I
De Zusters vertrekken,
„Sancta Maria
blijft
In de Bollenstreek is het weer begonnen
A
Toen Agnietje ten huwelijk zat
w
DE WEEK IN STAD EN STREEK
Katholiek Haarlem neemt üandaag
afscheid van het convent
Laat deze kans niet
onbenut voorbijgaan
Voor vele handen werk aan
Hollands Roem
CITROËN
Sancta-leerlingen
zeggen vaarwel
EEN LIEFDE IN DE HAARLEMMERHOUT
De verloving van een
17de eeuws meisje
Reeks van feesten
Adjudant H. L. Spee jubileert
en gaat met pensioen
Voortreffelijk politieman verlaat
de dienst
t?
t:
EIS
JG
L"
A
SLEUTEL WEG?
m
„tt ii hadden het liefst de
deur gewoon achter ons
dichtgetrokken"
Garage Parklaan
ZATERDAG 17 JULI 1954
PAGINA 3
I
r
ie
in
ad
IJK
ri-
50
en:
■19
99
Nuchter en prozaïsch
P
M. s
,Bloemenfabriek'
„DE SLEUTELSPECIALIST"
Geld 'm het laadje
Gepoetste bollen
Neem dan
NEUROTONIC!
Dame raakte beklemd
tussen deuren van bus
tart
Sing
lag.
en
ïkent
1, ta-
voor
neel-
sor-
Een
laltje
par-
EN
OOB-
iker
Wij zouden het liefst de deur ge
woon achter ons dicht trekken
en ongemerkt uit Haarlem weg
gaan." Dat is zode gedachte van de
Zusters van „Sancta Maria", niet omdat
zij blij zijn Haarlem te verlaten, integen
deel, maar omdat zij haar vertrek bij
zonder nuchter opvatten en zich niet
schuldig willen maken aan enige senti
mentaliteit.
„De Kerk valt echt niet", is het
Ironisch commentaar, „en wij gaan er
gens ander weer gewoon opnieuw be
ginnen of het werk van anderen voort
zetten."
In dit geval hebben de Zusters ge
lukkig weinig commentaar te geven, zij
kunnen eenvoudig de deur niet gewoon
achter zich dichttrekken, want daar is nog
een comité, dat de voet tussen de deur
en de drempel gezet heeft. En zo moe
ten de Zusters Franciscanessen van
Heythuizen, die zovele jaren het katho
liek middelbaar onderwijs voor meisjes
geleid hebben in Haarlem, zich vandaag
een afscheid laten welgevallen, dat haar
vanwege ouders en oud-leerlingen be
reid wordt.
Toen bekend werd, dat de zusters
„Sancta Maria" vaarwel zouden zeg
gen, bleek wel uit de reacties, welke
plaats zij ingenomen hebben in het
Haarlemse katholieke leven. En geen
■wonder, want honderden oud-leerlin
gen, verspreid over heel het land,
zelfs uitgezwermd naar alle windstre
ken der aarde, bewaren haar eigen
herinneringen aan deze Franciscanes
sen en zij kunnen zich het primitieve
maar huiselijke „Sancta" aan de Dreef
moeilijk indenken zonder de docenten-
In-habijt.
Wij hebben beloofd het voor de zus-
?,rs ,,,lr? afscheidsartikel niet te
i, maken- maar wij zouden ons
lno a "genoegen op de hals halen
van de vele Ivonnekes. Carla's. Anne-
hesjes ,ar.lol.lintjes enz., wanneer wij
bij dit afscheid zwegen. J
„Sancta Maria" is betrekkelijk jon*
en zeer velen kunnen zich nog de eer
ste jaren herinneren, toen de school de
kinderschoenen nog moest ontgroeien.
Het was Haarlems bisschop, mgr. .T. n.
A. Aengenent, die omstreeks 1930 de
Congregatie "an Hevthuizen, die ook
de zorg voor de scholen in de Koning
straat heeft, verzocht ook de gymna
siale opleiding voor meisjes ter hand
le nemen. Tn do Koningstraat was toen
^el sedert 1928 een zgn. bovenbouw.
Welke de Middelbare Meisjesschool
frond de. maar deze bleek niet af-
Ö0Bndo in dé behoefte te voorzien.
