Droom van duizenden Nederlanders
wordt werkelijkheid
Het Katholicisme van
de toekomst
DE VOORBEELDIGE GESCHIEDENIS
VAN EEN DIAMANT
Groot aantal mogelijkheden
voor de Oudercomités
O
VOEDSELVERGIFTIGING
hetmandement der bisschoppen
De godsdienst ook buiten
Nieuwe roman Van de schrijver van
H
EEN TEISTERENDE
Nationale Ouderraad bepleit
Dr. P. Rutten O.S.Cr. 60
jaar
Duiktoren voor het bergen van het
goud van de „Renate" wordt gemaakt
kerkgebouw en sacristie
„Zuster Virgilia"
bekroond
„Archibald Strohalm"
LITERAIRE KRONIEK
REDE VAN MGR. MR. F. OP DE COUL
ZATERDAG 17 JULI 1954
PAGINA 5
Pi?£n!i V0!, houden. dat de
Katholieken door de Bisschoppen tot af
zondering worden gedwongen of aange
spoord.. Het is integendeel een wezen
lijk deel van de Katholieke leer, dat ook
buiten het kerkgebouw en de sacristie
de godsdienst zijn woord te spreken
heeft. En wel een zeer nadrukkelijk
woord van t hoogste levensbelang voor
ieder mens. Dat woord wil het ge
hoord en verstaan worden dient dan
gesproken te worden en onderstreept
door het levende voorbeeld midden in
de wereld, onder alle mensen, in elk
Vlaamse Literatuurprijs
voor Gerard Walschap
Prominent geleerde
Gezinscrisis
In Nederland wordt de bevolking wettelijk
tegen vele gevaren beschermd
Liturgische weekkalender
(Van onze correspondent)
•De paarden van het woonwagenkamp in Zaandam zijn het een eindje
verder op gaan zoeken. Sinds korte tijd wordt hun rust verstoord door het
peloop en het gedraaf van mannen, die met sissende lasapparaten bezig zijn
jjet meest vreemde en logge gevaarte te bouwen, dat een mensenoog ooit zag.
Da ar op de uiterste grens van Zaandam, alleen te bereiken via slingerpaadjes
«oor het polderland, wordt de droom van een paar duizend Nederlanders een
klein stukje werkelijkheid; de boor- en duiktoren voor het bergen van
'jet goud van de „Renate Leonhardt" is bezig realiteit te worden. Wie tot
dusver mocht menen met een schertsonderneming te doen te hebben, komt
teel even tot andere gedachten bij het zien van de enorme hoeveelheid staal
en ijzer aan de oever van het Noordzeekanaal, van welke hoeveelheid reeds
een flink deel geconstrueerd is tot dat, wat het voornaamste gedeelte van
de werkput moet worden: het onderstuk, waarin de werkkamer komt en
Waaraan thans acht lassers hun krachten wijden.
De contouren van de 27 meter hoog wordende werkput, waarmede men het
zogenaamde goud uit het wrak van de „Renate Leonhardt" wil lichten, worden
steects duidelijker. Platen ijzer van ruim 1 centimeter dikte zorgen voor een
bode^ COnstrUctie- De onderste rand van de put zal zich in de kleilaag op de
eVMenn Üe Zee tnoeten boren, zodat de put zeer stevig komt te liggen.
T en Wl1 vtedio Augustus met het gevaarte de Noordzee oversteken.
Het eerste opschrift boven deze be
schouwing is de titel van een
allervoortreffelijkst boekje, dat
de befaamde Belgische theoloog prof.
dr Gustave Thils, professor aan de
Universiteit van Leuven, een tijdje ge
leden heeft uitgegeven bij de firma H.
Melissen te Bilthoven. De schrijver zet
daarin de wezenlijke karaktertrekken
Van het christelijk leven uiteen n^ar
aanleiding van een bestaand verschil
in opvatting. Enerzijds heeft men nl.
verdedigd, dat het Christendom zich
maar liever uitsluitend met God moest
bezig houden en dus met verdieping
daar het werken^1® Seesteliike leven'
der van God In de zich steeds Ver"
vruchteloos jjerwtiderende wereld toch
juist de nadrfi'i, anderzijds legde men
het Koninkriik o0p de verbreiding van
de kerstening °ds in deze wereld, op
het apostolaat het hele leven, op
kon men zich °or beide standpunten
pen. Beide opvSS- de H' Schrift beroe-
ontstaan uit rngen zÜn dan ook niet
klaring van het rstellig on.)uiste ver-
verschil van kioJf 00f' maar uit een
sor Thils' grote 21 2"' Het- is .?rof®f
stekende vfV-vLT ,verdienste in zijn uit-
duidebik in delin§ beide meningen
kb.2 te hihw oorsprong en strek-
t u 12. verklaard, maar vooral
te hebben aangetoond dat beide onmis
baar zijn voor het echte christelijke le-
vf?' J zeer in het kort samenge-
dei is weer te geven in twee woor
den. zelfheiliging en apostolaat.
