Primaire verantwoordelijkheid
zoveel mogelijk bij hei: bedrijfsleven
door de 0
Mm
mêtm
W
Anti-Revolutionnaire meningen over
het Mandement verdeeld
Deur voor reclame-televisie
op een kier
iRfflftriSiEi
ST. v. d. ARBEID OVER TOEKOMSTIGE LOONPOLITIEK
Gemiddelde loonniveau moet zijn afgestemd op
de fundamentele econ. en sociale factoren
van de Nederlandse volkshuishouding
Overheid als hoedster van
algemeen belang
Nieuwe Nederlandse trawler
in aanbouw
Scherpe stellingname naast
pleidooi voor hetgeen verenigt
Rederij Petten geeft opdracht aan
Nederlandse werf
Ned. vrachtschip
gezonken
HORSE
Borstbeeld Karei
Doorman onthuld
Maagklachten
VRIJDAG 15 OCTOBER 1954
PAGINA 3
Als uitgangspunten voor het toekomstige systeem van loonvorming
dienen, aldus stelt het rapport van de Stichting van den Arbeid
over de toekomstige loonpolitiek, dat aan minister Suurhoff is aan
geboden de volgende wenselijkheden zoveel mogelijk verwerkelijkt
te worden.
Allereerst: de primaire verantwoordelijkheid voor de loonvorming
dient zoveel mogelijk te berusten bij het bedrijfsleven, waarbij de
overheid als hoedster van het algemeen belang een aanvullende
taak heeft.
Vervolgens: het algemene loonniveau dient steeds in overeen
stemming te zijn met de fundamentele economische en sociale
factoren (werkgelegenheid, betalingsbalans, ruilvoet, een sociaal
verantwoord loonniveau).
Tenslotte: Er dient een zo grote mogelijkheid van differentiatie
in de lonen en andere arbeidsvoorwaarden te zijn als met de co-
ordinatiegedachten in overeenstemming is te brengen.
Grotere mogelijkheid
van differentiatie
ïLUNii nu
™sheen
Lonen textielindustrie
Geen overeenstemming
over toepassing 6 pet.
Nieuwe loonopbouw voor
kapperspersoneel
Te Den Helder
AUTO-ONGELUK BIJ
UITHOORN
Bestuurder ernstig gewond
Bevrijdingspostzegel
Minister Cals antwoordt Kamer
Productie gedaald
in Augustus
Directie N.S.
Draadbreuk was niet
te constateren
Een dode bij botsing
Hiervan uitgaande komt men tot een
systeem van loonvorming, dat enerzijds
een nationaal karakter dient te dragen,
im zoverre het gemiddelde loonniveau
moet zijn afgestemd op de fundamen
tele economische en sociale factoren van
de Nederlandse volkshuishouding, met
behulp van door het toporgaan van het
bedrijfsleven, i.e. de S.E.R., vast te stel
len richtlijnen. Anderzijds dient het sys
teem van loonvorming een coördinerend
karakter te dragen, opdat met inacht
neming van economische en sociaal ver
antwoorde differentiaties een harmoni
sche loonopbouw in de onderscheiden
bedrijfstakken en ondernemingen ge
waarborgd blijft. Het spreekt vanzelf,
dat een dergelijk systeem van loonvor
ming gezien moet worden als een resul
tante van ter zake levende wensen voor
de naaste toekomst, zodat op langere
termijn gezien dit voorgestelde systeem
nog aan veranderingen onderhevig kan
zijn.
Analyse en prognose van 5.E.R.
Wat betreft het vaststellen en de
vvlJZiging der richtlijnen wordt ver-
orjpersteld, dat de S.E.R. een analyse
en prognose zal opstellen met betrek
king tot de economische situatie, wel
ke zal worden toegespitst op de loon
politiek, waarmee een uitspraak zal
worden verkregen over het algemene
loonniveau. Het maken van deze ana
lyse en het opstellen van de prognose
geschiedt als regel één keer per jaar,
tenzij bijzondere omstandigheden aan
leiding geven van deze regel af te wij
ken.
