Vechtende matroos, die aan de mast geklonken werd De Hjke herinnering aan Maria van Haarlem D.S.S. bestaat 35 jaar Nieuwe straten in Haarlem w DE WEEK IN STAD EN STREEK i 1 DE ZEEMAN VAN DE 1?e EEUW Straffen op zee Ondanks degradatie toekomst met vertrouwen tegemoet HERINGA WUTHRICH Veilingnieuws Beverwijk Eerste N. Ph. O.-concert voor scholieren m SLEUTEL WEG? 2 ZATERDAG 9 OCTOBER 1954 PAGINA 3 H.V.B.-pro^ramma Straf van 8 jaar tot 2Vz jaar verminderd Club met uitstekende reputatie PIANO-RECITALS IN GEM. CONCERTGEB. 7T-. mmm ra. Verhalen van met sabel en enterbijl gewapende matrozen, die hun pistolen hadden leeggeschoten of eenvoudig het mes van een marinier grepen, kon oom Barend in vele variaties vertellen. De musketten en de vuur roeren daverden er doorheen. Agnietje vond die felle taferelen niet geschikt voor haar jonge volkje. Willem Jan zat met een vuurrood gezicht te luisteren als beleefde hij, wat oom Barend in zijn ronde zeemanstaaltje vertelde. Agnietje kuchte en vroeg of oompje er niet wat voor voelde de stad in te gaan. Tenslotte was hij een geboren Haarlemmer, die wel eens mocht weten wat er overgebleven was van de oude plekjes en hoekjes van zijn jeugd. Barend voelde er inderdaad voor. Agnietje blij, dat ze een einde kon maken aan de verhalen van de zeeman, stelde voor langs het Spaarne naar de Grote Markt te wandelen. Maar Barend moest toch eerst nog even terugkomen op het Haarlemse reisjournaal, waaruit Agnietje had voorgelezen. In het vooruit zicht van de wandeling, stemde ze toe. Die Wouter Schouten mag dan 'ns een keer een reisje naar Oost-Indië gemaakt hebben, bromde Oom Bernard, dat geeft hem nog niet het recht een oordeel over de zeeman uit te spreken en te doen alsof de zeelui verlopen sujetten zijn, met wie op het land niets is te bereiken. Er zijn wel van die rabauten bij, maar een allegaartje van misluk kelingen is het niet. We hadden gewoon lijk volk van allerlei slag aan boord, Noren, Denen, Zweden, Duitsers en Fransen, zelfs Spanjaarden. Rauw volk, maar wat wil je, wanneer je op zee bent. De tucht was streng. En wanneer je iets uithaalde," wilde Willem Jan weten. De straffen waren lang niet mild. Daar zou zo'n landjonker als die me neer Schouten raar van opkijken. Je kon gekielhaald worden of gelaarsd. Wat kielhalen is, zullen jullie wel we ten. Gelaarsd werd je met een dik eind touw op het achtereind van je rug. Voor sommige overtredingen lieten ze je van de ra vallen. En wanneer je gevochten had sommige matrozen waren gemak kelijk met het mes werd je met een broodmes door je hand aan de mast geklonken. Je kon dan blijven staan net zolang je het er zelf uittrok. Dat is niet mis, vond Willem Jan. Nee, beaamde oom Barend. Je kon beter in de voetboeien geklonken worden of ge straft met vijf dagen zonder bier of jenever. Ofschoon ook dat geen grapje is voor een zeeman, die een hartver sterking nodig heeft, vooral wanneer er zeerovers in de buurt waren, of wanneer er gevochten moest worden onder Tromp en De Ruyter. Maar daar weten iullie nu genoeg van, merkte hij met een knipoogje naar Agnietje op. Ik ge loof, dat het tijd wordt om nu eens de stad' in te gaan. Zal ik jullie eens ver tellen van mijn jeugd in Haarlem. Je Oom Barend mag dan *n ruwe zeeman zijn, ik heb een warm hart voor m'n geboortestad, waar wij als ka'tholieken een moeilijke, maar mooie tijd hebben doorgemaakt. Wanneer je als ik over de wereldzeeën hebt gevaren en de vrij heid zag waarin de katholieken hun prachtige kerken bouwen, dan valt het niet mee er aan te wennen, dat je zelf Het idool van