Omgang der Pinksterbloemen door stadsregering verboden KINDERTEKENINGEN IN DE HAARLEMSE VISHAL Smaadschrift jegens oud-rechter Cor Mul: die bloemstukken aan het strand plukt Sportuitwisseling Velsen- Edmonton DE WEEK IN STAD EN STREEK @6) öe brandnetels voor de luilak g1' CITROEN Geen artistieke bedoeling maar natuurlijke uiting CENTRALE VERWARMING <;roen Beverwijker beoefent enige in den lande) unieke kunst 11 De Meiviering Koninklijk gezin maakt zeereis Hoogste functies in Indo-China voor Ely Verdwaalde 17de eeuwer Internationaal bekend DE HAARLEMSE PINKSTERBRUID Op uitnodiging van Griekse Koning HERINGA WUTHRICH Vier maanden geëist Ml vjhol^k ZATERDAG 5 JUNI 1954 PAGINA 3 VEILIGHEID OP DE HOOGOVENS „Nobels-beker" OilKAOE PARKLAAN Dupont minister voor geassocieerde staten BLOEMENDAAL TEL. 2C143 r /- Loonkwestie N.S. regeringszaak Nieuwe leden Prov. Staten in Noord-Holland Wielrijdster gegrepen Ondanks de omwenteling, die de zeventiende eeuw bracht, bleef het volk vele oude gebruiken en gewoonten uit de Middeleeuwen voortzetten. We schreven daarover eerder, toen we het zeventiende eeuwse kermis geld beschreven. Banbliksems van hervormers noch van regeringswege *°nden de oorspronkelijk katholieke gebruiken uitroeien, al moest tegen in loop der tijden ontstane misbruiken worden opgetreden. Haarlem maakte parop geen uitzondering. Met kracht evenwel slaagde de stadsregering er i, om een van deze gebruiken, door een streng verbod, in 1635 uit te roeien: ej- feest van de Pinksterbruid. Aan de vooravond van het Pinksterfeest moet het interessant zijn iets te prnemen omtrent de zeventiende eeuwse gebruiken, die aan dit zomerfeest oorafgingen, gebruiken van echt katholieke inhoud, gebruiken ook, die misbruiken werden en vandaar de overheid tegen zich kregen. .De vreugde om het stralende voorjaar ha °n eigenh)k a' °P de eerste Mei, iï. overoud en niet inheems gebruik. schreef reeds in zijn gedichten, in het begin van Mei huis en hof r\ ®vidius dat uct, ucgjii v au mei Jiuio en iivjj. psierd werden. De eerste Mei was o°r alle volkeren een dag van bjjzon- "ere betekenis, was voor de zeventien de .eeuwer een feestdag, waarop de ^e'boom geplant werd. waarop gezon- - geplant 1 yn werd en gedanst in de open lucht, feest zonder religieuze betekenis. 1 Idet dauwtrappen op Hemelvaartsdag "a« dit evenmin. Schotel ergert zich er- jpr, schrijf in „Het oud-Hollandsch "Ulsgezin der 17e eeuw" (1868), dat pin „dan in den vroegen morgen eene ?oor sterken drank bedwelmde menig- e naar buiten zag gaan en den heili- ||n dag zingende en stoeijende begroe- j °P het Pinksterfeest liet men witte PUlyen, symbool van de H. Geest, in de ®rken vliegen. Tweede Pinksterdag as een vreugdedag, waarop de schut- ,:rs op de vergulde duif schoten en de merkan lustig rondging. De rederijkers Peelden een symbolisch spel op de Gro- j® Markt, dat gevolgd werd door een "Jcht van een dergelijk gehalte, dat Pet schuddebuikende publiek de les van ^symbolisch spel erbij vergat, v- jongeren van Haarlem en omge- 'bg hadden in de dagen rond Pinkste- .®b hun eigen gewoonten. Zoals de kin- ?eren nu nog op St. Maartensavond t?bgs de huizen trekken, gingen in die ud de Haarlemse jongelui rond. Ze b'elden dan de omgang van de Pink- ?