Het VOORSPEL tot Wereldoorlog II
Een boek van de Zwitserse
historicus Walther Hof er
De oorsaken
Het nieuwste
van Piet
kinderboek
Worm
H
Moderne ideeën brengen meer
efficiency in overheidsorganen
ROBOTS en Mechanische Hersens
Stuurmanskunst
Slagers uit twaalf landen naar Utrecht
Mr.Spitsen op studiedag te Haarlem
ZATERDAG 16 OCTOBER 1954
PAGINA 9
et is onloochenbaar, dat de oorlog een grote stimulerende wer
king heeft op de prestaties in de wetenschappelijke en tech
nische sector. De drang van de oorlogsnoodzaak drijft er toe,
de strijd op een wetenschappelijk plan te voeren, wetenschappelijke
werkers in te schakelen en ontwikkelingen te bewerkstelligen met
een intensiteit en in een tempo, welke in vredestijd uit econo
mische overwegingen o.m. nimmer mogelijk zijn.
Ook de tweede wereldoorlog heeft daarvan verschillende voor
beelden te zien gegeven. Wij zouden hierbij kunnen denken en
men zal dat op de eerste plaats doen aan de indrukwekkende
ontsluiting van de atoomkern-energie. Maar daarnaast kunnen ook
de radar, de raketten en de straalaandrijving genoemd worden. On
getwijfeld is de ontwikkeling der atoomkern-energie de meest op-,
zienbarende. Het staat echter te bezien, of zij in de toekomst de
belangrijkste zal blijven. Misschien zal deze eer blijken te zijn weg
gelegd voor een andere hier nog niet genoemde onder de ver
worvenheden uit de tweede wereldoorlog. Wij menen de jonggeboren
wetenschap, die in Amerika, waar zij het daglicht zag, met het
veramerikaanste Griekse woord „Cybernetics" is gedoopt, waaruit
in onze taal de naam Cybernetica is ontstaan.
Nog geen fonds voor de
achtergebleven gebieden
Bijna 60 pet. van wereld
bevolking ondervoed
Het enige Katholieke Instituut voor Schriftelijk Onderwijs
Vraagt gratis prospectus Studiecentrum-Culemborg
-
Internat, expositie
Vloermatten op „Justitie en seep op Waterstaat
Stedelijk Museum ontving
schilderij uit Venezuela
„iars van ae u uit se troepen in Polen in de eerste dagen van September 1939. Een der gemotoriseerde afdelingen
passeert een dcrrp, dat tijdens de hevige gevechten geheel in brand gestoken werd.
Over de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog zijn, zoals bekend, biblio
theken vol geschreven, zonder dat men er in geslaagd is meer dan een
uiterst vage communis opinio te bereiken. De wetenschappelijke onder
zoeker verzonk in de honderden mémoires, welke na 1918 de markt over
stroomden en in de tientallen lijvige delen officiële documenten, welke de
voormalige belligerenten zich geroepen voelden uit hun archieven te publice
ren. Zoveel is wel zeker geworden, dat van een „alleenschuld" van het Duitse
Keizerrijk aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet gesproken kan
worden. Tot deze conclusie was men ook zonder de Duitse en Amerikaanse
apologeten, als Harry Elmer Barnes, wel gekomen. Langzamerhand werd het
duidelijk, dat zich oorlogszuchtige neigingen voor 1914 ook bij andere mogend
heden dan Duitsland een weg hadden gebaand: in het innerlijk vermolmde
Rusland, in de Donaumonarchie. in Frankrijk, het minst waarschijnlijk nog in
Engeland.
Wat de oorzaken van de Tweede
Wereldoorlog beireft, ligt de zaak ïeis
eenvoudiger, ondanks het ontbreken van
het overvloedige materiaal, waarmee de
geschiedschrijver van de Eerste Wereld
oorlog in zee ging. „Een diepgaande na
vorsing van de oorzaken van de Tweede
Wereldoorlog zal zich vooral dienen
bezig te houden met het phenomeen van
het nationaal-socialisme en zijn Führer
en in wijdere zin met het totalitarisme
in het algemeen". Zo begint de Zwit
serse historicus Walther Hofer, thans
hoogleraar aan de Vrije Universiteit
van Berlijn, zijn opmerkelijk boek „Die
Entfesselung des Zweiten 'Veltkrie-
ges".*) Met deze praemisse kan men het
alleszins eens zijn. De hele voorgeschie
denis van de laatste oorlog wordt over
schaduwd door de pathologische figuur
Jan Hitier en diens onverbiddelijke wil
°t oorlog, welke reeds in Mein Kampf
te lezen stond en na 1933 steeds vaster
Vormen aannam. De Tweede Wereld
oorlog is zonder Hitier ondenkbaar.
