Het VOORSPEL tot Wereldoorlog II Een boek van de Zwitserse historicus Walther Hof er De oorsaken Het nieuwste van Piet kinderboek Worm H Moderne ideeën brengen meer efficiency in overheidsorganen ROBOTS en Mechanische Hersens Stuurmanskunst Slagers uit twaalf landen naar Utrecht Mr.Spitsen op studiedag te Haarlem ZATERDAG 16 OCTOBER 1954 PAGINA 9 et is onloochenbaar, dat de oorlog een grote stimulerende wer king heeft op de prestaties in de wetenschappelijke en tech nische sector. De drang van de oorlogsnoodzaak drijft er toe, de strijd op een wetenschappelijk plan te voeren, wetenschappelijke werkers in te schakelen en ontwikkelingen te bewerkstelligen met een intensiteit en in een tempo, welke in vredestijd uit econo mische overwegingen o.m. nimmer mogelijk zijn. Ook de tweede wereldoorlog heeft daarvan verschillende voor beelden te zien gegeven. Wij zouden hierbij kunnen denken en men zal dat op de eerste plaats doen aan de indrukwekkende ontsluiting van de atoomkern-energie. Maar daarnaast kunnen ook de radar, de raketten en de straalaandrijving genoemd worden. On getwijfeld is de ontwikkeling der atoomkern-energie de meest op-, zienbarende. Het staat echter te bezien, of zij in de toekomst de belangrijkste zal blijven. Misschien zal deze eer blijken te zijn weg gelegd voor een andere hier nog niet genoemde onder de ver worvenheden uit de tweede wereldoorlog. Wij menen de jonggeboren wetenschap, die in Amerika, waar zij het daglicht zag, met het veramerikaanste Griekse woord „Cybernetics" is gedoopt, waaruit in onze taal de naam Cybernetica is ontstaan. Nog geen fonds voor de achtergebleven gebieden Bijna 60 pet. van wereld bevolking ondervoed Het enige Katholieke Instituut voor Schriftelijk Onderwijs Vraagt gratis prospectus Studiecentrum-Culemborg - Internat, expositie Vloermatten op „Justitie en seep op Waterstaat Stedelijk Museum ontving schilderij uit Venezuela „iars van ae u uit se troepen in Polen in de eerste dagen van September 1939. Een der gemotoriseerde afdelingen passeert een dcrrp, dat tijdens de hevige gevechten geheel in brand gestoken werd. Over de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog zijn, zoals bekend, biblio theken vol geschreven, zonder dat men er in geslaagd is meer dan een uiterst vage communis opinio te bereiken. De wetenschappelijke onder zoeker verzonk in de honderden mémoires, welke na 1918 de markt over stroomden en in de tientallen lijvige delen officiële documenten, welke de voormalige belligerenten zich geroepen voelden uit hun archieven te publice ren. Zoveel is wel zeker geworden, dat van een „alleenschuld" van het Duitse Keizerrijk aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet gesproken kan worden. Tot deze conclusie was men ook zonder de Duitse en Amerikaanse apologeten, als Harry Elmer Barnes, wel gekomen. Langzamerhand werd het duidelijk, dat zich oorlogszuchtige neigingen voor 1914 ook bij andere mogend heden dan Duitsland een weg hadden gebaand: in het innerlijk vermolmde Rusland, in de Donaumonarchie. in Frankrijk, het minst waarschijnlijk nog in Engeland. Wat de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog beireft, ligt de zaak ïeis eenvoudiger, ondanks het ontbreken van het overvloedige materiaal, waarmee de geschiedschrijver van de Eerste Wereld oorlog in zee ging. „Een diepgaande na vorsing van de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog zal zich vooral dienen bezig te houden met het phenomeen van het nationaal-socialisme en zijn Führer en in wijdere zin met het totalitarisme in het algemeen". Zo begint de Zwit serse historicus Walther Hofer, thans hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Berlijn, zijn opmerkelijk boek „Die Entfesselung des Zweiten 'Veltkrie- ges".