Zorgen
om COMET en STRATOLINER
Kanttekeningen uit Londen
w
w
w
w
ONDERWIJZER: Eerst de ouders opvoeden
ARTS: Een lumineus idee, deze school
PASTOOR: Het zal best meevallen
OUDER: In Wassenaar begint de victorie
H
Onbekend toneelstuk van Molière
Moderne bibliophiele uitgaven
in het Stedelijk Museum
Nieuw schooltype in Wassenaar
DINSDAG 22 JUNI 1954
PAGINA 7
Ouder
H. Priesterwijding
Hebben de straalverkeers
vliegtuigen nog toekomst?
Opleidingsschool hogere
ambtenaren in N.-Guinea
yVv
Henry Laws officier O.N.
u
Prachtige werken uit
de oorlogsjaren
„DE LEUGENAAR"
in het Esperanto
Engelse kunsttentoonstelling
verlengd
De plannen tot oprichting van de nieuwe katholieke middelbare school
in Wassenaar, die in September met de eerste leerlingen zal starten,
hebben in onderwijskringen sterk de aandacht getrokken. Men heeft
de eerste berichten daarover enerzijds met vreugde, maar van de andere kant
ook met critische blik gelezen. Over het algemeen is de onderwijswereld met
het plan ingenomen-. Vooral de moeilijkheden om kinderen, die van de lagere
school komen, aanstonds op een katholieke middelbare school te kunnen
plaatsen, zijn oorzaak, dat men iedere nieuwe plaatsingskans met vreugde
begroet. Van de andere kant hebben de berichten velen aan het denken gezet.
Wij hebben links en rechts wat meningen gevraagd en komen tot de vol
gende voorlopige oogst.
Het hoofd van een Lagere School in
Den Haag:
Ik ben vol belangstelling voor wat
men in Wassenaar gaat ondernemen. In
de kranten is medegedeeld, dat het in
stituut dat onder de bescherming van
St. Adelbert een nieuw college zal wor
den, waarbij men naar vernieuwing
zoekt van het onderwijs. Wij onderwij
zers zijn altijd wat gereserveerd als wij
die fanfares horen.
Men wil in Wassenaar het schoolbe
stuur openstellen voor de ouders. Men
wil zelfs in vijf jaar tijd een meer
derheid van ouders in dat schoolbe
stuur. Dit alles komt ons, die de prak
tijk kennen, fantastisch voor. Natuur
lijk zien ook wij wel in, dat er gebrek
is aan contact tussen ouders en school
bestuur, maar moeten nu ineens de
sluizen n dat bestuur worden open
gesteld voor ouders, die daar helemaal
niet op voorbereid zijn? Mogelijk zijn
de omstandigheden in Wassenaar veel
gunstiger dan hier in Den Haag, maar
hier is het zo, dat ik dat experiment
niet aan zou durven. Ik zie de oor
zaak van de kwaal nl. niet bij de school
liggen, maar bij de ouders. Iets an
ders is, dat wij de ouders daarvoor
niet verantwoordelijk kunnen stellen.
Zjj zijn ook kinderen van deze moei
lijke tijd, die zoveel aandacht weg
trekt van dat, wat juist het belang
rijkste js. Maar wjj zitten met het feit,
dat het verantwoordelijkheidsgevoel
bij nen ten enenmale ontbreekt. Zij
hebben het contact met de school
vaak stelselmatig verwaarloosd. Zou
den wij nu die ouders, die van de pro
blemen van het onderwijs niets be
grijpen, de leiding in handen moeten
geven? Ik zou het heel anders willen
aanpakken: Wij zouden, om de zaak
goed te saneren, eerst de ouders eens
moeten gaan opvoeden. Daar zit im
mers de grondfout. Niet bij het on
derwijs, of bij de schoolleiding.
Ik heb als hoofd van de school een
uitstekend contact met ongeveer de
helft van de ouders. Bij de andere helft
is de belangstelling nihil. Dat is voor
de opvoeding van het kind fataal. Maar
ik zie geen kans dit probleem op te
lossen, tenzij door een lang en moei
zaam apostolaatswerk. Wij onderwijzers
moeten zeker ook apostelen zijn en wij
trachten dat ook te zijn. Maar het ont
breekt ons aan mogelijkheden om een
probleem van zo verre strekking op te
lossen. Geef ons een leger lekenapos
telen, die ons helpen, maar ga niet aan
de verkeerde kant beginnen door de lei
ding van de school ineens in handen
van de ouders te leggen. Dit zal met
°™teu voorzichtigheid moeten worden
voorbereid.
en kent zeer goed de voor- en nadelen
van de nieuwe methodes in opvoeding
en onderwijs. Met grote belangstelling
heeft hij dan ook de ontwikkeling van
de plannen in zijn parochie gevolgd.