°P 8 Sentember 1931 werd er met
j ~h> O ÖC »'.ein"Cl WTJLva v-i
eerste klas gymnasium in de Ko-
kocht
Vq-^freef
begonnen, de Congregatie
Januari 1992 het Pand aan
m en reeds in September
Z?1} hetzelfde 7aar begon ..Sancta Ma-
•ri&1 I. tandic; bestaan aan de
Hennnenngev
u+an en 17 leerlingen
9 leerkrfchtbee?0nnen. Onder de
Werd er lfto^de eerste rectrix
docenten war6nP de huidige rectr-x
2uster Morte zuster Cathnno,
zuster Mapdeel®"erhuisde naar de Dreef
die niet 11166 - ap Koningstraat werk
en thans nog m de Ko Gymnasium
Zaam is. In 1936 «d tot Lyceum
en m. M. S. samengevoeg Maria"
en deze vorm heelt bewaard,
tot op de dag van va"Q"fljnke school
Dat het lyceum tot een1 uit het
is uitgegroeid, moge bUJK bet iy_
getal yan^ 368 leerlingen, dievan 35
aren hebben
leerlingen
if6
Nu de huis- aan huis-collecte ten bate
van de zo bekende verenigingen „Her
wonnen levenskracht" en „Santos" ten
einde is en de week wordt afgesloten
met een openbare collecte, wil ik toch
nog met'n enkel woord de collecte, wel
ke morgen (Zondag) aan de uitgangen
der kerken voor het schone werk van
genoemde verenigingen gehouden zal
worden, extra aanbevelen.
Velen zullen reeds de helpende hand
geboden hebben in de vorm van een
ruime bijdrage, doch mogelijk zijn er
toch nog personen die, door welke oor
zaken dan ook, achterbleven met htt
verlenen van finantiële hulp. Vooral hen
maak ik attent op de collecte welke
morgen aan de uitgangen der kerken
gehouden zal worden. Laat deze kans
niet onbenut voorbijgaan en toon Uw
dankbaarheid voor het bezit van eigen
gezondheid. God schonk ons de zieken
om goed voor hen te zijn, om de
naastenliefde te beoefenen. Daarom,
kent Uw plicht en helpt mede aan de
verzorging van de zieken, door een roy
ale bijdrage te schenken.
De zieken zullen, daarvan ben ik over
tuigd, als tegenprestatie hun lijden aan
God aanbieden, om Zijn onmisbare ze
gen over U en de Uwen af te smeken.
W. N. Zijlsrta,
Deken van Haarlem
Advertentie
Zoals haast elke andere streek in ons lieve vaderland, heeft ook de bollen
streek haar „seizoen". Het begrip „seizoen" betekent veel in het leven
van alledag. Voor de één een tijd van ontspanning in bad-, zeil- of
welk ander seizoen van geneugte dan ook, voor de ander betekent „het
seizoen" een periode van harde en stage arbeid. En daarin is ook weer ver
schil. Een aardbeiencampagne duurt enkele weken, het bollenseizoen van
half Juni tot bijna Sinterklaas. Maar wat beide soorten van seizoenen, de
vreugdenrijke en de arbeidzame, gemeen hebben, is een zekere magie,'dat
elk seizoen aan zijn belevers biedt.
de grond en de grijpende handen naar
de gestorven bollen, steeds in eender
rhythme van staag op de knieën vooi-t-
kruipende mannen, een lijnenspel van
lange kruipvoren in de aarde achter
latend. In zon en regen of, zoals in deze
vermaledijde zomer, in herfstige kilte.
Zoals gezegd, spectaculair is het niet,
maar ook hier ontbreekt weer niet de
dikwijls onbewuste liefde voor de ar
beid en de vreugde om de resultaten
daarvan: de tot de nok gevulde schuur.
Verkoop - Onderhoud - Reparatie
Officieel Citroën-agent v. Haarlem en omstr.
J. Slot, Parklaan 26, Tel. 14163, Haarlem.
Wanneer we van het bollenseizoen
spreken moge de vreemdeling wellicht
op de eerste plaats denken aan kleu
rige velden en de nog ongeëvenaarde
Keukenhof, de „inboorling" spreekt
slechts van zijn seizoen, wanneer het
extra werken is geblazen. Dat is de
tijd, waarin het aankomt op het werk
van onze handen en... onze hoofden,
nadat moeder natuur het hare heeft
gedaan. Maar kom, laten we niet ver
der uitweiden en kort en goed vast
stellen dat het seizoen, ons seizoen, in
volle kracht is losgebroken.
