Het klassieke drama herhaalt zich in Griekenland I r;^Ofc ODYSSEUS UIT SJANGHAI Ik heb geen hekel aan huiswerk, als het maar interessant is Samenwerking van deskundigen en bestuurslichamen nodig n Gezond ideerook KAVEEWEE Kouseband voor Haile Selassie Tragische erfenis van twee oorlogen Schade door de storm in Zeeland De vier slachtoffers geïdentificeerd GEZONDHEIDSCONGRES Openingsrede van prof. Krul 8 ZATERDAG 9 OCTOBER 1954 iwpi in één woord I VOL-maakt g g -g -g —g —g -g ~g ~m .,..WW,,...A....•?«- - aan de hand week uit het ontredderd Troje, de klassieke vluchteling, op zoek naar een nieuw va derland? En is de zwerftocht van Odysseus niet vandaag nog het lot van zovelen? Voor millioenen is het Ilium van eigen huis en haard en het meest elementair mensengeluk jammerlijk in puin ge stort. Daarvoor waren wij naar Griekenland gestuurd: om met eigen ogen het leed te zien. Weliswaar niet nieuw meer voor ons, die reeds het lot der ontheemden leerden kennen meermalen over onze Oostergrenzen, maar toch weer met een gans an der gezicht. En daarvan zouden wij vertellen in het kader van de grote nationale actie, die dit na jaar onder auspiciën van de Stichting van de Ar beid in Nederland wordt ontplooid, de inzameling ten bate van het Vluchtelingencomité, de bijdrage van Nederland tot leniging van een nood, die de tragische erfenis mag worden genoemd van twee wereldoorlogen. Veel fruit afgewaaid Na ramp met Rikke-Skou De druivenoogst in Attica was in volle gang. Langs de weg trippelden de indolente ezels en torsten in grote, diepe manden hun goud-gele last, een beeld, dat onveranderd moet zijn gebleven sinds Pericles. Gulzig dronk onze blik het landschap: de bergen, de olijf- en pijn bomen, de groene wijngaard. Het hart stond haast stil van emotie. Honderd namen en feiten uit de geschiedenis kwamen nu plotseling hier tot le ven. En diep snoven wij de atmosfeer als wilden wij met alle zinnen dit grootse moment genieten. Om het volgend ogenblik onszelf tot de orde te roepen: niet als toerist waren wij hier, niet voor Theseus en Homerus, noch voor iets uit de histo rie, maar voor de actualiteit van een der bran dende problemen van vandaag: de nood van vluch telingen en ontheemden, in dit ooit zo bevoor rechte land misschien het meest schrijnend. Maar hadden ook niet de Ouden het reeds gekend, dit leed immers van alle tijden. Werd niet Aeneas, die met zijn zieke vader op de rug en zijn zoontje s- Door FRED THOMAS Oude vrouw door gasver- stikking om het leven gekomen i AENEAS de eerste ontheemde De Odysseus van vandaag, de 72-jarige Griekse opticien Parlo, gevlucht uit Sjanghai, voor zijn tent in Lavrian. bloeiende zaak, in China opgebouwd, had hij moeten achterlaten, maar hjj bezat nog altijd zijn intellectuele ver mogens om zich ook hier een beschei den bestaan te verzekeren. In deze tent evenwel was elke poging daar toe bij voorbaat onmogelijk; binnen in de hitte noch buiten in stof en wind kon hij iets beginnen. ,,Ik ben nu 72", zei hij ons, „en zoveel heb ik niet meer van het leven te ver wachten: elke dag is een kostbaar iets. Maar elke'dag is hier verloren, een beproeving, een hel." Wij zijn in de tent geweest en hebben er even gezeten. Toen joeg ons de be nauwdheid, de weeë mensen- en etens- lucht weer naar buiten, in de vale troosteloosheid van het vluchtelingen- milieu. Dat wij even later konden ver laten, het bezoek ten einde, en Sounyon als lokkend verschiet. Maar hier in het restaurant, paradijselijk aan zee, waar wij dineerden, de zuilen van Poseidon's tempel als tafelgarnituur, heeft ons de voortreffelijke Griekse wijn ditmaal niet gesmaakt. Volgens de columnist" van de „Sunday Express" wordt er aan het Britse Hof thans ijverig gepiekerd over de vraag, welke onderschei ding keizer Haile Selassie van Ethiopië verleend moet worden als hij volgende week voor een officieel bezoek in Engeland aan komt. Het is gebruikelijk, dat aan vorsten, die een staatsiebezoek ko men brengen, dergelijke eerbewij zen worden gebracht. Maar Haile Selassie, die een groot deel van zijn meubels betrekt van een firma in Oxford-street, zijn juwelen