„Juist omdat zij van leken afkomstig
zijn, heb ik er zoveel vertrouwen in"
is zijn mening. „Is er op het ogenblik
iets dat meer aanmoediging verdient
dan Iekenwerk in onze parochies? Na
tuurlijk wordt de invloed van de kerk
in zulke belangrijke kwesties als het
onderwijs in dit Iekenwerk goed veran
kerd, maar het blijft Iekenwerk. En na
tuurlijk is dit alles ook niet tot stand
gekomen zonder dat ik er nauw bij be
trokken ben geweest, maar ik heb zelfs
beslist geweigerd om lid van het bestuur
te worden. Mijn werk is slechts mede
adviserend geweest en zo moet het ook
blijven nu ik bisschoppelijk gedeputeer
de ben. Dat neemt niet weg dat wij in
goed overleg vasthouden aan het prin
cipe, dat er drie componenten moeten
zyn, die ieder in de school hun eigen
invloed moeten hebben: gezin, kerk en
staat. Deze drie zullen organisch wor
den ingeschakeld en dan is de zaak zo
gezond als het maar zijn kan. Maar de
kern van het werk dat hier verzet is
en waar ik zo dankbaar voor ben, is
dat ik de leken hun gang heb kunnen
laten gaan.
Wat die co-educatie betreft, daar heb
ben wij bjj ons lager onderwijs in deze
parochie al vele jaren ervaring mee op
gedaan. Voor mij is daarbij van de al
lergrootste betekenis, dat het vrouwe
lijk element tot in de top van het school
bestuur is en blijft vertegenwoordigd.
Gelooft u mij, dat zal met deze krach
tige ruggesteun best meevallen."
Een
andere kwestie is de onderwijs
methode. Ik heb vertrouwen in de plan
nen, waarmede men in Wassenaar voor
de dag komt, want de zaak is in han
den van mensen die hun verantwoorde
lijkheid beseffen en die behoren tot een
intellectueel niveau, waarvan men kan
verwachten, dat zij weten wat zij gaan
doen. Ik ben echter een beetje huive
rig van het generaliseren in deze Niet
iedereen is het gegeven zo revolution-
nair te zijn. Co-educatie en co-instructie
zijn nog altijd grote vraagstukken, waar
over veel geschreven, gedebatteerd en
nagedacht is, maar waarvan wij toch
moeten zeggen, dat de wetenschappelijk
basis, waarop dat alles veilig kan rus
ten, er nog niet is. Men zal in Was
senaar dit alles ongetwijfeld met wijs
heid gaan toepassen. Ik vraag mij ech
ter af, of wij in het algemeen wel zo
hard van stapel moeten lopen. Vooral
in de moeilijke puberteitsjaren acht ik
co-educatie een uiterst teer punt. Het is
niet zozeer een probleem van materiële
als wel allereerst van geestelijke aard.
Dat laat zich verstaan, als men bedenkt,
dat kinderen juist in de meest gevoelige
periode, die van hun rijping, met deze
■vorm van opvoeding en onderwijs ken
nis zoudqji maken. Ik vind dit een zwa
re opgave voor het schoolbestuur, wat
niet wegneemt, dat ik niet a priori het
experiment wil afwijzen. Integendeel, ik
zal met veel belangstelling de resul
taten tegemoet zien.
Arts
Een huisdokter in Den Haag, die als
bestuurslid van een tehuis voor onge
huwde moeders in zijn dagelijkse prak
tijk en zijn sociale activiteit veel levens
ervaring heeft opgedaan, zei ons het vol
gende:
Het lijkt mij een lumineus idee deze
school. Wij moeten inderdaad naar ver
nieuwing toe. Dat men in Wassenaar de
zaken flink aanpakt doet mfj goed. Ja,
co-educatie is en blijft een groot pro
bleem. Ik hoor echter, dat men daar
aan in Wassenaar met beleid gaat be
ginnen en bepaalde grenzen trekt, zo
dat b.v. lessen in lichamelijke opvoe
ding, biologie en nog andere, niet sa-
*ne? ,w°rden gegeven voor jongens en
meisjes. Dan nog blijft er een moei
lijk probleem.
Maar ik zie weer een ander licht
punt en dat is de schoolpsycholoog.
Uit mijn praktijk in een tehuis voor
Ongehuwde moeders heb ik de waarde
van deze functionaris ten volle leren
waarderen. De geestelijke opvoeding
is een zaak, die wij in het verleden
tiaar altijd stelselmatig hebben ver
geten. En hoe langer hoe meer blijkt
thans, dat dat een facet is, dat niet
vergeten kan worden. In Wassenaar
zal een schoolpsycholoog een belang
rijke taak krijgen. Bij de toelatings
examens begint hij al met een beoor
deling, waaraan nog meer wordt ge
hecht dan aan de cijfers voor het
proefwerk. Ik acht dit zeer belang
rijk. Ik ben er wel van overtuigd, dat
het daarom zal draaien of het nieu
we systeem een succes zal worden.
Moeilijkheden zijn er ongetwijfeld aan
verbonden, maar die zijn er immers
°m overwonnen te worden.
