Eigentijdse kloosterkunsttentoonstelling in Sint Lioba te Egmond A" Moderne apostolaatsmethoden D INSTITUUT VOOR DE MARINE te Willemsoord 100 jaar H 2 October nationale reclasseringsdag O De TOL der Mulders in Nieuwezijl Arbeider of werknemer? W s ACTIE VOOR GOD De weg Van buiten naar binnen Adelborst, een benaming, die verplicht Het moderne verkeer heeft er geen hinder van maar paard en wagen en schepen moeten betalen H !v f; ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1954 PAGINA 9 Winnaar C.E.A. A-opstel prijsvraag naar Londen „Vele vingers aan vele trekkers" Het communistisch gevaar in Indonesië WEER PECH VOOR „DE HOOP" ■*- hf an de voet van dezelfde duinen Egmond, waar eens Sint Adel- bert, de apostel van Kennemer- land, werd begraven, zijn de zusters Benedictinessen van Sint Lioba geves tigd. Daar, in de onmiddellijke nabij heid van de Sint Adelbertsrkker en -abdij, is dit vrouwenklooster, naar eer, bijbelse door de liturgie geliefde voor stelling, bezig steeds dieper wortel te schieter, in dat door God gezegende stukje land, waar ook b. L. Vrouw ter Nood te Oesdom onder Heiloo wordt vereerd; als een weelderige boom is dit nog jonge huls doende zijn takken wijd en zijd te laten uitschieten. Evenals in elk goed geregeld Bene dictijns huis wordt ook hier het heilige i.Werk Gods" zevenmaal daags verricht en komt er elke dag een priester-mon nik van de nabije abdij der paters de Conventsmis opdragen, die de zusters niet goed-geoefende stemmen in blijde opgewektheid, het onvervalste ken merk van de dienst des Heren, zingen. Het is, zelfs op de mees', gewone ferie- dag, telkens een hemels feest deze zo waardige viering van de goddelijke Mysteries te mogen meemaken: in de stijlvolle zorg voor zang en paramenten Wordt men de toewijding en het geloof aan het Mysterie gewaar dat hier in deze zo bij uitstek geëigende sfeer te genwoordig is. De arbeid heeft in Benedictijnse zin steeds een hoge adel. Zelfs al het stoffelijke, tot aan de dagelijkse ge bruiksvoorwerpen toe, is door Sint Benedictus gedrenkt in die sfeer van godsdienstigheid en cultus welke aan alles zulk een voornaam aanzien geeft. Heel het monnikenleven heeft, in alle eenvoud en bescheidenheid overigens, een eigen stijl, die van rust en waar digheid, zoals de Heilige Paus Grego- rius de Grote het portret van de H. Patriarch zelf tekent, wanneer hij zegt, dat de man Gods kalm van ge laat en bezonken van aard was en dat er als een glans van klaarheid om hem heen hing. Wie in Egmond bij de Zusters van Sint Lioba komt, wordt dit telkens op nieuw gewaar, zodra hij kapel of spreek kamer binnen gaat. Hier is Sint Beije- dictus' geest levend aanwezig. Reeds het vriendelijk complex van de fijn- vrouwelijke en toch stoere kloosterge bouwen, zelf ontworpen en harmonisch aangepast aan de omlijsting van he! duinlandschap, maakt een indruk die van meet af inneemt en sympathiek maakt. Dit is iets anders dan men ge woon is te ontmoeten en men proeft er als het ware aan alles de sfeer die hier op deze plek heerst. Hier hebben echte vroomheid en goede smaak een tehuis gevonden. Van hieruit ook willen zij, in alle kloosterlijke bescheidenheid overigens, zich meedelen aan al wie daar open voor staat. Aan al die daar open voor staan en belangstelling voor hebben, gaat nu sinds het feest van de H. Apostel Ba>- tholomeus, een van de mede-patroo der vroegere Egmonder abdij-kerk, dit. is sinds 24 Augustus j.l., de uitnodi ging uit, in het gasten-verblijf van het klooster „ad Sanctam Liobam" te komen bezichtigen wat door kunstzin nige bewoonsters van dit lieflijk hu s is gewrocht. Met beminnelijke hoofs heid, die we°r zo typerend Benedic tijns is, wordt men er rondgeleid en ingelicht. Op de weilanden rondom lopen de schapen, uit de wol waarvan de Zus ters op het spinnewiel haar materiaal bereiden. Zij hebben een uitgebreide, veel zorg en toewijding eisende zijde rupsen-teelt die haar de echte natuur lijke zijde levert. In de duinen, vlak aan haar bezitting grenzend, zoeken /ij de planten waaruit zij de kleuren en tinten voor haar grondstoffen halen. Dan wordt er met technische vaardig heid geweven op de grote toestellen waarvan de bediening niet geringe in spanning vraagt, en voegt draad na draad zich aaneen tot het verbazing wekkende, knappe geheel dat men be doelt te scheppen. Weven, calligraphie, miniatuur- en kleinteken-kunst wor den hier beoefend. Er wordt gebeeld houwd en