Spectaculair is het overigens niet,
niet voor de buitenstaander, noch voor
de ingewijde; het is alleen maar nuch
ter. Na de poëzie van de groei en de
bloei is de oogst gekomen, een oogst
in alle nuchterheid. Geen gedicht van
blinkende, klinkende sikkels en ruisend
vallend graan, maar prozaïsch gewoel'
van wroetende handen in de grauwe
grond, van alle poëzie ontbloot. Geen
zwaaiende zeis in de handen van de
boer onder een laaiende zomerzon, zo
als Van Goch het zag. Zelfs niet de
moderpe jazz van een ratelende maai-
machine. Slechts het gebogen lijf naar
De eerste lichting van „Sancta
Maria" in het vroegere school-
costuum, maar degelijk met een
schort voor.
tellen. Er is niets bijzonders gebeurd,
zeggen zij dan, wij hebben met enorm
veel pleizier gewerkt in Haarlem,
maar wij hebben ook zoveel te danken
aan de leken-docenten, die de school
mee hebben helpen opbouwen. En
dan de ouders, de leerlingen en voor
al de oud-leerlingen. Telkens blijkt
weer, dat velen van de laatste groep
min of meer het contact met „Sancta"
blijven bewaren, en dat zegt toch veel.
De zusters vertrekken, „Sancta Ma
ria" blijft, maar ongetwijfeld blijft
ook de sfeer, die de nieuwe rectrix,
dr. Maria Nolte, en vele der overige
docenten in het verleden hebben kun
nen proeven. Dat doet de Franciscanes
sen zonder zorg uit Haarlem weggaan.
SSsde loon der jaren-J
zo
zocht, 212~behaaldenaihet eindexamyn-
ffmnamma en 377 het eindexamen
Spreek nu maar met de oud
nanen en zij zullen met eermea
liefde gewagen van zuster Hoi
letterlijk en figuurlijk een grote
vrouw, die met de inzet van
haar persoonlijkheid de school hee
opgebouwd. Zij kunnen veel vertel
len uit die jaren, toen de Marianen
nog haar eigen uniform hadden,
hruine rok, witte blouse met brui-
rias en een bruine „pet" op het
Dat uniform was de trots
school; nu is dat alles niet
Sfeer maar de geest op „Sancta". is
gebleven en wie maar iets
af sfeer van de school wil proe
van de maar eens goed beluiste
ven, moet ma t schooib]ad „Primi-
tTe"Wdae dakpannen fluisteren".
e zuster Hortense
Na de do0phristiana de leiding in
kreeg zuster Christi hartelijke
handen, een begaaFons Vitae"
vrouw, die in 1951 na werd en nog
in Amsterdam benoemd sch0k, die
herinnert zich iedereen n jn 1953
de tijding van haar overlig ht
ook in het Haarlemse teWTl7 zuster
Dat betekende tevens, tiana in
Cherubine, die zuster Cnr „ebruarj
Haarlem was opgevolgd, m werd.
1954 naar Amsterdam geroepen
Aan zuster Madeleine, de recti -
de milde humor, de enig overg
vene van- Sancta van het eerste
is het voorbeschikt geweest om
religieuzentijdperk op „Sancta Mar
te besluiten.
Nu kan men ook de zusters zelf
gaan vragen een en ander en liefst
veel over de voorbije tijd te ver-
Deze sportieve plaat geeft een
niet minder degelijk, maar toch
geëvolueerd beeld van „Sancta
Maria" anno 1953.
Het Minervatheater te Heemstede
was gisterenavond gevuld met een ge
zellig kwetterende menigte leerlingen
van „Sancta Maria", die met een fees
telijke avond afscheid namen van de
zusters. Niet dat de meisjes het zo ple
zierig vonden, dat de zusters de school
gaan verlaten, maar de sfeer van Sanc
ta Maria is nu eenmaal feestelijk en
de zusters wilden er geen drama van
maken. Niettemin liet de presidente van
„vivos", Netty Hevelt, toen de zusters
onder een langdurige ovatie waren bin
nengehaald, in haar toespraak namens
de Marianen wel blijken, dat allen het
vertrek bijzonder betreuren. Met het
hart op de tong verklaarde zij: „Reeds
lang heeft ons allen rond dit afscheid
een gevoel bekropen, dat niet is uit
te drukken. We hebben ons steeds af
gevraagd Waarom gaan de zusters
toch weg? En steeds ook hebben wp de
stille hoop gekoesterd dat er niets van
terecht zou komen". Netty Leveld her
dacht de zusters Hortense en Christia
na, memoreerde het werk van de zus
ters Cherubine en Madeleine en uiter
aard van allen, die deel hebben uitge
maakt van het Flora-Convent; zij
kwam letterlijk woorden tekort om
maar goed te laten uitkomen hoe dank
baar men de zusters gezind was en
met de beste bedoelingen liet zij, onder
hilariteit van alle aanwezigen, ontval
len: Ja, we weten wel wat we hebben,
maar niet wat we krijgen. En zij ver
zekerde dat hoe de toekomst ook
zal zijn de zusters van Sancta Maria
nimmer in het vergeetboek zullen ra
ken. „Het cabaret van de glimlach'
werkte daarna een vlot programma af
en een goochelaar maakte daarbii veel
furore, vooral toen bleek, dat hii zelfs
zuster Angèle te vlug af was Vadat
aan het slot de sprekende pop Jantje
stormen van vreugde had veroorzaakt
door allerlei interne zaken van de zus
ters aan het jeugdige publiek bekend te
maken, beklom aan het eind van de
avond de wrnd. rectrix zuster Made
leine het podium en deze sprak een
afscheidswoord. Zij begon met haar
diepste dank voor de buitengewone wij
ze waarop zelfs de meest interne za
ken op een geestige wijze waren be
handeld. Grote dank bracht zij ook aan
pater Wilshaus en de heren Hendriks
en Gelissen, de laatste vooral voor het
uitstekend verzorgd programma.