*) Met deze praemisse kan men het alleszins eens zijn. De hele voorgeschie denis van de laatste oorlog wordt over schaduwd door de pathologische figuur Jan Hitier en diens onverbiddelijke wil °t oorlog, welke reeds in Mein Kampf te lezen stond en na 1933 steeds vaster Vormen aannam. De Tweede Wereld oorlog is zonder Hitier ondenkbaar. Reeds in de lente van 1936, bij de be zetting van het Rijnland, en in de herfst van 1938, tijdens de Sudeten- crisis, stond Europa aan de rand van een oorlog. Het ogenblik was toen echter nog niet gekomen, omdat het Westen toegaf. Toegeven betekende in Hitler's ogen evenwel zwakte. De „peace for our time", welke de Weste lijke politici gewonnen meenden te hebben door hun concessies, betekende in feite een toenemende opbouw van de Duitse oorlogsmachine. In één ding vergiste de Dun.se leiding zich eenter schromelijk: Engeland was vastbeslo ten om Polen niet, evenals Tsjecho- slowakije, prijs te geven aan Hitler's expansiedrang. Vanuit Berlijn inter preteerde men de Britse politiek van garanties aan Polen op onjuiste wijze, namelijk als een poging tot omsinge ling van Duitsland. Hitler's eerste reac tie hierop was het afsluiten van het bekende „Pact van staal" met Italië, op 22 Mei 1939. De geschiedenis zou wel dra aantonen, dat de As aan de Itali aanse zijde bepaald niet van staal was gesmeed. Na Italië begon Duitsland te dingen naar de gunsten van Rusland, dat in deze zelfde periode ook met Engeland en Frankrijk in onderhandeling was. Weldra bleek, dat Duitsland bereid was om Moskou de hoogste prijs te betalen en daarmede de wedloop te winnen. Op 15 Augustus 1939 misluk ten de militaire besprekingen tussen de Sovjet-Unie, Engeland en Frank rijk Duitsland benutte snel het vacuum en op 21 Augustus vernam de verbijsterde wereld de aankondigfng van een Duits-Russisch niet-aanvals- verdrag. Op 23 Augustus werd het ephemere pact getekend. In een gehei me overeenkomst, door de communis tische politici en historici nog steeds geloochend, werden de Duitse en Rus sische invloedssferen afgebakend. Fin land, Estland, Letland en Polen ten Oosten van de lijn Narew-Weichsel- San vielen in de Russische sfeer. Deze geheime, door dé Sovjet-wetenschap doodgezwegen, overeenkomst kostte de Balkanstaten hun onafhankelijkheid. Hitier, bezeten van een idéé fixe, was vastbesloten Polen op de knieën te brengen en de hoge prijs, die Stalin voor zijn niet-inmenging vroeg, liet hem ten enenmale koud. Stalin van zijn kant hoopte door het pact tezamen met Duitsland het Oostelijk deel van Midden-Europa te kunnen verdelen en voorts tot Japan in een betere verhou ding te komen. Sedert München voelde de Sovjet-Unie zich geïsoleerd en over geleverd aan Hitler's agressieve nei gingen. Het non-agressie-pact elimi neerde .voorlopig dit gevaar, ja, ont sloot zelfs de weg naar West-Europa voor de Russen. Terecht meent Hofer, dat het feit, dat de Russische legers thans in Midden-Europa staan, een direct gevolg is van het pact van 23 Augustus 1939. Het Duits-Russisch pact veranderde niets aan Engelands vaste wil om Polen te steunen. Dit ontging Hitier volkomen. Hij bleef hopen op een Britse afzijdig heid. De Franse reactie op de gebeurte nissen in Moskou was minder duidelijk en rechtlijnig dan de Britse. In Frankrijk overheerste het défaitisme de publieke opinie, duidelijk gesymboliseerd in de rhetorische vraag: „Mourir pour Dant- zig?" Wat Italië betreft, ook voor dit land was het Duits-Russisch verdrag een totale verrassing. Hitler had het niet nodig geoordeeld zijn bondgenoot vroeg tijdig in te lichten. De Italiaanse leiders geloofden niet in een localisatie van de oorlog en, wat nog belangrijker was, zij wensten niet aan deze oorlog mee te doen. Mussolini zelf weifelde tussen oorlog en vrede, maar zijn minister van Buitenlandse Zaken, Graaf Ciano, en de Italiaanse ambassadeur in Berlijn, Atto- lico, wantrouwden de