Droom van duizenden Nederlanders wordt werkelijkheid Het Katholicisme van de toekomst DE VOORBEELDIGE GESCHIEDENIS VAN EEN DIAMANT Groot aantal mogelijkheden voor de Oudercomités O VOEDSELVERGIFTIGING hetmandement der bisschoppen De godsdienst ook buiten Nieuwe roman Van de schrijver van H EEN TEISTERENDE Nationale Ouderraad bepleit Dr. P. Rutten O.S.Cr. 60 jaar Duiktoren voor het bergen van het goud van de „Renate" wordt gemaakt kerkgebouw en sacristie „Zuster Virgilia" bekroond „Archibald Strohalm" LITERAIRE KRONIEK REDE VAN MGR. MR. F. OP DE COUL ZATERDAG 17 JULI 1954 PAGINA 5 Pi?£n!i V0!, houden. dat de Katholieken door de Bisschoppen tot af zondering worden gedwongen of aange spoord.. Het is integendeel een wezen lijk deel van de Katholieke leer, dat ook buiten het kerkgebouw en de sacristie de godsdienst zijn woord te spreken heeft. En wel een zeer nadrukkelijk woord van t hoogste levensbelang voor ieder mens. Dat woord wil het ge hoord en verstaan worden dient dan gesproken te worden en onderstreept door het levende voorbeeld midden in de wereld, onder alle mensen, in elk Vlaamse Literatuurprijs voor Gerard Walschap Prominent geleerde Gezinscrisis In Nederland wordt de bevolking wettelijk tegen vele gevaren beschermd Liturgische weekkalender (Van onze correspondent) •De paarden van het woonwagenkamp in Zaandam zijn het een eindje verder op gaan zoeken. Sinds korte tijd wordt hun rust verstoord door het peloop en het gedraaf van mannen, die met sissende lasapparaten bezig zijn jjet meest vreemde en logge gevaarte te bouwen, dat een mensenoog ooit zag. Da ar op de uiterste grens van Zaandam, alleen te bereiken via slingerpaadjes «oor het polderland, wordt de droom van een paar duizend Nederlanders een klein stukje werkelijkheid; de boor- en duiktoren voor het bergen van 'jet goud van de „Renate Leonhardt" is bezig realiteit te worden. Wie tot dusver mocht menen met een schertsonderneming te doen te hebben, komt teel even tot andere gedachten bij het zien van de enorme hoeveelheid staal en ijzer aan de oever van het Noordzeekanaal, van welke hoeveelheid reeds een flink deel geconstrueerd is tot dat, wat het voornaamste gedeelte van de werkput moet worden: het onderstuk, waarin de werkkamer komt en Waaraan thans acht lassers hun krachten wijden. De contouren van de 27 meter hoog wordende werkput, waarmede men het zogenaamde goud uit het wrak van de „Renate Leonhardt" wil lichten, worden steects duidelijker. Platen ijzer van ruim 1 centimeter dikte zorgen voor een bode^ COnstrUctie- De onderste rand van de put zal zich in de kleilaag op de eVMenn Üe Zee tnoeten boren, zodat de put zeer stevig komt te liggen. T en Wl1 vtedio Augustus met het gevaarte de Noordzee oversteken. Het eerste opschrift boven deze be schouwing is de titel van een allervoortreffelijkst boekje, dat de befaamde Belgische theoloog prof. dr Gustave Thils, professor aan de Universiteit van Leuven, een tijdje ge leden heeft uitgegeven bij de firma H. Melissen te Bilthoven. De schrijver zet daarin de wezenlijke karaktertrekken Van het christelijk leven uiteen n^ar aanleiding van een bestaand verschil in opvatting. Enerzijds heeft men nl. verdedigd, dat het Christendom zich maar liever uitsluitend met God moest bezig houden en dus met verdieping daar het werken^1® Seesteliike leven' der van God In de zich steeds Ver" vruchteloos jjerwtiderende wereld toch juist de nadrfi'i, anderzijds legde men het Koninkriik o0p de verbreiding van de kerstening °ds in deze wereld, op het apostolaat het hele leven, op kon men zich °or beide standpunten pen. Beide opvSS- de H' Schrift beroe- ontstaan uit rngen zÜn dan ook niet klaring van het rstellig on.)uiste ver- verschil van kioJf 00f' maar uit een sor Thils' grote 21 2"' Het- is .?rof®f stekende vfV-vLT ,verdienste in zijn uit- duidebik in delin§ beide meningen kb.2 te hihw oorsprong en strek- t u 12. verklaard, maar vooral te hebben aangetoond dat beide onmis baar zijn voor het echte christelijke le- vf?' J zeer in het kort samenge- dei is weer te geven in twee woor den. zelfheiliging en apostolaat. vnüaar ?nze overtuiging is het boekje Vernpr°f' Thils een prachtige nadere donk nng van de passage uit het Man- ment onzer Bisschoppen, die handelt oyer vals spiritualisme. Zij treden daar mee in het voetspoor van Z.H. de