Indien deze prognose en analyse daar
toe aanleiding geven, zal vervolgens de
Stichting van den Arbeid (of een ander
orgaan van overleg van de centrale
werkgevers- en werknemersorganisaties)
geraadpleegd dienen te worden met be
trekking tot een eventuele wijziging in
en aanvulling van de richtlijnen voor
de loonpolitiek en de details daarvan.
Het bij dit overleg gevormde oordeel
wordt vervolgens ter kennis gebracht
van de S.E.R., waarna de S.E.R. al of
niet een wijziging van de richtlijnen
vaststelt. Overeenkomstig de bestaande
verlangens komt door middel van deze
procedure het vaststellen en het wijzi
gen van de richtlijnen aan de zijde van
het bedrijfsleven te liggen.
Ook t.a.v. het toekomstige systeem van
de loonpolitiek heeft de overheid als
hoedster van het algemeen belang een
taak. Bij het behandelen van de richt
lijnen in de S.E.R. heeft, naar het oor
deel van het bestuur van de Stichting
van den Arbeid, de overheid de gelegen
heid door middel van waarnemers van
haar inzichten blijk te geven.
Wanneer de S.E.R. met betrekking tot
het wijzigen en vaststellen van de richt
lijnen een besluit neemt, dient een der
gelijk besluit door de overheid te kun
nen worden geschorst of vernietigd.
Het Stichtingsbestuur is van oordeel,
dat het aanbeveling verdient voor de
hier in het geding zijnde besluitvorming
een meerderheid te verlangen van ten
minste 5/9 van het aantal door de S.E.R.
uit te brengen stemmen. Dit getal van
5/9 is ontstaan op grond van de over
weging dat, mocht zich het bijzondere
geval voordoen dat de leden, benoemd
door de werkgevers- en werknemersor
ganisaties, en bloc een tegenovergestelde
opvatting over het te nemen besluit zou
den hebben, 2/3 van het aantal Kroon-
leden de doorslaggevende beslissing zou
moeten geven.
Bedrijfstaksgewijze afwijkingen
Het rapport acht het wenselijk, be
drijfstaksgewijze afwijkingen te erken
nen als een element van de loonpoli
tiek. Deze bedrijfstaksgewijze afwij
kingen dienen gegrond te zijn op de
verschillen, welke in bedrijfstakken
kunnen bestaan ten opzichte van de
gemiddelde cijfers inzake de werkge
legenheid, productiviteit en rentabili
teit.
Het bestuur van de Stichting van den
Arbeid is van mening dat in collectieve
regelingen van arbeidsvoorwaarden, in
dien partijen dit overeenkomen, een ze
kere mate van ondernemingsgewijze dif
ferentiaties mogelijk moet zijn.
Na het voorafgaande rijst, aldus het
rapport, de vraag, op welke wijze de
practische toepassing van de loonpolitiek
dient te geschieden.
Ook in de toekomst verdient het aan
beveling, dat partijen in gezamenlijk
overleg tot een voorstel inzake de rege-
ling van lonen en andere arbeidsvoor-
Waarden komen. Het nieuwe orgaan, dat
belast zal worden met de uitvoering van
"e toekomstige loonpolitiek, zal mede
taak hebben, voor zover nodig, een
Voortgezet overleg van partijen te be
vorderen. Hoewel dit orgaan ook de
bevoegdheid zal hebben een loonrege
ling vast te stellen, zal van deze be
voegdheid een voorzichtig gebruik moe
ten worden gemaakt.
Uitgaande van de publiekrechtelijke
bevoegdheden, welke ook bij de uitvoe
ring van de toekomstige loonpolitiek
aanwezig zullen zijn, is aandacht ge
schonken aan de vraag, welk orgaan
met deze uitvoering belast zal moeten
worden. Hierbij is enerzijds in aanmer
king genomen de reeds eerder wenselijk
geachte coördinatie in de loonpolitiek en
anderzijds de behoefte het georganiseer
de bedrijfsleven bij de uitvoering van de
loonpolitiek meer verantwoordelijkheid
te laten dragen dan tot dusverre het ge
val was.