oom Barendde grote Michiel Adriaansz. de Ruyter. in een Begijnhof-kapelletje moest weg duiken. Enfin, richtte hij zich tot Willem Jan, misschien maak jij het nog wel eens anders mee. Weet je, keek Barend Agnietje aan, telkens wanneer ik naar zee ging, en dat was al als jongen moest ik, Een andere grote uit oom Barend's tijd: Maarten Harpertsz. Tromp. omdat moeder het zo wilde, even naar Maria van Haarlem gaan in het kapel letje van de Begijnen vlakbij de Bake- nessergracht, waar Jan Ban nog pas toor geweest is. „Die goede pastoor Ban", glimlachte Agnietje, „hij heeft me veel mooie liedjes leren zingen". 't Was nog voor zijn tijd, vertelde Oom Barend, en het beeldje van Maria van Haarlem was al eeuwen oud. Men ver telt dat het al voor 1500 is gemaakt en misschien nog wel eeuwen eerder. Maar goed, voor ik naar zee ging, voor elke reis, moest ik haar hulp inroepen. Ze heeft je er goed doorgehaald, vond Agnietje. Wis en waarachtig, Agniet, en daarom ga ik op m'n oude dag nog eens naar haar toe. Gaan jullie mee? En welge moed ging het gezelschap op stap. Over het oude Haarlem, waardoor zij trokken naar het kapelletje, dat nu een schuil- kerkje geworden was, wist Oom Barend, de zeeman, nog veel te vertellen, waar naar zowel Agnietje als de kinderen met grote belangstelling luisterden. Daarover de volgende week in ons op stel. Jan B. IA: Concordia—RCH 4, Spaarndam— BSM, WH—Stormvogels 4, IEV—VI. Vo gels Hoofdd. Boys—VVD, EDO 3—DSK; IB: Velsen 2—HFC 3, TYBB 2—Wijk aan Zee 2, ADO 2EDO 4, RCH 5Zand'voort- meeuwen 2, DEM 2Terrasvogels 2, HBC 3 Haarlem 3A. 2A: Nw. Vennep—Vogelenzang, Heem stede—Geel Wit, SVY—TZB, Kinheim 2— SHS, VVB 3—DSB; 2B: Haarlem 5—Bever wijk 3, Zandvoortmeeuwen 3—OG 2, Storm vogels 5VSV 4. Ripperda 2DCO 2, VSV 5 —DEM 3; 2C: DIO 2—NAS 2, HFC 4— VSV 6, Zandvoortmeeuwen 4EDO 5, Stormvogels 6Hillegom 3; 2D: Haarlem 6 Bloemendaal 3, DCO 3—Schoten 3, RCH 7 —Velsen 3, Kennemers 4VI. Vogels 2. 3A: ETO 2Geel Wit 2 Spaarnevogels —BSM 2, THB 2—DSK 2, Concordia 2— EHS 2; 3BHBC 4—Ripperda 3, VVD 2— DIOS, Hillegom 4Vogelenzang 2, Heem stede 2v. Nispen; 3C: SpaarnestadOG3, Schoten 4—Kinheim 3, AllianceTYBB 4, Halfweg 2—WH 2; 3D: Waterloo 2Bever wijk 5, DEM 4Velsen 4, Kennemers 5 Kinheim 4; 3E: Spaarnestad 2TYBB 5, DIO 3HFC 6, Hillegom 5Zandvoortm. 5, EDO 6Spaarndam 2; 3F: BSM 3EDO 7, DCO 4—HFC 7, VI. Vogels 3—Zand voortm. 6, Stormvogels 7Haarlem 7; 3G: VVB 5Kinheim 5, DIO 4Kennemers 6, OG 4Bloemendaal 4; 3H: HFC 9—Kenne mers 7, RCH 8—VI. Vogels 4, Geel Wit 4— TYBB 6. 4A: BSM 4—EHS 5, Bl.daal 8—ADO 4, Spaarnestad 3IEV 4; 4B: NAS 3—Ripper da 4, DSB 2—TZB 2; 4C: ETO 3—DIOS 2; 4D: Waterloo 3ADO 3, Velsen 5—Bever wijk 6; 4E: Concordia 3SHS 2, Allian ce 2Nw. Vennep 2; 4F: DIO 5NAS 4; 4G: SHS 3—SVY 3, Schoten 6—IEV 3, Spaarndam 3DEM 6; 4H: DSB 4Con cordia 4, Zandvoortm. 7TYBB 7; 41: DIOS 3 —Vogelenzang 3; 4J: SHS 4—TYBB 8, HFC 12—TZB 3. Jeugdafdeling. A: Geel Wit aAlliance a, HBC a—EDO a, DEM a—VSV a, Kenne- merland a—Stormvogels a, Concordia a RCH a; B: TYBB aVelsen a, Haarlem a HFC a, Kennemers aADO a. Junioren: IB: Onze Gezellen aDEM b, Velsen b—DEM c, Geel Wit b—Hoofdcï. Boys a, TYBB b—ADO b; 2B: Vogelen zang aTZB a, DIOS a—Concordia b, v. Nispen a—TYBB c, HBC b—BSM a; 3B: Onze Gezellen bAlliance b; 3E: Geel Wit c—DIOS b. Adspiranten. IB: Onze Gezellen aGeel Wit a, ADO a—DEM a, TYBB a—Allian ce a, Wijk aan Zee a—Velsen a; 2C: BSM a v. Nispen a. Vogelenzang a—Concordia a. DIOS a—HBC b, Hoofdd. B. a—HBC a: 3A: DEM b—IEV a, NAS a—Onze Gezel len b, Velsen b—DEM c; 3C: Geel Wit b —HBC d, SHS a—Concordia b, HBC c— TZB a; 4A: ADO b—DEM d, TYBB d—Al liance b, Velsen c—DEM e; 4D: Onze Ge zellen d—Geel Wit c, TYBB eAlliance c. DEM f—IEV b, Velsen d—DEM g; 4F: NAS b—Hoofdd. Boys b, HBC e—BSM b HBC fTZB b; 41: Onze Gezellen e—Geel Wit d, Velsen eDEM h, TYBB f TYBB g. Zaterdagmiddagcompetitie - 1: ETO- IJmuiden 3, VEW—RCH, Kennemerland 3— IJmuiden 2, KinheimSVJ. 