Haarlem is in Scandinavië geworden een beg: Tip Kunst uit de kloosters in Haarlem geëxposeerd Nieuwe straten in Haarlem w I I w DE WEEK IN STAD EN STREEK H E De propaganda moet rekening houden met gevoeligheidjes Officier waarschuwt voor malefide kooplieden I r n BLIKSEMAFLEIDERS „Veel historie maar weinig bloemen in de stad aan het Spaarne" Minnaar liep dik gezicht op door de hond van boze buurman TOERISTISCHE AMBASSADEURS VOOR KENNEMERLAND: STEtfO - TYPEi\ HAARLEMSE POLITIERECHTER m HERINGA WUTHRICH ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1954 PAGINA 3 Graag ongewoon eten Geen dronkenman! ■8 Het verhaal van de minnaar 'N FUN SPAN KERKBER1CHTEN Tentoonstelling in Frans Halsmuseum verlengd Het komend weekeind komen de voorzitter van de Stichting „Haarlems Bloei", de heer D. J. A. Geluk, en de directeur, de heer W. van Willige, terug uit Scandinavië, waar zij als touristische ambassadeurs voor Haarlem, Kennemerland en de Bollenstreek door Denemarken, Zweden en Noorwegen getrokken zijn. Hoe de resultaten practisch zullen uitvallen, kan hu natuurlijk moeilijk gezegd worden, maar uit de eerste berichten valt wel op te maken, dat daar in het Hoge Noorden goed werk is verzet. Uit de publicatie van twee vorige brieven van de heer Van Willige, een hit Kopenhagen en een uit Stockholm, is wel gebleken, dat stad en streek goede kansen maken in Scandinavië, en een derde brief, die wij heden uit Oslo ontvingen, bevestigt dat nog eens. De heer Van Willige geeft daarin enkele algemene indrukken, die hij en zijn metgezel hebben opgedaan, en hij gaat in dit geval even dieper in op de mogelijkheden om de Noren in groter getale naar Nederland te trekken. Welke die mogelijkheden zijn, wordt uit de brief, die wij hier onder laten Volgen, wel duidelijk. Voor de bollentijd hebben wij maar Weinig belangstelling, zeiden de direc ties van verschillende grote reisbureaux in Oslo. De Noren gaan met de Paas- Vacantie naar de bergen om de winter sport te beoefenen en eerst daarna be studeren zij de mogelijkheden om een ander stukje van Europa te zien. De gewone man in Noorwegen verdient zo'n 9.000 per jaar en al moet er dan tussen de 29 en 30 pet. belasting van betaald worden, hij houdt nog genoeg over om zijn neus buiten de fjorden te smeken. Daarbij is hij echter gebonden aan een zakgeld van 350 per man, zodat een niet te duur en mooi land zijn voorkeur heeft. Holland trekt hem de laatste jaren. De sfeer ligt de Noor; van teruggekomen enthousiaste touris- ten heeft hij gehoord hoe karakteristiek en hoe goed het er is en hoe er tegen zeer billijke prijzen inkopen gedaan kunnen worden. Hij is koopgraag en zou best wat minder overvloedig in ons land willen dineren als daardoor, weer een extra „koopje" in de koffer zou kunnen verdwijnen. En dan die stem pels in het paspoort. Om nooit af te staan! Dat was zo de indruk van vele ge sprekken, die wij in Oslo mochten heb ben met doodgewone burgers en insi ders, met de zeer gewaardeerde intro ductie van de heer H. Th. Wilkens, industrieel en vertegenwoordiger van de A.N.V.V. in Noorwegen. Wfj moeten het vooral van de groeps reizen hebben. Een jeugdig, maar goed gefundeerd reisbureau bracht deze zomer ruim 409 Noren naar ons land en België. Het zullen er in 1955 wel 600 of meer worden door de mond tot mond reclame. Het belangrijkste is echter, dat het uitsluitend Holland- toers zullen worden, omdat vele reizi gers het zo betreurden te weinig van ons land gezien te hebben. Dan maar vier stempels minder in de pas! Hier ligt een kans voor Haarlem en omge ving, een kans, die we ten volle benut hebben en waarover nadere besprekin gen gaande zijn. Opmerkelijk is, dat in alle