Deel van ziekenfondsverzekerden
kan klein eigen risico dragen
Plan voor getrapte verzekering naar draag
kracht en gezinssamenstelling
ositieve en constructieve
bijdrage der artsen
Olievelden Noorcl-Sumatra
nog niet genationaliseerd
Durft Indonesische regering geen
beslissing te nemen
SPANJE koopt Rio-Tinto
Engelse firma terug
Fout uit verleden hersteld
van
In België dreigt een
nieuwe schoolstrijd
Zeeuwse kinderen op vacantie
Een „economisch Gibraltar"
Vrijwillige basis
e» "«5S1?!»"
Kosten: Ongeveer
800 milln. gulden
Ingenieurscongres
geopend
Er sal een zekere concurrentie tussen de zieken
fondsen ontstaan. Dit acht men wel gezond.
Hierdoor wordt een zuinig beheer hersteld en
verdwijnt het ambtelijk karakter van de fondsen
Demonstraties van
Maart tot Mei
MINISTER DRAAIT DE KLOK TERUG
VRIJDAG 23 JULI 1954
PAGINA 9
ClnUlp
Hoi?ehuwden
(Van onze redacteur)
/n artsenkringen bestaan, zoals bekend, grote bezwaren
e9en de huidige ziekenfondsregeling. Het op een
zielceJt°P drijven van tachtig procent van ons volk in de
tegp„ ndsen aanstonds bij de waarschijnlijk moeilijk
tot f te houden verhoging van de loongrens van 5300
Pathi S'°P° wellicht negentig procent kan hun sym-
strnP 7n het geheel niet wegdragen. He- socialiserend
fond71' waarbij de Staat door middel van de zieken-
pli ,sen waarin alle werknemers onder de grens ver-
s,aa \verzekerd zijn een te dominerende rol vervult,
jan» n reeds lang niet aan. Zij hebben reeds verleden
toe ornstandig van hun bezwaren blijk gegeven. Tot nu
arti 10113 de reacfie steeds negatief. Thans hebben de
siti f71 tezamsn met de apothekers en tandartsen en po-
Pon ®e^uid doen horen. Zij hebben een plan ontworpen
eenT een ?i-ektev er zekering van het Nederlandse volk, dat
den st,erk sociaal karakter draagt, dat gezien kan wor
sten j een constructieve o jdrage tot oplossing van be-
vni moeilijkheden, en waarin men, zich o.i. terecht
ieJ twVfel afvragend of een all risk verzekering voor
Sereen (onder een bepaalde grens) wenselijk is, een
elsel van getrapte verzekering heeft ontworpen, waarin
f1? <ieel van ons volk in geval van ziekte een beperkt eigen
tstco. moet dragen. Men is van mening, dat verschei-
e n e n, die thans onder de f 5300-grens vallen en
in de klasse van - 5300 tot f 6.000 zeker enig
'mancieel risico in geval -an ziekte kunnen dragen. De
'cherpe scheiding bij de f 5300-grens daaronder alles,
daarboven niets, daaronder de lasten voor werknemers en
gezcLTïLC7ilijfc> cLcLQ>Tbov671 dc iti vcvHoudiYiQ
"eel hogere alleen voor de werknemer i.eeft de artsen
reeds lang tegengestaan.
Met name het feit, dat een ongehuwde, die f 5.299 ver
dient, en een gehuwde met, zeg vier kinderen, die het-
sfciahs
P- Voor
voor de geïnteresseerde en
Plan rtRleri? geworden lezer tot het
,at de Maatschappijen voor Ge-
,cie 5 Tandheelkunde en Pharma-
en aaiTnin'ster van Sociale Zaken heb-
Van uit B^b°den. Men gaat er allereerst
2 Pet ',dat de werkgeversbijdrage van
blijft 'sJu0r de ziekenfondsverzekering
rners a;1^dhaafd voor alle werkne-
van ft nen„vallen beneden de loongrens
in een Dit bedrag wordt gestort
fonds) Sfbtrale kas (het Verevenings-
Volgpv,',, beschikbare gelden worden
PengpiH *en nader uit te werken „kop-
staanrt imule" verdeeld over de be-
nevpn e gemene ziekenfondsen en de
of steiüngen van de ziekenfondsen
Wn tv"-mee gelÖk te stellen instellingen
waarmj de verzekering tegen de grote-
s ,op het gebied van de gezond-
neiaszorg kan worden ondergebracht.
