Vechtende matroos, die aan
de mast geklonken werd
De
Hjke herinnering aan
Maria van Haarlem
D.S.S. bestaat 35 jaar
Nieuwe straten in Haarlem
w
DE WEEK IN STAD EN STREEK
i
1
DE ZEEMAN VAN DE 1?e EEUW
Straffen op zee
Ondanks degradatie toekomst met
vertrouwen tegemoet
HERINGA WUTHRICH
Veilingnieuws
Beverwijk
Eerste N. Ph. O.-concert
voor scholieren
m
SLEUTEL WEG?
2
ZATERDAG 9 OCTOBER 1954
PAGINA 3
H.V.B.-pro^ramma
Straf van 8 jaar tot
2Vz jaar verminderd
Club met uitstekende
reputatie
PIANO-RECITALS IN
GEM. CONCERTGEB.
7T-. mmm
ra.
Verhalen van met sabel en enterbijl gewapende matrozen, die hun pistolen
hadden leeggeschoten of eenvoudig het mes van een marinier grepen,
kon oom Barend in vele variaties vertellen. De musketten en de vuur
roeren daverden er doorheen. Agnietje vond die felle taferelen niet geschikt
voor haar jonge volkje. Willem Jan zat met een vuurrood gezicht te luisteren
als beleefde hij, wat oom Barend in zijn ronde zeemanstaaltje vertelde.
Agnietje kuchte en vroeg of oompje er niet wat voor voelde de stad in te
gaan. Tenslotte was hij een geboren Haarlemmer, die wel eens mocht weten
wat er overgebleven was van de oude plekjes en hoekjes van zijn jeugd.
Barend voelde er inderdaad voor. Agnietje blij, dat ze een einde kon maken
aan de verhalen van de zeeman, stelde voor langs het Spaarne naar de Grote
Markt te wandelen. Maar Barend moest toch eerst nog even terugkomen op
het Haarlemse reisjournaal, waaruit Agnietje had voorgelezen. In het vooruit
zicht van de wandeling, stemde ze toe.
Die Wouter Schouten mag dan 'ns een
keer een reisje naar Oost-Indië gemaakt
hebben, bromde Oom Bernard, dat geeft
hem nog niet het recht een oordeel
over de zeeman uit te spreken en te
doen alsof de zeelui verlopen sujetten
zijn, met wie op het land niets is te
bereiken. Er zijn wel van die rabauten
bij, maar een allegaartje van misluk
kelingen is het niet. We hadden gewoon
lijk volk van allerlei slag aan boord,
Noren, Denen, Zweden, Duitsers en
Fransen, zelfs Spanjaarden. Rauw volk,
maar wat wil je, wanneer je op zee
bent. De tucht was streng.
En wanneer je iets uithaalde," wilde
Willem Jan weten.
De straffen waren lang niet mild.
Daar zou zo'n landjonker als die me
neer Schouten raar van opkijken. Je
kon gekielhaald worden of gelaarsd.
Wat kielhalen is, zullen jullie wel we
ten. Gelaarsd werd je met een dik eind
touw op het achtereind van je rug. Voor
sommige overtredingen lieten ze je van
de ra vallen. En wanneer je gevochten
had sommige matrozen waren gemak
kelijk met het mes werd je met een
broodmes door je hand aan de mast
geklonken. Je kon dan blijven staan net
zolang je het er zelf uittrok.
Dat is niet mis, vond Willem Jan. Nee,
beaamde oom Barend. Je kon beter in
de voetboeien geklonken worden of ge
straft met vijf dagen zonder bier of
jenever. Ofschoon ook dat geen grapje
is voor een zeeman, die een hartver
sterking nodig heeft, vooral wanneer er
zeerovers in de buurt waren, of wanneer
er gevochten moest worden onder
Tromp en De Ruyter. Maar daar weten
iullie nu genoeg van, merkte hij met
een knipoogje naar Agnietje op. Ik ge
loof, dat het tijd wordt om nu eens de
stad' in te gaan. Zal ik jullie eens ver
tellen van mijn jeugd in Haarlem. Je
Oom Barend mag dan *n ruwe zeeman
zijn, ik heb een warm hart voor m'n
geboortestad, waar wij als ka'tholieken
een moeilijke, maar mooie tijd hebben
doorgemaakt. Wanneer je als ik over
de wereldzeeën hebt gevaren en de vrij
heid zag waarin de katholieken hun
prachtige kerken bouwen, dan valt het
niet mee er aan te wennen, dat je zelf
Het idool van oom Barendde grote
Michiel Adriaansz. de Ruyter.
in een Begijnhof-kapelletje moest weg
duiken. Enfin, richtte hij zich tot Willem
Jan, misschien maak jij het nog wel eens
anders mee.