vnüaar ?nze overtuiging is het boekje
Vernpr°f' Thils een prachtige nadere
donk nng van de passage uit het Man-
ment onzer Bisschoppen, die handelt
oyer vals spiritualisme. Zij treden daar
mee in het voetspoor van Z.H. de Paus,
die in een toespraak tot de Katholieke
Vrouwenbond op 11 Sept. 1947 de me-
hing, dat de ware Katholiek zich zou
moeten afhouden van de zaken van de
Wereld, als verkeerd heeft afgewe
zen. Deze veroordeling ligt geheel in
"6 lijn van het pauselijk onderricht.
n onze vorige beschouwing hebben wij
eraan herinnerd, dat Paus Pius XII
steeds bijzondere nadruk legt op de taak
'an de Katholiek in de wereld en Z.H.
heeft daarbij vooral de katholieke le:
Ken op het oog. ,,De gelovigen", zo zei
mj, „en nauwkeuriger gesproken, de
eken, staan in de voorste linie van het
teven der Kerk. Door hen is de Kerk
het levensbeginsel van de menselijke
samenleving". Dat is dus heel wat
anders dan zich afzijdig houden van de
wereld. Wanneer wij, volgens Gods op-
acht, leven en wereld moeten door
dingen van de evangelische geest, dan
dat onmogelijk van een afstand ge-
\Vedr??, dan moeten wij midden in de
het staan, „in de voorste linie van
v')ai ven", en daarbij kunnen wij, zo-
de Paus bij een andere gelegen-
heeft gezegd, nog heel wat leren
di<> de vijanden van het Christendom,
stig^um hun heilloze en anti-godsdien-
ovqj. leer onder het volk te verbreiden,
tehde Perfecte organisatie en doeltref-
Werkmethoden beschikken.
Van 2 hebben werkelijk in de volle zin
deUikh w°°rd een „heilige verantwoor-
breed Natuurlijk is er een hemels-
en Vav?,rscllil tussen „in" de wereld
kathol2,,de wereld zijn. Een overtuigd
Wereld i an' hoewel hij midden in de
zijn orr,% hhmogelijk van de wereld
sch0'uwir, u ziJn geioof en levensbe-
'evenswiifo Gm beletten de opvattingen en
Ziet het 2 van de wereld te delen. Hij
°PgeWrle 2,,?ok als zijn hem do°r God
beeld +phcht door een g°ed voor-
mogeliik^ V onen' dat het geheel goed
aan God L tro.uw te zijn aan het geloof,
zichten ee tegelijkertijd in alle op-
teven een Pe alle terreinen van het
en een ™?2edJ^ger, een goed mens
hog; wü vakman te zijn. Sterker
beweren d2t°gh®i? I"et recht en reden
In overeenstemJl- 6eheel en al leeft
reenstemming met Gods Wil, in
de gunstigste voorwaarden verbeert
om een goed mens, een goed burger en
een goed vakman te zijn, omdat hij ue
beste en hoogste motieven bezit om deze
eigenschappen in zich zelf tot ontwikke
ling te brengen.
Yoor wie het Mandement der Bis
schoppen goed gelezen heeft is
het dan ook zonder meer duide
lijk, dat de beschuldiging als zouden de
Bisschoppen de Nederlandse Katholie
ken willen terugdringen m een onvrucht
baar en voor het land schadelijk iso
lement zeer beslist niet de minste grond
vindt in hun woorden. Het tegendeel
is het geval. Zij wijzen nadrukkelijk op
onze „heilige verantwoordelijkheid en
halen vervolgens enkele uitspraken van
de Paus aan, die aan duidelijkheid mets
te wensen overlaten. Terugkeer naar
het louter geestelijke veroordeelt Z.H.
als een voor Katholieken onaanvaard
bare houding. Hieronder verstaat men,
zeg de heilige Vader, de Kerk nauw te
beperken tot het terrein van het strikt
dogmatisch onderricht, het opdragen
van het H. Misoffer en het toedienen
van de heilige Sacramenten, en haar
te ontzeggen iedere schrede en zelfs
iedere blik op het gebied van het open
bare leven, alsmede iedere bemoeiing
met de burgerlijke of sociale orde. Als
of het dogma niet te maken zou heb
ben met alle gebieden van het mense
lijk leven, alsof de geheimen van het
geloof met hun bovennatuurlijke rijk
dommen zich ervan zouden moeten ont
houden het leven der enkelingen in stand
te houden en te sterken, en tengevolge
daarvan het openbare leven in harmo
nie te brengen met de Wet van God
en het te doordringen van Christus'
geest! Een dusdanige vivisectie is
eenvoudig anti-Katholiek!"
Het komt ons voor, dat het na deze
pauselijke woorden, die letterlijk in het
Mandement worden geciteerd zonder
kwade wil of verblinding nauwelijks mo-
le,vensmilieu.