Duitsers. De Koning, realist waar het militaire zaken betrof, achtte de Italiaanse weermacht te deplorabel om oorlog te voeren en steun de Ciano. Op 25 Augustus deelde Attolico in Berlijn mee, dat Italië alleen aan de strijd deel kon' nemen, wanneer het oor- logsmaterieel en grondstoffen uit Duits land zou ontvangen. De volgende dag preciseerde hij de Italiaanse verlangens: deze kwamen neer op een 17.000 goede rentreinen volgeladen met steenkool, olie, staal etc., welke terstond geleverd moesten worden. De Italiaanse leiders wisten van te voren, dat Duitsland dit onmogelijk kon leveren. Na deze klucht zag Hitier, teleurgesteld en beetgeno men, van Italiaanse steun af. Inrrtiddels had zich op 25 Augustus het décor verplaatst van Moskou naar Berlijn. De voorgaande dag had Goe- ring een Zweedse relatie, Birger Dahlerus, naar Berlijn over laten ko men om als bemiddelaar met de Britse regering op te treden. Op 25 Augustus sprak Hitler met de Britse en Franse ambassadeurs, waarbij hij •moral tegenover Engeland zich zeer tegemoetkomend voordeed. Hij hoopte hiermee Engeland op een dwaalspoor te leiden. De aanval op Polen immers was vastgesteld op 26 Augustus en werd pas op het laatste ogenblik uit gesteld, toen Hitier vernam dat Italië niet mee zou doen en dat Engeland en Polen op 25 Augustus een alliantiever-, drag gesloten hadden. Het haast onge looflijke feit lukte om in enkele uren het Duitse leger de reeds aangevan gen opmars naar de Poolse grens t«- doen staken. Er verstreken nu nog enkele dagen van vruchteloze gesprekken en onder handelingen. De Franse premier Dala- dier trachtte Hitier te overtuigen van de ellende van een oorlog, maar vond uiter aard geen gehoor bij de dictator, die be zeten was van Dantzig en de Corridor Even weinig geslaagd als het Duits Franse contact waren de laatste Duits- Engelse onderhandelingen, waarin ook Dahlerus een woordje meesprak. Het enige waar Dahlerus in slaagde was om in de nacht van 26 op 27 Augustus een monoloog van Hitier te onderbreken en hem uiteen te zetten, dat zijn opinie over Engeland geheel onjuist was. Wel kreeg de Zweed daarna zes punten voor een overeenkomst met Engeland van de Führer mee, maar deze bleken in Lon den niet overeen te stemmen met de voorstellen van Hitier aan de Britse ambassadeur Henderson. Wel leek het even of Hitier meer tegemoetkomend werd, maar dit was niet meer dan schijn. Dit besefte men ook in Warschau, waar op 29 Augustus werd besloten tot algemene mobilisatie. Op verzoek van de Westelijke diplomaten, die nog heil zagen in directe onderhandelingen tussen Po len en Duitsland, werd de Poolse mobi lisatie een dag verschoven. Dat Duitsland niets voelde voor directe onderhandelin gen, bleek oj» 29 Augustus tijdens een onderhoud tussen Hitler en Henderson. De Führer sprak bij die gelegenheid vele grote woorden, welke echter in feite neerkwamen op een ultimatum: voor 30 Augustus moest een Pools gevolmachtig de in Berlijn arriveren. Polen, gedachtig aan het voorbeeld van Hacha, weigerde zich te deemoedigen. Dit was niet on juist gezien, want Hitler's plan was niet serieus bedoeld, evenmin als de „16 pun ten die hij op 31 Augustus aan de Britse en Franse ambassadeurs voorleg de en die in wezen neerkwamen op een Poolse capitulatie. Nog die zelfde dag trouwens, te 12.40 uur, gaf Hitler zijn Aanwijzing nr. 1 voor de Oorlogvoering welke bepaalde dat de aanval op Polen op 1 September te 04.45 uur een aanvang zou nemen. Niets kon Hitier meer remmen, ook niet de te laatster ure ondernomen Italiaanse pogingen om tegen 5 Sep tember een Engels- Frans-Duitse confe rentie, met Italië als bemiddelaar, te organiseren. Op het vastgestelde tijd stip overschreden de Duitse legers de Poolse grens. Enge land en Frankrijk lieten hun Poolse bondgenoot niet in de steek. De Twee de Wereldoorlog nam