Deel van ziekenfondsverzekerden kan klein eigen risico dragen Plan voor getrapte verzekering naar draag kracht en gezinssamenstelling ositieve en constructieve bijdrage der artsen Olievelden Noorcl-Sumatra nog niet genationaliseerd Durft Indonesische regering geen beslissing te nemen SPANJE koopt Rio-Tinto Engelse firma terug Fout uit verleden hersteld van In België dreigt een nieuwe schoolstrijd Zeeuwse kinderen op vacantie Een „economisch Gibraltar" Vrijwillige basis e» "«5S1?!»" Kosten: Ongeveer 800 milln. gulden Ingenieurscongres geopend Er sal een zekere concurrentie tussen de zieken fondsen ontstaan. Dit acht men wel gezond. Hierdoor wordt een zuinig beheer hersteld en verdwijnt het ambtelijk karakter van de fondsen Demonstraties van Maart tot Mei MINISTER DRAAIT DE KLOK TERUG VRIJDAG 23 JULI 1954 PAGINA 9 ClnUlp Hoi?ehuwden (Van onze redacteur) /n artsenkringen bestaan, zoals bekend, grote bezwaren e9en de huidige ziekenfondsregeling. Het op een zielceJt°P drijven van tachtig procent van ons volk in de tegp„ ndsen aanstonds bij de waarschijnlijk moeilijk tot f te houden verhoging van de loongrens van 5300 Pathi S'°P° wellicht negentig procent kan hun sym- strnP 7n het geheel niet wegdragen. He- socialiserend fond71' waarbij de Staat door middel van de zieken- pli ,sen waarin alle werknemers onder de grens ver- s,aa \verzekerd zijn een te dominerende rol vervult, jan» n reeds lang niet aan. Zij hebben reeds verleden toe ornstandig van hun bezwaren blijk gegeven. Tot nu arti 10113 de reacfie steeds negatief. Thans hebben de siti f71 tezamsn met de apothekers en tandartsen en po- Pon ®e^uid doen horen. Zij hebben een plan ontworpen eenT een ?i-ektev er zekering van het Nederlandse volk, dat den st,erk sociaal karakter draagt, dat gezien kan wor sten j een constructieve o jdrage tot oplossing van be- vni moeilijkheden, en waarin men, zich o.i. terecht ieJ twVfel afvragend of een all risk verzekering voor Sereen (onder een bepaalde grens) wenselijk is, een elsel van getrapte verzekering heeft ontworpen, waarin f1? <ieel van ons volk in geval van ziekte een beperkt eigen tstco. moet dragen. Men is van mening, dat verschei- e n e n, die thans onder de f 5300-grens vallen en in de klasse van - 5300 tot f 6.000 zeker enig 'mancieel risico in geval -an ziekte kunnen dragen. De 'cherpe scheiding bij de f 5300-grens daaronder alles, daarboven niets, daaronder de lasten voor werknemers en gezcLTïLC7ilijfc> cLcLQ>Tbov671 dc iti vcvHoudiYiQ "eel hogere alleen voor de werknemer i.eeft de artsen reeds lang tegengestaan. Met name het feit, dat een ongehuwde, die f 5.299 ver dient, en een gehuwde met, zeg vier kinderen, die het- sfciahs P- Voor voor de geïnteresseerde en Plan rtRleri? geworden lezer tot het ,at de Maatschappijen voor Ge- ,cie 5 Tandheelkunde en Pharma- en aaiTnin'ster van Sociale Zaken heb- Van uit B^b°den. Men gaat er allereerst 2 Pet ',dat de werkgeversbijdrage van blijft 'sJu0r de ziekenfondsverzekering rners a;1^dhaafd voor alle werkne- van ft nen„vallen beneden de loongrens in een Dit bedrag wordt gestort fonds) Sfbtrale kas (het Verevenings- Volgpv,',, beschikbare gelden worden PengpiH *en nader uit te werken „kop- staanrt imule" verdeeld over de be- nevpn e gemene ziekenfondsen en de of steiüngen van de ziekenfondsen Wn tv"-mee gelÖk te stellen instellingen waarmj de verzekering tegen de grote- s ,op het gebied van de gezond- neiaszorg kan worden ondergebracht. Twee soorten verzekeringen ringen-SA6?LnU S00rten ver2ek*- wf ^\.een volledige, gelijk aan de i ondergebracht bij de be- ver> 6 algemene ziekenfondsen; B- een 'e«ering alleen voor grotere risico s n, kijn Oi-derscheiden mogelijkheden, p ar het principe is aat men voor deze c erzekerin" uitsluit de poliklinische üstische hulp, de gewone huisart- p en de gewone pharmaceutische m-y. Voor de tandheelkundige hulp >t no,, een regeling worden opge ef- In de B.