Enkele katholieke intellectuelen
over het Mandement
Bijzondere aflevering van
Ter Elfder Ure
Stuw in Hollandsche IJssel
De remedie
alken
vam
genot*.
Doiiwe Egberts
tabu
r
de GEHEIMZINNIGE
AUTO
De Gasperi's naam
door partij geëerd
Ruim twee meter hoger dan bij de
laatste stormvloed
BESTWIli
50.000 Vietnamezen
vluchten voor Ho
Ook Britse troepen
verlaten Korea
m
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1954
FAGINA 4
Verantwoordelij küeid
van de voorhoede
Uw
kinderen
zijn er
mee in hun
per meter
Vrijlating van gevange
nen met muziek
Een Nederl. speurdersroman
55
„Ter Elfder Ure", het maandblad
van enkele vooraanstaande progres
sieve katholieke intellectuelen, heeft
een nummer doen verschijnen, waarin
een aantal van hen, buiten verant
woordelijkheid van de redactie, hun
beschouwingen en overwegingen pu
bliceren over en naar aahleiding van
het Bisschoppelijk Mandement. Wan
neer men bedenkt, dat in deze kring
ook leden van de Katholieke Werk
gemeenschap van de P.v.d.A. als mr.
F. Daams, G. Ruygers en J. M. Wil-
lems kind aan huis zijn, dan kan men
met voldoening constateren, dat de
verschillende schrijvers zich over het
algemeen hebben weten te hoeden
voor een al te grote eenzijdigheid en
zich ernstig hebben verdiept in de
vragen, die niet alleen in hun milieu,
maar ook daarbuiten bij katholieken
naar aanleiding van het mandement
zijn opgekomen.
Mede-verantwoordelijkheid
Zo schrijft prof. W. Pompe uit Utrecht
o.a. terecht: „De aandacht van katholie
ken en niet-katholieken is tot nog toe
wel zeer sterk gericht op 't derde hoofd
stuk, waarin de Bisschoppen zich door
Hun apostolisch ambt gedrongen toon
den tot verboden en sancties, benevens
tot een zeer nadrukkelijke aanbeveling
op politiek gebied. In deze eenzijdige
nadruk der aandacht schuilt een gevaar
voor misverstaan. Het gehele mande
ment immers is doortrokken van de be
zorgdheid der Bisschoppen voor het Ge
loof van de ruim vier millioen katho
lieken in Nederland, waarvan de leiding
in de Kerk aan Hen als opvolgers der
Apostelen is toevertrouwd. Het zou nie
mand moeten kunnen ontgaan hoezeer
de Bisschoppen zich bewust zijn van de
zwaarte der verantwoordelijkheid, wel
ke deze apostolische taak Hun oplegt.
Het besef van deze verantwoordelijk
heid, waarvan het gehele mandement op
indrukwekkende wijze blijk geeft, heeft
de Bisschoppen in het derde hoofdstuk
ertoe gebracht om voorschriften te hand
haven, welke zij in het mandement van
1916 gegeven hebben en daarbij een
hoogst-ernstige waarschuwing te voegen,
alles om de Hun door Christus Zelf toe
vertrouwde gelovigen te behoeden voor
ernstige gevaren waaraan dezen in h,ur.
geloofsleven zouden kunnen blootstaan."
En verder: „Als het geloofsleven der
aan Hen toevertrouwde katholieken dit
eist, hebben de Bisschoppen het recht en
de plicht om kerkelijke maatregelen te
nemen. De vraag of de gevaren in ver
band met de gesteldheid der gelovigen
inderdaad tot deze maatregelen nopen,
is een vraag van beleid. Maar iedere
katholiek erkent, en het lijkt mij niet te
veel gevraagd van niet-katholieken om
te begrijpen, dat de Bisschoppen de eer
ste en leidende verantwoordelijkheid
hebben bij de beantwoording van zulk
een beleidsvraag. Zij zijn beter dan wie
ook in de gelegenheid om een overzicht
te. hebben van de gesteldheid der ge
lovigen in hun verschillende groeperin
gen. Als Overheden dragen Zij boven
dien de verantwoording om beslissingen
te nemen. Dit neemt de verantwoorde
lijkheid der gelovigen voor elkaar niet
weg. Dezelfde gevaren voor de meest
bedreigde klassen der gelovigen bren
gen ook voor alle katholieken een grote
verantwoordelijkheid mee." Na ver
klaard te hebben, dat hij de groep van
Ter Elfder Ure als een avant-garde met
een grotere verantwoordelijkheid dan
die van andere gelovigen beschouwt,
concludeert prof. Pompe: „Daarom moet
zij haar verantwoordelijkheid tegenover
de grote groepen der medegelovigen er
kennen, ook met betrekking tot de ge
varen, waarop de Bisschoppen in het
Mandement met zo krachtige nadruk
wijzen. Deze verantwoordelijkheid kan
ertoe leiden, dat men van handelingen,
welke op zichzelf niet alleen goed be
doeld, maar zelfs voortreffelijk zijn, af
ziet om de zwaksten niet te ergeren
noch te verleiden. Wij leven in voort
durende relatie met onze medemensen.
In de Kerk zijn de gelovigen nog op
een bijzondere wijze verbonden. Een
handeling, die de ene niet schaadt, kan
voor het Geloof van een ander dodelijk
zijn."