-erbloembekranst met groen en bloe- ?en, de Meitak in de hand, met zil verpapier en gouden lovertjes de kleren behangen. In hun midden voerden ze ?e Pinksterbruid mee, het mooiste meis je' op kosten van allen gezamenlijk ge- moid en met een gevolg van in het wit pklede meisjes. Huis aan huis zongen ~e hun liedjes. Een van hen zamelde ?e giften van de bewoners in, die s avonds werden omgezet in lekkernij- ?b en drank in de herberg. Brooddron ken jongelui maakten dan in de late bben de straten van de stad onveilig, jyaarbij bleef het niet. De liedjes, die «oor de Pinksterbruid en haar gevolg werden gezongen, waren nogal aan de «chtzmmge kant en ergerden de goe gemeente. De Haarlemse stadsregering ™as er nogal gauw bij om in te grijpen. *b 1635 werd de omgang van de Pink- terbloemen verboden. In Amsterdam bs dit al in 1612 gebeurd. Andere ste den volgden veel later. De maatregelen waren doeltreffend, r»nt van ieder kind, jongeman of jon- ®e vrouw, dat betrapt werd op het hou den van de Pinksterbloem werd een «oete van een goudgulden gevraagd. In E°mmige steden en dorpen bleef het ge- j Set Koninklijk gezin heeft een uitno- ?>ng van de Koning van Griekenland btvangen om in de laatste week van pbgustus en de eerste dagen van Sep- mber met enige andere vorstelijke 2 °nen een zeereis over de Ionische ®e te maken. Deze uitnodigin- is aan- ard en het ligt in het voornemen, dat de tJ' de Koningin, Prins Bernhard en de ,rinsessen Beatrix en Irene zullen beinemen aan deze reis, waarbij o.a. teüSePlaatsen van oudheidkundige be zems zullen worden bezocht. Bedriijfsdirecteur ir. F. W. E. Spies drpf hedenmorgen op het Hoogovenbe- ,}j de wisselbeker „goed' huishouden", vorig jaar door de staalfabriek werd jj wonnen, uitgereikt aan de centrale. «ngevallenfrequentie, die over het dra le bedrÜf 3>3 Per honderd man be- V®aE', was bij de centrale 1,5. De chef de centrale, de heer Goudswaard, epn de beker in ontvangst. Dit jaar is e a 'Weede wisselbeker uitgereikt, voor bp," afd. die eveneens een eerste prijs jariaa,de' Dit was de Mekog, die twee g ®n geleden eveneens de beker had wonnen en deze nu weer terug kreeg. va« S«ravond werden m Hotel ,,'t Hof Holland", de nederlaagwedstrijden het de „Nobels-beker" voortgezet 'met de 7 team van .'Ons Genoegen". Ook CvP5a?nkanters wisten het niet tot een wisten rwinning te brengen. e uitslagen waren als volgt: \ratjes DikWland luimeester kiet ians 80 70 70 55 90 90 60 75 80 70 135 95 80 68 52 55 73 90 60 60 80 48 135 71 31 31 41 41 33 33 39 39 25 25 36 36 10 9 8 5 10 16 8 7 12 10 21 14 2.58 2.19 1.26 1.34 2.21 2.72 1.53 1.53 3.20 1.92 3.75 1.97 fcjadtjes S^land punnik ,i i, i.„, v Vd tand: 1410 voor Hof van Hol- f&ezer a Bridge 'haw dagen werden te Utrecht de 0ensnvi gespeeld voor het landskampi- Fbrppd.dP „Paren". Het district „Ken- °skte ,d" van de Ned. Bridge Bond In aldaar een zeer fraai resultaat. ?h 2 a hoofdklasse waren de nos. 1 ahdcu n Kvers en Tabbers (tevens ^"40 5arnPi°en) van de Bridgeclub Sp.e Haarlem en de Hrn Klesser Atout'>3 213 van de Bridgeclub „Sans dver te Beverwijk. Beide paren gaan lp rtoLde landelijke Meesterklasse. ®baaia "arencompetitie voor dames iah do r," r dames Spruyt en Veen, ei.erlbridgeclub te Haarlem het '®rtanmi)loenscbaP Hoofdklasse. In de ?»v®ne»iencompet't'e werd een viertal, tiaarlcllf van de Oefenbridgeclub te °£dkla' geplaatst in de landelijke bruik evenwel gehandhaafd tot in de achttiende en negentiende eeuw. Dat na 1635 in Haarlem door de jeugd geen Pinksterbloem meer gevierd is, durven we niet beweren, want ongetwij feld werden in latere jaren de omme gangen weer oogluikend toegestaan, vooral wanneer de Pinksterbruid geen onbekende van de schout en z'n rakkers Advertentie Verkoop - Onderhoud - Reparatie Revisie onder garantie. Vraagt vrlibliivend prijsopgaaf. Officieel Citroën-agent v. Haarlem en omstr J. Slot. Parklaan 26, Tel. 14163, Haarlem. was. Het refrein van de jongelui zal dus nog wel menigmaal door de straten geklonken hebben. De pinksterbruid Die gaat vooruit, Haar voetjes ,die willen niet horen, En als ze dan niet horen wil, Dan gaat de bruid verloren. Wanneer in Haarlem het luilakken zjjn intrede deed, valt moeilijk te zeg gen. De Haarlemse jongens zullen dit gebruik wel vrij spoedig hebben over genomen van hun Amsterdamse kornui ten van de zeventiende eeuw, die Vrij dag voor