-groep zal de patiër.t dus bp+ de gewone doktersvisite moeten 'alen evenals de eenvoudige genees- l adelen die hem verstrekt worden. De va„ de doktersbehande'ing zal dus di-aTi 1 betaald moeten worden. Zo- st de totale verstrekkingen en de dien- Calpneen b®Paald jaarlijks nog te be ep ïsf i bedrag te boven gaan treedt Qp verzekering in werking. terwijl m'dV a" deZe regeling is, dat, verstrekkingen i„ep alle diensten "n ondergebracht vo de verzekering zijn zekering bep^m 0r. de B. -groep -'e ver- rentieerde inkonif.T,Würdt door gediffe- gedifferentieerd n sr-nzen (deze weer ongehuwd, Rehuwrf' burgerlijke staat, kinderen). Op dP, en gezinnen met een getrapte verzet n?au>er krijgt men gene die enig finam."11?' waardoor de- Per dit risico krifrt'T risico kan. lo: afhankelijk van 'e dragcn. geheel hisi-n i. een s<jc.'a,e Verzekering tech- y het gemakkelijkst worden uitge- v erd (door een bepaalde grens te ne en voor iedereen, gehuwd, ongehuwd. koïru°f zonder kinderen) maar: hoe *ezn .mhet beste ?e,et °P de typische tor. eidsbehoefte in de sociale sec Glijdende schaal bw1? deze gedachte door te voeren rrta'Tj er dus een glijdende schaal ge- benl i W01'den waarbij moest worden wie tot de A- of B.-groep ge- e6n "d kan worden. Vooruitlopend op gren definitieve vaststelling van deze Paaljj611 die zullen moeten worden be- betrPff0p basis van statistische gegevens kiep ende het budgetonderzoek heeft volge^®r bepaling van de gedachten de 0nri suêeesties gedaan, a. j.er de B.-groep vallen: ?over,e, ongehuwden met een inkomen jHar. 1 bijv. ƒ3.600.— of ƒ4.000— per ilk'J^huwden zonder kinderen met een ktar. eh boven 4.500.of 5.000.per met kinderen met een ®o dat voor elk kind ƒ500.ho- bo, m'Uïp Zlet hier dus de grenzen boven «lib j ongehuwde, of gehuwde met 'i\ b d.er kinderen geacht wordt enig gfiv'k 'sico te kunnen dragen. Het is 5ez'n van tien kinderen dus mo- of men de onder A.-verzekering wordt. Al degenen, die in hun onder scheiden burgerlijke staat minder ver dienen dan de aangegeven of nadar aan te geven grenzen vallen onder ae huidige (A.-) ziekenfondsverzekering. Van hen staat het vast dat zij geen enkel geldelijk risico kunnen dragen. Voor de bepaling van de grenzen dient niet genomen te worden het in komen waarover loonbelasting betaald wordt, maar het totaal inkomen. Zo zal het dus niet meer mogelijk zijn, dat. van een reiziger die een klein vast salaris maar een flinke provisie heeft de grens wordt vastgesteld op basis van zelfde inkomen heeft voor wat betreft de ziekteverze kering gelijke rechten hebben, komt hun in hoge mate ongewenst voor. De ongehuwde kan in dit geval zeker enig risico dragen, de gehuwde met kinderen in geen ge val. Het komt bij de huidige regeling, waarbij iedereen gelijkgeschakeld is met de behoeften van de laagste groep voor, dat er promoties geweigerd werden. Gaat nameilijk een gezinshoofd met zijn inkomen vooruit van f 32UU tot f 5400, dan komt hij bij ziekte in zijn gezin voor alle kosten te staan. Liever ziet hij in sommige gevallen, aat onder f 5300 de premie van zijn loon wordt ingehou den dan dat dit bij een hoger salaris niet geschiedt. Ze ker als hij een ziekelijke vrouw of kinderen heeft. Een ander voordeel van et plan is, dat bij bepaalde groepen van de bevolking geen rem of financiële barrière meer behoeft te bestaan, om doktershulp in te roepen- Velen, die boven de f 5300 verdienen, wachten vaak al te lang met de arts te consulteren, een schrikbeeld als zij vaak voor ogen hebben uit hun omgeving waar men een jaar of langer is achterop geraakt door kostbare specialistische hulp, d-.re foto's en een lange lijst van bijna niet te betalen medicamenten. Als er voor deze personen een regeling was, waarbij zij de eerste dokters kosten zelf zouden moeten betalen en er voor de ver dere vaak specialistsche hulp een verzekering was, zouden zij niet zo lang aarzelen de arts te raadplegen. De volksgezondheid zou hiermee gebaat zijn. Tenslotte: door het plan van getrapte verzekering zouden de artsen meer particuliere patiënten hebben. Afgezien efn even tueel geldelijk voordeel, dat niet gemakkelijk, is te be cijferen, wordt de verhouding arts-patient reeler en daar door gezonder. Er is dan geen opeenhoping m de wacht kamer van „kleine gevallen", die de arts overbelasten, daar de eerste kosten het gelimiteerde eigen risico immers voor rekening van i r patient komen. Het om wis sewasjes naar de dokter lopen zal met meer voorkomen. dat de laatste groep immers enig eigen risico draagt. Degenen die meer dan f 6.000.verdienen en onder de B.