Paus, die in een toespraak tot de Katholieke Vrouwenbond op 11 Sept. 1947 de me- hing, dat de ware Katholiek zich zou moeten afhouden van de zaken van de Wereld, als verkeerd heeft afgewe zen. Deze veroordeling ligt geheel in "6 lijn van het pauselijk onderricht. n onze vorige beschouwing hebben wij eraan herinnerd, dat Paus Pius XII steeds bijzondere nadruk legt op de taak 'an de Katholiek in de wereld en Z.H. heeft daarbij vooral de katholieke le: Ken op het oog. ,,De gelovigen", zo zei mj, „en nauwkeuriger gesproken, de eken, staan in de voorste linie van het teven der Kerk. Door hen is de Kerk het levensbeginsel van de menselijke samenleving". Dat is dus heel wat anders dan zich afzijdig houden van de wereld. Wanneer wij, volgens Gods op- acht, leven en wereld moeten door dingen van de evangelische geest, dan dat onmogelijk van een afstand ge- \Vedr??, dan moeten wij midden in de het staan, „in de voorste linie van v')ai ven", en daarbij kunnen wij, zo- de Paus bij een andere gelegen- heeft gezegd, nog heel wat leren di<> de vijanden van het Christendom, stig^um hun heilloze en anti-godsdien- ovqj. leer onder het volk te verbreiden, tehde Perfecte organisatie en doeltref- Werkmethoden beschikken. Van 2 hebben werkelijk in de volle zin deUikh w°°rd een „heilige verantwoor- breed Natuurlijk is er een hemels- en Vav?,rscllil tussen „in" de wereld kathol2,,de wereld zijn. Een overtuigd Wereld i an' hoewel hij midden in de zijn orr,% hhmogelijk van de wereld sch0'uwir, u ziJn geioof en levensbe- 'evenswiifo Gm beletten de opvattingen en Ziet het 2 van de wereld te delen. Hij °PgeWrle 2,,?ok als zijn hem do°r God beeld +phcht door een g°ed voor- mogeliik^ V onen' dat het geheel goed aan God L tro.uw te zijn aan het geloof, zichten ee tegelijkertijd in alle op- teven een Pe alle terreinen van het en een ™?2edJ^ger, een goed mens hog; wü vakman te zijn. Sterker beweren d2t°gh®i? I"et recht en reden In overeenstemJl- 6eheel en al leeft reenstemming met Gods Wil, in de gunstigste voorwaarden verbeert om een goed mens, een goed burger en een goed vakman te zijn, omdat hij ue beste en hoogste motieven bezit om deze eigenschappen in zich zelf tot ontwikke ling te brengen. Yoor wie het Mandement der Bis schoppen goed gelezen heeft is het dan ook zonder meer duide lijk, dat de beschuldiging als zouden de Bisschoppen de Nederlandse Katholie ken willen terugdringen m een onvrucht baar en voor het land schadelijk iso lement zeer beslist niet de minste grond vindt in hun woorden. Het tegendeel is het geval. Zij wijzen nadrukkelijk op onze „heilige verantwoordelijkheid en halen vervolgens enkele uitspraken van de Paus aan, die aan duidelijkheid mets te wensen overlaten. Terugkeer naar het louter geestelijke veroordeelt Z.H. als een voor Katholieken onaanvaard bare houding. Hieronder verstaat men, zeg de heilige Vader, de Kerk nauw te beperken tot het terrein van het strikt dogmatisch onderricht, het opdragen van het H. Misoffer en het toedienen van de heilige Sacramenten, en haar te ontzeggen iedere schrede en zelfs iedere blik op het gebied van het open bare leven, alsmede iedere bemoeiing met de burgerlijke of sociale orde. Als of het dogma niet te maken zou heb ben met alle gebieden van het mense lijk leven, alsof de geheimen van het geloof met hun bovennatuurlijke rijk dommen zich ervan zouden moeten ont houden het leven der enkelingen in stand te houden en te sterken, en tengevolge daarvan het openbare leven in harmo nie te brengen met de Wet van God en het te doordringen van Christus' geest! Een dusdanige vivisectie is eenvoudig anti-Katholiek!" Het komt ons voor, dat het na deze pauselijke woorden, die letterlijk in het Mandement worden geciteerd zonder kwade wil of verblinding nauwelijks mo- le,vensmilieu. Ëen andere kwestie is, dat het ge loof, onze grootste rijkdom, dient be schermd te worden tegen de inderdaad vaak levensgevaarlijke beïnvloeding der ontkerstende wereld. Deskundigen heb ben het te verdedigen tegen aanvallen, die in naam der wetenschap 0f op gronden die voor de grote massa niet aanstonds in hun ware aard te door zien zijn, worden ondernomen. De ge- woriG srelovië^n moeten gewaarschuwd worden tegen de gevaren, die het mo derne leven met zich mee brengt niet op de laatste plaats door de ontelbare vormen van publiciteit en