Pinksteren in de vroege mor gen buiten de stad brandnetels gingen plukken. Met de brandnetels in de hand keerden ze dan naar de stad terug on der het zingen van hun luilaklied. Za terdagsmorgens voor het aanbreken van de dag liepen de jongens weer onder gezang langs de straat en maakten tie rend en lawaaiend de gehele bevolking wakker. De brandnetels waren bestemd voor die jongen, die 't laatst uit z'n bed kwam. Een krans van brandnetels werd om zijn hals gehangen. De Meiviering, de feestvreugde van Hemelvaart en Pinksteren, moge dan anders zijn geworden, veel bleef door de eeuwen heen bewaard of werd aan de veranderde omstandigheden aange past, kreeg diepere zin, zoals de Ka tholieke Meiviering. De Pinksterbruid trekt niet meer door Haarlem, het spel van de jeugd is gebleven en menige le zer zal in de vroege morgen van deze Pinkster-Zaterdag uit bed zjjn getrom meld of gebeld. Niemand die zich daaraan ergert. Zo als onze zeventiende eeuwse voorvaders aan de „lichtzinnige" Pinksterbloem. JAN B. Het tekenen is een natuurlijke func tie van het jonge kind: het is een aanvulling op zijn be hoefte om zich te uiten, iets mee te delen, het is een aanvulling vooral op zjjn onmacht om onder woorden te brengen het vele en voor hem onzegbare dat hem van bui ten af overspoelt of binnen in hem opwelt. Het is dus een middel om zich zelf en de wereld te verwerken. Voor een kleuter die een potlood in han den krijgt, is tekenen even vanzelfspre kend als het slaan tegen de kast of op de vloer als het een pook heeft bemach tigd. Een kind dat niet de beschikking krijgt over potlood, kleurkrijt en papier of schoolbord, komt een, voor zijn groei noodzakelijk, uitingsmiddel tekort. Als een kind een tekening maakt heeft deze een totaal andere beweegreden dan wanneer een gevormd mens zulks doet, en daarom mag men een kinder tekening ook niet beoordelen naar de doeleinden en de maatstaven voor een tekening van volwassenen. Er is in dit opzicht gelukkig besef groeiende. Op de bewuste kleuterscho len in de eerste plaats wordt de kinde ren geen tekenen meer „geleerd", maar wordt het kind daartoe in de gelegen heid gesteld, en dit naast de andere mogelijkheden van persoonlijkheidsont plooiing en wereldverkenning die voor de harmonische groei van het worden de mensje zo belangrijk zijn. Bijvoor beeld „muziek" maken, „toneel" spe len, „dansen", dit alles tussen aanha lingstekens omdat het wezenlijk iets an ders is dan de volwassen bezigheden van dezelfde naam. Ook bij het lager en middelbaar on derwijs breken op dit punt vernieuwde inzichten door, daar echter aangepast aan de behoefte in de fase van rijping. Op meerdere plaatsen in ons land en daarbuiten ontfermen kunstenaars en opvoeders zich over de jeugd in hun vrije tijd, en, zoals bekend, werkt sinds een goed half jaar in onze omgeving de Zandvoortse schilder Ton de Boer op dit terrein. Voor allen die met he* kind te maken hebben, ouders en on derwijzers, is het wenselijk de tentoon stelling te bezoeken van het „werk" van diens jeugdige neefjes en nichtjes. (Het zijn er 73) Men zal er verbaasd staan, hoe gre tig door de kinderen van de kans om met kleuren te spelen gebruik gemaakt wordt, en men kan zich indenken welk een bevrediging het de kinderen gege ven moet hebben. We mogen stellen dat de bezigheid belangrijker is dan het resultaat en daaruit volgt dat iedere tekening be langrijk is, de mooie en de lelijke. En zo gezien is het niet juist, te spreken van originaliteit, kleurgevoeligheid of verrukkelijke primitiviteit, omdat wij deze als afmeten naar normen die niet des kinds zijn, maar voortkomen uit ons volwassen weten en kunnen, onze traditie, smaak en conventie. Voor de expressie-leider is het dan ook zaak, de kinderen tot persoonlijke expressie te brengen en ze niet artis tiek te