drie bezochte Scandinavische lan den de vraag gesteld wordt: Hebt u ge zellige eetgelegenheden? Kan men bij u eten wat hier ongewoon is? Eenvoudige touristen met 350 zakgeld verklaarden, dat het gesprek ondanks het verschil in taal aardig vlot. Er wordt in Noorwegen onder de oudere mensen minder Engels verstaan dan in Zweden en Denemarken, maar aldus de verklaring als beide par tijen langzaam praten weet ieder wat bedoeld wordt. Vele Noorse woorden lijken op de Nederlandse. Enige duizenden Noren hebben ons land in de afgelopen maanden bezocht en zij voelden er zich gelukkig. Dat doen wij ook meer dan in Zwe den, waar de aard der bevolking, de gereserveerdheid en de te ver doorge voerde conventie, die tot een bijna ang stige geslotenheid leidt althans voor zover de Zweed niet buiten zijn mooie land is ons minder ligt. In Oslo, geen wereldstad, maar heerlijk gelegen in een dal, heerst blijmoedigheid en knoopt men graag een gesprek aan met een vreemdeling. Men mag er de Zwe den nauwelijks. Na de oorlog zijn er enorme gebouwen verrezen, o.a. Hotell Viking met 600 bedden (een wolken krabber) waarvan wij er twee beslie pen. Geen enkel modern comfort ont breekt, bij elke kamer is een douche gelegenheid en een toilet, een radio apparaat, electrische verwarming, tele foon etc. En toch is dit hotel eenvou dig, zoals het moderne simpel maar J~"\ e in het artikel over de expositie van broeder Francois Mes en zuster J Christine geannonceerde reproductie van broeder Francois' exquise tekening „Christus, Vredekoning", welke om technische reden toen niet geplaatst kon worden, drukken wij thans af. Het moge ons een ongezochte gelegenheid bieden, om op deze tentoonstelling van katholieke religieuze kunst nog eens de aandacht te vestigen. In de particuliere huizen zijn beelden en afbeeldingen veelal onpersoonlijk en stijlloos. Een schilderij over een van de talrijke onderwerpen, die het geloof ons biedt, vindt men er te zelden, evenals een beeld, dat door een kun stenaar voor een bepaalde familie is gemaakt. De reden hiervan is helaas lang niet altijd van financiële aard. De religieuze kunst is niet voorbehouden ter opluistering van het kerkge bouw! Ook daar overigens behoudt men wat afkomstig is uit religieus-artistiek bepaald zwakke perioden, totdat de koster het bij het afstoffen per ongeluk ban de console stoot. Als een pastoor in zulk een uitzonderlijk moment dan biet de kans het inzicht heeft om een eigenlijke kunstenaar aan het werk te zetten, oogst hij, zo niet boze brieven in de bus, dan toch te zelden instemming van zijn parochie. Het middelmatige schijnt hier norm te moeten blijven, zulks in tegenstel- tot zekere profane artikelen, die niet up to date genoeg kunnen zijn. yatuurlijk spreekt hier het gevoelen „oud en vertrouwd" in mee, maar dan 'beh van zijn minst prettige kant geïnterpreteerd. Op deze wijze krijgt het Ptgentijdse immers nooit de gelegenheid om „oud en vertrouwd" te worden. Een tentoonstelling als de onderhavige, waarbij de aanvaardbaarheid der b'erken nog zeer ruim is, zonder heftigheid en verstoring der gemoedsrust, kan wellicht dienstig zijn. Om de gewone gelovige via gewenning tot begrip, mee beleving en waardering voor een eigentijdse religieuze kunst te brengen. Het oaecfapogiseh element in deze gedachtengang beweegt hopelijk degenen, die op h'gerlei wijze met de jeugd omgaan tot een excursie naar bedoelde expositie, le nog tot 3 October in museum „Het Huis van Looy" te bezichtigen is. Cul- lilfe! contncf bij voortduring bevorderen, is meewerken aan de emancipatie. toch 20 eenzijdig geruchtmakende mandement legt ons Katholieken op dit punt c'h zeker bezorgdheid en verplichtingen