Ëen andere kwestie is, dat het ge
loof, onze grootste rijkdom, dient be
schermd te worden tegen de inderdaad
vaak levensgevaarlijke beïnvloeding der
ontkerstende wereld. Deskundigen heb
ben het te verdedigen tegen aanvallen,
die in naam der wetenschap 0f op
gronden die voor de grote massa niet
aanstonds in hun ware aard te door
zien zijn, worden ondernomen. De ge-
woriG srelovië^n moeten gewaarschuwd
worden tegen de gevaren, die het mo
derne leven met zich mee brengt niet
op de laatste plaats door de ontelbare
vormen van publiciteit en reclame, die
door niemand te ontlopen zun. Wijze
voorzichtigheid begeeft zich met bewust
in gevaar. Vaak echter worden gevaren
niet als zodanig erkend. Dan ia net
een plicht van naastenliefde voo:r de
genen, die wel het juiste inzicht neo-
ben in hun aard anderen te waarscnu-
wen. .Deze plicht is des te dringender,
wanneer aan de wetenden bovendien
nog de zorg voor die anderen is opge
dragen. En wanneer die zorg het ziele-
heil betreft, dan is er geen hogere
plicht denkbaar.
In die situatie verkeren de Bisschop
pen ten opzichte van de Nederlandse
riio2l0liek,en' En vanuit dat gezichtspunt
■p_. °°k de waarschuwingen van het
verv2tP2at' die in het Mandement zijn
vervat, te worden verstaan.
„Welkom" zei de heer Visser, de ma
nager van de gehele onderneming, ,,u
is de eerste journalist die nu eens niet
per telefoon „voet heeft gezet" op een
voor Nederland unieke werkput. Ik houd
er wel van als men zélf eens de zaak
komt bekijken, want wat wij doen kan
het daglicht best verdragen. Wat zegt
u er van?" Dat wilden wij nu juist ook
vragen en dus nodigden wij de heer
van der Toorn uit hierop het antwoord
te geven. Wij troffen het Dinsdagmid
dag in zoverre uitstekend, dat alle kop
stukken van de onderneming zich bij de
werkput bevonden. Maar de heer van
der Toorn lachte maar wat en keek
op zijn beurt weer uitnodigend de heer
Adriaanse aan. De heer Adriaanse nu,
in overall, bleek een voormalige chef-
instructeur duiken bij de Marine te ztjn.
Ook hij was thans verbonden aan de
onderneming. Een nuchter en zeer za
kelijk man overigens, die, alvorens hij
antwoord gaf, ons eerst een licht ver
wijt maakte, dat wij hem nooit hadden
opgezocht in de eerste jaren na de oor
log toen hij in de Amsterdamse haven
bij nacht en ontij dook naar allerlei ge
zonken obstakels; „daar zat méér kopij
in!" Toen hij echter aller ogen op zich
gericht zag, verzekerde hij snel „dat
dit ook wel aardig werk was" waarbij
hij met weids gebaar wees op de in
drukwekkende bouw.
Welnu „aardig werk" is dit gevaarte,
dat bij aflevering ruim 130.000 kg zal
wegen, zeer zeker. Men komt inder
daad onder de indruk van de enorme
afmetingen van deze werkput, al heeft
de financiële expert van de onderneming
mr. dr. P. Lucas, eens tegen de heer
Visser gezegd, dat hij de put nóg gro
ter had verwacht.
Zes en twintig meter hoog wordt het
gevaarte en de vloer heeft een door
snede van ruim 20 meter en is reeds
geheel gereed. Van de put verdwijnt
ruim 20 meter onder de zeespiegel, dan
rust het op de kleilaag waaronder het
goudschip „Renate Leonhardt" moet
liggen, naar men zegt.
Daar aan het Noordzeekanaal wordt
een wedloop met de tijd gehouden. De
uitvoerder van het werk, de heer Gerrit
Hoogeveen, deelde ons mede, dat
het bovenstuk van de toren uitbesteed
was aan een constructiewerkplaats in
IJmuiden en dat men binnen tien dagen
reeds zo ver is, dat beide gedeelten ge
hecht kunnen worden. In Zaandam word
het grootste, zwaarste en breedste ge
deelte gebouwd, totaal 11 meter hoog
en in welk gedeelte zich de werkkamer
zal bevinden.
Op de vraag wanneer het gehele kar
wei gereed zal zijn, zegt de heer Visser
zeer gedecideerd: „Over een maand."
Deze woorden klinken zo beslist, dat
iedere verdere twijfel of wantrouwen
een belediging zou zijn.
Of de aandeelhouders al eens een
kijkje zijn komen nemen? Nog maar
zeer weinigen. Wel heeft de heer Visser
een bar drukke tijd achter de rug, dat
was toen al de aandelen ingeschreven
en verzonden moesten worden.
Want dit is toch wel een verrassend
element in deze gehele onderneming,
dat een paar duizend Nederlanders
hun vertrouwen in de opzet in klin
kende munt hebben kenbaar gemaakt.
Binnen zeer korte tijd had de „Coöpe
ratieve Bergings Vereniging Renate
Leonhardt U.A." een bedrag van vier
honderd duizend gulden in kas toen
inschrijving op aandelen openstond
bij mr. dr. Lucas in den Haag.
Dat dit vertrouwen gepaard gaat
met het nodige wantrouwen heeft de
heer Visser ook reeds ondervonden.
Alle aandeelhouders kregen hun aan
deel toegezonden in alphabetische or
de van naam. Toen een boer uit Oude
Tonge niet snel genoeg naar zijn zin
het aandeel ontving, waren de dreige
menten niet van de lucht. Oplichterij
was het eerste woord dat viel.