bevoorkeuren. Op een bepaalde manier zijn immers alle kinderen kun stenaars, evenwel zonder artistieke be doeling. Is de uitingsmogelijkheid voor het kind in de eerste plaats op het mo ment zelve belangrijk, haar nawerking, blijft doorgaan als de behoefte tot de activiteit heeft opgehouden en wel in observatiescherpte, smaakvorming, schoonheidsgevoel. Een eventueel be stendige artistieke begaafdheid zal be tere kansen krijgen, mar als alge meen doel mag dit nooit gesteld wor den. Als het kind in zijn ontwikkeling de individuëel gerichte noodzaak tot het tekenen te boven is en de belang stellingssfeer ligt op steeds uitgebrei der terreinen van het sociale leven, wordt het tekenen eventueel een vrij te verkiezen liefhebberij naast vele andere en hier eert gaan normen gelden die een verstandelijker, critischer en be dachtzamer element dienen tf bevatten. Maar het tentoongestelde kinderschil derwerk ligt hoofdzakelijk nog in het andere vlak. De tentoonstelling is ge opend tot 's avond half elf en zal waar schijnlijk verlengd worden tot 21 Juni, hopelijk ten gunste van veel kinderen die behalve poppen, ballen, autootjes en mecano's een nieuw vormend speel- middel zullen krijgen in kleur en be hangselpapier in plaats van kleur en prentenboeken. L.T. De Franse regering heeft generaal Paul Ely, stafchef van het Franse leger, benoemd tot hoogste militaire en bur gerlijke gezagsdrager in Indo-China. Dit betekent, dat hij zowel de tegenwoordi ge opperbevelhebber van de Franse Unie-strijdkrachten in Indo-China, ge neraal Henry Navarre, opvolgt als de tegenwoordige commissaris-generaal, Maurice Dejean. Men neemt aan, dat generaal Ely een aantal assistenten zal krijgen, onder wie generaal Raoul Sa- lan, de onmiddellijke voorganger van generaal Navarre. Tevens is er een nieuwe minister voor de geassocieerde staten benoemd, namelijk de gaullisti sche voorziter van de Parijse gemeente raad, Edouard Frédéric Dupont. Du- pont heeft van zijn partij toestemming gekregen zijn functie te aanvaarden. (Reuter-AFP-UP). Advertentie HAARLEM ELECTRISCHE INSTALLATIES LUIDSPREKENDE TELEFOON-INSTALLATIES Advertentie Vier uren heeft het Amsterdamse ge rechtshof Donderdagmiddag besteed aan de zaak tegen een Haarlemse assuran tie-bezorger en een Utrechtse oud bankdirecteur, die in hoger beroep te recht stonden wegens smaadschrift je gens de oud-rechter-plaatsvervanger mr. F. C. Cremer. In November j.l. werden beiden door de Amsterdamse rechtbank tot vier maanden voorwaardelijke ge vangenisstraf plus vijftig gulden boete veroordeeld. De assurantiebezorger -was na twaalf jaar acquisitie voor een grote levens verzekeringmaatschappij met zijn direc tie ovei provisiegelden in conflict geko men. Hierover werden een aantal pro- cessenverbaal gevoerd, waarbij hy steeds in het ongelijk werd gesteld. In de rechtbank, die tweemaal deze zaak behandelde, had mr. Cremer als plaatsvervanger zitting. Deze is direc teur van een kleine levensverzekering maatschappij, en volgens de verdach ten bevond hij zich daarbij -niet in een geheel onafhankelijke positie tegenover de maatschappij, tegen welke geproce deerd werd. De beide verdachten hadden aan de ze bewering uiting gegeven in een klachtbrief. „Dit komt neer op een do delijke beschuldiging tegen een rech terlijk ambtenaar, die onder zijn ambts eed staat", zo zei de president van het Hof. De verdachten voerden echter aan, dat zij met hun beschuldiging het algemeen belang hadden gediend. Dit maakt vol gens het wetboek van strafrecht een dergelijke handeling inderdaad straffe loos. De vraag was dus ten tweedeD male of aannemelijk was dat de geïn crimineerde publicatie in het algemeen belang geweest is. De procureur-generaal was echter van een andere opinie; hij eiste daar om opnieuw vier maanden gevangenis