Twee soorten verzekeringen
ringen-SA6?LnU S00rten ver2ek*-
wf ^\.een volledige, gelijk aan de
i ondergebracht bij de be-
ver> 6 algemene ziekenfondsen; B- een
'e«ering alleen voor grotere risico s
n, kijn Oi-derscheiden mogelijkheden,
p ar het principe is aat men voor deze
c erzekerin" uitsluit de poliklinische
üstische hulp, de gewone huisart-
p en de gewone pharmaceutische
m-y. Voor de tandheelkundige hulp
>t no,, een regeling worden opge
ef- In de B.-groep zal de patiër.t dus
bp+ de gewone doktersvisite moeten
'alen evenals de eenvoudige genees-
l adelen die hem verstrekt worden. De
va„ de doktersbehande'ing zal dus
di-aTi 1 betaald moeten worden. Zo-
st de totale verstrekkingen en de dien-
Calpneen b®Paald jaarlijks nog te be
ep ïsf i bedrag te boven gaan treedt
Qp verzekering in werking.
terwijl m'dV a" deZe regeling is, dat,
verstrekkingen i„ep alle diensten "n
ondergebracht vo de verzekering zijn
zekering bep^m 0r. de B. -groep -'e ver-
rentieerde inkonif.T,Würdt door gediffe-
gedifferentieerd n sr-nzen (deze weer
ongehuwd, Rehuwrf' burgerlijke staat,
kinderen). Op dP, en gezinnen met
een getrapte verzet n?au>er krijgt men
gene die enig finam."11?' waardoor de-
Per dit risico krifrt'T risico kan. lo:
afhankelijk van 'e dragcn. geheel
hisi-n i. een s<jc.'a,e Verzekering tech-
y het gemakkelijkst worden uitge-
v erd (door een bepaalde grens te ne
en voor iedereen, gehuwd, ongehuwd.
koïru°f zonder kinderen) maar: hoe
*ezn .mhet beste ?e,et °P de typische
tor. eidsbehoefte in de sociale sec
Glijdende schaal
bw1? deze gedachte door te voeren
rrta'Tj er dus een glijdende schaal ge-
benl i W01'den waarbij moest worden
wie tot de A- of B.-groep ge-
e6n "d kan worden. Vooruitlopend op
gren definitieve vaststelling van deze
Paaljj611 die zullen moeten worden be-
betrPff0p basis van statistische gegevens
kiep ende het budgetonderzoek heeft
volge^®r bepaling van de gedachten de
0nri suêeesties gedaan,
a. j.er de B.-groep vallen:
?over,e, ongehuwden met een inkomen
jHar. 1 bijv. ƒ3.600.— of ƒ4.000— per
ilk'J^huwden zonder kinderen met een
ktar. eh boven 4.500.of 5.000.per
met kinderen met een
®o dat voor elk kind ƒ500.ho-
bo,
m'Uïp Zlet hier dus de grenzen boven
«lib j ongehuwde, of gehuwde met
'i\ b d.er kinderen geacht wordt enig
gfiv'k 'sico te kunnen dragen. Het is
5ez'n van tien kinderen dus mo-
of men de onder A.-verzekering
wordt. Al degenen, die in hun onder
scheiden burgerlijke staat minder ver
dienen dan de aangegeven of nadar
aan te geven grenzen vallen onder ae
huidige (A.-) ziekenfondsverzekering.
Van hen staat het vast dat zij geen
enkel geldelijk risico kunnen dragen.
Voor de bepaling van de grenzen
dient niet genomen te worden het in
komen waarover loonbelasting betaald
wordt, maar het totaal inkomen. Zo zal
het dus niet meer mogelijk zijn, dat. van
een reiziger die een klein vast salaris
maar een flinke provisie heeft de
grens wordt vastgesteld op basis van
zelfde inkomen heeft voor wat betreft de ziekteverze
kering gelijke rechten hebben, komt hun in hoge mate
ongewenst voor. De ongehuwde kan in dit geval zeker
enig risico dragen, de gehuwde met kinderen in geen ge
val. Het komt bij de huidige regeling, waarbij iedereen
gelijkgeschakeld is met de behoeften van de laagste groep
voor, dat er promoties geweigerd werden. Gaat nameilijk
een gezinshoofd met zijn inkomen vooruit van f 32UU
tot f 5400, dan komt hij bij ziekte in zijn gezin voor alle
kosten te staan. Liever ziet hij in sommige gevallen, aat
onder f 5300 de premie van zijn loon wordt ingehou
den dan dat dit bij een hoger salaris niet geschiedt. Ze
ker als hij een ziekelijke vrouw of kinderen heeft.
Een ander voordeel van et plan is, dat bij bepaalde
groepen van de bevolking geen rem of financiële barrière
meer behoeft te bestaan, om doktershulp in te roepen-
Velen, die boven de f 5300 verdienen, wachten vaak al
te lang met de arts te consulteren, een schrikbeeld als
zij vaak voor ogen hebben uit hun omgeving waar men
een jaar of langer is achterop geraakt door kostbare
specialistische hulp, d-.re foto's en een lange lijst van
bijna niet te betalen medicamenten. Als er voor deze
personen een regeling was, waarbij zij de eerste dokters
kosten zelf zouden moeten betalen en er voor de ver
dere vaak specialistsche hulp een verzekering was,
zouden zij niet zo lang aarzelen de arts te raadplegen. De
volksgezondheid zou hiermee gebaat zijn. Tenslotte: door
het plan van getrapte verzekering zouden de artsen meer
particuliere patiënten hebben. Afgezien efn even
tueel geldelijk voordeel, dat niet gemakkelijk, is te be
cijferen, wordt de verhouding arts-patient reeler en daar
door gezonder. Er is dan geen opeenhoping m de wacht
kamer van „kleine gevallen", die de arts overbelasten,
daar de eerste kosten het gelimiteerde eigen risico
immers voor rekening van i r patient komen. Het om wis
sewasjes naar de dokter lopen zal met meer voorkomen.