Reeds in de lente van 1936, bij de be
zetting van het Rijnland, en in de
herfst van 1938, tijdens de Sudeten-
crisis, stond Europa aan de rand van
een oorlog. Het ogenblik was toen
echter nog niet gekomen, omdat het
Westen toegaf. Toegeven betekende in
Hitler's ogen evenwel zwakte. De
„peace for our time", welke de Weste
lijke politici gewonnen meenden te
hebben door hun concessies, betekende
in feite een toenemende opbouw van
de Duitse oorlogsmachine. In één ding
vergiste de Dun.se leiding zich eenter
schromelijk: Engeland was vastbeslo
ten om Polen niet, evenals Tsjecho-
slowakije, prijs te geven aan Hitler's
expansiedrang. Vanuit Berlijn inter
preteerde men de Britse politiek van
garanties aan Polen op onjuiste wijze,
namelijk als een poging tot omsinge
ling van Duitsland. Hitler's eerste reac
tie hierop was het afsluiten van het
bekende „Pact van staal" met Italië, op
22 Mei 1939. De geschiedenis zou wel
dra aantonen, dat de As aan de Itali
aanse zijde bepaald niet van staal was
gesmeed.
Na Italië begon Duitsland te dingen
naar de gunsten van Rusland, dat in
deze zelfde periode ook met Engeland
en Frankrijk in onderhandeling was.
Weldra bleek, dat Duitsland bereid
was om Moskou de hoogste prijs te
betalen en daarmede de wedloop te
winnen. Op 15 Augustus 1939 misluk
ten de militaire besprekingen tussen
de Sovjet-Unie, Engeland en Frank
rijk Duitsland benutte snel het
vacuum en op 21 Augustus vernam de
verbijsterde wereld de aankondigfng
van een Duits-Russisch niet-aanvals-
verdrag. Op 23 Augustus werd het
ephemere pact getekend. In een gehei
me overeenkomst, door de communis
tische politici en historici nog steeds
geloochend, werden de Duitse en Rus
sische invloedssferen afgebakend. Fin
land, Estland, Letland en Polen ten
Oosten van de lijn Narew-Weichsel-
San vielen in de Russische sfeer. Deze
geheime, door dé Sovjet-wetenschap
doodgezwegen, overeenkomst kostte de
Balkanstaten hun onafhankelijkheid.
Hitier, bezeten van een idéé fixe, was
vastbesloten Polen op de knieën te
brengen en de hoge prijs, die Stalin
voor zijn niet-inmenging vroeg, liet
hem ten enenmale koud. Stalin van
zijn kant hoopte door het pact tezamen
met Duitsland het Oostelijk deel van
Midden-Europa te kunnen verdelen en
voorts tot Japan in een betere verhou
ding te komen. Sedert München voelde
de Sovjet-Unie zich geïsoleerd en over
geleverd aan Hitler's agressieve nei
gingen. Het non-agressie-pact elimi
neerde .voorlopig dit gevaar, ja, ont
sloot zelfs de weg naar West-Europa
voor de Russen. Terecht meent Hofer,
dat het feit, dat de Russische legers
thans in Midden-Europa staan, een
direct gevolg is van het pact van 23
Augustus 1939.
Het Duits-Russisch pact veranderde
niets aan Engelands vaste wil om Polen
te steunen. Dit ontging Hitier volkomen.
Hij bleef hopen op een Britse afzijdig
heid. De Franse reactie op de gebeurte
nissen in Moskou was minder duidelijk
en rechtlijnig dan de Britse. In Frankrijk
overheerste het défaitisme de publieke
opinie, duidelijk gesymboliseerd in de
rhetorische vraag: „Mourir pour Dant-
zig?"