straf. Dinsdag a.s. zullen verdachten ge legenheid krijgen hun pleidooien te houden. Zij hebben zich niet door ver dedigers laten bijstaan. Bertus Aafjes beschrijft in „Maria Sibylla Merian" hoe voor deze bijzon dere vrouw de schoonheid open ging, haar bij dag en nacht vasthield. „De vlinders, die als vlammen gloeien; het grillig, nooit gezien insect, het heeft haar hartstocht opgewekt. De schelpen, met hun teder roze; zee heesters: watervirtuozen." „Is er een grooter avontuur, dan dat te zien in de natuur?" En Agnes Block, Vondel's nicht en vriendin, penseelde vlinders en bloemen, schelpen en zeedieren met waterverf in fijne pasteltinten op perkament, zoals in de zeventiende eeuw vele kunstenaars deden. Tessel- schade sierde haar huis met kunstbloemen en vlindergroepen tegen de wan den. De schoonheid van het kleine boeide in deze grote eeuw, de rijk gevulde kabinetten getuigden er mede van. Onze eeuw heeft zich op de techniek geworpen: het vliegtuig, de machines, de atoombom. Alles is groots, snel, haastig. Wie buigt zich nog over het speen kruid in Maart of zal flanerend langs het strand zich bukken over een schelp? Toch ligt in dit kleine een wereld van schoonheid, zo boeiend en charmant als men niet vermoeden zou. In Beverwijk woont een 26-jarige jongeman, die gefascineerd door de schoonheid van dit kleine, als een zeventiende eeuwse handwerker, zich er over gebogen heeft en zich voornam anderen te laten meegenieten. Jaren lang studeerde en werkte hij en nu treedt hij naar buiten met het resultaat van artistieke vaardigheid. C. H. Mul, van de Kuikensweg 39, ontwerper van bloemstukken van schelpen gemaakt, zo kunstig en mooi, dat van alle kanten de opdrachten binnenkomen. wist al gauw wanneer bepaalde schelpen aanspoelden. En hij verzamel de: de dunne platschaalschelp in ver schillende kleuren, het nonnetje, de mosselschelp, strandgapers en noord hoorns, de zeldzaam voorkomende ge doomde hartschelp. Naargelang zijn fantasie hem ingaf componeerde hij bloemstukken van deze schelpen in de sfeer van de lente, in de sfeer van de herfst. Zorgvuldig lijmde hij bloemen, verbond ze met elkaar aan stengels van omwonden staaldraad, zocht aan 't strand de stukken en brokjes verweerd hout, soms van zonderlinge vormen, aangevreten door paalwormen, met zee pokken erop. Hij monteerde zijn bloem stukken daarop, arrangeerde er opge zette zee- en strandvogels bij en een zeldzaam mooi geheel ontstond. Acht jaren geleden begonnen de hob by-mensen van schelpen popjes en der gelijke te maken. De schelpen werden beschilderd en leverden ontegenzeg lijk aradige sierstukjes op. Cor Mul zag ze en keerde zich ervan af. De mooie schelpen werden misbruikt. Hij nam zich voor de schoonheid en kleurenrijk dom van deze oogst van de zee aan de mensen te laten zien in alle natuur lijke charme. Daartoe ontwikkelde hij zichzelf, ging letten op de winden, Cor Mul legt de laatste hand aan een van zijn grote stukken, ge monteerd op een aangespoeld boom-skelet van grillige vorm, de zeemeeuw als toevallig er op neergestreken. Zeer fraai van kleur zijn de bloemen, langgerekt door het gebruik van de zwaard schede. M ■I mm* Zo heeft hij jarenlang zichzelf be kwaamd en verkreeg hij een vaardig heid, mede door zijn artistieke aanleg hij tekent, dicht en boetseert o.a. die hem ongetwijfeld als enige in den lande, tot een speciale kunstenaar van de zeekunst heeft gemaakt. Particulieren en instellingen, vooral ook scholen, nemen zijn werkstukjes af. Ze prijken op schoorstenen en dressoirs, niet alleen in Nederland maar tevens in Duitsland en Frankrijk. Zelfs uit Canada ontvangt hij verzoeken om werk te sturen. De onderwijzers op de scholen gebruiken zijn bloemstukken bij het on derwijs, wanneer de schelpdieren en de schoonheid van wat de zeekust oplevert aan de orde