Maar eenieder heeft thans het briefje
dat binnen twee maanden zekerheid
geeft op een grote niet óf 35 maal de
inzet. En voor een gokje zijn nog steeds
tal van Nederlanders te vinden, dat
bewijst deze onderneming wel.
Harrie Mulisch.
De Belgische staatsprijs voor Vlaam
se letterkunde, die om de drie jaar
wordt toegewezen, is voor de periode
1951-1953 toegekend aan Gerard Wal
schap voor zij roman „Zuster Vigillia".
De jury bracht drie stemmen uit op
Walschap, één op Marnix Gijsen voor
zijn roman „Klaaglied om Agnes" en
één op LouisPaul Boon voor „De
Kapellekensbaan". Zij bestond uit prof.
Frans de Backer, Raymond Brulez,
Maurice Roelants, Gerard Schmook en
Hubert van Herreweghen.
arry Mulisch, een van onze jongste, tevens meestbelovende schrijvers,
werd in 1927 te Haarlem geboren. Zijn vader was een Tsjech; zijn
moeder stamt uit nog Zuidoostelijker richting. Deze oudercombinatie
is er zonder twijfel mede debet aan, dat Mulisch zich allerminst ontpopt heeft
als een realist van het Hollandse binnenhuisje. Hij paarde als schrijver van
meet af aan een ongebreidelde fantasie aan een onverzadigbare nieuwsgierig
heid.
bracht naar de sfeer der kunstbe
schouwing. Voor hem bestaat kunst
slechts bij de gratie van de erva
ring van wat hij het Andere noemt.
Dit „andere" is dan zowel het god
delijke, als het bovenaardse en on-
derwereldse, of tezamen datgene
wat de psychologie het onderbewus
te noemt.
Men hoeft er niet over te twis
ten, of kunst inderdaad slechts bij
de gratie van genoemde ervaring
bestaat, gelijk Mulisch meent. In
theorie is zijn mening stellig waar
Als fantast haalt hij zich naar be
lieven de grilligste belevenissen voor
de geest; als nieuwsgierige wordt hij
gedreven door een weetdrang, die
tracht heen te grijpen over de grens
van het beleefbare, diep terug in
het collectieve verleden van oerher-
inneringen, in den blinde voorwaarts
naar waar de toekomst nog niet
meer dan een raadselachtige glim
lach is, en met een sprong zijwaarts
uit het heden weg in een werkelijk
heid, die tot een andere orde be
hoort dan de alledaagse, maar die
er toch dwars door de beperkingen
van tijd en ruimte heen flitsender-
wijs aan verwant is. Het contact
met die werkelijkheid heeft Mulisch
in een poëziekroniek*) eens de er
varing van het numineuze genoemd,
een bepaald soort van volstrekt ir
rationeel gevoel, dat in de theologie
wel eens wordt beschouwd als het
wezenlijke van de godsdienst, als de
ervaring van de werking der god
heid. Mulisch heeft het begrip van
de theologische denksfeer overge-
en maakt zij haarscherp onderscheid
tussen kunst en schijnkunst. Maar
is zij in de practijk bruikbaar als
norm? Leidt zij dan niet tot het
uiterste subjectivisme, waarbij men
als kunst alleen maar datgene er
kent, wat toevallig met de eigen er
varing van het „andere" overeen
stemt? Zo wendt Mulisch haar aan
in zijn poëzie-kronieken en daar
Advertentie
„Wat een geluk, dat we Aspirin
bij ons hebben, voor^ 't geval
we verkouden worden'
Ltl bij aankoop op het Bayer-kruis,
het teken van echtheid en zuiverheid.
p het congres, dat de Katholieke
Bond voor het Gezin in Tilburg
houdt onder de titel „Gezin en
School", spreekt Mgr. Mr. Fr. Op de
Coul, directeur van het Katholiek Cen
traal Bureau voor Onderwijs en Opvoe
ding, een belangwekkende rede uit,
waarin lift op principiële gronden het
bestaan en oprichting van Oudercomi
té's aantoont en hun taak omschrijft.
Voorts bepleit hij de samenstelling van
een Katholieke Nationale Raad van Ou
dercomité's, waarvan hij de doelstel
lingen aangeeft.
Mgr. Op de Coul stelt, dat het kind
recht op opvoeding heeft en dat de ou
ders de plicht hebben dit recht van het
kind te verwezenlijken. Voor de tweede
maal krijgt het katholieke kind dit
recht, als het door het H. Doopsel Kind
God wordt en lid van de Kerk- Dit
recht is absoluut en hieraan mag door
niemand en in niets te kort gedaan
worden. Katholieke ouders zijn daar
om verplicht hun kinderen volgens de
Katholieke levensbeginselen op te voe
den. Deze opvoeding wordt belemmerd,
indien er geen ideale samenwerking is
tussen ouders en school.
Naast de ouders heeft ook de Kerk
als Moeder van het bovennatuurlijke
leven, doch bovendien krachtens na
drukkelijke opdracht van Haar Stichter,
de- plicht Haar Kinderen te onderwijzen.
Zij treedt hier op zowel als hulp der
ouders, als krachtens haar eigen auto
noom recht. Hieruit volgt de belang
rijke consequentie, dat onderwijs nood
zakelijk de samenwerking vereist van de
beide daartoe geroepenen: Kerk en ge
zin.