Wat Italië betreft, ook voor dit land
was het Duits-Russisch verdrag een
totale verrassing. Hitler had het niet
nodig geoordeeld zijn bondgenoot vroeg
tijdig in te lichten. De Italiaanse leiders
geloofden niet in een localisatie van de
oorlog en, wat nog belangrijker was, zij
wensten niet aan deze oorlog mee te
doen. Mussolini zelf weifelde tussen
oorlog en vrede, maar zijn minister van
Buitenlandse Zaken, Graaf Ciano, en de
Italiaanse ambassadeur in Berlijn, Atto-
lico, wantrouwden de Duitsers. De
Koning, realist waar het militaire zaken
betrof, achtte de Italiaanse weermacht te
deplorabel om oorlog te voeren en steun
de Ciano. Op 25 Augustus deelde Attolico
in Berlijn mee, dat Italië alleen aan de
strijd deel kon' nemen, wanneer het oor-
logsmaterieel en grondstoffen uit Duits
land zou ontvangen. De volgende dag
preciseerde hij de Italiaanse verlangens:
deze kwamen neer op een 17.000 goede
rentreinen volgeladen met steenkool,
olie, staal etc., welke terstond geleverd
moesten worden. De Italiaanse leiders
wisten van te voren, dat Duitsland dit
onmogelijk kon leveren. Na deze klucht
zag Hitier, teleurgesteld en beetgeno
men, van Italiaanse steun af.
Inrrtiddels had zich op 25 Augustus
het décor verplaatst van Moskou naar
Berlijn. De voorgaande dag had Goe-
ring een Zweedse relatie, Birger
Dahlerus, naar Berlijn over laten ko
men om als bemiddelaar met de
Britse regering op te treden. Op 25
Augustus sprak Hitler met de Britse
en Franse ambassadeurs, waarbij hij
•moral tegenover Engeland zich zeer
tegemoetkomend voordeed. Hij hoopte
hiermee Engeland op een dwaalspoor
te leiden. De aanval op Polen immers
was vastgesteld op 26 Augustus en
werd pas op het laatste ogenblik uit
gesteld, toen Hitier vernam dat Italië
niet mee zou doen en dat Engeland en
Polen op 25 Augustus een alliantiever-,
drag gesloten hadden. Het haast onge
looflijke feit lukte om in enkele uren
het Duitse leger de reeds aangevan
gen opmars naar de Poolse grens t«-
doen staken.
Er verstreken nu nog enkele dagen
van vruchteloze gesprekken en onder
handelingen. De Franse premier Dala-
dier trachtte Hitier te overtuigen van de
ellende van een oorlog, maar vond uiter
aard geen gehoor bij de dictator, die be
zeten was van Dantzig en de Corridor
Even weinig geslaagd als het Duits
Franse contact waren de laatste Duits-
Engelse onderhandelingen, waarin ook
Dahlerus een woordje meesprak. Het
enige waar Dahlerus in slaagde was om
in de nacht van 26 op 27 Augustus een
monoloog van Hitier te onderbreken en
hem uiteen te zetten, dat zijn opinie
over Engeland geheel onjuist was. Wel
kreeg de Zweed daarna zes punten voor
een overeenkomst met Engeland van de
Führer mee, maar deze bleken in Lon
den niet overeen te stemmen met de
voorstellen van Hitier aan de Britse
ambassadeur Henderson. Wel leek het
even of Hitier meer tegemoetkomend
werd, maar dit was niet meer dan schijn.
Dit besefte men ook in Warschau,
waar op 29 Augustus werd besloten tot
algemene mobilisatie. Op verzoek van de
Westelijke diplomaten, die nog heil zagen
in directe onderhandelingen tussen Po
len en Duitsland, werd de Poolse mobi
lisatie een dag verschoven. Dat Duitsland
niets voelde voor directe onderhandelin
gen, bleek oj» 29 Augustus tijdens een
onderhoud tussen Hitler en Henderson.
De Führer sprak bij die gelegenheid vele
grote woorden, welke echter in feite
neerkwamen op een ultimatum: voor 30
Augustus moest een Pools gevolmachtig
de in Berlijn arriveren. Polen, gedachtig
aan het voorbeeld van Hacha, weigerde
zich te deemoedigen. Dit was niet on
juist gezien, want Hitler's plan was niet
serieus bedoeld, evenmin als de „16 pun
ten die hij op 31 Augustus aan de
Britse en Franse ambassadeurs voorleg
de en die in wezen neerkwamen op een
Poolse capitulatie. Nog die zelfde dag
trouwens, te 12.40 uur, gaf Hitler zijn
Aanwijzing nr. 1 voor de Oorlogvoering
welke bepaalde dat de aanval op Polen
op 1 September te 04.45 uur een aanvang
zou nemen.
Niets kon Hitier meer remmen, ook
niet de te laatster
ure ondernomen
Italiaanse pogingen
om tegen 5 Sep
tember een Engels-
Frans-Duitse confe
rentie, met Italië
als bemiddelaar, te
organiseren. Op het
vastgestelde tijd
stip overschreden
de Duitse legers de
Poolse grens. Enge
land en Frankrijk
lieten hun Poolse
bondgenoot niet in
de steek. De Twee
de Wereldoorlog
nam een aanvang.