Weet je, keek Barend Agnietje aan,
telkens wanneer ik naar zee ging,
en dat was al als jongen moest ik,
Een andere grote uit oom Barend's tijd:
Maarten Harpertsz. Tromp.
omdat moeder het zo wilde, even naar
Maria van Haarlem gaan in het kapel
letje van de Begijnen vlakbij de Bake-
nessergracht, waar Jan Ban nog pas
toor geweest is. „Die goede pastoor
Ban", glimlachte Agnietje, „hij heeft me
veel mooie liedjes leren zingen".
't Was nog voor zijn tijd, vertelde Oom
Barend, en het beeldje van Maria van
Haarlem was al eeuwen oud. Men ver
telt dat het al voor 1500 is gemaakt en
misschien nog wel eeuwen eerder. Maar
goed, voor ik naar zee ging, voor elke
reis, moest ik haar hulp inroepen.
Ze heeft je er goed doorgehaald, vond
Agnietje.
Wis en waarachtig, Agniet, en daarom
ga ik op m'n oude dag nog eens naar
haar toe. Gaan jullie mee? En welge
moed ging het gezelschap op stap. Over
het oude Haarlem, waardoor zij trokken
naar het kapelletje, dat nu een schuil-
kerkje geworden was, wist Oom Barend,
de zeeman, nog veel te vertellen, waar
naar zowel Agnietje als de kinderen
met grote belangstelling luisterden.
Daarover de volgende week in ons op
stel.
Jan B.
IA: Concordia—RCH 4, Spaarndam—
BSM, WH—Stormvogels 4, IEV—VI. Vo
gels Hoofdd. Boys—VVD, EDO 3—DSK;
IB: Velsen 2—HFC 3, TYBB 2—Wijk aan
Zee 2, ADO 2EDO 4, RCH 5Zand'voort-
meeuwen 2, DEM 2Terrasvogels 2, HBC 3
Haarlem 3A.
2A: Nw. Vennep—Vogelenzang, Heem
stede—Geel Wit, SVY—TZB, Kinheim 2—
SHS, VVB 3—DSB; 2B: Haarlem 5—Bever
wijk 3, Zandvoortmeeuwen 3—OG 2, Storm
vogels 5VSV 4. Ripperda 2DCO 2, VSV 5
—DEM 3; 2C: DIO 2—NAS 2, HFC 4—
VSV 6, Zandvoortmeeuwen 4EDO 5,
Stormvogels 6Hillegom 3; 2D: Haarlem 6
Bloemendaal 3, DCO 3—Schoten 3, RCH 7
—Velsen 3, Kennemers 4VI. Vogels 2.
3A: ETO 2Geel Wit 2 Spaarnevogels
—BSM 2, THB 2—DSK 2, Concordia 2—
EHS 2; 3BHBC 4—Ripperda 3, VVD 2—
DIOS, Hillegom 4Vogelenzang 2, Heem
stede 2v. Nispen; 3C: SpaarnestadOG3,
Schoten 4—Kinheim 3, AllianceTYBB 4,
Halfweg 2—WH 2; 3D: Waterloo 2Bever
wijk 5, DEM 4Velsen 4, Kennemers 5
Kinheim 4; 3E: Spaarnestad 2TYBB 5,
DIO 3HFC 6, Hillegom 5Zandvoortm. 5,
EDO 6Spaarndam 2; 3F: BSM 3EDO 7,
DCO 4—HFC 7, VI. Vogels 3—Zand
voortm. 6, Stormvogels 7Haarlem 7; 3G:
VVB 5Kinheim 5, DIO 4Kennemers 6,
OG 4Bloemendaal 4; 3H: HFC 9—Kenne
mers 7, RCH 8—VI. Vogels 4, Geel Wit 4—
TYBB 6.
4A: BSM 4—EHS 5, Bl.daal 8—ADO 4,
Spaarnestad 3IEV 4; 4B: NAS 3—Ripper
da 4, DSB 2—TZB 2; 4C: ETO 3—DIOS 2;
4D: Waterloo 3ADO 3, Velsen 5—Bever
wijk 6; 4E: Concordia 3SHS 2, Allian
ce 2Nw. Vennep 2; 4F: DIO 5NAS 4;
4G: SHS 3—SVY 3, Schoten 6—IEV 3,
Spaarndam 3DEM 6; 4H: DSB 4Con
cordia 4, Zandvoortm. 7TYBB 7; 41: DIOS 3
—Vogelenzang 3; 4J: SHS 4—TYBB 8,
HFC 12—TZB 3.