Op grond van deze overwegingen zou
het aanbeveling verdienen over te gaan
tot de instelling van een Loonraad, als
een vaste commissie van de S.E.R., zij
het ook met een bijzonder karakter.
Voor zover uit de inhoud van dit rapport
voortvloeit, dat bevoegdheden van het
huidige College van Rijksbemiddelaars
met betrekking tot de loonpolitiek die
nen over te gaan naar de S.E.R., zal
daarvoor een wettelijke regeling getrof
fen moeten worden. Bij het inwerking
treden van deze regeling wordt veron
dersteld, dat het College van Rijksbe
middelaars zal ophouden te fungeren.
Om practische redenen zou het verder
aanbeveling verdienen, dat de S.E.R. de
uitvoering van de loonpolitiek, al of niet
onder het stellen van nadere regelen, aan
de Loonraad delegeert met inbegrip van
het toetsingsrecht ten aanzien van loon-
verordeningen.
De Loonraad dient te worden sa
mengesteld uit vertegenwoordigers van
werknemers en werkgevers, benevens
Kroonleden. De hierboven genoemde in
stelling van de Loonraad zal dienen
plaats te vinden door de S.E.R. in over
leg met de betrokken minister (s).
Vervolgens is in het rapport aandacht
geschonken aan de vraag, op welke wij
ze in het voorzitterschap van de Loon
raad moet worden voorzien. Hierbij is
vooral rekening gehouden met het feit,
dat zowel binnen als buiten de loon-
commissie van de Stichting van den Ar-
het op prijs wordt gesteld, dat het voor
zitterschap van deze commissie het ene
half jaar wordt waargenomen door een
werkgeversvertegenwoordiger en het
volgende halfjaar door een werknemers
vertegenwoordiger.
Gelet op de samenstelling van de
Loonraad wordt het wenselijk geacht
dat drie leden van de Loonraad als
voorzitters zouden kunnen fungeren. De
Kroongroep, het werkgeversgedeelte en
het werknemersgedeelte in de Loonraad
zouden ieder een lid als voorzitter die
nen aan te wijzen.
Ev. algemene loonronden
Ook is nog aandacht geschonken aan
de vraag, in hoeverre en op welke wijze
de Loonraad ingeschakeld moet worden
met betrekking tot eventuele algemene
loonronden, zoals deze na 1945 verschil
lende keren hebben plaats gevonden.
Een wijziging van de richtlijnen zal
door de S.E.R. dienen plaats te vinden,
waarbij dus ook de economische aspec
ten van een dergelijke wijziging onder
ogen kunnen worden gezien.
Voor zover daartoe aanleiding bestaat
Advertentie
:.re^ 20 goed uit
*JPoelen
Het is geruime tijd geleden, dat IJmui-
den een nieuwe trawler begroette. Na
de oorlog werden wel enkele nieuwe
schepen in gebruik genomen, doch deze
waren op buitenlandse werven gebouwd.
De heer J. D. Krijger van de Rederij
Petten heeft thans een andere koers ge
kozen. Voor hem is thans een nieuwe
trawler in aanbouw, maar nu op een
Nederlandse werf.
Ongeveer een week geleden werd de
opdracht definitief. En sedert dat ogen
blik is de belangstelling gericht op de
scheepswerf „De Hoop", v.h. Gebrs.
Boot. te Leiderdorp. Zij zullen deze
trawler bouwen, de grootste trawler die
sedert de oorlog voor Nederlandse re
kening gebouwd werd.
De nieuwe trawler krijgt ongeveer de
zelfde afmetingen als de trawler „Allan
Water" IJM 34 van de Rederij de V.E.M.
te IJmuiden. Het schip zal uitgerust wor
den met een duizend P.K. Krupp-motor.
