Haarlem is in Scandinavië
geworden
een
beg:
Tip
Kunst uit de kloosters in
Haarlem geëxposeerd
Nieuwe straten in Haarlem
w
I
I
w
DE WEEK IN STAD EN STREEK
H
E
De propaganda moet rekening
houden met gevoeligheidjes
Officier waarschuwt voor
malefide kooplieden
I
r n
BLIKSEMAFLEIDERS
„Veel historie maar weinig bloemen
in de stad aan het Spaarne"
Minnaar liep dik gezicht op door de
hond van boze buurman
TOERISTISCHE AMBASSADEURS VOOR KENNEMERLAND:
STEtfO - TYPEi\
HAARLEMSE POLITIERECHTER
m
HERINGA WUTHRICH
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1954
PAGINA 3
Graag ongewoon eten
Geen dronkenman!
■8
Het verhaal van de
minnaar
'N FUN SPAN
KERKBER1CHTEN
Tentoonstelling in Frans
Halsmuseum verlengd
Het komend weekeind komen de voorzitter van de Stichting „Haarlems
Bloei", de heer D. J. A. Geluk, en de directeur, de heer W. van Willige,
terug uit Scandinavië, waar zij als touristische ambassadeurs voor
Haarlem, Kennemerland en de Bollenstreek door Denemarken, Zweden en
Noorwegen getrokken zijn. Hoe de resultaten practisch zullen uitvallen, kan
hu natuurlijk moeilijk gezegd worden, maar uit de eerste berichten valt wel
op te maken, dat daar in het Hoge Noorden goed werk is verzet.
Uit de publicatie van twee vorige brieven van de heer Van Willige, een
hit Kopenhagen en een uit Stockholm, is wel gebleken, dat stad en streek
goede kansen maken in Scandinavië, en een derde brief, die wij heden uit
Oslo ontvingen, bevestigt dat nog eens. De heer Van Willige geeft daarin
enkele algemene indrukken, die hij en zijn metgezel hebben opgedaan, en hij
gaat in dit geval even dieper in op de mogelijkheden om de Noren in groter
getale naar Nederland te trekken.
Welke die mogelijkheden zijn, wordt uit de brief, die wij hier onder laten
Volgen, wel duidelijk.
Voor de bollentijd hebben wij maar
Weinig belangstelling, zeiden de direc
ties van verschillende grote reisbureaux
in Oslo. De Noren gaan met de Paas-
Vacantie naar de bergen om de winter
sport te beoefenen en eerst daarna be
studeren zij de mogelijkheden om een
ander stukje van Europa te zien. De
gewone man in Noorwegen verdient
zo'n 9.000 per jaar en al moet er dan
tussen de 29 en 30 pet. belasting van
betaald worden, hij houdt nog genoeg
over om zijn neus buiten de fjorden te
smeken. Daarbij is hij echter gebonden
aan een zakgeld van 350 per man,
zodat een niet te duur en mooi land
zijn voorkeur heeft. Holland trekt hem
de laatste jaren. De sfeer ligt de Noor;
van teruggekomen enthousiaste touris-
ten heeft hij gehoord hoe karakteristiek
en hoe goed het er is en hoe er tegen
zeer billijke prijzen inkopen gedaan
kunnen worden. Hij is koopgraag en
zou best wat minder overvloedig in ons
land willen dineren als daardoor, weer
een extra „koopje" in de koffer zou
kunnen verdwijnen. En dan die stem
pels in het paspoort. Om nooit af te
staan!
Dat was zo de indruk van vele ge
sprekken, die wij in Oslo mochten heb
ben met doodgewone burgers en insi
ders, met de zeer gewaardeerde intro
ductie van de heer H. Th. Wilkens,
industrieel en vertegenwoordiger van
de A.N.V.V. in Noorwegen.
Wfj moeten het vooral van de groeps
reizen hebben. Een jeugdig, maar goed
gefundeerd reisbureau bracht deze
zomer ruim 409 Noren naar ons land en
België. Het zullen er in 1955 wel 600
of meer worden door de mond tot
mond reclame. Het belangrijkste is
echter, dat het uitsluitend Holland-
toers zullen worden, omdat vele reizi
gers het zo betreurden te weinig van
ons land gezien te hebben. Dan maar
vier stempels minder in de pas! Hier
ligt een kans voor Haarlem en omge
ving, een kans, die we ten volle benut
hebben en waarover nadere besprekin
gen gaande zijn. Opmerkelijk is, dat in
alle drie bezochte Scandinavische lan
den de vraag gesteld wordt: Hebt u ge
zellige eetgelegenheden? Kan men bij u
eten wat hier ongewoon is?