komen. Een grote kring van liefhebbers heeft hij rond zich ver zameld, mensen die ineens het mooie zijn gaan zien van deze kleine dingen in de natuur. Badgasten te Wijk aan Zee, die jaren achtereen deze familie- badplaats bekochten, vroegen zich op het zien van zijn bloemstukken af, waar deze prachtig gekleurde schelpen van daan kwamen. Cor Mul wees dan op het zand van het strand in Wijk aan Zee. Jarenlang waren ze er ieder sei zoen overheen gelopen, zonder iets van deze te grijp liggende schoonheid te ont dekken. „En daar gaat het me nu om", zegt Cor Mul. „Ik wil de mensen wijzen op de schoonheid van de natuur". Zijn handwerk is daartoe zeer ge schikt. Ieder stukje maakt hij apart, tel kens anders .Van de duizenden bloemen, die hij componeerde, zijn er niet twee dezelfde, eenvoudig omdat iedere schelp anders is dan de andere, en omdat hij in dit werk, zoals hij zelf zegt, zijn ziel probeert te leggen. Door steeds weer te proberen heeft hij een aparte stijl in zijn werk gelegd. Het was een moeilijke groei en ontwik keling. Wanneer je pas begint, vertrouwt hij ons toe, dan overvalt je soms de be koring ermee op te houden. Ik heb me nigmaal alles aan kant gezet. Maar ik kon 't niet laten, het boeide me, fas cineerde, ook al omdat het heel iets anders is dan ieder ander maakt. Ik vond 't zo mooi, dat ik telkens opnieuw begon. Zo is er een ogenblik gekomen, dat ik kon zeggen: ik ben er. Cor Mul kan nu rustig ieder ander werk laten varen, om zich geheel te wijden aan zijn kunst, iets van de zee kunst te brengen onder de mensen, hen ermee te boeien en te bekoren, te wijzen op de ongeziene schoonheid van het kleine. We vonden Cor Mul een zeldzame ontdekking: een man. vader van een huisgezin, die in deze tjjd van de atoom bom en het vliegtuig, rustig zjjn boter ham verdient met het maken van bloemstukken van schelpen, geraapt aan het strand, vaardig gegroepeerd tot een charmant geheel. En de kring van de genen, die zjjn werk bewonderen, wordt steeds groter. Deze eeuw heeft toch wel veel weg van die andere grote periode, die we de gouden eeuw noemen. Ook toen zulke geweldige tegenstellingen, maar een groeiende belangstelling voor het schone, in de kleine dingen van alle dag, een precieuze belangstelling, zoals die Cor Mul voor zjjn bloemen van schelpen ondervindt. Vooral nu hjj ervoor waakt geen souvenirtjes of mas saproducten te maken, maar steeds door rijke fantasie en inventie-vermogen, iets geheel nieuws weet te scheppen. Een verdwaalde 17e-eeuwer die me nigeen een openbaring brengt. Een openbaring, die goed doet. De achtste sportuitwisseling tussen Velsen en Edmonton is vanmorgen begonnen. Een groot aantal belangstel lenden was vanmorgen om acht uur op het Tiberiusplein in Velsen aanwe zig bij het vertrek van de twee auto bussen, die het achtennegentig koppen tellende gezelschap om in scheeps taal te blijven naar Hoek van Hol land bracht. Namens het gemeentebestuur van Velsen maken de reis mee burge meester mr. M. M. Kwint en de wet houder van Onderwijs, Culturele Za ken en Sportaangelegenheden, H. de Boer. Reisleider is de ambtenaar voor Wel, bepaald uitgerust ben ik niet. „Vanmorgen vroeg, toen alle ding nachtschemer droeg", bombardeerde de lieve jeugd, die niet van luilakken houdt en daarom dus flink aan het lui lakken meedoet, de deur van onze flat. Het wordt haar in de moder ne tijd wel gemakkelijk gemaakt. Moest het jonge goed vroeger huis aan huis de bel uit de deurpost trekken, bij de moderne woning bouw slaat het zes vliegen in één klap. Ik heb ze nog juist aan het werk gezien, de uitgeslapen jon gens met hun haastig of niet ge kamde haren, gewapend met een gaspijp,waarmee ze drie drukbellen tegelijk onder handen konden ne men. U ziet, ook de Luilalc wordt een rationeel geleid bedrijf. Maar gelukkig, de