Pastoor
Tenslotte hebben wij pastoor H. M.
an Spanje gesproken. Pastoor Van
Panje is de herder van de Wassenaar-
parochie waarin in September met
lioteerst.e 'eerlingen het nieuwe katho-
Va _mtedelbaar zal starten. Pastoor
v~" Spanje is als geestelijk adviseur
iem j Kath. Ned. Kinderbescherming
ste 2 i die .in jeugdzaken als een eer-
Hii ?es^UI}dige kan worden beschouwd,
da in de moeilijke jaren vlak na
kCJorlog niet anders gedaan dan het
uderen van juist deze problemen
Wij hebben tenslotte de opmerkingen
van de hoofdonderwijzer, in de aanhef
aan het woord, nog eens voorgelegd aan
een vader van een gezin van zodanige
omvang, dat wij bij hem enige routine
in het ouderambt kunnen veronderstel
len. Met name hebben wij hem ge
vraagd wat hij dacht van de suggestie,
dat ouders zo weinig van hun taak ten
opzichte van het onderwijs begrijpen,
dat zij eerst zelf nog eens zouden moe
ten worden opgevoed. De man glim
lachte eens en vroeg ons deze uiting
aan zijn laars te mogen lappen. Hij zette
het volgende betoog op: Uit gesprekken
met leidende figuren in het onderwijs
blijkt steeds weer, dat de eigenlijke
moeilijkheden bij de vernieuwing, waar
zowel ouders als deskundigen in het
onderwijs rtaar' zittéfi te snakken, eigen
lijk neerkomen op vrees voor admini
stratieve consequenties. De schoolbestu
ren veronderstellen vaak: als wij die
ouders binnenhalen dan zijn we nog
niet jarig. Zij zitten in een mum van
tijd op onze plaats.
Wat moeten wij ouders daar nu van
denken? Voorop staat toch, dat wij door
de natuur der dingen degenen zijn, die
het eerst bij de opvoeding betrokken
zijn. Wij observeren de kinderen dage
lijks en niet alleen wanneer ze in een
bank zitten, maar in hun meest onge
dwongen bewegingen en uitingen. Wie
kan nu beter beoordelen wat een kind
toekomt? Dus, zo zou men denken, is
ook het onderwijs primair onze zaak.
Wij ouders zijn helemaal niet van plan
de onderwijzers hun taak af te nemen.
Wij zullen wel wijzer zijn. Hebben wij
onze handen al niet meer dan vol? Zo
als het onze taak mede is om voor schoe
nen en kleren voor de kinderen te zor
gen, zo is het ook de taak van de onder
wijzers voor de banken en de schriften
en nog veel meer op school te zorgen.
Maar: als het er nu om gaat beslissin
gen te nemen, die voor de kinderen van
groot opvoedend belang zijn, dan moe
ten wij toch samen kunnen werken.
Daarom juichen wij hier in Den Haag
en omstreken, omdat in Wassenaar de
victorie kan beginnen en wij daar een
kans krijgen om mee te helpen om een
nieuwe wereld binnen te gaan samen
met U.
Zondag 11 Juli zal mgr. dr. J. H. G.
Lemmens, Bisschop van Roermond, in
de kloosterkerk te Merkelbeek, de H.
Priesterwijding toedienen aan de fra
ters: Raymundus Leusink (Oldenzaal),
Crispus Schikan (Uithuizen), Celsus van
der Krogt (Maastricht), Bernardinus
Boerland (Bargar-Compascuum), Grig-
nion Reimert (Hellepdoorn), Sergius
Brandehof (Hilversum), Theodardus
Megens (Berghem) en Wilhelmus Bos-
sink (Rossum), allen van de orde der
Carmelieten.
(Van onze luchtvaartmedewerker)
et schijnt de vliegtuigindustrie bij de ontwik
keling van straalverkeersvliegtuigen niet mee
te zitten. Terwijl de Britse Cornets nog steeds
aan de grond staan in afwachting van het resultaat
van het onderzoek naar de vliegramp bij Italië, staat
op het vliegveld bij Seattle het eerste Amerikaanse
straalverkeersvliegtuig, de Boeing 707 „Stratoliner".
thans eveneens vleugellam. Deze week zouden de
proefvluchten met dit type gemaakt worden en aan
het einde van deze maand stond de eerste triomfan
telijke vlucht New YorkLonden op het programma.
Maar aan de hoog gespannen verwachtingen van
Bc-eing is eind vorige maand plotseling een einde ge
komen, toen de „Stratoliner" bij een taxi-proef op
het platform „door de knieën" ging. De linkerpoot
van het onderstel bleek het gewicht van de enorme
machine niet te kunnen dragen en bezweek. De zware
wielconstructie werd in achterwaartse richting finaal
door de vleugel gedrukt, tot het vliegtuig met zijn
twee linkerstraalmotoren op het platform terecht
kwam. De verbijsterde ingenieurs van Boeing konden
terugkeren naar hun tekenkamers, om de construc
tiefout op te speuren en een nieuw onderstel te ont
werpen. Daarmee en met het herstel van de bescha
digde romp. de vleugel en de motoren zullen volgens
sommige sombere persberichten minstens zes maan
den gemoeid zijn. Zeker is in ieder geval, dat de
„Stratoliner" de eerste weken nog wel in de lappen
mand zal blijven.