Eenvoudige touristen met 350
zakgeld verklaarden, dat het gesprek
ondanks het verschil in taal aardig vlot.
Er wordt in Noorwegen onder de
oudere mensen minder Engels verstaan
dan in Zweden en Denemarken, maar
aldus de verklaring als beide par
tijen langzaam praten weet ieder wat
bedoeld wordt. Vele Noorse woorden
lijken op de Nederlandse.
Enige duizenden Noren hebben ons
land in de afgelopen maanden bezocht
en zij voelden er zich gelukkig.
Dat doen wij ook meer dan in Zwe
den, waar de aard der bevolking, de
gereserveerdheid en de te ver doorge
voerde conventie, die tot een bijna ang
stige geslotenheid leidt althans voor
zover de Zweed niet buiten zijn mooie
land is ons minder ligt. In Oslo, geen
wereldstad, maar heerlijk gelegen in
een dal, heerst blijmoedigheid en
knoopt men graag een gesprek aan met
een vreemdeling. Men mag er de Zwe
den nauwelijks. Na de oorlog zijn er
enorme gebouwen verrezen, o.a. Hotell
Viking met 600 bedden (een wolken
krabber) waarvan wij er twee beslie
pen. Geen enkel modern comfort ont
breekt, bij elke kamer is een douche
gelegenheid en een toilet, een radio
apparaat, electrische verwarming, tele
foon etc. En toch is dit hotel eenvou
dig, zoals het moderne simpel maar
J~"\ e in het artikel over de expositie van broeder Francois Mes en zuster
J Christine geannonceerde reproductie van broeder Francois' exquise
tekening „Christus, Vredekoning", welke om technische reden toen niet
geplaatst kon worden, drukken wij thans af. Het moge ons een ongezochte
gelegenheid bieden, om op deze tentoonstelling van katholieke religieuze kunst
nog eens de aandacht te vestigen.
In de particuliere huizen zijn beelden en afbeeldingen veelal onpersoonlijk
en stijlloos. Een schilderij over een van de talrijke onderwerpen, die het
geloof ons biedt, vindt men er te zelden, evenals een beeld, dat door een kun
stenaar voor een bepaalde familie is gemaakt. De reden hiervan is helaas
lang niet altijd van financiële aard.
De religieuze kunst is niet voorbehouden ter opluistering van het kerkge
bouw! Ook daar overigens behoudt men wat afkomstig is uit religieus-artistiek
bepaald zwakke perioden, totdat de koster het bij het afstoffen per ongeluk
ban de console stoot. Als een pastoor in zulk een uitzonderlijk moment dan
biet de kans het inzicht heeft om een eigenlijke kunstenaar aan het werk te
zetten, oogst hij, zo niet boze brieven in de bus, dan toch te zelden instemming
van zijn parochie.
Het middelmatige schijnt hier norm te moeten blijven, zulks in tegenstel-
tot zekere profane artikelen, die niet up to date genoeg kunnen zijn.
yatuurlijk spreekt hier het gevoelen „oud en vertrouwd" in mee, maar dan
'beh van zijn minst prettige kant geïnterpreteerd. Op deze wijze krijgt het
Ptgentijdse immers nooit de gelegenheid om „oud en vertrouwd" te worden.
Een tentoonstelling als de onderhavige, waarbij de aanvaardbaarheid der
b'erken nog zeer ruim is, zonder heftigheid en verstoring der gemoedsrust, kan
wellicht dienstig zijn. Om de gewone gelovige via gewenning tot begrip, mee
beleving en waardering voor een eigentijdse religieuze kunst te brengen. Het
oaecfapogiseh element in deze gedachtengang beweegt hopelijk degenen, die op
h'gerlei wijze met de jeugd omgaan tot een excursie naar bedoelde expositie,
le nog tot 3 October in museum „Het Huis van Looy" te bezichtigen is. Cul-
lilfe! contncf bij voortduring bevorderen, is meewerken aan de emancipatie.
toch 20 eenzijdig geruchtmakende mandement legt ons Katholieken op dit punt
c'h zeker bezorgdheid en verplichtingen op.
practisch is. Elke avond is het vol. De
prijs per nacht is 9. In Stockholm lo
geerden wij in een prima hotel voor
6.50, In alle gevallen is ons echter ge
bleken hoe de service vooral voor de
vreemdeling tot in de puntjes verzorgd
is. Men vindt zelfs kaarten met bijzon
dere postzegels in de schrijfmap op de
kamér en kranten uit een dozijn landen
liggen ter lezing.
