komt
naar
ons
land
Typische eigenschappen van doorsnee
Fransman sieren president Coty
Ongebreidelde stadsuitbreiding in strijd met
belangen van het gezin
STATUUT KONINKRIJK
AANVAARD
AKKERTJE
Vuurwerk
EEN GROOT GEZIN
Verplichting of
vergunning?
Moderne hoogbouw schept fraaie
mensenpakhuizen
Ceconfronteerd met
4 actuele problemen
Mevrouw Coty voorbeeld van de
goede plezierige toegewijde
Franse huisvrouw
Uitkering bouwers
Birma-spoorlijn
Pijn op gezette tijden
CONGRES „GEZIN EN SCHOOL"
ZATERDAG 17 JULI 1954
PAGINA 7
°n gerust,
Pl0e° iU het stad'on van C°
Gebouw Nederlanden
van 1845 in Den Haag
K.A.J. ook voor jongens
van 14 tot 17 jaar
De Ver. Naties en het
Koninkrijk nieuwe stijl
Een „HONNÊTE HOMME"
(Van onze Parijse correspondent)
De grootste lof die de President van de Franse Re
publiek, René Coty, kan worden toegezwaaid is,
dat hij zijn verkiezing tot President enkel en al
leen aan zich zelf dankt.
We- herinneren ons nog die pijnlijke en moeizame
verkiezing in het Palais van de koningen te Versailles.
De strijd tussen Laniel en Naegelen, die van dag tot dag
met groter hardnekkigheid de voorstanders van links
in de betekenis van „laïcistisch", tegen de rechtsen, de
z.g. „clericalen", in het veld bracht. President Coty was
tenslotte de lachende derde. Op 23 ..December, na zes
dagen en nachten verwoede strijd tijdens het Congres
van Versailles, belde de toenmalige senator Coty aes
avonds om tien minuten over acht zijn vrouw op om
haar te vragen zijn officiële kleding in orde te hangen,
daar hij meende wel gekozen te zullen worden. Enkele
uren daarna stapte mevrouw Coty voor het eerst sinas
de dagen van het Congres in een taxi tot dan toe
was ze met de autobus gegaan, omdat ze geen auto De-
zaten om de deftig zwart-witte kleding van haar
man naar Versailles te brengen.
se volk. Na de Dreyfus-affaire is er
geen enkele politieke vraag, die de men
sen zozeer tegen elkaar opzet. Een groot
deel van het Franse volk vreest met
deze Europese Defensie Gemeenschap
de weg te gaan naar de ondergang
van hun nationale grootheid. Ten op
zichte van Engeland wenst Frankrijk
zijn zelfstandigheid op geen enkele wij
ze te verliezen. Het moet voor de Pre
sident een moeilijke en een smartelijke
aangelegenheid zijn te zien, hoezeer
het Franse volk over deze vraagstuk
ken, waarbij zeer oude en niet geheel
ongewettigde sentimenten een belang
rijke rol spelen, verdeeld is.
Nog steeds sociale onzekerheid
Onder deze actuele problemen dreigt
een derde vraagstuk op het ogenblik
op de achtergrond te raken, namelijk
het vraagstuk van de sociale onzeker
heid. Men vergeet snel, maar niemand
kan de vacantiemaand, de Augustus
maand, van het vorige jaar vergeten,
waarin het Franse volk in grote en
brede lagen in een grote staking te
kennen gaf, niet tevreden te zijn met
hun lot. Veel is er intussen niet ge
beurd om dit lot van het volk te ver
beteren.
De sociale onzekerheid is blijven be
staan. Slechts de agitatie is minder ge
worden. Veel gevaar voor het weer op
leven van deze agitatie is er tijdens
de regering van Mendès-France niet. De
communisten hebben immers deze re
gering voor het eerst na zoveel jaar
hun stemmen verleend. Zij vertrouwen
niet zozeer op zijn sociale voortvarend
heid, als wel op zijn bereidheid het
vraagstuk van Indo-China te koppelen
aan dat van de Europese defensiege
meenschap.