een aanvang. Dat er ditmaal over de schuldvraag geen twijfel behoeft te bestaan, maakt het boek van Hofer ons nogmaals ten over vloede duidelijk Wat hij zelf erkent ons niet duidelijk te hebben kunnen maken is de vraag „hoe het mogelijk was, dat aan deze noodlottige man de macht gegeven werd om zijn wil tegen een hele wereld in door te zetten". C. T. DE JONG. Begin November 1939 bracht de Franse premier Daladier een be zoek aan het front. De drie grote industriële mogendheden der wereld, de Verenigde Staten, Groot Brit- tannië en de Sowjet-Unie, zijn thans nog niet bereid deel te nemen aan het oprich ten van een bijzonder fonds van de Ver enigde Naties ten bedrage van 250 mil- lioen voor de ontwikkeling van economisch achtergebleven gebieden. Dit is de voor naamste conclusie van het door de Bel gische deskundige, Raymond Scheyvens, bi.i de economische commissie van de Ver enigde Naties ingediende rapport. Tijdens zijn studiereis ter voorbereiding tot het opstellen van zijn rapport, heeft de heer Scheyvens van de regeringen van België, Denemarken, Frankrijk, Italië, Ja pan, Luxemburg, Noorwegen en Nederland de bereidverklaring ontvangen om aan de oprichting van een dergelijk fonds mede te werken. De heer Scheyvens heeft Donderdag de aandacht van de economische commissie ge vraagd voor de toenemende ellende in de wereld, 59.5 procent van de wereldbevol king is thans ondervoed tegen 38.6 pro cent vóór de jongste wereldoorlog. De in ternationale opinie k3*1 hiertegenover niet onverschillig blijven, aldus de heer Schey vens. Als verdere tegenstanders van het plan tot oprichting van het fonds worden vol gens Reuter nog genoemd: West-Duits- land, Canada, Nieuw-Zeeland, Zweden en Zwitserland. Cybernetica, een jonge wetenschap. Maar een wetenschap met, ook bij de nodige terughoudendheid, slechts als fantastisch en fen dele ook huive ringwekkend te bestempelen per spectieven. De topografie van de moderne we tenschappen is niet ongelijk aan die van de middeleeuwse staten, die dik wijls niet door scherp vastgestelde grenslijnen van elkaar gescheiden wa ren, maar door weinig of niet bewoon de of geëxploreerde grensgebieden, stroken grensland, niemandsland waar beide buren hun theoretisch hoog- heidsrecht op lieten gelden. Ook de mo derne wetenschappen zijn van elkaar gescheiden door dergelijke brede grens gebieden, waarop zij elkaar ontmoeten, of misschien beter gezegd, in elkaar overvloeien. De exploratie van deze ge bieden biedt haai eigen, specifieke moei lijkheden, die slechts door een ge coördineerde benadering van beide vertrekpunten uit zijn op te lossen. Dit wordt echter extra verzwaard door het feit, dat de verschillende takken van wetenschap dermate uit elkaar zijn gegroeid en de specialisatie dermate is voortgeschreden, dat men elk een eigen taal is gaan spreken en eikaars *aal niet meer verstaat. Samenwerking Cybernetica is in den beginne onder de drang der oorlogsomstandig heden, en later zonder deze voort gekomen uit zulk een samenwerking tussen wiskundigen, ingenieurs, phy- siologen, neurobiologen en sociolo gen en zjj beweegt zich in het grens land van hun wetenschappen. Een grensland, dat open lag voor een diep gaande exploratie. Wat is nu cybernetica? Het woord is nieuw, de stam is oud; de weten schap is jong, de eerste gedachten- flits in deze richting weer oud. De pa triarch van deze wetenschap, Norbert Wiener, hoogleraar in de wiskunde aan het wereldbekende Massachusetts In stitute of Technology in Amerika, geeft in zijn boek „Cybernetics or Control and Communication in the animal and the machine", nadrukkelijk de eer van deze eerste gedachtenflits aan de En- gelse natuurkundige Clerk Maxwell, die haar in 1868 in een artikel, door hem gepubliceerd, vermeldde. Met het noemen van deze titel is ook het terrein van deze wetenschap aange