Na deze beschouwing over „De ver
antwoordelijkheid der Voorhoede" van
prof. Pompe schrijft prof. W. Gros-
souw uit Nijmegen onder de kop:
„Christelijke Verantwoordelijkheid"
over de gewetensvorming o.m.: „De
situatie waarin de Nederlandse katho
liek zich thans bevindt, is niet meer
dezelfde als die waarin hij stond, vóór
het bisschoppelijk mandement ver
scheen. De mens ontsnapt niet aan
het beroep, dat de wereld telkens op
nieuw op hem doet. Elk ogenblik aan
vaardt hij nieuwe verantwoordelijk
heden. Ook door te zwijgen, ook door
de poging zich aan het appèl te ont
trekken, laadt men verantwoordelijk
heid op zich. Tot de factoren, waarmee
een verstandige gewetensvorming re
kening heeft te houden, behoort nu
ook het mandement. en niet alleen
dit bisschoppelijk schrijven, maar ook
alles wat hierop is gevolgd aan in
stemming en verzet."
Als „de generale practische strekking
van het schrijven" ziet de Nijmeegse
hoogleraar „een krachtige aansporing
niet enkel tot religieuze, maar ook tot
sociale, culturele en politieke eenheid,"
maar natuurlijk geen uniformiteit, al
wenst men ook geen vrijbuiten. „De ge
wetensbeslissing," aldus schrijft prof.
Grossouw. „kan ieder van ons slechts
persoonlijk nemen; niemand kan deze
taak voor een ander vervullen. Niemand
mag handelen tegen de overtuiging van
zijn eigen geweten in, maar op ieder
rust de plicht zijn geweten zo eerlijk en
getrouw mogelijk te vormen. Wie wei
gert met alle aspecten van de concrete
situatie rekening te houden, schiet te
kort in de deugd van verstandigheid of
bedachtzaamheid. Een van de belang
rijkste aspecten bestaat naar mijn over
tuiging hierin, dat het mandement een
beroep doet op de katholieken, en met
name op de intellectuelen, hun primaire
verantwoordelijkheid te beseffen ten
aanzien van de huisgenoten des geloofs.
En in dit punt roept het slechts een
wezenlijke functie van de agape of de
christelijke liefde in herinnering. Al is
het noodzakelijk, het is niet voldoende
te willen erkennen, dat de bisschoppen
zich door pastorale en niet door poli
tieke beweegredenen hebben laten lei
den. Al kan het noodzakelijk zijn een
beroep te doen op de gehoorzaamheid,
die wij hun als onze geestelijke leiders
zijn verschuldigd, mijns inziens doet
men de bedoelingen van het mandement
onrecht, wanneer men het alleen als
een autoritair document beschouwt. Het
behoort niet enkel tot de juridische
sfeer, het behoort ook tot de orde der
christelijke liefde. Het bevat een oproep
tot mede-verantwoordelijkheid."
Na geconstateerd te hebben, dat om
wille van deze liefde christenen ver
plicht kunnen zijn, niet hun eerlijke
overtuiging prijs te geven, maar wel de
uit dit inzicht voortvloeiende vrijheid
55
van handelen te beperken, besluit hij:
„Alleen de toekomst kan uitmaken, in
hoever het mandement der bisschoppen
als daad van beleid juist is ge
weest. Als zodanig behoort het tot de
ars politica, die wezenlijk feilbaar
blijft. Maar de toekomst voltrekt zich
niet zonder onze medewerking. Of het
mandement zal slagen hangt groten
deels af van de vraag, wat wij, katho
lieken, ermee doen. Het zal zijn doel
zeker niet bereiken, als ook wij het
alleen maar zien in de sfeer van macht
en recht. En evenmin, als wij niet naar
stig blijven zoeken naar mogelijkheden
van een open katholicisme."
Eigen verantwoordelijkheid
Na een gedegen uiteenzetting van de
verantwoordelijkheid van de bisschop
en van zijn volk eindigt dr. J. A. M.
Weterman van het seminarie Dijnsel-
burg te Huis ter Heide: „Men heeft zich
in katholieke kringen verbaasd over de
interesse van niet-katholieken Voor een
mandement, dat toch voor katholieken
geschreven werd. Ik zou niet graag al
de concrete vormen voor mijn rekening
nemen, waarin ziah deze niet-katholieke
reacties hebben geopenbaard. Maar dat
men het gevoel had wel degelijk mede
betrokken te zijn in dit mandement,
acht ik volkomen juist. Het bisschoppe
lijk stuk doelt vanaf het begin op het
trekken van bepaalde lijnen voor het
handelen der katholieken op sociaal en
politiek terrein. Dit wil zeggen, dat het
juist daar, waar het bovenal „mande
ment" wordt, gebieden raakt, waarbij
wij allen als Nederlanders betrokken
zijn. En het raakt deze terreinen op een
zodanige wijze, dat het de katholieke
burger oproept om op een begrensde en
gerichte wijze gebruik te maken van de
vrijheid, die hem in deze orde toekomt.
Dit betekent een belangrijke ingreep
binnen een eigenstandige sfeer. Het is
als een bekroning in meer besliste vorm
van een beleid, dat de bisschoppen als
zielenherders reeds sedert langere tijd
geboden achtten voor de Katholieke
Kerk in ons land. Dit oordeel berust
mede op een bepaalde visie omtrent de
sociale en politieke sfeer en de invloe
den, die vandaar uitgaan op het geeste
lijk leven der katholieken. Bisschoppen
kunnen zich daarin vergissen. Zij heb
ben dit in de historie der Katholieke
Kerk ook meerdere malen gedaan. Maar
dat kan niet wegnemen, dat onze bis
schoppen thans tot ons met authentiek
gezag spreken. Zij kunnen en willen
daarmee niet de eigen verantwoordelijk
heid van ieders geweten opheffen. In
tegendeel, zij doen daarop een beroep.
In een uitstekend artikel heeft De Tijd
dit onlangs betoogd (13/7). „Men zou
kunnen zeggen, dat de bisschoppen aan
geven wat naar hun mening de uitkomst
moet zijn, waartoe een goed function-
nerend katholiek geweten moet gera
ken." In deze „worsteling van de mens
heid naar het goede" heeft ook lie ker
kelijke leiding een functie, die men ten
slotte niet in louter-juridische „maar
slechts in theologische termen kan uit
drukken".