Verder zal de nieuwe Petten-trawler
voorzien worden van een koelinstallatie
en tenslotte wordt de mogelijkheid on
derzocht om een deel van het visruim
in te richten voor het gebruik van alu
minium viskisten.
Het streven is er op gericht het nieu
we schip in Juli van het volgend jaar
gereed te hebben, zodat het in 1955 aan
het seizoen van de verse haring zal kun
nen deelnemen.
doch alleen in zeer bijzondere om
standigheden, welke leiden tot schoksge
wijze veranderingen in de kosten van
levensonderhoud, bijv. tengevolge van
overheidsmaatregelen en voorzover deze
niet kunnen worden opgevangen volgens
de normale procedure mag de moge
lijkheid niet worden uitgeschakeld, dat
de Loonraad naar aanleiding van een
voorgenomen wijziging in de richtlijnen
en op uitdrukkelijk advies van de S.E.R.
een voor het gehele bedrijfsleven alge
meen bindende maatregel vaststelt.
Bovendien heeft de Loonraad, op grond
van door de S.E.R. vastgestelde richt
lijnen, de bevoegdheid een algemene
aanwijzing of vergunning te geven met
betrekkin'g tot bijv. het verlenen van
een extra-uitkering, het vrijaf geven
op de nationale feestdag, enz.
Uit het rapport blijkt, dat ook bij de
uitvoering van de toekomstige loonpo
litiek de Stichting van den Arbeid een
bepaalde functie heeft te vervullen.
Naar het oordeel van het Stichtings
bestuur zou het aanbeveling verdienen,
indien de betrokken minister (s) over het
onderhavige vraagstuk het advies van
de Sociaal-Economische Raad zou (den)
vragen, afgezien van de vraag of de
S.E.R. eigener beweging een advies aan
de regering zou wensen uit te brengen.
In de textielindustrie is nog geen over
eenstemming bereikt over de toepassing
van de vergunning tot het geven van
een zes procent loonsverhoging. De kwes
tie zal volgende week Woensdag worden
voorgelegd aan de Stichting van den
Arbeid.
Van de zijde van de vakbonden in de
textielindustrie wordt medegedeeld, dat
zij er geen genoegen mee zullen nemen,
wanneer bedrijven, die betalen op
C.A.O.-basis, alleen hiervan uitgaan
bij de toepassing van de zes pro
cent loonsverhoging en in geval
van loonoverschrijding de zes pro
cent niet of slechts gedeeltelijk wensen te
betalen. Loonoverschrijding wordt door
de werkgevers beschouwd als zwart loon.
De vakbonden stellen zich op het stand
punt dat men bij toepassing van de zes
procent loonsverhoging dient uit te gaan
van het loonniveau zoals dat is vastge
steld na de totstandkoming van de werk-
classificatie, waarbij raadgevende effi
ciency-bureau's een wetenschappelijke
functie-analyse hebben vastgesteld.
Er is overeenstemming verkregen
over een nieuwe loonopbouw voor het
kapperspersoneel. In de nieuwe lonen,
die van Maandag af zullen moeten wor
den betaald, si tevens opgenomen de
jongste 6 procent loonsverhoging, als
mede de wachtgeld- en werkloosheids
premie en de provisie uit arbeid.
Het Nederlandse vrachtschip „Prins
Willem V", dat 1600 ton meet en toebe
hoort aan de maatschappij „Zeetrans
port N.V.", is Donderdagavond op het
Meer van Michigan in aanvaring geko
men met een sleepboot en vervolgens
gezonken. De bemanning van dertig kop
pen is in haar geheel gered.
Advertentie
U denkt in Engeland te zijn, als
U voor 't eerst Uw Horse Guards
rookt... zó typisch-Engels is deze sigaret
Tja... „HG" is inderdaad
iets duurder... maar het is dan ook
de beste Virginia van de laatste 10 jaar!