Jeugdafdeling. A: Geel Wit aAlliance a,
HBC a—EDO a, DEM a—VSV a, Kenne-
merland a—Stormvogels a, Concordia a
RCH a; B: TYBB aVelsen a, Haarlem a
HFC a, Kennemers aADO a.
Junioren: IB: Onze Gezellen aDEM b,
Velsen b—DEM c, Geel Wit b—Hoofdcï.
Boys a, TYBB b—ADO b; 2B: Vogelen
zang aTZB a, DIOS a—Concordia b,
v. Nispen a—TYBB c, HBC b—BSM a;
3B: Onze Gezellen bAlliance b; 3E: Geel
Wit c—DIOS b.
Adspiranten. IB: Onze Gezellen aGeel
Wit a, ADO a—DEM a, TYBB a—Allian
ce a, Wijk aan Zee a—Velsen a; 2C: BSM a
v. Nispen a. Vogelenzang a—Concordia a.
DIOS a—HBC b, Hoofdd. B. a—HBC a:
3A: DEM b—IEV a, NAS a—Onze Gezel
len b, Velsen b—DEM c; 3C: Geel Wit b
—HBC d, SHS a—Concordia b, HBC c—
TZB a; 4A: ADO b—DEM d, TYBB d—Al
liance b, Velsen c—DEM e; 4D: Onze Ge
zellen d—Geel Wit c, TYBB eAlliance c.
DEM f—IEV b, Velsen d—DEM g; 4F:
NAS b—Hoofdd. Boys b, HBC e—BSM b
HBC fTZB b; 41: Onze Gezellen e—Geel
Wit d, Velsen eDEM h, TYBB f
TYBB g.
Zaterdagmiddagcompetitie - 1: ETO-
IJmuiden 3, VEW—RCH, Kennemerland 3—
IJmuiden 2, KinheimSVJ. 2: SAC—Ener
gie, Kennemerland 5Kinheim 2, VVRA—
Kennemerland 4, Telefonia 2—Hillegom.
SVJ 2—Tweede Jeugd. 3: SVJ 3—IJmui
den 4, J. HerculesVEW 2, SIZO 4
WSV ConcordiaZandvoortm. 2; 4A:
SVJ 4—ETO 2, Nw. Vennep 2—RCH 2,
TYBB—SIZO 5, Energie 2—SSH. 4B: IJmui
den 5SAC 2, VEW 3J. Hercules 2.
Inplaats van acht jaar, zoals hem
voor diverse misdrijven door de Haar
lemse rechtbank was opgelegd, zal een
48-jarige monteur uit Haarlem, slechts
twee en een half jaar gevangenisstraf
moeten ondergaan. Het Amsterdamse
Gerechtshof he "X hem die straf op
gelegd.
Deze monter, die kroongetuige is
geweest in de zaak tegen de Amster
damse arts dr. J. Samuels is veroor
deeld wegens twee zedenmisdrijven
en wegens een schot, dat hij- uit een
geweer op zij huishoudster loste.
Bovendien of men in zijn woning te
Haarlem bij het onderzoek handgrana
ten aan.
Een der meest bekende R.K. Sportverenigingen uit Haarlem bestaat dezer
dagen 35 jaar! DSS, van ouds de club van de MULO-school van de Ged.
Oude Gracht, viert het zevende lustrum en hoewel 35 jaren niet bepaald
een kroonjaar vormen, zoals b.v. een 25- of 40-jarig bestaan, is het feit be
langrijk genoeg om er even meer aandacht aan te besteden. Vooral, omdat
DSS dit jubileum viert nnder bepaald minder aangename omstandigheden.
Het eerste elftal n.l. is na een langdurig verblijf in de K.N.V.B. tijdens het
afgelopen seizoen weer naar de afdeling Haarlem gedegradeerd. Maar het
getuigt juist van inwendige kracht, dat de club ondanks deze degradatie de
moed niet heeft verloren en vol vertrouwen de toekomst tegemoet ziet.