Zuster Madeleine wees er in haar
slotwoord op, dat ook als de zusters
eens vertrokken zijn elk meisje moet
zijn als een kathedraal, waarin een
Mariabeeld staat. Zij hoefde dat niet
nader uiteen te zetten, want iedereen
zou wel begrijpen wat daarmede be
doeld werd. Heel veel dank bracht zij
aan alle meisjes die vooral in de laat
ste maanden lief en hartelijk voor de
zusters zijn geweest en waardoor leer
lingen en leerkrachten elkaar zo goed
hebben leren kennen. En omdat het
nooit de bedoeling is geweest van dit
afscheid een drama te maken gaf zij
alle leerlingen met plezier over aan
mej. Nolte, aan wie zij ze graag toe
vertrouwde.
1 zette Agnietje dan het venster van haar slaapkamer niet open voor
nachtelijk bezoek, de hartveroverende serenade van de verliefde jon
geman beneden in de straat, miste zijn uitwerking niet. Op een goede
dag is Agnietje heel eenzaam maar mooi in de rijkversierde trouwslee ge
stapt en met groot gevolg naar de Grote Markt gereden. Daar is ze uitgestapt
om te voet concessie aan de nieuwsgierigheid van een ook toen op bruids
toiletten verzot publiek naar de hoge trappen te wandelen, waar de brui
degom geworden avondlijke minnezanger haar stond op te wachten, mager
tjes en bleek van de zorgen en drukte der voorafgaande weken. Trouwen
moge in de twintigste eeuw geen sinecure zijn, in de zeventiende eeuw
waren de plichtplegingen, die er aan voorafgingen zo vele en zo uitgebreid,
dat de stadsregering aan een en ander paal en perk moest stellen.
We willen Agnietje nog even blijven volgen op haar levensweg, iets ver
tellen van de verloving en het trouwen in haar tijd, de stralende en geluk
kige zeventiende eeuw.
Agnietje was de laatste tijd niet meer
zo rustig en lijdzaam thuis. Moeder
hoorde haar klacht: „Men sit den gan-
schen winter thuys, Daer is men stii
gelyck een muys. Men spreeckt, men
hoort, men weet' er niet, Ais dat mer
in de keucken siet." Agnietj'e wilde nu
wel eens getrouwd zijn. Moeder glim
lachte met iets meewarigs om de mond.
Je zult nog wel eens terugdenken aan
de tijd bü moeder thuis, want moe
der kende ook een rympje: „ach, welck
een sorghe heeft et wijf, Haer kindren
syn er niet van 't lijf, 't is tobben
van den morgen, dra, tot aen den lae-
ten avent, spa. De dwael, de boenders
en de kwast, De uythael, Schoonmaeck
en de wast, Die zijn er spooksels en
gequel. En maecken 't leven als een
Aavertentxe
LANGS V EERSTRA AT 10 - TEL 1149.)
hel. 't is altijd zelfs des nachts gedruys;
was ick bij moeder maer in huys"—I
Hetzelfde rijmpje hebben we in een
versie van de twintigste eeuw wol meer
gehoord, nietwaar jonge moeders? Maar
i zomin als Greetje van onze tijd, luis
terde Agnietje van de zeventiende eeuw.