Na de vliegrampen met de Comets is de argwaan
ouder liet publiek tegen „die straalvliegtuigen" thans
nog meer toegenomen, alhoewel de tegenslag, die
Boeing met zijn „Stratoliner" heeft ondervonden,
toch evident niets te maken heeft met de straal
aandrijving van het toestel. Het publiek ziet dat ge
makkelijk over het hoofd en het wantrouwen tegen
alles, dat zonder propellors vliegt, neemt toe. In
luchtvaartkringen is men er dan ook van overtuigd,
dat aan het passagiersvervoer met straalvliegtuigen,
door de ongelukken met de Comets en in mindere
mate ook door de tegenslag van de Boeing, een zware
slag is toegebracht, waarvan de omvang nog niet is
te overzien. Hebben de straalvliegtuigen wel een
toekomst, zo heeft men zich in bepaalde kringen al
afgevraagd. In luchtvaartkringen twijfelt men daar
echter niet aan.
Het probleem straalverkeersvliegtuigen heeft
niets te maken met het probleem luchtverkeers-
veiligheid. Vliegtuigongelukken zijn er altijd ge
weest en ze zullen ook wel nooit geheel zijn te ver
mijden. Het gaat er alleen om deze tot een aan
vaardbaar minimum terug te brengen. Daarom
vliegen de Cornets op het ogenblik dan ook niet
meer, maar ze zullen evenwel weer vliegen als de
fout is gevonden. Er is dan ook geen enkele reden
om aan te nemen, dat straalverkeersvliegtuigen op
den duur gevaarlijker zouden zijn dan gewone vlieg
tuigen.
Straalverkeersvliegtuigen brengen echter wel een
nieuwe verkeersmogelijkheid en ze zijn als zodanig
van zeer grote invloed op de verkeerspolitiek. Alleen
met straalvliegtuigen zal het mogelijk worden in de
toekomst in zes. misschien wel in vier uren van
Londen naar New York te reizen Ook als de atoom
vliegtuigen hun intrede zullen doen, zal men toch
nog van de straalvoortstuwing gebruik moeten ma
ken om de aandrijving tot zijn recht te laten komen.
En als het eenmaal zover is, dat men met een derge
lijke fantastische snelheid kan reizen, dan zullen
weinigen nog van langzamere vliegtuigen gebruik
maken, tenzij de kosten een grote rol gaan spelen.
De vervoersprijs van straalvliegtuigen behoeft ech
ter niet noodzakelijkerwijs hoger te liggen dan die
van gewone vliegtuigen. Het grotere brandstofver
bruik wordt weer gecompenseerd door het meer in
tensieve gebruik van het vliegtuig zelf. Hoe meer
reizen een vliegtuig kan maken in een bepaalde tijd,
hoe lager de kosten zijn per vlucht. De luchtvaart
maatschappij kan dus volstaan met een kleinere
vloot, waardoor ook kan worden bespaard op hangar-
ruimte en personeel. Niettemin zal een intensief
straalvliegtuigverkeer nog wel enige jaren op zich
laten wachten. In die tussentijd zullen de turbine-
schroefvliegtuigen nog een grote rol kunnen spelen.
Het voornemen bestaat nog vóór het
einde van dit jaar te Hollandia op
Nieuw-Guinea een „Opleidingsschool
voor hogere middelbare ambtenaren bij
de bestuurs- en administratieve dienst'
te openen. Voor de eerste maal zul
len 24 candidaten in opleiding worden
genomen van wie veertien voor de be
stuursdienst, zes voor de politie en vier
voor andere diensten.
De minister van Overzeese Rijksde
len deelt dit mee in een brief aan de
Tweede Kamer. Tevens heeft hij de
Kamer een overzicht aangeboden, dat
aan eventuele sollicitanten ter hand zal
worden gesteld. Daaruit blijkt o.a. dat
candidaten einddiploma H.B.S. 5 jaar
A of B dan wel gymnasium A of B
moeten hebben en dat de uitzending
geschiedt op kort verband voor de duur
van drie jaar.
Dr. Theo Henusse, een Belgisch arts
en tevens doctor in de rechten en de phi-
lologie, die een nog onbekend werk van
Molière heeft ontdekt, heeft over zijn op
zienbarende vondst thans een boek het
licht doen zien.
Dr. Henusse vertelt hierin hoe hij het
werk op de „vlooienmarkt" te Brussel
heeft gekocht voor slechts fr. 30. Het was
een naamloos deeltje met gedichten uit
de zeventiende eeuw. Aanvankelijk dacht
dr. Henusse niet aan Molière. Het boek in
teresseerde hem om heel andere redenen.
