BONIFACIUS de missionaris MONDHYGIËNE De prediking zijn voornaamste taak Aanvaarden van leergezag is verrijking van geweten Uitspraak in valse munterszaak K VP-voorzitter over het Mandement Andermaal: het Mandement Elke land een brill an 1 ZATERDAG 26 JUNI 1954 Ernstige bezinning geboden Dr. Van Bilsen over mandement Liturgische weekkalender Wanneer behoor ik mijn tanden te poetsen? 's Avonds of 's morgens - of 's avonds èn 's morgens? de conferentie alleen bijeengeroepen is om de ratificatie van het EDG-ver- drag door Frankrijk en Italië te be spoedigen. Een alternatief voo. de EDG, zoals het opnemen van West- Duitsland in de NATO, is niet over wogen, zo deelt het communiqué mee. Niettemin wekte het verwondering, dat minister Spaak gisteren, toen hij vernomen had dat de Franse Pre mier niet naar Brussel wilde komen, onmiddellijk zijn deskundigen op het gebied van de EDG, maar ook die op het gebied van de NATO bijeen riep. Nederland en de overige Benelux- landen zullen blijven vasthouden aan de Europese Defensie Gemeenschap in haar huidige vorm, zo heeft een woord voerder van de Nederlandse regering naar aanleiding van de ontwikkeling rond deze kwestie verklaard. De Be- nelux-landen zullen eensgezind blijven tegenover de Franse pogingen het ver drag te veranderen. Deze landen be houden zich ook het recht voor hun eigen weg te gaan als de defensiege- meenschap zou falen, maar ook dan rul len zij eensgezind handelen. Het Mandement heeft generlei wijzi ging gebracht in de positie van de KVP. Zij was en blijft eenheidspartij. Zij zal plaats moeten bieden aan alle katholie ken die een christelijk-sociaal beleid voorstaan. Aldus schrijft de voorzitter der KVP, mr. H. W. van Doorn, in „De Opmars" van deze week. De mentaliteit in de kringen en andere geledingen van de K.V.P. zal de ver vulling van deze eis niet in de weg mogen staan, evenmin haar organisatie vorm. Het vraagstuk van de politieke meningsvorming en meningsuiting in het Katholieke volksdeel en met name binnen de partij zal haar meer dan ooit ter harte moeten gaan. De Katholieke Volkspartij en vóór haar de Katholieke Staatspartij hebben steeds een grote verantwoordelijkheid gedragen, ook als gevolg van de uitspraken der Bisschop pen met betrekking tot het politieke le ven. Het Bisschoppelijk Mandement 1954 heeft thans deze verantwoordelijkheid opnieuw voor het voetlicht gebracht. Daarom is ernstige bezinning geboden. Bezinning op de gevolgen, die de richt lijnen van het Mandemen' met zich zul len meevoeren. Bezinning vooral op het beleid der Partij als instituut voor me ningsvorming en meningsuiting. Want de functie van eenheidspartij stelt bij zondere eisen. zijn werk de schijn van een ambtelijk karakter ontving, zou ik niet durven beweren, maar wel dat hij een soort delegatie van de hemelse Koning bij vorst en volk vervulde, hetgeen hem grote glans en veel vrijheid van hande len gaf. Dit gaf aan zijn activiteit ech ter ook een politieke kleur. Zover ging dit, dat paus Gregorius III in 739 niet aarzelde de bekering van de honderd duizenden heidenen aan de inspanning van Bonifacius en van Karei Martel toe te schrijven (Brief 45). Wat onze missionarissen met alle zorg Ons land is nu reeds enige weken het toneel van wat wij zouden kunnen noemen een „geestelijk steekspel". De aanleiding daartoe is het verschijnen van het bewonderens waardig Mandement der Nederlandse Bisschoppen geweest. Dagbladen en tijd schriften van alle richtingen hebben zich ermee bezig gehouden en doen dat