dat de laatste groep immers enig eigen
risico draagt. Degenen die meer dan
f 6.000.verdienen en onder de B.-ver-
zekering vallen (bij de door ons gestel
de cijfers met minder dan twee of drie
kinderen) betalen de 2 pet die de werk
gever zou moeten betalen plus de aan
vullende premie. Deze laatste wordt
door ieder ziekenfonds afzonderlijk
vastgesteld. Zij hangt af van de gemid
delde gezinssamenstelling in het fonds,
min of meer als bij de huidige vrij
willige verzekering dus. Gemiddelde ge
zinssamenstelling; van ieder gezin on
geacht inkomen, ongeacht samenstelling,
is in een bepaald ziekenfonds de aan
vullende premie gelijk. Men wil de res
tant-premie incasseren ten huize van de
verzekerde.
Fondsen meer autonoom
Er zal dus een zekere concurrentie
tussen de ziekenfondsen ontstaan. Dit
zijn loon, evenmin als dat van een boer,
die tevens directeur is van een Boe
renleenbank en die uit dien hoofde een
beperkt salaris heeft, dit salaris bepa
lend zou zijn voor de klasse van de
ziekteverzekering.
De financiering
Hoe denkt men nu de financiering
van een en ander te regelen? Allereerst
zal moeten worden bepaald hoe hoog
het jaarlijks inkomen is. Dit moet ge
schieden aan de hand van de verkla
ring van de werkgever, waarnaast het
nodig is, dat de werknemer zijn bij
verdiensten opgeeft. Voor degenen, die
minder dan ƒ6.000.— 's jaars verdienen,
betaalt de werkgever 2 pet zowel voor
hen die onder dë A.- dan wel de B.-
verzekering vallen.
Het totaal bedrag wordt volgens de
„koppengeld-formule" verdeeld over de
A.- en B.-verzekering. Daarnaast be
taalt de werknemer een aanvullende
premie. Deze zal voor de verzekerde
in de A.-groep in verhouding hoger
zijn dan voor die in de B.-klasse, om-
acht men wel gezond. Hierdoor wordt
een zuinig beheer hersteld en verdwijnt
het ambtelijke karakter van de fond
sen. Zij worden i.teer in de privaat
rechtelijke sfeer getrokken. Er ontstaat
een functionele decentralisatie en meer
autonomie voor de lagere organen.
Ook zelfstandigen kunnen voor de
A.- of B.-verzekering In aanmerking
komen. Het recht hiertoe zou bijvoor
beeld eens per jaar beoordeeld moeten
worden aan de hand van een inkomens-
verklaring.
Voor de minst draagkrachtigen zal
door middel van een Rijksbijdrage, zo
als thans reeds geldt voor de vrijwillige
verzekering, een reductie van de pre
mie mogelijk moeten zijn.
Het is mogelijk voor de B.-verzeke
ring andere organen dan de huidige
in te schakelen, bijv. de particuliere
verzekeringsmaatschappijen, die bij in
voering van dit plan anders een deel
van hun debiet zouden verliezen.
Vrijwillig, maar toch...
werkgevers (onder de zes mille) 2 pet
betalen wel duidelijk dat zij er niet
alleen prijs op zullen stellen dat hun
werknemers de aanvullende verzeke
ring aangaan, maar voorts dat velen
van hen dit in het arbeidscontract ver
plicht zullen stellen. He. is te verwach
ten dat nagenoeg iedereen een van de
ze soorten verzekering zal afsiuiten.
Reeds nu ziet men dat vele verplicht
verzekerden vrijwillig een aanvullende
verzekering sluiten. Bovendien is prac-
tisch iedereen die er voor in aanmer
king komt reeds vrijwillig verzekerd.
Tenslotte is er de indirecte dwang die
bij ziekte ontstaat. Een welkome om
standigheid is gelegen in de stap terug
naar de persoonlijke verantwoordelijk
heid, die bij de huidige overgeregelde
maatschappij vrijwel verloren is ge
gaan.
En de ziekenfondsen?
Deelneming aan deze verzekering is
geheel vrijwillig. Het is mede omdat de
Een deel van de ziekenfondsen kan
met dit plan niet accoord gaan, zodat
het zonder 't fiat van de ziekenfondsor
ganisaties in zijn geheel aan de minis
ter moest worden aangeboden. Het
hoofdbezwaar van enkele ziekenfondsen
is, dat door het plan de, wij zouden het
kunnen noemen, solidariteit binnen de
collectiviteit der werknemers wordt
aangetast. Zjj willen geen onderscheid
tussen de werknemers en huldigen het
oude principe: dezelfde rechten, dezelf
de plichten. Men vergeet echter, aldus
de artsen, dat deze collectiviteit door
de herhaalde opschuiving van de loon
grens al te groot is geworden. Zii moet
dringend beperkt worden. De werkne-
mersgroep onder de ƒ5.300.of
6.000.is niet meer homogeen. Ieder
moet naar eigen draagkracht eigen ri
sico nemen. Zoals de een tweede, de
ander derde klasse reist, zoals de een
vóór, de ander achter in de bioscoop
zit, moet er onder de werknemers een
mogelijkheid zijn zich verschillend te
verzekeren. De denivellerende werking
van het plan is volgens de artsen in
deze tijd van nivellering slechts toe te
juichen.