„Wie slechts daar gehoorzamen kan,
waar hij zelf inziet, gehoorzaamt eigen
lijk niet. Maar wie tegen zijn geweten
ingaat, handelt evenzeer onverantwoord.
Het is denkbaar, dat hij dan toch in
Gods ogen schuldig staat, omdat hij na
liet bij de vorming van zijn geweten het
oordeel van de bisschoppen voldoende
te dóen meespreken. Het is echter even
eens denkbaar, dat hij subjectief te goe
der trouw handelt of zelfs als randmoge-
lijkheid, dat hij ook objectief juist oor
deelt. Wij mensen missen het vermogen
om te treden binnen de ruimte, waarin
God met zijn schepsel alleen verkeert."
„De bisschoppen hebben hun beslis
sing ten dele omgeven met geestelijke
sancties. Men kan slechts stellen, dat
dit „gewetensdwang" is, wanneer men
uitgaat van de veronderstelling, dat
hun besluit in principe of hic et nunc
ongeoorloofd zou moeten heten. Het
tuchtrecht behoort immers sinds apos
tolische tijden tot de bevoegdheden
van het gezag in de Kerk. Dit kan
leiden tot een verscherping van het
conflict tussen inwendig en uitwendig
forum. Het behoort tot de gegeven
heden, waaraan men pijnlijk ervaart
nog te behoren tot „de Kerk tussen de
tijden", dat deze tegenspraak niet vol
ledig valt weg te nemen. Wel heeft
een ieder tot taak om bij een eerlijke
gewetensworsteling naar vermogen de
helpende hand te reiken. Zoals een
bisschop daar niet onverschillig tegen
over zal zijn, zo zal ook elke leek er
het zijne toe kunnen bijdragen. Met
name kan o.a. de gestalte, die de ka
tholieke burger zal weten te geven
aan de politieke eenheid, die de bis
schoppen wensen, daarvoor van be
tekenis zijn."
Dr. K. J. Hahn beschouwt de maat
schappelijke activiteit van de katholiek
op het nationale en internationale vlak
en wijst er op, dat in verschillende
landen de situatie ook verschillend is,
zodat ook verschillen in kerkelijk be
leid onvermijdelijk zijn. ,,Er zijn dus
internatinaal geen starrefronten van de
christenen. De Kerk is ook niet van
plan ze door officiële uitspraken op
te richten. Op het maatschappelijke
terrein hebben de leken van wat toe
gestaan en mogelijk is een dusdanig
gebruik gemaakt, dat eenheid en ver
scheidenheid, concentrering en verde
ling gegeven is. Dit is betreurenswaar
dig, maar ook vruchtbaar, en het roept
de christen op in volle vrijheid van
geweten en in gehoorzaamheid aan de
richtlijnen van de Kerk het besef van
de mystieke eenheid van de Kerk met
zijn apostolische taak en zijn positie
in de wereld te verbinden." Zijn slot
opmerking over „het vrijwillige prijsge
ven van de gewetensvrijheid' snijdt o.i.
geen hout, omdat van zulk een prijs
geven eenvoudig nooit sprake is ge
weest.
Bepaald uit de toon van dit over
het algemeen zich op niveau handha
vende nummer valt wat de heer J.
Leyten „als buitenstaander" meent te
moeten luchten over „Mandement en
Pers", culminerend in de klakkeloze
beschuldiging, „dat bijna niemand in
Nederland durft te schrijven, wat hij
meent", omdat het -hem zijn baan zou
kunnen kosten, of althans misschien
ten onrechte vreest, dat het dat
zou doen.
Waarheid en macht
Dr. B. Delfgaauw uit Haarlem be
gint zijn beschouwing over „Persoon
lijke Waarheid en Georganiseerde
Macht" aldus:
„Bisschoppelijke richtlijnen zijn in
Nederland altijd op tamelijk eenvor
mige wijze ontvangen. Een grote
groep eenvoudige, maar echte gelo
vigen heeft steeds getracht, zich let
ter en geest dezer richtlijnen eigen
te maken. Een andere grote groep
heeft demonstratief hoera aangehe
ven, omdat de Bisschoppen zeiden,
wat in hun kraam te pas kwam en
waartoe zij misschien ook geadvi
seerd hadden. Een derde kleine groep
trok zich mokkend binnenskamers
terug, onthield zich van openlijke
critiek om een des te scherpere,
maar steriele critiek in besloten kring
uit te oefenen.
Alleen de houding van de eerste
groep lijkt ons gelovig en waardig.
De houding van "de tweede groep,
die uitspraken, die op het religieuze
vlak liggen, te eigen tijdelijke bate
aanwendt, is in wezen ongelovig en
onwaardig. De steriele critiek van
de derde groep is dit evenzeer. Be
tekent dit, dat wij ten aanzien van
een bisschoppelijke richtlijn enkel
maar „volgzaam" kunnen en mogen
zijn? Het hangt er van af, wat men
onder volgzaam verstaat. Er zijn
verschillende vormen van volgzaam
heid. Zo is er de echte volgzaam
heid van eerstgenoemde groep gelo
vigen; de quasi-volgzaamheid van
hen, die religieuze richtlijnen voor
hun aardse spel benutten; de volg
zaamheid tenslotte, die berust op een
mee- en eventueel anders-denken, in
het besef echter, dat de leiding van
de Kerk bij de Bisschoppen berust."
Nagaand de oorzaken, waarom zo
velen afvallen, komt hij tot de conclu
sie,, dat de afval meestentijds voort
komt uit gebrek aan frisse lucht.
