is in dit opzicht gelukkig besef
groeiende. Op de bewuste kleuterscho
len in de eerste plaats wordt de kinde
ren geen tekenen meer „geleerd", maar
wordt het kind daartoe in de gelegen
heid gesteld, en dit naast de andere
mogelijkheden van persoonlijkheidsont
plooiing en wereldverkenning die voor
de harmonische groei van het worden
de mensje zo belangrijk zijn. Bijvoor
beeld „muziek" maken, „toneel" spe
len, „dansen", dit alles tussen aanha
lingstekens omdat het wezenlijk iets an
ders is dan de volwassen bezigheden
van dezelfde naam.
Ook bij het lager en middelbaar on
derwijs breken op dit punt vernieuwde
inzichten door, daar echter aangepast
aan de behoefte in de fase van rijping.
Op meerdere plaatsen in ons land en
daarbuiten ontfermen kunstenaars en
opvoeders zich over de jeugd in hun
vrije tijd, en, zoals bekend, werkt sinds
een goed half jaar in onze omgeving
de Zandvoortse schilder Ton de Boer
op dit terrein. Voor allen die met he*
kind te maken hebben, ouders en on
derwijzers, is het wenselijk de tentoon
stelling te bezoeken van het „werk"
van diens jeugdige neefjes en nichtjes.
(Het zijn er 73)
Men zal er verbaasd staan, hoe gre
tig door de kinderen van de kans om met
kleuren te spelen gebruik gemaakt
wordt, en men kan zich indenken welk
een bevrediging het de kinderen gege
ven moet hebben.
We mogen stellen dat de bezigheid
belangrijker is dan het resultaat en
daaruit volgt dat iedere tekening be
langrijk is, de mooie en de lelijke. En
zo gezien is het niet juist, te spreken
van originaliteit, kleurgevoeligheid of
verrukkelijke primitiviteit, omdat wij
deze als afmeten naar normen die niet
des kinds zijn, maar voortkomen uit
ons volwassen weten en kunnen, onze
traditie, smaak en conventie.
Voor de expressie-leider is het dan
ook zaak, de kinderen tot persoonlijke
expressie te brengen en ze niet artis
tiek te bevoorkeuren. Op een bepaalde
manier zijn immers alle kinderen kun
stenaars, evenwel zonder artistieke be
doeling. Is de uitingsmogelijkheid voor
het kind in de eerste plaats op het mo
ment zelve belangrijk, haar nawerking,
blijft doorgaan als de behoefte tot de
activiteit heeft opgehouden en wel in
observatiescherpte, smaakvorming,
schoonheidsgevoel. Een eventueel be
stendige artistieke begaafdheid zal be
tere kansen krijgen, mar als alge
meen doel mag dit nooit gesteld wor
den. Als het kind in zijn ontwikkeling
de individuëel gerichte noodzaak tot
het tekenen te boven is en de belang
stellingssfeer ligt op steeds uitgebrei
der terreinen van het sociale leven,
wordt het tekenen eventueel een vrij te
verkiezen liefhebberij naast vele andere
en hier eert gaan normen gelden die
een verstandelijker, critischer en be
dachtzamer element dienen tf bevatten.
Maar het tentoongestelde kinderschil
derwerk ligt hoofdzakelijk nog in het
andere vlak. De tentoonstelling is ge
opend tot 's avond half elf en zal waar
schijnlijk verlengd worden tot 21 Juni,
hopelijk ten gunste van veel kinderen
die behalve poppen, ballen, autootjes en
mecano's een nieuw vormend speel-
middel zullen krijgen in kleur en be
hangselpapier in plaats van kleur en
prentenboeken.
L.T.
De Franse regering heeft generaal
Paul Ely, stafchef van het Franse leger,
benoemd tot hoogste militaire en bur
gerlijke gezagsdrager in Indo-China. Dit
betekent, dat hij zowel de tegenwoordi
ge opperbevelhebber van de Franse
Unie-strijdkrachten in Indo-China, ge
neraal Henry Navarre, opvolgt als de
tegenwoordige commissaris-generaal,
Maurice Dejean. Men neemt aan, dat
generaal Ely een aantal assistenten zal
krijgen, onder wie generaal Raoul Sa-
lan, de onmiddellijke voorganger van
generaal Navarre. Tevens is er een
nieuwe minister voor de geassocieerde
staten benoemd, namelijk de gaullisti
sche voorziter van de Parijse gemeente
raad, Edouard Frédéric Dupont. Du-
pont heeft van zijn partij toestemming
gekregen zijn functie te aanvaarden.