Meer practische bezwaren van de
ziekenfondsen:
a. Er zullen zeer veel mutaties ko
men. Het is mogelijk dat een werk
nemer binnen enkele jaren verschei
dene malen van groep moet verwis
selen omdat hij trouwt, meer gaat
verdienen, een kind krijgt. Voor al
deze gebeurlijkheden zijn, zoals be
kend, grenzen gesteld en deze kun
nen bij verandering van de burger
lijke staat of uitbreiding van het ge
zin overschreden worden. Van de
zijde van de artsenorganisaties wordt
hiertegen opgemerkt, dat enkele dui
zenden mutaties per jaar op de vele
millioenen einig uitmaken.. Zij geven
toe dat de regeling ingewikkeld is,
maar er zijn er in ons sociaal bestel
heel wat gecompliceerder. Overigens,
de regeling is gemaakt in het belang
van de verzekerde. De boekhouder
moet en kan zich aanpassen.
b. De aanvullende premie moet aan
huis opgehaald worden. Dit geeft wéér
een bode aan de deur en tevens incas
sokosten. De artsen (weer): Het be
lang van deze verzekering staat voor
op. Voor deze bijkomstigheid moet men
niet terugschrikken.
c. Er komt een grote concurrentie
tussen de ziekenfondsen onderling.
Artsen: Dit kan het doelmatig beheer
siechts ten goede komen. Als de con
currentie te groot wordt, is onderlinge
verevening mogelijk.
d. Waarom wordt de premie niet naar
draagkracht geheven? Artsen: Het
gaat reeds ovei; de gemiddelde gezins
samenstelling. Bovendien is de 2 pet.
van de werkgevers volgens de „kop
pengeld-formule" reeds over de gezin
nen „uitgestreken".
De artsen verwachten niet dat deze
regeling spoedig aanvaard zal worden.
Zij menen echter een constructieve bij
drage te hebben geleverd en wijzen er
op dat het allereerst gaat om het soci
ale belang. Er kunnen op onderdelen
heel goed wijzigingen aangebracht wor
den, maar het principe willen zij met
zonder degelijke tegenargumenten
en met de beste wil van de wereld
kunnen zjj deze niet zien prijsgeven.
'ert^ dan het hoogst onder B. ge-
f 1 1 z V vi z-vivvi »»'B
«en '.t-het gezinshoofd bijna 9.500.
Sest inkomen heeft. Maar voor
5 lln'de .met één kind zal bij de hier
"0.-—cijfers de grens al liggen bij
ediu„°f 5.500.Enerzijds een
Se
'a w "it) d-d""'tlicrzijus CCH
o». de anderzijds een inperking
de i ,1
'1ss„ '3estaande regeling, al naar de
'henstelling.
5eIeideiuïa,n dat e?n hoge mate van
e Vast- bezit, dat breekt met
X6hdien „gr<:ns voor iedereen, dat bo-
k echnisch beter verantwoord is.
,?ar dan\'S het moeilijker uitvoer
den iebet thans geldende systeem.
eeft het maar verder). Maar het
dening i'°ordeel dat het volledig
h8t erg pee met de dl'aagkracht,
b)J de dnttangst voor h°ge kosten
^VeelomVatokter behoeft te bestaan
>erBtrekkineIl hulP en kostbare
«Lrd) en dat tl zjJn immers verze-
^ts« narti?eilzame verhouding
Particuller patiënt hersteld
(Van onze correspondent)
DJAKARTA, Juli 1954.
Een van de hangende kwesties, waarin de huidige Indonesische regering
het nog steeds vermeden heeft een beslissing te nemen, is die van de
olievelden in Noord-Sumatra. Het is trouwens in het programma van
dit kabinet gezegd, toen het in Juli van het vorig jaar aan het bewind kwam;
men zou wachten met het nemen van een beslissing tot een daartoe te vormen
staatscommissie over de onderhavige kwestie verslag zou hebben uitgebracht.
Deze commissie is inmiddels met haar werkzaamheden gereed gekomen. Het
verslag daarvan aan de regering is echter nog niet gepubliceerd. Wel heeft
de regering naar aanleiding van dit verslag, waarvan de inhoud dus onbe
kend is, een voorlopige beslissing genomen: zij heeft de olievelden in Noord-
Sumatra in het begin van dit jaar rechtstreeks onder het ministerie van
Economische Zaken gesteld en mr. Nirwono Judo benoemd tot coördinator
voor het beheer.
De exploitatie van de olievelden ge-
geschiedde voroheen door het plaatselijk
bestuur. Daarbij werd doorgaans met
verlies gewerkt. Bovendien kwam het
regelmatig voor, dat de arbeiders hun
ioon niet en-of niet op tijd ontvingen.