geven en we zouden dit, zeer grof ge sproken. kunnen aanduiden als het grensland tussen de menselijke geest en de machine. Wanneer wjj het woord „Cyberne tics" zouden willen vertalen, dan zou den wij dat het beste met „stuur manskunst" kunnen doen. Het oud- Griekse woord Kubernétes be tekent stuurman, en men vindt het terug in het Latijnse gubernator en in ons woord gouverneur. Wil men het begrip omschrijven, dan zou men dit kunnen doen als „de theorie om trent de zichzelf besturende en regu lerende mechanismen". Tot zover is er nog niets spectacu lairs en zeker nog niets huiveringwek kends. Doch wanneer wij bedenken, dat deze theorie de bevruchter is geweest van de stormachtige ontwikkeling van de „robots", de „mechanische herse nen", de ontzaglijke electronische re kenmachines, de volautomatische fa brieken, de homeostaat, etc. dan be ginnen wij iets van het huiveringwek kende van haar perspectieven te ver- Dit is Sabor. Hij werd gebouwd door de Zwitserse technici Peter Steuer en August Huber. Hij is in staat vier en twintig verschillende bewegingen te ma ken. Hy kan zonder begeleiding 15 kilometer wandelen; zich zowel voorwaarts als achterwaarts bewegen; hij kan zijn armen gebruiken, spreken, zingen, vragen beantwoorden en sigaretten roken. moeden en van de duizelingwekkende en beangstigende toekomstverwachtin gen, die deze ontwikkeling in het le ven heeft geroepen. Beangstigend, niet voor overspannen geesten, uit hun evenwicht gebracht door de al of niet imaginaire verwor venheden van de wetenschap en tech niek van morgen, doch voor ernstige wetenschappelijke werkers, die een ont zaglijke tweede industriële revolutie aan de horizon zien verschijnen. Het is in ons land prof. dr. Fred. L. Po lak geweest, die bij zijn ambtsaanvaar ding te Rotterdam in 1949 daarover gesproken heeft, toen hjj het o.m. in dit verband had over „de tweede indus triële revolutie, die, voor zover ik het vermag te overzien, door een toeneming zowel van de vol-automatische me chanische productie als van de synthe tische productie op grond van physico- chemische processen de meest ontzag lijke en verreikende structuurwijziging van alle tijden met zich zal brengen". En toch laat het zich aanzien, dat de invloeden van deze jonge wetenschap in haar ontwikkeling geenszins tot het terrein van de economische en sociale structuur van onze samenleving beperkt zullen blijven, maar zich ook niet min der fundamenteel en revolutionnair op het terrein des geestes in engere zin zullen uiten. Het is namelijk zo, dat de cybernetica zich zeer indringend in teresseert voor de overeenkomst, de parallellie zo men wil, tussen sommige processen bjj de zichzelf besturende me chanismen en electronische installa ties en bij menselijke en dierlijke or ganismen. „Feed-back" 1 Ciano, als minister van Buitenlandse Zaken van Italië, met Hitier te Berchtesgaden. Walther Hofer „Die Entfesselung des Zweiten Welt- krieges. Eine Stu die über die inter nationalen Bezie- hungen im Sommer 1939". Deutsche Verlags-Anstalt, Stuttgart 1954. (Van onze Utrechtse red.) Om de beoefenaren van het slagers ambacht gelegenheid te geven elkaar en het publiek hun topprestaties te la ten zien en om door een gezonde wed ijver deze prestaties nog hoger op te voeren, zal van 19 tot en met 26 Octo ber in de Beatrix- en Irenehal van de Jaarbeurs aan het Vredenburg te Utrecht een internationale slagersvak- tentoonstelling gehouden worden, waar op een keur van vleeswaren, sier- en étalagestukken te zien zal zijn. Aan deze 14e Slavakto wordt in de in ternationale afdeling door twaalf lan den deelgenomen, waaronder Duitsland verreweg de belangrijkste plaats in neemt, gevolgd door België, Denemar ken, Oostenrijk, Engeland, Noorwegen, Saarland, Zweden, Zwitserland, Frank rijk, Finland en de Ned. Antillen. In de nationale afdeling