reclame, die door niemand te ontlopen zun. Wijze voorzichtigheid begeeft zich met bewust in gevaar. Vaak echter worden gevaren niet als zodanig erkend. Dan ia net een plicht van naastenliefde voo:r de genen, die wel het juiste inzicht neo- ben in hun aard anderen te waarscnu- wen. .Deze plicht is des te dringender, wanneer aan de wetenden bovendien nog de zorg voor die anderen is opge dragen. En wanneer die zorg het ziele- heil betreft, dan is er geen hogere plicht denkbaar. In die situatie verkeren de Bisschop pen ten opzichte van de Nederlandse riio2l0liek,en' En vanuit dat gezichtspunt ■p_. °°k de waarschuwingen van het verv2tP2at' die in het Mandement zijn vervat, te worden verstaan. „Welkom" zei de heer Visser, de ma nager van de gehele onderneming, ,,u is de eerste journalist die nu eens niet per telefoon „voet heeft gezet" op een voor Nederland unieke werkput. Ik houd er wel van als men zélf eens de zaak komt bekijken, want wat wij doen kan het daglicht best verdragen. Wat zegt u er van?" Dat wilden wij nu juist ook vragen en dus nodigden wij de heer van der Toorn uit hierop het antwoord te geven. Wij troffen het Dinsdagmid dag in zoverre uitstekend, dat alle kop stukken van de onderneming zich bij de werkput bevonden. Maar de heer van der Toorn lachte maar wat en keek op zijn beurt weer uitnodigend de heer Adriaanse aan. De heer Adriaanse nu, in overall, bleek een voormalige chef- instructeur duiken bij de Marine te ztjn. Ook hij was thans verbonden aan de onderneming. Een nuchter en zeer za kelijk man overigens, die, alvorens hij antwoord gaf, ons eerst een licht ver wijt maakte, dat wij hem nooit hadden opgezocht in de eerste jaren na de oor log toen hij in de Amsterdamse haven bij nacht en ontij dook naar allerlei ge zonken obstakels; „daar zat méér kopij in!" Toen hij echter aller ogen op zich gericht zag, verzekerde hij snel „dat dit ook wel aardig werk was" waarbij hij met weids gebaar wees op de in drukwekkende bouw. Welnu „aardig werk" is dit gevaarte, dat bij aflevering ruim 130.000 kg zal wegen, zeer zeker. Men komt inder daad onder de indruk van de enorme afmetingen van deze werkput, al heeft de financiële expert van de onderneming mr. dr. P. Lucas, eens tegen de heer Visser gezegd, dat hij de put nóg gro ter had verwacht. Zes en twintig meter hoog wordt het gevaarte en de vloer heeft een door snede van ruim 20 meter en is reeds geheel gereed. Van de put verdwijnt ruim 20 meter onder de zeespiegel, dan rust het op de kleilaag waaronder het goudschip „Renate Leonhardt" moet liggen, naar men zegt. Daar aan het Noordzeekanaal wordt een wedloop met de tijd gehouden. De uitvoerder van het werk, de heer Gerrit Hoogeveen, deelde ons mede, dat het bovenstuk van de toren uitbesteed was aan een constructiewerkplaats in IJmuiden en dat men binnen tien dagen reeds zo ver is, dat beide gedeelten ge hecht kunnen worden. In Zaandam word het grootste, zwaarste en breedste ge deelte gebouwd, totaal 11 meter hoog en in welk gedeelte zich de werkkamer zal bevinden. Op de vraag wanneer het gehele kar wei gereed zal zijn, zegt de heer Visser zeer gedecideerd: „Over een maand." Deze woorden klinken zo beslist, dat iedere verdere twijfel of wantrouwen een belediging zou zijn. Of de aandeelhouders al eens een kijkje zijn komen nemen? Nog maar zeer weinigen. Wel heeft de heer Visser een bar drukke tijd achter de rug, dat was toen al de aandelen ingeschreven en verzonden moesten worden. Want dit is toch wel een verrassend element in deze gehele onderneming, dat een paar duizend Nederlanders hun vertrouwen in de opzet in klin kende munt hebben kenbaar gemaakt. Binnen zeer korte tijd had de „Coöpe ratieve Bergings Vereniging Renate Leonhardt U.A." een bedrag van vier honderd duizend gulden in kas toen inschrijving op aandelen openstond bij mr. dr. Lucas in den Haag. Dat dit vertrouwen gepaard gaat met het nodige wantrouwen heeft de heer Visser ook reeds ondervonden. Alle aandeelhouders kregen hun aan deel toegezonden in alphabetische or de van naam. Toen een boer uit Oude Tonge niet snel genoeg naar zijn zin het aandeel ontving, waren de dreige menten niet van de lucht. Oplichterij was het eerste woord dat viel. Maar eenieder heeft thans het briefje dat binnen twee maanden zekerheid geeft op een grote niet óf 35 maal de inzet. En voor