komt naar ons land Typische eigenschappen van doorsnee Fransman sieren president Coty Ongebreidelde stadsuitbreiding in strijd met belangen van het gezin STATUUT KONINKRIJK AANVAARD AKKERTJE Vuurwerk EEN GROOT GEZIN Verplichting of vergunning? Moderne hoogbouw schept fraaie mensenpakhuizen Ceconfronteerd met 4 actuele problemen Mevrouw Coty voorbeeld van de goede plezierige toegewijde Franse huisvrouw Uitkering bouwers Birma-spoorlijn Pijn op gezette tijden CONGRES „GEZIN EN SCHOOL" ZATERDAG 17 JULI 1954 PAGINA 7 °n gerust, Pl0e° iU het stad'on van C° Gebouw Nederlanden van 1845 in Den Haag K.A.J. ook voor jongens van 14 tot 17 jaar De Ver. Naties en het Koninkrijk nieuwe stijl Een „HONNÊTE HOMME" (Van onze Parijse correspondent) De grootste lof die de President van de Franse Re publiek, René Coty, kan worden toegezwaaid is, dat hij zijn verkiezing tot President enkel en al leen aan zich zelf dankt. We- herinneren ons nog die pijnlijke en moeizame verkiezing in het Palais van de koningen te Versailles. De strijd tussen Laniel en Naegelen, die van dag tot dag met groter hardnekkigheid de voorstanders van links in de betekenis van „laïcistisch", tegen de rechtsen, de z.g. „clericalen", in het veld bracht. President Coty was tenslotte de lachende derde. Op 23 ..December, na zes dagen en nachten verwoede strijd tijdens het Congres van Versailles, belde de toenmalige senator Coty aes avonds om tien minuten over acht zijn vrouw op om haar te vragen zijn officiële kleding in orde te hangen, daar hij meende wel gekozen te zullen worden. Enkele uren daarna stapte mevrouw Coty voor het eerst sinas de dagen van het Congres in een taxi tot dan toe was ze met de autobus gegaan, omdat ze geen auto De- zaten om de deftig zwart-witte kleding van haar man naar Versailles te brengen. se volk. Na de Dreyfus-affaire is er geen enkele politieke vraag, die de men sen zozeer tegen elkaar opzet. Een groot deel van het Franse volk vreest met deze Europese Defensie Gemeenschap de weg te gaan naar de ondergang van hun nationale grootheid. Ten op zichte van Engeland wenst Frankrijk zijn zelfstandigheid op geen enkele wij ze te verliezen. Het moet voor de Pre sident een moeilijke en een smartelijke aangelegenheid zijn te zien, hoezeer het Franse volk over deze vraagstuk ken, waarbij zeer oude en niet geheel ongewettigde sentimenten een belang rijke rol spelen, verdeeld is. Nog steeds sociale onzekerheid Onder deze actuele problemen dreigt een derde vraagstuk op het ogenblik op de achtergrond te raken, namelijk het vraagstuk van de sociale onzeker heid. Men vergeet snel, maar niemand kan de vacantiemaand, de Augustus maand, van het vorige jaar vergeten, waarin het Franse volk in grote en brede lagen in een grote staking te kennen gaf, niet tevreden te zijn met hun lot. Veel is er intussen niet ge beurd om dit lot van het volk te ver beteren. De sociale onzekerheid is blijven be staan. Slechts de agitatie is minder ge worden. Veel gevaar voor het weer op leven van deze agitatie is er tijdens de regering van Mendès-France niet. De communisten hebben immers deze re gering voor het eerst na zoveel jaar hun stemmen verleend. Zij vertrouwen niet zozeer op zijn sociale voortvarend heid, als wel op zijn bereidheid het vraagstuk van Indo-China te koppelen aan dat van de Europese defensiege meenschap. En hiermede zijn wij voor het laatste grote vraagstuk geplaatst, dat de Pre sident vele zorgen berokkent, namelijk de situatie van Frankrijk in de overzee se gebiedsdelen. Over Indo-China heerst nog onzekerheid, maar de be reidheid is er bij de regering en ook bij de President, zo snel mogelijk een eind te maken aan deze uitputtende oorlog. Doch dan is er nog Marokko en Tunis. Ook daar wankelt het Franse prestige, ook daar is behoefte aan een nieuwe politiek. Frankrijk is vóór Ame rika dit gaat doen welhaast gedwongen zijn gehele politiek ten aanzien van de overzeese gebiedsdelen op drastische wijze te herzien. Enkele