geboetseerd; er is ook een pottenbakkerij voor allerlei aarde- .werk. Dit alles, heel een „bedrijf" va „ambachten" Sint Benedictus spreekt van „artes" en „artifices" in de oorspronkelijke zin die dit La tijnse woord in zijn tijd (6e eeuw) nog had veronderstelt behalve een ge-eigende aanleg evenzeer een ge paste scholing. Aan deze theoreti sche en practise!) e vorming der Zus ters die voor dit werk geschikt en e manier, die men gekozen heeft om door middel van de Actie voor God uiting te geven aan zuivere liefde tot God en de evenmens, is geheel en al op moderne leest ge schoeid. Op deze kant van de groots opgezette herkersteningskruistocht, die in deze tijd van katholieke zijde over het hele land wordt ondernomen, hebben wij be loofd nog nader te zullen terugkomen. En wel hoofdzakelijk om deze reden: het ligt niet in de Nederl. volksaard om met zijn diepste gevoelens te koop te loDen. Vooral alles wat met gods dienst te maken heeft, wordt graag met een zekere reserve behandeld, o.a. uit eerbied voor het heilige. Vooral in de Noordelijke provincies, waar men niet gewend is aan godsdienstige demon straties buiten de kerk, is die reserve duidelijk merkbaar. Zuidelijk enthou siasme voor processies b.v. ligt de Bo- venmoerdijkse Katholieken niet bijzon der. Van uit deze geestesgesteldheid ot beter nog: vanuit deze karaktertrek, die wij als een feit hebben te accep teren, is het volkomen begrijpelijk, dat, om het eens heel huiselijk te zeggen, geloofsprediking met behulp van mo derne reclamemiddelen als pers, radio, film, rijdende tentoonstellingen, licht- zuilen, aanplakbiljetten, vliegende bla den, vlugschriften, muurkranten, foto- kasten enz. enz. gemakkelijk wordt aan gevoeld als onwaardige tam-tam om een heilige zaak. Om onze bedoeling nog enigszins te verduidelijken, herin neren wij aan de protesten uit eigen kring, toen jaren geleden op de torens van enkele kerken in de grote steden lichtkruisen verschenen om ook in het donker de mensen naar God te wijzen. Nu is men eraan gewend, maar velen heeft het moeite gekost zich bij deze methoden, die men als „uiterlijkheden" doodverfde, neer te leggen. Het was eigenlijk wel om bovenge noemde reden te verwachten, dat de nieuw ontworpen Actie voor God weer dergelijke reacties zou wekken, nu zo veel te meer, daar het om heel wat anders gaat dan enkel een verlicht kruis op een of andere kerktoren. Willen wij deze aangelegenheid zui ver zien, dan kunnen wij, dunkt ons, niet beter doen dan de kwestie zo scherp mogelijk te stellen. En dan komt het naar onze mening hierop neer: schieten wij in feite niet te kort in eerbied jegens God, godsdienst en Kerk, wanneer wij voor de verbreiding van het geloof onze toevlucht nemen tot moderne reclamemiddelen als bo ven bedoeld? Veruiterlijken wij daar door het geloof niet al te zeer? Van God en godsdienst een soort „handels waar" te maken, die met min of meer schreeuwerige reclame wordt aange grepen, b.v. ook tussen de gebruike lijke annonces in de bioscopen, getuigt het wel van goede smaak? Is het wel in overeenstemming met de heilige za ken, waarover het gaat? Vooraf moeten wij erop wijzen, dat er in de aldus geformuleerde vragen een fout schuilt. De reclame-methoden van de Actie voor God zonder meer gelijk stellen met de gebruikelijke aan prijzingen van handelsartikelen gaat niet op. Deze laatste immers hebben zeer vaak weinig of geen gevoel voor maat, goede smaak, behoorlijkheid. Als zij hun zakelijk doel maar bereiken, zijn alle middelen goed. Dat nu wil de Actie voor God tot elke prijs vermij den. Met de grootste zorg heeft men ertegen gewaakt, dat geen enkel onder deel vn deze godsdienstige reclame campagne de zaak, waar het om gaat, onwaardig zou zijn. Eerbied voor de heilige waarheden, waaraan men de mens wil herinneren, en de goede smaak hebben bij het ontwerpen van dit alles steeds vooropgestaan. Lawaai erige stunts of wat ook van dien aard heeft men principieel en consequent geweerd. Voor een mogelijke kritiek "lijft dan ook alleen maar over het feit, dat men het geloof predikt met moder- he middelen. Is daar iets op tegen? T ij geloven dat zeer beslist niet. \A/ Ieder weet dat gebruiken en ge- woonten aan voortdurende ver andering onderhevig zijn. Vooral de uit wendige wijze van leven wijzigt zich met elke generatie, soms zelfs binnen ®en generatie in elk land. De verschil- jen in levenswijze in de onderscheiden 'anden en streken van