En hiermede zijn wij voor het laatste
grote vraagstuk geplaatst, dat de Pre
sident vele zorgen berokkent, namelijk
de situatie van Frankrijk in de overzee
se gebiedsdelen. Over Indo-China
heerst nog onzekerheid, maar de be
reidheid is er bij de regering en ook
bij de President, zo snel mogelijk een
eind te maken aan deze uitputtende
oorlog. Doch dan is er nog Marokko
en Tunis. Ook daar wankelt het Franse
prestige, ook daar is behoefte aan een
nieuwe politiek. Frankrijk is vóór Ame
rika dit gaat doen welhaast gedwongen
zijn gehele politiek ten aanzien van de
overzeese gebiedsdelen op drastische
wijze te herzien.
Enkele weken na Versailles, op 17 Januari, reedu
een prachtige presidentiële Talbot voor op nummer
5 van de Quai des Fleurs in het hartje van Parijs,
om de nieuwe President naar zijn paleis te leiden, waar
Vincent Auriol hem zijn bevoegdheden ging overdragen.
Bij deze gelegenheid spreekt de President enkele woor
den, die het programma van zijn activiteit bevatten:
„Om de nationale heropleving van Frankrijk te vol
tooien reken ik op de moed en de voortvarendheid van
de jeugd, die er naar haakt al haar krachten in te zetten
voor een republikeinse orde en een sociale vooruitgang.
Ik reken ook op de familiedeugden en op de vader
landlievende gezindheid, die ons volk groot gemaakt
hebben. Frankrijk zal in de wereld geen verstek laten
gaan."
Het is typerend voor deze nieuwe President van de
Franse Republiek, dat hij bij zijn openingsrede onmid
dellijk een beroep doet op de jeugd. Als voorbeeld voor
elke Fransman leeft hij zelf een heel sterk familieleven
met zijn twee dochters, negen kleindochters en een
kleinzoon. Wanneer men President Coty zou willen
karakteriseren, zou men hem kunnen noemen de man
van de trouw. Wanneer men naar andere kenmerken
voor hem zoekt, dan zijn het typisch de karaktereigen
schappen van de gemiddelde Fransman, zoals wij deze
hebben Ieren kennen en zoals wij deze waarderen. Na
melijk, een man vol beminnelijke hoffelijkheid, een
ernstige werker, wiens rechtschapenheid op het gezicht
geschreven staat en wiens houding vertrouwen inboe
zemt. Wanneer men denkt aan de karakteristieken, die
Ia Bruyère gegeven heeft aan de mensen, dan is Presi
dent Coty de man, die het meest nauwkeurig beant
woordt aan de karakteristieken van de „honnête
homme".
Vandaag houdt de katholieke Bond gelijkertijd, aldus Dr. Gilissen „moeten
voor het Gezin in Tilburg een congres wij ons met kommer en zbrg afvra
over „Gezin en School." De deelnemers
is een officiële ontvangst bereid op het
stadhuis van Tilburg.
De voorzitter, dr. J. H. Gilissen, heeft
daar een rede uitgesproken, waarin hij
de desiderata van de Katholieke Bond
voor het Gezin kenbaar maakte ten
aanzien van de woningbouw. Hij kon
digde tevens een kort en bondig rap
port aan over de grote-gezins-woningen,
samengesteld op verzoek van de Bond
door een Commissie van deskundigen.
Dit rapport is in de centrale raads
vergadering ter vaststelling voorgelegd.
In elke stad zijn, aldus dr. Gilissen,
altijd een aantal kleine woningen nodig
voor de oudere en afnemende gezinnen
en voor gezinnen, die door de natuur
zijn voorbestemd klein te blijven. Voor
deze zijn de étage- en flatbouwwonin-
gen verantwoord en aantrekkelijk. Maar
een minstens even groot aantal wonin
gen zijn er steeds nodig, groot genoeg
om de jonge, groeiende en grote gezin
nen te kunnen onderbrengen.