-ver- zekering vallen (bij de door ons gestel de cijfers met minder dan twee of drie kinderen) betalen de 2 pet die de werk gever zou moeten betalen plus de aan vullende premie. Deze laatste wordt door ieder ziekenfonds afzonderlijk vastgesteld. Zij hangt af van de gemid delde gezinssamenstelling in het fonds, min of meer als bij de huidige vrij willige verzekering dus. Gemiddelde ge zinssamenstelling; van ieder gezin on geacht inkomen, ongeacht samenstelling, is in een bepaald ziekenfonds de aan vullende premie gelijk. Men wil de res tant-premie incasseren ten huize van de verzekerde. Fondsen meer autonoom Er zal dus een zekere concurrentie tussen de ziekenfondsen ontstaan. Dit zijn loon, evenmin als dat van een boer, die tevens directeur is van een Boe renleenbank en die uit dien hoofde een beperkt salaris heeft, dit salaris bepa lend zou zijn voor de klasse van de ziekteverzekering. De financiering Hoe denkt men nu de financiering van een en ander te regelen? Allereerst zal moeten worden bepaald hoe hoog het jaarlijks inkomen is. Dit moet ge schieden aan de hand van de verkla ring van de werkgever, waarnaast het nodig is, dat de werknemer zijn bij verdiensten opgeeft. Voor degenen, die minder dan ƒ6.000.— 's jaars verdienen, betaalt de werkgever 2 pet zowel voor hen die onder dë A.- dan wel de B.- verzekering vallen. Het totaal bedrag wordt volgens de „koppengeld-formule" verdeeld over de A.- en B.-verzekering. Daarnaast be taalt de werknemer een aanvullende premie. Deze zal voor de verzekerde in de A.-groep in verhouding hoger zijn dan voor die in de B.-klasse, om- acht men wel gezond. Hierdoor wordt een zuinig beheer hersteld en verdwijnt het ambtelijke karakter van de fond sen. Zij worden i.teer in de privaat rechtelijke sfeer getrokken. Er ontstaat een functionele decentralisatie en meer autonomie voor de lagere organen. Ook zelfstandigen kunnen voor de A.- of B.-verzekering In aanmerking komen. Het recht hiertoe zou bijvoor beeld eens per jaar beoordeeld moeten worden aan de hand van een inkomens- verklaring. Voor de minst draagkrachtigen zal door middel van een Rijksbijdrage, zo als thans reeds geldt voor de vrijwillige verzekering, een reductie van de pre mie mogelijk moeten zijn. Het is mogelijk voor de B.-verzeke ring andere organen dan de huidige in te schakelen, bijv. de particuliere verzekeringsmaatschappijen, die bij in voering van dit plan anders een deel van hun debiet zouden verliezen. Vrijwillig, maar toch... werkgevers (onder de zes mille) 2 pet betalen wel duidelijk dat zij er niet alleen prijs op zullen stellen dat hun werknemers de aanvullende verzeke ring aangaan, maar voorts dat velen van hen dit in het arbeidscontract ver plicht zullen stellen. He. is te verwach ten dat nagenoeg iedereen een van de ze soorten verzekering zal afsiuiten. Reeds nu ziet men dat vele verplicht verzekerden vrijwillig een aanvullende verzekering sluiten. Bovendien is prac- tisch iedereen die er voor in aanmer king komt reeds vrijwillig verzekerd. Tenslotte is er de indirecte dwang die bij ziekte ontstaat. Een welkome om standigheid is gelegen in de stap terug naar de persoonlijke verantwoordelijk heid, die bij de huidige overgeregelde maatschappij vrijwel verloren is ge gaan. En de ziekenfondsen? Deelneming aan deze verzekering is geheel vrijwillig. Het is mede omdat de Een deel van de ziekenfondsen kan met dit plan niet accoord gaan, zodat het zonder 't fiat van de ziekenfondsor ganisaties in zijn geheel aan de minis ter moest worden aangeboden. Het hoofdbezwaar van enkele ziekenfondsen is, dat door het plan de, wij zouden het kunnen noemen, solidariteit binnen de collectiviteit der werknemers wordt aangetast. Zjj willen geen onderscheid tussen de werknemers en huldigen het oude principe: dezelfde rechten, dezelf de plichten. Men vergeet echter, aldus de artsen, dat deze collectiviteit door de herhaalde opschuiving van de loon grens al te groot is geworden. Zii moet dringend beperkt worden. De werkne- mersgroep onder de ƒ5.300.of 6.000.is niet meer homogeen. Ieder moet naar eigen draagkracht eigen ri sico nemen. Zoals de een tweede, de ander derde klasse reist, zoals de een vóór, de ander achter in de bioscoop zit, moet er onder de werknemers een mogelijkheid zijn zich verschillend te verzekeren. De denivellerende werking van het plan is volgens de artsen in deze tijd van nivellering slechts toe te juichen. Meer practische bezwaren van de ziekenfondsen: a. Er zullen zeer veel mutaties ko men. Het is mogelijk dat