De een mag de andlr dus niet uit-
slui Kotooliek onderwijs moet nood
zakelijk gedragen worden zowel door
de Kerk als door de ouders. De rechten
van de Kerk voortkomend uit de boven
natuurlijke orde zijn primair boven die
der ouders, die slechts de natuurlijke
rechten bezitten. Daarom komt de strik
te zeggingsmacht over het hoe van het
onderwijs uitsluitend toe aan de Kerk.
Het ouderrecht is derhalve niet mono
polistisch. Onder de gegeven omstan
digheden is het noodzakelijk, dat Kerk
en ouders samenwerken om beider op-
VBPilinircS/lnnnl
voedingsideaal te bereiken.
Ma te hebben aangetoond, dat het
Schoolbestuur een blijvende, duurzame
instantie moet zijn, mede in verband
met de continuïteit van de school en
(Van, onze Romeinse correspondent)
De Procurator Generalis van de Orde
twl kruisheren, dr. P. Entten, viert
wee jubilea. Hij werd in Uden op 18
1 9Ï. flt jaar 1894 geboren en is he-
wn bijgevolg 60 jaar, de leeftijd, die
men bijzonder pleegt te vieren in het
en van Prominente en geleerde per-
lee^H1' ,Rutten is prominent en ge-
ra, hij is bovendien een hartelijk
prettig man, die naast zijn vele deug
en, ergens in zijn hart een plek voor
e humor vrijhoudt, een man, die men
'id weer blij is te ontmoeten, te zij-
"ent aan de Via del Velabro, naast het
oude kerkje van Santa Maria in Cosme-
din, ten Vaticane, op straat of in de
bus. Dr. Rutten vervolgens, kwam in
1929 naar Rome als Procurator van zijn
Orde en dus heeft hjj thans in de muur
van zijn studeerkamer de vijf en twin
tigste jaarspijker geslagen naar klassie
ke trant.
De dubbele jubilaris vertoeft thans
in Nederland, waarheen zijn ambtsbe
zigheden hem riepen voor de maanden,
dat in Rome de stille tijd heerst. Nu
dr. Rutten dus niet ten Vaticane gezien
wordt, de broederportier aan de Via
del Velabro het „niet thuis" moet geven
en er geen kans is dr. Rutten op het
Nederlands priestercollege te ontmoe
ten, niet op straat, niet in de bus, past
vanuit Rome en in Nederland een har
telijke gelukwens, die, dan mondeling,
herhaald zal worden door de Neder
landse kolonie in Rome, wanneer dr.
Rutten weer „ad limina" zal zijn weer
gekeerd!
talrijke andere problemen b.v. van fi
nanciële aard, stelt Mgp. Op de Coul
dan ook, dat niet de schoolbesturen
moeten worden opgeheven om daarvoor
in de plaats de ouders te stellen, doch
dat 'n vertrouwvolle samenwerking tus
sen besturen, leerkrachten en vertegen
woordigers van de ouders in de ouder-
comitc's moet ontstaan, waarnaast dan
de ouderavonden beschikbaar blijven om
alle ouders in de zaken, de school
hunner kinderen rakende, te informe
ren en te interesseren.
(Van onze medische medewerker)
geconstateerd, dat de oor
zaak vermoedelijk gezocht moest
worden in voedselvergiftiging. Het,
jongste dochtertje van de heer K.
is inmiddels overleden. De overige
familieleden, die eveneens ter ob
servatie in het gasthuis waren op
genomen, zijn gisteren ontslagen".
Aldus een berichtje in de avond
bladen.
Wat is nu eigenlijk voedselvergif
tiging? Een van de voornaamste,
maar lang niet de enige, oorzaak is
de besmetting met Bacterium
Botulinum. Dit soort voedsel
vergiftiging heet dan ook botulinis-
me. De schuldige is een bacterie,
die buitengewoon goed bestand is te
gen warmte. Het conserveren, dat
geschiedt door verwarmen van le
vensmiddelen op een temperatuur
waarbij alle micro-organismen ge
dood worden, doet deze botulinisme-
bacterie geen kwaad. Bij het wecken
wordt deze bacterie dus ook niet
gedood. Zou men dat willen berei
ken, dan zou men zijn inmaak bijna
volle dagen op kooktemperatuur
moeten houden, wat natuurlijk in de
praktijk niet mogelijk is. Wel nemen
de bacteriën een ander uiterlijk aan,
zij gaan over tot het vormen van
sporen, waaruit zich later, als de
inmaak al weer lang op de rekken
Pronken, weer bacteriën
ontwikkelen. Hun stofwisselingspro -
aucten zijn een dodelijk vergif, waar
niet mee te spotten valt.
„°,e Ro^nt het nu, dat wij betrek
kelijk weinig van deze vergiftigings-
gevallen zien? Daar zijn twee re
denen voor aan te wijzen. De Neder
landse huisvrouw heeft de goede ge
woonte de conserven warm op te
dienen. Daardoor wordt het bac
teriegif onwerkzaam gemaakt. Het is
zelfs niet tegen een geringe ver
warming bestand. De andere reden
is gelegen in het feit, dat het vergif
ook niet tegen zuur bestand is. Daar
om kan het geen kwaad als inge
maakt fruit gebruikt wordt zonder
het .eerst op te warmen. Of de in
houd van de Weckfles of een con
servenblik met deze bacterie besmet
is, kan men er zo niet aan zien. Het
blik hoeft niet bol te staan en het
inmaakglas kan nog prima gesloten
zijn. Het spreekt vanzelf, dat een
bolstaand conservenblik en een open
gesprongen Weckglas toch als be
dorven beschouwd moeten worden, zij
het dan om andere redenen. Men
kan deze stelling dus niet omdraai
en.
