Eigentijdse kloosterkunsttentoonstelling
in Sint Lioba te Egmond
A"
Moderne apostolaatsmethoden
D
INSTITUUT VOOR DE MARINE
te Willemsoord 100 jaar
H
2 October nationale reclasseringsdag
O
De TOL der Mulders in Nieuwezijl
Arbeider of
werknemer?
W
s
ACTIE VOOR GOD
De weg Van buiten naar binnen
Adelborst, een benaming, die verplicht
Het moderne verkeer heeft er geen hinder van
maar paard en wagen en schepen moeten betalen
H
!v f;
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1954
PAGINA 9
Winnaar C.E.A. A-opstel
prijsvraag naar Londen
„Vele vingers aan vele
trekkers"
Het communistisch gevaar
in Indonesië
WEER PECH VOOR
„DE HOOP"
■*- hf
an de voet van dezelfde duinen
Egmond, waar eens Sint Adel-
bert, de apostel van Kennemer-
land, werd begraven, zijn de zusters
Benedictinessen van Sint Lioba geves
tigd. Daar, in de onmiddellijke nabij
heid van de Sint Adelbertsrkker en
-abdij, is dit vrouwenklooster, naar eer,
bijbelse door de liturgie geliefde voor
stelling, bezig steeds dieper wortel te
schieter, in dat door God gezegende
stukje land, waar ook b. L. Vrouw ter
Nood te Oesdom onder Heiloo wordt
vereerd; als een weelderige boom is dit
nog jonge huls doende zijn takken wijd
en zijd te laten uitschieten.
Evenals in elk goed geregeld Bene
dictijns huis wordt ook hier het heilige
i.Werk Gods" zevenmaal daags verricht
en komt er elke dag een priester-mon
nik van de nabije abdij der paters de
Conventsmis opdragen, die de zusters
niet goed-geoefende stemmen in blijde
opgewektheid, het onvervalste ken
merk van de dienst des Heren, zingen.
Het is, zelfs op de mees', gewone ferie-
dag, telkens een hemels feest deze zo
waardige viering van de goddelijke
Mysteries te mogen meemaken: in de
stijlvolle zorg voor zang en paramenten
Wordt men de toewijding en het geloof
aan het Mysterie gewaar dat hier in
deze zo bij uitstek geëigende sfeer te
genwoordig is.
De arbeid heeft in Benedictijnse
zin steeds een hoge adel. Zelfs al het
stoffelijke, tot aan de dagelijkse ge
bruiksvoorwerpen toe, is door Sint
Benedictus gedrenkt in die sfeer van
godsdienstigheid en cultus welke aan
alles zulk een voornaam aanzien geeft.
Heel het monnikenleven heeft, in alle
eenvoud en bescheidenheid overigens,
een eigen stijl, die van rust en waar
digheid, zoals de Heilige Paus Grego-
rius de Grote het portret van de H.
Patriarch zelf tekent, wanneer hij
zegt, dat de man Gods kalm van ge
laat en bezonken van aard was en
dat er als een glans van klaarheid
om hem heen hing.
Wie in Egmond bij de Zusters van
Sint Lioba komt, wordt dit telkens op
nieuw gewaar, zodra hij kapel of spreek
kamer binnen gaat. Hier is Sint Beije-
dictus' geest levend aanwezig. Reeds
het vriendelijk complex van de fijn-
vrouwelijke en toch stoere kloosterge
bouwen, zelf ontworpen en harmonisch
aangepast aan de omlijsting van he!
duinlandschap, maakt een indruk die
van meet af inneemt en sympathiek
maakt. Dit is iets anders dan men ge
woon is te ontmoeten en men proeft
er als het ware aan alles de sfeer die
hier op deze plek heerst. Hier hebben
echte vroomheid en goede smaak een
tehuis gevonden. Van hieruit ook willen
zij, in alle kloosterlijke bescheidenheid
overigens, zich meedelen aan al wie
daar open voor staat.
Aan al die daar open voor staan en
belangstelling voor hebben, gaat nu
sinds het feest van de H. Apostel Ba>-
tholomeus, een van de mede-patroo
der vroegere Egmonder abdij-kerk, dit.
is sinds 24 Augustus j.l., de uitnodi
ging uit, in het gasten-verblijf van
het klooster „ad Sanctam Liobam" te
komen bezichtigen wat door kunstzin
nige bewoonsters van dit lieflijk hu s
is gewrocht. Met beminnelijke hoofs
heid, die we°r zo typerend Benedic
tijns is, wordt men er rondgeleid en
ingelicht.
Op de weilanden rondom lopen de
schapen, uit de wol waarvan de Zus
ters op het spinnewiel haar materiaal
bereiden. Zij hebben een uitgebreide,
veel zorg en toewijding eisende zijde
rupsen-teelt die haar de echte natuur
lijke zijde levert. In de duinen, vlak
aan haar bezitting grenzend, zoeken /ij
de planten waaruit zij de kleuren en
tinten voor haar grondstoffen halen.