op. practisch is. Elke avond is het vol. De prijs per nacht is 9. In Stockholm lo geerden wij in een prima hotel voor 6.50, In alle gevallen is ons echter ge bleken hoe de service vooral voor de vreemdeling tot in de puntjes verzorgd is. Men vindt zelfs kaarten met bijzon dere postzegels in de schrijfmap op de kamér en kranten uit een dozijn landen liggen ter lezing. Terwijl de heer Geluk een onder houd had met de gezant in Noorwe gen, jhr. Van Karnebeek, en daarbij weer waardevolle inlichtingen ver kreeg, lunchte ik met een journalist uit Oslo.. We smulden van Arets kylling stekt pa spidd med salat, tranchert ved bordet het eten is duur in Oslo. terwijl hij zijn mening gaf over Haarlem en omstreken, waar hij onlangs geweest was. Zo waar sprak hij over de bloemen op bruggen en muren, maar hij was te leurgesteld geweest. Waarom zijn de winkelstraten niet meer met bloemen versierd? vroeg hij, daarbij verma nende, dat er in Stockholm méér bloemen te zien zijn. Neen. hij vond meer dat wij wonen in een histori sche dan in een bloemenstad. En dat terwijl Aalsmeer „een buitenwijk" is, volgens zijn uitspraak. Natuurlijk sprak hij ook over de Hollandse borrel. In Noorwegen kost een fles zeer oude genever 80 en als men er een heeft moet hij dezelfde Advertentie mum Wilhelminaslr. 47, tel. 18441 avond nog op. „Maar ik heb geen dron ken man gezien in Holland" merkte hij op en „hoe is het mogelijk!" Dit jaar bezocht een zestiental Noorse journalisten ons land, maar Haarlem sloegen zij over. In het voorjaar van 1.955 volgt een nieuwe groep. De invita tie om dan een dag in onze streek te vertoeven, is reeds uitgegaan. Dit najaar zullen we een folder voor Scandinavië moeten laten drukken: Haarlem in samenwerking met de Ge westelijke Bond, want anders begrijpt men er hier niets van. In een bureau was men van mening, dat Zuid-Kenne- merland 50 km. van de Spaarnestad lag en Zandvoort zeker zo ver. Nu is er echter een moeilijkheid. Een folder in de Zweedse taal lusten de Noren niet en als Zweeds en Noors achter elkaar gedrukt worden, draait de Deen ons de rug toeDe tekst zou dusdriemaal moeten wisselen. Maar het gaat dan ook alleen al voor Noorwegen om 15.000 exemplaren. Op de wel ze.er juist gekozen tijd zijn we op reis gegaan. De voorbereidingen voor 1955 beginnen. Haarlem is in de hoofdsteden der drie Scandinavische landen nu een begrip en er volgen zaken uit. De verantwoordelijkheid om onze gasten uitstekend te ontvangen wordt er echter groter door.. De recla me dient gehonoreerd te worden, niet in het minst in de hotels. Intussen is het prettig, dat dezer dagen bij de ver tegenwoordigers van de A.N.V.V. zware kisten met folders over Nederland zijn aangekomen. Het daghet! De Arthur van Schendelkade, de Jan Prinslaan en de Aart van der Leeuwstraat zullen in Haarlem drie schrijvers en dichters eren, wier werk zovele duizenden mensen heeft geboeid en ontroerd. Drie woord kunstenaars, die overigens niet schreven om de schoonheid van het woord zelf te verheerlijken maar om met de rijkdom van de taal figuren te scheppen en gedachten te formu leren, die de lezer nimmer zal ver geten. Arthur van Schendel Nu vijf om i tl IS .1 De officier van justitie, mr. G. W. F. van der Valk Bouman, heeft gisteren tijdens een zitting van de Haarlemse politierechter het kopend publiek, dat geregeld de markt pleegt te bezoeken, gewaarschuwd tegen malefide kooplie den. Hij deed dit in zijn requisitoir te gen twee van zulke mensen, die zich schuldig hadden gemaakt aan bedrog. De twee mannen stonden met een groentenkraam op de markt in de Flo- resstraat en het viel toen een Haarlem se politie-agent op, dat met het afwe gen de hand (lees: de schaal) werd gelicht. Het bleek, dat aan de schaal een stuk komkommer hing, zodat iedere koper minder gewicht ontving dan waarvoor hij betaalde. Dat komkom mergewicht was Voor het publiek vrij wel niet te zien, maar de agent wilde toch wel eens een onderzoek instellen. Hij volgde een vrouw, die kersen en tomaten had gekocht en controleerde toen het gewicht. Inderdaad was het gewicht minder dan de vrouw gevraagd had. Proces-verbaai volgde en gisteren moesten de kooplieden voor de politie rechter terecht staan. De officier noemde deze handelwijze een ergerlijke manier van zaken doen en hij meende, dat dergelijke kooplie den terwille ook van de bonafide koop lieden van de markt geweerd moesten worden. De agent kreeg een pluim voor zijn attent surveilleren. Een straf van f 50.boete en drie weken voorwaar delijke gevangenisstraf achtte de offi cier wel wenselijk. Zo dacht ook de politierechter en hij veroordeelde de beide kooplieden conform de eis. Ergens in Haarlem speelde zich een drama in zakformaat af, dat een ver liefde jongeman een dik gezicht be zorgde. Daar was namelijk een man, die een mooi huis bewoonde, waaraan één nadeel verbonden was: de brand gang, die langs het huis liep. Nu was dat allemaal niet zo erg geweest, als 1 de man in kwestie geen hond en zijn buurman geen jonge dochter had ge had. De hond had de brave gewoonte om bij enig gerucht in de brandgang te gaan blaffen om zijn baas te wek ken, het buurmeisje had een verloofde, die in de brandgang afscheid pleegde te nemen. Nu geschiedde dat afscheid wel eens in het nachtelijk uur en of dat nou met veel gerucht geschiedde, vermeldt de historie niet, maar wel was het zo, dat de hond aan het blaffen sloeg, wanneer de minnaar afscheid nam van zijn geliefde. Dat was voor de baas niet zo pret tig, want het paste hem in het geheel niet 's nachts gewekt te worden ter- wille van de vrijage van buurman's dochter. „Daar moet maar eens een eind aan komen", had de baas van de hond gezegd, en toen het trouwe dier op een nacht het was reeds half drie aansloeg, sprong hij uit zijn bed en toog hij ijlings en uit zijn humeur naar de brandgang. Daar werd het vrij ende paar hevig gestoord en verstoord, vooral toen buurman door de nacht riep: „Als je vrijen wil, dan doe je dat maar ergens anders." Nog onprettiger werd het, toen de minnaar van buurman een fikse tik kreeg en met een dik gezicht van zijn geliefde afscheid moest nemen. Daar werd een politie-zaak van ge maakt en buurman moest gisteren voor de Haarlemse politierechter wegens mishandeling terecht staan. „Vijftien gulden boete," zei de officier. Conform die eis werd buurman door de politierechter veroordeeld. vijf en zeventig jaar geleden, ïi precies te zpn op 1 Augus tus 1879, betrok de familie Van Schendel het huis Florapark 25 te Haarlem. Dat betekende voor de 5- jarige Arthur van Schendel een voor lopige rust na een reis uit Indië, waar hl] op 5 Maart 1874 in Batavia was geboren. Voorlopig dus, want zijn ge hele leven zou een zwerftocht wor den; in verschillende steden woonde hjj, liefst viermaal in Haarlem, lange tijd ook in Amsterdam; gedurende enige tijd was hij ook leraar in Enge land, en jarenlang woonde hp in Ita lië, o.m. te Sestru Levante, vanwaar hij na de oorlo'g in Amsterdam terug keerde. Daar stierf hij op 11 Septem ber 1946. Arthur van Schendel heeft van zijn ontelbare bewonderaars de ere-titel gekregen „Prins der Nederlandse let teren", en ongetwijfeld mag hij de grootste prozaïst van zijn tijd genoemd worden. Hoevelen hebben niet kennis gemaakt met Het Fregatschip Johan na Maria, het ontroerende verhaal van Jakob Brouwer en het laatste zeilschip, waarin romantiek