Er zat dus niets anders op dan de
verlovingsdatum van Agnietje vast te
stellen en vrienden en kennissen uit te
nodigen „ten huwelijk te komen zitten",
zoals het verlovingsmaal in de zeven
tiende eeuw werd aangeduid. Op de
verlovingsdag werden de ringen gewis
seld. Beide verloofden droegen er een,
totdat het huwelijk was gesloten. Daar
na droeg de vrouw beide ringen, in
eengesloten, aan de middenvinger of
ook wel aan haar rechterduim. De ka
tholieken hadden toen de gewoonte, dat
de jongeman zijn verloofde de ring
schonk. Ze droeg deze dan aan de lin
kerhand tot op de trouwdag, waarna
de ring naar de rechterhand verhuisde.
De jongeman droeg de ring, die zijn
verloofde hem gaf, steeds aan de lin
kerhand.
Behalve ringen schonken verloofden
elkaar de helft van een doorgezaagde
halve dukaat van Albertus en Isabella
(eenvoudig „Albertus" genoemd), ze
schreven elkaar een trouwbelofte, on
dertekend met hun eigen bloed. Bij de
hervormden werden ingeval een der
verloofden ontrouw was geworden, de
ring, de Albertus en de trouwbelofte
als bewijsstuk overgelegd, waarop dan
de ontrouwe vermaand werd „tot her
stelling der breucke". Waren er geen
ringen of trouwbeloften, dan vond men
het heel gewoon de minnebrieven te
tonen!
Nu was dat in de zeventiende eeuw
niet zo heel erg, want de heren van
de kerkeraad konden bij de eerste blik
in de minnebrieven al.zion of ze wa
ren overgenomen uit het „recepten
boek" voor dergelijke brieven „Het Post
kantoor van Cupido en Mercurius", wel
ke schoolmeester ze voor de jongelui
geschreven had of welke broodpoëet ze
had „gedicht".
De verloofden ontvingen vanzelfspre
kend ook geschenken van ouders en
schoonouders. Daartoe behoorde een
zilveren tuigje met schaar, naaldenko
ker enz., dat de schoonvader aan het
meisje gaf. Het was een grote eer
voor een meisje een dergelijk tuigje
te dragen ten teken dat ze „verzeid"
was.
Het ten huwelijk zitten eindigde met
een maaltijd, die vaak zeer kostbaar
was. Vele gasten werden er bij geno
digd en het ging er gezellig aan toe.
Hoewel: „Huwelykspret en huyzenstich-
len, kan een mensch de goudbeurs I 2
lichten", en dat moesten onze voorou- I H.
ders, die graag groot deden, maar al tie
te vaak ervaren.
Na de verloving, waarop dikwijls de
trouwdatum reeds werd bepaald, be
gon de drukke tijd van de zorg voor
de uitzet, die zeer degelijk was en uit
gebreid. De dochter, Christina van tfe
Amsterdamse burgemeester Cornelis
van Beveren, kreeg o.m. 100 sprvetten,
100 lakens, 50 zakdoeken, 150 hemden
en onderhemden als haar uitzet. Ag
nietje had zoveel noten niet op haar
zang, maar dat ze haar linnenkast de
gelijk wilde voorzien, laat zich begrij
pen.
We moeten haar nog wat met haar
uitzet bezig laten om in het volgend
opstel het huwelijksfeest en wat daar
aan voorafging mee te maken.
Jan B.
En daar treedt de natuur terug om
plaats te maken voor het menselijk
vernuft.
Want een bollenschuur is maar niet
zo een opslagplaats van bloembollen,
o neen, een bollenschuur is tegenwoor
dig niet meer of minder dan een fa-
briek, een bloemenfabriek zou men
kunnen zeggen. En dan weer niet zo
maar een fabriek van kunstbloemen.
die min of meer wanstaltige gedroch
ten uit grootmoeders tijd (doch die zo
waar ook nog op de laatste Luilak-
markt te zien en te koop waren), maar
een fabriek van echte, levende, kleu
rige bloemen, bloemen met een ziel.
In de schuur nu gaat de kweker aan
het werk met warmte en kou, met
vocht en droogte, met licht en lucht,
al naar gelang de verschillende soorten
of de eindbestemming zulks vereisen.
Hij brengt als het ware kunstmatige
seizoenen in zijn schuur, steeds ver
schillend, want een „exportbol" moet
anders worden behandeld dan „het
plantgoed".
Dat is een kunst die slechts wordt
geleerd door lange jaren ervaring en
ontelbare experimenten, maar bovenal
met een grote liefde voor het vak, met
onverflauwde aandacht en ononderbro
ken waakzaamheid.