(Reuter-AFP-UP).
Advertentie
HAARLEM
ELECTRISCHE INSTALLATIES
LUIDSPREKENDE
TELEFOON-INSTALLATIES
Advertentie
Vier uren heeft het Amsterdamse ge
rechtshof Donderdagmiddag besteed aan
de zaak tegen een Haarlemse assuran
tie-bezorger en een Utrechtse oud
bankdirecteur, die in hoger beroep te
recht stonden wegens smaadschrift je
gens de oud-rechter-plaatsvervanger mr.
F. C. Cremer. In November j.l. werden
beiden door de Amsterdamse rechtbank
tot vier maanden voorwaardelijke ge
vangenisstraf plus vijftig gulden boete
veroordeeld.
De assurantiebezorger -was na twaalf
jaar acquisitie voor een grote levens
verzekeringmaatschappij met zijn direc
tie ovei provisiegelden in conflict geko
men. Hierover werden een aantal pro-
cessenverbaal gevoerd, waarbij hy
steeds in het ongelijk werd gesteld.
In de rechtbank, die tweemaal deze
zaak behandelde, had mr. Cremer als
plaatsvervanger zitting. Deze is direc
teur van een kleine levensverzekering
maatschappij, en volgens de verdach
ten bevond hij zich daarbij -niet in een
geheel onafhankelijke positie tegenover
de maatschappij, tegen welke geproce
deerd werd.
De beide verdachten hadden aan de
ze bewering uiting gegeven in een
klachtbrief. „Dit komt neer op een do
delijke beschuldiging tegen een rech
terlijk ambtenaar, die onder zijn ambts
eed staat", zo zei de president van het
Hof.
De verdachten voerden echter aan, dat
zij met hun beschuldiging het algemeen
belang hadden gediend. Dit maakt vol
gens het wetboek van strafrecht een
dergelijke handeling inderdaad straffe
loos. De vraag was dus ten tweedeD
male of aannemelijk was dat de geïn
crimineerde publicatie in het algemeen
belang geweest is.
De procureur-generaal was echter
van een andere opinie; hij eiste daar
om opnieuw vier maanden gevangenis
straf. Dinsdag a.s. zullen verdachten ge
legenheid krijgen hun pleidooien te
houden. Zij hebben zich niet door ver
dedigers laten bijstaan.
Bertus Aafjes beschrijft in „Maria Sibylla Merian" hoe voor deze bijzon
dere vrouw de schoonheid open ging, haar bij dag en nacht vasthield.
„De vlinders, die als vlammen gloeien; het grillig, nooit gezien insect,
het heeft haar hartstocht opgewekt. De schelpen, met hun teder roze; zee
heesters: watervirtuozen." „Is er een grooter avontuur, dan dat te zien in
de natuur?" En Agnes Block, Vondel's nicht en vriendin, penseelde vlinders
en bloemen, schelpen en zeedieren met waterverf in fijne pasteltinten op
perkament, zoals in de zeventiende eeuw vele kunstenaars deden. Tessel-
schade sierde haar huis met kunstbloemen en vlindergroepen tegen de wan
den. De schoonheid van het kleine boeide in deze grote eeuw, de rijk gevulde
kabinetten getuigden er mede van.
Onze eeuw heeft zich op de techniek geworpen: het vliegtuig, de machines,
de atoombom. Alles is groots, snel, haastig. Wie buigt zich nog over het speen
kruid in Maart of zal flanerend langs het strand zich bukken over een schelp?
Toch ligt in dit kleine een wereld van schoonheid, zo boeiend en charmant
als men niet vermoeden zou.