2: SAC—Ener gie, Kennemerland 5Kinheim 2, VVRA— Kennemerland 4, Telefonia 2—Hillegom. SVJ 2—Tweede Jeugd. 3: SVJ 3—IJmui den 4, J. HerculesVEW 2, SIZO 4 WSV ConcordiaZandvoortm. 2; 4A: SVJ 4—ETO 2, Nw. Vennep 2—RCH 2, TYBB—SIZO 5, Energie 2—SSH. 4B: IJmui den 5SAC 2, VEW 3J. Hercules 2. Inplaats van acht jaar, zoals hem voor diverse misdrijven door de Haar lemse rechtbank was opgelegd, zal een 48-jarige monteur uit Haarlem, slechts twee en een half jaar gevangenisstraf moeten ondergaan. Het Amsterdamse Gerechtshof he "X hem die straf op gelegd. Deze monter, die kroongetuige is geweest in de zaak tegen de Amster damse arts dr. J. Samuels is veroor deeld wegens twee zedenmisdrijven en wegens een schot, dat hij- uit een geweer op zij huishoudster loste. Bovendien of men in zijn woning te Haarlem bij het onderzoek handgrana ten aan. Een der meest bekende R.K. Sportverenigingen uit Haarlem bestaat dezer dagen 35 jaar! DSS, van ouds de club van de MULO-school van de Ged. Oude Gracht, viert het zevende lustrum en hoewel 35 jaren niet bepaald een kroonjaar vormen, zoals b.v. een 25- of 40-jarig bestaan, is het feit be langrijk genoeg om er even meer aandacht aan te besteden. Vooral, omdat DSS dit jubileum viert nnder bepaald minder aangename omstandigheden. Het eerste elftal n.l. is na een langdurig verblijf in de K.N.V.B. tijdens het afgelopen seizoen weer naar de afdeling Haarlem gedegradeerd. Maar het getuigt juist van inwendige kracht, dat de club ondanks deze degradatie de moed niet heeft verloren en vol vertrouwen de toekomst tegemoet ziet. Het eerste van de voor dit seizoen geprojecteerde jeugdconcerten door het NoordHollands Philharmonisch Orkest heeft Vrijdag wederom plaats gevonden. Door omstandigheden waren wij genoodzaakt de middag-uitvoering te bezoeken. Het gaat er echter zo langzamerhand op lijken dat de belang stelling op de middag die van de avond gaat evenaren. Een verheugend teken dus. Dirigent, en tevens programma inleider, Marinus Adam had een bij uit stek geschikt programma samenge steld. Er werd begonnen met het be kende maar daarom niet rhinder be roemde vioolconcert in e moll van Mendelssohn. Na gewezen te hebben op tijd van ontstaan, tempo benamingen en 'n explicatie gevend van de naam „con cert", speelde de solist Gijs Beths sa men met het orkest dit opus op zeer fraaie wijze. Het spel van deze solist is eerlijk en intens muzikaal, en men kon duidelijk merken dat Gijs Beths de stijl van kamermuziek veel beoefent. Het werd een voortreffelijke vertolking, die qua muzikaliteit kon wedijveren met de weergave van andere grote solisten. Met het symphonisch gedicht „Die Moldau" van de Tsjechische componist Smetana verwieirf het orkest, na een dlidelijke toelichting van Marinus Adam, eveneens bij de jeugd zeer veel succes. Besloten werd met het effectieve werk van de Rus Rimsky-Korsakoff „Capriccio Espagnol", een stuk met een ware instrumenten-show, zoals Ma rinus Adam zeer origineel opmerkte. Het grillige en karakteristieke Spaanse rhythme lag de jeugd blijkbaar buiten gewoon. Het werd een grootse bekro ning van een uitnemend geslaagd jeugdconcert. JAN LAARVELD Aan de conservatoriumafdeling van de toonkunstmuziekschool