Een andere bron van vergiftiging
is het eendenei. Eenden zijn zo vaak
met paratyphus besmet, dat men elk
eendenei dient te wantrouwen. Men
doet er goed aan geen enkel eenden
ei te gebruiken, dat niet minstens
gedurende tien tot vijftien minuten
gekookt heeft. Paratyphus en andere
darminfecties kunnen ook door melk
overgebracht worden. Wanneer is
melk nu gevaarlijk? Flessenmelk is
gepasteuriseerd, d.w.z. op zodanige
wijze verhit en weer afgekoeld, dat
zij geen ziektekiemen meer bevat.
Losse melk kan, zelfs als ze in de
fabriek gepasteuriseerd is, onderweg
naar de verbruiker allerlei besmettin
gen opdoen. Losse melk moet dus
altijc. eerst gekookt worden. Lang
doorkoken is niet nodig, even opko
ken is voldoende.
Wanneer er na het gebruik van
vlees voedselvergiftiging optreedt is
er meestal sprake van het eten' van
rauw of onvoldoende verhit vlees.
Op deze manier is ook besmetting
met lint wormlarven mogelijk.
Nederland wordt de bevolking
wettelijk beschermd tegen al deze
gevaren, die het gevolg zijn van het
gebruik van besmet of ondeugdelijk
voedsel, door de warenwet, inhou
dende eisen, waaraan bepaalde wa
ren moeten voldoen, om voor con
sumptie in aanmerking te mogen
komen. Deze eisen zijn neergelegd in
een groot aantal Koninklijke Beslui
ten, o.a. het melkbesluit, het brood-
besluit, het jambesluit enz. Ook hy
giënische controle van stallen en
slagerijen staat borg voor de hoge
kwaliteit van het Nederlandse pro
duct.
Van S.
Spreker merkt hier op, dat in het
verleden de school misschien te con
servatief geweest is en niet altijd de
juiste tijd heeft weten te vinden. Maar
een feit is, aldus Mgr. Op de Coul,
dat de „moderne" opvattingen over
wat mag en niet mag, in het algemeen
gesproken in de school sterker en lan
ger resistentie hebben gevonden en
nog vinden dan in het gezin. Mgr. Op
de Coul meent dan ook, dat met meer
recht gesproken kan worden van een
gezinscrisis dan van een schoolcrisis.
De ervaring heeft geleerd, dat vele
concrete moeilijkheden hun oorsprong
vinden in te moderne opvattingen
t.a.v. de opvoeding, die de „achter
lijke" school niet wenste te volgen.
Mgr. Op de Coul ziet de taak van de
Oudercomité's tweezijdig: adviserend en
uitvoerend. De formulering aanhalend
van het reglement, zoals dat op voor
stel van de Nederlandse Katholieke
Schoolraad door de bisschoppen is goed
gekeurd, herinnert spreker aan de be
paling, dat het comité^ niet mag treden
in aangelegenheden, die het bestuur en
de exploitatie der school raken. Dit be
tekent in geen geval, dat daardoor de
Ou~ercomité's op een dood spoor zijn
gezet, aldus Mgr. Op de Coul. Hjj somt
dan een groot aantal mogelijkheden op,
waaronder b.v. school- en vacantietijden
huiswerk, kindermis en -biecht, excur
sies, artsendienst, beroeps- en beroeps
keuzevoorlichting, activiteiten buiten
school, jeugdwerk, sportverenigingen
enz. Verder umnen de Oudercomité's
wensen en verlangens omtrent het on
derwijsprogramma, de interne schoolor
ganisaties en de behandeling der kin
deren in de school naar voren brengen.
Wat betreft de adviserende taak
merkt Mgr. Op de Coul op, dat de Ou
dercomité's het recht bezitten zowel ge
vraagd als ongevraagd zjjn mening ken
baar te maken over onderwijs- en opvoe
dingsaangelegenheden en advies dien
aangaande uit te brengen.
Dit kenbaar maken van meningen en
uitbrengen van adviezen geschiedt
steeds aan het schoolbestuur, waaraan
het recht blijft voorbehouden naar eigen
inzicht en op grond van deze wensen
en adviezen te handelen. Voor wat de
uitvoerende taak betreft is voor de Ou-
2,e zeer beiangrijke en niet
Mc2- ArSCiiat*?n ,taak weggelegd, aldus
Mgr. Op de Coul, dat het terrein van
?i,i i n 3J e Propaganda voor het Ka-
l ki, Onderwijs. Op de tweede plaats
nebben de Oudercomité's tot taak de
mentaliteit van de ouders der school-
gaande kinderen te beïnvloeden door
belangstelling te wekken en noodzake
lijk inzicht bij te brengen. De derde
taak vinden de Oudercomité's in het
ondersteunen van beleidsactiviteiten van
het schoolbestuur.
maak ik bezwaar tegen, alvorens tot
de bespreking van zijn jongste boek
te kqmen. Ik doe dit temeer, om
dat dit boek alle kans loopt misbe-
grepen te worden, door ieder, die
toevallig niet zo over het „andere"
denkt als Mulisch en er toch heus
wel begrip van heeft!