Dat er ditmaal over
de schuldvraag geen
twijfel behoeft te
bestaan, maakt het
boek van Hofer ons
nogmaals ten over
vloede duidelijk
Wat hij zelf erkent
ons niet duidelijk
te hebben kunnen
maken is de vraag
„hoe het mogelijk
was, dat aan deze
noodlottige man de
macht gegeven werd
om zijn wil tegen
een hele wereld in
door te zetten".
C. T. DE JONG.
Begin November 1939 bracht de
Franse premier Daladier een be
zoek aan het front.
De drie grote industriële mogendheden
der wereld, de Verenigde Staten, Groot Brit-
tannië en de Sowjet-Unie, zijn thans nog
niet bereid deel te nemen aan het oprich
ten van een bijzonder fonds van de Ver
enigde Naties ten bedrage van 250 mil-
lioen voor de ontwikkeling van economisch
achtergebleven gebieden. Dit is de voor
naamste conclusie van het door de Bel
gische deskundige, Raymond Scheyvens,
bi.i de economische commissie van de Ver
enigde Naties ingediende rapport.
Tijdens zijn studiereis ter voorbereiding
tot het opstellen van zijn rapport, heeft de
heer Scheyvens van de regeringen van
België, Denemarken, Frankrijk, Italië, Ja
pan, Luxemburg, Noorwegen en Nederland
de bereidverklaring ontvangen om aan de
oprichting van een dergelijk fonds mede
te werken.
De heer Scheyvens heeft Donderdag de
aandacht van de economische commissie ge
vraagd voor de toenemende ellende in de
wereld, 59.5 procent van de wereldbevol
king is thans ondervoed tegen 38.6 pro
cent vóór de jongste wereldoorlog. De in
ternationale opinie k3*1 hiertegenover niet
onverschillig blijven, aldus de heer Schey
vens.
Als verdere tegenstanders van het plan
tot oprichting van het fonds worden vol
gens Reuter nog genoemd: West-Duits-
land, Canada, Nieuw-Zeeland, Zweden en
Zwitserland.
Cybernetica, een jonge wetenschap.
Maar een wetenschap met, ook bij
de nodige terughoudendheid, slechts
als fantastisch en fen dele ook huive
ringwekkend te bestempelen per
spectieven.
De topografie van de moderne we
tenschappen is niet ongelijk aan die
van de middeleeuwse staten, die dik
wijls niet door scherp vastgestelde
grenslijnen van elkaar gescheiden wa
ren, maar door weinig of niet bewoon
de of geëxploreerde grensgebieden,
stroken grensland, niemandsland waar
beide buren hun theoretisch hoog-
heidsrecht op lieten gelden. Ook de mo
derne wetenschappen zijn van elkaar
gescheiden door dergelijke brede grens
gebieden, waarop zij elkaar ontmoeten,
of misschien beter gezegd, in elkaar
overvloeien. De exploratie van deze ge
bieden biedt haai eigen, specifieke moei
lijkheden, die slechts door een ge
coördineerde benadering van beide
vertrekpunten uit zijn op te lossen.
Dit wordt echter extra verzwaard door
het feit, dat de verschillende takken
van wetenschap dermate uit elkaar zijn
gegroeid en de specialisatie dermate
is voortgeschreden, dat men elk een
eigen taal is gaan spreken en eikaars
*aal niet meer verstaat.
Samenwerking
Cybernetica is in den beginne
onder de drang der oorlogsomstandig
heden, en later zonder deze voort
gekomen uit zulk een samenwerking
tussen wiskundigen, ingenieurs, phy-
siologen, neurobiologen en sociolo
gen en zjj beweegt zich in het grens
land van hun wetenschappen. Een
grensland, dat open lag voor een diep
gaande exploratie.
Wat is nu cybernetica? Het woord
is nieuw, de stam is oud; de weten
schap is jong, de eerste gedachten-
flits in deze richting weer oud. De pa
triarch van deze wetenschap, Norbert
Wiener, hoogleraar in de wiskunde aan
het wereldbekende Massachusetts In
stitute of Technology in Amerika, geeft
in zijn boek „Cybernetics or Control
and Communication in the animal and
the machine", nadrukkelijk de eer van
deze eerste gedachtenflits aan de En-
gelse natuurkundige Clerk Maxwell,
die haar in 1868 in een artikel, door hem
gepubliceerd, vermeldde.