een werk nemer binnen enkele jaren verschei dene malen van groep moet verwis selen omdat hij trouwt, meer gaat verdienen, een kind krijgt. Voor al deze gebeurlijkheden zijn, zoals be kend, grenzen gesteld en deze kun nen bij verandering van de burger lijke staat of uitbreiding van het ge zin overschreden worden. Van de zijde van de artsenorganisaties wordt hiertegen opgemerkt, dat enkele dui zenden mutaties per jaar op de vele millioenen einig uitmaken.. Zij geven toe dat de regeling ingewikkeld is, maar er zijn er in ons sociaal bestel heel wat gecompliceerder. Overigens, de regeling is gemaakt in het belang van de verzekerde. De boekhouder moet en kan zich aanpassen. b. De aanvullende premie moet aan huis opgehaald worden. Dit geeft wéér een bode aan de deur en tevens incas sokosten. De artsen (weer): Het be lang van deze verzekering staat voor op. Voor deze bijkomstigheid moet men niet terugschrikken. c. Er komt een grote concurrentie tussen de ziekenfondsen onderling. Artsen: Dit kan het doelmatig beheer siechts ten goede komen. Als de con currentie te groot wordt, is onderlinge verevening mogelijk. d. Waarom wordt de premie niet naar draagkracht geheven? Artsen: Het gaat reeds ovei; de gemiddelde gezins samenstelling. Bovendien is de 2 pet. van de werkgevers volgens de „kop pengeld-formule" reeds over de gezin nen „uitgestreken". De artsen verwachten niet dat deze regeling spoedig aanvaard zal worden. Zij menen echter een constructieve bij drage te hebben geleverd en wijzen er op dat het allereerst gaat om het soci ale belang. Er kunnen op onderdelen heel goed wijzigingen aangebracht wor den, maar het principe willen zij met zonder degelijke tegenargumenten en met de beste wil van de wereld kunnen zjj deze niet zien prijsgeven. 'ert^ dan het hoogst onder B. ge- f 1 1 z V vi z-vivvi »»'B «en '.t-het gezinshoofd bijna 9.500. Sest inkomen heeft. Maar voor 5 lln'de .met één kind zal bij de hier "0.-—cijfers de grens al liggen bij ediu„°f 5.500.Enerzijds een Se 'a w "it) d-d""'tlicrzijus CCH o». de anderzijds een inperking de i ,1 '1ss„ '3estaande regeling, al naar de 'henstelling. 5eIeideiuïa,n dat e?n hoge mate van e Vast- bezit, dat breekt met X6hdien „gr<:ns voor iedereen, dat bo- k echnisch beter verantwoord is. ,?ar dan\'S het moeilijker uitvoer den iebet thans geldende systeem. eeft het maar verder). Maar het dening i'°ordeel dat het volledig h8t erg pee met de dl'aagkracht, b)J de dnttangst voor h°ge kosten ^VeelomVatokter behoeft te bestaan >erBtrekkineIl hulP en kostbare «Lrd) en dat tl zjJn immers verze- ^ts« narti?eilzame verhouding Particuller patiënt hersteld (Van onze correspondent) DJAKARTA, Juli 1954. Een van de hangende kwesties, waarin de huidige Indonesische regering het nog steeds vermeden heeft een beslissing te nemen, is die van de olievelden in Noord-Sumatra. Het is trouwens in het programma van dit kabinet gezegd, toen het in Juli van het vorig jaar aan het bewind kwam; men zou wachten met het nemen van een beslissing tot een daartoe te vormen staatscommissie over de onderhavige kwestie verslag zou hebben uitgebracht. Deze commissie is inmiddels met haar werkzaamheden gereed gekomen. Het verslag daarvan aan de regering is echter nog niet gepubliceerd. Wel heeft de regering naar aanleiding van dit verslag, waarvan de inhoud dus onbe kend is, een voorlopige beslissing genomen: zij heeft de olievelden in Noord- Sumatra in het begin van dit jaar rechtstreeks onder het ministerie van Economische Zaken gesteld en mr. Nirwono Judo benoemd tot coördinator voor het beheer. De exploitatie van de olievelden ge- geschiedde voroheen door het plaatselijk bestuur. Daarbij werd doorgaans met verlies gewerkt. Bovendien kwam het regelmatig voor, dat de arbeiders hun ioon niet en-of niet op tijd ontvingen. De arbeiders zelf waren verdeeld in twee groepen: de ene groep eiste de algehele nationalisatie van de olievel den, de andere daarentegen eiste, dat de olievelden, zulks in overeenstemming met het overeengekomene op de Ronde- Tafel-conferentie, aan de vooroorlogse eigenares teruggegeven zouden worden. De aanhangers voor teruggave aan de vindt men vooral in kringen van oil kjasiumi- Zij betogen dat de Indone- he^ v?i fegerl"g niet over het kapitaal veiHeè om de exploitatie van de olie- bfi evr,i^?e5 lonend te maken, terwijl