Dan wordt er met technische vaardig
heid geweven op de grote toestellen
waarvan de bediening niet geringe in
spanning vraagt, en voegt draad na
draad zich aaneen tot het verbazing
wekkende, knappe geheel dat men be
doelt te scheppen. Weven, calligraphie,
miniatuur- en kleinteken-kunst wor
den hier beoefend. Er wordt gebeeld
houwd en geboetseerd; er is ook een
pottenbakkerij voor allerlei aarde-
.werk.
Dit alles, heel een „bedrijf" va
„ambachten" Sint Benedictus
spreekt van „artes" en „artifices" in
de oorspronkelijke zin die dit La
tijnse woord in zijn tijd (6e eeuw)
nog had veronderstelt behalve een
ge-eigende aanleg evenzeer een ge
paste scholing. Aan deze theoreti
sche en practise!) e vorming der Zus
ters die voor dit werk geschikt en
e manier, die men gekozen heeft
om door middel van de Actie
voor God uiting te geven aan
zuivere liefde tot God en de evenmens,
is geheel en al op moderne leest ge
schoeid.
Op deze kant van de groots opgezette
herkersteningskruistocht, die in deze
tijd van katholieke zijde over het hele
land wordt ondernomen, hebben wij be
loofd nog nader te zullen terugkomen.
En wel hoofdzakelijk om deze reden:
het ligt niet in de Nederl. volksaard
om met zijn diepste gevoelens te koop
te loDen. Vooral alles wat met gods
dienst te maken heeft, wordt graag met
een zekere reserve behandeld, o.a. uit
eerbied voor het heilige. Vooral in de
Noordelijke provincies, waar men niet
gewend is aan godsdienstige demon
straties buiten de kerk, is die reserve
duidelijk merkbaar. Zuidelijk enthou
siasme voor processies b.v. ligt de Bo-
venmoerdijkse Katholieken niet bijzon
der. Van uit deze geestesgesteldheid ot
beter nog: vanuit deze karaktertrek,
die wij als een feit hebben te accep
teren, is het volkomen begrijpelijk, dat,
om het eens heel huiselijk te zeggen,
geloofsprediking met behulp van mo
derne reclamemiddelen als pers, radio,
film, rijdende tentoonstellingen, licht-
zuilen, aanplakbiljetten, vliegende bla
den, vlugschriften, muurkranten, foto-
kasten enz. enz. gemakkelijk wordt aan
gevoeld als onwaardige tam-tam om
een heilige zaak. Om onze bedoeling
nog enigszins te verduidelijken, herin
neren wij aan de protesten uit eigen
kring, toen jaren geleden op de torens
van enkele kerken in de grote steden
lichtkruisen verschenen om ook in het
donker de mensen naar God te wijzen.
Nu is men eraan gewend, maar velen
heeft het moeite gekost zich bij deze
methoden, die men als „uiterlijkheden"
doodverfde, neer te leggen.
Het was eigenlijk wel om bovenge
noemde reden te verwachten, dat de
nieuw ontworpen Actie voor God weer
dergelijke reacties zou wekken, nu zo
veel te meer, daar het om heel wat
anders gaat dan enkel een verlicht
kruis op een of andere kerktoren.
Willen wij deze aangelegenheid zui
ver zien, dan kunnen wij, dunkt ons,
niet beter doen dan de kwestie zo
scherp mogelijk te stellen. En dan
komt het naar onze mening hierop
neer: schieten wij in feite niet te kort
in eerbied jegens God, godsdienst en
Kerk, wanneer wij voor de verbreiding
van het geloof onze toevlucht nemen
tot moderne reclamemiddelen als bo
ven bedoeld? Veruiterlijken wij daar
door het geloof niet al te zeer? Van
God en godsdienst een soort „handels
waar" te maken, die met min of meer
schreeuwerige reclame wordt aange
grepen, b.v. ook tussen de gebruike
lijke annonces in de bioscopen, getuigt
het wel van goede smaak? Is het wel
in overeenstemming met de heilige za
ken, waarover het gaat?
Vooraf moeten wij erop wijzen, dat
er in de aldus geformuleerde vragen
een fout schuilt. De reclame-methoden
van de Actie voor God zonder meer
gelijk stellen met de gebruikelijke aan
prijzingen van handelsartikelen gaat
niet op. Deze laatste immers hebben
zeer vaak weinig of geen gevoel voor
maat, goede smaak, behoorlijkheid. Als
zij hun zakelijk doel maar bereiken,
zijn alle middelen goed. Dat nu wil de
Actie voor God tot elke prijs vermij
den. Met de grootste zorg heeft men
ertegen gewaakt, dat geen enkel onder
deel vn deze godsdienstige reclame
campagne de zaak, waar het om gaat,
onwaardig zou zijn. Eerbied voor de
heilige waarheden, waaraan men de
mens wil herinneren, en de goede
smaak hebben bij het ontwerpen van
dit alles steeds vooropgestaan. Lawaai
erige stunts of wat ook van dien aard
heeft men principieel en consequent
geweerd. Voor een mogelijke kritiek
"lijft dan ook alleen maar over het feit,
dat men het geloof predikt met moder-
he middelen. Is daar iets op tegen?
T ij geloven dat zeer beslist niet.