Terwijl de heer Geluk een onder
houd had met de gezant in Noorwe
gen, jhr. Van Karnebeek, en daarbij
weer waardevolle inlichtingen ver
kreeg, lunchte ik met een journalist
uit Oslo.. We smulden van Arets
kylling stekt pa spidd med salat,
tranchert ved bordet het eten is
duur in Oslo. terwijl hij zijn mening
gaf over Haarlem en omstreken,
waar hij onlangs geweest was. Zo
waar sprak hij over de bloemen op
bruggen en muren, maar hij was te
leurgesteld geweest. Waarom zijn de
winkelstraten niet meer met bloemen
versierd? vroeg hij, daarbij verma
nende, dat er in Stockholm méér
bloemen te zien zijn. Neen. hij vond
meer dat wij wonen in een histori
sche dan in een bloemenstad. En dat
terwijl Aalsmeer „een buitenwijk" is,
volgens zijn uitspraak.
Natuurlijk sprak hij ook over de
Hollandse borrel. In Noorwegen kost
een fles zeer oude genever 80 en als
men er een heeft moet hij dezelfde
Advertentie
mum
Wilhelminaslr. 47, tel. 18441
avond nog op. „Maar ik heb geen dron
ken man gezien in Holland" merkte hij
op en „hoe is het mogelijk!"
Dit jaar bezocht een zestiental Noorse
journalisten ons land, maar Haarlem
sloegen zij over. In het voorjaar van
1.955 volgt een nieuwe groep. De invita
tie om dan een dag in onze streek te
vertoeven, is reeds uitgegaan.
Dit najaar zullen we een folder voor
Scandinavië moeten laten drukken:
Haarlem in samenwerking met de Ge
westelijke Bond, want anders begrijpt
men er hier niets van. In een bureau
was men van mening, dat Zuid-Kenne-
merland 50 km. van de Spaarnestad lag
en Zandvoort zeker zo ver. Nu is er
echter een moeilijkheid. Een folder in
de Zweedse taal lusten de Noren niet
en als Zweeds en Noors achter elkaar
gedrukt worden, draait de Deen ons de
rug toeDe tekst zou dusdriemaal
moeten wisselen. Maar het gaat dan
ook alleen al voor Noorwegen om
15.000 exemplaren.
Op de wel ze.er juist gekozen tijd zijn
we op reis gegaan. De voorbereidingen
voor 1955 beginnen. Haarlem is in de
hoofdsteden der drie Scandinavische
landen nu een begrip en er volgen
zaken uit. De verantwoordelijkheid om
onze gasten uitstekend te ontvangen
wordt er echter groter door.. De recla
me dient gehonoreerd te worden, niet
in het minst in de hotels. Intussen is
het prettig, dat dezer dagen bij de ver
tegenwoordigers van de A.N.V.V. zware
kisten met folders over Nederland zijn
aangekomen. Het daghet!
De Arthur van Schendelkade, de
Jan Prinslaan en de Aart van der
Leeuwstraat zullen in Haarlem drie
schrijvers en dichters eren, wier
werk zovele duizenden mensen heeft
geboeid en ontroerd. Drie woord
kunstenaars, die overigens niet
schreven om de schoonheid van het
woord zelf te verheerlijken maar om
met de rijkdom van de taal figuren
te scheppen en gedachten te formu
leren, die de lezer nimmer zal ver
geten.
Arthur van Schendel
Nu vijf
om i
tl IS .1
De officier van justitie, mr. G. W. F.
van der Valk Bouman, heeft gisteren
tijdens een zitting van de Haarlemse
politierechter het kopend publiek, dat
geregeld de markt pleegt te bezoeken,
gewaarschuwd tegen malefide kooplie
den. Hij deed dit in zijn requisitoir te
gen twee van zulke mensen, die zich
schuldig hadden gemaakt aan bedrog.
De twee mannen stonden met een
groentenkraam op de markt in de Flo-
resstraat en het viel toen een Haarlem
se politie-agent op, dat met het afwe
gen de hand (lees: de schaal) werd
gelicht. Het bleek, dat aan de schaal
een stuk komkommer hing, zodat iedere
koper minder gewicht ontving dan
waarvoor hij betaalde. Dat komkom
mergewicht was Voor het publiek vrij
wel niet te zien, maar de agent wilde
toch wel eens een onderzoek instellen.