Ik wil het nog even anders for
muleren: Mulisch meent, dat de
mens en zijn wereld pas waar
lijk levend worden, zodra de kun
stenaar de steker in het stop
contact van „het andere" steekt,
maar dit is een beeldspraak, die
slechts verhelderd werkt ter ken
schetsing van het pogen van een
bepaald type kunstenaar, tot welk
type, hoe kan het anders, Mulisch
zelf op nadrukkelijke wijze be
hoort.
In 1951 kreeg Mulisch de Reina
Prinsen-Geerligsprijs voor het ma
nuscript van zijn eersteling „Archi
bald Strohalm" een lijvige „symbo
lische roman" van een genre, dat
bij ons niet bepaald intensief wordt
beoefend. Hierdoor kon het werk bij
zijn verschijnen als een bijzondere
verrassing en Harry Mulisch als een
jongere met mogelijkheden worden
begroet. Immers, realisten, natura
listen en idealisten hebben wij meer
dan genoeg, maar voor een proza
schrijver, die nadrukkelijk door mid
del van symboliek „het andere" in
het alledagsleven wil laten inslaan,
ongeveer zoals de bliksem in
slaat daarvoor was nog wel een
ereplaatsje vrij. Zulks temeer daar
Mulisch zijn blikseminslagen hoogst
humoristisch inkleedde, zodat zijn
boek behalve diepzinnig ook verma
kelijk was: een tweevoudig genot om
te lezen.
Attractieve combinatie
Zo'n attractieve combinatie, waarbij
het nuttige met het aangename wordt
verenigd, heeft Mulisch ook nagestreefd
in zijn tweede, zojuist verschenen roman:
,,De diamant" zo gezegd „een voor
beeldige geschiedenis". Het is een boek,
dat men uitermate geboeid zal lezen van
de eerste tot de laatste bladzij; men is
dan met sprongen door minstens vier
tijdperken der wereldgeschiedienis ge
gaan. Vier tijdperken, gesymboliseerd
door vier rivieren of stroomgebieden.
Van de Ganges in Voor-Indië, waar de
diamant vijfentwintighonderd jaar terug
werd gevonden, naar de Yang-Tze, waar
hij de glorie van een aantal Hemelse-
Rijk-dynastieën begeleidde, naar de Ti
ber, waar hij het verval der Romeinse
beschaving bezegelde en tenslotte naar
de Seine, West-Europa dus, waar de
diamant in handen valt van negentiende
en twintigste-eeuwse godzoekers, gang
sters en generaals. De laatsten beschou
wen hem als strategisch materiaal. Zij
willen de diamant gebruiken voor hun
militaire precisie-instrumenten. De Sid-
dharta zo heet de diamant ont
snapt echter aan de dans om op de
voorlaatste bladzij te sterven in de
kachel van een Haarlemmermeerse schil
lenboer, die daarmee aan zichzelf bewees
dat het een échte was geweest (want
alleen échte diamanten verbranden; zij
zijn, zegt de scheikunde, slechts een een
voudige modificatie van koolstof). Op
de laatste bladzij maait dan, van ver
bouwereerdheid over het resultaat, onze
schillenboer zich met de zeis het hoofd
af en daarmee is een definitief einde ge
komen aan de hevige, vaak wereldschok
kende hartstochten, die de Siddharta in
de loop der tijden in de hoofden en har
ten van die hem bezaten loswoelde.
Naar ik meen heette Mulisch' eer
steling in ontwerp „Een geteisterde".
In aansluiting daarop zou men „De
diamant" „de teisterende" kunnen noe
men. Wat deze zoals ontketende laat
zich slechts fragmentarisch beschrij
ven. Mulisch doet dan ook maar wat
grepen uit zijn levenshistorie, teza
men vormende: een voorbeeldige ge
schiedenis. Want is het niet voorbeel
dig dat zo'n diamant iemands leven
kan beheersen, zózeer, dat het, in Mu
lisch' terminologie, een zaak van
lachen op dood wordt!?
Een yogi in dit verhaal, die de
diamant voor zijn gezicht liet zweven,
zeide: „Diamanten zijn als grote ge
dachten". De Siddharta wat toen nog
maar nauwelijks gevonden en borg al
le toekomst nog rein in zich. De yogi
zag, dwars door tijd en ruimte, hoe
in de Siddharta „het andere" als
vonkend gedicht leefde en hij lachte
er „belangeloos" om, in een staat van
puur schouwen.
Maar hij zag tevens, dat dit „andere"
het merendeel der mensheid zou verbijs-
teren, begerig maken, belanghebbend.
j "Er°te gedachten", waarin „het an-
dere ervaarbaar is, doen dit, aldus de
sententie van de schrijver. Ze doen de
mensheid meer huilen dan lachen.