Voor deze gezinnen is het een levens
behoefte een woning te kunnen bewo
nen, gebouwd op de begane grond en
met minstens een klein grondgebied
erbij. Dit is een postulaat van de chris
telijke leer over de stedenbouw, terwijl
het een eis van de christelijke maat
schappijleer is, dat elk gezin een' be
hoorlijke woning in particulier eigen
dom moet kunnen bezitten.
Wanneer een stad deze één-gezins
woningen wegens gebrek aan grond
gebied niet meer in voldoend aantal
kan laten bouwen, en voor de uit
breiding zijn toevlucht moet nemen tot
étage- en hoogbouw, dan is het wel
de hoogste tijd, dat diezelfde stad
ophoudt met zijn ongebreidelde zucht
naar uitbreiding en dat er andere
nieuwe bevolkings-centra elders wor
de gesticht of dat kleinere bevol
kings-centra tot grotere worden uit
gebreid.
Scherpe critiek had de voorzitter van
de Bond voor het Gezin op de moderne
stedenbouw. Technisch en architecto
nisch kunnen de hoge huizenrijen in de
steden, waar soms 5, 6 en meer gezin
nen boven elkaar wonen, soms eenie
ders bewondering wegdragen, maar te-
angstig gespannen,
OPGELUCHT
•n opgewekt
•trüd tussen
de Franse en de Britse grote
Ook zjjn levensloop is die van de ge
middelde Franse politicus. Zonder gro
te schokken of bijzonderheden. Op 20
Maart 1882 werd hij in Le Havre ge
boren. In 1902 werd hij in diezelfde
stad advocaat en in 1910 lid van de
Gemeenteraad. In 1907 trouwde hij met
zijn vrouw, Germaine, die thans reeds
een grote populariteit geniet, al is het
om andere redenen dan haar man. De
liefhebberij van de president is muziek,
terwijl Madame Coty door 't Franse
volk bemind wordt, omdat zij het sym
bool is van de goede, plezierige, toege
wijde Franse huisvrouw, wier specia
liteit het is met de bescheiden middelen
in haar keuken wonderen van goede
smaak voor de dis te bereiden.
Zoals de President, toen hij nog op
de Quai des Fleurs woonde, een regel
matig familieleven leidde, zo doet hjj
dat nu. Het is bekend, dat het leven
van een President van de Republiek van
minuut tot minuut geregeld is door het
protocol. Maar in dit protocolaire le
ven van iedere dag is toch nog een
oase, namenlijk de enkele minuten van
vrijheid na het middagmaal. Dan ziet
men de President met zijn vrouw, zijn
kinderen en als ze aanwezig zijn, zijn
kleinkinderen, wandelen in het park van
het Elysée.
Geen man van uitersten
Ook wat de politieke structuur be
treft, is deze President het type van
de Fransman, die het land heeft groot
gemaakt. Hp is geen man van uitersten
Zijn politieke opvattingen liggen in het
midden. Hp is met clericaal en hij is
niet anticlericaal, maar hij is toch weer
na zoveel jaren de eerste President,
die de huiskapel in zijn paleis, het Ely
sée, laat inrichten en daarmede een
oude traditie herstelt.
In de weinige maanden, dat Pre
sident Coty zijn functie vervult, heeft
hij de sympathie van het overgrote deel
van het Franse volk reeds gewonnen.
Hoewel de Fransen zich aanvankelijk ge
schaamd hebben over de onwaardige
vertoning van de verkiezing tijdens het
Congres van Versailles, zijn zij achter
af toch zeer trots over het resultaat en
trots op typisch Franse wijze. Zij zeg
gen thans met grote overtuiging: wan
neer gij, vreemdelingen, oordeelt over
Franse toestanden en verhoudingen, oor
deelt gij altijd te snel. Hard is Uw oor
deel geweest over Versailles, maar het
resultaat geeft ons, Fransen gelijk en
niet U.
ontegenzeglijk is de politieke
verantwoordelijkheid en de poli
tieke taak van de President van
de Republiek, hoe beperkt deze ook door
de Grondwet is, een uiterst moeilijke.