In Beverwijk woont een 26-jarige jongeman, die gefascineerd door de
schoonheid van dit kleine, als een zeventiende eeuwse handwerker, zich er
over gebogen heeft en zich voornam anderen te laten meegenieten. Jaren
lang studeerde en werkte hij en nu treedt hij naar buiten met het resultaat
van artistieke vaardigheid. C. H. Mul, van de Kuikensweg 39, ontwerper van
bloemstukken van schelpen gemaakt, zo kunstig en mooi, dat van alle kanten
de opdrachten binnenkomen.
wist al gauw wanneer bepaalde
schelpen aanspoelden. En hij verzamel
de: de dunne platschaalschelp in ver
schillende kleuren, het nonnetje, de
mosselschelp, strandgapers en noord
hoorns, de zeldzaam voorkomende ge
doomde hartschelp. Naargelang zijn
fantasie hem ingaf componeerde hij
bloemstukken van deze schelpen in de
sfeer van de lente, in de sfeer van de
herfst. Zorgvuldig lijmde hij bloemen,
verbond ze met elkaar aan stengels
van omwonden staaldraad, zocht aan 't
strand de stukken en brokjes verweerd
hout, soms van zonderlinge vormen,
aangevreten door paalwormen, met zee
pokken erop. Hij monteerde zijn bloem
stukken daarop, arrangeerde er opge
zette zee- en strandvogels bij en een
zeldzaam mooi geheel ontstond.
Acht jaren geleden begonnen de hob
by-mensen van schelpen popjes en der
gelijke te maken. De schelpen werden
beschilderd en leverden ontegenzeg
lijk aradige sierstukjes op. Cor Mul zag
ze en keerde zich ervan af. De mooie
schelpen werden misbruikt. Hij nam
zich voor de schoonheid en kleurenrijk
dom van deze oogst van de zee aan
de mensen te laten zien in alle natuur
lijke charme. Daartoe ontwikkelde hij
zichzelf, ging letten op de winden,
Cor Mul legt de laatste hand aan
een van zijn grote stukken, ge
monteerd op een aangespoeld
boom-skelet van grillige vorm,
de zeemeeuw als toevallig er op
neergestreken. Zeer fraai van
kleur zijn de bloemen, langgerekt
door het gebruik van de zwaard
schede.
M
■I
mm*
Zo heeft hij jarenlang zichzelf be
kwaamd en verkreeg hij een vaardig
heid, mede door zijn artistieke aanleg
hij tekent, dicht en boetseert o.a.
die hem ongetwijfeld als enige in den
lande, tot een speciale kunstenaar van
de zeekunst heeft gemaakt.
Particulieren en instellingen, vooral
ook scholen, nemen zijn werkstukjes af.
Ze prijken op schoorstenen en dressoirs,
niet alleen in Nederland maar tevens
in Duitsland en Frankrijk. Zelfs uit
Canada ontvangt hij verzoeken om werk
te sturen. De onderwijzers op de scholen
gebruiken zijn bloemstukken bij het on
derwijs, wanneer de schelpdieren en de
schoonheid van wat de zeekust oplevert
aan de orde komen. Een grote kring
van liefhebbers heeft hij rond zich ver
zameld, mensen die ineens het mooie
zijn gaan zien van deze kleine dingen
in de natuur. Badgasten te Wijk aan
Zee, die jaren achtereen deze familie-
badplaats bekochten, vroegen zich op
het zien van zijn bloemstukken af, waar
deze prachtig gekleurde schelpen van
daan kwamen. Cor Mul wees dan op
het zand van het strand in Wijk aan
Zee. Jarenlang waren ze er ieder sei
zoen overheen gelopen, zonder iets van
deze te grijp liggende schoonheid te ont
dekken.
„En daar gaat het me nu om", zegt
Cor Mul. „Ik wil de mensen wijzen
op de schoonheid van de natuur".
Zijn handwerk is daartoe zeer ge
schikt. Ieder stukje maakt hij apart, tel
kens anders .Van de duizenden bloemen,
die hij componeerde, zijn er niet twee
dezelfde, eenvoudig omdat iedere schelp
anders is dan de andere, en omdat hij
in dit werk, zoals hij zelf zegt, zijn ziel
probeert te leggen.
Door steeds weer te proberen heeft
hij een aparte stijl in zijn werk gelegd.