en werkelijkheid el kaar zo dicht benaderen. Prachtige boeken heeft Van Schen del zijn vrienden nagelaten, vooral zijn bij uitstek Hollandse romans De Wa terman, Een Hollands Drama, De Rijke Man en Grauwe Vogels. Hij weet sfeer te scheppen met zijn wonde re romantiek, of dat nu is in het zangerige en zuivere Angiolino in de Lente, of in het drukkende sombere verhaal over Gerbrand Werendonk, dat hij een Hollands drama noemde. Uit Jan Compagnie, De Wereld een Dansfeest, Mijnheer Oberon en Me vrouw, Het Oude Huis en al zijn an dere boeken zouden fragmenten te over geciteerd kunnen worden om het meesterschap van Van Schendel te il lustreren, en niet in het minst ook uit zijn gedicht De Nederlanden, waarin hij de omgeving van Haarlem zo fees telijk beschrijft. Wij volstaan hier met een enkel ci taat uit Een Hollandsch Drama, dat zich in de stad aan het Spaarne af speelt en waarin de Haarlemse sfeer rond de tachtiger jaren sober en zui ver wordt getekend. „Hij zat alleen en uit verveling las hij de schoolboeken. Oom Ger brand sprak niet tegen hem. Oom Frans keek hem soms vragend aan, maar zeide niets. Alleen na het avondeten ging hij uit en dan naar de stilste buifrten, om geen van de jongens tegen te komen, aan den anderen kant van het Spaarne en aan den zoom van de stad. Hij vond het daar ook rustig in die smalle straten waar weinig menschen gin gen en achter de ruiten de koffie lichtjes brandden. De avond was fris op dit uur en de lucht nog vaag Dan hoorde hij de Damiaatjes in de verte. Uit verveling telde hjj de ke ren, dat zij sloegen, hij hoorde het verschil in de klanken, sommige hard en ferm, sommige zacht verster' vend." Aart van der Leeuw Advertentie 1 October 8 uur JOH. KAART en JOH. BOSKAMP in Lachsucces Pl.bespreken tel. 5347. H. Bavo, Kathedraal: Zondag H.H. Mis ser. 6.30. 7.30, 9 (Hoogmis), 11 en 12 uur. H. Antonius v. Fadua: Zondag H.H. Mis sen 6.30, 7.30, 8.30 (Hoogmis), 10, 11 en 12 u. H. Jozef. Zondag H.H. Missen 6.45, 8, 9.15 (Hoogmis), 11 en 18 (Avondmis) uur. O. L. Vr. Rozenkrans: Zondag H.H Mis sen 6, 7.30, 9, 10.30 (Hoogmis) en 12 uur. H. Joannes de uoper: zondag H.H Mis sen 6.30, 7.30. 8.30, 9.30 (Hoogmis), 11 en 12 uur. H. Hart: Zondag H.H. Missen 6.30, 7.45, 9, 10.30 (Hoogmis) en 12 uur. n zekere zin een geestverwant van Arthur van Schendel mag men de dichter en romanschrijver Aart can der Leeuw noemen. Een romantische natuur, een zoeker naar het geluk. Maar Aart van der Leeuw was geen zwerver, waarom Van Schendel hem eens schreef: „Je hebt mijn naturel niet." Aart van der Leeuw werd te Delft geboren in 1876. Hij koos de studie in de rechten, studeerde in Am sterdam en promoveerde daar op 26- jarige leeftijd. Voor de buitenstaander scheen hij aanvankelijk niet zo'n dich terlijke geest en zijn werkkring bij een levensverzekeringsmaatschappij gaf daartoe ook niet de indruk. Overigens was hij daar slechts vier jaar werk zaam, want in 1906 trok hij zich terug in Voorburg, waar hjj in 1931 stierf. Zijn verhalen worden gedragen door een weemoedige sfger, die ec'Aer de innigheid van het geluk niet uitsluit. Het is alsof persoonlijk leed hem in spireert om het volmaakte geluk in zun werk te realiseren, zijn verbeel dingskracht wordt geboren uit een 'H.H. Elisabeth en Barbara: Zondag H.H.doofheuf iiThet ^'verklaren dat zÜn Missen 6.30, 7.45, 9 (Hoogmis) en. 11 uur. I werk kleL Left dan klank Door dat alles heen straalt zijn intense H. Liduina: Zondag H.H. Missen 6.30, 7.30, 8.30, 9.45 (Hoogmis), 11.30 uur. O. L. Vr. van Zeven Smarten: Zondag H.H, Missen 6.30, 7.30, 8.45 (Hoogmis), 10.15 en 11.30 uur. H.H. Petrus en Paulus: Zondag H.H. Missen 6.30, 7.45. 