te Haarlem werd tot hoofdlerares voor zang, solfège en muziekgeschiedenis benoemd mevr. Ak- ke de Vries, aan de muziekschoolafde ling tot lerares in het vioolspel mevr. Nel Buys. Advertentie HAARLEM ELECTBZSCHE INSTALLATIES LUIDSPREKENDE TELEFOON-INSTALLATIES Op de bloemen veiling zijn het nu de Chrysanten die de boven-toon voeren, vooral de tros-Chrysant komt in grote partijen aan de markt. Jammer, dat ook deze buiten-bloemen zoveel van het slechte weer geleden hebben, dit komt in de prijs heel goed tot uiting. De tros varieerde van 25- 85 cent per bos, de groot-bloemigen gingen tot 25 cent per stuk. De zomer bloemen hebben zo goed als afgedaan. Dahlia's, asters, heliantusen komen nog in kleine kwantums waarvoor niet veel animo meer is. Bjj de kleine bloemen gaat grote belangstelling uit naar de Nerinen, die tot 45 cent per stuk ver kocht werden, fresia ging tot 30 cent per bosje en cyclamen bloemen brach ten 60 cent per bosje op. In het Gemeentelijk Concertgebouw wordt ook in dit seizoen een serie so listenconcerten gegeven, bestaande uit twee pianorecitals. Maandag 11 October treedt de beroem de Poolse pianist Jan Smeterlin voor het voetlicht, die werken zal spelen van Chopin. Op Dinsdag 23 November geeft de jonge Hongaarse pianist Robert Weisz een concert. Vanzelfsprekend heeft het wel enige indruk gemaakt in de Haarlemse voet balwereld dat DSS, na een veertienja rig verblijf in de vierde klasse van de KNVB, zich weer heeft moeten terug trekken in de onderafdeling. Het is nu eenmaal een illusie van elke voetbal club om zich sporttechnisch op' een ho ger plan te plaatsen maar in een club als DSS, en met deze nog zovele an dere, speelt men voetbal niet louter om zoveel mogelijk successen te beha len, de sportieve opvoeding, de vor ming van de Katholieke jongen en het aankweken van die eigenschappen wel ke een Katholiek sportman moeten sie ren, staan op de voorgrond. Daarom treurt men er bij DSS niet zo heel erg over dat men de positie heeft moeten prijsgeven. Het is voor de tegenwoor dige leiders en leden een stimulans te meer om met inzet van alle krachten het verloren terrein trachten te her winnen. Reeds heeft DSS in zijn nieuwe om geving enkele opmerkelijke successen behaald welke het nodige vertrouwen heeft doen terugkeren en de hoop is gewettigt dat men de toekomst met veel vertrouwen mag tegemoet zien. Het is DSS in deze 33 jaren niet. altijd voor de wind gegaan. Ups en downs hebben zich met de regelmaat van een klok voorgedaan en ook in dit opzicht verschilt DSS niet met een andere club. Het pad van een Katholieke voetbalclub gaat niet al tijd over rozen maar bij DSS staat de sportiviteit op de voorgrond en zo kon het geen verwondering wekken dat de DSS-ers de „ups" blijmoedig incasseerden en de tegenslagen moe dig onder het oog durfden, te zien. Daarom maken we ons over de toe komst niet ongerust. Met mannen als Jan Horn, een der oude steunpilaren, weer als secretaris, een ervaren voor zitter als de heer v. d. Berg, die in eenzelfde functie bij RKAFC in Alk maar geen onbekende is in de Katho lieke voetbalwereld, bovendien ge steund door de belangstelling van vele oud-leden uit de eerste jaren van de oprichting in welk verband we enkele bekende namen aan de vergetelheid ontrukken, n.l. Frans van Reysen, thans voorzitter van de Haarlemse Midden stand, Adelaar, lid van de Haarlemse gemeenteraad en nog zovele anderen, bezit DSS een vriendenkring welke ver boven het normale uitgaat. De jubilerende club heeft zich in de 35 jaren van haar bestaan talloze vrien den weten te verwerven