belanBrhke ^ud00r de het land belasüne-ee "komsten aan deviezen en betastingen zou krijgen. Voorts, aldus deze voorstanders van teruggave aan de B.P.M., maakt het feit dat de olievel den niet aan de eigenares worden terug gegeven, dat Indonesië in het buitenland een slechte naam krijgt, waardoor ée geneigdheid om kapitaal in Indonesië te investeren vermindert. Overtuigde aanhangers van nationali satie van na olievelden zijn in de eerste plaats de communisten. Vervolgens is ook de vertegenwoordiging van de P.N.I., de nationalistische partij in Noord-Sumatra, aanhanger van nationa lisatie van de olievelden. Het lijkt er echter veei op, at het hoofdbestuur van deze partij in Djakarta een gematigder standpunt inneemt. Een van de bestuurs leden van de P.N.I., mr. Sumanang, die in een vorig kabinet minister van Eco nomische Zaken was, verklaarde des tijds er persoonlijk voorstander van te zijn, dat de olievelden aan de B.P.M. teruggegeven worden. Ook een staats commissie, die in 1952 een bezoek aan de olievelden bracht, adviseerde deze aan de B.P.M. terug te geven. Dit ad vies werd overgenomen door de finan- cieel-economische raad van de regering. Desondanks stelde de destjjdse rege- rine evenals haar opvolgsters een beslissing uit. Bekend is voorts dat ook vice-president Moh. Hatta tegenstander is van nationalisatie van de olievelden in Indonesië. Veel is men dus inmiddels n:-"t op geschoten. In de maanden Maart tot en met Mei hebben bij de olievelden in Noord-Sumatra verschillende de monstraties plaats gevonden, zowel voor als tegen teruggave van deze vel den aan de B.P.M. Opvallend was daarbij dat de demonstratie tegen de teruggave werd bijgewoond door de huidige minister van Economische Za ken mr. Iskak Tjokrohadisurjo. Dit wekte de indruk dat de regering zich wilde laten overtuigen dat de „volks wil" nationalisatie van de olievelden eiste. Een beslissing bleef echter zoals gezegd uit- Over de waarde van de demonstraties valt moeilijk een oordeel te geven. De Indonesische kranten m Medan gaven naar gelang van hun politieke richting zeer ver schillende schattingen van het aantal betogers. Zo demonstreerden volgers de Pendorong 8.000 personen voor de nationalisatie van de olievelden, vol gens Tangkas slechts 3.000. Lembaga daarentegen meldde, dat 10.000 perso nen deelnamen aan de demonstratie voor teruggave aan de B.P.M., vol gens Pendorong waren het er nog geen 1.000. De regering heelt dus inmiddels be sloten de olievelden in Noord-Sumatra rechtstreeks onder het ministerie van Economische Zaken te stellen. De nieuw benoemde coördinator, mr. Nirwono Judo, iemand die voorheen bij de olie winning in Tjepu in Midden-Java werk zaam was, heeft inmiddels reeds van zich doen spreken. Opvallend is daarbij, dat hij zijn tegenstanders zowel onder degenen heeft die voor nationalisatie zijn, als onder degenen die daartegen zün. De bewuste olievelden bevinden zich in Pangkalan Brandan en Pangkalan Susu in het regentschap Langkas in Oost-Sumatro en Rantau in Atjeh. Tot de benoeming van mr. Nirwono Judo was de exploitatie van deze bedrijven gescheiden. Een van de eerste maatre gelen van de coördinator was echter de- (Van onze correspondent in Spanje) In de vorige eeuw verloor Spanje niet slechts, op enkele zeer schamele resten na, zijn onmetelijke overzeese gebieden, het hield ook inter nationale uitverkoop van zijn eigen binnenlandse bronnen van welvaart en ontwikkelingsmogelijkheden. Voor een zeer groot deel kwamen dus de ontginning van Spanjes bodemrijkdommen velerlei metalen de aanleg en exploitatie van spoorwegen en andere openbare diensten in handen van buitenlandse ondernemingen. Het was een gemakkelijke, maar tenslotte rampzalige manier om gelden te doen vloeien in de chronisch berooide schatkist, ten dele weliswaar goed te praten ook met het voorNvendsel, dat het land zelf niet over de nodige kapitalen en technische bekwaamheid beschikte. Zeer verbreid was in Spanje zelfs een zekere geringschatting voor de moderne „materialistische" techniek; de Spaanse geest was tot verhevener bezigheden geroepen. Nog in deze eeuw schreef een vermaard auteur als Miguel de llnamuno, rector-magnificus van de Salmantijnse Universiteit: „Laten de anderen maar uitvinden!" Zo werd Spanje in die kwade negen tiende eeuw van een grote, koloniën bezittende mogendheid