„Nergens in Nederland waait de wind
van de persoonlijke waarheid, maar
overal weegt de druk van de georga
niseerde macht," schrijft hij om dan
van leer te trekken tegen die georga
niseerde macht. Hij vindt het Neder
landse katholicisme „versteend" en
schijnt in tegenstelling met de bisschop
pen alle heil te verwachten van een
opruimen van „de verzuiling" en een
tegemoetkomen aan de doorbraakge
dachte. „Het tragische is, dat als deze
doorbraak niet met ons komt, zij zon
der ons komt," schrijft hij. Hebben
met een soortgelijk argument onder de
bezettingstijd zij, die rotsvast in een
Duitse overwinning geloofden, niet hun
pro-Duitse houding en collaboratie ver
dedigd?
Drs. Bredero houdt in zijn „Kant
tekeningen bij onze Taak op sociaal
Terrein" een pleidooi voor hetpro
bleem van de sociaal-charitatieve or
ganisaties, en betreurt, dat in het
Mandement daaraan zo weinig aan
dacht is besteed. Dr. E. Brongersma
beëindigt zijn artikel „In deze Tijd"
met de volgende persoonlijke visie:
„Feitelijk komt het woord van de
Bisschoppen hier op neer, dat wij om
de gehavende restanten van ons ka
tholicisme te behouden, ons in deze
tijd moeten terugtrekken in ons eigen
huis, om daar in eenheid en volgzaam
heid te leven onder de bisschoppelijke
leiding, welke zich over al die ter
reinen van ons bestaan uitstrekt die
door het Mandement en andere bis
schoppelijke en pauselijke uitspraken
worden bestreken. Noch de moeilijkhe
den in concrete gevallen, noch „psy
chologische factoren en gevoelsoverwe
gingen", noch „een begrijpelijk en
sympathiek gevoel van eenmaal ge
groeide samenwerking", noch „een
zekere angst voor het verwijt van
hekjeszetterij", noch „objectieve bij
zondere moeilijkheden", noch „feitelij
ke of psychologische bezwaren" mogen
ons weerhouden de bisschoppelijke aan
sporingen te volgen (nr. 34). Dit dringt
tot verschrikkelijke beslissingen, die
ernstige gevolgen met zich moeten
brengen voor onze apostolische invloed,
doch de nood van het Nederlandse ka
tholicisme rechtvaardigt ze, naar de
kennelijke mening van de Bisschoppen,
„in deze Tijd".
En terwijl wij met onze beperkte
middelen onze weg vervolgen, kunnen
wij daarom slechts met alle innigheid
bidden: „Heer, zegen ons Land en onze
Kerk, en geef dat deze tijd spoedig
aan ons moge voorbijgaan."
In het openbare leven
Tenslotte schrijft Prof. Anton van
Duinkerken over het Openbare Leven
o.a.:
„De inwijding van de katholiek tot
het openbare leven, gelijk de bis
schoppen dit woord blijken te ver
staan, ligt, dunkt mij, niet allereerst
in het lidmaatschap van politieke,
sociale of charitatieve organisaties.
Tot deze bijzondere vorm van open
baarheid wordt de katholieke chris
ten ingewijd door het sacrament van
het Vormsel. Vandaar in de twaalfde
paragraaf de duidelijke, maar veel
eisende woorden, aansluitend aan
een toespraak van Pius XII in Oc
tober 1951: „Wanneer ons collectief
en georganiseerd apostolaat maar
altijd voortkomt uit dat echt persoon
lijk apostolaat, dus uit de liefde, dan
zullen wij de nederigheid en de soe
pelheid bezitten om niet eng en
egoïstisch te zijn, en om ruimte en
mogelijkheid open te laten, zowel
voor andere krachten als voor nieu
we vormen."
„Bij mijn weten is dit de eerste
maal in onze taal, dat in een ker
kelijk stuk onmiddellijk verbonden
met de nederigheid, volgens vele kerk
vaders de eerste Van de deugden, de
soepelheid wordt genoemd als 'n hoe
danigheid van de ziel en van het
gedrag, die mag en moet gesteld
worden onder de inwerking Van de
genade. De situatie, waarin zich de
hedendaagse katholiek in Nederland
bevindt, maakt voor hem de ontmoe
ting, zelfs met geloofsgenoten, tot
een gebeurtenis van waarde. Wij le
ren, wie wjj ook zijn, in de korte
duur van ons leven, veel meer men
sen kennen dan onze grootouders.
Misschien tekent zich het bewustzijn
van de mens uit het midden van de
twintigste eeuw door niets zo scherp
af als door de snelheid en felheid
van zijn kennismaking met anderen.
Dit verzwakt de blijvende verbindin
gen tussen dokter en patiënt, onder
wijzer en leerling, pastoor en paro
chiaan, maar het verhevigt gesprek
ken tot debatten en ontmoetingen tot
openbaringen.
„De verantwoordelijkheid, waarop
het Mandement een beroep doet, is
niet uitsluitend de verantwoordelijk
heid voor een „morale en action",
maar het is de verantwoordelijkheid
voor een „morale vécue". In de
overgangsschakeringen tussen indivi
dualisme, personalisme, collectivisme
en totalitarisme neemt zij precies de
middelste plaats in, tussen persona
lisme en collectivisme, wars van de
uitersten."
En hij besluit met de woorden:
„Kunnen wij het Bisschoppelijk Man
dement niet beter gebruiken dan er
elkander mee te dwingen tot hetgeen
wij zelf graag zouden zien gebeuren,
dan is de kans niet groot, dat wjj de
meest christelijke verklaring van dit
document hebben uitgedacht."
De centrale leiding van de Italiaanse
Christen-Democratische party heeft gis
teren besloten een naar haar overleden
voorzitter Aleide de Gasperi te noemen
„Italiaans centrum voor politieke stu
die" en een „internationale prijs Alcide
de Gasperi" in het leven te roepen. Het
centrum zal in Rome worden gevestigd.