20 stuks
Donderdag, de eünistendag van de
viering van het 100-jarig bestaan van
de Marine-opleiding te Willemsoord,
heeft de burgemeester van Den Helder,
mr. G. D. Rehorst, in tegenwoordigheid
van tal van autoriteiten, een borstbeeld
van schout-bjj-nacht Karei Doorman
onthuld.
Het beeld, dat ontworpen is door de
beeldhouwer D. Bus uit Den Haag, be
vat in de voet de inscriptie „ik val aan,
volg mij. Karei Doorman, schout bij
nacht, gesneuveld aan boord van Hr.
Ms. „De Ruyter" in de tweede wereld
oorlog als bevelhebber van de gealli
eerde Nederlandse, Amerikaanse, Brit
se en Australische eskaders in de slag
op de Javazee op 27 Februari 1942. Aan
geboden door de burgerij van Den Hel
der 15 October 1954."
Onder de talrijke prominente figuren,
die bij de onthulling aanwezig waren,
bevonden zich o.a. de staatssecretaris
van Marine, vice-admiraal H. C. W.
Moorman, vice-admiraal N. A. Rost
van Tonningen, chef van het militaire
huis van H. M. de Koningin, de vice-
admiraals C. W. Slot en K. W. Herin
ga en vice-admiraal C. E. L. Helfrich.
Een ernstige aanrijding is gebeurd
op de provinciale weg nr. 3, Haarlem-
Hilversum, onder de gemeente Uit
hoorn. Een personenauto, bestuurd
door de 39-jarige heer A. L. R., em
ployé van de B.P.M. op Curasao. die
te Overveen verblijft, reed volgens
de politie waarschijnlijk ten gevolge
van onachtzaamheid van de bestuur
der met een snelheid van ongeveer
80 km op een langs de weg geparkeer
de grintauto. De rechtervoorzijde van
de wagen werd vernield en de be
stuurder moest met een ernstige her
senbloeding worden overgebracht naar
het diaconessenhuis te Haarlem. De
echtgenote van de heer R., die naast
haar man zat, liep lichte verwondin
gen op en een shock. Ook zij moest
ter verpleging worden opgenomen in
het Diaconessenhuis. De auto is door
de politie in beslag genomen.
Het ligt in de bedoeling van de P.T.T.
in Mei 1955, wanneer ons land tien jaar
zal zijn bevrijd, een bijzondere postze
gel zonder toeslag uit te geven. Deze
postzegel zal „10 jaar bevrijding" moe
ten accentueren.
Een referaat van de hand van prof. dr. R. Schippers en getiteld: „Het
mandement, de verzuiling, en onze strijd tegen de doorbraak", heeft Don
derdag, de tweede dag van de anti-revolutionnaire partijconferentie te Den
Haag, tot diepgaande discussies aanleiding gegeven, waarbij de meningen
meer danr eens met enige scherpte tegenover elkaar kwamen te staan. De
heer Bruins Slot, die de inhoud van het referaat van prof. Schippers aldus
samenvatte: „Het mandement is allerslechtst, zorg ervoor, dat de partij geen
zuil wordt, en: ik ben tegen de doorbraak", had ernstige critiek op de daarin
ontwikkelde gedachtengangen, waarvan de conclusies zich meer keerden
tegen het mandement, dan tegen de doorbraak, m.a.w. de Partij van de Ar
beid. Langs deze lijn tekende zich de scheiding der meningen af. Prof. mr.
P. S. Gerbrandy viel prof. Schippers bij en verklaarde, dat hij, wanneer hij
moest doorbreken, liever doorbrak naar de P.v.d.A.; even later zei prof.
Diepenhorst het tegengestelde. Een vierde hoogleraar, prof. mr. A. M. Don-
ner, nam een tussenstandpunt in: de anti-revolutionnairen moeten een eigen
standpunt handhaven, èn tegenover Rome èn tegenovèr de doorbraak. De
A.R.-fractieleider in de Tweede Kamer dr. Schouten, die de conferentie be
sloot, verklaarde zich in zijn slotwoord bij dezelfde, hoewel wat milder ge
formuleerde mening.