rugbywed- rlJ„e,nais *z,,n. voorganger vindt Presi-
de Brit,. „ote ^0raVïhmSeP,aat8t V°0r e"ke,e
fn rangstukken, die diep ingrijpen
m het gehele Franse leven -- -
es, die de Britten met 11—3 ver- ?'et',hts in hpt FraiTse" polïüëke^leven!
loren. durend™M P'aats is daar he* voort
durende probleem van de regeringsmin
derheid, dat de President vele moei
lijke zorgen kan baren. Wanneer men
de 100 communisten in het Parlement
uitzondert, zou men wellicht een meer
derheid kunnen vinden op het plan van
de sociaal-economisch politiek, die in
de afgelopen jaren haar uitdrukking
vond in President Pinay.
Deze sociaal-economische meerder
heid omvat dan de onafhankelijken, de
boeren, een groep van de Radicalen en
een deel van de vroegere Gaullisten,
die thans heten: groep van de Repu
blikeinse en Sociale Actie en de groep
van de sociale republikeinen. Naast
deze meerderheid heeft zich echter in
de loop van het vorige jaar een an
dere meerderheid afgetekend, die be
staat uit socialisten, de MRP en even
eens een deel van de radicaal-socialis
ten met de UDSR. Op 5 Juni van het
vorige jaar dacht men, dat deze meer
derheid met Mendès-France het voor
goed winnen zou, doch 13 stemmen wa
ren tekort. Dit zou een verplaatsing be
tekend hebben van rechts-midden, naar
links-midden. Rechts-midden won het
toen met Laniel, die thans weer van
het toneel verdwenen is ten gunste van
Mendès-France, doch dit maal kwam hfj
aan het bewind onder geheel andere
omstandigheden dan vorig jaar. Nu be
tekende het niet een verplaatsing van
de meerderheid, doch slechts een goed
geslaagde manoeuvre van deze staats
man om een meerderheid op zich te
verenigen op het concrete vraagstuk
van Indo-China.
Het is ook publiek geheim, dat Pre
sident Coty, gehoorzamend aan de
wetten van 't parlementaire spel, de
opdracht om een Regering te vormen
aan Mendès-France heeft gegeven, om
dat hij de woordvoerder van de op
positie was, doch zonder enige over-
tu'Ripg. dat hjj daarbij slagen zou.
Mendès-France is echter wel geslaagd.
Een contract van vier weken is met
de Kamer aangegaan en de vraag
onnu °P?n' President Coty na
de 20ste Juli, wanneer er veranderin
gen in de politiek gaan optreden,
weer opnieuw voor de moeilijkheid
geplaatst zal worden een eerste Mi
nister aan te wijzen, die het vertrou
wen van een meerderheid kan winnen.
En dit is het tweede vraagstuk van
diep ingi opende aard, waarmee de Pre
sident van de Republiek geconfronteerd
is, het vraagstuk van de Europese De
fensie Gemeenschap. Men weet, dat de
President in de tijd, dat hij senator
was, voorzitter was van de parlemen
taire Unie van de Federalisten. De Eu
ropese opvattingen van de President,
die rustig en overtuigd zijn en geen
excessen kennen, staan vast. Maar het
vraagstuk van de Europese defensie ge
meenschap grijpt diep in op het Fran-
BELGIË - België telde op 31 December
1953 8.798.055 inwoners, d. i. 30.364 meer
dan een jaar tevoren. Er is een vrouwen
overschot van 141.485.
w -DUITSLAND I" Rijnland-Westia-
len heeft Karei Arnold besloten een coali-
tie-reeering te vormen van christendemo
craten, liberalen en centrumpartij. (Rtr.).