een gokje zijn nog steeds tal van Nederlanders te vinden, dat bewijst deze onderneming wel. Harrie Mulisch. De Belgische staatsprijs voor Vlaam se letterkunde, die om de drie jaar wordt toegewezen, is voor de periode 1951-1953 toegekend aan Gerard Wal schap voor zij roman „Zuster Vigillia". De jury bracht drie stemmen uit op Walschap, één op Marnix Gijsen voor zijn roman „Klaaglied om Agnes" en één op LouisPaul Boon voor „De Kapellekensbaan". Zij bestond uit prof. Frans de Backer, Raymond Brulez, Maurice Roelants, Gerard Schmook en Hubert van Herreweghen. arry Mulisch, een van onze jongste, tevens meestbelovende schrijvers, werd in 1927 te Haarlem geboren. Zijn vader was een Tsjech; zijn moeder stamt uit nog Zuidoostelijker richting. Deze oudercombinatie is er zonder twijfel mede debet aan, dat Mulisch zich allerminst ontpopt heeft als een realist van het Hollandse binnenhuisje. Hij paarde als schrijver van meet af aan een ongebreidelde fantasie aan een onverzadigbare nieuwsgierig heid. bracht naar de sfeer der kunstbe schouwing. Voor hem bestaat kunst slechts bij de gratie van de erva ring van wat hij het Andere noemt. Dit „andere" is dan zowel het god delijke, als het bovenaardse en on- derwereldse, of tezamen datgene wat de psychologie het onderbewus te noemt. Men hoeft er niet over te twis ten, of kunst inderdaad slechts bij de gratie van genoemde ervaring bestaat, gelijk Mulisch meent. In theorie is zijn mening stellig waar Als fantast haalt hij zich naar be lieven de grilligste belevenissen voor de geest; als nieuwsgierige wordt hij gedreven door een weetdrang, die tracht heen te grijpen over de grens van het beleefbare, diep terug in het collectieve verleden van oerher- inneringen, in den blinde voorwaarts naar waar de toekomst nog niet meer dan een raadselachtige glim lach is, en met een sprong zijwaarts uit het heden weg in een werkelijk heid, die tot een andere orde be hoort dan de alledaagse, maar die er toch dwars door de beperkingen van tijd en ruimte heen flitsender- wijs aan verwant is. Het contact met die werkelijkheid heeft Mulisch in een poëziekroniek*) eens de er varing van het numineuze genoemd, een bepaald soort van volstrekt ir rationeel gevoel, dat in de theologie wel eens wordt beschouwd als het wezenlijke van de godsdienst, als de ervaring van de werking der god heid. Mulisch heeft het begrip van de theologische denksfeer overge- en maakt zij haarscherp onderscheid tussen kunst en schijnkunst. Maar is zij in de practijk bruikbaar als norm? Leidt zij dan niet tot het uiterste subjectivisme, waarbij men als kunst alleen maar datgene er kent, wat toevallig met de eigen er varing van het „andere" overeen stemt? Zo wendt Mulisch haar aan in zijn poëzie-kronieken en daar Advertentie „Wat een geluk, dat we Aspirin bij ons hebben, voor^ 't geval we verkouden worden' Ltl bij aankoop op het Bayer-kruis, het teken van echtheid en zuiverheid. p het congres, dat de Katholieke Bond voor het Gezin in Tilburg houdt onder de titel „Gezin en School", spreekt Mgr. Mr. Fr. Op de Coul, directeur van het Katholiek Cen traal Bureau voor Onderwijs en Opvoe ding, een belangwekkende rede uit, waarin lift op principiële gronden het bestaan en oprichting van Oudercomi té's aantoont en hun taak omschrijft. Voorts bepleit hij de samenstelling van een Katholieke Nationale Raad van Ou dercomité's, waarvan hij de doelstel lingen aangeeft. Mgr. Op de Coul stelt, dat het kind recht op opvoeding heeft en dat de ou ders de plicht hebben dit recht van het kind te verwezenlijken. Voor de tweede maal krijgt het katholieke kind dit recht, als het door het H. Doopsel Kind God wordt en lid van de Kerk- Dit recht is absoluut en hieraan mag door niemand en in niets te kort gedaan worden. Katholieke ouders zijn daar om verplicht hun kinderen volgens de Katholieke levensbeginselen op te voe den. Deze opvoeding wordt belemmerd, indien er geen ideale samenwerking is tussen ouders en school. Naast de ouders heeft ook de Kerk als Moeder van het bovennatuurlijke leven, doch bovendien krachtens na drukkelijke opdracht van Haar Stichter, de- plicht Haar Kinderen te onderwijzen. Zij treedt hier op zowel als hulp der ouders, als krachtens haar eigen auto noom recht. Hieruit volgt de belang rijke consequentie, dat onderwijs nood zakelijk de samenwerking