En, lezer, ook dit is weer niet spec
taculair, dat alles geschiedt buiten de
waarnemingssfeer van de argeloze pas
sant, dikwijls ook buiten die van vele
ploeteraars in het bedrijf zelf.
Al dit nuchtere werk heeft tot doel
nuchter geld in het laatje te brengen.
Geld voor de kweker, voedsel voor
's lands deviezenpot, behoeftenbevredi-
ging voor de streek. Maar het is ook
de moeizame, prozaïsche wegbereiding
voor veel poëzie, die in de toekomst
oog en hart weer bekoren moet van
bloemenminnaars uit alle windrichtin
gen.
Want de fleurige en kleurige resul
taten van dit werk ziet de lange, barre
winter in Noord-Europa zowel als de
Zuiderzon; de hele aarde rond van
keerkring tot keerkring. Het geeft in
tieme kleur aan de feesttafels met
Kerstmis, Noël, Christmas en Weih-
nachten, maar ook uitbundig vertoon
rond Pasen. En later weer de bloem
tapijten in onze eigen vaderlandse bol-
lendistricten.
En de streek vaart er wel bij, want
het bloembollenvak ligt als hoofdne
ring in economisch opzicht ten grond
slag aan veel ander leven en vertier.
Er is zoveel bijkomstigs nodig om dit
alles te bereiken: hout en tient, olie
en kolen, jute en papier en bovenal
veel nijvere handen. De bollen moeten,
nadat ze gerooid zijn, worden gepeld,
gedroogd, gesorteerd en geschoond. Ja,
ook dat laatste, want weet u wel dat
b.v. voor Amerika veel bollen moeten
worden „gepoetst" om ze vrij van zand
te maken? Er zijn zelfs speciale poets
machines geconstrueerd en het is goed
dat u dat weet, want bij al uw on
kunde omtrent het bloembollenbedrijf
zoudt u wellicht nog gaan denken, dat
een leger van werkers met de borstel
klaar moet staan om bol voor bol te
poetsen.
Trouwens de laatste jaren, vooral
kort na de oorlog, heeft zich een lich
te mechanisatie in het vak voltrokken,
thans vinden we machines van allerlei
aard, zowel op het land als in de schuur,
die het werk doen dat vroeger moest
gebeuren door tientallen handen. En
steeds worden ze nog verbeterd en
worden nieuwe uitgedokterd, dat hou
den we nu eenmaal niet tegen.
En zo worden de bollen weer klaar
gestoomd voor hun reis naar vele stre
ken en werelddelen. Maar voor die be
gint zijn we weer een maandje ver
der. P.
Advertentie
Bent U overdag ze-
nuwochtig en gejaagd
en nemen 's nachts de
zorgen een enorme
omvang aan
Het pneparaat. dat
Uw zenuwen tot
ontspanning brengt,
zonder deze te ver
doven. Verantwoord
en onschadelijk.
Verkrijgbaar bij Uw
apotheker of drogist.
Zondag 1 Augustus 1954 zal adjudant
t. L. Spec van de Haarlemse poli
tie de politiedienst met pensioen ver
laten en tevens zijn 40 jarig ambtsju
bileum vieren. Adjudant Spee werd 12
Juni 1893 te Haarlem geboren en na
z.es jaar militaire dienst werd hij op
27 October 1919 als sergeant gedemobi
liseerd. Op 1 November 1919 werd hij
benoemd tot agent van politie te Haar
lem (de jaren, in militaire dienst door
gebracht tellen mee) en in 1932 werd
hij by de Haarlemse recherche geplaatst
waar hij tot op de dag van vandaag
werkzaam is gebleven.
Als rechercheur blonk adjudant Spee
bijzonder uit, hij kreeg veel zogenaam
de zware zaken in handen en zeer op
vallend is destijds geweest zijn onder
zoek in een spionnagezaak togen een
bekende in Haarlem woonachtige Duit-
aar ik dat staaltje van reli
gieuze techniek voor het
eerst gezien heb, weet ik
niet precies, maar het moet wel
bij een oud-tante van moederszijde
zijn geweest, die ergens in de bin
nenstad woonde, in een heel oud
huis. In de mooie kamer met zo'n
degelijke balkenzoldering stond voor
het beeld van Sint Franciscus dat
stukje religieuze techniek: Onze
Lieve Vrouw van Lourdes binnen
een kleine glazen stolp, gelast aan
een stenen voetstuk. Op dat voet
stuk stond met forse letters: Keve-
laer, maar het wonder bestond hier
in, dat het binnen de stölp hevig be
gon te sneeuwen, als ik het hele ge
val omkeerde. Ik heb dat in die da
gen verrukkelijk speelgoed gevon
den, maar voor mijn oud-tante was
dat een trofee van oprechte vroom
heid. Daar mochten geen grapjes
mee gemaakt worden en zij kon niet
bozer worden dan wanneer een pa
ter, die veel over de vloer kwam
zoals dat heette die trofee een
voorbeeld noemde van Roomse eco
nomie. Ja, zei hij dan, je hebt nu
drie Maria's in één: Lourdes, Ke-
velaer en Ter Sneeuw.