de wereld zullen *'tqd groot blijven. Het Nederlandse •Preekwoord: 's lands wijs, 's lands eer geeft de juist houding tegenover die verschillen goed aan. Daarom zal ook geen verstandig mens het in zijn hoofd halen de levensgewoonten van b.v. een Chinees af te keuren, omdat zij in ons land ongebruikelijk zijn. Evenmin zal men vreemde gewoonten niet tot elke prijs hier verplichtend gaan stellen. Waarmee intussen geen enkel waarde oordeel over die gewoonten zelf wordt uitgesproken. Nu is het een onloochenbaar feit, dat in onze dagen de wereld tengevolge van de voortdurend volmaakter wordende communicatiemiddelen steeds kleiner wordt. Elke nieuwe uitvinding wordt practisch onmiddellijk gemeenschappe lijk bezit. Het „moderne leven" is in grote lijnen in alle steden der wereld gelijk. Zo ook de reclame-methoden. Om deze reden zou men dan ook al kunnen vragen: Wat kan erop tegen zijn bij de geloofsverkondiging moder ne middelen aan te wenden, waarme de iedereen vertrouwd is, mits het op waardige wijze gebeurt? Wie stoot er zich aan als een kloosterzuster, een pa ter, een priester fietst, „bromt" of op een motor rijdt? In de missiegebieden worden tegenwoordig zelfs al vliegtui gen ingeschakeld met een missionaris als piloot. En toch is er een tijd geweest, dat velen alleen reeds bij de gedachte aan zo iets: „foei" zeiden! Wij lachen nu daarom. Het heeft echter zijn nut eens even na te denken over de verandering van opvatting, die daarachter ligt. Het aldus gewonnen inzicht is van waarde voor onze houding tegenover de gebeur tenissen van onze tijd. Een beetje ken nis van de geschiedenis wijst ons er verder op, dat de wijze van geloofsver kondiger van preken b.v., altijd sterk aan de heersende gewoonte gebonden was. Ieder mens is een kind van zijn tpd. Gedraagt hij zich anders, dan loopt hq de niet denkbeeldige kans verkeerd of zelfs helemaal niet verstaan te wor den. Onze tijd is heel sterk op het uiter lijke afgestemd. Alles moet bovendien snel en zo effectief mogelijk gebeuren. Tijd tot rustige bezinning heeft men nauwelqks. Het hele leven staat in het teken van de techniek, die steeds meer vervolmaakt wordt. Machines etc. ver vangen de zelfwerkzaamheid van de mens. Films en beeldromans hebben voor zeer velen lezen en denken over bodig gemaakt. Wil men een mens nog bereiken, dat moet dat geschieden kort, bondig, pakkend. Lange betogen zijn uit de boze, omdat practisch niemand daar naar luistert. Al deze dingen zijn oorzaak, dat de Actie voor God zich heeft aangepast aan de moderne mentaliteit. Eenvou dig omdat men moest. De vraag is nu: zet dit de zaken niet op hun kop? Moet het geloof niet van binnen-uit groeien? Gaat men hier niet de weg van buiten naar binnen? Is dat verantwoord? Men moet helaas toegeven, dat er bij velen, zeer velen, niets te verwachten is van binnen naar buiten. Omdat het „binnen" volkomen leeg is. Niemand kan immers geven, wat hij niet heeft. Nu is het wel waar, dat wij, mensen, als regel onze kennis verwerven langs zintuigelijke weg. Maar de grote mas sa gebruikt haar zintuigen niet meer om zich innerlijk te verrijken. Alles is op uiterlijkheden afgestemd. Het leven der mensheid wordt hoe langer hoe op pervlakkiger. Dat is een feit. En met dat feit houdt de Actie voor God reke ning. Zij moet dat wel doen, wil zij de mensen nog bereiken. Vandaar dat zij probeert, langs de weg, die eigenlijk de normale is, de zin tuigelijke weg, de weg van buiten naar binnen, de mens weer te bereiken, hem tot nadenken te dwingen, hem in nerlijk houvast te geven. Christus zelf heeft bij de Stichting van Zijn Kerk, bij de instelling van Zijn Sacramenten wel degelijk rekening gehouden met het feit, dat de mens uit ziel en lichaam bestaat. Daarom is zjjn Kerk, daarom zqn de Sacramenten zichtbaar! Daarom kan er ook geen bezwaar hoegenaamd zijn tegen de methoden, die de Actie voor God heeft gekozen, omdat zij zich heeft aangepast aan de aard van de moder ne mens, mits die methoden niet zon digen tegen de goede smaak. En dat gebeurt niet. Daar kunnen wjj gerust op zijn. aangesteld zijn, wordt dan ook voort durend de aandacht geschonken. Ruimhartig stelt men voor deskun dige opleiding de gelegenheid open om ieder persoonlijk talent de kans te geven tot volle recht te komen Met volkomen eerbiediging en be houd van dit persoonlijke is het evenwel toch mogelijk in hetgeen hier door gelukkige samenwerking tot stand komt, een zekere