vereist van de beide daartoe geroepenen: Kerk en ge zin. De een mag de andlr dus niet uit- slui Kotooliek onderwijs moet nood zakelijk gedragen worden zowel door de Kerk als door de ouders. De rechten van de Kerk voortkomend uit de boven natuurlijke orde zijn primair boven die der ouders, die slechts de natuurlijke rechten bezitten. Daarom komt de strik te zeggingsmacht over het hoe van het onderwijs uitsluitend toe aan de Kerk. Het ouderrecht is derhalve niet mono polistisch. Onder de gegeven omstan digheden is het noodzakelijk, dat Kerk en ouders samenwerken om beider op- VBPilinircS/lnnnl voedingsideaal te bereiken. Ma te hebben aangetoond, dat het Schoolbestuur een blijvende, duurzame instantie moet zijn, mede in verband met de continuïteit van de school en (Van, onze Romeinse correspondent) De Procurator Generalis van de Orde twl kruisheren, dr. P. Entten, viert wee jubilea. Hij werd in Uden op 18 1 9Ï. flt jaar 1894 geboren en is he- wn bijgevolg 60 jaar, de leeftijd, die men bijzonder pleegt te vieren in het en van Prominente en geleerde per- lee^H1' ,Rutten is prominent en ge- ra, hij is bovendien een hartelijk prettig man, die naast zijn vele deug en, ergens in zijn hart een plek voor e humor vrijhoudt, een man, die men 'id weer blij is te ontmoeten, te zij- "ent aan de Via del Velabro, naast het oude kerkje van Santa Maria in Cosme- din, ten Vaticane, op straat of in de bus. Dr. Rutten vervolgens, kwam in 1929 naar Rome als Procurator van zijn Orde en dus heeft hjj thans in de muur van zijn studeerkamer de vijf en twin tigste jaarspijker geslagen naar klassie ke trant. De dubbele jubilaris vertoeft thans in Nederland, waarheen zijn ambtsbe zigheden hem riepen voor de maanden, dat in Rome de stille tijd heerst. Nu dr. Rutten dus niet ten Vaticane gezien wordt, de broederportier aan de Via del Velabro het „niet thuis" moet geven en er geen kans is dr. Rutten op het Nederlands priestercollege te ontmoe ten, niet op straat, niet in de bus, past vanuit Rome en in Nederland een har telijke gelukwens, die, dan mondeling, herhaald zal worden door de Neder landse kolonie in Rome, wanneer dr. Rutten weer „ad limina" zal zijn weer gekeerd! talrijke andere problemen b.v. van fi nanciële aard, stelt Mgp. Op de Coul dan ook, dat niet de schoolbesturen moeten worden opgeheven om daarvoor in de plaats de ouders te stellen, doch dat 'n vertrouwvolle samenwerking tus sen besturen, leerkrachten en vertegen woordigers van de ouders in de ouder- comitc's moet ontstaan, waarnaast dan de ouderavonden beschikbaar blijven om alle ouders in de zaken, de school hunner kinderen rakende, te informe ren en te interesseren. (Van onze medische medewerker) geconstateerd, dat de oor zaak vermoedelijk gezocht moest worden in voedselvergiftiging. Het, jongste dochtertje van de heer K. is inmiddels overleden. De overige familieleden, die eveneens ter ob servatie in het gasthuis waren op genomen, zijn gisteren ontslagen". Aldus een berichtje in de avond bladen. Wat is nu eigenlijk voedselvergif tiging? Een van de voornaamste, maar lang niet de enige, oorzaak is de besmetting met Bacterium Botulinum. Dit soort voedsel vergiftiging heet dan ook botulinis- me. De schuldige is een bacterie, die buitengewoon goed bestand is te gen warmte. Het conserveren, dat geschiedt door verwarmen van le vensmiddelen op een temperatuur waarbij alle micro-organismen ge dood worden, doet deze botulinisme- bacterie geen kwaad. Bij het wecken wordt deze bacterie dus ook niet gedood. Zou men dat willen berei ken, dan zou men zijn inmaak bijna volle dagen op kooktemperatuur moeten houden, wat natuurlijk in de praktijk niet mogelijk is. Wel nemen de bacteriën een ander uiterlijk aan, zij gaan over tot het vormen van sporen, waaruit zich later, als de inmaak al weer lang op de rekken Pronken, weer bacteriën ontwikkelen. Hun stofwisselingspro - aucten zijn een dodelijk vergif, waar niet mee te spotten valt. „°,e Ro^nt het nu, dat wij betrek kelijk weinig van deze vergiftigings- gevallen zien? Daar zijn twee re denen voor aan te wijzen. De Neder landse huisvrouw heeft de goede ge woonte de conserven warm op te dienen. Daardoor wordt het bac teriegif onwerkzaam gemaakt. Het is zelfs niet tegen een geringe ver warming bestand. De andere reden is gelegen in het feit, dat het vergif ook