0 filosofie van het lachen, zoals Mu
lisch die in dit en reeds in zijn eerste
a°a aanhing, is er een met een dubbele
bodem. Men lacht zich tranen, men lacht
zich dood. Het is niet leuk meer, het
is tragisch. Maar het wil zou niet ge-
noemd_ worden. En daarom zien wij de
tragedie van de mens aan als 'n komedie:
een goddelijke komedie. Zij laat zich
voortreffelijk demonstreren aan de lot
gevallen van de Siddhartha, die zeld
zaamste en grootste van alle ooit gevonden
diamanten. En het is inderdaad een
„voorbeeldige" geschiedenis, zoals de
avonturenroman rond de graal er een
is en zoals eigenlijk de lotgevallen van
alle grote gedachten, die gestalte aanna
men en tekens werden, voorbeeldig werk
zaam zijn. Hetgeen aan de originaliteit
van deze knappe roman van Harry Mu
lisch allerminst afbreuk doet.
Intussen blijft het waarderen van
de „voorbeeldigheid" in het onderha
vige geval een kwestie van instem
men met de beginselen van waaruit
Mulisch schrijft, d.w.z. met diens er
varing van het „andere". Die erva
ring zal vele lezers hun waardering
doen inperken; aan de christelijke er
varing van het „andere" is zij name
lijk vreemd. Men zou haar boeddhis
tisch kunnen noemen, voorzover zij
niet voornamelijk nihilistisch en vrij
wel alles persiflerend is.
NICO VERHOEVEN
Mgr. Op de Coul gaat echter nog
verder en bepleit tevens de bundeling
van de plaatselijke Oudercomité's in
een Katholieke Nationale Raad van
Oudercomité's, die als punt één in
zijn programma moet hebben staan
de propaganda voor de Katholieke
school en overal daar behulpzaam te
zijn waar, om welke redenen ook, de
Katholieke school in moeilijkheden
verkeert. Mgr. Op de Coul ziet nog
talrijke andere taken voor deze Na
tionale Raad open liggen. Hij merkt
hierbij op, dat, al moet de Katholieke
Nationale Ouderraad niet gezien wor
den als 'n stichting van de gezamenlij
ke standsorganisaties in die zin, dat
de leden uit vertegenwoordigers de
zer organisaties worden aangewezen,
het niettemin van het begin af van
groot belang is, dat deze Raad ge
dragen wordt door de sympathie en
de steun der standsorganisaties. Bij
de samenstelling van de Raad dient
men er daarom op te letten, dat de
verbindingen van de leden met de
standsorganisaties goed liggen.
Mgr. Op de Coul besluit dan zjjn
rede met alle steun toe te zeggen van
de zijde van het Katholiek Centraal
Bureau voor Onderwijs en Opvoeding en
spreekt de wens uit, dat binnen afzien
bare tijd de Katholieke Nationale Ou
derraad een belangrijk instituut zal
blijken te zijn in de organisatie van
het Katholiek onderwijs in Nederland.
Het Parool, 17 April '54.
Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam
'54.
ZONDAG 18 JULI: Zesde Zondag na Pink
steren; eigen Mis: 2 gebed H. Camillus de
Lellis; 3 geb. H. Symphorosa; Credo; pre
fatie van de H. Drieëenheid; groen.
MAANDAG: H. Vincentius a Paulo, belij
der; eigen Mis; wit. Utrecht: H Ber-
nulphus, bisschop-belijder; Mis Statuit:
2 geb. H. Vincentius; wit.
DINSDAG: H. Hieronymus Aemilianus be
lijder; eigen Mis; 2 geb. H. Margarita;
wit.
W?,ENS„DA<;: H' Praxedes, maagd; eigen
Mis; 2 geb. A cunctis; 3 geb. naar keuze;
wit. Haarlem; H. Fridericus, bisschop
martelaar; Mis Sacerdotes; 2 geb H Pra-
xedes; 3 geb. A cunctis; rood. Breda:
Kerkwijdingsfeest (voor geconsacreerde
kerken van wereldheren, behalve de Ka
thedraal); Mis Terribilis; Credo; wit
Roermond: H.H. Monulphus en Gondul-
P us. bisschoppen-belijders; Mis Sacerdo
tes; 2 geb. H, Praxedes; wit.
DONDERDAG: H. Maria Magdalena, de
boetvaardige; eigen Mis; (Breda:; 2 geb
Kerwijding); Credo; wit.
VRIJDAG: H. Apollinarus, bisschop-marte-
laar ei gen Nis; 2 geb. H. Liborius; (Bre-
da; 2 geb. Kerkwijding; 3 geb. H. Libo-
nus; Credo;) rood.
ZATERDAG: Vigilie van de H. Jacobus:
Mis Ego autem; 2 geb. H. Christina: 3
geb. Concede; (Breda: 2 geb. Kerkwij
ding; 3 geb. H. Christina; geen Credo;)
paars. Ofwel voor Haarlem: H. Ber-
nulphus, bisschop-belijder; Mis Statuit;
2 geb. vigilie; 3 geb. H. Christina; laatste
evang. vigilie; wit. Voor Breda: Mis
van Kerkwijding; 2 geb. vigilie; 3 geb.
H. Christina; Credo; laatste evang. vigi
lie: wit.