De arbeiders zelf waren verdeeld in
twee groepen: de ene groep eiste de
algehele nationalisatie van de olievel
den, de andere daarentegen eiste, dat
de olievelden, zulks in overeenstemming
met het overeengekomene op de Ronde-
Tafel-conferentie, aan de vooroorlogse
eigenares teruggegeven zouden worden.
De aanhangers voor teruggave aan de
vindt men vooral in kringen van
oil kjasiumi- Zij betogen dat de Indone-
he^ v?i fegerl"g niet over het kapitaal
veiHeè om de exploitatie van de olie-
bfi evr,i^?e5 lonend te maken, terwijl
belanBrhke ^ud00r de het land
belasüne-ee "komsten aan deviezen en
betastingen zou krijgen. Voorts, aldus
deze voorstanders van teruggave aan de
B.P.M., maakt het feit dat de olievel
den niet aan de eigenares worden terug
gegeven, dat Indonesië in het buitenland
een slechte naam krijgt, waardoor ée
geneigdheid om kapitaal in Indonesië te
investeren vermindert.
Overtuigde aanhangers van nationali
satie van na olievelden zijn in de eerste
plaats de communisten. Vervolgens is
ook de vertegenwoordiging van de
P.N.I., de nationalistische partij in
Noord-Sumatra, aanhanger van nationa
lisatie van de olievelden. Het lijkt er
echter veei op, at het hoofdbestuur van
deze partij in Djakarta een gematigder
standpunt inneemt. Een van de bestuurs
leden van de P.N.I., mr. Sumanang, die
in een vorig kabinet minister van Eco
nomische Zaken was, verklaarde des
tijds er persoonlijk voorstander van te
zijn, dat de olievelden aan de B.P.M.
teruggegeven worden. Ook een staats
commissie, die in 1952 een bezoek aan
de olievelden bracht, adviseerde deze
aan de B.P.M. terug te geven. Dit ad
vies werd overgenomen door de finan-
cieel-economische raad van de regering.
Desondanks stelde de destjjdse rege-
rine evenals haar opvolgsters een
beslissing uit. Bekend is voorts dat ook
vice-president Moh. Hatta tegenstander
is van nationalisatie van de olievelden
in Indonesië.
Veel is men dus inmiddels n:-"t op
geschoten. In de maanden Maart tot
en met Mei hebben bij de olievelden
in Noord-Sumatra verschillende de
monstraties plaats gevonden, zowel
voor als tegen teruggave van deze vel
den aan de B.P.M. Opvallend was
daarbij dat de demonstratie tegen de
teruggave werd bijgewoond door de
huidige minister van Economische Za
ken mr. Iskak Tjokrohadisurjo. Dit
wekte de indruk dat de regering zich
wilde laten overtuigen dat de „volks
wil" nationalisatie van de olievelden
eiste. Een beslissing bleef echter
zoals gezegd uit- Over de waarde
van de demonstraties valt moeilijk een
oordeel te geven. De Indonesische
kranten m Medan gaven naar gelang
van hun politieke richting zeer ver
schillende schattingen van het aantal
betogers. Zo demonstreerden volgers
de Pendorong 8.000 personen voor de
nationalisatie van de olievelden, vol
gens Tangkas slechts 3.000. Lembaga
daarentegen meldde, dat 10.000 perso
nen deelnamen aan de demonstratie
voor teruggave aan de B.P.M., vol
gens Pendorong waren het er nog geen
1.000.
De regering heelt dus inmiddels be
sloten de olievelden in Noord-Sumatra
rechtstreeks onder het ministerie van
Economische Zaken te stellen. De nieuw
benoemde coördinator, mr. Nirwono
Judo, iemand die voorheen bij de olie
winning in Tjepu in Midden-Java werk
zaam was, heeft inmiddels reeds van
zich doen spreken. Opvallend is daarbij,
dat hij zijn tegenstanders zowel onder
degenen heeft die voor nationalisatie
zijn, als onder degenen die daartegen
zün.
De bewuste olievelden bevinden zich
in Pangkalan Brandan en Pangkalan
Susu in het regentschap Langkas in
Oost-Sumatro en Rantau in Atjeh. Tot
de benoeming van mr. Nirwono Judo
was de exploitatie van deze bedrijven
gescheiden. Een van de eerste maatre
gelen van de coördinator was echter de-
(Van onze correspondent in Spanje)
In de vorige eeuw verloor Spanje niet slechts, op enkele zeer schamele
resten na, zijn onmetelijke overzeese gebieden, het hield ook inter
nationale uitverkoop van zijn eigen binnenlandse bronnen van welvaart
en ontwikkelingsmogelijkheden. Voor een zeer groot deel kwamen dus de
ontginning van Spanjes bodemrijkdommen velerlei metalen de aanleg
en exploitatie van spoorwegen en andere openbare diensten in handen van
buitenlandse ondernemingen. Het was een gemakkelijke, maar tenslotte
rampzalige manier om gelden te doen vloeien in de chronisch berooide
schatkist, ten dele weliswaar goed te praten ook met het voorNvendsel, dat
het land zelf niet over de nodige kapitalen en technische bekwaamheid
beschikte. Zeer verbreid was in Spanje zelfs een zekere geringschatting voor
de moderne „materialistische" techniek; de Spaanse geest was tot verhevener
bezigheden geroepen. Nog in deze eeuw schreef een vermaard auteur
als Miguel de llnamuno, rector-magnificus van de Salmantijnse Universiteit:
„Laten de anderen maar uitvinden!" Zo werd Spanje in die kwade negen
tiende eeuw van een grote, koloniën bezittende mogendheid zelf deels een
economisch en geëxploiteerd gekoloniseerd land.