Het was een moeilijke groei en ontwik
keling. Wanneer je pas begint, vertrouwt
hij ons toe, dan overvalt je soms de be
koring ermee op te houden. Ik heb me
nigmaal alles aan kant gezet. Maar ik
kon 't niet laten, het boeide me, fas
cineerde, ook al omdat het heel iets
anders is dan ieder ander maakt. Ik
vond 't zo mooi, dat ik telkens opnieuw
begon. Zo is er een ogenblik gekomen,
dat ik kon zeggen: ik ben er.
Cor Mul kan nu rustig ieder ander
werk laten varen, om zich geheel te
wijden aan zijn kunst, iets van de zee
kunst te brengen onder de mensen,
hen ermee te boeien en te bekoren, te
wijzen op de ongeziene schoonheid van
het kleine.
We vonden Cor Mul een zeldzame
ontdekking: een man. vader van een
huisgezin, die in deze tjjd van de atoom
bom en het vliegtuig, rustig zjjn boter
ham verdient met het maken van
bloemstukken van schelpen, geraapt aan
het strand, vaardig gegroepeerd tot een
charmant geheel. En de kring van de
genen, die zjjn werk bewonderen, wordt
steeds groter. Deze eeuw heeft toch wel
veel weg van die andere grote periode,
die we de gouden eeuw noemen. Ook
toen zulke geweldige tegenstellingen,
maar een groeiende belangstelling voor
het schone, in de kleine dingen van
alle dag, een precieuze belangstelling,
zoals die Cor Mul voor zjjn bloemen
van schelpen ondervindt. Vooral nu hjj
ervoor waakt geen souvenirtjes of mas
saproducten te maken, maar steeds door
rijke fantasie en inventie-vermogen, iets
geheel nieuws weet te scheppen.
Een verdwaalde 17e-eeuwer die me
nigeen een openbaring brengt. Een
openbaring, die goed doet.
De achtste sportuitwisseling tussen
Velsen en Edmonton is vanmorgen
begonnen. Een groot aantal belangstel
lenden was vanmorgen om acht uur
op het Tiberiusplein in Velsen aanwe
zig bij het vertrek van de twee auto
bussen, die het achtennegentig koppen
tellende gezelschap om in scheeps
taal te blijven naar Hoek van Hol
land bracht.
Namens het gemeentebestuur van
Velsen maken de reis mee burge
meester mr. M. M. Kwint en de wet
houder van Onderwijs, Culturele Za
ken en Sportaangelegenheden, H. de
Boer. Reisleider is de ambtenaar voor
Wel, bepaald uitgerust ben ik
niet. „Vanmorgen vroeg,
toen alle ding nachtschemer
droeg", bombardeerde de lieve
jeugd, die niet van luilakken houdt
en daarom dus flink aan het lui
lakken meedoet, de deur van onze
flat. Het wordt haar in de moder
ne tijd wel gemakkelijk gemaakt.
Moest het jonge goed vroeger huis
aan huis de bel uit de deurpost
trekken, bij de moderne woning
bouw slaat het zes vliegen in één
klap. Ik heb ze nog juist aan het
werk gezien, de uitgeslapen jon
gens met hun haastig of niet ge
kamde haren, gewapend met een
gaspijp,waarmee ze drie drukbellen
tegelijk onder handen konden ne
men. U ziet, ook de Luilalc wordt
een rationeel geleid bedrijf. Maar
gelukkig, de bloemen- en planten-
markt is dezelfde gebleven, met de
sfeer en de kleur van jarenher.
Of dit nu een braderie is of een
gewone markt, durf ik niet uit te
maken; ik ben noch middenstander
noch bloemenventer, maar wel een
enthousiast bewonderaar van al
die mensen, die dan met recht de
bloemetjes buiten zetten.
De Rotonde op de Grote Markt
en dat is het sein, dat de zomer
in zicht is krijgt nu weer haar
bloemenperk om het barre asfalt
niet al te zeer doen afsteken bij-
de luchtige en charmante schoon
heid van de Bloem van Haarlem.