De prjjs (een gouden medaille en een
som van vijf millioen lire) zal om de
drie jaar worden toegewezen aan de
gene (Italiaan of buitenlander), die het
meest heeft bijgedragen tot de vooruit
gang van het burgerlijke en sociale le
ven in Italië.
Het stoffelijk overschot van de Ita
liaanse staatsman werd gisteravond, ge
volgd door duizenden bergbewoners en
toeristen, door het steile Sugana-dal
naar het stadje Borg gebracht. Daar
werd een dienst gehouden in de kathe
draal.
Vervolgens zette de stoet zich in be
weging naar Trento, waar De Gasperi,
tot morgen staat opgebaard in het ge
meentehuis.
Morgen wordt de laatste reis naar
Rome aanvaard met een trein die op
alle grote stations zal stoppen om de
mensen gelegenheid te geven afscheid
van de staatsman te nemen. (AFP-Reu-
ter).
De eerste phase van de werkzaam
heden tot afsluiting van de Hollandsche
IJssel bij Capelle a.d. IJssel, bestaande
uit baggerwerkzaamheden, is thans be
ëindigd. In totaal werd 240.000 M3
slappe grond, in hoofdzaak van de
rechteroever van de rivier, weggebag-
gerd.
Zoals bekend, wordt de Hollandsche
IJssel afgesloten door een kunstwerk,
dat uit drie onderdelen bestaat, t.w.
een afsluiting van de gehele rivier door
middel van twee beweegbare schuiven,
die eikaars reserve zijn, een schutsluis
aan de Noordwestelijke oever en een
overbrugging van de rivier ten behoeve
van het verkeer te land. Reeds voor de
oorlog heeft het ministerie van Water
staat gedacht aan een afsluiting van de
rivier, doch eerst door de stormramp
is deze kwestie sterk naar voren ge
komen. Door de afsluiting zal het water
niet meer binnen de dijken kunnen ko
men, zodat in het najaar van 1956, wan
neer men met dit project gereed hoopt
te zijn, het gevaar voor het achtergele
gen gebied, dat zich uitstrekt tot Lei
den, geweken zal zijn.
De sluis, welke zal bestaan uit twee
stalen sluisdeuren, met een betonnen
drempel op de bodem van de rivier,
zal een breedte krijgen van 24 meter.
Het scheepvaartverkeer op de rivier zal
niet worden afgesloten, maar krijgt een
opening van 80 meter voor de doorvaart.
Alleen bij een stormvloed zal het ver-
keer voor de schepen worden afgeslo-
Advertentie
RUITEN
ten, kleinere schepen zullen dan nog
onder de brug over de sluis heen kun
nen, maar grote schepen zullen van de
ze sluis gebruik moeten maken.
Zijn de schuiven gesloten dan wordt
een waterkeririghoogte bereikt die ruim
twee meter hoger is dan de hoogst ge
noteerde stand bij de laatste storm
vloed.
Momenteel strekken de werkzaamhe
den aan het kunstwerk zich uit over de
beide oevers van de rivier. Ojp de plaats,
waar thans de baggerwerkzaamheden
zijn beëindigd, wordt nu een zandmas-
sief aangebracht. Op dit lichaam komt
t.z.t. de oprit naar de vaste brug over
de rivier. Voorlopig zal dit terrein ech
ter dienen als werkterrein voor het nog
te bouwen sluislichaam binnen de bouw
put.
Volgens officiële Franse opgaven heb
ben 49.730, voor het merendeel Vietna
mese burgers en militairen hun wonin
gen in Noord-Vietnam verlaten om zich
per boot of per vliegtuig naar het Zui
den te laten evacueren. De meeste
Franse zakenlieden in Hanoi en Hai
phong hebben hun gezinnen op eigen
kosten naar Zuid-Vietnam overgebracht.
zy willen zelf de toestand nog even j
aanzien.
De uitwisseling van krijgsgevangenen
gaat nog steeds door. Te Vietri, 30 km.
ten N.W. van Hanoi zijn 460 knjgsge- i
vangenen van de Franse Unie vrijge
laten. Zij werden tot aan de demarca
tielijn begeleid door een groot aantal
mannen en vrouwen, die saxophoons
bespeelden, trommels roerden en „voiks-
democratische liederen" zongen. ue
vrijgelaten gevangenen zagen er goed
uit. Zij verklaarden gedwongen te zijn
mee te doen aan het communistische
musiceren. (UP).
Veldmaarschalk Sir John Harding,
chef van de Britse Imperiale Staf, heeft
gisteren op een persconferentie meege
deeld, dat op het ogenblik plannen wor
den overwogen om de omvang van de di
visie van het Gemenebest in Korea te
beperken. Deze beperking zou, even
redig aan die welke het Amerikaanse
leger zich heeft voorgenomen, neerko
men op de terugtrekking van twee-der
de van alle troepen. De vrijgekomen
Britse troepen zouden naar Engeland
terugkeren en bestemd zijn voor de op
bouw van Engelands „strategische re
serve". Hoe eerder dit kan geschieden,
aldus Sir John, hoe beter.
Na de oorlog heeft Engeland elke
militaire formatie voor noodgevallen
letterlijk bijeen moeten schrapen. De
Engelse verplichtingen in het buiten
land hadden een wanverhouding ge-
schappen tussen de strijdkrachten in
eigen land en die in andere gebieden.
Sir John vertelde ook, dat het Brit
se leger de beschikking hoopt te krij
gen over Amerikaanse geleide projec
tielen voor „experimentele doelen".
Een overeenkomst met de Verenig
de Staten over geleide projectielen,
die van een atoomlading kunnen
worden voorzien, had betrekking op
de „Korporaal", die naar verluidt
een draagwijdte heeft van ongeveer
80 km.