nog. Wij mogen wel aannemen, dat dit feit aan niemand onopgemerkt is voorbijgegaan. Daarvoor heeft de pers, en ook de radio, wel gezorgd. Of dat goed is? Wü zouden willen zeggen: ja en neen. Ja in zoverre door woord en ge schrift de Katholieke levensbeschouwing, mits goed weergegeven, grotere bekend heid verwerft. Er is geen enkele reden waarom wij, als Katholieken, ons zou den moeten schamen voor ons geloof, ook dan niet, wanneer het consequen ties meebrengt, waarmee wij in deze wereld feitelijk alleen staan. Integen deel. Wjj moeten dankbaar zijn, dat God ons deelgenoot heeft willen maken van Zjjn eeuwige waarheid, waarvan wij met fierheid tegenover de wereld mogen getuigen. Neen antwoorden wjj op bovengestel de vraag, wanneer het bisschoppelijk woord, totaal verkeerd begre pen, door andersdenkenden wordt misbruikt om feitelijk de tegenstellingen onder ons volk te verscherpen. Het moge dan al waar zijn, dat de talrijke antwoorden van Katholieke zijde op be doelde misvattingen de zaken zo zui ver mogelijk hebben gesteld, toch blijft er van de verkeerde verklaringen zeer veel hangen en doorwerken, al was het alleen maar, omdat het weder woord door velen niet gelezen wordt. Wie verscherpt nu eigenlijk de tegen stellingen onder ons volk? Wij hebben zo juist gezegd, dat dit gebeurt door onze tegenstanders. Zij beweren, dat het de schuld is van het Mandement van de Bisschoppen. Wie heeft nu ge lijk? Het komt ons voor, of liever: wij zijn er vast van overtuigd, dat zij, die het bisschoppelijk document zo fel be- critiseren, het volkomen misverstaan. Is het al niet aanstonds opvallend, dat zij zich practisch allen beperken tot een bespreking van het laatste deel? Wij geven toe. dat dit tot op zekere hoogte begrijpelijk is. Daar immers komen de practische conclusies ter sprake. Maar het blijft o.i. onder alle omstandigheden onmogelijk practische besluiten goed te beoordelen zonder de opvattingen te begrijpen, waaruit zij zijn voortgekomen. Hier nu ligt naar onze overtuiging de hoofdfout, welke de tegenstanders van het Mandement be gaan. Zij beoordelen bepaalde menin gen. van de Bisschoppen los van hun wezenlijke samenhang met de Katho lieke geloofsovertuiging. En dat moet noodzakelijk tot een verkeerde voor stelling van zaken leiden. Men ziet nl. geheel over het hoofd, dat de enige en volkomen afdoende beweegreden voor het publiceren van het Mande ment gelegen is in de bezorgdheid der Bisschoppen voor het zieleheil hunner onderhorigen. Vóór alles hebben wij te doen met een herderlijk schrijven, dat op de zielzorg is gericht. Wie hier van een politiek manifest durft spreken, begaat zonder enige twijfel een funda mentele dwaling en geeft blijk het stuk of niet goed gelezen of verkeerd be grepen te hebben. Natuurlijk mogen wjj niet eisen, dat niet-Katholieken van onze geloofsleer op de hoogte zijn. Wij weten ook, dat velen daarover de vreemdste opvattin gen hebben of totaal geen belangstel ling ervoor koesteren, vaak, omdat zij, uit hoofde van overgeleverde vooroor- delen-in-eigen-kring het Katholicisme beschouwen als een overleefd verschijn sel b.v. uit de Middeleeuwen, dat be slist niet meer past in de moderne tijd. Dat moet ieder voor zich verant woorden. Maar indien men katholieke aangelegenheden gaat beoordelen, dan mogen wjj wel eisen, dat men dat doet met een zo groot mogelijke kennis van zaken. Wij verwachten niet, dat ieder een het eens is met de Katholieke levensbeschouwingen, maar wij mogen wel vragen, dat men, alvorens katho lieke