\A/ Ieder weet dat gebruiken en ge-
woonten aan voortdurende ver
andering onderhevig zijn. Vooral de uit
wendige wijze van leven wijzigt zich
met elke generatie, soms zelfs binnen
®en generatie in elk land. De verschil-
jen in levenswijze in de onderscheiden
'anden en streken van de wereld zullen
*'tqd groot blijven. Het Nederlandse
•Preekwoord: 's lands wijs, 's lands
eer geeft de juist houding tegenover die
verschillen goed aan. Daarom zal ook
geen verstandig mens het in zijn hoofd
halen de levensgewoonten van b.v. een
Chinees af te keuren, omdat zij in ons
land ongebruikelijk zijn. Evenmin zal
men vreemde gewoonten niet tot elke
prijs hier verplichtend gaan stellen.
Waarmee intussen geen enkel waarde
oordeel over die gewoonten zelf wordt
uitgesproken.
Nu is het een onloochenbaar feit, dat
in onze dagen de wereld tengevolge van
de voortdurend volmaakter wordende
communicatiemiddelen steeds kleiner
wordt. Elke nieuwe uitvinding wordt
practisch onmiddellijk gemeenschappe
lijk bezit. Het „moderne leven" is in
grote lijnen in alle steden der wereld
gelijk. Zo ook de reclame-methoden.
Om deze reden zou men dan ook al
kunnen vragen: Wat kan erop tegen
zijn bij de geloofsverkondiging moder
ne middelen aan te wenden, waarme
de iedereen vertrouwd is, mits het op
waardige wijze gebeurt? Wie stoot er
zich aan als een kloosterzuster, een pa
ter, een priester fietst, „bromt" of op
een motor rijdt? In de missiegebieden
worden tegenwoordig zelfs al vliegtui
gen ingeschakeld met een missionaris
als piloot.
En toch is er een tijd geweest, dat
velen alleen reeds bij de gedachte aan
zo iets: „foei" zeiden! Wij lachen nu
daarom. Het heeft echter zijn nut eens
even na te denken over de verandering
van opvatting, die daarachter ligt. Het
aldus gewonnen inzicht is van waarde
voor onze houding tegenover de gebeur
tenissen van onze tijd. Een beetje ken
nis van de geschiedenis wijst ons er
verder op, dat de wijze van geloofsver
kondiger van preken b.v., altijd sterk
aan de heersende gewoonte gebonden
was. Ieder mens is een kind van zijn
tpd. Gedraagt hij zich anders, dan loopt
hq de niet denkbeeldige kans verkeerd
of zelfs helemaal niet verstaan te wor
den.
Onze tijd is heel sterk op het uiter
lijke afgestemd. Alles moet bovendien
snel en zo effectief mogelijk gebeuren.
Tijd tot rustige bezinning heeft men
nauwelqks. Het hele leven staat in het
teken van de techniek, die steeds meer
vervolmaakt wordt. Machines etc. ver
vangen de zelfwerkzaamheid van de
mens. Films en beeldromans hebben
voor zeer velen lezen en denken over
bodig gemaakt. Wil men een mens nog
bereiken, dat moet dat geschieden kort,
bondig, pakkend. Lange betogen zijn uit
de boze, omdat practisch niemand daar
naar luistert.
Al deze dingen zijn oorzaak, dat de
Actie voor God zich heeft aangepast
aan de moderne mentaliteit. Eenvou
dig omdat men moest. De vraag is nu:
zet dit de zaken niet op hun kop? Moet
het geloof niet van binnen-uit groeien?
Gaat men hier niet de weg van buiten
naar binnen? Is dat verantwoord?
Men moet helaas toegeven, dat er bij
velen, zeer velen, niets te verwachten
is van binnen naar buiten. Omdat het
„binnen" volkomen leeg is. Niemand
kan immers geven, wat hij niet heeft.
Nu is het wel waar, dat wij, mensen,
als regel onze kennis verwerven langs
zintuigelijke weg. Maar de grote mas
sa gebruikt haar zintuigen niet meer
om zich innerlijk te verrijken. Alles is
op uiterlijkheden afgestemd. Het leven
der mensheid wordt hoe langer hoe op
pervlakkiger. Dat is een feit. En met
dat feit houdt de Actie voor God reke
ning. Zij moet dat wel doen, wil zij de
mensen nog bereiken.
Vandaar dat zij probeert, langs de
weg, die eigenlijk de normale is, de zin
tuigelijke weg, de weg van buiten naar
binnen, de mens weer te bereiken,
hem tot nadenken te dwingen, hem in
nerlijk houvast te geven. Christus zelf
heeft bij de Stichting van Zijn Kerk, bij
de instelling van Zijn Sacramenten wel
degelijk rekening gehouden met het feit,
dat de mens uit ziel en lichaam bestaat.
Daarom is zjjn Kerk, daarom zqn de
Sacramenten zichtbaar! Daarom kan
er ook geen bezwaar hoegenaamd zijn
tegen de methoden, die de Actie voor
God heeft gekozen, omdat zij zich heeft
aangepast aan de aard van de moder
ne mens, mits die methoden niet zon
digen tegen de goede smaak.
En dat gebeurt niet. Daar kunnen
wjj gerust op zijn.
aangesteld zijn, wordt dan ook voort
durend de aandacht geschonken.