De persconferentie werd gehouden
na afloop van een geheime conferentie
van drie dagen van militaire leiders uit
acht landen van het Gemenebest.
(Reuter)
In aanwezigheid van talrijke au^orfeL
ten heeft Z. K. H. Prins Bernhard
het Centraal Museum te Utrecht de t
toonstelling „Schatten van Peru'
deel geopend. Tijdens de rondgang f
de tentoonstelling bezichtigde de
o.a. deze zeer oude mumm
Op het ogenblik zijn
er
Spanjaarden in Kerkrad
Want men spaart er in dez
dagen nationaliteiten in
goede mjjnstad. Maar
jongens van het Iheris
schiereiland hebben dit m
de Italianen gemeen,,
zij overal, door eenvoudig
verschijnen, paniek en en®
om zich heen zaaien. D
kunnen die zonnige Zuiderlingen n
eenmaal niet laten. Sterker, dat is e
van de redenen van hun bestaan.
Goed. Gisteren heb ik het dus n1®
gemaakt, dat een stel zwartgel°*j
volgelingen van Franco geschaa
stonden rondom een van de heren v
het topcomité, dat de feestelijkhe"
m Kerkrade organiseert. WaarscnU^
lyk spraken zij op hun manier
voldoening uit over de ontval®-i.
Maar het leek erop, dat zij ruzie -
den maken. Want als buitenstaan^
weet je nooit waar zij naar toe wim'I
De lankmoedige Limburger, die
mikpunt van alle Zuid-Europese JjjL
drijvigheid was, verkeerde kennelU"
ook in twijfel.
En hq riep dus op een gegeven rn?".
ment met barre stemverheffing ul„'
„Signori, pianissimo, potverdomm6
En die krachtige taal deed zelfs 0
Spanjaarden zwijgen.
Advertentie
door H. A. v. O.
48
„Ha ha ha", bulderde Bruggeman.
„Hoor je dat, Mefisto? Sherlock Ho
mes vraagt wat voor grappenmaker ju
bent. Vertel hem eens even, dat Jij
kans ziet hem binnen een seconde z n
portefeuille afhandig te maken en dat je
op je lege bord één-twee-drie-hup een
nieuw stuk pudding kan goochelen'
Bak haalde de brede schouders op en
veegde met de rug van zijn hand de
mond af. „Ik ken deze heren niet'zei
hij wrevelig, „en bovendien ben ik niet
gewend gratis voorstellingen te geven
Sylvia Snabel, die naast hem zat, tik
te hem op de schouder. „Foei mijnheer
Kroonder, wat bent U een materialist",
lacht© z©.
Mickey Tienhoven leunde met z'n ar
men breed over de tafel. „Vertel U ons
eens mijnheer Kroonder, waar was U
eigenlijk eergisterenavond tussen half
elf en half twaalf?" vroeg hij met zijn
zachte diepe stem.
„Als U dat zo interesseert, wil ik U
dit wel even verklappen: ik trad eergis
teren nog op in het Scala Theater in
Rotterdam", antwoordde Bak gelaten.
„Wie bewijst dat?" wilde Mickey
Tienhoven nog weten.
„De directie van 't Scala Theater",
grinnikte Bak.
Tienhoven wendde zich tot Bijlman.
„.Inspecteur, 't lijkt mij wel de moeite
waard dit eens te onderzoeken. Deze
man is hier wel pas vandaag binnen ko
men rollen, maar wie weet met wie hij
hier in „Belle Vue" in verbinding
staat".
„Tja... wie weet met wie... ant
woordde Bijlman raadselachtig en hij
had moeite een glimlach te onderdruk
ken. „In ieder geval hebt U mij reeds
enigszins het gras voor de voeten weg
gemaaid, door naar het alibi van mijn
heer eh... Kroonder te informeren. Om
U gerust te stellen, wil ik U beloven, dat
ik dit onderzoeken zal".
„Alibi... alibi...!" stoof Bak op. „Wat
moeten jullie met mijn alibi! Jullie zit
ten zolang we aan tafel zijn over die
moord te kletsen. Wat heb ik daar mee
te maken?" En rechtstreeks tot Bijl
man: „Mijnheer de inspecteur, doet U
mij een genoegen en laat me d'r als
jeblieft buiten. Ik ben vanmorgen pas
uit Rotterdam gekomen en heb er dus
niks mee te maken". Hij besloot zijn
woorden met een vuistslag op tafel, zo
dat borden en messen lagen te rinkelen.
Het dienstmeisje kwam binnen en be
gon de tafel af te ruimen.
„Wel, ik geloof, dat de gehele bezet
ting van „Belle Vue" compleet is", zei
Bijlman glimlachend, toen de tafel was
afgeruimd en hij een stoel aangeschoven
had.
„Behalve Pa Hazelaar!" rien Geer-
ling lachend.
„En mijnheer Belfort", voegde Mic
key Tienhoven er sarcastisch aan toe.
Belfort kwam juist de kamer binnen
en groette beide inspecteurs.
„Ach mijnheer Belfort, doet U mij
een genoegen en vraagt U de heer Haze
laar ook even beneden te komen. Hij
moet dan maar voor een ogenblik zijn
vijandschap voor mijnheer Geerling ver
geten", verzocht Bijlman.
„Pa is de deur al uit", zei Geerling en
hij sloeg van louter vreugde op z n knie.
„Geen tien minuten geleden liep hu de
voortuin in en zag ik hem de Amstel
opwandelen. Kijk,... ik kan van hier al
precies door het raam het tuinhekje
zien".
Mickey Tienhoven keek hem uit de
hoeken van zijn kleine oogjes sluw aan
en opeens van zijn stoel opspringend,
opende hij de deur en riep naar de keu
ken, „Aliaéaaweet je ook of myn
heer Hazelaar nog op z'n kamer is.