en Wij, die de ontwikkeling van het „aardige club je van de MULO" van nabij hebben meegemaakt, kunnen getuigen dat DSS zich in de voetbalwereld een waardige plaats en een uitstekende reputatie heeft weten te verwerven. En het moet voor de huidige generatie een ere-zaak zijn deze reputatie ongeschokt te be waren. Met een ledental van om en nabij de 250, 15 senioren, junioren en adspi ranten elftallen alsmee nog twee pu pillen elftallen, is DSS een krachtige organisatie welke voor de sportieve opvoeding van een groot deel der Ka tholieke Haarlemse jeugd op de bres staat. De geschiedenis van DSS hier in het nauwe corset van een kolom nog eens te herhalen lijkt ons overbodig. De naam van DSS heeft bij vele blijde ge beurtenissen al diverse malen luid ge klonken. Laten we de club bij dit Lustrum alle goeds toewensen en de hoop uitspreken dat straks bij het veer tig-jarig bestaan de schitterende repu tatie ten volle is gehandhaafd en DSS zijn plaats in het voetballeven, waarop het krachtens haar traditie recht heeft, zal hebben ingenomen. Er is een bescheiden programma dat de feestelijkheden moet versieren sa mengesteld. De kerkelijke viering heeft plaats bij de Zusters aan de Zijlsin gel waar Zondagmorgen een H. Mis wordt opgedragen waaronder alle DSS- ers ter H. Tafel zullen naderen. Een gemeenschappelijk ontbijt volgt dan bij dezelfde eerwaarde Zusters en 's avonds is er bij Brinkmann een intieme feest viering. De sportieve viering van dit zevende Lustrum is tot latere datum uitgesteld. Terreinmoeilijkheden, welke DSS in de loop der geschiedenis ook al niet zijn bespaard, waren oorzaak dat op deze jubileumdag geen sportieve herdenking kon plaatsvinden. Maar wat in een goed vat zit verzuurt niet In de ontworpen wijk „Sinneveld" zullen gebouwd worden de Hélène Swarthstraat en de Herman Gorter straat, terwijl voorts een plantsoen genoemd zal worden naar Henriëtte Roland HolstVan der Schalk. Hélè ne Swarth kan nog volop tot de „Tachtigers" gerekend worden, de twee anderen tenslotte niet meer, omdat zij dat milieu volkomen ont groeid zijn en hun eigen weg zijn gegaan. Hélène Swarth Jacques Perk, de voorloper van de Tachtigers, had vele bewonderaars en daarbij bleven de vrouwen niet achter. Eén van haar was Hélène Swarth, die zelf met bekwaamheid vele verzen schreef en daarmee van Willem Kloos de schone titel kreeg: het zin gende hart van onze letterkunde. Des ondanks kan men nu moeilijk zeggen, dat de gedichten van Hélène Swarth nog veel gelezen worden. Zij werd te Amsterdam geboren in 1859, maar ontving haar opvoeding in Brussel; dat geschiedde geheel in Fran se stijl en haar eerste verzen schreef zij ook in het Frans. Zij huwde in 1892 met de schrijver Lapidoth en over leed te Velp in 1941. Vrijwel al haar werk kan samengevat worden onder de rubriek „stemmingsgedichten", en ze ker in het begin heeft ze bijzonder fraaie en ontroerende verzen geschre ven, vrijwel steeds weemoedig en vol smartelijke herinneringen. Zij heeft daar helaas niet genoeg van gekregen, zodat zij tenslotte de indruk wekte haar grootst pleizier in de droefheid te vin den. Frederik van Eeden schreef zelfs eens over haar: „Ze gaat niet uit wan delen, of ze loert, onder den indruk van haar verantwoordelijkheid, als Ne derlands eerste dichteres, of er hier of daar geen stemmingsbeeldjes fladde ren, die zij kan verschalken in een keu rig geborduurd son-netje". Het volgende herfst-sonnet moge ter illustratie dienen: De wolken drijven en de golven stroomen, De zwaluwzwermen vliegen naar het Zuiden. O wilde "wind, wat wil uw lied beduiden? Is 't wel de wind die weeklaagt in de bomen? Nog bloedt mijn wond; waar bloeien balsemkruiden? Een wreed verleden heeft mijn vreugd genomen En wie ik wachtte zal tot mij niet kqpaen. Is 't voor een doode, dat die klokken luiden? Kort was mijn dag. Mijn zonlicht zag ik tanen, Mijn blik omneveld door een floers van tranen. Waar leidt mijn weg? Ik ga alleen.... 