Het eerste van de voor dit seizoen
geprojecteerde jeugdconcerten door
het NoordHollands Philharmonisch
Orkest heeft Vrijdag wederom plaats
gevonden. Door omstandigheden waren
wij genoodzaakt de middag-uitvoering
te bezoeken. Het gaat er echter zo
langzamerhand op lijken dat de belang
stelling op de middag die van de avond
gaat evenaren. Een verheugend teken
dus. Dirigent, en tevens programma
inleider, Marinus Adam had een bij uit
stek geschikt programma samenge
steld. Er werd begonnen met het be
kende maar daarom niet rhinder be
roemde vioolconcert in e moll van
Mendelssohn. Na gewezen te hebben op
tijd van ontstaan, tempo benamingen en
'n explicatie gevend van de naam „con
cert", speelde de solist Gijs Beths sa
men met het orkest dit opus op zeer
fraaie wijze. Het spel van deze solist is
eerlijk en intens muzikaal, en men kon
duidelijk merken dat Gijs Beths de stijl
van kamermuziek veel beoefent. Het
werd een voortreffelijke vertolking, die
qua muzikaliteit kon wedijveren met de
weergave van andere grote solisten.
Met het symphonisch gedicht „Die
Moldau" van de Tsjechische componist
Smetana verwieirf het orkest, na een
dlidelijke toelichting van Marinus
Adam, eveneens bij de jeugd zeer veel
succes.
Besloten werd met het effectieve
werk van de Rus Rimsky-Korsakoff
„Capriccio Espagnol", een stuk met
een ware instrumenten-show, zoals Ma
rinus Adam zeer origineel opmerkte.
Het grillige en karakteristieke Spaanse
rhythme lag de jeugd blijkbaar buiten
gewoon. Het werd een grootse bekro
ning van een uitnemend geslaagd
jeugdconcert. JAN LAARVELD
Aan de conservatoriumafdeling van de
toonkunstmuziekschool te Haarlem werd
tot hoofdlerares voor zang, solfège en
muziekgeschiedenis benoemd mevr. Ak-
ke de Vries, aan de muziekschoolafde
ling tot lerares in het vioolspel mevr.
Nel Buys.
Advertentie
HAARLEM
ELECTBZSCHE INSTALLATIES
LUIDSPREKENDE
TELEFOON-INSTALLATIES
Op de bloemen veiling zijn het nu de
Chrysanten die de boven-toon voeren,
vooral de tros-Chrysant komt in grote
partijen aan de markt.
Jammer, dat ook deze buiten-bloemen
zoveel van het slechte weer geleden
hebben, dit komt in de prijs heel goed
tot uiting. De tros varieerde van 25-
85 cent per bos, de groot-bloemigen
gingen tot 25 cent per stuk. De zomer
bloemen hebben zo goed als afgedaan.
Dahlia's, asters, heliantusen komen nog
in kleine kwantums waarvoor niet veel
animo meer is. Bjj de kleine bloemen
gaat grote belangstelling uit naar de
Nerinen, die tot 45 cent per stuk ver
kocht werden, fresia ging tot 30 cent
per bosje en cyclamen bloemen brach
ten 60 cent per bosje op.
In het Gemeentelijk Concertgebouw
wordt ook in dit seizoen een serie so
listenconcerten gegeven, bestaande uit
twee pianorecitals.
Maandag 11 October treedt de beroem
de Poolse pianist Jan Smeterlin voor
het voetlicht, die werken zal spelen van
Chopin.
Op Dinsdag 23 November geeft de
jonge Hongaarse pianist Robert Weisz
een concert.
Vanzelfsprekend heeft het wel enige
indruk gemaakt in de Haarlemse voet
balwereld dat DSS, na een veertienja
rig verblijf in de vierde klasse van de
KNVB, zich weer heeft moeten terug
trekken in de onderafdeling. Het is nu
eenmaal een illusie van elke voetbal
club om zich sporttechnisch op' een ho
ger plan te plaatsen maar in een club
als DSS, en met deze nog zovele an
dere, speelt men voetbal niet louter
om zoveel mogelijk successen te beha
len, de sportieve opvoeding, de vor
ming van de Katholieke jongen en het
aankweken van die eigenschappen wel
ke een Katholiek sportman moeten sie
ren, staan op de voorgrond. Daarom
treurt men er bij DSS niet zo heel erg
over dat men de positie heeft moeten
prijsgeven. Het is voor de tegenwoor
dige leiders en leden een stimulans te
meer om met inzet van alle krachten
het verloren terrein trachten te her
winnen.
Reeds heeft DSS in zijn nieuwe om
geving enkele opmerkelijke successen
behaald welke het nodige vertrouwen
heeft doen terugkeren en de hoop is
gewettigt dat men de toekomst met
veel vertrouwen mag tegemoet zien.