weken na Versailles, op 17 Januari, reedu een prachtige presidentiële Talbot voor op nummer 5 van de Quai des Fleurs in het hartje van Parijs, om de nieuwe President naar zijn paleis te leiden, waar Vincent Auriol hem zijn bevoegdheden ging overdragen. Bij deze gelegenheid spreekt de President enkele woor den, die het programma van zijn activiteit bevatten: „Om de nationale heropleving van Frankrijk te vol tooien reken ik op de moed en de voortvarendheid van de jeugd, die er naar haakt al haar krachten in te zetten voor een republikeinse orde en een sociale vooruitgang. Ik reken ook op de familiedeugden en op de vader landlievende gezindheid, die ons volk groot gemaakt hebben. Frankrijk zal in de wereld geen verstek laten gaan." Het is typerend voor deze nieuwe President van de Franse Republiek, dat hij bij zijn openingsrede onmid dellijk een beroep doet op de jeugd. Als voorbeeld voor elke Fransman leeft hij zelf een heel sterk familieleven met zijn twee dochters, negen kleindochters en een kleinzoon. Wanneer men President Coty zou willen karakteriseren, zou men hem kunnen noemen de man van de trouw. Wanneer men naar andere kenmerken voor hem zoekt, dan zijn het typisch de karaktereigen schappen van de gemiddelde Fransman, zoals wij deze hebben Ieren kennen en zoals wij deze waarderen. Na melijk, een man vol beminnelijke hoffelijkheid, een ernstige werker, wiens rechtschapenheid op het gezicht geschreven staat en wiens houding vertrouwen inboe zemt. Wanneer men denkt aan de karakteristieken, die Ia Bruyère gegeven heeft aan de mensen, dan is Presi dent Coty de man, die het meest nauwkeurig beant woordt aan de karakteristieken van de „honnête homme". Vandaag houdt de katholieke Bond gelijkertijd, aldus Dr. Gilissen „moeten voor het Gezin in Tilburg een congres wij ons met kommer en zbrg afvra over „Gezin en School." De deelnemers is een officiële ontvangst bereid op het stadhuis van Tilburg. De voorzitter, dr. J. H. Gilissen, heeft daar een rede uitgesproken, waarin hij de desiderata van de Katholieke Bond voor het Gezin kenbaar maakte ten aanzien van de woningbouw. Hij kon digde tevens een kort en bondig rap port aan over de grote-gezins-woningen, samengesteld op verzoek van de Bond door een Commissie van deskundigen. Dit rapport is in de centrale raads vergadering ter vaststelling voorgelegd. In elke stad zijn, aldus dr. Gilissen, altijd een aantal kleine woningen nodig voor de oudere en afnemende gezinnen en voor gezinnen, die door de natuur zijn voorbestemd klein te blijven. Voor deze zijn de étage- en flatbouwwonin- gen verantwoord en aantrekkelijk. Maar een minstens even groot aantal wonin gen zijn er steeds nodig, groot genoeg om de jonge, groeiende en grote gezin nen te kunnen onderbrengen. Voor deze gezinnen is het een levens behoefte een woning te kunnen bewo nen, gebouwd op de begane grond en met minstens een klein grondgebied erbij. Dit is een postulaat van de chris telijke leer over de stedenbouw, terwijl het een eis van de christelijke maat schappijleer is, dat elk gezin een' be hoorlijke woning in particulier eigen dom moet kunnen bezitten. Wanneer een stad deze één-gezins woningen wegens gebrek aan grond gebied niet meer in voldoend aantal kan laten bouwen, en voor de uit breiding zijn toevlucht moet nemen tot étage- en hoogbouw, dan is het wel de hoogste tijd, dat diezelfde stad ophoudt met zijn ongebreidelde zucht naar uitbreiding en dat er andere nieuwe bevolkings-centra elders wor de gesticht of dat kleinere bevol kings-centra tot grotere worden uit gebreid. Scherpe critiek had de voorzitter van de Bond voor het Gezin op de moderne stedenbouw. Technisch en architecto nisch kunnen de hoge huizenrijen in de steden, waar soms 5, 6 en meer gezin nen boven elkaar wonen, soms eenie ders bewondering wegdragen, maar te- angstig gespannen, OPGELUCHT •n opgewekt •trüd tussen de Franse en de Britse grote Ook zjjn levensloop is die van de ge middelde