Export levert bijna de helft van ons nationale inkomen Overheidsingrijpen overeenkomsten moet inzake ondernemers- slechts correctief zijn Overschot op betalingsbalans dient te worden afgeremd Groot deel def komt ten goede ensie-uitgaven aan ons land JA A Nog steeds interne moeilijkheden in het Indonesische leger Prof. dr. A. Sizoo spreekt in Nijmegen „Augustinus en de cultuur van zijn r Kwetsbaar punt in onze economie Plan voor groot recreatieoord 85 pet. van orders in Nederland Tandarts en arts voor rechtbank 6au c/e Co/ogne Kabinet en P.I.R. onverzoenlijk De groep die thans de leiding heeft sympathiseert met Moskou Verbond van Nederlandsche Werkgevers vergadert in Middelburg J V. Prof. dr. J. Tinbergen: MIN. STAF TOT DE WERKGEVERS Belastingontduiking Bambang Sugeng wil niet aftreden VRIJDAG 22 OCTOBER 1954 PAGINA 5 Te Maastricht Kosten 2% millioen NIJMEGEN HULDIGT TWEE HOOGLERAREN Prof. Post en prof. Rogier DRS, A. QUAEDVLIEG Naar dir.-gen. voor de middenstand TROIKA In originele flacons van f 2.25 tot f 12.50 Splitsing in de P.I.R. L. de Groot ridder Ned. Leeuw In een rede ter gelegenheid van de Algemene Ledenvergadering van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers te Middelburg wees de voorzitter, de heer T. J. Twijnstra, op de gunstige economische omstandigheden, waarin ons land verkeert, die men nu zelfs als een vanzelfsprekendheid gaat be schouwen. Het kwetsbare punt is het feit, dat het exportvolume ten naaste bij de helft van het nationale inkomen uitmaakt. Eventuele restrictieve maat regelen in het buitenland zouden gevaar kunnen opleveren. Ten aanzien van de conjunctuurbeheersing zou het kortzichtig zijn het oog te sluiten voor de moeilijkheden om in alle omstandigheden de inter nationale samenwerking tot stand te brengen, die noodzakelijk is. De oplossing voor het probleem van het tekort aan arbeidskrachten zag spre ker in de verbetering van de technische apparatuur, waardoor de productie per man kan worden opgevoerd. De factor kapitaalgoederen moet t.o.v. de factor arbeid vergroot worden. Aangaande de aanstaande huurver hoging achtte de heer Twijnstra het verbijsterend, dat er plannen schijnen te bestaan om van hetgeen aan de hui zenbezitters rechtmatig toekomt weer een deel weg te nemen via een egali satiefonds. De economische mededinging en de economische samenwerking van onder- Overtuigd van de dringende noodzaak dat Maastricht over voldoende sport terreinen en recreatiegebieden moet kunnen beschikken, heeft het college van B. en W. besloten een plan voor een groot recreatieoord te laten ontwer pen. Op de komende raadsvergadering van 2 November zullen de raadsleden van Maastricht hierover van gedachten kunnen wisselen. Met de uitvoering van het plan zal een bedrag van 3.540.500 gulden gemoeid zijn. In de buurt van het door Maastricht aangekochte kasteel Geusselt, gelegen bü de grote woonwijken Wittevrouwen- veld, Limmel, Nazareth en Wijkerveld, zal het recreatieoord worden aangelegd. Zowel voor actieve als passieve recrea tie zal het te stichten oord worden ge schikt gemaakt. Voor de actieve recrea tie bevat het recreatieoord o.m. twee wedstrijdterrein en,zes voetbal-, zes vol leyball- en twee hockeyvelden alsmede twee terreinen voor schoolsport met twee volleyvelden, negen tennisbanen annex een centre-court en vijvers die 's winters de mogelijkheid tot ijssport bieden. Voorts zijn in het plan wandel- Paden, speelweiden en kinderspeelplaat sen opgenomen ter bevrediging van de behoefte aan passieve recreatie. De uitvoering, van dit Maastrichtse recreatieoord zal twee en een half jaar Vergen. Op Zaterdag 30 October a.s. des na middags te drie uur zullen in de aula van de R.K. Universiteit te Nijmegen de hoogleraren prof. dr. R. R. Post en prof. dr. L. J. Rogier, die onlangs hun zestigste verjaardag vierden, in een korte plechtigheid gehuldigd worden. Het initiatief hiertoe is uitgegaan van «de Nijmeegse Historische Studenten Kring ,,Dr. Huijbers". Aan prof. Post zal worden aangeboden een