een onder-magazijnchef van Britse na
tionaliteit. Ook de arbeiders,, Span
jaarden, werden naar Spaanse normen
betaald, hetgeen, naar eigen verklarin
gen van de directie op een in 1932 te
Londen gehouden aandeelhoudersver
gadering de exploitatie van „Rio-Tinto
ongeveer even lonend maakte als soort
gelijke ondernemingen in koloniale ge
bieden, die kleurlingen gebruikten.
Sindsdien zijn op dit gebied wel enige
verbeteringen bereikt.
Een derde der aandelen
En nu zal „Rip-Tinto", dat op econo
misch gebied voor Spanje zoveel als
de tegenhanger is van Gibraltar op
het politieke, overgedragen gaan wor
den aan een nieuw op te richten Spaan
se maatschappij, waarbij deze het pas
sief en actief van de oude zal overne-
Niets begrijpelijker dan een na
tionaal bewuste politiek erop uit is deze
toestanden op te ruimen. Dit streven
dateert niet van het huidige bewind,
maar onder dit bewind hebben zich
enkele van de meest markante recupe
raties voorgedaan. Zo werden de di
verse particuliere spoorwegmaatschap
pijen, waarin m. n. Frankrijk sterk
vertegenwoordigd was, genationaliseerd
tot de RENFE (Red Nacional de Ferro-
carriles Espanolas) en kon de Spaanse
staat enkele jaren geleden ver
vroegd de laatste afbetaling verrich
ten op de terugkoop van de telefoon
maatschappij, die in Amerikaanse han
den was. Het is allemaal in der minne
gegaan en het heeft het land zware
financiële offers gekost, want het re
giem past allerminst „Mossadegh"-metho-
des toe. Dezer dagen nu heeft ook de
z.g. „operatie-Rio-Tinto" practisch haar
beslag gekregen. Wie enigszins thuis is
in de Spaanse zaken of in de geschie
denis van het internationale beurswe-
zen, weet welk begrip er onder „Rio-
Tinto" schuil gaat.
De naam verplaatst ons naar het
rijke mijngebied van de Westelijke
Sierra Morena in Andalusië, dat reeds
geëxploiteerd zou zijn geworden door
de Phoeniciërs, en het in ieder ge
val later was door de Romeinen. De
„ouden" dolven er echter voorname
lijk naar de edele metalen, goud en
zilver. In de moderne tijd verkreeg
het vooral faam als Europa's belang
rijkste vindplaats van koper. Als zo
danig werd het geëxploiteerd door
de Spaanse staat, totdat in het jaar
1873 de regering van de Eerste Spaan
se Republiek het mijnbekken bij af
slag verkocht aan een Engelsea onder
neming voor de som van 93 millioen
pesetas. De Engelse eigenaars zetten
zich onmiddellijk tot het modernise
ren van de ontginningsmethoden en
spoedig beheerste Engeland, dank zij
„Rio-Tinto", de gehele wereld-koper-
markt. Ontzaglijk- zijn de baten ge
weest, economisch en aan politieke
invloed, die aldus in de loop der ja
ren Spanje zich heeft zien ontgaan.
Een nationalistische, of wellicht ook
alleen maar werkelijk nationaal ge
zinde economen van het land lieten
dan ook niet na „Rio-Tinto" in het
licht te stellen als klassiek voorbeeld,
dat zonder discriminatie en controle
aanvaarde investering van buiten
lands kapitaal, in hoge mate de bui
tenlandse belangen begunstigde, maar
ten nadele strekte van de nationale.
„Rio-Tinto" werkte met een minimum
van hoger Spaans personeel, en de sa
lariëring was zo, dat in 1935 een Spaans
chef-ingenieur minder verdiende dan
men. Met passend gejuich heeft de
C; aanse pers het nieuws gebracht. De
onderhandelingen hiertoe zün gevoerd
tussen enerzijds de bestuursraad van
de Engelse onderneming en anderzijds
eer. groep van particuliere Spaanse
banken met medewerking van de
Spaanse ministeries van Handel en van
Nüverheid. Voor de overdracht zal de
oude Engelse maatschappü een bedrag
ontvangen van 77.666.666 pond sterling
(rond 800 millioen gulden), te betalen
in zeven jaarlijkse termijnen. Belang
rijke bepalingen van de overeenkomst
zijn voorts, dat de oude Engelse maat
schappij met een derde van de aan
delen vertegenwoordigd zal zijn in de
nieuw op te richten Spaanse, terwijl
de nieuwe maatschappü gebruik zal
blijven maken van de diensten van het
technisch apparaat en de verkooporga
nisatie van de oude. Hetgeen men wel
licht kan zien als de min of meer
ideale formule voor het terugbrengen
in Spaanse hand van andere economi
sche enclaves en voor het vestigen van
nieuwe industriële ondernemingen met
hulp an buitenlands kapitaal.