Hij volgde een vrouw, die kersen en
tomaten had gekocht en controleerde
toen het gewicht. Inderdaad was het
gewicht minder dan de vrouw gevraagd
had. Proces-verbaai volgde en gisteren
moesten de kooplieden voor de politie
rechter terecht staan.
De officier noemde deze handelwijze
een ergerlijke manier van zaken doen
en hij meende, dat dergelijke kooplie
den terwille ook van de bonafide koop
lieden van de markt geweerd moesten
worden. De agent kreeg een pluim voor
zijn attent surveilleren. Een straf van
f 50.boete en drie weken voorwaar
delijke gevangenisstraf achtte de offi
cier wel wenselijk. Zo dacht ook de
politierechter en hij veroordeelde de
beide kooplieden conform de eis.
Ergens in Haarlem speelde zich een
drama in zakformaat af, dat een ver
liefde jongeman een dik gezicht be
zorgde. Daar was namelijk een man,
die een mooi huis bewoonde, waaraan
één nadeel verbonden was: de brand
gang, die langs het huis liep. Nu was
dat allemaal niet zo erg geweest, als
1 de man in kwestie geen hond en zijn
buurman geen jonge dochter had ge
had. De hond had de brave gewoonte
om bij enig gerucht in de brandgang
te gaan blaffen om zijn baas te wek
ken, het buurmeisje had een verloofde,
die in de brandgang afscheid pleegde
te nemen. Nu geschiedde dat afscheid
wel eens in het nachtelijk uur en of
dat nou met veel gerucht geschiedde,
vermeldt de historie niet, maar wel
was het zo, dat de hond aan het blaffen
sloeg, wanneer de minnaar afscheid
nam van zijn geliefde.
Dat was voor de baas niet zo pret
tig, want het paste hem in het geheel
niet 's nachts gewekt te worden ter-
wille van de vrijage van buurman's
dochter. „Daar moet maar eens een
eind aan komen", had de baas van de
hond gezegd, en toen het trouwe dier
op een nacht het was reeds half
drie aansloeg, sprong hij uit zijn bed
en toog hij ijlings en uit zijn humeur
naar de brandgang. Daar werd het vrij
ende paar hevig gestoord en verstoord,
vooral toen buurman door de nacht riep:
„Als je vrijen wil, dan doe je dat maar
ergens anders." Nog onprettiger werd
het, toen de minnaar van buurman een
fikse tik kreeg en met een dik gezicht
van zijn geliefde afscheid moest nemen.
Daar werd een politie-zaak van ge
maakt en buurman moest gisteren voor
de Haarlemse politierechter wegens
mishandeling terecht staan.
„Vijftien gulden boete," zei de officier.
Conform die eis werd buurman door
de politierechter veroordeeld.
vijf en zeventig jaar geleden,
ïi precies te zpn op 1 Augus
tus 1879, betrok de familie Van
Schendel het huis Florapark 25 te
Haarlem. Dat betekende voor de 5-
jarige Arthur van Schendel een voor
lopige rust na een reis uit Indië, waar
hl] op 5 Maart 1874 in Batavia was
geboren. Voorlopig dus, want zijn ge
hele leven zou een zwerftocht wor
den; in verschillende steden woonde
hjj, liefst viermaal in Haarlem, lange
tijd ook in Amsterdam; gedurende
enige tijd was hij ook leraar in Enge
land, en jarenlang woonde hp in Ita
lië, o.m. te Sestru Levante, vanwaar
hij na de oorlo'g in Amsterdam terug
keerde. Daar stierf hij op 11 Septem
ber 1946.
Arthur van Schendel heeft van zijn
ontelbare bewonderaars de ere-titel
gekregen „Prins der Nederlandse let
teren", en ongetwijfeld mag hij de
grootste prozaïst van zijn tijd genoemd
worden. Hoevelen hebben niet kennis
gemaakt met Het Fregatschip Johan
na Maria, het ontroerende verhaal van
Jakob Brouwer en het laatste zeilschip,
waarin romantiek en werkelijkheid el
kaar zo dicht benaderen.
Prachtige boeken heeft Van Schen
del zijn vrienden nagelaten, vooral zijn
bij uitstek Hollandse romans De Wa
terman, Een Hollands Drama, De
Rijke Man en Grauwe Vogels. Hij
weet sfeer te scheppen met zijn wonde
re romantiek, of dat nu is in het
zangerige en zuivere Angiolino in de
Lente, of in het drukkende sombere
verhaal over Gerbrand Werendonk, dat
hij een Hollands drama noemde.