Op vragen van het Tweede Kamerlid
de heer Goedhart betreffende de door
de Siamese regering ter beschikking ge
stelde gelden voor landen, wier onder
danen tijdens de tweede wereldoorlog als
Japanse krijgsgevangenen de Birma-
spoorweg hebben moeten aanleggen, heb
ben de minister van Buitenlandse Za
ken en de minister zonder portefeuille,
geantwoord, dat zij op de hoogte zijn
van een sortering van gelden door de
regering van Thailand in verband met
de overname door de Thailandse rege
ring van de z.g. Birma-spoorweg.
Als Nederlands aandeel Is een bedrag
van 10.000 Pond Sterling ter beschik
king van de Nederlandse regering ge
steld. Dit bedrag zal over ongeveer
18.000 daarvoor in aanmerking komende
Nederlandse ex-krijgsgevangenen wor
den verdeeld.
Donderdagochtend is het kapitale ge
bouw van de Nederlanden van 1845
aan de Grote Marktstraat in Den Haag,
waar sedert enkele weken Peek en
kloppenburg in het grootste deel van
oe rez-de-chaussee reeds zijn deuren
geopend heeft in gebruik genomen.
gen: „Kunnen hier de vele gezinnen
wel gelukkig in wonen? Zijn dit niet
eerder fraaie pakhuizen voor de indus
trieën, de fabrieken en voor de open
bare diensten, waarin na de werktijd
het „mensen-materiaal" wordt opgebor
gen, gelijk in de werkplaatsen zelf de
gereedschappen na het werk in rekken
worden weggelegd?
Het Nederlandse Episcopaat heeft de
standsorganisaties van de KAJ verlof
gegeven onder eigen leiding en ver
antwoordelijkheid de vorming op zich
te nemen van de jongste arbeiders
van 14 tot 17 jaar. Zulks zal moeten
geschieden in onderling overleg met
de plaatselijke geestelijkheid en de
diocesane aalmoezeniers van KJB en
KAJ.
Tot nu toe was het lidmaatschap van
de katholieke standorganisatie van de
KAJ voorbehouden aan jonge arbeiders
boven de 17 jaar en waren de jongens
beneden deze leeftijd ondergebracht in
de jeugdorganisatie.
(Vervolg van pag. 1)
De suggesties van prof. Oud, neer
gelegd in twee concept-moties, die de
bedoeling hadden, de behandeling op te
schorten en het overleg met de West
te heropenen, kon de minister niet
overnemen. Men zou overzee gaan
twijfelen aan onze eerlijke bedoelin
gen. Wij hebben het statuut a prendre
ou a laisser aanvaard. Wij kunnen
thans geen restricties meer maken.
De minister onderschreef wat prof.
Romme had gezegd, n.l. dat dit een
ramp zou worden. Hij voorzag het
ernstige gevaar, dat heropenen van de
onderhandelingen als een sluipend gif
zou gaan werken, dat ieder vertrou
wen zou ondermijnen.
Bij de replieken heeft prof. Oud
gesproken van een pijnlijk dilemma,
waarin verschillende Kamerleden wa
ren komen te verkeren. Immers zij
moeten een keuze doen tussen on
trouw aan hun eed op de Grondwet,
omdat de minister hen niet overtuigd
had van de grondwettigheid van het
statuut, ofwel het in de hand werken
van een ramp. De regering had dit
zonder
Ik geef
festijn
twintig
Advertentie
j hoeft geen 'verloren dag' te betekenen.
't Is altijd makkelijk
bij U te hebben,
die helpen direct!
Door een gelukkige spe
ling van het lot heb ik een
officieel programma van
het Vuurwerk, zoals dat op
21 Juli a.s. bij ons in Am
sterdam zal worden afge
stoken ter gelegenheid van
het bezoek van president
Coty, in handen kunnen
krijgen. En dat blijkt bij-
opwindende lectuur te zijn.
u slechts enkele citaten. Het
zal beginnen met „vijfen-
zware Marrons met blik-
sem-inslag en zware detonatie". Er
komen aan het openingswerk ver
der „tien tourbillons, tien cobra's,
vijf kunstbommen, vijf grote vier
dubbele Italiaanse kunstbommen,
vijftig baillantraketten en twintig
brillantbommen", maar gelukkig
géén brisantbommen te pas. Daar is
verder een „groot pyrographisch
vuurfront", dat zai eindigen met
„kanonsiagen" en een „illustratie
van het firmament", waarbij, behal
ve brillant- en grote kunstbommen,
vijf grote „Etoiles de Mer-bom-
men" en vijf „Mammoeth-bommen"
worden ingelast. Ik mag verder nog
gewagen van twintig „Magnesium-
tourbillons", vijftien grote „ket
tingvuurpijlen" en van vijf „vier
dubbele Italiaanse kunstbommen".