uit Bond-street en zijn costuums van Savile-row, heeft ook de meeste Engelse onderscheidingen al. Al leen de Orde van de Kouseband ontbreekt hem nog. Natuurlijk zou het talrijke Afrikanen gunstig voor Engeland stemmen als de „Leeuw van Juda" de Kouseband ontving, maar toch vindt men dat in Britse hofkringen een hele stap. Toch zou Haile Selassie niet de eerste niet- Europeaan zijn, die aldus werd on derscheiden: sinds de orde in 1349 werd gesticht, heeft men de Kou seband verleend aan twee sultans van Turkije, twee Sjah's van Per- zië en drie Japanse keizers. De storm van de afgelopen dagen heeft in Zeeland vrij belangrijke scha de aangericht aan het fruit, dat nog aan de bomen hangt. De omvang van de schade is moeilijk vast te stellen, doch men schat, dat enkele honderdduizen den kilo's fruit zijn afgewaaid. Het grootst is de schade op de bedrijven waar men tengevolge van het slechte weer en een gebrek aan arbeidskrachten achter is met de pluk. In de loop van Vrijdag zijn de stof felijke overschotten van de vier slacht offers van het ongeluk met de Rikke Skou, die door de sleepboot Holland op Terschelling zijn binnengebracht, ge ïdentificeerd. Het bleken te zijn P. H. Lillie, R. W. J. Christensen, H. Chris- tensen en H. H. Jensen. De stoffelijke overschotten zijn per extra boot naar Harlingen vervoerd. Vandaar gaan zij naar Schiphol, van waar een vliegtuig zal vertrekken om de omgekomenen naar Denemarken te brengen. Een moderne kleine Ascanius. Advertentie reldoorlogen. In het begin der twinti ger jaren, na het Griekse échec te gen Kemal Pascha, stroomden bij honderdduizenden de Klein-Aziatische Grieken naar het Moederland, later gevolgd door de eerste „mensenruil" op grote schaal, tussen Turkije en Griekenland. Intussen hadden reeds duizenden Armeniërs en Assyriërs, eveneens voor de Turken geweken, hier een toevlucht gevonden, waarbij zich tenslotte vele Wit-Russen voeg den, die na de overwinning der Bol sjewistische revolutie het vege lijf wis ten te redden. Thans, meer dan der tig jaar later, zijn nog altijd grote groepen van deze mensen vluchtelin gen en ontheemden gebleven, hebben zij geen nieuw tehuis kunnen vinden noch een menswaardig bestaan. En ziet men hen nog steeds als zodanig vermeld bij de officiële cijfers. Na de jongste oorlog zou zich het drama herhalen: thans waren het wederom Grieken, die, elders uitgedreven of ge vlucht, naar het land van hun vade ren kwamen, vele duizenden van Griekse origine uit Roemenië, Rusland, Yoegoslavië, Albanië (Noord Epirus), later uit China en tenslotte nog weer uit Egypte, als gevolg van de veran derde status in de zone van het Suezkanaal. Met Albanese, Yoe- goslavische en Bulgaarse vluchtelin gen bedraagt het totale aantal, dht nog van week tot week vermeerdert, over de 20.000. Griekenland zelf is zo arm als de mieren. Een groot deel van de bevol king leeft op de grens van verpaupe ring, en nationale rampen zoals de bur geroorlog en de recente aardbeving hebben de moeilijkheden nog meer ver groot. De internationale tendenz is om de Engelse opvatting te delen, dat het vluchtelingenprobleem eigenlijk reeds is opgelost, en voor zover nog niet, be hoort te worden geliquideerd door de (Van onze correspondent) Prof. W. F. J. M. Krul heeft Vrijdag in Musis Sacrum te Arnhem het 53e Ge zondheidscongres geopend met een be langrijke rede, waarin hij o.m. opmerk te, dat veelweterij in onze dagen niet meer tot oplossing van problemen kan leiden. Daarentegen is eenieder over tuigd van de noodzakelijkheid, te vluch ten uit de zich steeds meer verengende kringen der specialisatie, maar in de praktijk komt er meestal weinig van terecht, zo vervolgde prof. Krul. In een overkoepelend orgaan als het Gezond heidscongres ligt echter een mogelijk heid tot een synthese van specialismen die tot ruimer inzicht en tot constructief aanpakken van velerlei vraagsukken op het gebied der volksgezondheid kan voeren. Prof. Krul achtte dit noodzakelijk op een gebied als het onderhavige, dat zo zeer met de sociale en economische sfeer van het volksbestaan verweven is en dat dan ook alleen door doeltreffende