eenheid van idee terug te vinden. Het zou inderdaad niet geheel en al onjuist zijn van een „school" of „stijl van Sint Lioba" te spreken en de leiden de gedachte te ontdekken die dit gezamenlijke kunstwerk van deze kloostergemeenschap inspireert. Wij hebben geboeid stil gestaan bij de verschillende voorwerpen waarvan men even gevoelvol als overzichtelijk een tentoonstelling heeft ingericht in een milieu dat op zijn eigen manier weer uitstekend ertoe bijdraagt de din gen tot hun natuurlijke recht te laten komen. Boven twee grote poortdeuren, die openstaan als de luiken van een retabel, aan weerszijden geflankeerd door twee handgeweven gordijnen in lichte wit groene tinten, staat in blauw, grijs en goud een mozaïek te pronk: de gekrui sigde Christus met de figuren van Maria en Joannes naast zich. Zelden zal een voorstelling zulk een diep-aangrijpende indruk maken als deze! Hier straalt de heerlijkheid van het kruis, van waaraf de Heer waarlijk regeert! Niet alleen echter voor kerken of ka pellen, ook voor het huisgezin treft men er allerlei religieuze voorwerpen in ceramiek aan; wijwaterbakjes en -krui ken, kruisen en kandelaars, wandtegels, bloemvazen. Wat een fijne smaak om de bloemen te zetten in een pot zoals we daar hebben gezien! Hield deze eerste zaal ons uitermate geboeid, de volgende deed het zo moge lijk nog meer. Bij het binnenkomen ont waart men een nobel beeld van Sint Christoffel, geflankeerd door twee handgesponnen en handgeweven paarse en witte met goud en blauw bewerkte stola's. Het is alles zeer helder van toon. Men heeft er ook een miniatuur kapelletje ingericht, waarvan de ge hele aankleding door de Zusters is ontworpen en vervaardigd: het altaar met het kruis als de vruchtdragende levensboom, die opschiet uit de sche del van Adam, het vloer-tapijt in over- Fragment van het handgesponnen en handgeweven gobelin, het oogstdankfeest voorstellende. In het midden o.a. de os, die voor de wagen gespannen de wijn naar huis brengt, beeld van het geduld, en de kraanvogels, die, staande op één poot, de waakzaamheid sym boliseren. wegend rose, rode en groene tinten, de glasraampjes. Wat zou zulk een Ma- ria-kapelletje bij onze parochiekerken of zelfs, zoals in het Zuiden, geheel vrij staande ergens langs de weg of in het veld, een mooie herinnering zijn aan dit Maria-jaar en tevens een aansporing om God en Zijn H. Moeder te eren in biddende schoonheid! Even aangrijpend van godsdienstige uitvoering als subliem van idee en ver werkelijking is het kapelletje, ontwor pen als Kerststal. Op de achterwand staat een mozaïek waarop de Engelen, de os en de ezel voorkomen. Een in hout gesneden beeldje stelt het goddelijk Kind voor. Alles heel simpel en in vol maakte rust, die geheel geconcentreerd is op het Mysterie van de mensgewor- den Zoon Gods, maar schoon als geen andere Kerststal! Kerk en huis vinden hier in Sint Lio ba te Egmond keuze te over van waar lijk goede, religieus en kunstzinnig ge heel verantwoorde dingen. Wij zijn de eerlijke mening toegedaan, dat deze Zusters Benedictinessen in haar monas tiek leven zowel als in eigen inspiratie geestelijke rijkdom genoeg bezitten om de godsdienstig-georiënteerde kunst op gelukkige wijze te beïnvloeden. Haar et veruit oudste militaire uni form in Nederland, veel ouder nog dan dat van Bronbeek, is het rood gekraagde baadje, gedragen door de leerlingen van het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willems oord aan het Nieuwediep. Met de pon jaard, zwierig aan het dunne kettink je, verleent het distinctie aan de uiter lijke verschijning van de Adelborst, titel, die een wereld oproept van rid derlijkheid en traditie, en heel wat beter klinkt dan het Engelse equiva lent: Midshipman. Dat men met deze naam wil uitdrukken de bijzondere eigenschappen, die bij een toekomstig zeeofficier mogen worden verondei- steld, is zo oud als de roep van onze Marine. Want reeds in het begin van de zeventiende t :uw kende men aan boord de „adels", de jonge men sen, die in de practijk het zeemans vak leerden en tussen de bedrijven door, of als zij aan wal waren, wis- en zeevaartkunde studeerden, om zich voor te bereiden op hun aanstelling tot officier. En eenzelfde verplichting opleggende onderscheiding ligt beslo ten in het „Jonk waarmee van daag op de schepen de adelborst wordt aangesproken. In ons ter zee zo bekwaam en strijd vaardig, maar tegelijk zuinig en wei nig militairistisch