Ruimhartig stelt men voor deskun
dige opleiding de gelegenheid open
om ieder persoonlijk talent de kans
te geven tot volle recht te komen
Met volkomen eerbiediging en be
houd van dit persoonlijke is het
evenwel toch mogelijk in hetgeen
hier door gelukkige samenwerking
tot stand komt, een zekere eenheid
van idee terug te vinden. Het zou
inderdaad niet geheel en al onjuist
zijn van een „school" of „stijl van
Sint Lioba" te spreken en de leiden
de gedachte te ontdekken die dit
gezamenlijke kunstwerk van deze
kloostergemeenschap inspireert.
Wij hebben geboeid stil gestaan bij
de verschillende voorwerpen waarvan
men even gevoelvol als overzichtelijk
een tentoonstelling heeft ingericht in
een milieu dat op zijn eigen manier
weer uitstekend ertoe bijdraagt de din
gen tot hun natuurlijke recht te laten
komen.
Boven twee grote poortdeuren, die
openstaan als de luiken van een retabel,
aan weerszijden geflankeerd door twee
handgeweven gordijnen in lichte wit
groene tinten, staat in blauw, grijs en
goud een mozaïek te pronk: de gekrui
sigde Christus met de figuren van Maria
en Joannes naast zich. Zelden zal een
voorstelling zulk een diep-aangrijpende
indruk maken als deze! Hier straalt de
heerlijkheid van het kruis, van waaraf
de Heer waarlijk regeert!
Niet alleen echter voor kerken of ka
pellen, ook voor het huisgezin treft men
er allerlei religieuze voorwerpen in
ceramiek aan; wijwaterbakjes en -krui
ken, kruisen en kandelaars, wandtegels,
bloemvazen. Wat een fijne smaak om de
bloemen te zetten in een pot zoals we
daar hebben gezien!
Hield deze eerste zaal ons uitermate
geboeid, de volgende deed het zo moge
lijk nog meer. Bij het binnenkomen ont
waart men een nobel beeld van Sint
Christoffel, geflankeerd door twee
handgesponnen en handgeweven paarse
en witte met goud en blauw bewerkte
stola's. Het is alles zeer helder van toon.
Men heeft er ook een miniatuur
kapelletje ingericht, waarvan de ge
hele aankleding door de Zusters is
ontworpen en vervaardigd: het altaar
met het kruis als de vruchtdragende
levensboom, die opschiet uit de sche
del van Adam, het vloer-tapijt in over-
Fragment van het handgesponnen
en handgeweven gobelin, het
oogstdankfeest voorstellende. In
het midden o.a. de os, die voor de
wagen gespannen de wijn naar
huis brengt, beeld van het geduld,
en de kraanvogels, die, staande op
één poot, de waakzaamheid sym
boliseren.
wegend rose, rode en groene tinten, de
glasraampjes. Wat zou zulk een Ma-
ria-kapelletje bij onze parochiekerken
of zelfs, zoals in het Zuiden, geheel
vrij staande ergens langs de weg of
in het veld, een mooie herinnering
zijn aan dit Maria-jaar en tevens een
aansporing om God en Zijn H. Moeder
te eren in biddende schoonheid!
Even aangrijpend van godsdienstige
uitvoering als subliem van idee en ver
werkelijking is het kapelletje, ontwor
pen als Kerststal. Op de achterwand
staat een mozaïek waarop de Engelen,
de os en de ezel voorkomen. Een in hout
gesneden beeldje stelt het goddelijk
Kind voor. Alles heel simpel en in vol
maakte rust, die geheel geconcentreerd
is op het Mysterie van de mensgewor-
den Zoon Gods, maar schoon als geen
andere Kerststal!
Kerk en huis vinden hier in Sint Lio
ba te Egmond keuze te over van waar
lijk goede, religieus en kunstzinnig ge
heel verantwoorde dingen. Wij zijn de
eerlijke mening toegedaan, dat deze
Zusters Benedictinessen in haar monas
tiek leven zowel als in eigen inspiratie
geestelijke rijkdom genoeg bezitten om
de godsdienstig-georiënteerde kunst op
gelukkige wijze te beïnvloeden. Haar
et veruit oudste militaire uni
form in Nederland, veel ouder
nog dan dat van Bronbeek, is
het rood gekraagde baadje, gedragen
door de leerlingen van het Koninklijk
Instituut voor de Marine te Willems
oord aan het Nieuwediep. Met de pon
jaard, zwierig aan het dunne kettink
je, verleent het distinctie aan de uiter
lijke verschijning van de Adelborst,
titel, die een wereld oproept van rid
derlijkheid en traditie, en heel wat
beter klinkt dan het Engelse equiva
lent: Midshipman. Dat men met deze
naam wil uitdrukken de bijzondere
eigenschappen, die bij een toekomstig
zeeofficier mogen worden verondei-
steld, is zo oud als de roep van onze
Marine. Want reeds in het begin van
de zeventiende t :uw kende men aan
boord de „adels", de jonge men
sen, die in de practijk het zeemans
vak leerden en tussen de bedrijven
door, of als zij aan wal waren, wis-
en zeevaartkunde studeerden, om zich
voor te bereiden op hun aanstelling
tot officier. En eenzelfde verplichting
opleggende onderscheiding ligt beslo
ten in het „Jonk waarmee van
daag op de schepen de adelborst wordt
aangesproken.