En dat is dan nog maar inleidend
kinderwerk. Wat denkt u van een
grote illustratie van het luchtruim?
en van „vijf straaljagerbommen?"
Maar let nog op de „grote slot-
decoratie". Met dit nummer gaat
„een bombardement van 100 bril
lant- en kunstbommen, welke links
en rechts zijn opgesteld en honderd
bomeffecten in het leven roepen
met een gezamenlijk aantal kleurige
regens en sterren van totaal 7000
stuks". En tenslotte werpen „tien
vuurmijnen, welke geplaatst zijn
naast de brillantraketten, zeer grote
bouquetten van zilverslangen om
hoog, <om te eindigen met zwaar
mitrailleurvuur en schitterlichten".
Ik twijfel er niet aan, of het wordt
allemaal razend mooi. Maar ik vrees
één ding: dat de Amsterdammers na
afloop van het festijn wel genoopt
zullen zijn, om onmiddellijk alle
grachten te gaan dempen, hun
stad in brand te steken en tenslotte
gezamenlijk in veelkleurige sterren
uiteen te spatten.
kunnen voorkomen. Hij verklaarde
ten slotte tegen te zullen stemmen,
omdat zijn eed van trouw hem het
zwaarst woog. De heer van Rijckevor-
sel kwam tot de conclusie, dat wij er
op kunnen vertrouwen, dat de eerste
jaren van een wijziging van het sta
tuut wel geen sprake zal zijn. Is het
eenmaal zover, aan, zo wilde hij aan
nemen, zal ook de grondwet zijn aan
gepast.
De heer Weiter motiveerde de te
genstemmen van zijn fractie door op
te merken, dat, alhoewel bij deze tot
stand koming van het Koninkrijk van
harte toejuichte, de bezwaren op het
morele vlak onverzwakt blijven be
staan. De heer Bruins Slot was over
tuigd door het ministerieel betoog,
behalve wat betreft de moeilijkheden
inzake de wijzigingsproblemen van het
statuut en de gevaren van dien voor
Nederlands staatsbestel. Maar dit laat
ste afwegend tegen de grote belangen
die ermee gemoeid zijn, en het feit,
dat het statuut in legaal overleg is tot
stand gekomen een anti-revolution-
nair ideaal wilde hij met op een
na de gehele fractie voorstemmen.
Dr. Kortenhorst bracht de Kamer in
een opgeluchte sfeer met zijn gebrui
kelijke vlotte afscheidsspeech aan het
einde van de zittingsperiode. Hij som
de de belangrijke verrichtte werk
zaamheden op en wenste allen een va-
cantie zonder zorgen, zonder wolken
en zonder regen toe. Op 14 September
komt de Kamer weer bijeen, om zien
door een nieuw parlementair stuk van
grote omvang heen te slaan: de Mid
denstandsnota, die nog voor Prinsjes
dag behandeld zal worden.
Het traditionele standpunt van dege
nen in de Verenigde Naties die gekant
zijn tegen de koloniale bestuursvorm of
wat z(j daaronder menen te kunnen
verstaan zal wellicht dit jaar in som
mige gevallen vatbaar zijn voor wijzi
ging als gevolg van de nieuwe grond
wettelijke verhouding binnen het Ko
ninkrijk der Nederlanden tussen ener
zijds Nederland en anderszüds Suriname
en de Nederlandse Antillen, aldus me
nen goed ingelichte kringen in New-
York.