Ondertussen dient vermeld, dat
in de loop der jaren de betekenis
van „Rio-Tinto" zich aanzienlijk ge
wijzigd heeft. Tengevolge van de
uitputting van de rijke lagen is de
productie van koper geheel op de
achtergrond geraakt. Het heden en de
toekomst van Rio-Tinto liggen in de
bewerking van de nog ontzaglijke
rijkdommen aan ijzer- en koper-
pyrieten, waardoor „Rio Tinto" een
rol speelt van wereldbetekenis bij
de productie van superfosfaten. Het
is dan ook niet juist om te zeggen,
dat hetgeen Spanje van „Rio Tm to"
terugkrijgt het „skelet" van „Rio-
Tinto" is.
Behalve de delvings- en bewerkings
installaties beschikt de onderneming
o.m. over een eigen spoorlijn van 68
kilometer, die Rio-Tinto met Huelva
verbindt, waar zij over grote haven
installaties beschikt. Zij heeft momen
teel nog ruim zevenduizend man per
soneel in dienst en onderhoudt o.m.
twee ziekenhuizen.
(Van onze correspondent)
De Belgische kamerleden en senato
ren hebben dezer dagen de tekst van
een wetsontwerp in hun brievenbus ge
vonden. De socialistische minister van
onderwijs, Collard, had het ontwerp
reeds enige dagen eerder op het bureau
van de kamer ingediend, maar omdat
premier Van Acker het parlement met
vervroegde vacantie naar huis stuurde,
waren de teksten niet tijdig klaar ge
komen. Toen minister Collard de por
tefeuille van zijn C.V.P.-voorganger,
Harmei, overnam, zou hij gezegd heb
ben, dat hij een rekening te vereffenen
had met het bijzonder onderwijs. Uit
bovengenoemd wetsontwerp blijkt, hoe
de anticlericale minister deze vereffe
ning opvat.
Wat is nl. het geval? Het bijzonder
katholiek onderwijs is gedurende de ja
ren tussen de twee wereldoorlogen door
de opeenvolgende liberale en socialis
tische ministers van Openbaar Onder
wijs stiefmoederlpk behandeld. Minis
ter Harmei, de eerste katholieke minis
ter van onderwijs sedert 1914, heeft
daarin verandering gebracht door het
bijzonder onderwijs, zoal niet de abso
lute gelijkheid met het Staatsonderwijs,
dan toch ruimere levensmogelijkheden
te verschaffen. Ten aanzien van het
middelbar onderwijs betekende dit in
concreto, dat aan het lekenpersoneel
1000 Zeeuwse kinderen uit de zwaarst getroffen rampgebieden gaan een heer
lijke drieweekse vacantie genieten m alle delen van ons land, di° van de ramp
gespaard bleven. Zij gaan logeren bij gastvrije vacantiepleegouders, die de
kinderen geheel gratis zullen verzorgen. Donderdagochtend kwamen de kinders
op het station van Roosendaal bijeen, om vandaar de reis per trein naar de
vacantieadressen te maken. En óf dat in Roosendaal ook een vrolijke drukte
gaf....!
ze bedrpvn te centraliseren onder een
hoofdkantoor in Medan.
Tegen deze maatregel werd door de
betrokken hoofden protest aangetekend.
Zij spraken als hun overtuiging uit, dat
mr. Nirwono Judo zijn bevoegdheden
had overschreden, en weigerden hun be
drijven aan hem over te dragen. Mr.
Nirwono Judo ontsloeg daarop de be
trokkenen en stelde in hun plaats ande
re hoofden aan. De oude hoofden bleven
echter weigerachtig hun bevoegdheden
over te dragen, waarbü zij zich erop be
riepen, dat zij door de gouverneur van
Noord-Sumatra benoemd waren. Deze
gouverneur zelf echter verklaarde dat
zijn bevoegdheden wat betreft de olie
velden geheel overgegaan waren aaifftte
coördinator, mr. Nirwono Judo, wiens
besluiten dus zeker rechtsgeldigheid be
zaten. Toen de oude hoofden echter ook
daarna nog weigerden hun bedrijven
over te dragen, werd deze overdracht
met behulp van de politie geëffectueerd.
Een protest-commissie heeft zich in
middels naar Djakarta begeven om te
protesteren tegen de door mr. Nirwono
Judo genomen maatregelen. Deze stelt
daarbij, dat mr. Nirwono Judo uitslui
tend communisten in leidende functies 1
benoemta, en zelfs de leden van de P.N.I.
passeert. De regering schünt zich echter
achter mr. Nirwono Judo te blijven stel
len.
Dit alles is eigenlijk slechts een inter
mezzo in de kwestie van de olievelden
als zodanig. Nog zijn deze niet genatio
naliseerd en nog heeft de regering geen
beslissing dienaangaande genomen. Zij
heeft slechts besloten in deze olievelden
tien millioen rupiah te investeren (een
fractie van wat er nodig is) en om mr.