niet tegen zuur bestand is. Daar om kan het geen kwaad als inge maakt fruit gebruikt wordt zonder het .eerst op te warmen. Of de in houd van de Weckfles of een con servenblik met deze bacterie besmet is, kan men er zo niet aan zien. Het blik hoeft niet bol te staan en het inmaakglas kan nog prima gesloten zijn. Het spreekt vanzelf, dat een bolstaand conservenblik en een open gesprongen Weckglas toch als be dorven beschouwd moeten worden, zij het dan om andere redenen. Men kan deze stelling dus niet omdraai en. Een andere bron van vergiftiging is het eendenei. Eenden zijn zo vaak met paratyphus besmet, dat men elk eendenei dient te wantrouwen. Men doet er goed aan geen enkel eenden ei te gebruiken, dat niet minstens gedurende tien tot vijftien minuten gekookt heeft. Paratyphus en andere darminfecties kunnen ook door melk overgebracht worden. Wanneer is melk nu gevaarlijk? Flessenmelk is gepasteuriseerd, d.w.z. op zodanige wijze verhit en weer afgekoeld, dat zij geen ziektekiemen meer bevat. Losse melk kan, zelfs als ze in de fabriek gepasteuriseerd is, onderweg naar de verbruiker allerlei besmettin gen opdoen. Losse melk moet dus altijc. eerst gekookt worden. Lang doorkoken is niet nodig, even opko ken is voldoende. Wanneer er na het gebruik van vlees voedselvergiftiging optreedt is er meestal sprake van het eten' van rauw of onvoldoende verhit vlees. Op deze manier is ook besmetting met lint wormlarven mogelijk. Nederland wordt de bevolking wettelijk beschermd tegen al deze gevaren, die het gevolg zijn van het gebruik van besmet of ondeugdelijk voedsel, door de warenwet, inhou dende eisen, waaraan bepaalde wa ren moeten voldoen, om voor con sumptie in aanmerking te mogen komen. Deze eisen zijn neergelegd in een groot aantal Koninklijke Beslui ten, o.a. het melkbesluit, het brood- besluit, het jambesluit enz. Ook hy giënische controle van stallen en slagerijen staat borg voor de hoge kwaliteit van het Nederlandse pro duct. Van S. Spreker merkt hier op, dat in het verleden de school misschien te con servatief geweest is en niet altijd de juiste tijd heeft weten te vinden. Maar een feit is, aldus Mgr. Op de Coul, dat de „moderne" opvattingen over wat mag en niet mag, in het algemeen gesproken in de school sterker en lan ger resistentie hebben gevonden en nog vinden dan in het gezin. Mgr. Op de Coul meent dan ook, dat met meer recht gesproken kan worden van een gezinscrisis dan van een schoolcrisis. De ervaring heeft geleerd, dat vele concrete moeilijkheden hun oorsprong vinden in te moderne opvattingen t.a.v. de opvoeding, die de „achter lijke" school niet wenste te volgen. Mgr. Op de Coul ziet de taak van de Oudercomité's tweezijdig: adviserend en uitvoerend. De formulering aanhalend van het reglement, zoals dat op voor stel van de Nederlandse Katholieke Schoolraad door de bisschoppen is goed gekeurd, herinnert spreker aan de be paling, dat het comité^ niet mag treden in aangelegenheden, die het bestuur en de exploitatie der school raken. Dit be tekent in geen geval, dat daardoor de Ou~ercomité's op een dood spoor zijn gezet, aldus Mgr. Op de Coul. Hjj somt dan een groot aantal mogelijkheden op, waaronder b.v. school- en vacantietijden huiswerk, kindermis en -biecht, excur sies, artsendienst, beroeps- en beroeps keuzevoorlichting, activiteiten buiten school, jeugdwerk, sportverenigingen enz. Verder umnen de Oudercomité's wensen en verlangens omtrent het on derwijsprogramma, de interne schoolor ganisaties en de behandeling der kin deren in de school naar voren brengen. Wat betreft de adviserende taak merkt Mgr. Op de Coul op, dat de Ou dercomité's het recht bezitten zowel ge vraagd als ongevraagd zjjn mening ken baar te maken over onderwijs- en opvoe dingsaangelegenheden en advies dien aangaande uit te brengen. Dit kenbaar maken van meningen en uitbrengen van adviezen geschiedt steeds aan het schoolbestuur, waaraan het recht blijft voorbehouden naar eigen inzicht en op grond van deze wensen en adviezen te handelen. Voor wat de uitvoerende taak betreft is voor de Ou- 2,e zeer beiangrijke en niet Mc2- ArSCiiat*?n ,taak weggelegd, aldus Mgr. Op de Coul, dat het terrein van ?i,i i n 3J e Propaganda voor het Ka- l ki, Onderwijs. Op de tweede plaats nebben de Oudercomité's tot taak de mentaliteit van de ouders der school- gaande kinderen