Uit Jan Compagnie, De Wereld een
Dansfeest, Mijnheer Oberon en Me
vrouw, Het Oude Huis en al zijn an
dere boeken zouden fragmenten te
over geciteerd kunnen worden om het
meesterschap van Van Schendel te il
lustreren, en niet in het minst ook uit
zijn gedicht De Nederlanden, waarin
hij de omgeving van Haarlem zo fees
telijk beschrijft.
Wij volstaan hier met een enkel ci
taat uit Een Hollandsch Drama, dat
zich in de stad aan het Spaarne af
speelt en waarin de Haarlemse sfeer
rond de tachtiger jaren sober en zui
ver wordt getekend.
„Hij zat alleen en uit verveling
las hij de schoolboeken. Oom Ger
brand sprak niet tegen hem. Oom
Frans keek hem soms vragend aan,
maar zeide niets. Alleen na het
avondeten ging hij uit en dan naar
de stilste buifrten, om geen van de
jongens tegen te komen, aan den
anderen kant van het Spaarne en
aan den zoom van de stad. Hij vond
het daar ook rustig in die smalle
straten waar weinig menschen gin
gen en achter de ruiten de koffie
lichtjes brandden. De avond was fris
op dit uur en de lucht nog vaag
Dan hoorde hij de Damiaatjes in de
verte. Uit verveling telde hjj de ke
ren, dat zij sloegen, hij hoorde het
verschil in de klanken, sommige hard
en ferm, sommige zacht verster'
vend."
Aart van der Leeuw
Advertentie
1 October 8 uur
JOH. KAART en
JOH. BOSKAMP
in Lachsucces
Pl.bespreken tel. 5347.
H. Bavo, Kathedraal: Zondag H.H. Mis
ser. 6.30. 7.30, 9 (Hoogmis), 11 en 12 uur.
H. Antonius v. Fadua: Zondag H.H. Mis
sen 6.30, 7.30, 8.30 (Hoogmis), 10, 11 en 12 u.
H. Jozef. Zondag H.H. Missen 6.45, 8, 9.15
(Hoogmis), 11 en 18 (Avondmis) uur.
O. L. Vr. Rozenkrans: Zondag H.H Mis
sen 6, 7.30, 9, 10.30 (Hoogmis) en 12 uur.
H. Joannes de uoper: zondag H.H Mis
sen 6.30, 7.30. 8.30, 9.30 (Hoogmis), 11 en
12 uur.
H. Hart: Zondag H.H. Missen 6.30, 7.45,
9, 10.30 (Hoogmis) en 12 uur.
n zekere zin een geestverwant van
Arthur van Schendel mag men de
dichter en romanschrijver Aart can
der Leeuw noemen. Een romantische
natuur, een zoeker naar het geluk.
Maar Aart van der Leeuw was geen
zwerver, waarom Van Schendel hem
eens schreef: „Je hebt mijn naturel
niet." Aart van der Leeuw werd te
Delft geboren in 1876. Hij koos de
studie in de rechten, studeerde in Am
sterdam en promoveerde daar op 26-
jarige leeftijd. Voor de buitenstaander
scheen hij aanvankelijk niet zo'n dich
terlijke geest en zijn werkkring bij een
levensverzekeringsmaatschappij gaf
daartoe ook niet de indruk. Overigens
was hij daar slechts vier jaar werk
zaam, want in 1906 trok hij zich terug
in Voorburg, waar hjj in 1931 stierf.
Zijn verhalen worden gedragen door
een weemoedige sfger, die ec'Aer de
innigheid van het geluk niet uitsluit.
Het is alsof persoonlijk leed hem in
spireert om het volmaakte geluk in
zun werk te realiseren, zijn verbeel
dingskracht wordt geboren uit een
'H.H. Elisabeth en Barbara: Zondag H.H.doofheuf iiThet ^'verklaren dat zÜn
Missen 6.30, 7.45, 9 (Hoogmis) en. 11 uur. I werk kleL Left dan klank Door
dat alles heen straalt zijn intense
H. Liduina: Zondag H.H. Missen 6.30, 7.30,
8.30, 9.45 (Hoogmis), 11.30 uur.
O. L. Vr. van Zeven Smarten: Zondag
H.H, Missen 6.30, 7.30, 8.45 (Hoogmis), 10.15
en 11.30 uur.
H.H. Petrus en Paulus: Zondag H.H.
Missen 6.30, 7.45. 9 (Hoogmis) en 10.45.