Het is DSS in deze 33 jaren niet.
altijd voor de wind gegaan. Ups en
downs hebben zich met de regelmaat
van een klok voorgedaan en ook in
dit opzicht verschilt DSS niet met
een andere club. Het pad van een
Katholieke voetbalclub gaat niet al
tijd over rozen maar bij DSS staat
de sportiviteit op de voorgrond en zo
kon het geen verwondering wekken
dat de DSS-ers de „ups" blijmoedig
incasseerden en de tegenslagen moe
dig onder het oog durfden, te zien.
Daarom maken we ons over de toe
komst niet ongerust. Met mannen als
Jan Horn, een der oude steunpilaren,
weer als secretaris, een ervaren voor
zitter als de heer v. d. Berg, die in
eenzelfde functie bij RKAFC in Alk
maar geen onbekende is in de Katho
lieke voetbalwereld, bovendien ge
steund door de belangstelling van vele
oud-leden uit de eerste jaren van de
oprichting in welk verband we enkele
bekende namen aan de vergetelheid
ontrukken, n.l. Frans van Reysen, thans
voorzitter van de Haarlemse Midden
stand, Adelaar, lid van de Haarlemse
gemeenteraad en nog zovele anderen,
bezit DSS een vriendenkring welke
ver boven het normale uitgaat.
De jubilerende club heeft zich in de
35 jaren van haar bestaan talloze vrien
den weten te verwerven en Wij, die
de ontwikkeling van het „aardige club
je van de MULO" van nabij hebben
meegemaakt, kunnen getuigen dat DSS
zich in de voetbalwereld een waardige
plaats en een uitstekende reputatie
heeft weten te verwerven. En het moet
voor de huidige generatie een ere-zaak
zijn deze reputatie ongeschokt te be
waren.
Met een ledental van om en nabij
de 250, 15 senioren, junioren en adspi
ranten elftallen alsmee nog twee pu
pillen elftallen, is DSS een krachtige
organisatie welke voor de sportieve
opvoeding van een groot deel der Ka
tholieke Haarlemse jeugd op de bres
staat.
De geschiedenis van DSS hier in het
nauwe corset van een kolom nog eens
te herhalen lijkt ons overbodig. De
naam van DSS heeft bij vele blijde ge
beurtenissen al diverse malen luid ge
klonken. Laten we de club bij dit
Lustrum alle goeds toewensen en de
hoop uitspreken dat straks bij het veer
tig-jarig bestaan de schitterende repu
tatie ten volle is gehandhaafd en DSS
zijn plaats in het voetballeven, waarop
het krachtens haar traditie recht heeft,
zal hebben ingenomen.
Er is een bescheiden programma dat
de feestelijkheden moet versieren sa
mengesteld. De kerkelijke viering heeft
plaats bij de Zusters aan de Zijlsin
gel waar Zondagmorgen een H. Mis
wordt opgedragen waaronder alle DSS-
ers ter H. Tafel zullen naderen. Een
gemeenschappelijk ontbijt volgt dan bij
dezelfde eerwaarde Zusters en 's avonds
is er bij Brinkmann een intieme feest
viering.
De sportieve viering van dit zevende
Lustrum is tot latere datum uitgesteld.
Terreinmoeilijkheden, welke DSS in de
loop der geschiedenis ook al niet zijn
bespaard, waren oorzaak dat op deze
jubileumdag geen sportieve herdenking
kon plaatsvinden. Maar wat in een goed
vat zit verzuurt niet
In de ontworpen wijk „Sinneveld"
zullen gebouwd worden de Hélène
Swarthstraat en de Herman Gorter
straat, terwijl voorts een plantsoen
genoemd zal worden naar Henriëtte
Roland HolstVan der Schalk. Hélè
ne Swarth kan nog volop tot de
„Tachtigers" gerekend worden, de
twee anderen tenslotte niet meer,
omdat zij dat milieu volkomen ont
groeid zijn en hun eigen weg zijn
gegaan.
Hélène Swarth
Jacques Perk, de voorloper van de
Tachtigers, had vele bewonderaars
en daarbij bleven de vrouwen niet
achter. Eén van haar was Hélène
Swarth, die zelf met bekwaamheid vele
verzen schreef en daarmee van Willem
Kloos de schone titel kreeg: het zin
gende hart van onze letterkunde. Des
ondanks kan men nu moeilijk zeggen,
dat de gedichten van Hélène Swarth
nog veel gelezen worden.