te beïnvloeden door belangstelling te wekken en noodzake lijk inzicht bij te brengen. De derde taak vinden de Oudercomité's in het ondersteunen van beleidsactiviteiten van het schoolbestuur. maak ik bezwaar tegen, alvorens tot de bespreking van zijn jongste boek te kqmen. Ik doe dit temeer, om dat dit boek alle kans loopt misbe- grepen te worden, door ieder, die toevallig niet zo over het „andere" denkt als Mulisch en er toch heus wel begrip van heeft! Ik wil het nog even anders for muleren: Mulisch meent, dat de mens en zijn wereld pas waar lijk levend worden, zodra de kun stenaar de steker in het stop contact van „het andere" steekt, maar dit is een beeldspraak, die slechts verhelderd werkt ter ken schetsing van het pogen van een bepaald type kunstenaar, tot welk type, hoe kan het anders, Mulisch zelf op nadrukkelijke wijze be hoort. In 1951 kreeg Mulisch de Reina Prinsen-Geerligsprijs voor het ma nuscript van zijn eersteling „Archi bald Strohalm" een lijvige „symbo lische roman" van een genre, dat bij ons niet bepaald intensief wordt beoefend. Hierdoor kon het werk bij zijn verschijnen als een bijzondere verrassing en Harry Mulisch als een jongere met mogelijkheden worden begroet. Immers, realisten, natura listen en idealisten hebben wij meer dan genoeg, maar voor een proza schrijver, die nadrukkelijk door mid del van symboliek „het andere" in het alledagsleven wil laten inslaan, ongeveer zoals de bliksem in slaat daarvoor was nog wel een ereplaatsje vrij. Zulks temeer daar Mulisch zijn blikseminslagen hoogst humoristisch inkleedde, zodat zijn boek behalve diepzinnig ook verma kelijk was: een tweevoudig genot om te lezen. Attractieve combinatie Zo'n attractieve combinatie, waarbij het nuttige met het aangename wordt verenigd, heeft Mulisch ook nagestreefd in zijn tweede, zojuist verschenen roman: ,,De diamant" zo gezegd „een voor beeldige geschiedenis". Het is een boek, dat men uitermate geboeid zal lezen van de eerste tot de laatste bladzij; men is dan met sprongen door minstens vier tijdperken der wereldgeschiedienis ge gaan. Vier tijdperken, gesymboliseerd door vier rivieren of stroomgebieden. Van de Ganges in Voor-Indië, waar de diamant vijfentwintighonderd jaar terug werd gevonden, naar de Yang-Tze, waar hij de glorie van een aantal Hemelse- Rijk-dynastieën begeleidde, naar de Ti ber, waar hij het verval der Romeinse beschaving bezegelde en tenslotte naar de Seine, West-Europa dus, waar de diamant in handen valt van negentiende en twintigste-eeuwse godzoekers, gang sters en generaals. De laatsten beschou wen hem als strategisch materiaal. Zij willen de diamant gebruiken voor hun militaire precisie-instrumenten. De Sid- dharta zo heet de diamant ont snapt echter aan de dans om op de voorlaatste bladzij te sterven in de kachel van een Haarlemmermeerse schil lenboer, die daarmee aan zichzelf bewees dat het een échte was geweest (want alleen échte diamanten verbranden; zij zijn, zegt de scheikunde, slechts een een voudige modificatie van koolstof). Op de laatste bladzij maait dan, van ver bouwereerdheid over het resultaat, onze schillenboer zich met de zeis het hoofd af en daarmee is een definitief einde ge komen aan de hevige, vaak wereldschok kende hartstochten, die de Siddharta in de loop der tijden in de hoofden en har ten van die hem bezaten loswoelde. Naar ik meen heette Mulisch' eer steling in ontwerp „Een geteisterde". In aansluiting daarop zou men „De diamant" „de teisterende" kunnen noe men. Wat deze zoals ontketende laat zich slechts fragmentarisch beschrij ven. Mulisch doet dan ook maar wat grepen uit zijn levenshistorie, teza men vormende: een voorbeeldige ge schiedenis. Want is het niet voorbeel dig dat zo'n diamant iemands leven kan beheersen, zózeer, dat het, in Mu lisch' terminologie, een zaak van lachen op dood wordt!? Een yogi in dit verhaal, die de diamant voor zijn gezicht liet zweven, zeide: „Diamanten zijn als grote ge dachten". De Siddharta wat toen nog maar nauwelijks gevonden en borg al le toekomst nog rein in zich. De yogi zag, dwars door tijd en ruimte, hoe in de Siddharta „het andere" als vonkend gedicht leefde en hij lachte er „belangeloos" om, in een staat van puur schouwen. Maar hij zag tevens, dat dit „andere" het merendeel der mensheid zou verbijs- teren, begerig maken, belanghebbend. j "Er°te gedachten", waarin „het an- dere ervaarbaar is, doen dit, aldus de sententie van de schrijver. Ze doen de mensheid meer huilen dan lachen. 