Allerheiligste Drieëenheid: Zondag H.H.
Missen 7, 9 (Hoogmis) en 11 uur.
Hulpkerk Bloemendaal: Zondag H.H. Mis
sen 7.30 en 11 uur.
O. L. Vr. Onbevlekt Ontvangen, Overveen:
Zondag H.H Missen 7. 8. 9 (Hoogmis) en
10.30 en 11.30 uur.
H. Agatha, Zandvoort: Zondag H.H Mis
sen 7.30, 9 (Hoogmis) en 11 uur.
H. Bavo, Heemstede: Zondag H.H Mis
sen 7.15, 8.45, 10 (Hoogmis), 11.30.
O. la. Vr. Hemelvaart, Heemstede Zon
dag H.H. Missen 7, 8.15 (Hoogmis), 9.45,
10.45 en 11.45 uur.
H. Antonius van Padua Aerdenhóut).
Zondag H.H. Missen 7.30, 9 (Hoogmis) en
11 uur.
vreugde over de natuur, die hij ook
in zijn gedichten als in droom weet te
schilderen.
Heeft Aart van der Leeuw tijdens
zijn leven niet steeds die erkenning
gevonden, waarop hij toch aanspraak
mocht maken, onvergetelijk blijft de
herinnering aan De Kleine Rudolf,
waarin de romantiek als een mantel
geslagen ligt over de weerbarstigheid
van het leven, en aan het speelse en
luchtige Ik en mijn Speelman.
Zuiver en groot is Van der Leeuw
ook in zijn vertellingen, een milde en
wijze humor springt steeds weer naar
■aar blijven de mannen nou?
Dat is altijd de weerkerende
vraag op de modeshows,
waar het nieuwste van het nieuw
ste wordt vertoond, ten faveure
van de vrouw en soms tot ongerief
van 's heren portemonnaie. Wij le
ven nu in een tijd, en thans vooral
in het seizoen, dat de shows aan
de orde van de dag zijn, kostbare
evenementen, die van kijk-sterren
koop-sterren moeten maken. Eer
lijk geschreven, ik heb zo'n show
altijd maar show gevonden. Waar
om is dat nodig? Ga naar een win
kel, kijk desnoods in de etalage
en koop wat je nodig hebt. Betaal
a contant, en de winkelier is ook
nog tevreden. De afgelopen veer
tien dagen zijn er de nodige shows
in onze stad en streek gehouden,
dure en minder dure, maar altijd
onder zeer grote belangstelling, ik
heb me laten overhalen om eens
naar zo'n dure te gaan kijken en
ik heb er geen spijt van gehad.
Wel voelde ik mij heel eenzaam
en zwak als man tussen het zwakke
geslacht en nog meer voelde ik mij
straatarm bij zoveel weelde, die op
exquise wijze door wiegende man
nequins werd gepresenteerd.
Die pracht is waarlijk exotisch,
soms ook voor de beurs, exotisch
is vaak ook het publiek, dat met
grage ogen en kloppend hart al
dat schoons aan zich voorbij laat
gaan.
Ik heb aan een tafeltje gezeten
met charmante en praterige da
mes, die overigens angstig de mid
delbare leeftijd naderden. Zij waren
gekomen uit Haarlem en de verre
omtrek, natuurlijk niet met de bus
of op de fiets, maar in een eigen
wagen of per taxi, omdat „juist
de wagen een lekke band had."
Eerlijk, ik ben tenslotte vergeten
naar de mannequins te kijken,
want de show die de dametjes ten
beste gaven, had toch ook een ze
kere charme en was in ieder geval,
kostelijk.
Daar was er een, die bij een lo
terij demonstratief en opvallend
charitatief een tientje op tafel leg
de en na afloop van de loterij ver
zuchtte: „Jammer dat het voorbij
is" (het tientje verdween weer in
de tas). Een ander hield een ver
koopster staande met de vraag,
welke maat dat en dat mantelpak
je had. Natuurlijk was de genoem
de maat juist te klein, maar de
zakelijke verkoopster repliceerde
direct met de mededeling, dat elke
gewenste maat te leveren was.
Daar had ons show-dametje niet
van terug en zij blies op grootse
wijze de aftocht met te zeggen:
nee, nee, het spijt mij, maar ik heb
het direct nodig.