Nirwono Judo te belasten met de coör
dinatie van de olievelden in de hoop dat
de exploitatie daarvan dan althans
enigszins lonend zal worden. Een van
de eerste maatregelen van de coördina
tor is dan ook geweest om met behulp
van de politie een deel van de gestolen
materialen van de olievelden op té spo
ren.
Het schijnt echter, dat de huidige In
donesische regering het thans nog niet
aandurft om een definitieve beslissing
in deze, ook internationaal gezien, zo
belangrijke kwestie te nemen. Waar-
•schijnlijk wil zü daarmee wachten tot
de algemene verkiezingen achter de rug
zijn.
van de bijzondere middelbare scholen
dezelfde wedde zou worden uitgekeerd
als die, welke het personeel van de
staatsmiddelbare scholen ontving en dat
het schoolgeld in beide soorten van in
stellingen zou worden gelijkgesteld.
In Juli 1951 werd een door de
minister ingediende vorlopige wet
goedgekeurd, waardoor het bijzonder
middelbaar onderwijs, dat tot dan toe
nooit een centime van de staat had
ontvangen, subsidies kreeg ten belope van
nagenoeg 300 millioen frs. Als basis voor
de toekenning diende de som van 4.000
frs. per leerling (in de middelbare
staatsscholen wordt gerekend met eert
bedrag van 25.000 frs. per leerling.)
Eind 1952 werd deze voorlopige wet ge-
wpzigd tot definitieve wet onder toe
kenning van 550 millioen francs subsi
dies (op basis van 8.000 frs. per leer
ling) met ingang van 1 Januari 1954.
Het nieuwe wetsontwerp van de so
cialistische minister Collard wil thans
eenvoudig de wet van 1952 ongedaan
maken en terugkeren tot de voorlop'i e
regeling van 1951 Nu ligt het voor de
hand dat de bijzondere middelbare scho
len reeds hun begrotingen voor het lo
pend schooljaar hebben opgemaakt, en
daarbij rekening hebben gehouden met
het subsidiebedrag waarop zü, krach
tens de wet van 1952, sedert Januari
van dit jaar recht hebben. In katholieke
kringen interpreteert men de beoogde
maatregel dan ook als een poging om
het bijzonder onderwü's financieel ie on
dermijnen.
Anderzijds heeft minister Collard een
aantal financiële voordelen toegekend
aan de staatsscholen. De credieten
voor de gebouwen werden met vier mil
lioen francs verhoogd, die voor de stu
diebeurzen in het middelbaar onderwys
met tien millioen; de staatskweekscho-
len krygen 27 millioen meer.
„In het buitenland zal men met ver
stomming geslagen zgn, aldus een pro
testcommuniqué van de Christelijke
Volkspartij, dat de Katholieke Univer
siteit van Leuven, als enige «nder de
Belgische Universiteiten gevaar loopt
haar gediplomeerden van functies in het
staatsonderwijs uitgesloten te zien. De
minister houdt aldus candidaten verwü-
(lerd die zich voorbereid hebben vol
gens de wettelyke normen en waarvan
de diploma's bekrachtigd zijn door de
minister van onderwüs in hoogst eigen
persoon
Te Delft zijn katholieke ingenieurs
uit vijftien verschillende landen byecn,
om door wederzijdse uitwisseling van
gedachten door te dringen tot de kern
van vele uitermate belangrijke pro
blemen, die zijn ontstaan door de
voortschrijdende rationalisatie in de
industrie, waardoor de mens verlaagd
dreigt te worden tot instrument, dat
alleen maar waarde heeft als deel van
de producerende machinerie.
Prof. Andrea Ferrari-Toniolo (Ita
lië), voorzitter van de S. I. L C., heeft
gistermiddag het congres geopend. Het
congres was, verklaarde hij, een be
langrijke schrede vooruit naar het
doel, dat de organisatie van de Pax
Romana zich gesteld heeft. In het
kort gaf hij een overzicht van de
conclusie, twee jaar geleden op het
congres te St. Germani genomen.
Hij stelde voor Z. H. de Paus een
telegram te zenden met een betui
ging van aanhankelijkheid en zyn
zegen over het congres te vragen,
hetwelk met een geestdriftig applaus
werd aanvaard.
Daarop was het woord aan prof. ir.
Froger, die als voorzitter van de Ned.
Kath. Ingenieursvereniging een be
langrijk aandeel heeft gehad in het
tot stand komen van het congres.
R. P. Enrico Di Rovasenda, aalmoe
zenier van de U. C. I. T„ bezwoer de
ingenieurs niet voort te gaan op de
ingeslagen weg van een tot het uiter
ste gerationaliseerd specialisme, dat
de menselijke waardigheid ontluistert
en onafwendbaar voeren moet tot een
wereldmoori. De ingenieur, zeide hij
o.m., moet zijn hart en zijn ziel wijd
openstellen voor het sociale leven, het
sociale recht. Hij moet een geest hel
pen scheppen van onderlinge achting
en genegenheid, waarin de werkne
mers, die onder hem gesteld zyn, zich
mens kunnen voelen.
Tenslotte sprak de Poolse bisschop
mgr. Gaylina nog enkele woorden tot
de congressisten.