Hij had namelijk vastgesteld dat in het
werkje was opgenomen „Le voyage de
Chapelle et Bachaumon", een lang ge
dicht, dat in 1663 voor het eerst was uit
gegeven. Het boekje droeg echter het
jaartal 1661. Hoe kwam het dat een werk,
pas in 1663 uitgegeven, reeds in 1661 in
een andere uitgave te vinden was? Twee
jaar lang zette de doctor zijn onderzoek
te Brussel en te Parijs voort en hij vond
de verklaring: hij had het enige exem
plaar in handen van een allereerste uit
gave van 1661, waarvan de overige exem
plaren vernietigd waren.
Toen dit geheim opgehelderd was
meende dr. Henusse het boek te kun
nen wegleggen. Bij het doorbladeren
viel zijn oog evenwel op een tweetal
verzen, die hij heTkende als te zijn van
Molière, omdat men deze terugvindt in
„Le Misanthrope". De dokter nam toen
het hele stuk door en kwam tot de
conclusie, dat het hier een tot nu toe
nog onbekend werk van Molière be
trof.
Vermoedelijk werd het stuk, een pas
torale, waarin twee herderinnen, Iris en
Philis en een herder Liris voorkomen,
door Molière geschreven om opgevoerd
te worden aan een of ander hof. Om de
een of andere reden werd het werk ech
ter nimmer gespeeld. Daarom waar
schijnlijk heeft Molière tal van fragmen
ten van het werk in latere beroemd ge
worden werken, zoals „Le Misanthrope",
gebruikt. Het werk draagt slechts het
opschrift „Elogue" (herderszang). Het is
opgedragen aan zekere Fouquet en uit
gegeven „in de naam van Jezus Chris
tus."
Enkele Brusselse en Franse theaters
hebben reeds aangeboden het nog onbe
kende stuk te spelen.
PUI
-V*
Ö&wwK.J Aoa. 'Ni
De Boeing 707 „Stratoliner", het eerste Amerikaanse straalverkeersvliegtuig, toen het zijn triomfantelijke enzrée
maakte in de wereld buiten zijn constructie-iiangar. Enkele dagen later werd het toestel bij een taxi-proef zwaar
beschadigd, toen het enorme gevaarte door het linkeronderstel zakte. Deze tegenvaller voor Boeing stond volkomen
los van de straalaandrijving, maar desondanks werd daarmee een nieuwe slag toegebracht aan het vertrouwen fan
het grote publiek in „die straalvliegtuigen". Maar ondanks alle tot nu toe onverklaarbare ongelukken met de
Cornets en moeilijkheden met de Boeing blijft het straalvliegtuig het verkeersmiddel van de toekomst.
De heer Henry M. Laws, voormalig
Technical assistance and productivity
officer" van de F. O- A.-missie in Ne
derland, is bij K. B. wegens zijn ver
diensten op het terrein van de produc-
tiviteitsbevordering benoemd tot offi
cier in de orde van Oranje-Nassau.
(Van onze Lóndense correspondent) de gevangenis lijkt ons de aangewezen hem bevangen heeft, nu hij eindelijk de
hebben een theorie dat iede ElaatS voor alle dichters. Desnoods ver- hand van de meester in de zijne mag
etn ineorie aat lede- banne men hen gezamenlijk naar Schier- nemen.
Zevenzang geniet vanzelfsprekend in
letterkundige kringen een zekere ver
maardheid. Wij hebben de somberheid
een theorie dat iede
re jongeman en iedere jonge- monnikoog.
dame, zodra zij overtuigende
bewijzen hebben gegeven van creatie- wi-i hebben bovenstaande theorie eens
ve begaving als dichters, onmiddellijk in het openbaar verdedigd in Engeland,
behoren te worden veroordeeld tot le- en men luisterde naar ons met de ont-
venslange gevangenisstraf. Niet omdat stellende hoffelijkheid waarmee een En-
wij beslist de zonen en dochteren van £els gehoor bereid is alles te aanhoren,
de muze van hun vrijheid wensen te Er waren er zelfs onder de aanwezigen
beroven, doch omdat wij menen dat d!e ons bijvielen. En er was een dame
minnaars van de schone letteren nim- hie ons naderhand onder vier ogen ver-
mer in persoonlijk contact dienen te zekerde dat zij een dichter had gekend
*- J- haar vertelde_ dat hij uit principe
die haar vertelde dat hij uit
zijn vrouw iedere Donderdagmiddag een
pak slaag gaf. En deze dame vertelde
ons dat zij ter plaatse had besloten
nooit meer een versregel te lezen. Zij
had deze gelofte nauwlettend nageleefd
en was van plan tot aan haar laatste
komen met degenen die deze schoon
heid voor hen scheppen. Wij zijn even
eens van mening en dit vormt een
wezenlijk onderdeel van onze theorie
dat een speciale poëzie-politie in het
leven dient te worden geroepen, liefst
als onderdeel van de zeden-politie, wel-
ke zou bestaan uit zorgvuldig voor hun rijmloze snik slechts proza te lezen,
werk opgeleide afgevallen dichters die,
de speurdersvoeten gestoken in met
goud bestikte pantoffels, rond zouden
waren door steden en dorpen en die
het op een afstand van enige honderden
meters zouden kunnen ruiken, als op
een verborgen zolderkamertje een dich
tertje of dichteresje heimelijk poëzie zat kennen die de tegenovergestelde mening
Jacht op groot wild
ij zijn des te inniger overtuigd
van de juistheid van onze theo-
te bedrijven.
is toegedaan, ja, die van mening is
dat een persoon die waarlijk de poëzie
bemint zoveel mogelijk dient te ver
keren in het gezelschap van dichters.