levensuitingen te beoordelen, zich eerst vergewist van de beginselen, waaruit deze voortvloeien. Doet men dat, dan zijn wjj er vol komen gerust op. dat "men geen te genspraak zal ontdekken. Het blijft dan nog altijd mogelijk, dat men onze begin selen afwijst, maar men zal erkennen, dat de gewraakte gedragslijn logisch daaruit voortvloeit en ze eerbiedigen als consequente beginselvastheid. In dat geval is er geen gevaar, dat de zaken uit hun verband worden gerukt en bij gevolg onvermijdelijk verkeerd worden beoordeeld. Voor ons is het Mandement een voorbeeld van moderne predi king, die wij zeer bewonderen. Hier zijn onze hoogste zielzorgers aan het woord, die de tekenen van de tijd verstaan en, geleid door de H. Geest, hun waarschuwende stem laten horen, omdat zij het gevaar zien, dat „de hun toevertrouwde gelovigen" bedreigt. De leidiijg van de Kerk is van nature vooruitziend. Haar ervaring van bij na twintig eeuwen heeft haar getuige doen zijn van het wisselvallige van Advertentit (Van onze medische medewerker) Soms kan men zich bij de keuze van een onderwerp verwonderd afvragen, waarom men een der gelijk belangrijk hoofdstuk uit de ge zondheidsleer niet eerder een kroniek heeft waardig gekeurd. Want belang rijk is een goede verzorging van het gebit ongetwijfeld. Hoeveel mensen zouden op dit moment hun gezondheid niet een onherstelbare schade toe brengen, alleen maar door de ver zorging van hun tanden en kiezen te verwaarlozen? Tandbederf is een ziekte waar maar weinig mensen voor gespaard blijven. Soms vallen zelfs de melktan den al ten offer aan tandcariës (tand bederf, ook wel tandwolf genoemd). Het wordt al erger als ook de eerste blijvende kiezen niet aan dit lot kun nen ontkomen. Deze zijn vaak al ge heel weggerot voordat men dit merkt, al zal dit in het vervolg, nu de school- tandverzorging steeds beter georga niseerd wordt, wel tot de uitzonderin gen gaan behoren. Over het ontstaan van tandcariës bestaan zoveel theorieën, dat dat al leen al een bewijs ervoor is, dat men de juiste ontstaanswijze nog niet op het spoor is. Intussen staat wel vast, dat erfelijkheid en voeding een be langrijke rol spelen. Het eten van veel zoetigheid werkt het tandbederf in de hand. Een waarheid waarvan men ons al als kind heeft trachten te over tuigen. Verder schijnt het ontbreken van bepaalde stoffen in het voedsel, bijvoorbeeld kalk en flu oor, een fac tor van betekenis te zijn. Een geva rieerde vitaminerijke voeding zal dus ook bij de bestrijding van tandcariës goede diensten bewijzen. Belangrijker nog is een goede mondhygiëne, waar onder we dan verstaan de dagelijk se verzorging van onze tanden. Met een goede tandverzorging kan men niet vroeg genoeg be ginnen. Ideaal zou het zijn, de tanden te poetsen na elke maaltijd. Op grond van practische overwegin gen is dit natuurlijk niet goed moge lijk. Men kan echter volstaan met twee maal per dag de tanden te poet sen, eenmaal 's morgens en eenmaal 's avonds. Als men dan maar weet, dat het 's avonds verreweg het nood- ZONDAG 27 Juni: Zondag onder octaaf van H. Hart; eigen mis; 2 geb. oct. van H. Hart; 3 geb. oct. van Joannes: Credo: prefatie van H. Hart; wit. MAANDAG: H. Irenaeus, bisschop-marte laar; eigen mis; 2 geb. oct. van H. Hart; 3 geb. oct. van Joannes; 4 geb. vigilie van H.H. Petrus en Paulus; Credo, pre fatie van H. Hart; laatste evang. van vi gilie; rood. Ofwel: Vigilie van H.H. Petrus en Paulus; eigen mis; 2 geb. H. Irenaeus; 3 geb. oct. van H. Hart; 4 geb. oct. van Joannes: geen