Bijlman was ten zeerste verbaasd over
deze plotselinge activiteit des heren
Tienhoven... Prompt galmde het ant
woord uit de keuken: „Nééééé, meheer
Hazelaar is al weg! Ik heb juist op zijn
kamer afgeruimd, maar hij was-t-er
niet meer!
„Had hij gegeten?" wilde Mickey nog
weten.
„Jaaaa, maar niet veel", luidde het
antwoord.
Mickey sloot de deur en nam weer
plaats. „Hü is weg...", zei hij, eigenlijk
meer voor zich heen dan tegen een be
paald iemand.
„Wat een belangstelling voor Pa!
grinnikte John Rodney en hij inhaleerde
diep de rook van zijn Engelse sigaret.
„En of Pa wel gegeten heeft", gichel-
de Mies Koning, ,'t Lijkt wel. of Mic
key zich om hem bezorgd maakt".
„Als je op de leeftijd van Pa Haze
laar gekomen bent, eet je niet meer zo
veel", mengde zich Freddy Snabel in het
gesprek.
„Afijn, in ieder geval toont onze
vriend Mickey, dat ie zich zéérzéér
opvallend' voor het mysterie in de Kalf
jeslaan interesseert", zei Geerling en
zijn fanatieke ogen waren boosaardig op
de zanger gericht. ,'t Lijkt me anders
'n aardig krantenberichtje:... afgedank
te bas-zanger ontpopt zich als detecti-
Mickey's ogen vernauwden zich tot
twee spleetjes. „Zóóóóó", zei hu lang
gerekt. „Hoor me die stenenbikker s
grappig worden! Doe me een lol en zoek
jij ruzie met Pa Hazelaar, maar niet met
mij".
„Kom, kom heren", vermaande BeJ-
fo'rt hen, echter tot grote ergernis van
Bijlman, die reeds dikwijls bij ondervin
ding had gehad, dat een dergelijke twist
soms verrassende feiten aan 't licht kon
brengen.
„Natuurlük, waarom zullen we elkaar
in de )iaren vliegen!" riep Kees Brugge
man lachend. „Zand er over! Laat ik
jullie liever eens mijn nieuwste schla
ger voorzingen. Een succes-mop wordt
dat ding van Oh Inspecteurtje
„Ik verzoek u dit liedje niét te zin
gen!" zei Bijlman vriendelijk doch
dringend.
„Zoals u wilt inspecteurtje. Begint
u dan maar weer van vooraf aan:
waar zat jij en waar zat jij en wat
deed jij en wat jij- Knap vervelend."
„Ja, waar zat jij eigenlijk?" vroeg
Mickey hem plotseling.
„Niet in de Kalfjeslaan, Mickey! Of
heil jij mij daar soms gezien?"
„Nee, hij heeft m ij daar gesnapt,"
grinnikte de beeldhouwer.
„Als dat waar zou zijn, dan is Mi
ckey daar zélf óók geweest!" riep Rod
ney gretig.
„Bestaat niet dat Mickey die avond
in de Kalfjeslaan was," begon Geer
ling weer. „Hij kwam 's nachts kwart
over twaalf thuis gelijk met Fred
dy Is 't niet waar Fred?" zo wend
de hij zich even tot de jongeman.
„Mickey is niét in de Kalfjeslaan ge
weest en tóch wil ie ons niet zeggen,
waar ie dan wél gezeten heeft. Typisch
.zéér typisch vind ik dat
(Wordt vervolgd)
ZONDAG
HILVERSUM I, 402 m. VARA: 8.00
nieuws, 8.20 gram., 8.35 platteland, 8.45
dubbelkwartet, 9.05 sport, 9.10 gram., 9.45
caus. VPRO: 10.00 kinderen. IKOR: 10.30
Oud-Katholieke mis. AVRO: 12.00 sport,
12.05 lichte muz., 12.35 Even afrekenen,
Heren!, 13.00 nieuws, 13.05 gram. 13.10
wereldkampioensch. wielrennen, 13.20
verz.progr. v. mil., 14.00 boek, 14.20 omr.-
ork. en solist, 15.20 caus., 15.35 koorzang,
15.50 dansmuz., 16.30 sport. VPRO: 17.00
caus., 17.20 caus. VARA: 17.30 kinderen,
17.50 sport, 18.15 nieuws, 18.30 gram.,
19.30 muzikale discussie. AVRO: 20.00
nieuws, 20.05 Der Zigeunerbaron, ope
rette, 21.35 act., 21.50 piano, 22.15 gevar.
progr., 23.00 nieuws, 23.15 tweede Assem-
blée van de wereldraad van Kerken te
Evanston, 23.25 gram.
HILVERSUM II, 298 m. NCRV: 8.00
nieuws, 8.15 orgel, 8.30 prot. pr., 9.15
vocaal kwartet. KRO: 9.30 nieuws. „.45
gram., 11.30 Wie is mijn Patroon?, 11.45
kamerork. en solist, 12.20 apologie, 12.40
Musette-ork., 12.55 thuisfront, 13.00
nieuws, 13.10 gram., 13.40 boek, 13.55
gram., 14.00 spel Herwonnen Paradijs,
15.15 gram., 15.40 pontificale Hoogmis.
IKOR: 17.00 prot. pr. NCRV: 19.00 prot.
pr., 19.05 gram., 19.15 bas en piano, 19.30
caus. KRO: 19.45 nieuws, 20.00 gram.,
20.25 de gewone man, 20.30 gram., 20.50
hoorspel, 21.35 symphonette-ork. en sol.,
22.05 act., 22.20 gram., 22.45 Avondgebed,
23.00 nieuws, 23.15 gram.
ENGELAND, BBC, home service, 330
m.: 13.40 marsen en walsen, 14.55 Han
sel und Gretel, opera, 18.30 kamermuz..