't is donker. O zwarte vloed, bergt ge in uw boezem vrede? Omlaag, geen licht, omhoog. geen stergeflonker! Vliedt gij naar zee, o golven, neemt mij mede! ovenstaande foto geeft een detail weer van een door de Haarlemse kun- t-e stenaar Levinus Tollenaar vervaardigd kruisbeeld, dat geplaatst zal wor- J-f den in de recreatiezaal van de nieuwbouw van het St. Dominions College te Nijmegen. Het is met dat doel ten geschenke gegeven aan pater J. van Pam pus O.P; prefect van het College, by gelegenheid van diens 12^-jarig priester feest. Het beeld, dat een hoogte heeft van 1.10 m., is vervaardigd uit chamotte en is bevestigd op een blank esdoornen kruis. De uitdrukking van het gezicht en het gebaar, dat uit het ganse beeld spreekt, zijn van een zodanige ontroe- ei CIITCI cnroill IfT rende spiritualiteit, dat zij gemakkelijk zullen appeleren aan de moderne rel i- E SLEUTELSPECIALIST gieuze ontvankelijkheid. Advertentie LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11193 roensdag 17 November zal het dan groot feest worden in Haarlem. Sint Nicolaas, de echte, de éne en onverdeelde, zal op die schoolvrije middag zijn in tocht houden in de stad aan het Spaarne en daarmee is gelukkig de kogel door de (bisschoppelijke) kerk. Ik heb het altijd maar een triest geval gevonden: ieder jaar weer verschillende intochten van de Sint, dan weer hier, dan weer daar, zodat geen groot mens, laat staan een kind, er een touw aan vast kon knopen. Onze dagen zijn vol problemen, we koesteren ze met liefde, opdat ze toch maar niet in het niets worden opgelost. Maar dat sinterlijk pro bleem in Haarlem heeft mij altijd dwars gezeten. Nu heb ik.de mis schien kwalijke eigenschap, dat mijn geloof in de goed-heilig man de jaren door ongeschokt is geble ven niet om de „krijg" of de „heb", maar wel om de droom van mijn jeugd vast te houden, dat er ten minste één heilige is, die zijn he melse staat niet afdoet met een prentje, en die zich de moeite ge troost, al is het over de daken, in persoon ieder jaar weer bij ons, doodgewone mensen, op bezoek te komen. En daarom zie ik dat feest van 17 November met zoveel kin derlijk pleizier tegemoet, mijn jeugddroom blijkt toch waarheid te zijn, en het jonge goed, dat met duizenden langs de weg zal staan, zal weer het geloof worden bijge bracht in de goedheid, die ergens in ons allèmaal toch wel schuil gaat. Burgemeester Cremers zal met enig protocollair vertoon Sint Nico laas in het stadhuis ontvangen en dat betekent, dat er na eeuwen voor het eerst weer en in de schaduw van de oude Sint Baaf een bisschop in vol ornaat de Gro te Markt zal oprijden en begroet zal worden door een moderne schout en diens schepenen. Daar is nu niemand, die het woord „pro- cessie-verbod" in de mond durft te nemen, daar komen Gedeputeerde Staten niet aan te pas en dat is niet, omdat de Haarlemmers den ken: het is toch niet echt (want de Sint is wél echt), maar omdat deze bisschop van en voor ons allemaal is. Dat betekent dus ook, dat geen straatvereniging of comité de Sint voor zich kan opeisen en dat een ons collegiaal dagblad in de stad ditmaal niet zal schrijven over de „rooms-katholieke bisschop van Spanje." Als nu iedereen zijn