land zou het duren tot het midden der achttiende eeuw eer de theoretische opleiding van toe komstige officieren, zowel voor Ma rine als koopvaardij, serieus ter hand werd genomen. In 1749 gaf een „Zee manscollege" te Amsterdam de stoot tot oprichting van een cursus, die on der leiding werd gesteld van de be kwame Cornelis Douwes met de titel van „Mathematicus en examinator van 's Lands zee-officieren en stuur lieden". Ook het Admiraliteitscollege van de Maze te Rotterdam stelde en kele jaren later een „mathematicus" aan, terwijl na de Slag bij Doggers- bank te Amsterdam en Haarlem werd gesticht het „Vaderlandsch fonds, die nende in het algemeen ter aanmoedi ging van 's Lands Zeevaart en in het bijzonder tot ondersteuning van be hoeftige Weduwen van gesneuvelde Zeevarenden, enz. in denzelfden Dienst". Dit fonds riep in 1785 te Am sterdam de „Kweekschool voor de Zeevaart" in het leven, die tot 1829 de Marine van aspirant-officieren voorzag. De „meer bepaaldelijk wetenschap pelijke militaire opvoeding" van toe komstige Nederlandse zee-officieren dateert van 1803, het „Kadetten-Insti- tuut voor de Marine van de Bataafse republiek", dat in de verdere Franse tijd nog al eens van naam zou veran deren en tijdens de inlijving bij Frank rijk werd opgeheven. Pas in 1828 kreeg de herboren opleiding definitief gestalte in het „Koninklijk Instituut- voor de Marine", dat gevestigd werd te Medemblik. Hier kwam de betite ling Adelborst officieel in gebruik en werd ook het uniform gecreëerd, zoals dat in hoofdzaak nog vandaag wordt gedragen: Donkerblauw lakens buisje met rode kraag, wit hemd met zwart zijden halsdoek, nanking wijde broek, wit vest en halve slobkousen, pon jaard aan een band van fluweel. Al leen het hoofddeksel verschilde wel iets: „een ronde monteringshoed, op getoomd aan de linkerzijde met gou- oudste militaire uniform in Ne derland. den lis, knoop en oranje kokarde". Deze hoed is in 1850 afgeschaft en vervangen door de pet, waarbij ook het witte vest verdwijnen zou. Dit ge beurde bij de tijdelijke samenvoeging van cadetten en adelborsten in de „Koninklijke Academie voor Zee- en Landmacht" te Breda, een experiment dat slechts vier jaar heeft geduurd. In 1854 kwam het Instituut te Willems oord in gebruik, dat half October zijn honderdjarig bestaan gaat vieren. Dit Instituut, in eigen kring „Het Gesticht" genaamd, is in de loop dei- jaren geregeld uitgebreid en gemoder niseerd. Het telt thans 300 leerlingen tegen 100 vóór de oorlog. Van die 300 zijn 258 Nederlanders, 26 Indonesiërs en 3 Belgen. Verder is hier geregeld een honderdtal aspirant reserve-offi cieren in opleiding, en worden er voor officieren applicatie-cursussen gege ven. Ook aspirant reserve-officieren der Marva volgen lessen in het Tnsti tuut. Zij worden kortweg, maar zeer welluidend „Aroma's" genoemd. Al met al betekent dit in een en hetzelfde huis 34 verschillende lesroosters, waar bij de opleiding der Adelborsten na tuurlijk de kern blijft. In de drie jaar, welke deze duurt, worden de jonge lui in de ware zin des woords volge propt met kennis, veel meer dan ooit tevoren gezien de grote verandering in de techniek van navigatie en oor logvoering. Naast deze parate kennis, zo ver telde ons de huidige commandant, de Kapitein ter Zee H. A. W. Goossens, gaat het er vooral om een goede men taliteit aan te kweken, de jonge men sen een ideaal te geven, en honderd eigenschappen, die zij straks in de practijk nodig zullen hebben: algeme ne beschaving, een diep gevoel voor discipline en plichtsbetrachting, het gemak of althans de innerlijke zeker heid om zich overal te kunnen bewe gen, prestige onder alle omstandighe den, iets dat niet komt met de stre pen, maar innerlijk dient mee te groeien. „Kennis is Macht, Karakter is Meer", leest men in de hal van het Instituut. Adelborsten komen thans van overal en uit elk milieu, waarbjj het echter opmerkelijk is, dat provincies als b.v. Groningen en Friesland heel weinig ambitie tonen. Aan het Instituut wordt hoger onder wijs gegeven, echter met de disci pline van de middelbare school: heel de sfeer houdt trouwens het midden tussen kazerne en internaat, met in alles de adem van de zee en de geest van tal van tradities. Buiten voor het hoofdgebouw verheft zich de mast van het schip van Van Speyck, buiten en binnen staan oude scheepskanonnen en lilla's uit Indië. En als een kost baar reliek hangt op het trappenhuis een Nederlandse