In het referaat had prof. Schippers
zijn visie gegeven over wat hij noem
de de romanisering van Nederland,
waarvan het mandement een etappe
vormt. Het proces dezer romanisering
verloopt naar zijn voorstelling in drie
etappes. De eerste was die van de
emancipatie. De volgende is die waar
in de R.K. beweging zich thans bevindt
en welke gekenmerkt wordt door de
ordening van het z.g. natuurlijke leven.
De derde fase, waartoe thans een aan
loop genomen wordt, (aldus nog feeds
prof. Schippers) is die van de „sacra-
In de Memorie van Antwoord op
wat de Kamer over de televisienota
had opgemerkt, verdedigt minister
Cals nogm,aals zijn beleid en,legt de
nadruk op de verantwoordelijkheid
van de regering om te zorgen, dat de
televisie geen smaak bedervende en
vervlakkende invloed zal uitoefenen,
maar een waardevol medium zal wor
den. Hij spreekt van een op de eerste
plaats culturele en dienende taak.
Commerciële belangen moeten onder
geschikt blijken. Blijkens het ont-
werp-televisicbesluit zullen de uitzen
dingen niet dienstbaar zijn aan re
clamedoeleinden, tenzij de minister
daartoe zijn toestemming geeft. „Mits
met grote voorzichtigheid en met
controle van de uitzendingen, kan
deze niet geheel te verwaarlozen bron
van inkomsten worden benut. Deze
kwestie zal, behalve aan het oordeel
van de Kamer, nog aan dat van de Ra-
dioraad worden voorgelegd", aldus de
minister.
Onder de huidige sociaal-economi
sche omstandigheden ziet de minister
geen reden, om op het gebied der te
levisie meer terughoudend te zijn. De
aanschaf van televisietoestellen op
enigszins ruimere schaal acht hij ver
antwoord. In de laatste 3% jaar is im
mers ook voor de aankoop van nieuwe
radiotoestellen ongeveer f 100 millioen
uitgegeven. Het experiment van de
uitbreiding van de zendtijd door in
ternationale relais is zeer leerzaam ge
weest. Bewezen is, dat, naarmate de
programma's beter worden, ook het
aantal kijkers toeneemt. Het is zeker
niet de bedoeling op televisiegebied
boven onze stand te gaan leven. De re
gering is echter positief ingesteld. Zij
kan zich alleen reeds daarom niet af
zijdig houden, omdat dan buitenlandse
en uitsluitend commercieel gerichte
uitzendingen de televisie in ons land
zouden gaan beheersen.
In dit verband herinnert de minis
ter er aan, dat wij de ons in 1952
toegewezen golflengten moeten be
zetten, om niet de kans te lopen,
dat deze ons in 1957 weer worden
afgenomen. Om dezelfde reden is in
1953 ook besloten de radio-uitzen
dingen over F.M.-zenders te gaan
toepassen. De zendmasten en -ge
bouwen van deze laatste kunnen
ook voor de televisie gebruikt
worden.
De regering stelt zich voor, om de
kosten van de aanloopperiode ten
laste van het kijkgeld van latere jaren
te brengen. De nieuwe studio in Bus-
sum zal in Januari klaar zijn. In
Maart komt er ook een nieuwe repor
tagewagen. De minister wil de kosten
voor de bezitters van toestellen niet
verhogen, maar hij wil ook geen fi
nanciële deelname van de industrie,
die bij de ontwikkeling van de tele
visie geïnteresseerd is en zeker geen
fondsvorming voor research, zoals een
suggestie uit de Kamer luidde.
Bij de verdeling van de zendtijd
wil hij eerst de kerken en het alge
meen programma hun portie geven.