zullen 360 Neder landse slagers deelnemen. Alle inzen dingen worden door een internationale jury bestaande uit Belgen, Duitsers en Nederlanders beoordeeld. De deelnemende slagers zullen met hun inzendingen strijden om de Gouden Slagersring, die verleden jaar voor de eerste keer werd uitgereikt. Voorwaar de is, dat het product nieuw is en dat het recept bekend gemaakt wordt. De in slagerijen werkzame dames kunnen met het opmaken van schotels deelne men aan een afzonderlijke wedstrijd. et Nederlandse ge- bruiksvee is toch wel gewild in het buitenland. Hadden we het laatst nog over hon derd geitjes die naar het land van de Bijbel gevlo gen werden, vandaag moeten we reppen van drie paardjes naar Ame rika, Canada, Engeland, Duitsland, Zweden, Zwit serland en ook weer: Is raël. Deze gedachte stemt ons behaaglijk. En be haaglijk was het ook in een van die zachte zaal tjes van Schiller, vanwaar uit je de grote Rembrandt boven op zijn schilders- hoed kijkt. Maar de blik naar binnen was deze keer bemoedigender. Piet Worm, van huis uit architect, sprak tot de pers over zijn leven en wark in dienst van het kinderboek. Juist, de helft van de man van „Bid, kindje, bid", de auteur van slechts „Een emmer tje water", die we ook wel eens in gezelschap van Daan Zonderland zijn tegen gekomen. Nou, die man stond ons Donderdag toe te spreken. Met een vrij zalig gezicht. Maar hij was dan ook gerugsteund door een enorme stapel. Worm in Amerika nog al- exemplaren van zijn laat- leen maar een „agent" had ste kinderboek: „De drie zitten. Verder kende hij paardjes." Nu mogen we over kinderen eigenlijk niet meepraten. Daarvoor zijn ze ons te vaak te slim af, maar als ze het met De Drie Paardjes niet kunnen vinden, zou ons dat zeer verbazen. Het formaat mag dan wat weg hebben van een kantoor agenda, het is een kloek boek. Hulde! Ook aan de uitgevers (Van Holkema en Warendorf N.V. Am sterdam). De paardjes mogen dan al geen Poohs, Piglets en Eeyores zijn, Witje, Bruintje en Zwartje zijn enig. In het Engels heten ze Whitey, Brownie en Blackie. En hiermee zijn we bij de export. Donder dag was dé dag van Worm, want op die dag verschenen zijn Drie Paardjes behalve in Am sterdam ook nog in New York en Toronto bij Ran dom House. Met andere buitenlandse edities, o.a. een Hebreeuwse, is men doende. Zodat het ver moeden rijst dat de schrij ver-tekenaar met deze paardjes wél zal varen. We herinneren ons nog de tijd nu al weer vlot een jaar geleden dat Nicolaas Kroese van Zuid- Afrika, waar een Vijf Vliegen-zaak gebouwd moest worden. Hoe Max die stralende Augustus morgen bij dit gezelschap was verzeild geraakt, her inneren we ons niet meer. Maar het was dit drietal dat met vrij veel gerucht van hetzelfde Rembrandt- plein startte voor een reis naar Amerika. De televi sie betaalde de reis van Piet Worm, die enkele weken later met zijn ziel (en zijn manuscript van de Drie Paardjes) onder zijn arm in de States rond dalfde. Een teleurgesteld man. De agent was een verschrikkelijke ontdek king gebleken: een oude tante zonder enig gezag. En waarschijnlijk zouden de Paardjes in Amerika nooit verkocht zijn, als niet toevallig een advo caat was ontmoet, die de deur van Random House deed opengaan. Binnen een paar uur was het con- tract getekend: met de bepaling dat er minstens drie vervolgen op het ver haal zouden geleverd wor den. En nu is het zelfs al zo ver dat Amerika een hele platenbijbel er bij heeft besteld. Eind 1955 moet Genesis in vier kleu ren zijn afgeleverd. Zichzelf regulerende en besturende mechanismenmet enkele is onze techniek sedert enige eeuwen of eni ge tientallen jaren reeds vertrouwd. Zo bijvoorbeeld met de regulateur van de stoommachine, en de ther mostaat, in verbinding b.v. met de centrale verwarming. De regulateur van James Watt is het klassieke voorbeeld van zulk een