vlag, die ge hesen werd Sicilië. bij de landing op (Van onze speciale verslaggever) p Zaterdag 2 October a.s. wordt de traditionele jaarlijkse „Natio nale Reclasseringsdag" gehou den. Dan wordt dus alom in den lande een inzameling gehouden ten bate van de verschillende reclasseringsver- enigingen van alle gezindten. Het werk, dat door deze instanties wordt verricht, geniet algemene bekendheid. Maar het is de vraag of die collectieve kennis omtrent de activiteit van de reclasse- ringsverenigingen wel zó diep gaat. Men mag dit met des te meer reden betwijfelen, nademaal het hier werk zaamheden betreft, die zich afspelen in een wereld, die voor de gewone man gelukkig niet zo toegankelijk is; de wereld van de misdaad n.l. Hoe dat zij, dezei dagen hebben wjj door tussenkomst van het „Nationaal r .1® klassiek-religieus en juist daar- i Bureau voor Reclassering" een bezoek om stoer. Kazuifels, koorkappen e.d., - - het is alles werk bestemd voor mannen en daarom mannelijk van opvatting; een bruid daarentegen tooien zij weer an ders; het vrouwelijk accent vermogen zij zeer zuiver te leggen. Beter dan wij vermochten, zal eigen bezoek aan deze tentoonstelling, die een reis (via Castricum, Heiloo of Alkmaar; de Zusters geven u gaarne de aanslui tende busdienst op) overwaard is, laten zien op welk een hoogte deze eigentijdse kunst, die zich levendig weet te laten inspireren door de zuiverste bronnen van de christelijke cultuur, zich vermag te verheffen. Dom H. J. SCHEERMAN O.S.B. gebracht aan de gevangenis „Nieuw- Vossenveld", een inrichting bestemd voor jeugdige delinquenten van 13 tot 25 jaar, die tenminste één jaar ge vangenisstraf moeten ondergaan. De vernieuwing van het gevangeniswezen wil dat de behandeling die de delinquen ten hier ondervinden van dusdanige aard is dat alléén al het ondergaan van de straf reclasserend werkt. De tijd die zij in de inrichting doorbren gen wordt onderverdeeld in drie perio den. Tijdens de eerste worden zij cellu lair gevangen gezet. Met het doel ove rigens een beter inzicht te krijgen in de persoonlijkheid van de desbetref fende delinquent. Daartoe bezoeken hem Sinds bijna dertig jaar is er in Nieuwezijl, even over de Zuidelij ke grens van de stad IJlst, en deel uitmakend van de uitgestrekte lan delijke gemeente Wymbritseradeel een Mulder beheerder van een erfstuk uit de glorietijd van de stad Bolsward, hoe ingewikkeld dat moge lijken en hoe merkwaardig dat ook is. Overigens niet alleen de ligging van dit erfstuk is merkwaardig, want hei erfstuk zelf is het ook en het is bovendien uniek. Wie per motor, per auto, of per fiets, te voet of per brommer de tol passeert kan vrijelijk doorrqüen, maar wie per boot of met paard en wagen langs het huis van Mulder komt, wordt prompt aan de koorden van z'n geldbuidel gètrokken. Een tol mag in deze tijd een merkwaardige instelling zijn, die van Nieuwezijl is het in dubbele zin. De tol van Nieuwezijl is alleen voor schepen en paard en wagens, die over de brug moeten of er onderdoor en in beide ge vallen bedraagt het tolgeld zegge vijf cent. Niettemin is het bedrüt van Mui der een ingewikkelde zaak. Om te be ginnen is die tol vrijwel nooit dicht, alleen wanneer er een onwillige koet sier zijn weg van IJlst naar Heeg en Oudega wil vervolgen zonder te betalen. En, het vaarwater van de Bolswarder vaart onder diezelfde brug kan door de tolgaarder met een ketting worden afgesloten, maar ook dat doet Mulder niet, evenmin als z'n vader dat deed. Dat brengt met zich mee, dat hij van 's morgens vijf uur tot 's avonds tien uur op z'n tellen moet passen, want hij heeft geen vervanger en elke stui ver is er een. Het loon dat hem door de gemeente Bolsward wordt uitbetaald, is namelijk niet toereikend voor het onderhoud van een gezin en met de tolgelden moet Mulder er de rest bij De tol van Nieuwezijl, een uniek „erfstuk" uit Bolswards historie. zien te krijgen. De scheepvaart is ech ter niet zo druk meer als vroeger en het paard is door de auto verdrongen. Overigens: zoals gezegd, het bedrijf van Mulder is ingewikkeld. Wie namelijk alleen met een paard die brug passeert is niets schuldig evenmin als degene die er alleen met een wagen over gaat. Een paard en wagen levert Mulder ech ter een stuiver op. Een paard dat tw- - wagens trekt kost de voerman niets meer, maar heeft hij twee paarden voor z'n wagen, dan kost hem dat het dub bele tarief. Soms ontsnapt een paard en wagen