De rest kan verdeeld worden over
ae omroeporganisaties. Bij de samen
stelling van het programma dienen de
particuliere organisaties volle verant
woordelijkheid te krijgen. De invloed
van de overheid hierop mag slechts
inderect zijn.
Het „algemeen programma" verde
digt de minister als een practische
opzet, waartoe de regering na rijp be
raad met de omroeporganisaties is ge
komen. Verschil in levensbeschouwing
staat gemeenschappelijk handelen
hierbij niet in de weg. Minister Cals
ziet geen grond voor de vrees van de
Kamer, dat dit „miskenning van het
karakter der omroepvereniging" of
„uithollen van haar taak" zou zijn.
Van principiële uitgangspunten zullen
zij niet hoeven af te wijken. Het ver
schil tussen het algemeen programma
en de eigen programma's is slechts
een „verschil in toonaard", zegt de
minister.
Ook de nieuwe omroeporganisaties
zullen in beginsel bij de televisie
uitzendingen worden betrokken. Hier
uit volgt, dat een stroming als het
humanisme in het kader van een om
roeporganisatie dezelfde kansen zou
krijgen.
In de Radioraad zijn 5 van de 17 le
den katholiek.
Tot slot verdedigt de minister de
uitgave van 38.5 milioen, die voor de
eerste televisiekosten door het Rijk
worden gefourneerd. De omroepver
enigingen zouden een belangrijk deel,
b.v. dat voor de programma's, voor
langere tijd niet voor haar rekening
kunnen nemen.
Volgens gegevens van het C.B.S. be
droeg het algemene productie-index
voor de industrie per uit. Augustus
169 (1938=100) tegen 175 in Juli j.L
en 161 in Augustus 1953. Ook de ge
middelde dagproductie vertoonde een
daling tot 165 tegen 168 in Juli j.l. en
161 in Augustus 1953.
Advertentie
jmm
De directie van de Nederlandsche
Spoorwegen deelt ter zake van het spoor
wegongeval te Eist het volgende mede:
Het spoorwegongeval werd veroor
zaakt door breuk in een trekdraad, als
gevolg waarvan de koppeling tussen
wissel en sein verbroken werd. Deze
breuk kon door het personeel bij de
bediening van de veiligheidsinrichting
niet worden opgemerkt. De breuk is
geheel onverwacht opgetreden in de
inrichting, welke een jaar geleden werd
gerevideerd, bij een revisietermijn van
ten hoogste vijf jaar.
De kans, dat een ongeval als dit kan
voorkomen, is vrijwel nihil, omdat in
dit geval alle denkbare ongunstige om
standigheden gelijktijdig optraden. De
directie heeft desondanks onverwijld
alle mogelijke maatregelen genomen om
ook deze uiterst geringe mogelijkheid
uit te sluiten.
(Van onze correspondent)
Te Mierlo kwamen Donderdagvoor
middag twee motorrijders, de heer
Nuynser uit Eindhoven en de heer Man-
ders uit Mierlo, op een wegkruising
met elkaar in botsing. Beiden liepen
ernstige verwondingen op. De heer
Nuynser werd zo zwaar gewond, dat
hij enkele uren later in het ziekenhuis
te Geldrop is overleden.
lisering van het openbare leven". Hier
achter ziet de referent het volgende
verschiet: „Nadat en terwijl die sa
menleving volgens Thomistische opvat
tingen is en wordt geromaniseerd,
vangt de romanisering van de straat
aan (volledige processievrijheid)". Te
gen die R.K. opmars die het christelijk-
nationaal stempel van ons volkskarak
ter zou willen vervangen door een
rooms-katholiek-nationaal zullen wij in
het geweer komen, aldus prof. Schip
pers, schrijvend aan de A.R.-partijcon-
ferentie.
Over de „R.K. gewetensvorming" zegt
hij, dat de bisschoppen voorgaan en het
volk alleen maar mag volgen. „Wij zien
de gehele christelijke vrijheid in han
den van de bisschoppen gelegd; zij leg
gen de wet uit en zij geven dispensa
tie; zjj trekken met leergezag de lijnen
voor het practische christelijke beleid
in ieders leven".