Als de minderbroeder die woorden
uitsprak en hij deed dat telkens
weer was mijn oud-tante diep
gekrenkt; zij voelde zich in haar
reputatie aangetast, want zij was
op haar manier record-houdster in
de familie. Sedert haar zesde jaar.
toen zij voor het eerste meetrok in
de Haarlemse processie naar Keve-
laer in smetteloos wit en met
vele stroken aangedaan had zij
niet minder dan drie en zeventig
maal haar pelgrimstocht naar dat
Duitse genade-oord gemaakt. En
steeds had zij een ander souvenir
meegenomen, zodat haar kamer
een pronkstuk was van devotiona-
lien Fabrikation. En zij pronkte
daarmee ook, meer nog met haar
record, dat ajleen bedreigd werd door
een oud-oom uit Kennemerland, die
negen en zestig pelgrimages naar
Kevelaer op zijn naam had staan.
De familie had reeds een grote hul
de in petto bij haar vijf en zeventig
ste tocht, maar zover is 't nooit ge
komen, want enkele weken tevoren
maakte zij de laatste pelgrimage
van iedere sterveling, ongetwijfeld
recht naar de hemel, maar natuur
lijk via Kevelaer. Zij moet Boven
er overigens 'haar pleizier aan be
leefd hebben, dat de oud-oom niet
verder kwam dan twee en zeventig
en toen emelen ging.
Dat technisch sneeuw-wonder is
echter een familiestuk gebleven en
ofschoon heel culturele mensen mij
later geleerd hebben, dat zo'n
geval Kitch is en niets met Kunst te
maken heeft, heb ik een diepe eer
bied voor dat aloude souvenir.
Het vertelt me van een voor
geslacht, dat nog zo oprecht vroom
ter beevaart toog, van vele maijnen
en vrouwen, jong en oud, uit Haar
lem, Kennemerland en Bollenstree
lem, Kennemerland en Bollenstreek,
die een traditie van jaren hand
haafden, niet omwille van de tra
ditie alleen, maar cok als een vorm
van zelfheiliging, die toch niet zo
suikerzoet was als wij modernen nu
wel denken. Het plaatje van de al
toos breiende oud-tante temidden
tniet als van een oympiscechnwas
van haarKevelaer-trofeeën was echt
niet als van een Olympische kam
pioene, maar van een bid-ster, die
ook vrolijk mee kon zingen van „Het
meisje, dat ging naar Kevelaer, en
vond daar haar vrijer klaar
Heel anders is in sommige op
zichten de pelgrimage wel ge
worden. Wel wordt er nog
steeds in een der vele en cou
pletten-rijke liederen gezongen „Wat
al offers dan de reis mag vragen,
alles zullen wij blijmoedig dragen",
maar de min of meer comfortabele
busreis reduceert de offers tot een
minimum. En toch ligt de belangt
stelling in stad en streek nog niet
op voor-oorlogs plan.
De Haarlemse Broederschap met
pastoor Roorda aan het hoofd telt
reeds vele jaren en gelukkig niet
zonder succes wordt gepoogd het
aantal pelgrims te vergroten. Maar
het kan beter, zegt Broedermeester
Staphorst, die met zijn kwieke en
watervlugge vrouw een vertrouwde
figuur is in Kevelaer, gestoken in
waardig zwart en met de broeder
schapsstaf in de hand. Of praat met
meneer Vissers van het Verwulft,
met meneer Smid uit Hillegom, met
meneer De Swart uit Beverwijk, of
anders met Koster Leeflang van de
Groenmarkt, allemaal van die men
sen, wie het pelgrimeren naar
eigen aard en karakter in het
bloed zit.
Zij rekenen op de jongelui uit stad
en streek, mensen, die Lourdes te
ver en Heiloo re dichtbij vinden,
pelgrims die de Kennemer sfeer op
de Kapellenplatz in Kevelaer vol
maakt doen zijn.