speciaal nummer van „Studia Catholica", dat artikelen bevat van zijn leerlingen, en aan prof. Rogier een verzameling van historische studies van zijn hand onder de titel „Beschouwing en Onderzoek", welke op initiatief van de Nijmeegse Historische Studenten Kring door Het Spectrum is uitgegeven. In het voor woord tot deze bundel zegt prof. van Duinkerken van de schrijver o.a. „Hoe wel hij een scherplijnig portrettist kan zijn, die in enkele trekken een figuur tot leven brengt, vaak met een ge voelige humor, waarbij hij zich zorgvul dig voor bitter sarcasme behoedt, zoekt hij zijn kracht minder in de uitbeelding van de losse mens, dan in diens plaats bepaling tussen zijn omgeving". De bij eenkomst op Zaterdag 30 October a.s. Is voor alle belangstellenden toeganke lijk. De H. Stoel heeft als lid van de al gemene raad van de Internationale Ka tholieke Migratie-commissie benoemd voor een periode van twee jaren, dr. W. L. P. M. de Kort, lid van de Twee de Kamer, bestuurslid der Katholieke Centrale Emigratie Stichting en secre taris-generaal van het onlangs te Bre da gehouden Internationaal Katholiek Migrat'e-congres. nemers noemde de inleider het meest actuele vraagstuk van onze tijd. Een van de belangrijke oorzaken van de kartelvorming is het feit, dat het loon niveau der arbeiders tot een starre kostenfactor is geworden tengevolge van de groeiende politieke macht van de werknemers. Niet alle mededingingsregelingen tus- bij de ondernemer, terwijl de overheid correctief moet kunnen optreden. Sprekende over de recente loonsver hoging herinnerde de heer Twijnstra er aan, dat in een jaar tijds het ar beidsloon met rond 15 pCt gestegen is. Men kan er zich alleen dan in verheu gen, dat de arbeidende bevolking langs de weg van deze stijging zich een gro ter deel van het nationale inkomen zal zien toevloeien, indien een aanzienlijk deel van dit bedrag door een stij ging van de productiviteit van de be drijven kan worden opgebracht. De toekomst zal moeten leren of dit het geval zal zijn. Met voldoening constateerde spreker het besluit der Benelux-regeringen om in de nabije toekomst gemeenschappe lijke handelsaccoorden met derde lan den af te sluiten. Teneinde de wensen sen ondernemers moeten verboden wor den, maar zij moeten ook weer niet alle aanvaard worden. Men moet hier relatief te werk gaan en deze regelin gen eerst op hun aanvaardbaarheid be- ordelen, waarbjj het algemeen be lang als richtsnoer moet dienen. Bij iedere concentratie van economische macht dient het handhaven van een „evenwichtige mededinging" in het oog te worden gehouden. De verantwoorde lijkheid ligt hier in de eerste plaats op handelspolitiek gebied voor het in dustriële bedrijfsleven zo goed moge lijk te coördineren weid op de laatste conferentie van de centrale industrie verbonden uit de Benelux-landen be sloten een gemeenschappelijke commis sie in het leven te roepen, welke te vens een gemeenschappelijke gedrags lijn ten aanzien van de handelspolitiek der drie landen zal kunnen uitstippelen. Vermoedelijk zal deze commissie spoe dig haar werkzaamheden aanvangen. In een rede op de algemene leden vergadering van het Verbond van Ne derlandsche Werkgevers te Middelburg heeft prof. dr. J. Tinbergen o.m. ge zegd, dat het Nederlandse bctalingsba- lansoverschot zijn nuttige functie be gint te verliezen. Een afremming van dit overschot is derhalve gewenst, merkwaardigerwijs is dit echter niet eenvoudig. Als zijn persoonlijke mening over de concrete vooruitzichten voor de Ne derlandse economie gaf prof. Tinber gen, die niet vooruit wilde lopen op het oordeel, dat de Centrale Plancom missie op 22 October a.s. over 1955 zal geven, te kennen, dat de toestand zich niet sterk zal wijzigen. Hij ver wacht voortzetting van het overschot op de betalingsbalans en enige geringe verruiming op de arbeidsmarkt. Voorzover zich laat voorzien is de neiging -van de conjunctuur in de par ticuliere sectoren in het buitenland niet sterk depressief. Van veel belang noemde spreker het