wette lijke en administratieve maatregelen mnnptZ°ri beheerst- Die maatregelen lfsten m 1i6n °P de kennis der specia- ;folT'a aar tussen die kennis en het in ent der verantwoordelijke bestuurs lichamen moet een hecht verband be staan vruchtbaar naar de zijde der spe cialisten, die hun eisen dienen aan te passen aan wat sociaal verantwoord en economisch mogelijk is, en naar de zijde der wetgevende en uitvoerende licha men, die begrip en vertrouwen moeten hebben in wat hun door de deskundigen wordt voorgehouden. Spr. haalde enkele voorbeelden aan, die aantonen, hoe zonder zulk een ver band de beste adviezen ijdel blijven. Wat te zeggen van bestuurderen, die tezeer vervuld van poiltieke of finan ciële overwegingen met de drogreden komen, dat een verlaging van het sterftecijfer tot een onduldbare bevol kingstoename aanleiding zou geven? Deze redenering komt men vooral te gen wanneer het gaat om verbetering der hygiënische toestanden in minder ontwikkelde gebieden. Bij besprekingen, die prof. Krul vorig jaar in Indië voer de, werd onomwonden verklaard, dat het menselijker is, een jaarlijkse oprui ming van millioenen door ziekten te ge dogen dan nog meer millioenen aan de hongerdood prijs te geven. Het is met deze redenering gesteld als met zovele andere, die schijnbaar op een vicieuse cirkel duiden.. Men vergeet daarbij, dat die cirkel geen feit, doch alleen maar een cerebrale constructie is en dat de opeenvolging van oorzaak en gevolg door menselijk ingrijpen, als een der vormen van natuurlijke energie kan worden omgebogen of onderbroken. Men vergeet, dat door betere gezondheid van een volk de productiviteitslijn stijgt, waardoor de welvaart toeneemt en gro tere bevolkingsdichtheid en grotere be volkingsspreiding mogelijk worden. De enorme toeneming der bevol kingsdichtheid in Westelijk Europa en de Verenigde Staten en de daarmee gepaard gaande even belangrijke wel vaartsstijging mogen als bewijs strek ken tegen het pessimisme, dat door sommigen vermoedelijk ten on rechte op de leer van Malthus wordt gebaseerd. Uit een rapport van de afd. Sociale Zaken van de Verenigde Naties citeerde prof. Krul, dat meer dan de helft van de wereldbevolking nog leeft op een peil, dat voldoende bescherming tegen ziekten, die redelijkerwijs te voorkomen zouden zijn, onmogelijk maakt. De leef tijdsgrens voor 1/5 van de wereldbevol king is 63 jaar. maar voor 2/3 van die bevolking is zij slechts 30 jaar. Klopt dit niet ongeveer met de situatie van Drenthe vijftig jaar geleden? De afstand met westelijk Nederland werd verkleind. Drenthe werd tot ontwikkeling gebracht en heel Nederland ondervond er de weerslag van. In de thans zo klein ge worden wereld heeft het Westen de roe ping, het Oosten te helpen en daartoe vormt de gezondheidszorg een der fun damentele uitgangspunten. De 74-jarige weduwe Van Doesburg, wonend aan de Nieuwe Langendijk te Delft, is Vrijdagnacht door gasverstik- king om het leven gekomen. Zij had 's avonds, gewoonte getrouw, een pan netje eten op het gasstel gezet voor haar zoon, die later thuis zou komen. Ze zette de gaskraan open, maar vergat vermoedelijk het gas aan te steken. Daarna ging zij naar bed. In haar slaap is zij door het gas bedwelmd geraakt. Toen haar zoon 's nachts thuis kwam, rook hij de gaslucht al in de gang. De G. G. D. werd gewaarschuwd, maar het mocht niet meer lukken de levensgees ten bij de vrouw op te wekken. Men weet het: heel de maand Octo ber is in het teken gesteld van het lot der vluchtelingen. Het personeel van de bedrijven is bereid een uur van zjjn loon of inkomsten af te staan aan het comité, ofwel overuren te maken en de extra verdiensten af te dragen. En de werkgevers hebben toegezegd de opbrengst te verdubbelen. Men hoopt nu verder door dit voorbeeld heel het volk te inspireren: middenstanders, in tellectuelen, allen onzer uitzondering, zodat Nederland zijn reputatie hand haaft: de opbrengst van de actie een millioenenoffer, waarmee projecten kun nen worden verwezenlijkt, die een stuk van de misère daadwerkelijk zullen wegnemen. De tragische erfenis van twee we- Het SeptemberOctober-nummer van