Deze man die wij voor deze uitzonder
lijke gelegenheid Sevensong, of liever
Zevenzang, zullen noemen, besteedt al
dichters persoonlijk te kennen, a^hterf nn
„n „„„O mot Hichtorc ??chters.Hij wacht ze op aan stations,
Het zoete hapje
ij zelf, die het voorrecht heb
ben gehad meerdere, zelfs grote
hebben uit onze omgang met dichters t,eslUipt ze op openbare bijeenkom- Par^T een. an(ter soort bijeenkomst
G&t „ton Viii 1 or-»» Ir
twee dingen geleerd. Het eerste is
men door de dichter te kennen onher
roepelijk iets verliest van de onbevan
genheid waarmee men alle schoonheid
tegemoet behoort te treden. Het tweede
is dat dichters, hoe onorthodox zij ook
met de vriendschap plegen om te sprin
gen, het geheim van de ware vriend
schap beter kennen en beter beoefenen
dan enig ander soort personen, hetgeen
het gevaar des te groter maakt dat
van achter de tralies hunner versregels
u altijd een vertrouwd gezicht toegrijnst
dat u afleidt van de schoonheid. Of,
wat nog veel erger is, er vormt zich
een bijna onoverkomelijke barrière tus
sen u en de schoonheid, geschapen door
een bepaald dichter, omdat laatstge
noemde persoonlijke eigenaardigheden
bezit, die u onmiddellijk in gedachten
komen zodra u een vers van hem pro
beert te lezen. Hoe kan de stem van
een bevriend dichter u vanaf het pa
pier toezingen over de leeuwerik, als
dezelfde stem u nog in de oren tuit van
toen de dichter met hevige verontwaar
diging in uw tegenwoordigheid de ober
verweet dat er velletjes dreven in de
koffie? Wij hebben in Kopenhagen een
dichter gekend die de gewoonte had
des middags bij de thee een zo dun
mogelijk sneedje tarwebrood zo dik mo
gelijk te beleggen met frambozenjam
om hierop vervolgens een jonge heuvel
slagroom aan te brengen. Hij nam daar
op de overbelaste snede broods in zijn
zangershanden en nam de monsterach
tige zoetigheid tot zich. Sedert wij hem
eens bij deze walglijke voedering heb
ben gadegeslagen, hebben wij nooit
meer een vers van hem kunnen waar
deren. Want wij hebben een hevige af
keer voor jam, en alle verzen van de
ze dichter smaken voor ons naar de
satanische versnapering waarmee zich
deze muzenzoon tijdens het thee-uurtje
in het dichterlijke leven hield. Neen,
sten, hij legt hinderlagen voor hen in
de portieken van uitgeverskantoren, hij
achtervolgt ze in hun lievelingscafé's,
hij schrijft hen lange gevoelvolle brie
ven op hun verjaardagen. En er is geen
dichterlijke bijeenkomst waarop hij niet
rondsluipt om onverhoeds dichterlijke
als een donderwolk zien nederdalen over
vele poëtengezichten, als tijdens een li
teraire bijeenkomst Zevenzang binnen
trad. het gelaat stralend van geluk, de
handen klemmensbereid uitgestoken.
Wij hebben zelfs dichters letterlijk op
de vlucht zien slaan voor Zevenzang.
En wij hebben het meegemaakt dat
een dichter, waarvan wjj u» naam niet
kenden, waarvan we niet eens wisten
of zijn verzen rijmden of niet, en om
trent wien het ons onbekend was of hij
sonnetten schreef, dan wel kwatrijnen,
oden of klinkende epopéeën, ons in een
koortsachtig gesprek betrok over de
wedrennen, alleen maar omdat hij de
gloeiende ogen op zich gericht had ge
zien van Zevenzang die met geruisloze
tred kwam aangeschreden om de muze
te huldigen in een harer zonen.
v."" Wij zelf ze vegans mo ee En dan trad Zwanenzang stralend binnen,
rie, omdat wij in Londen iemand Tan al lK-t e7g kretkUrfrz¥n tf nTan-
zi®". v.an jte Sraad van schoonheid be- jn je ivoren torens hadden jullie moe- verzen had geschreven, namelijk dat
reikt in de verzen van de door hem ten zitten achter een kop chocola. Ga het leven slechts een droom en alle
zo vurig aanbedenen, maar met-dichters naar huis en schrijf verzen, schone ver- bestaan slechts schijn was. „Tibullus,"
zijn hem geen handdruk en zelfs geen zellj en jaat ons verder met rust." Geen zeiden wjj met luide stem, en zijn ogen
blik waard. Dit stelde ons in staat met woorden kunnen de schrik beschrijven gingen open en hij keek schuldig als
grote en veilige belangstelling toe te welke zich van ons meester maakte, een schooljongen die de poes van de
toen Zevenzang, met maniakkenogen bovenmeester geschopt heeft, „Tibullus
als de koplampen van een race-auto op mag ik je voorstellen aan een bewon-
een stormachtige herfstnacht, lijnrecht deraar, aan mijnheer Zevenzang?"