Credo; prefatie van H. Hart; paars. DINSDAG: H.H. Petrus en Paulus; eigen mis; 2 geb. oct. van H. Hart; Credo: pre fatie van de apostelen; rood. WOENSDAG: Gedachtenis van H Paulus: eigen mis; 2 geb. H. Petrus; 3 geb. oct. van H. Hart; 4 geb. oct. van Joannes; (Den Bosch: 5 geb. voor bisschop, ver jaardag van zijn wijding); Credo; prefa tie van de Apostelen; rood. DONDERDAG: Feest van het H. Bloed van Jezus Christus: eigen mis: 2 geb. octaaf dag van Joannes; Credo; prefatie van H. Kruis; rood. VRIJDAG: O. L. Vrouw Visitatie; eigen mis; 2 geb. octaafdag van H. Hart: 3 geb. H.H. Processus en gez.; Credo; prefatie van O. L. Vrouw; wit. Ofwel: Votiefmis van H. Hart; Gloria: 2 geb. O. L. Vr. Visitatie: Credo: prefatie van H. Hart; laatste evang. O. L. Vr. Visitatie; wit. ZATERDAG: H. Leo, paus-belijder; mis Si diligis; 2 geb. oct. H.H. Petrus en Pau lus; 3 geb. Concede; Credo; prefatie van de apostelen; laatste evang. H.H. Pe trus en Paulus; wit. Den Bosch: H. Rumoldus, bisschop-martelaar; mis Sacer- dotes; 2 geb. H. Leo; 3 geb. H.H. Petrus en Paulus; Credo: prefatie van de aposte len; laatste evang. H.H. Petrus en Pau lus; rood. Breda: Alle H. Bisschop pen van Breda; eigen mis; verder als Den Bosch; wit. ZONDAG 4 Juli: Vierde Zondag na Pink steren; eigen mis; 2 geb. H.H. Petrus en Paulus; Credo: prefatie van H. Drieëen- heid; groen. (Utrecht: 2 geb. Over brenging van H. Martin us; 3 geb. H.H. Petrus en Paulus). zakelijkst is, dit goed te doen, omdat juist gedurende de nachtrust de over gebleven spijsresten hun funeste in vloed op tanden en kiezen uitoefenen. Het voornaamste hulpmiddel bij dit ri tueel is de tandenborstel. De tegen woordig zo populaire nylontandenbor stel acht ik niet zo gunstig. Het ge vaar bestaat, dat de harde „haren" daarvan het tandvlees op de duur van de tandwortel afschuren, met kans oi infectie van dieper gelegen weefsels. Het verdient bovendien aanbeveling niet alleen horizontale bewegingen te maken bij het borstelen, maar ook van boven naar beneden en omge keerd waardoor de speekselsecretie bevorderd wordt, hetgeen eveneens in belangrijke mate bijdraagt tot reini ging van het gebit. Een doeltreffende mondhygiëne is natuurlijk verder niet denkbaar zon der een geregelde controle van het gebit door de tandarts. Als dit twee maal per jaar gebeurt, kan men er zeker van zijn niet plotseling door grote gebreken te worden opgeschrikt, om nog maar te zwijgen van het economische voordeel dat deze goede gewoonte aankleeft. Ik kan me begrijpen, dat U nu ein delijk antwoord wilt hebben op de vraag waarom slechte tanden zo'n ge vaar kunnen opleveren voor onze ge zondheid. Welnu dan, allereerst de meest voor de hand liggende, maar de minst gevaarlijke reden. Het slech te gebit kan het voedsel niet fijn ge noeg verdelen, waardoor dit niet vol doende met de spijsverteringssappen in aanraking komt. Met andere woor den: er komen te grote brokken in de maag terecht. Dit kan inderdaad een bestaand maaglijden verergeren of er de oorzaak van zijn. Veel erger zijn echter de gevolgen van het feit, dat er zich ergens een infectiehaard in het lichaam bevindt, met name dus het carieuze gebit. liet louter aanwe zig zijn van die haard kan langs al lergische weg elders in het lichaam ziekelijke afwijkingen doen ontstaan, die wij kennen als ernstige ziekten: Rheumatische ziekten, bepaalde nier ziekten en hartziekten. En dat is de reden, dat wij zo bezorgd zijn voor het behoud van Uw gebit. VAN S.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 7