22.00 recital.
BBC, light progr., 1500 en 247 m.:
17.00 gevar. muz., 19.30 lichte muz., 22.15
pianorecital.
NORDWESTDEUTSCHER RUNDFUNK,
309 m.12.00 symph.ork. en soliste, 13.10
vrouwenkoor, ork. en sol., 16.30 dans
muz., 18.15 symph.ork., 18.45 sopr.. ba
riton en piano, 22.15 dansmuz., 23.00
lichte muz., 0.15 symph.ork. en solist,
1.15 gevar. muz.
FRANKRIJK, nat. programma, 347 m.:
15.33 opera, 18.00 ork.conc., 20.02 lichte
muz., 21.35 ork.conc.
BRUSSEL, 324 m.: 12.00 lichte muz.,
12 34 pianospel, 18.00 strijkkwartet. 19.30
ork.conc., 22.15 operettemuz., 23.05 lichte
muz.
484 m.: 22.15 lichte muz., 23.00 lichte
ENGELAND. BBC. European Service.
Uitz. voor Nederl. 8.00-8.15 Eng. les
v. beginnelingen. (Op 464 en 49 m.).
17.00-17.15 Eng. les v. beginnelingen. (Op
224 en 42 m.). 22.00-22.30 Nieuws. Het
Festival van Edinburgh. (Op 224 en
75 m.).
WIJ KIJKEN NAAR TELEVISIE.
Gez. progr. AVRO, KRO, VARA en
VPRO: 9.48-11.30 en 14.58-16.45 Wereld
kamp. wielrennen Duitsland.
MAANDAG
HILVERSUM I, 402 m. AVRO: 7.00
nieuws, 7.10 gram., 8.00 nieuws, 8.15
gram., 9.00 prot. pr., 9.15 orgel, 9.30 huis
vrouw, 9.40 gram., 11.00 voordr., 11.15 ka
merork., 12.00 wereldmuziekconcours te
Kerkrade, 12.33 In 't spionnetje, 12.38
orgeh 13.00 nieuws, 13.15 gram., 13.20
Metropole-ork., 14.00 Wat gaat er om >n
de wereld?, 14.20 gram., 14.30 voordr..
14.45 sopr. en piano, 15.15 hoorspel, 16.15
gram., 17.30 padvinders, 17.45 gram-.
18.00 nieuws, 18.15 wereldkampioensch-
accordeon in Stuttgart, 18.45 klankbeeld
over de duivensport, 19.00 gram., 19-15
caus., 20.00 nieuws, 20.05 gevar. progr-
20.50 hoorspel, 22.00 omr.ork. en piano
duo, 22.40 gram., 22.50 wereldkampioen
schappen wielrennen, 23.00 nieuws, 23-13
lichte muz., 23.45 gram.
HILVERSUM II, 298 m. NCRV: 7.00
nieuws, 7.10 gram., 7.15 gym., 7.33 muz-
7.45 prot. pr., 8.00 nieuws 8.15 gram.. 8.3"
Tot uw dienst, 8.35 gram., 9.00 zieken.
9.30 vrouw, 9.35 gram., 10.30 prot. Pr"
11.00 gram., 11.45 gevar. muz., 12.25 ka*
en tuinder, 12.33 gram-, 12.59 klokgelui'
13.00 nieuws, 13.15 amus.muz., 13-4J
gram., 14.05 jeugd, 14.30 gram., 14-4'
vrouw, 15.15 amus.muz., 15.40 grarn-
16.00 prot. pr., 16.30 piano, 17.00 kleu
ters, 17.15 amus.muz., 17.45 regeringsui»"
18.00 koorconc., 18.20 gram., 18.30 orgen
19.00 nieuws, 19.10 vocaal dubbelkwar
tet, 19.40 gram., 20.00 radiokrant. 20>
Promenade-ork. en solist, 21.00 klankb-
21.30 viool en piano, 21.50 gram., 22.
prot. pr., 23.00 nieuws, 23.15 tweede A5
semblée v. d. Wereldraad van Kerk®
te Evanston, 23.25 gram.
ENGELAND, BBC, home service, 3',
m.: 14.00 ork.conc!, 16.15 pianorecn
18.25 volksliederen, 19.00 gevar. m»';
19.30 Vaderlandse liederen, 20.00 symp"
ork. en solist.
BBC, light progr., 1500 en 247
12.30 dansmuz.. 13.00 ork.conc.,
lichte muz., 15.45 gevar. muz., 16.30 n
ork., 17.15 lichte muz., 18.00 gevar. rn"4j
20.00 gevar. muz., 22.15 lichte muz.,
jazzmuz.. 23.20 lichte muz.
NORDWESTDEUTSCHER RUNDFjJ^f
309 m.: 12.00 amus.muz., 13.10 ork.r-^45
14.15 oude Duitse volksliederen. .ans-
pianorecital, 16.00 kamermuz., 16-3u,ph--
muz., 19.15 amus. muz., 20.25 sy ceuo,
conc., 23.40 viool, claveclmbel en
0.25 dansmuz.. 1.15 gevar. muz.
FRANKRIJK, nat. programma, jjO"
12.30 ork.conc., 13.40 Pianorecital ot]f.
ork.conc., 16.50 kamermuz., zu.
i45
conc. j3.
BRUSSEL, 324 m,: 13.15 piand^'jicht'
pianospel, 15.00 ork.conc-,
muz-, 21.15 ork.conc. pian"r
484 m.: 12.00 omr.ork-, 17.3"
cital. s«rV'C<
ENGELAND. BBC European g V-
Uitz. voor Nederl. 8.00-8.H5 22-
beginnelingen. (Op 464 en liejd v.
22.30 Nieuws. Bezienswaar (0P
week. Eng. les v. gevorde
en 75 m.).