steun ver leent aan de inkomst van Sinter klaas (inkomsten heeft de H. Man echt niet), dan zal het entree per stoomboot aan de Turfmarkt jo yeus worden, dan zal in de stad, waar de oude gevels door de glans van het purper weer zullen opleven, de jeugd kunnen juichen om de Goed heid zelve, die te paard en geëscor teerd door een dozijn pietermannen zich wil presenteren in het stadhuis. De jeugd in Noord, in Oud-Schoten in het Amsterdamse kwartier of waar dan ook maakt de ontvangst al even groots. En wij, die volwas sen heten doch bij de Sint toch maar pieter-peuters zijn, moeten die jeugd één middag eens over het paard tillen. Al was het over het paard van Sinterklaas. Helaas heb ik mij deze week moeten laten vertellen, dat het oude en gezellige gilde der kegelaars in stad en streek langzaam maar zeker aan het af takelen is. De heer Brinkmann schijnt er ernstig over te piekeren, hoe hij zijn ruimte, die hij nu aan de kegelbanen kwijt is, meer ren dabel kan maken. Voorlopig wil ik aan die aftakeling niet geloven, want daarvoor zijn de kegelaars mij te lief. Ik heb ze aan de worp gezien, ridderlijk en vaak met ko ninklijke allure, onweerstaanbaar in hun charme en proper gestoken in een smetteloos overhemd. Kege laars zijn voor mij de vorsten der gezelligheid en het stemt mij hoop vol, dat het Haarlems Jaarboek toch altijd nog een opgave doet van achttien kelgelclubs met namen, die klinken als een rollende kegel bal. Een kleine bloemlezing levert clubs op in de sfeer van „Daar rolt. ie", „Laot um maor gaon", „Na Rollen Vallen", „Naast de plank", „Zet 'm op". Vindt u niet, dat mensen, die onder zo'n motto hun kegelpassie uitleven, in ere moeten blijven, en zelfs de vrouwen die in haar club I.V.O. (Iedereen valt om?) met enorme rollers van leer trekken. Van het gedonder op de kegel baan naar de franse sfeer van een herberg is een hele stap, hoewel u van de ene gezelligheid op de ande re overstapt. Die ervaring doet de bezoeker van hotel Oud Sint-Jan op, wanneer hij een plaatsje gevonden heeft in de Auberge Bonverre, een klein stukje Frankrijk, dat net echt paar Dahmen in zijn etablisse ment aan de Jansweg geschapen heeft. Het land van Marianne trekt ieder jaar duizenden touristen uit stad en streek naar het lichte Zui den, waar in het onsterfelijke Pa rijs of op de rustieke plekjes van het platteland zelfs de poort van de hel een hemelse schoonheid heeft. En als al die mensen dan thuis ko men, moeten zij de gelukkigsten ge noemd worden, die niets kunnen vertellen, omdat de sfeer van dat land geproefd moet worden met de vriendelijkheid van de wijn. In de Auberge Bonverre van Oud Sint Jan, waar de wijnrank ook bloeit, waar de flessen een heel oud verhaal vertellen en waar de scho- tel puur Frans wil zijn, heb ik die wijn gedronken, voorzichtig, als om de herinnering niet al te snel heen te laten vlieden; een beetje wee moedig ook, omdat het heimwee naar het bruisende Gallië het hart in vuur en vlam kan zetten. Een stukje Frankrijk in de Haar lemse binnenstad, bescheiden en wat weggedoken in de romantiek van een Hollands binnenhuis, daar wil ik toch ook graag het glas hef fen op uw en mijn gezondheid. In deze stad, waar de luchten vaak zo grijs zijn, kunnen wij de fleur van het zuiden wel gebruiken en iets van de charme van Parijs kan Haarlem alleen maar deugd doen. Enfin, laat ik niet on-deugend worden. Herman Gorter Een dichter, die populair uitge drukt niet bepaald „in het klein" begon, was Herman Gor ter. Vrijwel geen enkel vers was er nog van hem verschenen, toen in 1889 zijn bekendste en grootste