Franse politicus. Zonder gro te schokken of bijzonderheden. Op 20 Maart 1882 werd hij in Le Havre ge boren. In 1902 werd hij in diezelfde stad advocaat en in 1910 lid van de Gemeenteraad. In 1907 trouwde hij met zijn vrouw, Germaine, die thans reeds een grote populariteit geniet, al is het om andere redenen dan haar man. De liefhebberij van de president is muziek, terwijl Madame Coty door 't Franse volk bemind wordt, omdat zij het sym bool is van de goede, plezierige, toege wijde Franse huisvrouw, wier specia liteit het is met de bescheiden middelen in haar keuken wonderen van goede smaak voor de dis te bereiden. Zoals de President, toen hij nog op de Quai des Fleurs woonde, een regel matig familieleven leidde, zo doet hjj dat nu. Het is bekend, dat het leven van een President van de Republiek van minuut tot minuut geregeld is door het protocol. Maar in dit protocolaire le ven van iedere dag is toch nog een oase, namenlijk de enkele minuten van vrijheid na het middagmaal. Dan ziet men de President met zijn vrouw, zijn kinderen en als ze aanwezig zijn, zijn kleinkinderen, wandelen in het park van het Elysée. Geen man van uitersten Ook wat de politieke structuur be treft, is deze President het type van de Fransman, die het land heeft groot gemaakt. Hp is geen man van uitersten Zijn politieke opvattingen liggen in het midden. Hp is met clericaal en hij is niet anticlericaal, maar hij is toch weer na zoveel jaren de eerste President, die de huiskapel in zijn paleis, het Ely sée, laat inrichten en daarmede een oude traditie herstelt. In de weinige maanden, dat Pre sident Coty zijn functie vervult, heeft hij de sympathie van het overgrote deel van het Franse volk reeds gewonnen. Hoewel de Fransen zich aanvankelijk ge schaamd hebben over de onwaardige vertoning van de verkiezing tijdens het Congres van Versailles, zijn zij achter af toch zeer trots over het resultaat en trots op typisch Franse wijze. Zij zeg gen thans met grote overtuiging: wan neer gij, vreemdelingen, oordeelt over Franse toestanden en verhoudingen, oor deelt gij altijd te snel. Hard is Uw oor deel geweest over Versailles, maar het resultaat geeft ons, Fransen gelijk en niet U. ontegenzeglijk is de politieke verantwoordelijkheid en de poli tieke taak van de President van de Republiek, hoe beperkt deze ook door de Grondwet is, een uiterst moeilijke. rugbywed- rlJ„e,nais *z,,n. voorganger vindt Presi- de Brit,. „ote ^0raVïhmSeP,aat8t V°0r e"ke,e fn rangstukken, die diep ingrijpen m het gehele Franse leven -- - es, die de Britten met 11—3 ver- ?'et',hts in hpt FraiTse" polïüëke^leven! loren. durend™M P'aats is daar he* voort durende probleem van de regeringsmin derheid, dat de President vele moei lijke zorgen kan baren. Wanneer men de 100 communisten in het Parlement uitzondert, zou men wellicht een meer derheid kunnen vinden op het plan van de sociaal-economisch politiek, die in de afgelopen jaren haar uitdrukking vond in President Pinay. Deze sociaal-economische meerder heid omvat dan de onafhankelijken, de boeren, een groep van de Radicalen en een deel van de vroegere Gaullisten, die thans heten: groep van de Repu blikeinse en Sociale Actie en de groep van de sociale republikeinen. Naast deze meerderheid heeft zich echter in de loop van het vorige jaar een an dere meerderheid afgetekend, die be staat uit socialisten, de MRP en even eens een deel van de radicaal-socialis ten met de UDSR. Op 5 Juni van het vorige jaar dacht men, dat deze meer derheid met Mendès-France het voor goed winnen zou, doch 13 stemmen wa ren tekort. Dit zou een verplaatsing be tekend hebben van rechts-midden, naar links-midden. Rechts-midden won het toen met Laniel, die thans weer van het toneel verdwenen is ten gunste van Mendès-France, doch dit maal kwam hfj aan het bewind onder geheel andere omstandigheden dan vorig jaar. Nu be tekende het niet een verplaatsing van de meerderheid, doch slechts een goed geslaagde manoeuvre van deze staats