Suriname en de Nederlandse Antillen
zullen ongetwijfeld ter sprake komen in
de negende zitting van de algemene
vergadering die 21 September begint.
De nieuwe grondwettelijke verhouding
tussen Nederland en Suriname en de
Nederlandse Antillen plaatst de VN voor
een geheel nieuw vraagstuk. Die nieuwe
verhouding immers plaatst de nog
onopgeloste vraag of Nederland ver
is en blijft rapport uit te brengen aan
de VN over het bestuursbeleid in Su
riname en de Nederlandse Antillen in
een geheel ander licht.
De echtgenote van de Franse president, madame Coty, temidden van haar negen kleindochters -- van wie er een
gehuwd en een verloofd is en haar kleinzoon. Van links naar rechts: Jean Claude Helary, zijn verloofde Frangoise
Egloff, Pierre Georges, Anne-Marie Egloff, Béatrice Egloff, Marie Claire Georges, Madame Coty, Elizabeth Georges,
Hélène Egloff, Janine le MaréchalEgloff en haar echtgenoot Jean Paul le Maréchal, Annie Georges en Marie
Gabrielle Egloff. Het echtpaar Coty heeft twee dochters.
(Vervolg van pag. 1)
Ondanks deze voordelen, die elk
zinnig mens volledig erkent, was
het duidelijk dat er iets onge
zonds in deze politiek zat. Wie van ons
kent niet het voorbeeld van de werk
gever, die openhartig verklaarde in staat
en bereid te zjjn een hoger loon uit
te keren. Als hij maar mocht. Wie kent
niet het feit dat boven de officieel vast
gestelde lonen heel wat „foefjes" wer
den gevonden om de loonbepalingen in
verhogende zin te ontgaan. Zonder twij
fel hebben we hier te doen met een
groot moreel nadeel om niet te spreken
van een moreel gevaar. Wanneer im
mers officiële voorschriften haast col
lectief worden overtreden, ontstaat een
gezagscrisis, die zowel naar boven als
naar beneden funest beïnvloedend werkt
Naast dit „morele" bezwaar stellen we
echter nadrukkelijk het sociologiasche.
In een gezonde samenleving dient nog
steeds te gelden, dat het georganiseerde
bedrijfsleven een zelfstandige taak heeft.
Eerst wanneer dat bedrijfsleven niet
in staat is deze taak naar behoren te
vervullen mag en moet de staatsover-
heid ingrijpen.
Maar eveneens dient deze overheid
zich terug te trekken op hetzelfde mo
ment, dat het bedrijfsleven zelf weer
in staat is deze te dragen. Een ander
nadeel van de geleide loonpolitiek was
dat men het niet aandurfde een duide
lijk merkbaar verschil aan te bren
gen tussen de beloningen in diverse
bedrijfstakken, zodat in onvoldoende ma
ten rekening kon worden gehouden met
bijzondere economische en sociale om
standigheden van de bedrijfstakken.
Eveneens ontstond een ongezonde ni
vellering (gelijkschakeling) tussen de
beloning van geschoolde en ongeschool
de krachten.
De publicaties, tot nog toe versche
nen, doen veronderstellen, dat de loon-
commissie van de Stichting van de Ar
beid, die haar beraadslagingen over
dit vraagstuk op 11 November 1953 be
gon, vrij algemeen open oog heeft voor
de steeds sterker wordende bezwaren,
en de mogelijkheden hieraan tegemoet
te komen. Het is verheugend dit te mo
gen constateren. Het toont aan dat de
katholieke maatschappij-opvattingen tel
kens opnieuw en dus ook in dit geval
een juist klankbord vinden ook in de
feitelijke sociale en economische ver
houdingen. Zouden partijen elkander
kunnen vinden op een algemene ver
gunning voor loonsverhoging dan
betekent dit een opnieuw verleggen van
de verantwoordelijkheid naar het be
drijfsleven zelf. Hopelijk is de tijd voor
de noodzakelijke verplichting
langzamerhand voorbij.