Met het noemen van deze titel is ook
het terrein van deze wetenschap aange
geven en we zouden dit, zeer grof ge
sproken. kunnen aanduiden als het
grensland tussen de menselijke geest
en de machine.
Wanneer wjj het woord „Cyberne
tics" zouden willen vertalen, dan zou
den wij dat het beste met „stuur
manskunst" kunnen doen. Het oud-
Griekse woord Kubernétes be
tekent stuurman, en men vindt
het terug in het Latijnse gubernator
en in ons woord gouverneur. Wil men
het begrip omschrijven, dan zou men
dit kunnen doen als „de theorie om
trent de zichzelf besturende en regu
lerende mechanismen".
Tot zover is er nog niets spectacu
lairs en zeker nog niets huiveringwek
kends. Doch wanneer wij bedenken, dat
deze theorie de bevruchter is geweest
van de stormachtige ontwikkeling van
de „robots", de „mechanische herse
nen", de ontzaglijke electronische re
kenmachines, de volautomatische fa
brieken, de homeostaat, etc. dan be
ginnen wij iets van het huiveringwek
kende van haar perspectieven te ver-
Dit is Sabor. Hij werd gebouwd door de Zwitserse technici Peter Steuer en
August Huber. Hij is in staat vier en twintig verschillende bewegingen te ma
ken. Hy kan zonder begeleiding 15 kilometer wandelen; zich zowel voorwaarts
als achterwaarts bewegen; hij kan zijn armen gebruiken, spreken, zingen,
vragen beantwoorden en sigaretten roken.
moeden en van de duizelingwekkende
en beangstigende toekomstverwachtin
gen, die deze ontwikkeling in het le
ven heeft geroepen.
Beangstigend, niet voor overspannen
geesten, uit hun evenwicht gebracht
door de al of niet imaginaire verwor
venheden van de wetenschap en tech
niek van morgen, doch voor ernstige
wetenschappelijke werkers, die een ont
zaglijke tweede industriële revolutie
aan de horizon zien verschijnen. Het
is in ons land prof. dr. Fred. L. Po
lak geweest, die bij zijn ambtsaanvaar
ding te Rotterdam in 1949 daarover
gesproken heeft, toen hjj het o.m. in
dit verband had over „de tweede indus
triële revolutie, die, voor zover ik het
vermag te overzien, door een toeneming
zowel van de vol-automatische me
chanische productie als van de synthe
tische productie op grond van physico-
chemische processen de meest ontzag
lijke en verreikende structuurwijziging
van alle tijden met zich zal brengen".
En toch laat het zich aanzien, dat de
invloeden van deze jonge wetenschap
in haar ontwikkeling geenszins tot het
terrein van de economische en sociale
structuur van onze samenleving beperkt
zullen blijven, maar zich ook niet min
der fundamenteel en revolutionnair op
het terrein des geestes in engere zin
zullen uiten. Het is namelijk zo, dat
de cybernetica zich zeer indringend in
teresseert voor de overeenkomst, de
parallellie zo men wil, tussen sommige
processen bjj de zichzelf besturende me
chanismen en electronische installa
ties en bij menselijke en dierlijke or
ganismen.
„Feed-back"
1
Ciano, als minister van Buitenlandse Zaken van Italië,
met Hitier te Berchtesgaden.
Walther Hofer
„Die Entfesselung
des Zweiten Welt-
krieges. Eine Stu
die über die inter
nationalen Bezie-
hungen im Sommer
1939". Deutsche
Verlags-Anstalt,
Stuttgart 1954.
(Van onze Utrechtse red.)
Om de beoefenaren van het slagers
ambacht gelegenheid te geven elkaar
en het publiek hun topprestaties te la
ten zien en om door een gezonde wed
ijver deze prestaties nog hoger op te
voeren, zal van 19 tot en met 26 Octo
ber in de Beatrix- en Irenehal van de
Jaarbeurs aan het Vredenburg te
Utrecht een internationale slagersvak-
tentoonstelling gehouden worden, waar
op een keur van vleeswaren, sier- en
étalagestukken te zien zal zijn.
Aan deze 14e Slavakto wordt in de in
ternationale afdeling door twaalf lan
den deelgenomen, waaronder Duitsland
verreweg de belangrijkste plaats in
neemt, gevolgd door België, Denemar
ken, Oostenrijk, Engeland, Noorwegen,
Saarland, Zweden, Zwitserland, Frank
rijk, Finland en de Ned. Antillen. In
de nationale afdeling zullen 360 Neder
landse slagers deelnemen. Alle inzen
dingen worden door een internationale
jury bestaande uit Belgen, Duitsers
en Nederlanders beoordeeld.