9 (Hoogmis) en 10.45. Allerheiligste Drieëenheid: Zondag H.H. Missen 7, 9 (Hoogmis) en 11 uur. Hulpkerk Bloemendaal: Zondag H.H. Mis sen 7.30 en 11 uur. O. L. Vr. Onbevlekt Ontvangen, Overveen: Zondag H.H Missen 7. 8. 9 (Hoogmis) en 10.30 en 11.30 uur. H. Agatha, Zandvoort: Zondag H.H Mis sen 7.30, 9 (Hoogmis) en 11 uur. H. Bavo, Heemstede: Zondag H.H Mis sen 7.15, 8.45, 10 (Hoogmis), 11.30. O. la. Vr. Hemelvaart, Heemstede Zon dag H.H. Missen 7, 8.15 (Hoogmis), 9.45, 10.45 en 11.45 uur. H. Antonius van Padua Aerdenhóut). Zondag H.H. Missen 7.30, 9 (Hoogmis) en 11 uur. vreugde over de natuur, die hij ook in zijn gedichten als in droom weet te schilderen. Heeft Aart van der Leeuw tijdens zijn leven niet steeds die erkenning gevonden, waarop hij toch aanspraak mocht maken, onvergetelijk blijft de herinnering aan De Kleine Rudolf, waarin de romantiek als een mantel geslagen ligt over de weerbarstigheid van het leven, en aan het speelse en luchtige Ik en mijn Speelman. Zuiver en groot is Van der Leeuw ook in zijn vertellingen, een milde en wijze humor springt steeds weer naar ■aar blijven de mannen nou? Dat is altijd de weerkerende vraag op de modeshows, waar het nieuwste van het nieuw ste wordt vertoond, ten faveure van de vrouw en soms tot ongerief van 's heren portemonnaie. Wij le ven nu in een tijd, en thans vooral in het seizoen, dat de shows aan de orde van de dag zijn, kostbare evenementen, die van kijk-sterren koop-sterren moeten maken. Eer lijk geschreven, ik heb zo'n show altijd maar show gevonden. Waar om is dat nodig? Ga naar een win kel, kijk desnoods in de etalage en koop wat je nodig hebt. Betaal a contant, en de winkelier is ook nog tevreden. De afgelopen veer tien dagen zijn er de nodige shows in onze stad en streek gehouden, dure en minder dure, maar altijd onder zeer grote belangstelling, ik heb me laten overhalen om eens naar zo'n dure te gaan kijken en ik heb er geen spijt van gehad. Wel voelde ik mij heel eenzaam en zwak als man tussen het zwakke geslacht en nog meer voelde ik mij straatarm bij zoveel weelde, die op exquise wijze door wiegende man nequins werd gepresenteerd. Die pracht is waarlijk exotisch, soms ook voor de beurs, exotisch is vaak ook het publiek, dat met grage ogen en kloppend hart al dat schoons aan zich voorbij laat gaan. Ik heb aan een tafeltje gezeten met charmante en praterige da mes, die overigens angstig de mid delbare leeftijd naderden. Zij waren gekomen uit Haarlem en de verre omtrek, natuurlijk niet met de bus of op de fiets, maar in een eigen wagen of per taxi, omdat „juist de wagen een lekke band had." Eerlijk, ik ben tenslotte vergeten naar de mannequins te kijken, want de show die de dametjes ten beste gaven, had toch ook een ze kere charme en was in ieder geval, kostelijk. Daar was er een, die bij een lo terij demonstratief en opvallend charitatief een tientje op tafel leg de en na afloop van de loterij ver zuchtte: „Jammer dat het voorbij is" (het tientje verdween weer in de tas). Een ander hield een ver koopster staande met de vraag, welke maat dat en dat mantelpak je had. Natuurlijk was de genoem de maat juist te klein, maar de zakelijke verkoopster repliceerde direct met de mededeling, dat elke gewenste maat te leveren was. Daar had ons show-dametje niet van terug en zij blies op grootse wijze de aftocht met te zeggen: nee, nee, het spijt mij, maar ik heb het direct nodig. Hoe het Haarlemse er deze herfst en winter uit zal zien weet ik nog HOSb K)5ï losgas niet, maar een tikkeltje angst heb ik toch wel. Op die show heb ik namelijk ook kennis gemaakt met de S- en H-lijn, compleet met pot hoed. Een kreet van schrik kon ik toch niet onderdrukken. Ener zijds worjlt er