In ons ter zee zo bekwaam en strijd
vaardig, maar tegelijk zuinig en wei
nig militairistisch land zou het duren
tot het midden der achttiende eeuw
eer de theoretische opleiding van toe
komstige officieren, zowel voor Ma
rine als koopvaardij, serieus ter hand
werd genomen. In 1749 gaf een „Zee
manscollege" te Amsterdam de stoot
tot oprichting van een cursus, die on
der leiding werd gesteld van de be
kwame Cornelis Douwes met de titel
van „Mathematicus en examinator
van 's Lands zee-officieren en stuur
lieden". Ook het Admiraliteitscollege
van de Maze te Rotterdam stelde en
kele jaren later een „mathematicus"
aan, terwijl na de Slag bij Doggers-
bank te Amsterdam en Haarlem werd
gesticht het „Vaderlandsch fonds, die
nende in het algemeen ter aanmoedi
ging van 's Lands Zeevaart en in het
bijzonder tot ondersteuning van be
hoeftige Weduwen van gesneuvelde
Zeevarenden, enz. in denzelfden
Dienst". Dit fonds riep in 1785 te Am
sterdam de „Kweekschool voor de
Zeevaart" in het leven, die tot 1829
de Marine van aspirant-officieren
voorzag.
De „meer bepaaldelijk wetenschap
pelijke militaire opvoeding" van toe
komstige Nederlandse zee-officieren
dateert van 1803, het „Kadetten-Insti-
tuut voor de Marine van de Bataafse
republiek", dat in de verdere Franse
tijd nog al eens van naam zou veran
deren en tijdens de inlijving bij Frank
rijk werd opgeheven. Pas in 1828
kreeg de herboren opleiding definitief
gestalte in het „Koninklijk Instituut-
voor de Marine", dat gevestigd werd
te Medemblik. Hier kwam de betite
ling Adelborst officieel in gebruik en
werd ook het uniform gecreëerd, zoals
dat in hoofdzaak nog vandaag wordt
gedragen: Donkerblauw lakens buisje
met rode kraag, wit hemd met zwart
zijden halsdoek, nanking wijde broek,
wit vest en halve slobkousen, pon
jaard aan een band van fluweel. Al
leen het hoofddeksel verschilde wel
iets: „een ronde monteringshoed, op
getoomd aan de linkerzijde met gou-
oudste militaire uniform in Ne
derland.
den lis, knoop en oranje kokarde".
Deze hoed is in 1850 afgeschaft en
vervangen door de pet, waarbij ook
het witte vest verdwijnen zou. Dit ge
beurde bij de tijdelijke samenvoeging
van cadetten en adelborsten in de
„Koninklijke Academie voor Zee- en
Landmacht" te Breda, een experiment
dat slechts vier jaar heeft geduurd.
In 1854 kwam het Instituut te Willems
oord in gebruik, dat half October zijn
honderdjarig bestaan gaat vieren.
Dit Instituut, in eigen kring „Het
Gesticht" genaamd, is in de loop dei-
jaren geregeld uitgebreid en gemoder
niseerd. Het telt thans 300 leerlingen
tegen 100 vóór de oorlog. Van die 300
zijn 258 Nederlanders, 26 Indonesiërs
en 3 Belgen. Verder is hier geregeld
een honderdtal aspirant reserve-offi
cieren in opleiding, en worden er voor
officieren applicatie-cursussen gege
ven. Ook aspirant reserve-officieren
der Marva volgen lessen in het Tnsti
tuut. Zij worden kortweg, maar zeer
welluidend „Aroma's" genoemd. Al
met al betekent dit in een en hetzelfde
huis 34 verschillende lesroosters, waar
bij de opleiding der Adelborsten na
tuurlijk de kern blijft. In de drie jaar,
welke deze duurt, worden de jonge
lui in de ware zin des woords volge
propt met kennis, veel meer dan ooit
tevoren gezien de grote verandering
in de techniek van navigatie en oor
logvoering.
Naast deze parate kennis, zo ver
telde ons de huidige commandant, de
Kapitein ter Zee H. A. W. Goossens,
gaat het er vooral om een goede men
taliteit aan te kweken, de jonge men
sen een ideaal te geven, en honderd
eigenschappen, die zij straks in de
practijk nodig zullen hebben: algeme
ne beschaving, een diep gevoel voor
discipline en plichtsbetrachting, het
gemak of althans de innerlijke zeker
heid om zich overal te kunnen bewe
gen, prestige onder alle omstandighe
den, iets dat niet komt met de stre
pen, maar innerlijk dient mee te
groeien. „Kennis is Macht, Karakter
is Meer", leest men in de hal van
het Instituut. Adelborsten komen
thans van overal en uit elk milieu,
waarbjj het echter opmerkelijk is, dat
provincies als b.v. Groningen en
Friesland heel weinig ambitie tonen.