werk. het gedicht „Mei" het licht zag. Hoevele malen en in hoeveel variaties wordt niet die be roemde eerste regel van „Mei" geci teerd: „Een nieuwe lente en een nieuw geluid". Herman Gorter werd te Wormerveer geboren in 1864 en na zijn studie aan de Amsterdamse universiteit promoveerde hij tot doctor in de klassieke letteren. Hij was op reis toen hij in 1927 te Brus sel stierf. Zong hij in „Mei" op werkelijk zui vere toon zijn schoonheidsverlangen uit, een verlangen, dat onbevredigd blijft, omdat de schoonheid verganke lijk blijkt te zijn, zijn heil zocht hij ten slotte in het nieuwe volle leven, dat hij in het socialisme meende gevonden te hebben. Zijn verdere werk, o.a. „Een klein Heldendicht", getuigt daarvan. Die nieuwe jonge gemeenschap zou vol gens hem ook een nieuwe en levende kunst brengen. Zijn latere werk moet toch echter op een minder plan gesteld worden dan zijn onvergankelijke „Mei". Uit dit gedicht citeren wij hier de eer ste versregels: Een nieuwe lente en een nieuw geluid: Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit. Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht, In een oud stadje langs de water gracht In huis was 't donker, maar de stille straat Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat Nog licht, er viel een gouden blanke schijn Over de gevels in mijn raam kozijn. Dan blies een jongen als een orgelpijp. De klanken schudden in de lucht zoo rijp Als jonge kersen, wen een lente wind In 't boschje opgaat en zijn reis begint. Hij dwaald' over de bruggen, op den wal Van t water, langzaam gaande, overal Als 'n ionge vogel fluitend, onbewust Van eigen blijheid om de avond rust En menig moe man, die zijn avondmaal Nam, luisterde, als naar een oud verhaal, Glimlachend, en een hand die t venster sloot Talmde een pooze wijl de jongen floot Henriëtte Roland Holst Henriëtte Roland HolstVan der Schalk is en zal blijven een van de grootste figuren in onze Ne derlandse literatuur. Zij was een vrouw, die niet schreef om te schrijven, maar om haar idealen uit te dragen. Gebo ren te Noordwijk in 1869 trad zij in 1896 in het huwelijk met de socialistische schilder Roland Hoist. Ook zij werd een vurig socialiste, woonde in Laren en Bloemendaal en stierf te Amsterdam 23 November 1952. Wie nader kennis maakt met het werk van Henriëtte Roland Holst leert ook een vrouw kennen, die haar strijd voor een betere gemeenschap met een oprecht hart voert. In haar bundel „De Nieuwe Geboort" treft men ontroerende en boeiende gedichten aan, die dat dui delijk illustreren. Teleurgesteld door de onderlinge verdeeldheid in eigen kamp propageert zij een socialistisch commu nisme, dat tenslotte al even weinig be vrediging geeft. Een vaag zoeken naar bepaalde eeuwige waarden brengt haar tot een religieus socialisme. Maar een zekere teleurstelling heeft zij toch nooit kunnen ontlopen, zoals zij vroeger al eens neergeschreven had in het volgend» gedicht: Ik die had kameraadschap uit gegeven tot levenswachtwoord in mijn jong getij, ik werd nu door de makkers uit gedreven en kan geen schred meer houden met hun rij Er is geen plaats in het broederlijk leven, bij 't volk der makkers is geen plaats voor mij: nu moet ik mij in d'eenzaamheid begeven en hullen in herin'rings grauwe pij Daarom omfloerst een waas van smart mijn oogen. ik zie mij door de lege jaren zwerven die liggen vóór mij, een verlaten veld, en zie de bronnen van mijn kracht uitdr oogen mijn hart verdorren in dit levend sterven: ik had mijn zaak op broederschap gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 3