Hoe het Haarlemse er deze herfst
en winter uit zal zien weet ik nog
HOSb K)5ï
losgas
niet, maar een tikkeltje angst heb
ik toch wel. Op die show heb ik
namelijk ook kennis gemaakt met
de S- en H-lijn, compleet met pot
hoed. Een kreet van schrik kon
ik toch niet onderdrukken. Ener
zijds worjlt er in Haarlem hard ge
werkt om voor het verkeer de S-
lijnen in de binnenstad te vermij
den en ziet, anderzijds wordt het
verkeer in gevaar gebracht door
de S-lijn, die automobilist, fietser,
brommer en wandelaar midden op
de weg ontsteld zal doen stoppen.
Nee, de joyeuse charme van ons
Haarlemse vrouwvolk heeft geen
vaste lijn nodig, het is zelfs vrij
wel onmogelijk de Haarlemse
vrouw aan de lijn te houden. Ik
zou haar echt willen adviseren:
zachtjes aan, dan breekt het lijn
tje niet.
En ik zelf houd het voorlopig
maar bij lijn 4 van de N.Z.
In zo'n bus ben je zo echt een
gewone man, de eerzame bur
ger, die vijftien cent moet be
talen en niet veel drukte mag ma
ken.
Hoe heel anders is dat met een
mannequin. Deze week kwamen er
maar liefst zes tegelijk in Haarlem
aan, parmantig en schoon aange
daan in een auto en geëscorteerd
door een motorspan van de Haar
lemse politie.
De auto werd geparkeerd op het
Begijnhof en als modieuze begijn
tjes trippelde het zestal naar de
show. De politiemannen, trots, en
met steelse blikken, fungeerden als
paladijnen, ridderlijk ook en met
de allure van: daarvoor gaan wij
door het vuur.
Daar is geen vuur aan te pas ge
komen, geen vurigheid zelfs, were'
mij verzekerd, en och arm, ook hel
lokkende fluitje gaf geen pas.
Maar dat wordt nu allemaal
anders. In mijn lijfblad heb ik ge
lezen en met vette letters stond
het gedrukt dat de politieman
nen in Haarlem met fluitsignalen
gaan werken. Daarmee hebben
hoofdcommissaris Fontijne en
hoofdinspecteur Brauckmann van
de verkeerspolitie zich alle recht
van spreken ontzegd.
Enkele dagen geleden hebben B.
en W. van Haarlem de namen be
kend gemaakt, welke gegeven zul
len worden aan de straten in de
nieuwe stadswijken Sinnevelt en
Delftwijk, welke geprojecteerd zijn
in Haarlem-Noord.
Verreweg de meeste straten wor
den zoals uit onze publicatie
van Dinsdag j.l. wel gebleken is
vernoemd naar Nederlandse schrij
vers en dichters uit het nabije
verleden, terwijl daarnaast ook
enkele andere grote figuren (Ge
neraal Spoor, Karei Doorman, dr.
Plesman, Johan Limpers, Anthony
Fokker en dokter De Liefde) in
een straatnaam geëerd zullen wor
den.
Ongetwijfeld zullen op de naam
bordjes in de straten de kwaliteit
van de geëerde persoon, diens ge
boorte- en sterfjaar vermeld staan.
Wij vermoeden, dat vele lezers
echter wel iets meer van deze fi
guren willen weten, waarom wij
ons voorstellen wekelijks de bete
kenis van drie hunner te belichten
met een beknopte en uiteraard on
volledige samenvatting van hun
^leven en werk.
voren en wij denken hierbij vooral aan
zijn bundels De Gezegenden en Vluch
tige Begroetingen.
Uit het laatste citeren wij een stuk
je vertelkunst, waarmede hij de bou
wers van de middeleeuwse kathedralen
tekent.
„De één grijpt blij zingend zijn
kalkbak en troffel, een ander lacht
bij den schal van zijn hamer, en
allen geven zij eindeloos meer van
hun ijver, dan hun in klinkende munt
kan worden uitbetaald. Van een
arbeider breekt de beitel in stukken,
en Abraham, de beeldensnijder, reikt
hem dadelijk den zijne toe. Metse
laar Hans laat een steenen roos,
welke opengebloeid is om het hart
van Maria, uit de handen glippen
in zijn haast om een wankelende pi
laster te steunen, dien een zwakke
makker alleen niet houden kan. En
beneden, onder een regen van zaag
sel en mortel, is de bouwheer voor
zijn teekenbord bezig met passer en
duimstok, en wat uit den streek van
zijn stiften teer oprankt, is een zicht
baar geworden gebed.