Als nu de vraag gesteld wordt of we
niet blij moeten zijn met het mande
ment omdat het zich tegen de door
braak keert, dan gelooft hij, dat „wij
weer helder moeten zien en anderen la
ten zien, dat de christelijke vrijheid een
van de diepste motieven is van de chris
telijke politiek en de christelijke orga
nisatie. Wij maken het eigenlijke fer
ment, dat gist achter onze ijver voor de
christelijke politiek en de christelijke or
ganisaties machteloos, indien wij het
zouden laten inkapselen in een volg
zaamheid, als welke de bisschoppen
vragen", zo zegt de referent.
Zuilen en verzuiling
De doorbraak brengt hem bij de
kwestie van de zuilen en de verzuiling.
„Het volkzo zegt hij „heeft een
vaag vermoeden dat men met de tech
niek der zuilen tracht tot accoorden te
komen, waarbij het algemeen belang
het ergens moet afleggen tegen het uit
eengaan der belangen. De geestelijke
verdeeldheid, zo denkt men, leidt hier
tot geestelijke verstarring. De zuilen
brengen ons bij de verzuiling. Wat men
ook in ons publiek bestel asm zuilenbe
stand nodig moge achten, de verwording
van een christelijke geloofsgemeen
schap tot zuil is verraad aan haar diep
ste motieven. Daarom kan een kerk
nooit waarlijk kerk blijven, indien zij
tot een zuil wordt". Hier ontwaart prof.
Schippers de juiste intuïtie van hen, die
waarschuwen tegen overheidssubsidies
voor de ambtelijke arbeid der kerk. De
referent acht 't een van de ergste din
gen in het mandement van de bisschop
pen, dat zij hun mensen de verzuiling
openlijk aanbevelen. Verzuiling isoleert
ons en drijft ons in een ghetto.
Onder christelijke vrijheid verstaat hij
de gemeenschap met Christus. Dat ver
hindert hem te kiezen voor de door
braak, die de verzuiling wil bestrijden
door de drie zuilen broederlijk in één
verband te laten samenleven. Wat be
tekent dit anders, zo vraagt hij, dan
dat een andere gemeenschap, de ge
meenschap in een gezamenlijke overtui
ging omtrent de economische politiek,
onderworpen wordt aan de vrijheid, die
ik in Christus heb? Eigenlijk kan nie
mand met de zuilen als organisaties van
de stabilisering der krachtsverhoudin
gen tevreder zijn. Er moet krachtme
ting zijn. De politieke moeheid kan
slechts worden verholpen, indien wij,
het stof der verzuiling van de voeten
schuddend, in 't reformatorische isole
ment onze strijd tegen de doorbraak
voeren.
Tenslotte zegt prof. Schippers, dat de
A.R. partij de eerste de beste gelegen
heid moet aangrijpen om zich te wen
den tot ons hele volk met een uiteen
zetting van haar christelijke nationale
verlangens. „Wij moeten de mythe om
verstoten, dat de tegenstelling tussen
progressief en conservatief in onze tijd,
in ons land, 'n wezenlijke, een zakelijke
is".
Zoals reeds gezegd, kwamen bij de
discussies een aanzienlijk aantal hoog
leraren aan het woord. Prof. Diepen
horst nam stelling tegen de uiteenzet
ting in het referaat over de verzuiling.
Verder merkte hij op, dat de felle be
strijding van Rome, als in het referaat
wordt gegeven, niet urgent is voor Neder
land en zelfs niet voor Europa. Prof.
dr. W. Rip opteerde voor het tweetal
Bruins Slot-Diepenhorst. Hij was teleur
gesteld in het geschrift van prof. Schip
pers, omdat men er telkens in stuit op
gedeelten, waarmee men in de prac-
tijk van het politieke leven moeilijk kan
werken.