zelf deels een economisch en geëxploiteerd gekoloniseerd land. een onder-magazijnchef van Britse na tionaliteit. Ook de arbeiders,, Span jaarden, werden naar Spaanse normen betaald, hetgeen, naar eigen verklarin gen van de directie op een in 1932 te Londen gehouden aandeelhoudersver gadering de exploitatie van „Rio-Tinto ongeveer even lonend maakte als soort gelijke ondernemingen in koloniale ge bieden, die kleurlingen gebruikten. Sindsdien zijn op dit gebied wel enige verbeteringen bereikt. Een derde der aandelen En nu zal „Rip-Tinto", dat op econo misch gebied voor Spanje zoveel als de tegenhanger is van Gibraltar op het politieke, overgedragen gaan wor den aan een nieuw op te richten Spaan se maatschappij, waarbij deze het pas sief en actief van de oude zal overne- Niets begrijpelijker dan een na tionaal bewuste politiek erop uit is deze toestanden op te ruimen. Dit streven dateert niet van het huidige bewind, maar onder dit bewind hebben zich enkele van de meest markante recupe raties voorgedaan. Zo werden de di verse particuliere spoorwegmaatschap pijen, waarin m. n. Frankrijk sterk vertegenwoordigd was, genationaliseerd tot de RENFE (Red Nacional de Ferro- carriles Espanolas) en kon de Spaanse staat enkele jaren geleden ver vroegd de laatste afbetaling verrich ten op de terugkoop van de telefoon maatschappij, die in Amerikaanse han den was. Het is allemaal in der minne gegaan en het heeft het land zware financiële offers gekost, want het re giem past allerminst „Mossadegh"-metho- des toe. Dezer dagen nu heeft ook de z.g. „operatie-Rio-Tinto" practisch haar beslag gekregen. Wie enigszins thuis is in de Spaanse zaken of in de geschie denis van het internationale beurswe- zen, weet welk begrip er onder „Rio- Tinto" schuil gaat. De naam verplaatst ons naar het rijke mijngebied van de Westelijke Sierra Morena in Andalusië, dat reeds geëxploiteerd zou zijn geworden door de Phoeniciërs, en het in ieder ge val later was door de Romeinen. De „ouden" dolven er echter voorname lijk naar de edele metalen, goud en zilver. In de moderne tijd verkreeg het vooral faam als Europa's belang rijkste vindplaats van koper. Als zo danig werd het geëxploiteerd door de Spaanse staat, totdat in het jaar 1873 de regering van de Eerste Spaan se Republiek het mijnbekken bij af slag verkocht aan een Engelsea onder neming voor de som van 93 millioen pesetas. De Engelse eigenaars zetten zich onmiddellijk tot het modernise ren van de ontginningsmethoden en spoedig beheerste Engeland, dank zij „Rio-Tinto", de gehele wereld-koper- markt. Ontzaglijk- zijn de baten ge weest, economisch en aan politieke invloed, die aldus in de loop der ja ren Spanje zich heeft zien ontgaan. Een nationalistische, of wellicht ook alleen maar werkelijk nationaal ge zinde economen van het land lieten dan ook niet na „Rio-Tinto" in het licht te stellen als klassiek voorbeeld, dat zonder discriminatie en controle aanvaarde investering van buiten lands kapitaal, in hoge mate de bui tenlandse belangen begunstigde, maar ten nadele strekte van de nationale. „Rio-Tinto" werkte met een minimum van hoger Spaans personeel, en de sa lariëring was zo, dat in 1935 een Spaans chef-ingenieur minder verdiende dan men. Met passend gejuich heeft de C; aanse pers het nieuws gebracht. De onderhandelingen hiertoe zün gevoerd tussen enerzijds de bestuursraad van de Engelse onderneming en anderzijds eer. groep van particuliere Spaanse banken met medewerking van de Spaanse ministeries van Handel en van Nüverheid. Voor de overdracht zal de oude Engelse maatschappü een bedrag ontvangen van 77.666.666 pond sterling (rond 800 millioen gulden), te betalen in zeven jaarlijkse termijnen. Belang rijke bepalingen van de overeenkomst zijn voorts, dat de oude Engelse maat schappij met een derde van de aan delen vertegenwoordigd zal zijn in de nieuw op te richten Spaanse, terwijl de nieuwe maatschappü gebruik zal blijven maken van de diensten van het technisch apparaat en de verkooporga nisatie van de oude. Hetgeen men wel licht kan zien als de min of meer ideale formule voor het terugbrengen in Spaanse hand van andere economi sche enclaves en voor het vestigen van nieuwe industriële ondernemingen met hulp an buitenlands kapitaal. Ondertussen dient vermeld, dat in de loop der jaren de betekenis van „Rio-Tinto" zich