Verontrustend vind ik toch wel
de uitspraak van de jongste ste
delijke autoriteit: „Haarlem wordt
nog altijd de Bloemenstad ge
noemd." Daar kan uit beluisterd
worden: jongens, opgepast, dat
duurt niet lang meer. De bloemen-
koningin is van het tapijt verdwe
nen en het zomercorso is een on
dervoed kindje, vergeleken bij zijn
broers. Zouden wij nu toch een an
dere weg gaan? Wordt Haarlem een
braderie-stad? In dat geval zit er
toch meer perspectief in de humo
ristische verkoop, die een winkel
straat gaat plegen. Daar is wel
wat om te doen geweest en ik vraag
me nog steeds af, waarom de Gen.
Cronjéstraat en de zijstraten niet
één geheel kunnen vormen (een
jurk met aangeknipte mouwen is
toch ook niet onaardig), maar een
actie van de gehele middenstand
om humoristisch te gaan verkopen
zou wellicht verrassende resultaten
opleveren.
Het caceht van de stad zou vol
komen veranderen, de deftigheid
zou wegsmelten als een ijsco in de
zon, of ondanks alles zou het ko
pend publiek getracteerd worden
op deftige humor. Allemaal goed,
als het maar geen humoristische
deftigheid wordt, want dan en
hier citeer ik wordt het gelach
voor Haarlem een duur gelag.
Reden om te treuren is er voor
alsnog niet, want de Luilak-jeugd,
zonder feestneuzen, maar met een
gaspijp als enig attribuut heeft
weer voor deining gezorgd. En dat
geeft hoop voor de toekomst. Of
niet?
Hoe zal de toekomst zijn van
Spaarndam zonder Bernard
Wagenaar? In dit rustieke
plekje van Haarlem, dat „adminis
tratief" tot de grote stad behoort,
maar het stempel draagt van een
heel eigen sfeer, zal de stem van
omroeper Wagenaar niet meer
klinken. Ruim vier en veertig jaar
is h,ij de bode geweest van blijde
en droevige tijdingen en nu 84
jaar oud hangt hij zijn hoorn
aan de wilgen. Vriend Bernard is
een autoriteit in de kleine gemeen
schap, die zich nestelt tegen de
IJ-dijk, met aan de ene kant het uit
zicht op het wijde water, aan de
andere zijde op het Hollandse pol
derland met rijen populieren aan
de einder. In dit lage land heelt
Bernard, niet alleen omroeper,
maar ook hoornblazer, organisator,
Gele Rijder, doodgraver en film
acteur, zijn naam gevestigd. De
zoon van een wasbaasje en een
marketenster, geboortig uit Gor-
cum, is een man van het leven,
een man met vaak feestelijke er
varingen, een Gele Rijder van het
oude slag. In hem, wie de platte
pet meer een kroon is dan 'n hoofd
deksel, ligt nog het laatste stukje
romantiek geconserveerd, de droom
ook van een verleden, dat nooit
toekomst zal worden. Hij is de man,
die vertellen kan van de freules,
die hij in zijn jonge jaren rijles
moest geven. Maar liefst twintig
van die jonge dames had hij onder
zijn hoede en de vrolijke sergeant
Wagenaar was met de freules goede
maatjes, zo zelfs dat de zwierige
Madeleines, Angela's of Beatrices
tot ergernis van de glimmende of
ficieren ook in haar vrije tijd Ber
nard tot hun partner maakten. De
sergeant was niet alleen soldatesk-
vrolijk, maar niet minder ver
standig en op een goede dag maak
te hij de meiskes duidelijk, dat zij
voor hem niet meer waren Made
leine, Angela of Beatrice, doch
doodgewone nummers zoals de sol
daten. Toen klonk het niet meer:
lieve Madeleine, je schoudertjes
zakken uit, maar: hé daar, num
mer 2, ik zie je epauletten niet
meer.
Zo'n Bernard is mij een man naar
het hart, geen Barend Bluf; een
fijne rakker, die stijl weet te geven
aan zijn taak met de humor, die
ouderen naar hem doet luisteren
en met het ontzag, dat de jeugd
eerbiedig doet opkijken.