Zij werd te Amsterdam geboren in
1859, maar ontving haar opvoeding in
Brussel; dat geschiedde geheel in Fran
se stijl en haar eerste verzen schreef
zij ook in het Frans. Zij huwde in
1892 met de schrijver Lapidoth en over
leed te Velp in 1941. Vrijwel al haar
werk kan samengevat worden onder de
rubriek „stemmingsgedichten", en ze
ker in het begin heeft ze bijzonder
fraaie en ontroerende verzen geschre
ven, vrijwel steeds weemoedig en vol
smartelijke herinneringen. Zij heeft
daar helaas niet genoeg van gekregen,
zodat zij tenslotte de indruk wekte haar
grootst pleizier in de droefheid te vin
den. Frederik van Eeden schreef zelfs
eens over haar: „Ze gaat niet uit wan
delen, of ze loert, onder den indruk
van haar verantwoordelijkheid, als Ne
derlands eerste dichteres, of er hier of
daar geen stemmingsbeeldjes fladde
ren, die zij kan verschalken in een keu
rig geborduurd son-netje".
Het volgende herfst-sonnet moge ter
illustratie dienen:
De wolken drijven en de golven
stroomen,
De zwaluwzwermen vliegen naar
het Zuiden.
O wilde "wind, wat wil uw lied
beduiden?
Is 't wel de wind die weeklaagt
in de bomen?
Nog bloedt mijn wond; waar
bloeien balsemkruiden?
Een wreed verleden heeft mijn
vreugd genomen
En wie ik wachtte zal tot mij niet
kqpaen.
Is 't voor een doode, dat die
klokken luiden?
Kort was mijn dag. Mijn zonlicht
zag ik tanen,
Mijn blik omneveld door een
floers van tranen.
Waar leidt mijn weg? Ik ga
alleen.... 't is donker.
O zwarte vloed, bergt ge in uw
boezem vrede?
Omlaag, geen licht, omhoog.
geen stergeflonker!
Vliedt gij naar zee, o golven,
neemt mij mede!
ovenstaande foto geeft een detail weer van een door de Haarlemse kun-
t-e stenaar Levinus Tollenaar vervaardigd kruisbeeld, dat geplaatst zal wor-
J-f den in de recreatiezaal van de nieuwbouw van het St. Dominions College
te Nijmegen. Het is met dat doel ten geschenke gegeven aan pater J. van Pam
pus O.P; prefect van het College, by gelegenheid van diens 12^-jarig priester
feest.
Het beeld, dat een hoogte heeft van 1.10 m., is vervaardigd uit chamotte
en is bevestigd op een blank esdoornen kruis. De uitdrukking van het gezicht
en het gebaar, dat uit het ganse beeld spreekt, zijn van een zodanige ontroe- ei CIITCI cnroill IfT
rende spiritualiteit, dat zij gemakkelijk zullen appeleren aan de moderne rel i- E SLEUTELSPECIALIST
gieuze ontvankelijkheid.
Advertentie
LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11193
roensdag 17 November zal het
dan groot feest worden in
Haarlem. Sint Nicolaas, de
echte, de éne en onverdeelde, zal
op die schoolvrije middag zijn in
tocht houden in de stad aan het
Spaarne en daarmee is gelukkig de
kogel door de (bisschoppelijke)
kerk. Ik heb het altijd maar een
triest geval gevonden: ieder jaar
weer verschillende intochten van
de Sint, dan weer hier, dan weer
daar, zodat geen groot mens, laat
staan een kind, er een touw aan
vast kon knopen.
Onze dagen zijn vol problemen,
we koesteren ze met liefde, opdat ze
toch maar niet in het niets worden
opgelost. Maar dat sinterlijk pro
bleem in Haarlem heeft mij altijd
dwars gezeten. Nu heb ik.de mis
schien kwalijke eigenschap, dat
mijn geloof in de goed-heilig man
de jaren door ongeschokt is geble
ven niet om de „krijg" of de „heb",
maar wel om de droom van mijn
jeugd vast te houden, dat er ten
minste één heilige is, die zijn he
melse staat niet afdoet met een
prentje, en die zich de moeite ge
troost, al is het over de daken, in
persoon ieder jaar weer bij ons,
doodgewone mensen, op bezoek te
komen. En daarom zie ik dat feest
van 17 November met zoveel kin
derlijk pleizier tegemoet, mijn
jeugddroom blijkt toch waarheid te
zijn, en het jonge goed, dat met
duizenden langs de weg zal staan,
zal weer het geloof worden bijge
bracht in de goedheid, die ergens
in ons allèmaal toch wel schuil
gaat.