0 filosofie van het lachen, zoals Mu lisch die in dit en reeds in zijn eerste a°a aanhing, is er een met een dubbele bodem. Men lacht zich tranen, men lacht zich dood. Het is niet leuk meer, het is tragisch. Maar het wil zou niet ge- noemd_ worden. En daarom zien wij de tragedie van de mens aan als 'n komedie: een goddelijke komedie. Zij laat zich voortreffelijk demonstreren aan de lot gevallen van de Siddhartha, die zeld zaamste en grootste van alle ooit gevonden diamanten. En het is inderdaad een „voorbeeldige" geschiedenis, zoals de avonturenroman rond de graal er een is en zoals eigenlijk de lotgevallen van alle grote gedachten, die gestalte aanna men en tekens werden, voorbeeldig werk zaam zijn. Hetgeen aan de originaliteit van deze knappe roman van Harry Mu lisch allerminst afbreuk doet. Intussen blijft het waarderen van de „voorbeeldigheid" in het onderha vige geval een kwestie van instem men met de beginselen van waaruit Mulisch schrijft, d.w.z. met diens er varing van het „andere". Die erva ring zal vele lezers hun waardering doen inperken; aan de christelijke er varing van het „andere" is zij name lijk vreemd. Men zou haar boeddhis tisch kunnen noemen, voorzover zij niet voornamelijk nihilistisch en vrij wel alles persiflerend is. NICO VERHOEVEN Mgr. Op de Coul gaat echter nog verder en bepleit tevens de bundeling van de plaatselijke Oudercomité's in een Katholieke Nationale Raad van Oudercomité's, die als punt één in zijn programma moet hebben staan de propaganda voor de Katholieke school en overal daar behulpzaam te zijn waar, om welke redenen ook, de Katholieke school in moeilijkheden verkeert. Mgr. Op de Coul ziet nog talrijke andere taken voor deze Na tionale Raad open liggen. Hij merkt hierbij op, dat, al moet de Katholieke Nationale Ouderraad niet gezien wor den als 'n stichting van de gezamenlij ke standsorganisaties in die zin, dat de leden uit vertegenwoordigers de zer organisaties worden aangewezen, het niettemin van het begin af van groot belang is, dat deze Raad ge dragen wordt door de sympathie en de steun der standsorganisaties. Bij de samenstelling van de Raad dient men er daarom op te letten, dat de verbindingen van de leden met de standsorganisaties goed liggen. Mgr. Op de Coul besluit dan zjjn rede met alle steun toe te zeggen van de zijde van het Katholiek Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding en spreekt de wens uit, dat binnen afzien bare tijd de Katholieke Nationale Ou derraad een belangrijk instituut zal blijken te zijn in de organisatie van het Katholiek onderwijs in Nederland. Het Parool, 17 April '54. Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam '54. ZONDAG 18 JULI: Zesde Zondag na Pink steren; eigen Mis: 2 gebed H. Camillus de Lellis; 3 geb. H. Symphorosa; Credo; pre fatie van de H. Drieëenheid; groen. MAANDAG: H. Vincentius a Paulo, belij der; eigen Mis; wit. Utrecht: H Ber- nulphus, bisschop-belijder; Mis Statuit: 2 geb. H. Vincentius; wit. DINSDAG: H. Hieronymus Aemilianus be lijder; eigen Mis; 2 geb. H. Margarita; wit. W?,ENS„DA<;: H' Praxedes, maagd; eigen Mis; 2 geb. A cunctis; 3 geb. naar keuze; wit. Haarlem; H. Fridericus, bisschop martelaar; Mis Sacerdotes; 2 geb H Pra- xedes; 3 geb. A cunctis; rood. Breda: Kerkwijdingsfeest (voor geconsacreerde kerken van wereldheren, behalve de Ka thedraal); Mis Terribilis; Credo; wit Roermond: H.H. Monulphus en Gondul- P us. bisschoppen-belijders; Mis Sacerdo tes; 2 geb. H, Praxedes; wit. DONDERDAG: H. Maria Magdalena, de boetvaardige; eigen Mis; (Breda:; 2 geb Kerwijding); Credo; wit. VRIJDAG: H. Apollinarus, bisschop-marte- laar ei gen Nis; 2 geb. H. Liborius; (Bre- da; 2 geb. Kerkwijding; 3 geb. H. Libo- nus; Credo;) rood. ZATERDAG: Vigilie van de H. Jacobus: Mis Ego autem; 2 geb. H. Christina: 3 geb. Concede; (Breda: 2 geb. Kerkwij ding; 3 geb. H. Christina; geen Credo;) paars. Ofwel voor Haarlem: H. Ber- nulphus, bisschop-belijder; Mis Statuit; 2 geb. vigilie; 3 geb. H. Christina; laatste evang. vigilie; wit. Voor Breda: Mis van Kerkwijding; 2 geb. vigilie; 3 geb. H. Christina; Credo; laatste evang. vigi lie: wit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 7