Dag aan dag wint de domkerk
aan schoonheid en gratie. En daar
om groeien de klokkentorens als een
tros bloemen in de wolken op, en
maken de spitsbogen hun gebaar van
verrukking, en stralen de vensters
als het oog van God, omdat het ge
zamenlijk werken aan dit ten hemel
stijgende wonder bij allen een vonk
uit de ziel heeft geslagen, en zoo
de kathedraal wordt opgetrokken
door een broederschap van heiligen."
Jan Prins
De politieman, die nu met veel
animo een aardig meisje na-fluit,
moet in het vervolg een verdien
stelijk ambtenaar genoemd wor
den, en het zal er nu in het poli
tiecorps maar om gaan wie over het
beste fluitvermogen beschikt.
Toch en juist daarom vind ik de
komst van al die fluitsignalen in
Haarlem een aanwinst. Het wordt
nu met recht een gezellige boel in
de stad, want fluitende mensen zijn
vrolijke mensen.
Maandag, dus overmorgen reeds,
gaat het feest beginnen, maar ik
beklaag de bovenburen van zo'n
agenteske fluitist. Wat zal de Her
mandad gaan oefenen en de buren
maar berusten in dat improvisa
tie-concert. Maar die berusting
wordt royaal gecompenseerd, als
hij op de drukke punten zijn buur
man aan het werk ziet, een artist
gelijk, maar dan met een vast ho
norarium.
Daar zijn er, die menen, dat er
nu minder met politionele bonnen
geslingerd zal wor
den. Of dat waar is?
Nou fluit daar maar
naar!
en geheel andere natuur, foschoon
in dezelfde tijd levend, is de
dichter Jan Prins. Een rond en
hartelijk mens, die in zijn gedichten
niet op de eerste plaats zoekt naar
het mooiste woord, maar die met en
kele pennestreken Holland zo zuiver en
mannelijk weet te beelden. Zijn schuil
naam Jan Prins bij de „burger
lijke stand" was hij slechts bekend
als Christiaan L. Schepp duidt wel
op zijn Hollandse inslag, stoer en nuch
ter.
Hij werd op 5 Februari 1876 te Rot
terdam geboren, genoot zijn opleiding
aan het gymnasium en het Koninklijk
Instituut voor de Marine en werd in
1896 zee-officier. In 1924 werd hij af
gekeurd en vestigde hij zich in Sche-
veningen. Later verhuisde hij naar
Amsterdam en Naarden, in welke laat
ste stad hij op 9 Februari 1948 stierf.
Onder de Hollandse dichters neemt
Jan Prins wel een van de voornaam
ste plaatsen in. De zee, schepen, mo
lens, dijken en alles wat karakteristiek
is voor het Lage Land vindt men in
zijn verzen terug, die niet bepaald
sentimenteel genoemd kunnen worden,
maar wel gevoelig voor de schoonheid
an het land.
Zijn zeereizen brachten hem overal
ter wereld, ook in Indië, waaraan wij
zijn Indische Gedichten danken. Dat
trekken, ver van het vaderland, leer
de hem nog sterker de betekenis van
het „oost west, thuis best", en hp kon
als weinig anderen die waarheid in
zijn verzen uitbeelden.
Sommige gedichten van Jan Prins
zijn bepaald klassiek geworden (De
Schepen en De Bruid) en geen har
telijker en volkser gedicht verscheen
er bij de geboorte van Prinses Bea
trix op 31 Januari 1938 dan van zijn
hand. Ook als vertaler verwierf hij
zich verdiensten, o.a. van veertig fa
bels van La Fontaine.
Hieronder volgen het eerste en laatste
couplet van zijn gedicht De Bruid
uit de bundel Tochten.
„De lucht over den jongen dag
was helderder dan ooit.
Iets ongewoon-verblijdends lag
in weide en veld gestrooid.
De torenklok zong, wat ze kon,
de vlaggen staken uit.
De bruigom was de lentezon
en Holland was de bruid.
Nu komt ze met haar lief gezicht
den bruigom tegemoet.
Wat is de hemel wijd, en licht.
Wat is het leven goed.
De wereld is een wonderbron
van telkens nieuw geluid.
De bruigom is de lentezon
en Holland is de bruid."
Advertentie
HAARLEM
Vanwege de grote belangstelling voor
de expositie „Kind en Kunst", ten bate
van de Stichting Kinderbewaarplaatsen
Haarlem in het Frans Halsmuseum ge
houden, is besloten deze te verlengen
tot en met Woensdag 29 September.
Ook het fraaie 18e-eeuwse poppen
huis zal tot die datum te zien zijn.