bloemen- en planten- markt is dezelfde gebleven, met de sfeer en de kleur van jarenher. Of dit nu een braderie is of een gewone markt, durf ik niet uit te maken; ik ben noch middenstander noch bloemenventer, maar wel een enthousiast bewonderaar van al die mensen, die dan met recht de bloemetjes buiten zetten. De Rotonde op de Grote Markt en dat is het sein, dat de zomer in zicht is krijgt nu weer haar bloemenperk om het barre asfalt niet al te zeer doen afsteken bij- de luchtige en charmante schoon heid van de Bloem van Haarlem. Verontrustend vind ik toch wel de uitspraak van de jongste ste delijke autoriteit: „Haarlem wordt nog altijd de Bloemenstad ge noemd." Daar kan uit beluisterd worden: jongens, opgepast, dat duurt niet lang meer. De bloemen- koningin is van het tapijt verdwe nen en het zomercorso is een on dervoed kindje, vergeleken bij zijn broers. Zouden wij nu toch een an dere weg gaan? Wordt Haarlem een braderie-stad? In dat geval zit er toch meer perspectief in de humo ristische verkoop, die een winkel straat gaat plegen. Daar is wel wat om te doen geweest en ik vraag me nog steeds af, waarom de Gen. Cronjéstraat en de zijstraten niet één geheel kunnen vormen (een jurk met aangeknipte mouwen is toch ook niet onaardig), maar een actie van de gehele middenstand om humoristisch te gaan verkopen zou wellicht verrassende resultaten opleveren. Het caceht van de stad zou vol komen veranderen, de deftigheid zou wegsmelten als een ijsco in de zon, of ondanks alles zou het ko pend publiek getracteerd worden op deftige humor. Allemaal goed, als het maar geen humoristische deftigheid wordt, want dan en hier citeer ik wordt het gelach voor Haarlem een duur gelag. Reden om te treuren is er voor alsnog niet, want de Luilak-jeugd, zonder feestneuzen, maar met een gaspijp als enig attribuut heeft weer voor deining gezorgd. En dat geeft hoop voor de toekomst. Of niet? Hoe zal de toekomst zijn van Spaarndam zonder Bernard Wagenaar? In dit rustieke plekje van Haarlem, dat „adminis tratief" tot de grote stad behoort, maar het stempel draagt van een heel eigen sfeer, zal de stem van omroeper Wagenaar niet meer klinken. Ruim vier en veertig jaar is h,ij de bode geweest van blijde en droevige tijdingen en nu 84 jaar oud hangt hij zijn hoorn aan de wilgen. Vriend Bernard is een autoriteit in de kleine gemeen schap, die zich nestelt tegen de IJ-dijk, met aan de ene kant het uit zicht op het wijde water, aan de andere zijde op het Hollandse pol derland met rijen populieren aan de einder. In dit lage land heelt Bernard, niet alleen omroeper, maar ook hoornblazer, organisator, Gele Rijder, doodgraver en film acteur, zijn naam gevestigd. De zoon van een wasbaasje en een marketenster, geboortig uit Gor- cum, is een man van het leven, een man met vaak feestelijke er varingen, een Gele Rijder van het oude slag. In hem, wie de platte pet meer een kroon is dan 'n hoofd deksel, ligt nog het laatste stukje romantiek geconserveerd, de droom ook van een verleden, dat nooit toekomst zal worden. Hij is de man, die vertellen kan van de freules, die hij in zijn jonge jaren rijles moest geven. Maar liefst twintig van die jonge dames had hij onder zijn hoede en de vrolijke sergeant Wagenaar was met de freules goede maatjes, zo zelfs dat de zwierige Madeleines, Angela's of Beatrices tot ergernis van de glimmende of ficieren ook in haar vrije tijd Ber nard tot hun partner maakten. De sergeant was niet alleen soldatesk- vrolijk, maar niet minder ver standig en op een goede dag maak te hij de meiskes duidelijk, dat zij voor hem niet meer waren Made leine, Angela of Beatrice, doch doodgewone nummers zoals de sol daten. Toen klonk het niet meer: lieve Madeleine, je schoudertjes zakken uit, maar: hé daar, num mer 2, ik zie je epauletten niet meer. Zo'n