het tijdschrift „Opvoeding" dezer dagen verschenen, is vrij wel geheel gewijd aan het huiswerk- probleem. Men kan niet zeggen, dat de verschillende artikelen, alle van deskun digen, tenderen naar afschaffing van het huiswerk, al hadden sommige ou ders dat misschien wel gehoopt (hoe wel er ook ouders blijken te zijn, die de waarde van een school afmeten naar de hoeveelheid huiswerk, die meegege ven wordt). Voor de ouders, voor wie het huiswerkprobleem een kruis is, spreekt wellicht L. M. Zeegers, inspec teur L. O., de meest opbeurende woor den; hij ziet zelfs voor de middelbare scholen een aanmerkelijke verlichting van de druk van het huiswerk in het verschiet; hij ziet die evenwel afhan kelijk van één voorname voorwaarde: de doorvoering namelijk van de onder wijsvernieuwing, die voor de middel bare scholen zal moeten bestaan uit de invoering van een vernieuwd leerplan met kernvaken en keuzevakken; het huiswerk kan zich dan voor een deel beperken tot de vakken van eigen keuze en belangstelling, wat de taak verlicht. Daar zijn trouwens ongeveer alle schrijvers het over eens, dat het hele probleem van het huiswerk ten nauw ste samenhangt met het huidige onder wijssysteem, dat gebaseerd is op het vergaren van kennis, hetgeen tot een overladen programma leidt. Men kan echter uit verscheidene bijdragen wel lezen, dat ook bij de huidige toestand althans enige verlichting mogelijk is. Zo schrijft b.v. P. A. Eggermont, Inspecteur van het L. O.: „Wat de la- Kere school betreft lijkt het ons wense lijk, dat eerst „He mogelijkheden tot *elfstandig-werken-in-de-school-zelf uit geput moeten zijn, alvorens tot het °Pgeven van huiswerk wordt overge daan", en alhoewel hij de goede moge- in het begrijpen van voorheen onge kende dingen". Hetgeen niet wegneemt dat zij anderhalf uur huiswerk per dag voor de hoogste klassen een ma ximum acht. Dr. Nic. Perquin S. .T. vervolgt in zekere zin haar betoog, waar hij zegt dat de school het ge zinsleven niet kent, en hij gaat na, wanneer er nu eigenlijk in het gezin een redelijke tijd voor het maken van huiswerk gevonden kan worden. Hij meent, dat huiswerk alleen zin heeft wanneer het redelijk beperkt blijft en aanleiding geeft tot een persoon lijk contact met de leraar. Ook dra. T. van Mackelenbergh, die uit de practijk van het middelbaar on derwijs spreekt, noemt het ongezond, wanneer het huiswerk gedurende een langere periode zo omvangrijk is, dat er hoegenaamd geen tijd voor andere dingen blijft, al acht zij een bepaalde hoeveelheid huiswerk in verband met de stof, die in de les behandeld wordt, absoluut noodzakelijk. Mevr. dr. N. Snijders-Oomen trekt tenslotte een aantal interessante con clusies uit de geopperde meningen. Het gezin moet ook iets doen, zegt zij: zor gen dat er een rustige atmosfeer is in de tijd, bestemd voor het huiswerk, en 4e kinderen helpen bij het vinden van de juiste methode van werken. Van de kant van de school moet men weten, hoeveel huiswerk de leerlingen meekrijgen: de leraren zouden enigs zins overleg kunnen plegen; ook móe ten zij zo min mogelijk thuis laten wer ken en vooral trachten het huiswerk interessant te maken, waarbij het niet overbodig zou wezen als de school de leerlingen ook leerde, hóe zij thuis moe ten werken. Een kweekschoolleerling schreef: ik heb geen hekel aan huiswerk, maar het moet een beetje gezellig blijven, een beetje interessant. regeringen van de landen zelf, waar zich de vluchtelingen bevinden. Duits land is hiertoe in staat en heeft reeds zeer veel gedaan, maar voor Oostenrijk en misschien nog het meest voor Grie kenland, die geen middelen bezitten, zijn de moeilijkheden onoverkomelijk. De voornaamste uitweg uit de impasse, die van emigratie, wordt door de lan den, die hiervoor in aanmerking ko men met een reeks van bepalingen voor een groot deel afgesloten. Enkele organisaties, voornamelijk Amerikaan se, verlenen hulp, maar verder houdt de wereld zich afzijdig. Ook de midde len, die de Hoge Commissaris der Ver enigde Naties voor het Vluchtelingen vraagstuk, onze landgenoot Mr. G. J. van Heuven Goedhart, ter beschikking staan, zijn volkomen