De deelnemende slagers zullen met
hun inzendingen strijden om de Gouden
Slagersring, die verleden jaar voor de
eerste keer werd uitgereikt. Voorwaar
de is, dat het product nieuw is en dat
het recept bekend gemaakt wordt. De
in slagerijen werkzame dames kunnen
met het opmaken van schotels deelne
men aan een afzonderlijke wedstrijd.
et Nederlandse ge-
bruiksvee is toch
wel gewild in het
buitenland. Hadden we
het laatst nog over hon
derd geitjes die naar het
land van de Bijbel gevlo
gen werden, vandaag
moeten we reppen van
drie paardjes naar Ame
rika, Canada, Engeland,
Duitsland, Zweden, Zwit
serland en ook weer: Is
raël. Deze gedachte stemt
ons behaaglijk. En be
haaglijk was het ook in
een van die zachte zaal
tjes van Schiller, vanwaar
uit je de grote Rembrandt
boven op zijn schilders-
hoed kijkt. Maar de blik
naar binnen was deze keer
bemoedigender.
Piet Worm, van huis
uit architect, sprak tot de
pers over zijn leven en
wark in dienst van het
kinderboek. Juist, de helft
van de man van „Bid,
kindje, bid", de auteur
van slechts „Een emmer
tje water", die we ook
wel eens in gezelschap
van Daan Zonderland zijn
tegen gekomen. Nou, die
man stond ons Donderdag
toe te spreken. Met een
vrij zalig gezicht. Maar hij
was dan ook gerugsteund
door een enorme stapel. Worm in Amerika nog al-
exemplaren van zijn laat- leen maar een „agent" had
ste kinderboek: „De drie zitten. Verder kende hij
paardjes." Nu mogen we
over kinderen eigenlijk
niet meepraten. Daarvoor
zijn ze ons te vaak te slim
af, maar als ze het met
De Drie Paardjes niet
kunnen vinden, zou ons
dat zeer verbazen. Het
formaat mag dan wat weg
hebben van een kantoor
agenda, het is een kloek
boek. Hulde! Ook aan de
uitgevers (Van Holkema
en Warendorf N.V. Am
sterdam).
De paardjes mogen dan
al geen Poohs, Piglets
en Eeyores zijn, Witje,
Bruintje en Zwartje zijn
enig. In het Engels heten
ze Whitey, Brownie en
Blackie. En hiermee zijn
we bij de export. Donder
dag was dé dag van
Worm, want op die dag
verschenen zijn Drie
Paardjes behalve in Am
sterdam ook nog in New
York en Toronto bij Ran
dom House. Met andere
buitenlandse edities, o.a.
een Hebreeuwse, is men
doende. Zodat het ver
moeden rijst dat de schrij
ver-tekenaar met deze
paardjes wél zal varen.
We herinneren ons nog
de tijd nu al weer vlot
een jaar geleden dat
Nicolaas Kroese van Zuid-
Afrika, waar een Vijf
Vliegen-zaak gebouwd
moest worden. Hoe Max
die stralende Augustus
morgen bij dit gezelschap
was verzeild geraakt, her
inneren we ons niet meer.
Maar het was dit drietal
dat met vrij veel gerucht
van hetzelfde Rembrandt-
plein startte voor een reis
naar Amerika. De televi
sie betaalde de reis van
Piet Worm, die enkele
weken later met zijn ziel
(en zijn manuscript van
de Drie Paardjes) onder
zijn arm in de States rond
dalfde. Een teleurgesteld
man. De agent was een
verschrikkelijke ontdek
king gebleken: een oude
tante zonder enig gezag.
En waarschijnlijk zouden
de Paardjes in Amerika
nooit verkocht zijn, als
niet toevallig een advo
caat was ontmoet, die de
deur van Random House
deed opengaan. Binnen
een paar uur was het con-
tract getekend: met de
bepaling dat er minstens
drie vervolgen op het ver
haal zouden geleverd wor
den. En nu is het zelfs al
zo ver dat Amerika een
hele platenbijbel er bij
heeft besteld. Eind 1955
moet Genesis in vier kleu
ren zijn afgeleverd.
Zichzelf regulerende en besturende
mechanismenmet enkele is onze
techniek sedert enige eeuwen of eni
ge tientallen jaren reeds vertrouwd.