Burgemeester Cremers zal met
enig protocollair vertoon Sint Nico
laas in het stadhuis ontvangen en
dat betekent, dat er na eeuwen
voor het eerst weer en in de
schaduw van de oude Sint Baaf
een bisschop in vol ornaat de Gro
te Markt zal oprijden en begroet
zal worden door een moderne
schout en diens schepenen. Daar
is nu niemand, die het woord „pro-
cessie-verbod" in de mond durft te
nemen, daar komen Gedeputeerde
Staten niet aan te pas en dat is
niet, omdat de Haarlemmers den
ken: het is toch niet echt (want de
Sint is wél echt), maar omdat deze
bisschop van en voor ons allemaal
is. Dat betekent dus ook, dat geen
straatvereniging of comité de Sint
voor zich kan opeisen en dat een
ons collegiaal dagblad in de stad
ditmaal niet zal schrijven over de
„rooms-katholieke bisschop van
Spanje."
Als nu iedereen zijn steun ver
leent aan de inkomst van Sinter
klaas (inkomsten heeft de H. Man
echt niet), dan zal het entree per
stoomboot aan de Turfmarkt jo
yeus worden, dan zal in de stad, waar
de oude gevels door de glans van
het purper weer zullen opleven, de
jeugd kunnen juichen om de Goed
heid zelve, die te paard en geëscor
teerd door een dozijn pietermannen
zich wil presenteren in het stadhuis.
De jeugd in Noord, in Oud-Schoten
in het Amsterdamse kwartier of
waar dan ook maakt de ontvangst
al even groots. En wij, die volwas
sen heten doch bij de Sint toch
maar pieter-peuters zijn, moeten
die jeugd één middag eens over het
paard tillen. Al was het over het
paard van Sinterklaas.
Helaas heb ik mij deze week
moeten laten vertellen, dat
het oude en gezellige gilde
der kegelaars in stad en streek
langzaam maar zeker aan het af
takelen is. De heer Brinkmann
schijnt er ernstig over te piekeren,
hoe hij zijn ruimte, die hij nu aan
de kegelbanen kwijt is, meer ren
dabel kan maken. Voorlopig wil ik
aan die aftakeling niet geloven,
want daarvoor zijn de kegelaars
mij te lief. Ik heb ze aan de worp
gezien, ridderlijk en vaak met ko
ninklijke allure, onweerstaanbaar
in hun charme en proper gestoken
in een smetteloos overhemd. Kege
laars zijn voor mij de vorsten der
gezelligheid en het stemt mij hoop
vol, dat het Haarlems Jaarboek
toch altijd nog een opgave doet van
achttien kelgelclubs met namen,
die klinken als een rollende kegel
bal. Een kleine bloemlezing levert
clubs op in de sfeer van „Daar
rolt. ie", „Laot um maor gaon",
„Na Rollen Vallen", „Naast de
plank", „Zet 'm op". Vindt u niet,
dat mensen, die onder zo'n motto
hun kegelpassie uitleven, in ere
moeten blijven, en zelfs de vrouwen
die in haar club I.V.O. (Iedereen
valt om?) met enorme rollers van
leer trekken.
Van het gedonder op de kegel
baan naar de franse sfeer van een
herberg is een hele stap, hoewel u
van de ene gezelligheid op de ande
re overstapt. Die ervaring doet de
bezoeker van hotel Oud Sint-Jan op,
wanneer hij een plaatsje gevonden
heeft in de Auberge Bonverre, een
klein stukje Frankrijk, dat net echt
paar Dahmen in zijn etablisse
ment aan de Jansweg geschapen
heeft.
Het land van Marianne trekt
ieder jaar duizenden touristen uit
stad en streek naar het lichte Zui
den, waar in het onsterfelijke Pa
rijs of op de rustieke plekjes van
het platteland zelfs de poort van de
hel een hemelse schoonheid heeft.
En als al die mensen dan thuis ko
men, moeten zij de gelukkigsten ge
noemd worden, die niets kunnen
vertellen, omdat de sfeer van dat
land geproefd moet worden met de
vriendelijkheid van de wijn.
In de Auberge Bonverre van Oud
Sint Jan, waar de wijnrank ook
bloeit, waar de flessen een heel oud
verhaal vertellen en waar de scho-
tel puur Frans wil zijn, heb ik die
wijn gedronken, voorzichtig, als om
de herinnering niet al te snel heen
te laten vlieden; een beetje wee
moedig ook, omdat het heimwee
naar het bruisende Gallië het hart
in vuur en vlam kan zetten.
Een stukje Frankrijk in de Haar
lemse binnenstad, bescheiden en
wat weggedoken in de romantiek
van een Hollands binnenhuis, daar
wil ik toch ook graag het glas hef
fen op uw en mijn gezondheid.