in Haarlem hard ge werkt om voor het verkeer de S- lijnen in de binnenstad te vermij den en ziet, anderzijds wordt het verkeer in gevaar gebracht door de S-lijn, die automobilist, fietser, brommer en wandelaar midden op de weg ontsteld zal doen stoppen. Nee, de joyeuse charme van ons Haarlemse vrouwvolk heeft geen vaste lijn nodig, het is zelfs vrij wel onmogelijk de Haarlemse vrouw aan de lijn te houden. Ik zou haar echt willen adviseren: zachtjes aan, dan breekt het lijn tje niet. En ik zelf houd het voorlopig maar bij lijn 4 van de N.Z. In zo'n bus ben je zo echt een gewone man, de eerzame bur ger, die vijftien cent moet be talen en niet veel drukte mag ma ken. Hoe heel anders is dat met een mannequin. Deze week kwamen er maar liefst zes tegelijk in Haarlem aan, parmantig en schoon aange daan in een auto en geëscorteerd door een motorspan van de Haar lemse politie. De auto werd geparkeerd op het Begijnhof en als modieuze begijn tjes trippelde het zestal naar de show. De politiemannen, trots, en met steelse blikken, fungeerden als paladijnen, ridderlijk ook en met de allure van: daarvoor gaan wij door het vuur. Daar is geen vuur aan te pas ge komen, geen vurigheid zelfs, were' mij verzekerd, en och arm, ook hel lokkende fluitje gaf geen pas. Maar dat wordt nu allemaal anders. In mijn lijfblad heb ik ge lezen en met vette letters stond het gedrukt dat de politieman nen in Haarlem met fluitsignalen gaan werken. Daarmee hebben hoofdcommissaris Fontijne en hoofdinspecteur Brauckmann van de verkeerspolitie zich alle recht van spreken ontzegd. Enkele dagen geleden hebben B. en W. van Haarlem de namen be kend gemaakt, welke gegeven zul len worden aan de straten in de nieuwe stadswijken Sinnevelt en Delftwijk, welke geprojecteerd zijn in Haarlem-Noord. Verreweg de meeste straten wor den zoals uit onze publicatie van Dinsdag j.l. wel gebleken is vernoemd naar Nederlandse schrij vers en dichters uit het nabije verleden, terwijl daarnaast ook enkele andere grote figuren (Ge neraal Spoor, Karei Doorman, dr. Plesman, Johan Limpers, Anthony Fokker en dokter De Liefde) in een straatnaam geëerd zullen wor den. Ongetwijfeld zullen op de naam bordjes in de straten de kwaliteit van de geëerde persoon, diens ge boorte- en sterfjaar vermeld staan. Wij vermoeden, dat vele lezers echter wel iets meer van deze fi guren willen weten, waarom wij ons voorstellen wekelijks de bete kenis van drie hunner te belichten met een beknopte en uiteraard on volledige samenvatting van hun ^leven en werk. voren en wij denken hierbij vooral aan zijn bundels De Gezegenden en Vluch tige Begroetingen. Uit het laatste citeren wij een stuk je vertelkunst, waarmede hij de bou wers van de middeleeuwse kathedralen tekent. „De één grijpt blij zingend zijn kalkbak en troffel, een ander lacht bij den schal van zijn hamer, en allen geven zij eindeloos meer van hun ijver, dan hun in klinkende munt kan worden uitbetaald. Van een arbeider breekt de beitel in stukken, en Abraham, de beeldensnijder, reikt hem dadelijk den zijne toe. Metse laar Hans laat een steenen roos, welke opengebloeid is om het hart van Maria, uit de handen glippen in zijn haast om een wankelende pi laster te steunen, dien een zwakke makker alleen niet houden kan. En beneden, onder een regen van zaag sel en mortel, is de bouwheer voor zijn teekenbord bezig met passer en duimstok, en wat uit den streek van zijn stiften teer oprankt, is een zicht baar geworden gebed. Dag aan dag wint de domkerk aan schoonheid en gratie. En daar om groeien de klokkentorens als een tros bloemen in de wolken op, en maken de spitsbogen hun gebaar van verrukking, en stralen de vensters als het oog