aanzienlijk ge wijzigd heeft. Tengevolge van de uitputting van de rijke lagen is de productie van koper geheel op de achtergrond geraakt. Het heden en de toekomst van Rio-Tinto liggen in de bewerking van de nog ontzaglijke rijkdommen aan ijzer- en koper- pyrieten, waardoor „Rio Tinto" een rol speelt van wereldbetekenis bij de productie van superfosfaten. Het is dan ook niet juist om te zeggen, dat hetgeen Spanje van „Rio Tm to" terugkrijgt het „skelet" van „Rio- Tinto" is. Behalve de delvings- en bewerkings installaties beschikt de onderneming o.m. over een eigen spoorlijn van 68 kilometer, die Rio-Tinto met Huelva verbindt, waar zij over grote haven installaties beschikt. Zij heeft momen teel nog ruim zevenduizend man per soneel in dienst en onderhoudt o.m. twee ziekenhuizen. (Van onze correspondent) De Belgische kamerleden en senato ren hebben dezer dagen de tekst van een wetsontwerp in hun brievenbus ge vonden. De socialistische minister van onderwijs, Collard, had het ontwerp reeds enige dagen eerder op het bureau van de kamer ingediend, maar omdat premier Van Acker het parlement met vervroegde vacantie naar huis stuurde, waren de teksten niet tijdig klaar ge komen. Toen minister Collard de por tefeuille van zijn C.V.P.-voorganger, Harmei, overnam, zou hij gezegd heb ben, dat hij een rekening te vereffenen had met het bijzonder onderwijs. Uit bovengenoemd wetsontwerp blijkt, hoe de anticlericale minister deze vereffe ning opvat. Wat is nl. het geval? Het bijzonder katholiek onderwijs is gedurende de ja ren tussen de twee wereldoorlogen door de opeenvolgende liberale en socialis tische ministers van Openbaar Onder wijs stiefmoederlpk behandeld. Minis ter Harmei, de eerste katholieke minis ter van onderwijs sedert 1914, heeft daarin verandering gebracht door het bijzonder onderwijs, zoal niet de abso lute gelijkheid met het Staatsonderwijs, dan toch ruimere levensmogelijkheden te verschaffen. Ten aanzien van het middelbar onderwijs betekende dit in concreto, dat aan het lekenpersoneel 1000 Zeeuwse kinderen uit de zwaarst getroffen rampgebieden gaan een heer lijke drieweekse vacantie genieten m alle delen van ons land, di° van de ramp gespaard bleven. Zij gaan logeren bij gastvrije vacantiepleegouders, die de kinderen geheel gratis zullen verzorgen. Donderdagochtend kwamen de kinders op het station van Roosendaal bijeen, om vandaar de reis per trein naar de vacantieadressen te maken. En óf dat in Roosendaal ook een vrolijke drukte gaf....! ze bedrpvn te centraliseren onder een hoofdkantoor in Medan. Tegen deze maatregel werd door de betrokken hoofden protest aangetekend. Zij spraken als hun overtuiging uit, dat mr. Nirwono Judo zijn bevoegdheden had overschreden, en weigerden hun be drijven aan hem over te dragen. Mr. Nirwono Judo ontsloeg daarop de be trokkenen en stelde in hun plaats ande re hoofden aan. De oude hoofden bleven echter weigerachtig hun bevoegdheden over te dragen, waarbü zij zich erop be riepen, dat zij door de gouverneur van Noord-Sumatra benoemd waren. Deze gouverneur zelf echter verklaarde dat zijn bevoegdheden wat betreft de olie velden geheel overgegaan waren aaifftte coördinator, mr. Nirwono Judo, wiens besluiten dus zeker rechtsgeldigheid be zaten. Toen de oude hoofden echter ook daarna nog weigerden hun bedrijven over te dragen, werd deze overdracht met behulp van de politie geëffectueerd. Een protest-commissie heeft zich in middels naar Djakarta begeven om te protesteren tegen de door mr. Nirwono Judo genomen maatregelen. Deze stelt daarbij, dat mr. Nirwono Judo uitslui tend communisten in leidende functies 1 benoemta, en zelfs de leden van de P.N.I. passeert. De regering schünt zich echter achter mr. Nirwono Judo te blijven stel len. Dit alles is eigenlijk slechts een inter mezzo in de kwestie van de olievelden als zodanig. Nog zijn deze niet genatio naliseerd en nog heeft de regering geen beslissing dienaangaande genomen. Zij heeft slechts besloten in deze olievelden tien millioen rupiah te investeren (een fractie van wat er nodig is) en om mr. Nirwono Judo te belasten met de coör dinatie van de olievelden in de hoop dat de exploitatie daarvan dan althans enigszins lonend zal worden. Een van de eerste maatregelen van de coördina tor is dan ook geweest om met behulp van de politie een deel van de