man om een meerderheid op zich te verenigen op het concrete vraagstuk van Indo-China. Het is ook publiek geheim, dat Pre sident Coty, gehoorzamend aan de wetten van 't parlementaire spel, de opdracht om een Regering te vormen aan Mendès-France heeft gegeven, om dat hij de woordvoerder van de op positie was, doch zonder enige over- tu'Ripg. dat hjj daarbij slagen zou. Mendès-France is echter wel geslaagd. Een contract van vier weken is met de Kamer aangegaan en de vraag onnu °P?n' President Coty na de 20ste Juli, wanneer er veranderin gen in de politiek gaan optreden, weer opnieuw voor de moeilijkheid geplaatst zal worden een eerste Mi nister aan te wijzen, die het vertrou wen van een meerderheid kan winnen. En dit is het tweede vraagstuk van diep ingi opende aard, waarmee de Pre sident van de Republiek geconfronteerd is, het vraagstuk van de Europese De fensie Gemeenschap. Men weet, dat de President in de tijd, dat hij senator was, voorzitter was van de parlemen taire Unie van de Federalisten. De Eu ropese opvattingen van de President, die rustig en overtuigd zijn en geen excessen kennen, staan vast. Maar het vraagstuk van de Europese defensie ge meenschap grijpt diep in op het Fran- BELGIË - België telde op 31 December 1953 8.798.055 inwoners, d. i. 30.364 meer dan een jaar tevoren. Er is een vrouwen overschot van 141.485. w -DUITSLAND I" Rijnland-Westia- len heeft Karei Arnold besloten een coali- tie-reeering te vormen van christendemo craten, liberalen en centrumpartij. (Rtr.). Op vragen van het Tweede Kamerlid de heer Goedhart betreffende de door de Siamese regering ter beschikking ge stelde gelden voor landen, wier onder danen tijdens de tweede wereldoorlog als Japanse krijgsgevangenen de Birma- spoorweg hebben moeten aanleggen, heb ben de minister van Buitenlandse Za ken en de minister zonder portefeuille, geantwoord, dat zij op de hoogte zijn van een sortering van gelden door de regering van Thailand in verband met de overname door de Thailandse rege ring van de z.g. Birma-spoorweg. Als Nederlands aandeel Is een bedrag van 10.000 Pond Sterling ter beschik king van de Nederlandse regering ge steld. Dit bedrag zal over ongeveer 18.000 daarvoor in aanmerking komende Nederlandse ex-krijgsgevangenen wor den verdeeld. Donderdagochtend is het kapitale ge bouw van de Nederlanden van 1845 aan de Grote Marktstraat in Den Haag, waar sedert enkele weken Peek en kloppenburg in het grootste deel van oe rez-de-chaussee reeds zijn deuren geopend heeft in gebruik genomen. gen: „Kunnen hier de vele gezinnen wel gelukkig in wonen? Zijn dit niet eerder fraaie pakhuizen voor de indus trieën, de fabrieken en voor de open bare diensten, waarin na de werktijd het „mensen-materiaal" wordt opgebor gen, gelijk in de werkplaatsen zelf de gereedschappen na het werk in rekken worden weggelegd? Het Nederlandse Episcopaat heeft de standsorganisaties van de KAJ verlof gegeven onder eigen leiding en ver antwoordelijkheid de vorming op zich te nemen van de jongste arbeiders van 14 tot 17 jaar. Zulks zal moeten geschieden in onderling overleg met de plaatselijke geestelijkheid en de diocesane aalmoezeniers van KJB en KAJ. Tot nu toe was het lidmaatschap van de katholieke standorganisatie van de KAJ voorbehouden aan jonge arbeiders boven de 17 jaar en waren de jongens beneden deze leeftijd ondergebracht in de jeugdorganisatie. (Vervolg van pag. 1) De suggesties van prof. Oud, neer gelegd in twee concept-moties, die de bedoeling hadden, de behandeling op te schorten en het overleg met de West te heropenen, kon de minister niet overnemen. Men zou overzee gaan twijfelen aan onze eerlijke bedoelin gen. Wij hebben het statuut a prendre ou a laisser aanvaard. Wij kunnen thans geen restricties meer maken. De minister onderschreef wat prof. Romme had gezegd, n.l. dat dit een ramp zou worden. Hij voorzag het ernstige gevaar, dat heropenen van de onderhandelingen als een sluipend gif zou gaan werken, dat ieder vertrou wen zou ondermijnen. Bij de replieken heeft prof. Oud gesproken van een pijnlijk dilemma, waarin verschillende Kamerleden wa ren komen te verkeren. Immers zij moeten een keuze doen tussen on trouw aan hun eed op de Grondwet, omdat de minister hen niet overtuigd had van de grondwettigheid van het statuut, ofwel het in de hand werken van een ramp. De regering had dit zonder Ik geef festijn twintig Advertentie j hoeft geen 'verloren dag' te betekenen. 