Van alle bedevaarten moet ik de
ze toch wel een der bijzondere noe
men, want nergens heb ik vroomheid
en gezongen vrolijkheid zo zien sa
mengaan. Niet ten onrechte mis
schien heeft men haast overal de
Broederschappen toevertrouwd aan
de minderbroeders!
Want als ge rustig in „Zum gol-
denen Apfel" of welk stamhuis ook
achter uw zwarte koffie zit, is het
een feest apart de processies van
elders te zien uittrekken: mis
dienaars in te korte togen, een mi
niatuur fanfare voorop, en achter
goud-bestikte vaandels, lange stoe
ten pelgrims, zingend, of, in de
lichtprocessie, met kleurrijke lam
pions, waarop in sierlijk Duits te
lezen staat, dat Maria de Troos
teres der Bedrukten is. Die zwer
vende, in het avonduur bijna zwe
vende, lichtprocessie heeft mij toch
gegrepen en het viel mij moeilijk al
die Kennemers als Hollanders te
herkennen. En het is mij duidelijk
geworden, dat de oude recordhoud-
(st)ers want die zijn er in het
Haarlemse nodig bedreigd moe
ten worden. Maar misschien is de
grondslag daartoe het vorig jaar
gelegd door die twee misdienaars,
die vochten om net processie-kruis
te mogen dragen. Daar zouden ge
scheurde superplieën en togen van
gekomen zijn, als niet een minder
broeder tussenbeiden getreden was.
„Waarom wil jij het kruis dra
gen?", vroeg hij gestreng aan een
van hen.
En hij was een tikkeltje verbijs
terd, toen de jongen hem gevat ant
woordde: „Dan hoef ik misschien
later m'n kruis niet te dragen."
Ja, zo gaat dat in
Kevelaer, als er Ken-
nemers zijn.
ser, vlak voor de oorlog van 1940.
De heer Spee betoonde zich een prima
vaderlander en tijdens de bezetting stond
hü in nauw contact met de leiders van
de illegaliteit. Op 1 Januari 1946 Werd
hij bevorderd tot adjudant. Practisch
zijn gehele diensttijd was hij afdelings-
en hoofdbestuurder van de R.K. Politie
bond St. Michael en hij heeft zich voor
al ingespannen voor de verheffing van
de politiestand in het algemeen en de
verbetering van de sociale positie van
de politieambtenaar in het bijzonder.
Adjudant Spee had zitting in verschillen
de commissies; thans heeft hij alle func
ties neergelegd. Velen zullen kunnen ge
tuigen, dat hij een trouw ambenaar
was en met hem gaat een politieman
heen, die ook wist wat „dienst doen"
betekende. Hij werd dan ook door H.M.
de Koningin onderscheiden met de gou
den medaille verbonden aan de Orde
van Oranje Nassau.
Twee jaar geleden, op 24 Juli 1952
belegde de afdeling Haarlem van de
R.K. Politiebond Sint Michaël een ere-
avond voor adjudant Spee, waarbij vele
autoriteiten, onder wie hoofdcommissa
ris J. Fontijne en commissaris W. J.
Gorter aanwezig waren. Op die avond
werd de adjudant, die juist namens de
Haarlemse afdeling uit Rome was te
ruggekeerd ter viering van het H. Jaar,
een grootste hulde bereid, omdat hij zo
enorm veel voor de bond had gedaan.
Vijftien jaar immers is hü secretaris
geweest en vüftien jaar voorzitter. Bü
die gelegenheid deelde de voorzitter van
de Haarlemse afdeling, de heer Th
Ederveen, mede, dat Z.H. de Paus ad
judant Spee onderscheiden had met het
gouden kruis Pro Ecclesia en Pontifice.
Zondag 1 Augustus zal adjudant Spee
dus met pensioen gaan en jubileren en
belangstellenden zij vermeld, dat
hp die dag in zpn woning Kruistocht-
straat 4 recipieert des middags van
twee tot vüf uur.
xt Gistermiddag reed de chauffeur van een
N.Z.H.-bus, na aan een halte in de Altena-
straat passagiers te hebben uitgelaten. t«
vlug weer weg tengevolge waarvan mevr.
Jii i Heemstede tussen de automatisch
dichtklappende deuren beklemd raakte. Zij
bleef even hangen en viel daarna op het
wegdek, waardoor zij het rechter achter
wiel over haar rechter been kreeg. Met
een verbrijzeld been werd zij vervoerd
naar de Mariastichting. De verkeerspolitie
verzoekt eventuele getuigen, die vooral ge
zocht zullen moeten worden onder de
medepassagiers, zich te melden in de Lange
Wijngaardstraat.