Aan het Instituut wordt hoger onder
wijs gegeven, echter met de disci
pline van de middelbare school: heel
de sfeer houdt trouwens het midden
tussen kazerne en internaat, met in
alles de adem van de zee en de geest
van tal van tradities. Buiten voor het
hoofdgebouw verheft zich de mast van
het schip van Van Speyck, buiten en
binnen staan oude scheepskanonnen
en lilla's uit Indië. En als een kost
baar reliek hangt op het trappenhuis
een Nederlandse vlag, die ge
hesen werd
Sicilië.
bij de landing op
(Van onze speciale verslaggever)
p Zaterdag 2 October a.s. wordt
de traditionele jaarlijkse „Natio
nale Reclasseringsdag" gehou
den. Dan wordt dus alom in den
lande een inzameling gehouden ten bate
van de verschillende reclasseringsver-
enigingen van alle gezindten. Het werk,
dat door deze instanties wordt verricht,
geniet algemene bekendheid. Maar het
is de vraag of die collectieve kennis
omtrent de activiteit van de reclasse-
ringsverenigingen wel zó diep gaat.
Men mag dit met des te meer reden
betwijfelen, nademaal het hier werk
zaamheden betreft, die zich afspelen in
een wereld, die voor de gewone man
gelukkig niet zo toegankelijk is;
de wereld van de misdaad n.l.
Hoe dat zij, dezei dagen hebben wjj
door tussenkomst van het „Nationaal
r .1® klassiek-religieus en juist daar- i Bureau voor Reclassering" een bezoek
om stoer. Kazuifels, koorkappen e.d., - -
het is alles werk bestemd voor mannen
en daarom mannelijk van opvatting; een
bruid daarentegen tooien zij weer an
ders; het vrouwelijk accent vermogen
zij zeer zuiver te leggen.
Beter dan wij vermochten, zal eigen
bezoek aan deze tentoonstelling, die een
reis (via Castricum, Heiloo of Alkmaar;
de Zusters geven u gaarne de aanslui
tende busdienst op) overwaard is, laten
zien op welk een hoogte deze eigentijdse
kunst, die zich levendig weet te laten
inspireren door de zuiverste bronnen
van de christelijke cultuur, zich vermag
te verheffen.
Dom H. J. SCHEERMAN O.S.B.
gebracht aan de gevangenis „Nieuw-
Vossenveld", een inrichting bestemd
voor jeugdige delinquenten van 13
tot 25 jaar, die tenminste één jaar ge
vangenisstraf moeten ondergaan. De
vernieuwing van het gevangeniswezen
wil dat de behandeling die de delinquen
ten hier ondervinden van dusdanige
aard is dat alléén al het ondergaan
van de straf reclasserend werkt. De
tijd die zij in de inrichting doorbren
gen wordt onderverdeeld in drie perio
den. Tijdens de eerste worden zij cellu
lair gevangen gezet. Met het doel ove
rigens een beter inzicht te krijgen in
de persoonlijkheid van de desbetref
fende delinquent. Daartoe bezoeken hem
Sinds bijna dertig jaar is er in
Nieuwezijl, even over de Zuidelij
ke grens van de stad IJlst, en
deel uitmakend van de uitgestrekte lan
delijke gemeente Wymbritseradeel een
Mulder beheerder van een erfstuk uit
de glorietijd van de stad Bolsward, hoe
ingewikkeld dat moge lijken en hoe
merkwaardig dat ook is. Overigens niet
alleen de ligging van dit erfstuk is
merkwaardig, want hei erfstuk zelf is
het ook en het is bovendien uniek.
Wie per motor, per auto, of per fiets,
te voet of per brommer de tol passeert
kan vrijelijk doorrqüen, maar wie per
boot of met paard en wagen langs het
huis van Mulder komt, wordt prompt
aan de koorden van z'n geldbuidel
gètrokken. Een tol mag in deze tijd een
merkwaardige instelling zijn, die van
Nieuwezijl is het in dubbele zin. De tol
van Nieuwezijl is alleen voor schepen
en paard en wagens, die over de brug
moeten of er onderdoor en in beide ge
vallen bedraagt het tolgeld zegge vijf
cent. Niettemin is het bedrüt van Mui
der een ingewikkelde zaak. Om te be
ginnen is die tol vrijwel nooit dicht,
alleen wanneer er een onwillige koet
sier zijn weg van IJlst naar Heeg en
Oudega wil vervolgen zonder te betalen.
En, het vaarwater van de Bolswarder
vaart onder diezelfde brug kan door
de tolgaarder met een ketting worden
afgesloten, maar ook dat doet Mulder
niet, evenmin als z'n vader dat deed.
Dat brengt met zich mee, dat hij van
's morgens vijf uur tot 's avonds tien
uur op z'n tellen moet passen, want
hij heeft geen vervanger en elke stui
ver is er een. Het loon dat hem door
de gemeente Bolsward wordt uitbetaald,
is namelijk niet toereikend voor het
onderhoud van een gezin en met de
tolgelden moet Mulder er de rest bij
De tol van Nieuwezijl, een uniek
„erfstuk" uit Bolswards historie.
zien te krijgen. De scheepvaart is ech
ter niet zo druk meer als vroeger en
het paard is door de auto verdrongen.
Overigens: zoals gezegd, het bedrijf van
Mulder is ingewikkeld. Wie namelijk
alleen met een paard die brug passeert
is niets schuldig evenmin als degene
die er alleen met een wagen over gaat.