zelfregulerend mechanisme. Zjj bestaat uit een tweetal bollen, met stangen ver bonden aan een roterende as. Haar werk is „control", besturing, regula tie. Zjj reguleert het toerental van de stoommachine. Wordt de belasting hoog, zodat de machine langzamer gaat lo pen, dan zorgt de regulateur, die ener zijds aan het vliegwiel gekoppeld is, en anderzijds in verbinding staat met de stoomleiding, dat méér stoom wordt toegelaten. Wanneer daarentegen de be lasting te laag wordt, zodat de snel heid te groot wordt, dan vermindert zij de stoomtoevoer. Op de te grote snelheid wordt dus geantwoord met een z.g. „feed-back beweging", een „te rug-voedering" of een „terug-schake ling". De „voeding" van de cylinder wordt automatisch teruggeschakeld. Er gaat zo een mechanische wissel- werlang functionneren tussen de groot te van de snelheid en de grootte van de stoomtoevoer. Wanneer de correcties door deze ..feed-back" te zwak zijn voor he: doel, dan zal dit niet op de juiste wijze tot stand komen. Zijn ze te sterk, dan raken het mechanisme en de regulatie in (Je war. Parallellie Ook bij mechanische verrichtingen van het dierlijke en menselijke organis me treedt zulk een „feed-back" op. Wanneer wij onze hand uitsteken om een potlood van de tafel op te nemen, of wanneer een violist zijn strijkstok juist vóór de kam van de viool houdt, vindt een voortdurend kijken, voelen en corrigeren hoewel niet bewust plaats. Zo fjjn werkt dit mechanisme, dat wij onze hand, op het gezicht zon der enige correctie, regelrecht naar het potlood brengen. Doch tengevolge van een ziekelijke storing kan het falen en dan „bibbert" en „fladdert" onze hand. Een soortgelük falen als van een door slaande regulateur. Het was de vraag ijaar deze parallel lie, welke Norbert Wiener, die samen met Juan Bigelow, een andere mathe maticus in 1942-1943, in verband met een oorlogsopdracht: het ontwerpen van een vol-automatisch luchtafweer- kanon (dat dus zelf „mikte" en zijn be wegend doel bleef volgen), zich met kwesties rondom dit ,.feed-back''-mecha- nisme bezighield, in contact bracht met zijn collega, de physioloog Rosen- blueth. De vraag had een samenwerking tengevolge, waaruit de nieuwe weten schap van de cybernetica geboren werd, bij de ontmoeting tussen de me-, chanica en de physiologie. Het resultaat van hun onderzoek werd in 1943 neergelegd in een arti kel, door Rosenblueth, Wiener en Bi gelow gepubliceerd in het tijdschrift Philosophy of Science, een artikel dat tot titel droeg: „Behaviour, purpose and teleology". De nieuwe weten schap was geboren. Het artikel be vatte reeds alle gedachten,die de kern ervan uitmaken. Alleen was de nieuwgeborene nog niet gedoopt: de naam „cybernetics" is er niet in te vinden. Mr. H. C. M. EDELMAN (Van onze correspondent) De congresdag Overheidsdocumenta tie, georganiseerd door de studiekring voor overheidsdocumentatie, werd Vrij dagmorgen ten stadhuize van Haarlem geopend door burgemeester mr. P. O. F. M Cremers, die in zijn toespraak ge tuigde van zijn warm kloppend hart voor de doelmatige organisatie van de overheidsadministratie; het feilloos doen werken van de publieke dienst is voor hem een onderwerp van dagelijkse zorg. Mr. D. G. W. Spitzen, secretaris-gene raal van het departement van Verkeer en Waterstaat, hield vervolgens een in leiding over het onderwerp: Hoe moeten wij staan tegenover de moderne ideeën bij de overheidsorganisatie? Hij constateerde dat in de periode tus sen de twee wereldoorlogen de over heidsdienst nog zijn statisch karakter behouden had. De dienst was een vast begrip en ingrijpende veranderingen waren een grote zeldzaamheid. Spr. vertelde enkele treffende staaltjes van departementale toestanden. In 1939 trof spr. op het departement van Waterstaat twee referendarissen aan die op dezelfde afdeling werkten, doch met aan elkaar