ontoereikend. Ver geefs heeft hij tot dusver getracht van de verschillende regeringen hulp te krijgen: misschien, dat nu het initia tief van het Nederlandse volk een ver maan zal zijn, een alarm. Een week lang zijn wij in Grieken land met het lot der vluchtelingen ge confronteerd. Uit de regen en de kilte van de Nederlandse herfst was de sprong per K.L.M. van Amsterdam naar Athene als het ware zelf een vlucht, letterlijk en figuurlijk, naar een gans andere levensatmosfeer, naar de sub-tropische zon, naar de blauwe hemel en naar de blauwe zee. Maar tegelijk naar de zwartste schaduw, die juist in déze zon, hier over Europa ligt, het hardnekkig ver zuim van de eerste plicht van naas tenliefde tegenover de verkommering, waaraan duizenden verjaagden zijn prijs gegeven, toestanden, zoals men zich in ons eigen, wel geordend en redelijk land nauwelijks voorstellen kan, waar slechts een fractie van dit leed alles in beroering zou brengen. De zon is misschien de enige troost, ofschoon in meer dan één geval tegelijk een kwelling, de schoonheid van het land, de rijkdom van zijn historie alleen maar een navrant de cor voor juist de grauwste ellende. De laatste dag van ons bezoek aan Griekenland reden wij door Attica. Wij hadden de kindervoeding gezien in La vrian, het werk van vluchtelingen in een aardewerkfabriek, en iets als een eerste nederzetting van draaglijke aard, de enige lichtpunten in de situatie, die men voor ons als besluit van onze in drukken had bewaard. Toen werd één enkele concessie gedaan aan toch' ook de toerist in ons: men bracht ons enke le kilometers verder naar Sounyon, de meest Zuidelijke kaap van Attica, een rotstop hoog boven land en water in dit deel van het schiereiland, dat de Attische Rivièra mocht heten. Hoog op dit uiterste punt van het land ver heffen zich de resten van een tempel van Poseidon en van hieruit heeft men een fantastisch uitzicht over de baai van Sounyon beneden en naar alle kan ten over land en zee, de bronzen ber gen van Attica, het blauwste blauw van het zonnige water, en in het ver schiet de grillige lijn van grote en kleine eilanden en van de Peloponnesi- sche kust. Een plaats om gelukkig te zjjn, ademend de lucht, die hier trilt van zoveel Europese traditie, ordenend zijn herinnering aan de historie van dit water en dit land: van Troje tot de dag van gisteren. Toen heeft Odysseus naast ons ge staan, de Odysseus van vandaag, zoals wij hem even tevoren hadden ontmoet in de persoon van de Griekse opticien Parlo uit Shanghai, die uit gebannen door het communisme zijn Odyssee had gemaakt naar het Griek se vaderland, dat hij een mensenleef tijd geleden verlaten had. Maar Griekenland had hem, de 72-jarige, niets anders te bieden dan een afge dankte legertent, waar hij nu sinds enkele maanden hokte, tezamen met een zuster van 69 en nog een vluch telingen-echtpaar. De tent stond te Lavrian in de brandende zon en bin nen was de temperatuur ondraaglijk. Toch lag de zuster, wier zenuwen waren gestoord, hier dag aan dag op haar brits. De vitale 72-jarige was de eerste van de vele vluchtelin gen, die wij in deze dagen hadden gesproken, die zich heftig en obsti naat beklaagde over zijn lot. Zijn FOTO BOVEN: Een vluchtelinge aan het werk in een aardewerkfabriek. FOTO BENEDEN: Voor haar tent doet een vluchte linge de was. dr. C. A. Michels-Veraart, die het probleem van het gezin uit behandelt, omschrijft de waarde ervan: „het huiswerk moet dienen om, alleen of in samenwerking met anderen, zelf standig kennis te vergaren, te leren werken, denken, tijd indelen en in mindere mate memoriseren. Het ka rakter moet zo ontwikkeld worden, dat het kind leert, ondanks storende invloeden van buiten, een plicht te volbrengen en behagen te scheppen lijkheden, die het huiswerk biedt, op somt, besluit hij toch, dat het huis werk op de lagere school beperkt dient te blijven tot het einde van de vijfde en tot de zesde klas, maar dan „drie kwartier op zijn hoogst. Het weekeind houde men geheel vrij". Voor de U.L.O. en de middelbare scholen ligt de zaak anders. Mevr.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 9