van God, omdat het ge zamenlijk werken aan dit ten hemel stijgende wonder bij allen een vonk uit de ziel heeft geslagen, en zoo de kathedraal wordt opgetrokken door een broederschap van heiligen." Jan Prins De politieman, die nu met veel animo een aardig meisje na-fluit, moet in het vervolg een verdien stelijk ambtenaar genoemd wor den, en het zal er nu in het poli tiecorps maar om gaan wie over het beste fluitvermogen beschikt. Toch en juist daarom vind ik de komst van al die fluitsignalen in Haarlem een aanwinst. Het wordt nu met recht een gezellige boel in de stad, want fluitende mensen zijn vrolijke mensen. Maandag, dus overmorgen reeds, gaat het feest beginnen, maar ik beklaag de bovenburen van zo'n agenteske fluitist. Wat zal de Her mandad gaan oefenen en de buren maar berusten in dat improvisa tie-concert. Maar die berusting wordt royaal gecompenseerd, als hij op de drukke punten zijn buur man aan het werk ziet, een artist gelijk, maar dan met een vast ho norarium. Daar zijn er, die menen, dat er nu minder met politionele bonnen geslingerd zal wor den. Of dat waar is? Nou fluit daar maar naar! en geheel andere natuur, foschoon in dezelfde tijd levend, is de dichter Jan Prins. Een rond en hartelijk mens, die in zijn gedichten niet op de eerste plaats zoekt naar het mooiste woord, maar die met en kele pennestreken Holland zo zuiver en mannelijk weet te beelden. Zijn schuil naam Jan Prins bij de „burger lijke stand" was hij slechts bekend als Christiaan L. Schepp duidt wel op zijn Hollandse inslag, stoer en nuch ter. Hij werd op 5 Februari 1876 te Rot terdam geboren, genoot zijn opleiding aan het gymnasium en het Koninklijk Instituut voor de Marine en werd in 1896 zee-officier. In 1924 werd hij af gekeurd en vestigde hij zich in Sche- veningen. Later verhuisde hij naar Amsterdam en Naarden, in welke laat ste stad hij op 9 Februari 1948 stierf. Onder de Hollandse dichters neemt Jan Prins wel een van de voornaam ste plaatsen in. De zee, schepen, mo lens, dijken en alles wat karakteristiek is voor het Lage Land vindt men in zijn verzen terug, die niet bepaald sentimenteel genoemd kunnen worden, maar wel gevoelig voor de schoonheid an het land. Zijn zeereizen brachten hem overal ter wereld, ook in Indië, waaraan wij zijn Indische Gedichten danken. Dat trekken, ver van het vaderland, leer de hem nog sterker de betekenis van het „oost west, thuis best", en hp kon als weinig anderen die waarheid in zijn verzen uitbeelden. Sommige gedichten van Jan Prins zijn bepaald klassiek geworden (De Schepen en De Bruid) en geen har telijker en volkser gedicht verscheen er bij de geboorte van Prinses Bea trix op 31 Januari 1938 dan van zijn hand. Ook als vertaler verwierf hij zich verdiensten, o.a. van veertig fa bels van La Fontaine. Hieronder volgen het eerste en laatste couplet van zijn gedicht De Bruid uit de bundel Tochten. „De lucht over den jongen dag was helderder dan ooit. Iets ongewoon-verblijdends lag in weide en veld gestrooid. De torenklok zong, wat ze kon, de vlaggen staken uit. De bruigom was de lentezon en Holland was de bruid. Nu komt ze met haar lief gezicht den bruigom tegemoet. Wat is de hemel wijd, en licht. Wat is het leven goed. De wereld is een wonderbron van telkens nieuw geluid. De bruigom is de lentezon en Holland is de bruid." Advertentie HAARLEM Vanwege de grote belangstelling voor de expositie „Kind en Kunst", ten bate van de Stichting Kinderbewaarplaatsen Haarlem in het Frans Halsmuseum ge houden, is besloten deze te verlengen tot en met Woensdag 29 September. Ook het fraaie 18e-eeuwse poppen huis zal tot die datum te zien zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 3