Een paard en wagen levert Mulder ech
ter een stuiver op. Een paard dat tw- -
wagens trekt kost de voerman niets
meer, maar heeft hij twee paarden voor
z'n wagen, dan kost hem dat het dub
bele tarief. Soms ontsnapt een paard
en wagen of een plezierbootje, dat on
der de brug door kan even aan Mul
der's aandacht, maar dan zet hij per
fiets de achtervolging in, desnoods tot
IJlst of Sneek. Intussen zorgt dan zijn
vrouw voor brug en tol en dan ramme
len de stuivers in haar schortzak. Door
dat echter alleen voor schepen en paard
en wagens tolgeld verschuldigd is, zijn
velen die in de nabijheid van Nieuwe
zijl wonen het bestaan van die tol al
vergeten en zelfs de burgemeesters van
Wymbritseradeel of IJlst moeten eerst
diep nadenken voor hen iets van die
tol te binnen schiet. Zij hebben er dan-
ook niets mee te doen, want Mulder's
broodwinning, die hij tot voor kort al
tijd pachtte, is van Bolsward, met brug
en al. Omstreeks 1500 kreeg Bolsward
namelijk van de waterschappen toe
stemming om ter plaatse een doorvaart
te maken en om een „zijl met verlaat"
aan te leggen. Daar ging de stad Bols
ward toen tolheffen en zo is het geble
ven. De tol die in 1811 bij decreet van
Lodewjjk Napoleon werd bevestigd is
sinds mensenheugenis niet veranderd,
evenmin als het tarief. Zelfs de brug
gelden in Nieuwezijl zijn „tol" want
bruggeld is belasting en belasting mag
een gemeente alleen heffen van het
eigen grondgebied en met die gelden
wordt weer het onderhoud van de brug
betaald.
Zo is deze tol die voor Bolsward niet
meer van betekenis is zoals in vroe
ger eeuwen blijven bestaan. Mulder
vindt er werk in en de boeren uit de
omgeving, die veel met paard en wa
gen over de brug moeten, mopperen,
vanwege al die stuivers die zij de tol
gaarder moeten betalen. Maar nog al
tijd is er geen kans op, dat deze unieke
„instelling" geschiedenis zal worden
en waarom ook?
zowel de sociaal ambtenaar als de
reclasseringsambtenaar. Na deze fase
van afzondering worden de gedetineer
den meer in aanraking gebracht met
de (gevangenis) gemeenschap. Tenslot
te genieten zij, tijdens de laatste perio
de, een zekere mate van vrijheid van
beweging. Daar is verder voor hen
de mogelijkheid zich te bekwamen in
een vak en zelfs kunnen zjj een exa
men afleggen. Nu hun invrijheidstel
ling helpt „de" reclassering hen bq
het vinden naar een betrekking, waar
voor trouwens tijdens de detentie reeds
de contacten worden gelegd. Kortom,
de reclasseringsvereniging staat de ont
spoorde en tot de misdaad vervallen
mens zoveel mogelijk bq om zijn, dik
wijls maar al te schokkende, terugkeer
van de gevangenis naar de geordende
maatschappij zo soepel mogelijk te
doen verlopen. Sommigen mensen schij
nen bezwaren te hebben tegen, wat
zij noemen, een te „tedere" behande
ling van delinquenten. Zij vergeten, ge
loven wij, dat de reclassering van de
misdadiger niet alleen in het belang
Vrijdagmiddag is de 19-jarige Hans
Wesselink uit Hilversum, die de Ne
derlandse winnaar is van de in negen
Europese landen door de Congress of
European American Associations uitge
schreven opstelwedstrijd, per vliegtuig
naar Londen vertrokken. In de Britse
hoofdstad zal Hans met de andere na
tionale winnaars tezamen komen en
Maandagmorgen horen of hij tot de
drie internationale prijswinnaars be
hoort. Het onderwerp van deze prijs
vraag was: „Why is important for
Europe and America to be friends and
how could this friendship best be pro
moted?"
Hans, die dit jaar zijn eindexamen
H.B.S.-B deed aan het Christelijk Ly
ceum in de radiostad heeft het opstel
na twee weken van voorbereiding als
ontspanning één maand voor hij schrif
telijk examen moest doen, in vier uur
tijds in het Nederlands geschreven.
Het is later in het Engels vertaald.
Frank H. Bartholomew, eerste vice-
president van United Press, die een
rondreis heeft gemaakt door het Verre
Oosten, heeft gezegd, dat er een zeer
goede kans bestaat, dat Indonesië onder
de sikkel en hamer zal komen. Het
wordt niet krachtig bestuurd en er
heerst zeer veel binnenlandse onrust,
zodat het land rijp is voor een commu
nistische staatsgreep.
Hij zei, dat wanneer de communisten
in Indonesië inderdaad de macht grijpen,
men mag verwachten, dat zij Nieuw-
Guinea zullen binnendringen. Austra
lië en Nieuw-Zeeland zullen de strijd
aanbinden en de V.S. zal zich dan zon
der twijfel in het conflict mengen.
Bartholomew zei tenslotte dat de
V.S. en haar bondgenoten moesten
waken tegen diversionistische activi
teiten, daar „met zo*rele vingers aan zo
veel trekkers" bepaalde diversionis
tische bewegingen gemakkelijk uit de
handen kunnen lopen van hen, die deze
bewegingen geïnspireerd hebben.