gestolen materialen van de olievelden op té spo ren. Het schijnt echter, dat de huidige In donesische regering het thans nog niet aandurft om een definitieve beslissing in deze, ook internationaal gezien, zo belangrijke kwestie te nemen. Waar- •schijnlijk wil zü daarmee wachten tot de algemene verkiezingen achter de rug zijn. van de bijzondere middelbare scholen dezelfde wedde zou worden uitgekeerd als die, welke het personeel van de staatsmiddelbare scholen ontving en dat het schoolgeld in beide soorten van in stellingen zou worden gelijkgesteld. In Juli 1951 werd een door de minister ingediende vorlopige wet goedgekeurd, waardoor het bijzonder middelbaar onderwijs, dat tot dan toe nooit een centime van de staat had ontvangen, subsidies kreeg ten belope van nagenoeg 300 millioen frs. Als basis voor de toekenning diende de som van 4.000 frs. per leerling (in de middelbare staatsscholen wordt gerekend met eert bedrag van 25.000 frs. per leerling.) Eind 1952 werd deze voorlopige wet ge- wpzigd tot definitieve wet onder toe kenning van 550 millioen francs subsi dies (op basis van 8.000 frs. per leer ling) met ingang van 1 Januari 1954. Het nieuwe wetsontwerp van de so cialistische minister Collard wil thans eenvoudig de wet van 1952 ongedaan maken en terugkeren tot de voorlop'i e regeling van 1951 Nu ligt het voor de hand dat de bijzondere middelbare scho len reeds hun begrotingen voor het lo pend schooljaar hebben opgemaakt, en daarbij rekening hebben gehouden met het subsidiebedrag waarop zü, krach tens de wet van 1952, sedert Januari van dit jaar recht hebben. In katholieke kringen interpreteert men de beoogde maatregel dan ook als een poging om het bijzonder onderwü's financieel ie on dermijnen. Anderzijds heeft minister Collard een aantal financiële voordelen toegekend aan de staatsscholen. De credieten voor de gebouwen werden met vier mil lioen francs verhoogd, die voor de stu diebeurzen in het middelbaar onderwys met tien millioen; de staatskweekscho- len krygen 27 millioen meer. „In het buitenland zal men met ver stomming geslagen zgn, aldus een pro testcommuniqué van de Christelijke Volkspartij, dat de Katholieke Univer siteit van Leuven, als enige «nder de Belgische Universiteiten gevaar loopt haar gediplomeerden van functies in het staatsonderwijs uitgesloten te zien. De minister houdt aldus candidaten verwü- (lerd die zich voorbereid hebben vol gens de wettelyke normen en waarvan de diploma's bekrachtigd zijn door de minister van onderwüs in hoogst eigen persoon Te Delft zijn katholieke ingenieurs uit vijftien verschillende landen byecn, om door wederzijdse uitwisseling van gedachten door te dringen tot de kern van vele uitermate belangrijke pro blemen, die zijn ontstaan door de voortschrijdende rationalisatie in de industrie, waardoor de mens verlaagd dreigt te worden tot instrument, dat alleen maar waarde heeft als deel van de producerende machinerie. Prof. Andrea Ferrari-Toniolo (Ita lië), voorzitter van de S. I. L C., heeft gistermiddag het congres geopend. Het congres was, verklaarde hij, een be langrijke schrede vooruit naar het doel, dat de organisatie van de Pax Romana zich gesteld heeft. In het kort gaf hij een overzicht van de conclusie, twee jaar geleden op het congres te St. Germani genomen. Hij stelde voor Z. H. de Paus een telegram te zenden met een betui ging van aanhankelijkheid en zyn zegen over het congres te vragen, hetwelk met een geestdriftig applaus werd aanvaard. Daarop was het woord aan prof. ir. Froger, die als voorzitter van de Ned. Kath. Ingenieursvereniging een be langrijk aandeel heeft gehad in het tot stand komen van het congres. R. P. Enrico Di Rovasenda, aalmoe zenier van de U. C. I. T„ bezwoer de ingenieurs niet voort te gaan op de ingeslagen weg van een tot het uiter ste gerationaliseerd specialisme, dat de menselijke waardigheid ontluistert en onafwendbaar voeren moet tot een wereldmoori. De ingenieur, zeide hij o.m., moet zijn hart en zijn ziel wijd openstellen voor het sociale leven, het sociale recht. Hij moet een geest hel pen scheppen van onderlinge achting en genegenheid, waarin de werkne mers, die onder hem gesteld zyn, zich mens kunnen voelen. Tenslotte sprak de Poolse bisschop mgr. Gaylina nog enkele woorden tot de congressisten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 9