Zo bijvoorbeeld met de regulateur
van de stoommachine, en de ther
mostaat, in verbinding b.v. met de
centrale verwarming.
De regulateur van James Watt is
het klassieke voorbeeld van zulk een
zelfregulerend mechanisme. Zjj bestaat
uit een tweetal bollen, met stangen ver
bonden aan een roterende as. Haar
werk is „control", besturing, regula
tie. Zjj reguleert het toerental van de
stoommachine. Wordt de belasting hoog,
zodat de machine langzamer gaat lo
pen, dan zorgt de regulateur, die ener
zijds aan het vliegwiel gekoppeld is,
en anderzijds in verbinding staat met
de stoomleiding, dat méér stoom wordt
toegelaten. Wanneer daarentegen de be
lasting te laag wordt, zodat de snel
heid te groot wordt, dan vermindert
zij de stoomtoevoer. Op de te grote
snelheid wordt dus geantwoord met een
z.g. „feed-back beweging", een „te
rug-voedering" of een „terug-schake
ling". De „voeding" van de cylinder
wordt automatisch teruggeschakeld.
Er gaat zo een mechanische wissel-
werlang functionneren tussen de groot
te van de snelheid en de grootte van
de stoomtoevoer.
Wanneer de correcties door deze
..feed-back" te zwak zijn voor he:
doel, dan zal dit niet op de juiste wijze
tot stand komen. Zijn ze te sterk, dan
raken het mechanisme en de regulatie
in (Je war.
Parallellie
Ook bij mechanische verrichtingen
van het dierlijke en menselijke organis
me treedt zulk een „feed-back" op.
Wanneer wij onze hand uitsteken om
een potlood van de tafel op te nemen,
of wanneer een violist zijn strijkstok
juist vóór de kam van de viool houdt,
vindt een voortdurend kijken, voelen en
corrigeren hoewel niet bewust
plaats. Zo fjjn werkt dit mechanisme,
dat wij onze hand, op het gezicht zon
der enige correctie, regelrecht naar het
potlood brengen. Doch tengevolge van
een ziekelijke storing kan het falen en
dan „bibbert" en „fladdert" onze hand.
Een soortgelük falen als van een door
slaande regulateur.
Het was de vraag ijaar deze parallel
lie, welke Norbert Wiener, die samen
met Juan Bigelow, een andere mathe
maticus in 1942-1943, in verband met
een oorlogsopdracht: het ontwerpen
van een vol-automatisch luchtafweer-
kanon (dat dus zelf „mikte" en zijn be
wegend doel bleef volgen), zich met
kwesties rondom dit ,.feed-back''-mecha-
nisme bezighield, in contact bracht
met zijn collega, de physioloog Rosen-
blueth. De vraag had een samenwerking
tengevolge, waaruit de nieuwe weten
schap van de cybernetica geboren
werd, bij de ontmoeting tussen de me-,
chanica en de physiologie.
Het resultaat van hun onderzoek
werd in 1943 neergelegd in een arti
kel, door Rosenblueth, Wiener en Bi
gelow gepubliceerd in het tijdschrift
Philosophy of Science, een artikel dat
tot titel droeg: „Behaviour, purpose
and teleology". De nieuwe weten
schap was geboren. Het artikel be
vatte reeds alle gedachten,die de
kern ervan uitmaken.
Alleen was de nieuwgeborene nog
niet gedoopt: de naam „cybernetics" is
er niet in te vinden.
Mr. H. C. M. EDELMAN
(Van onze correspondent)
De congresdag Overheidsdocumenta
tie, georganiseerd door de studiekring
voor overheidsdocumentatie, werd Vrij
dagmorgen ten stadhuize van Haarlem
geopend door burgemeester mr. P. O. F.
M Cremers, die in zijn toespraak ge
tuigde van zijn warm kloppend hart
voor de doelmatige organisatie van de
overheidsadministratie; het feilloos doen
werken van de publieke dienst is voor
hem een onderwerp van dagelijkse zorg.
Mr. D. G. W. Spitzen, secretaris-gene
raal van het departement van Verkeer
en Waterstaat, hield vervolgens een in
leiding over het onderwerp: Hoe moeten
wij staan tegenover de moderne ideeën
bij de overheidsorganisatie?