op ons afkwam, zich meester maakte „Wij hebben elkaar al eens eerder
van onze beide handen en begon te pom- ontmoet," stotterde Tibullus in wiens
pen alsof een grote brand op blussing gias de whisky een storm op zee na-
wachtte. „Zevenzang," zeiden wij, ter- deed terwijl znn andere hand in be-
wijl wtj wanhopig probeerden onze han- handeling werd genomen door alle han
den in ons bezit terug te doen keren,den van Zevenzang. „Tibullus," vroegen
„Zevenzang, je vergist je. Je moet ons wij wreed, terwijl wjj goedkeurend ken-
zlen bij Zevenzangs bedrijvigheid. Het
placht ons te boeien in poëtisch gezel
schap te verkeren tijdens een cocktail-
en op eens door de dichterschaar een
huivering te zien gaan, alsof schapen
de wolven hadden horen huilen in de
verte. Wij zijn er getuige van geweest,
dat zij zich dichter opeendrongen, als
zochten zij beschutting in elkanders na
bijheid tegen het gevaar dat zij bijna
instinctief voelden naderen. En dan trad
niet hebben. Je moet Catullus hebben
nis namen van de toenemende geest-
hancten in de zijne te klemmen en met strandbinnen in zhn oak dle Zlch glnds te bullten ®taat te Saarl drift waarmee Zevenzang pompte als
vervoering te fluisteren hoe ondraaglijk SeteCd en stad aan gratis jenever, of Tibullus die b« een ervaren dorpsbrandweerman, „wat
schoon hij des. dichters verzen heeft kort en ademloos ogenblik stil on de ^binnenkomst .zich verscholen heeft heeft je bewogen aan mijnheer Zeven
gevonden en hoe groot het geluk is dat Simpel, ^He /es^kkln r^dom zang te Y.ertellen dat wij dichter zijn,
ons stokten. Eén blik was voldoende
voor Zevenzang. Hij had zijn prooi ge
kozen en stevende op zijn keuze af. Dan
ging e. een -rilling van opluchting door
de dichters die zenuwachtig hun ge
sprekken'hervatten, terwijl zij zich kud-
Maar Zevenzang ging door met onze ofschoon je weet dat wij het nog slechts
pols- en ellebooggewrichten te beproe- gebracht hebben tot de lagere vormen
ven op hun sterkte. Hij had, zo ver- van bet proza?"
klaarde hij al schuddend, al zo lang „Neem mij niet kwalijk," zei Tibullus
zo vurig verlangd ons te ontmoeten. Het pyniyk, toen Zevenzang hem losliet ik
was een grote dag voor hem kennis heb het eerlijk niet kwaad bedoeld, "ik
met ons te .mogen maken. Het speet dacht dat -je misschien eenzaam was
miskenbaar, heel voorzichtig ruggelings landsTe^nde en bestonden er geen ver- heer LvenzTg eT^ ffler wer^KTon"
dichter naar de deur bewogen om ge- talingen van onze meer belangrijke wer- derbroken doof een' machti^ soort hik"
reed te zyn voor een overhaaste vlucht, kenaoor een macnug soort nik-
indien ook hun het gevaar zou bedreigen gflmd- Zevenzang had Horatius zien
van Zevenzangs g:estdriftige handtaste- Toen hij ons eindelijk in het bezit staan en verdween met grote snelheid
lijkheden. Wij hebben van deze tonelen stelde van wat er van onze handen over uit ons beider leven. „Tibullus", zeiden
diep genoten, hetgeen wellicht ongepast was gebleven na de hevige begroeting, w\j, „wat heeft jou bewogen mij Zeven-
van ons was. Maar wjj hebben hiervoor zeiden wjj: .Zevenzang, wie heeft jou zanS aan te doen en mij te beroven van
bitter, ach, hoe bitter moeten boeten, op de mouw gespeld dat wij dichter
zijn?" „Ben je geen dichter?" vroeg
Zevenzang onthutst. „Tibullus heeft mij
verteld dat je een beroemd dichter bent.
„Zevenzang," zeiden wij streng, „kom
Tibullus voor het raam
ant onlangs waren wjj aanwezig,
toen een uitgever, bij gelegen
heid van het verschijnen van
een nieuw boek, een aantal schrijvers
en dichters had uitgenodigd. Wij ston
den in alle onschuld een droge Martini
uit te wringen, toen de onrust door de
hoge horden voer, en wij schielijk naar
de deur keken. Daar was vriend Ze
venzang. Wjj genoten inwendig toen wij
de grote ontsteltenis zagen op de gela-
een van mijn grootst: genoegens, jullie
als schapen bijeen te zien staan en in
elkaar te zien krimpen bij het naderen
van de Zevenzangse wolf?"