't Is altijd makkelijk bij U te hebben, die helpen direct! Door een gelukkige spe ling van het lot heb ik een officieel programma van het Vuurwerk, zoals dat op 21 Juli a.s. bij ons in Am sterdam zal worden afge stoken ter gelegenheid van het bezoek van president Coty, in handen kunnen krijgen. En dat blijkt bij- opwindende lectuur te zijn. u slechts enkele citaten. Het zal beginnen met „vijfen- zware Marrons met blik- sem-inslag en zware detonatie". Er komen aan het openingswerk ver der „tien tourbillons, tien cobra's, vijf kunstbommen, vijf grote vier dubbele Italiaanse kunstbommen, vijftig baillantraketten en twintig brillantbommen", maar gelukkig géén brisantbommen te pas. Daar is verder een „groot pyrographisch vuurfront", dat zai eindigen met „kanonsiagen" en een „illustratie van het firmament", waarbij, behal ve brillant- en grote kunstbommen, vijf grote „Etoiles de Mer-bom- men" en vijf „Mammoeth-bommen" worden ingelast. Ik mag verder nog gewagen van twintig „Magnesium- tourbillons", vijftien grote „ket tingvuurpijlen" en van vijf „vier dubbele Italiaanse kunstbommen". En dat is dan nog maar inleidend kinderwerk. Wat denkt u van een grote illustratie van het luchtruim? en van „vijf straaljagerbommen?" Maar let nog op de „grote slot- decoratie". Met dit nummer gaat „een bombardement van 100 bril lant- en kunstbommen, welke links en rechts zijn opgesteld en honderd bomeffecten in het leven roepen met een gezamenlijk aantal kleurige regens en sterren van totaal 7000 stuks". En tenslotte werpen „tien vuurmijnen, welke geplaatst zijn naast de brillantraketten, zeer grote bouquetten van zilverslangen om hoog, <om te eindigen met zwaar mitrailleurvuur en schitterlichten". Ik twijfel er niet aan, of het wordt allemaal razend mooi. Maar ik vrees één ding: dat de Amsterdammers na afloop van het festijn wel genoopt zullen zijn, om onmiddellijk alle grachten te gaan dempen, hun stad in brand te steken en tenslotte gezamenlijk in veelkleurige sterren uiteen te spatten. kunnen voorkomen. Hij verklaarde ten slotte tegen te zullen stemmen, omdat zijn eed van trouw hem het zwaarst woog. De heer van Rijckevor- sel kwam tot de conclusie, dat wij er op kunnen vertrouwen, dat de eerste jaren van een wijziging van het sta tuut wel geen sprake zal zijn. Is het eenmaal zover, aan, zo wilde hij aan nemen, zal ook de grondwet zijn aan gepast. De heer Weiter motiveerde de te genstemmen van zijn fractie door op te merken, dat, alhoewel bij deze tot stand koming van het Koninkrijk van harte toejuichte, de bezwaren op het morele vlak onverzwakt blijven be staan. De heer Bruins Slot was over tuigd door het ministerieel betoog, behalve wat betreft de moeilijkheden inzake de wijzigingsproblemen van het statuut en de gevaren van dien voor Nederlands staatsbestel. Maar dit laat ste afwegend tegen de grote belangen die ermee gemoeid zijn, en het feit, dat het statuut in legaal overleg is tot stand gekomen een anti-revolution- nair ideaal wilde hij met op een na de gehele fractie voorstemmen. Dr. Kortenhorst bracht de Kamer in een opgeluchte sfeer met zijn gebrui kelijke vlotte afscheidsspeech aan het einde van de zittingsperiode. Hij som de de belangrijke verrichtte werk zaamheden op en wenste allen een va- cantie zonder zorgen, zonder wolken en zonder regen toe. Op 14 September komt de Kamer weer bijeen, om zien door een nieuw parlementair stuk van grote omvang heen te slaan: de Mid denstandsnota, die nog voor Prinsjes dag behandeld zal