waren voorgesteld. De ene was steeds op dit departement werkzaam geweest, oe tweede was van een ander departe ment afkomstig. Het onoplosbare con flict was nu wie zien aan de ander moest voorstellen! Men had daar zeep van verschillende kwaliteit in het toilet van de referendaris en bij het fonteintje voor de adjunct-commiesen. Op „Justi tie" maakte men onderscheid in de kwa liteit van de matten onoer de bureaux! Toch waren er reeds de eerste tekenen van een moderne geest De eerste pla nologen deden nun intrede. De bezet tingsjaren zijn aanleiding geworden tot een grote kentering in de geest op de departementen. De grote problemen dwongen daar toe. Mr. Spitzen hekelde het aanvankelijk gevolgde systeem van interdepartementale commissies-met om lijnde opdracht tovergenomen van de Duitse methode van bestureïi).. Talrijke competentie-gevecnten tus sen de departementen waren daarvan het gevolg. Alleen de ministerraad kon uitkomst Drengen, maar dat is feitelijk meer een sociëteit van ministers, die geen greintje bestuursbevoegdheid heeft Het is altijd beter, dit werk toe te vertrouwen aan de bestaande organen die zeker genoeg fantasie kunnen op brengen voor het vervullen van nieuwe taken. De departementale mentaliteit is ook veranderd door de medewerking aan de regeringstaak door figuren uit het bedrijfsleven, waardoor een zekere wisselwerking ontstond. De regering moest na de oorlog dikwijls als koopman optreden op de internationale markten; dit werkte ook een andere mentaliteit in de hand. In hoeverre moet de overheid bewuste efficiency uit het vrije bedrijf overne men? aldus vroeg mr. Spitzen zich at Voorop stelle men het principieel ver schil tussen hef vrije bedrijf dat op ge win is gebaseerd en de overheid die op ae eerste plaats een gezond maatschap pelijk leven mogelijk moet maken. Bei de behoeven vertrouwen. Het bedrijfs leven wint dit vooral door reclame en slogans die soms ontaarden in getole reerde aperte leugens. De overheid moet het vertrouwen van de bevolking hebben, dat haar beleid is gebaseerd op fatsoen, wijsheid en rechtvaardigheid. Het besef, deze begrippen hoog te hou den, mag geen ambtenaar ooit verlaten; hij moet sober zijn met toepassing van het hem toegekende gezag en met over- heids dat is: andermans geld. De Nederlander stelt zijn gehoorzaamheid afhankelijk van zijn achting voor het gezag. Het toepassen van efficiency-methoden wordt begrensd door het bijzonder ka rakter van de overheid en de nuchter heid van de Nederlander. Men moet geen slachtoffer worden van het effi- ciency-spook, waardoor de hulpmidde len zó ingewikkeld worden, dat deze weer nieuwe problemen scheppen. Een karikatuur van de ambtenaar is de man die doodsbang is om precedenten te scheppen en doodongelukkig is als er geen precedenten zijn! De ambtenaar moet het gezag dragen en toch trachten gewoon te doen. De ergste sabotage is: alle voorschriften nauwkeurig volgens de letter toe te passen. Vóór alles moet de overheid en dus ook de ambtenaar beheersing tonen en weten in hoeverre bij de toepassing van de voorschriften soepelheid betracht kan worden. ©p deze inleiding volgde een geani meerde discussie, 's Middags bracht de vergadering een bezoek aan de tunnel bouw te Velsen. Het Stedelijk Museum te Amsterdam heeft van de heer Ch. L. Bakker, in specteur van een scheepvaart- en lucht vaartmaatschappij (K.N.S.M. en K.LM.) te Caracas een schilderij ten geschenke gekregen van de op 18 September jX op 65-jarige leeftijd overleden Venezo laanse schilder Armando Reveron. De overleden kunstenaar was een der beste schilders van zijn land. Van zijn werk werden in geheel Zuid-Amerika en Europa talrijke tentoonstellingen ge houden. Het doek stelt voor de werk plaats der voormalige Engelse haven dienst te La GOaira.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 9