Het hospitaal-kerkschip „De Hoop"
heeft deze reis wel met pech te kampen.
Men heeft reeds de tweede dokter op
één reis aan boord en de stuurman
ligt met zijn been in het gips thuis.
Dokter Zweers, die 14 dagen geleden
als vervanger naar zee vertrok, heeft
met zijn voet bekneld gezeten tussen
de sloep en het schip. De voet is ge
broken en daarom is „De Hoop" naar
Engeland gevaren, Waar de voet in het
gips gezet zal worden. Het is de bedoe
ling dat dokter Zweers met het hospi
taal-kerkschip daarna de reis uitmaakt
en naar IJmuiden terugkeert.
is van hemzelf, maar ook in dat van
de maatschappij. Deze maatschappij
nl. is inderdaad gebaat bq verwijde
ring van „ongure elementen" uit haar
midden. Maar zij is dat evenzeer bij
een terugkeer van dezelfde mensen als
volwaardige krachten, die tegen het
leven bestand zijn. Wat wij maar zeg
gen willen is dit, dat u feitelijk in uw
eigen belang handelt, wanneer u het
reclasseringswerk steunt.
(Vervolg van pag. 1)
e vragen ons dikwijls af met welk
vreemd verschijnsel we hier
toch te doen hebben. Het zeer
menselijke streven om meer te worden
en meer te zijn aanvaarden we niet al
leen gaarne, maar we zijn bereid dit
zo sterk mogelijk te bevorderen. Even
eens aanvaarden we het feit van de om
groei van de ene naar de andere stand,
en dit in beide richtingen. Maar wat
we niet aanvaarden kunnen, dat is de
ondergrond die hierbij zo vaak speelt
en die naar onze stellige mening geen
andere is dan een stuk sociale onder
waardering van de mensen onderling.
Onderwaardering tevens voor de waar
de van de handenarbeid. We hopen niet
te lijden aan een overschatting van de
factor arbeid; ook niet als we consta
teren dat in heel de thans ingediende
zo optimistische rijksbegroting telkens
opnieuw tot uitdrukking komt dat we
het mede aan deze factor te danken
hebben dat Nederland er weer zo goed
voorstaat. Neen, we willen niet opnieuw
een pleidooi gaan leveren voor een aan
deel in de gestegen welvaart voor de
hand-arbeiders: dit proces heeft zich in
gezet, en laat zich niet meer tegen
houden. Wat wij zo graag willen is het
versterken van het inzicht, dat zij, die
nog steeds met een zekere minachting
in de richting van de arbeiders kijken,
toch eindelijk eens gaan begrijpen, dat
zij, ook heel erg nuchter en zakelijk ge
zien, wel heel erg op het verkeerde
paard wedden. Wie ook maar enig oog
heeft voor de ontwikkeling der maat
schappelijke verhoudingen, moet toch
inzien, dat 't vooral de factor ARBEID
is die in steeds hoger aanzien komt te
staan. Het is niet meer zo, dat alleen
maar de tijd van de rechteloosheid voor
de arbeiders voorbij is, we naderen de
tijd dat volledig de gevolgen worden
erkend van datgene wat we in de ele
mentaire leerboeken der economie als
feit"-z'otnder-consequ en ties-voor-de ar
beiders vonden geconstateerd; de oor
spronkelijke factoren der productie zijn
de natuur en de arbeid.
Wat ons nog altijd zo oprecht spijt
is, dat wij Katholieken minder snel dan
anderen deze maatschappelijke ontwik
keling schijnen te kunnen volgen. In
onze katholieke arbeidersbeweging zijn
weliswaar enkele groepen hoofdarbei
ders aangesloten, maar pas op, noem
ze geen arbeider, want dat vinden zij
onaangenaam. Maar wat erger is: om
wille van dat woord en dat begrip ar
beid en arbeider, houden zich angstval
lig afzijdig van dit werkersverbond vele
groepen, die juist in deze tijd eraan
zouden kunnen medewerken dat het ka
tholiek verbond van de Arbeid zowel
kwantitatief als kwalitatief verreweg de
sterkste in Nederland z!bu kunnen zijn.
We verloochenen hiermede beslist niet
de standsorganisatie-gedachte van dr.
Poels. Te zeer zijn we overtuigd, dat
de standsorganisaties wezenlijke struc
tuurelementen kunnen en moeten zijn
in onze samenleving; evenzeer zijn we
er van overtuigd, dat een standsorgani
satie zonder vakbeweging niet voldoen
de maatschappelijke stootkracht heeft.
Maar is hier niet veeleer sprake van
een technisch-organisatorische kwestie,
die met goede wil tot een oplossing is
te brengen? Er wordt gedacht en ge
werkt aan een katholiek sociaal pro
gram. Zal men er in kunnen slagen
een program te verwezenlijken, indien
het apparaat voor de uitvoering ont
breekt?
Het is een misschien wat vreemde
conclusie uit een rijksbegroting. Maar
wie alleen in cijfers denkt gaat de men
sen vergeten om wier belang en wel
zijn ook de cijfers van de rijksbegro
ting 1955 weer werden gegroepeerd.