In deze stad, waar de luchten
vaak zo grijs zijn, kunnen wij de
fleur van het zuiden wel gebruiken
en iets van de charme van Parijs
kan Haarlem alleen maar deugd
doen.
Enfin, laat ik niet
on-deugend worden.
Herman Gorter
Een dichter, die populair uitge
drukt niet bepaald „in het
klein" begon, was Herman Gor
ter. Vrijwel geen enkel vers was er nog
van hem verschenen, toen in 1889 zijn
bekendste en grootste werk. het gedicht
„Mei" het licht zag. Hoevele malen en
in hoeveel variaties wordt niet die be
roemde eerste regel van „Mei" geci
teerd: „Een nieuwe lente en een nieuw
geluid".
Herman Gorter werd te Wormerveer
geboren in 1864 en na zijn studie aan de
Amsterdamse universiteit promoveerde
hij tot doctor in de klassieke letteren.
Hij was op reis toen hij in 1927 te Brus
sel stierf.
Zong hij in „Mei" op werkelijk zui
vere toon zijn schoonheidsverlangen
uit, een verlangen, dat onbevredigd
blijft, omdat de schoonheid verganke
lijk blijkt te zijn, zijn heil zocht hij ten
slotte in het nieuwe volle leven, dat hij
in het socialisme meende gevonden te
hebben. Zijn verdere werk, o.a. „Een
klein Heldendicht", getuigt daarvan.
Die nieuwe jonge gemeenschap zou vol
gens hem ook een nieuwe en levende
kunst brengen. Zijn latere werk moet
toch echter op een minder plan gesteld
worden dan zijn onvergankelijke „Mei".
Uit dit gedicht citeren wij hier de eer
ste versregels:
Een nieuwe lente en een nieuw
geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het
gefluit.
Dat ik vaak hoorde voor een
zomernacht,
In een oud stadje langs de water
gracht
In huis was 't donker, maar de
stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht
blonk laat
Nog licht, er viel een gouden
blanke schijn
Over de gevels in mijn raam
kozijn.
Dan blies een jongen als een
orgelpijp.
De klanken schudden in de lucht
zoo rijp
Als jonge kersen, wen een lente
wind
In 't boschje opgaat en zijn reis
begint.
Hij dwaald' over de bruggen,
op den wal
Van t water, langzaam gaande,
overal
Als 'n ionge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avond
rust
En menig moe man, die zijn
avondmaal
Nam, luisterde, als naar een oud
verhaal,
Glimlachend, en een hand die t
venster sloot
Talmde een pooze wijl de
jongen floot
Henriëtte Roland Holst
Henriëtte Roland HolstVan der
Schalk is en zal blijven een van
de grootste figuren in onze Ne
derlandse literatuur. Zij was een vrouw,
die niet schreef om te schrijven, maar
om haar idealen uit te dragen. Gebo
ren te Noordwijk in 1869 trad zij in 1896
in het huwelijk met de socialistische
schilder Roland Hoist. Ook zij werd een
vurig socialiste, woonde in Laren en
Bloemendaal en stierf te Amsterdam 23
November 1952.
Wie nader kennis maakt met het
werk van Henriëtte Roland Holst leert
ook een vrouw kennen, die haar strijd
voor een betere gemeenschap met een
oprecht hart voert. In haar bundel „De
Nieuwe Geboort" treft men ontroerende
en boeiende gedichten aan, die dat dui
delijk illustreren. Teleurgesteld door de
onderlinge verdeeldheid in eigen kamp
propageert zij een socialistisch commu
nisme, dat tenslotte al even weinig be
vrediging geeft. Een vaag zoeken naar
bepaalde eeuwige waarden brengt haar
tot een religieus socialisme. Maar een
zekere teleurstelling heeft zij toch nooit
kunnen ontlopen, zoals zij vroeger al
eens neergeschreven had in het volgend»
gedicht:
Ik die had kameraadschap uit
gegeven
tot levenswachtwoord in mijn
jong getij,
ik werd nu door de makkers uit
gedreven
en kan geen schred meer houden
met hun rij
Er is geen plaats in het broederlijk
leven,
bij 't volk der makkers is geen
plaats voor mij:
nu moet ik mij in d'eenzaamheid
begeven
en hullen in herin'rings grauwe pij
Daarom omfloerst een waas van
smart mijn oogen.
ik zie mij door de lege jaren
zwerven
die liggen vóór mij, een verlaten
veld,
en zie de bronnen van mijn kracht
uitdr oogen
mijn hart verdorren in dit levend
sterven:
ik had mijn zaak op broederschap
gesteld.