Hij constateerde dat in de periode tus
sen de twee wereldoorlogen de over
heidsdienst nog zijn statisch karakter
behouden had. De dienst was een vast
begrip en ingrijpende veranderingen
waren een grote zeldzaamheid. Spr.
vertelde enkele treffende staaltjes van
departementale toestanden. In 1939 trof
spr. op het departement van Waterstaat
twee referendarissen aan die op dezelfde
afdeling werkten, doch met aan elkaar
waren voorgesteld. De ene was steeds
op dit departement werkzaam geweest,
oe tweede was van een ander departe
ment afkomstig. Het onoplosbare con
flict was nu wie zien aan de ander moest
voorstellen! Men had daar zeep van
verschillende kwaliteit in het toilet van
de referendaris en bij het fonteintje
voor de adjunct-commiesen. Op „Justi
tie" maakte men onderscheid in de kwa
liteit van de matten onoer de bureaux!
Toch waren er reeds de eerste tekenen
van een moderne geest De eerste pla
nologen deden nun intrede. De bezet
tingsjaren zijn aanleiding geworden tot
een grote kentering in de geest op de
departementen. De grote problemen
dwongen daar toe. Mr. Spitzen hekelde
het aanvankelijk gevolgde systeem van
interdepartementale commissies-met om
lijnde opdracht tovergenomen van de
Duitse methode van bestureïi)..
Talrijke competentie-gevecnten tus
sen de departementen waren daarvan
het gevolg. Alleen de ministerraad kon
uitkomst Drengen, maar dat is feitelijk
meer een sociëteit van ministers, die
geen greintje bestuursbevoegdheid heeft
Het is altijd beter, dit werk toe te
vertrouwen aan de bestaande organen
die zeker genoeg fantasie kunnen op
brengen voor het vervullen van nieuwe
taken. De departementale mentaliteit is
ook veranderd door de medewerking
aan de regeringstaak door figuren uit
het bedrijfsleven, waardoor een zekere
wisselwerking ontstond. De regering
moest na de oorlog dikwijls als koopman
optreden op de internationale markten;
dit werkte ook een andere mentaliteit
in de hand.
In hoeverre moet de overheid bewuste
efficiency uit het vrije bedrijf overne
men? aldus vroeg mr. Spitzen zich at
Voorop stelle men het principieel ver
schil tussen hef vrije bedrijf dat op ge
win is gebaseerd en de overheid die op
ae eerste plaats een gezond maatschap
pelijk leven mogelijk moet maken. Bei
de behoeven vertrouwen. Het bedrijfs
leven wint dit vooral door reclame en
slogans die soms ontaarden in getole
reerde aperte leugens. De overheid
moet het vertrouwen van de bevolking
hebben, dat haar beleid is gebaseerd op
fatsoen, wijsheid en rechtvaardigheid.
Het besef, deze begrippen hoog te hou
den, mag geen ambtenaar ooit verlaten;
hij moet sober zijn met toepassing van
het hem toegekende gezag en met over-
heids dat is: andermans geld. De
Nederlander stelt zijn gehoorzaamheid
afhankelijk van zijn achting voor het
gezag.
Het toepassen van efficiency-methoden
wordt begrensd door het bijzonder ka
rakter van de overheid en de nuchter
heid van de Nederlander. Men moet
geen slachtoffer worden van het effi-
ciency-spook, waardoor de hulpmidde
len zó ingewikkeld worden, dat deze
weer nieuwe problemen scheppen. Een
karikatuur van de ambtenaar is de man
die doodsbang is om precedenten te
scheppen en doodongelukkig is als er
geen precedenten zijn! De ambtenaar
moet het gezag dragen en toch trachten
gewoon te doen. De ergste sabotage is:
alle voorschriften nauwkeurig volgens
de letter toe te passen. Vóór alles moet
de overheid en dus ook de ambtenaar
beheersing tonen en weten in hoeverre
bij de toepassing van de voorschriften
soepelheid betracht kan worden.
©p deze inleiding volgde een geani
meerde discussie, 's Middags bracht de
vergadering een bezoek aan de tunnel
bouw te Velsen.
Het Stedelijk Museum te Amsterdam
heeft van de heer Ch. L. Bakker, in
specteur van een scheepvaart- en lucht
vaartmaatschappij (K.N.S.M. en K.LM.)
te Caracas een schilderij ten geschenke
gekregen van de op 18 September jX
op 65-jarige leeftijd overleden Venezo
laanse schilder Armando Reveron.
De overleden kunstenaar was een der
beste schilders van zijn land. Van zijn
werk werden in geheel Zuid-Amerika
en Europa talrijke tentoonstellingen ge
houden. Het doek stelt voor de werk
plaats der voormalige Engelse haven
dienst te La GOaira.