worden. Het traditionele standpunt van dege nen in de Verenigde Naties die gekant zijn tegen de koloniale bestuursvorm of wat z(j daaronder menen te kunnen verstaan zal wellicht dit jaar in som mige gevallen vatbaar zijn voor wijzi ging als gevolg van de nieuwe grond wettelijke verhouding binnen het Ko ninkrijk der Nederlanden tussen ener zijds Nederland en anderszüds Suriname en de Nederlandse Antillen, aldus me nen goed ingelichte kringen in New- York. Suriname en de Nederlandse Antillen zullen ongetwijfeld ter sprake komen in de negende zitting van de algemene vergadering die 21 September begint. De nieuwe grondwettelijke verhouding tussen Nederland en Suriname en de Nederlandse Antillen plaatst de VN voor een geheel nieuw vraagstuk. Die nieuwe verhouding immers plaatst de nog onopgeloste vraag of Nederland ver is en blijft rapport uit te brengen aan de VN over het bestuursbeleid in Su riname en de Nederlandse Antillen in een geheel ander licht. De echtgenote van de Franse president, madame Coty, temidden van haar negen kleindochters -- van wie er een gehuwd en een verloofd is en haar kleinzoon. Van links naar rechts: Jean Claude Helary, zijn verloofde Frangoise Egloff, Pierre Georges, Anne-Marie Egloff, Béatrice Egloff, Marie Claire Georges, Madame Coty, Elizabeth Georges, Hélène Egloff, Janine le MaréchalEgloff en haar echtgenoot Jean Paul le Maréchal, Annie Georges en Marie Gabrielle Egloff. Het echtpaar Coty heeft twee dochters. (Vervolg van pag. 1) Ondanks deze voordelen, die elk zinnig mens volledig erkent, was het duidelijk dat er iets onge zonds in deze politiek zat. Wie van ons kent niet het voorbeeld van de werk gever, die openhartig verklaarde in staat en bereid te zjjn een hoger loon uit te keren. Als hij maar mocht. Wie kent niet het feit dat boven de officieel vast gestelde lonen heel wat „foefjes" wer den gevonden om de loonbepalingen in verhogende zin te ontgaan. Zonder twij fel hebben we hier te doen met een groot moreel nadeel om niet te spreken van een moreel gevaar. Wanneer im mers officiële voorschriften haast col lectief worden overtreden, ontstaat een gezagscrisis, die zowel naar boven als naar beneden funest beïnvloedend werkt Naast dit „morele" bezwaar stellen we echter nadrukkelijk het sociologiasche. In een gezonde samenleving dient nog steeds te gelden, dat het georganiseerde bedrijfsleven een zelfstandige taak heeft. Eerst wanneer dat bedrijfsleven niet in staat is deze taak naar behoren te vervullen mag en moet de staatsover- heid ingrijpen. Maar eveneens dient deze overheid zich terug te trekken op hetzelfde mo ment, dat het bedrijfsleven zelf weer in staat is deze te dragen. Een ander nadeel van de geleide loonpolitiek was dat men het niet aandurfde een duide lijk merkbaar verschil aan te bren gen tussen de beloningen in diverse bedrijfstakken, zodat in onvoldoende ma ten rekening kon worden gehouden met bijzondere economische en sociale om standigheden van de bedrijfstakken. Eveneens ontstond een ongezonde ni vellering (gelijkschakeling) tussen de beloning van geschoolde en ongeschool de krachten. De publicaties, tot nog toe versche nen, doen veronderstellen, dat de loon- commissie van de Stichting van de Ar beid, die haar beraadslagingen over dit vraagstuk op 11 November 1953 be gon, vrij algemeen open oog heeft voor de steeds sterker wordende bezwaren, en de mogelijkheden hieraan tegemoet te komen. Het is verheugend dit te mo gen constateren. Het toont aan dat de katholieke maatschappij-opvattingen tel kens opnieuw en dus ook in dit geval een juist klankbord vinden ook in de feitelijke sociale en economische ver houdingen. Zouden partijen elkander kunnen vinden op een algemene ver gunning voor loonsverhoging dan betekent dit een opnieuw verleggen van de verantwoordelijkheid naar het be drijfsleven zelf. Hopelijk is de tijd voor de noodzakelijke verplichting langzamerhand voorbij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 9