Tibullus nam een verschrikkelijk gro-
onmiddellijk mee." Wij namen hem ste- te sl°k whisky en zei met een hoofd-
vig bij de arm en voerden hem naar
de diepe vensternis waarin wjj Tibullus
hadden zien binnenschieten toen Zeven
zang het vertrek betrad. Tibullus had
ons aan zien komen. Wij hadden bijna
medelijden met hem, toen wij hem
bleek zagen worden van ontsteltenis. Hij
kneep zijn ogen krampachtig dicht en
tot levenslange gevangenisstraf
probeerde, met een onfatsoenlijk groot
glas whisky in de hand, eruit te zien
ten van de dichters. Met groot leedver- alsof hij eigenlijk helemaal niet bestond,
maak dachten wij bij ons zelf: „Dan alsof wij ons slechts verbeeldden dat in de kerker, is voortaan onze leus;
hadden jullie maar thuis moeten blij- hij in de vensternis vurig stond te ho- Horatius in het Huis van Bewaring, en
ven. Jullie hebben hier niets te maken, pen dat waar was wat hij in een zijner Theocritus achter de trabes.
omspar ende grijnslach: „Ik vond het
tijd dat jij ook eens een keer gemas
seerd werd omwille van de schoonheid."
En nu zullen wij, die grotelijks plach
ten te genieten van de verzen van Ti
bullus, nooit meer een vers van hem
kunnen lezen zonder pijn te voelen in
onze vingeren, in onze handen, polsen
en ellebogen. Naar de gevangenis met
alle dichters, zeggen wij, vuriger dan
ooit. Tibullus in de bajes en Catullus
(Van onze verslaggever)
De nog jonge P. A. Tiele-stichting
heeft een bijdrage geleverd aan het
PEN-congres in Amsterdam in de vorm
van een kleine expositie van moderne
bibliophiele uitgaven van moderne
schrijvers die bij Nederlandse uitgevers
zijn verschenen. Men kon hiervoor vnj
putten uit de unieke verzameling Nie-
kerk, welke thans bezit is van het Ste
delijk Museum te Amsterdam.
Maandagmiddag is de expositie ge
opend door de voorzitter van de stich
ting, prof. Pitlo, die een kort overzicht
gaf van de bibliophielie en de uitgaven
van buitenlandse auteurs in Nederland.
Vele werken van achttiende eeuwse
Franse schrijvers zijn in eerste druk in
Nederland verschenen. Hetzelfde ver
schijnsel deed zich na 1933 met Duitse
schrijvers voor.
De kennis van en de liefde voor het
boek zal hopenlijk een nieuwe bloeitijd
tegemoet gaan nu de eerste bijzondere
leerstoel in de wetenschap van het boek
en de drukkunst op initiatief van de
stichting aan de universiteit van Am
sterdam is geopend. Enkele maanden
geleden is prof. mr. H. de la Fontaine
Verwey zijn colleges begonnen. In het
buitenland bestaan deze leerstoelen
reeds veel langer. De zoons van uitge
vers kregen vóór de oorlog hun scho
ling in het internationale centrum te
Leipzig. Amsterdam was de aangewezen,
vestigingsplaats voor een nieuwe leer
stoel met zijn oude historie op het ge
bied van uitgeverij en boekdrukkunst
en zijn rijke universiteitsbibliotheek en
bibliotheek van de Vereniging tot Be
hartiging van de Belangen des Boek
handels, welke uniek ter wereld is. Men
hoopt bovendien door cursussen, o.m.
door de befaamde letterontwerper Van
Krimpen en de kenner van de geschie
denis der typografie, notaris Warmelink,
de vakkennis en de belangstelling voor
het hoek te doen herleven. Ook stimu
leert de stichting de uitgave van biblio
phiele werken.
De collectie van veertig werken die in
een zaal van het Stedelijk Museum te
Amsterdam te zien is tot Zondag toont
dat Nedeiland op bibliophiel gebied een
naam heeft op te houden. Opvallend zijn
de prachtuitgaven uit de oorlogsjaren
toen de drukkers alle tyd hadden om
zich met de perfectionnering van het
uiterlijk van hun boeken bezig te hou
den.
Het Rotterdams Toneel studeert op
het ogenblik in het esperanto het to
neelstuk „De Leugenaar" van Goldini
in. Op Maandag 2, Dinsdag 3 en Woens
dag 4 Augustus zullen van dit stuk in
de stadsschouwburg te Haarlem voor
stellingen worden gegeven ter gelegen
heid van het internationale esperanto-
congres.
De Engelse kunsttentoonstellingen van
hedendaagse litho's en van de 18e19e
eeuwse aquarellen in het Bonnefanten-
museum te Maastricht, zijn voorlopig
tot en met 27 Juni verlengd.