Bernard is mij een man naar het hart, geen Barend Bluf; een fijne rakker, die stijl weet te geven aan zijn taak met de humor, die ouderen naar hem doet luisteren en met het ontzag, dat de jeugd eerbiedig doet opkijken. Bernard Wagenaar is nu een ge administreerde Haarlemmer ge worden, wiens hart in het vertrouw de Spaarndam blijft kloppen. Of hij een opvolger krijgt en wie dat zal zijn, weet ik niet; de hoorn van de omroeper wordt misschien een museumstuk, de naam van Wage naar legendarisch, maar 't leven in Spaarndam mag geen legende wor den. En in dat leven is 'n lopend nieuws blad onmisbaar. sportzaken, de heer H. G. F. Smak man, secretaris van het sportuitwisse- lingscomité Velsen-Edmonton. In 1947 kwamen de Engelsen voor het eerst naar Velsen en sedertdien zijn vele sportbeoefenaars van Edmonton en Velsen steeds om de beurt eikaars gastheer geweest. De uitwisseling bepaalt zich dit jaar zoals wij al meldden tot drie sporten: voetbal, zwemmen en hockey en geen tennis. Leiders van de groepen zijn de heren F. Rot en H. Tervoort, voorzitter en commissaris van V. S. V„ voor voetbal, C. Visman voor zwem men en P. M. Pleyler voor dames- hockey. Het herenhockeyteam staat on der leiding van de heer W. Raman, maar valt niet in het officiële uitwis selingsschema, omdat Edmonton al leen een dameshockeyvereniging heeft. Strawberries herenelftal zal daarom de gast zijn van de leden van de Enfield Hockeyclub, waartegen drie wedstrijden zullen worden ge speeld. Wethouder H. de Boer heeft de deelnemers onder wie hij vele bekende gezichten zag van hen. die al eerder aan de sportuitwisseling hadden deelgenomen op een te voren gehouden bijeenkomst er aan herinnerd, dat het initiatief hiervoor destijds is uitgegaan van wijlen de heer Karei den Hollan der. Hij merkte tevens op. dat Vel sen als enige uitzondering sinds 1947 het iaarlijks heeft volgehou den met Edmonton een gezelschap van sportmensen uit te wisselen. Tenslotte sprak de wethouder de wens uit, dat deze uitwisseling een prettige tocht mocht worden, hetgeen hij als hoogste opzet beschouwde. Hij vertrouwde, dat men dit gezamenlijk uitgaan ook werkelijk tezamen zou beleven en men belangstelling zou to nen voor eikaars prestaties op sportge- gebied. Het algemeen adres door tussen komst waarvan men de Velsense sport mensen kan bereiken, is c/o mr. A. J. Tanner. 10 Hvde Park Avenue. Winch- more Hill N 21, Eneeland. Telefoon London Labumham 5981. Voor het heren hockeyteam luidt het adres c/o mr. G. W. Spooner. secr. E. H. C„ 45 Ulster Gardens, London N 13. Nadat de drie N.S. personeelsbonden de tussen de directie en personeelsraad overeengekomen loonvoorstellen hadden verworpen, zijn de verlangens van de door de bonden belegde vergaderingen aan de directie ter kennis gebracht. Zoals te verwachten was, heeft de di rectie besloten deze algemene looneisen voor te leggen aan de minister van Verkeer en Waterstaat en aan het Col lege van Rijksbemiddelaars. Hiermede is het loonoverleg bij de Spoorwegen afgelopen en is de kwestie een rege ringszaak geworden. De voorzitter van het centraal stembu reau ter benoeming van leden van de Pro vinciale Staten van Noord-Holland heeft in de vacaure, ontstaan door het niet aannemen van de benoeming van de heer G. Maas te Zaandam, benoemd verklaard de heer J Brandenburg, te Amsterdam, en in de vacature, ontstaan door het niet aanne men van de benoeming van de heer J. Arts te Amsterdam, de heer H. J. C. Smits, te Amsterdam. O pde Zeeweg is vanmorgen om negen uur ^en wielrijdster uit IJmuiden bij het pas seren van een geparkeerde groentenauto, door een haar achterop rijdende bestelauto gegrepen. Met een hoofdwonde en vermoe delijk een hersenschudding is zij naar het Antoniusziekenhuis overgebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 3