Bernard Wagenaar is nu een ge
administreerde Haarlemmer ge
worden, wiens hart in het vertrouw
de Spaarndam blijft kloppen. Of
hij een opvolger krijgt en wie dat
zal zijn, weet ik niet; de hoorn van
de omroeper wordt misschien een
museumstuk, de naam van Wage
naar legendarisch, maar 't leven in
Spaarndam mag geen legende wor
den. En in dat leven
is 'n lopend nieuws
blad onmisbaar.
sportzaken, de heer H. G. F. Smak
man, secretaris van het sportuitwisse-
lingscomité Velsen-Edmonton. In 1947
kwamen de Engelsen voor het eerst
naar Velsen en sedertdien zijn vele
sportbeoefenaars van Edmonton en
Velsen steeds om de beurt eikaars
gastheer geweest.
De uitwisseling bepaalt zich dit jaar
zoals wij al meldden tot drie
sporten: voetbal, zwemmen en hockey
en geen tennis. Leiders van de groepen
zijn de heren F. Rot en H. Tervoort,
voorzitter en commissaris van V. S. V„
voor voetbal, C. Visman voor zwem
men en P. M. Pleyler voor dames-
hockey. Het herenhockeyteam staat on
der leiding van de heer W. Raman,
maar valt niet in het officiële uitwis
selingsschema, omdat Edmonton al
leen een dameshockeyvereniging
heeft. Strawberries herenelftal zal
daarom de gast zijn van de leden van
de Enfield Hockeyclub, waartegen
drie wedstrijden zullen worden ge
speeld.
Wethouder H. de Boer heeft de
deelnemers onder wie hij vele
bekende gezichten zag van hen. die
al eerder aan de sportuitwisseling
hadden deelgenomen op een te
voren gehouden bijeenkomst er
aan herinnerd, dat het initiatief
hiervoor destijds is uitgegaan van
wijlen de heer Karei den Hollan
der. Hij merkte tevens op. dat Vel
sen als enige uitzondering sinds
1947 het iaarlijks heeft volgehou
den met Edmonton een gezelschap
van sportmensen uit te wisselen.
Tenslotte sprak de wethouder de
wens uit, dat deze uitwisseling een
prettige tocht mocht worden, hetgeen
hij als hoogste opzet beschouwde. Hij
vertrouwde, dat men dit gezamenlijk
uitgaan ook werkelijk tezamen zou
beleven en men belangstelling zou to
nen voor eikaars prestaties op sportge-
gebied.
Het algemeen adres door tussen
komst waarvan men de Velsense sport
mensen kan bereiken, is c/o mr. A. J.
Tanner. 10 Hvde Park Avenue. Winch-
more Hill N 21, Eneeland. Telefoon
London Labumham 5981.
Voor het heren hockeyteam luidt
het adres c/o mr. G. W. Spooner. secr.
E. H. C„ 45 Ulster Gardens, London
N 13.
Nadat de drie N.S. personeelsbonden
de tussen de directie en personeelsraad
overeengekomen loonvoorstellen hadden
verworpen, zijn de verlangens van de
door de bonden belegde vergaderingen
aan de directie ter kennis gebracht.
Zoals te verwachten was, heeft de di
rectie besloten deze algemene looneisen
voor te leggen aan de minister van
Verkeer en Waterstaat en aan het Col
lege van Rijksbemiddelaars. Hiermede
is het loonoverleg bij de Spoorwegen
afgelopen en is de kwestie een rege
ringszaak geworden.
De voorzitter van het centraal stembu
reau ter benoeming van leden van de Pro
vinciale Staten van Noord-Holland heeft in
de vacaure, ontstaan door het niet aannemen
van de benoeming van de heer G. Maas
te Zaandam, benoemd verklaard de heer
J Brandenburg, te Amsterdam, en in de
vacature, ontstaan door het niet aanne
men van de benoeming van de heer J. Arts
te Amsterdam, de heer H. J. C. Smits,
te Amsterdam.
O pde Zeeweg is vanmorgen om negen uur
^en wielrijdster uit IJmuiden bij het pas
seren van een geparkeerde groentenauto,
door een haar achterop rijdende bestelauto
gegrepen. Met een hoofdwonde en vermoe
delijk een hersenschudding is zij naar het
Antoniusziekenhuis overgebracht.