of een plezierbootje, dat on der de brug door kan even aan Mul der's aandacht, maar dan zet hij per fiets de achtervolging in, desnoods tot IJlst of Sneek. Intussen zorgt dan zijn vrouw voor brug en tol en dan ramme len de stuivers in haar schortzak. Door dat echter alleen voor schepen en paard en wagens tolgeld verschuldigd is, zijn velen die in de nabijheid van Nieuwe zijl wonen het bestaan van die tol al vergeten en zelfs de burgemeesters van Wymbritseradeel of IJlst moeten eerst diep nadenken voor hen iets van die tol te binnen schiet. Zij hebben er dan- ook niets mee te doen, want Mulder's broodwinning, die hij tot voor kort al tijd pachtte, is van Bolsward, met brug en al. Omstreeks 1500 kreeg Bolsward namelijk van de waterschappen toe stemming om ter plaatse een doorvaart te maken en om een „zijl met verlaat" aan te leggen. Daar ging de stad Bols ward toen tolheffen en zo is het geble ven. De tol die in 1811 bij decreet van Lodewjjk Napoleon werd bevestigd is sinds mensenheugenis niet veranderd, evenmin als het tarief. Zelfs de brug gelden in Nieuwezijl zijn „tol" want bruggeld is belasting en belasting mag een gemeente alleen heffen van het eigen grondgebied en met die gelden wordt weer het onderhoud van de brug betaald. Zo is deze tol die voor Bolsward niet meer van betekenis is zoals in vroe ger eeuwen blijven bestaan. Mulder vindt er werk in en de boeren uit de omgeving, die veel met paard en wa gen over de brug moeten, mopperen, vanwege al die stuivers die zij de tol gaarder moeten betalen. Maar nog al tijd is er geen kans op, dat deze unieke „instelling" geschiedenis zal worden en waarom ook? zowel de sociaal ambtenaar als de reclasseringsambtenaar. Na deze fase van afzondering worden de gedetineer den meer in aanraking gebracht met de (gevangenis) gemeenschap. Tenslot te genieten zij, tijdens de laatste perio de, een zekere mate van vrijheid van beweging. Daar is verder voor hen de mogelijkheid zich te bekwamen in een vak en zelfs kunnen zjj een exa men afleggen. Nu hun invrijheidstel ling helpt „de" reclassering hen bq het vinden naar een betrekking, waar voor trouwens tijdens de detentie reeds de contacten worden gelegd. Kortom, de reclasseringsvereniging staat de ont spoorde en tot de misdaad vervallen mens zoveel mogelijk bq om zijn, dik wijls maar al te schokkende, terugkeer van de gevangenis naar de geordende maatschappij zo soepel mogelijk te doen verlopen. Sommigen mensen schij nen bezwaren te hebben tegen, wat zij noemen, een te „tedere" behande ling van delinquenten. Zij vergeten, ge loven wij, dat de reclassering van de misdadiger niet alleen in het belang Vrijdagmiddag is de 19-jarige Hans Wesselink uit Hilversum, die de Ne derlandse winnaar is van de in negen Europese landen door de Congress of European American Associations uitge schreven opstelwedstrijd, per vliegtuig naar Londen vertrokken. In de Britse hoofdstad zal Hans met de andere na tionale winnaars tezamen komen en Maandagmorgen horen of hij tot de drie internationale prijswinnaars be hoort. Het onderwerp van deze prijs vraag was: „Why is important for Europe and America to be friends and how could this friendship best be pro moted?" Hans, die dit jaar zijn eindexamen H.B.S.-B deed aan het Christelijk Ly ceum in de radiostad heeft het opstel na twee weken van voorbereiding als ontspanning één maand voor hij schrif telijk examen moest doen, in vier uur tijds in het Nederlands geschreven. Het is later in het Engels vertaald. Frank H. Bartholomew, eerste vice- president van United Press, die een rondreis heeft gemaakt door het Verre Oosten, heeft gezegd, dat er een zeer goede kans bestaat, dat Indonesië onder de sikkel en hamer zal komen. Het wordt niet krachtig bestuurd en er heerst zeer veel binnenlandse onrust, zodat het land rijp is voor een commu nistische staatsgreep. Hij zei, dat wanneer de communisten in Indonesië inderdaad de macht grijpen, men mag verwachten, dat zij Nieuw- Guinea zullen binnendringen. Austra lië en Nieuw-Zeeland zullen de strijd aanbinden en de V.S. zal zich dan zon der twijfel in het conflict mengen. Bartholomew zei tenslotte dat de V.S. en haar bondgenoten moesten waken tegen diversionistische activi teiten, daar „met zo*rele vingers aan zo veel trekkers" bepaalde diversionis tische bewegingen gemakkelijk uit de handen kunnen lopen van hen, die deze bewegingen geïnspireerd hebben. Het hospitaal-kerkschip „De Hoop" heeft deze reis wel met pech te kampen. Men heeft reeds de tweede dokter op één reis aan boord en de stuurman ligt met zijn been in het gips thuis. Dokter Zweers, die 14 dagen geleden als vervanger naar zee vertrok, heeft met zijn voet bekneld gezeten tussen de sloep en het schip. De voet is ge broken en daarom is „De Hoop" naar Engeland gevaren, Waar de voet in het gips gezet zal worden. Het is de bedoe ling dat dokter Zweers met het hospi taal-kerkschip daarna de reis uitmaakt en naar IJmuiden terugkeert. is van hemzelf, maar ook in dat van de maatschappij. Deze maatschappij nl. is inderdaad gebaat bq verwijde ring van „ongure elementen" uit haar midden. Maar zij is dat evenzeer bij een terugkeer van dezelfde mensen als volwaardige krachten, die tegen het leven bestand zijn. Wat wij maar zeg gen willen is dit, dat u feitelijk in uw eigen belang handelt, wanneer u het reclasseringswerk steunt. (Vervolg van pag. 1) e vragen ons dikwijls af met welk vreemd verschijnsel we hier toch te doen hebben. Het zeer menselijke streven om meer te worden en meer te zijn aanvaarden we niet al leen gaarne, maar we zijn bereid dit zo sterk mogelijk te bevorderen. Even eens aanvaarden we het feit van de om groei van de ene naar de andere stand, en dit in beide richtingen. Maar wat we niet aanvaarden kunnen, dat is de ondergrond die hierbij zo vaak speelt en die naar onze stellige mening geen andere is dan een stuk sociale onder waardering van de mensen onderling. Onderwaardering tevens voor de waar de van de handenarbeid. We hopen niet te lijden aan een overschatting van de factor arbeid; ook niet als we consta teren dat in heel de thans ingediende zo optimistische rijksbegroting telkens opnieuw tot uitdrukking komt dat we het mede aan deze factor te danken hebben dat Nederland er weer zo goed voorstaat. Neen, we willen niet opnieuw een pleidooi gaan leveren voor een aan deel in de gestegen welvaart voor de hand-arbeiders: dit proces heeft zich in gezet, en laat zich niet meer tegen houden. Wat wij zo graag willen is het versterken van het inzicht, dat zij, die nog steeds met een zekere minachting in de richting van de arbeiders kijken, toch eindelijk eens gaan begrijpen, dat zij, ook heel erg nuchter en zakelijk ge zien, wel heel erg op het verkeerde paard wedden. Wie ook maar enig oog heeft voor de ontwikkeling der maat schappelijke verhoudingen, moet toch inzien, dat 't vooral de factor ARBEID is die in steeds hoger aanzien komt te staan. Het is niet meer zo, dat alleen maar de tijd van de rechteloosheid voor de arbeiders voorbij is, we naderen de tijd dat volledig de gevolgen worden erkend van datgene wat we in de ele mentaire leerboeken der economie als feit"-z'otnder-consequ en ties-voor-de ar beiders vonden geconstateerd; de oor spronkelijke factoren der productie zijn de natuur en de arbeid. Wat ons nog altijd zo oprecht spijt is, dat wij Katholieken minder snel dan anderen deze maatschappelijke ontwik keling schijnen te kunnen volgen. In onze katholieke arbeidersbeweging zijn weliswaar enkele groepen hoofdarbei ders aangesloten, maar pas op, noem ze geen arbeider, want dat vinden zij onaangenaam. Maar wat erger is: om wille van dat woord en dat begrip ar beid en arbeider, houden zich angstval lig afzijdig van dit werkersverbond vele groepen, die juist in deze tijd eraan zouden kunnen medewerken dat het ka tholiek verbond van de Arbeid zowel kwantitatief als kwalitatief verreweg de sterkste in Nederland z!bu kunnen zijn. We verloochenen hiermede beslist niet de standsorganisatie-gedachte van dr. Poels. Te zeer zijn we overtuigd, dat de standsorganisaties wezenlijke struc tuurelementen kunnen en moeten zijn in onze samenleving; evenzeer zijn we er van overtuigd, dat een standsorgani satie zonder vakbeweging niet voldoen de maatschappelijke stootkracht heeft. Maar is hier niet veeleer sprake van een technisch-organisatorische kwestie, die met goede wil tot een oplossing is te brengen? Er wordt gedacht en ge werkt aan een katholiek sociaal pro gram. Zal men er in kunnen slagen een program te verwezenlijken, indien het apparaat voor de uitvoering ont breekt? Het is een misschien wat vreemde conclusie uit een rijksbegroting. Maar wie alleen in cijfers denkt gaat de men sen vergeten om wier belang en wel zijn ook de cijfers van de rijksbegro ting 1955 weer werden gegroepeerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 9