feit, dat het op treden van een diepe depressie niet meer als iets onvermijdelijks wordt be schouwd, zij kan worden bestreden door overheidsmaatregelen van tijdelijke aard, mits deze bü het bedrijfsleven begrip ontmoeten. Wat betreft de jong ste loonsverhoging deze zal op korte termijn het betalingsbalanssaldo weinig verminderen, want vermindering van de export zal slechts gering zijn, ter wijl ook de invoer zal verminderen. Zij zal eveneens de werkgelegenheid op korte termijn niet sterk beïnvloeden. Op iets langere termijn d.w.z. een jaar of twee later zal de invloed op de export vermoedelijk wat groter zijn, waardoor ook de invloed op de werk gelegenheid zich in ongunstige zin zal doen voelen. Tegen de tijd dat het zo ver is, kan door maatregelen als be lastingverlaging een tegenkracht wor den opgeroepen, daarom is het goed het tijdstip hiervoor met zorg te kiezen. Zelfs revaluatie zou op korte ter mijn het betalingsbalanssaldo waar schijnlijk nog doen toenemen. In gul dens uitgedrukt zal de invoer dalen, terwijl de uitvoer vermoedelijk min der sterk zal dalen. Slechts op lan gere termijn zou een revaluatie in andere zin kunnen werken. Als ik in ons land het buitengewone herstel, de economische en sociale om standigheden zie, kan ik niet zeggen, dat de industrie, dat Nederland zo on der de defensielast gebukt gaat. Zeker, .orjH een groot bedrag aan de de- besteed. Maar als daardoor de K wordt voorkomen, is het toch ?„i,,?,,.W-aar<'' Er wordt in allerlei be schouwingen gewezen op de toenemende defensie- asten, maar is dit nu wel reeel. Aldus vroeg minister Staf Don derdagavond in een via een geluidsfilm Ned«?and^e We^kgever's Verb°nd Ik wil helemaal niet ontkennen, al dus gmg de minister voort, dat aan de defensiegeleden betere bestemmin gen zouden kunnen worden gegeven mits we leefden in een wereld van vre de. Nu we leven in deze gespannen we reld, zijn de gelden voor de defen sie noodzakelijk, absoluut noodzakelijk Een groot deel van deze gelden komt direct of indirect Qnze eigen nationale Volkshuishouding tèn goede. Spr. kan de defensieve spanning geen zware en «eker niet een te zware financiële last vinden. Wel ziet hij de werkelijke last voor onze defensie-inspanning in de om standigheid, dat wij in deze periode van full employment onze jongens ander half jaar en langer onder de wapenen moeten roepen. Zeer velen worden beter van hun ver blijf in de militaire dienst. Bij dit beter worden denkt spr. zowel aan karakter vorming als aan het verwerven van ook in het civiele leven nuttige kennis en ervaring. Van dit beter worden van on ze jonge mensen in hun militaire dienst tijd profiteert direct of indirect ook on ze industrie. Er is echter nog een nauwere rela tie van de Nederlandse werkgever, van de Nederlandse industrie met de mi nister van Oorlog en van Marine. Ik mag, aldus spr., zeggen, dat ik een van uw grootste klanten, zo niet dé groot ste ben. Als wij maar enigszins kunnen, plaatsen wij onze orders in eigen land. In de laatste jaren werd van de de fensie-orders slechts 10 pet rechtstreeks in het buitenland geplaatst, ter wijl daarnaast slechts 5 pet bij impor teurs werd ondergebracht." Minister Staf merkte tenslotte op, dat de Nederlandse industrie soms wel in gebreke is gebleven om een order in ons land te houden. Hij zag daarvoor twee oorzaken: het ontbreken var; ini tiatief bü de ontwikkeling van nieuwe militaire goederen en te hoge prijzen. Tenslotte merkt prof. Tinbergen op dat het inkomen per hoofd van de be volking in Nederland nog laag is, het geen reeds een aanwüzing is, dat er voor verdere verhoging van de produc tiviteit, nog aanleiding genoeg is. De fundamentele functie van de or ganisatie van de productie blijft zeer belangrijk. Het is slechts door verdere groei der productie, dat een aantal vraagstukken (woningnood, vergeten groepen, uitbreiding onderwijs, Delta plan) kunnen worden opgelost. De taak van de Overheid hierbij is de zorg voor een evenwichtige ontwikkeling en een harmonische verdeling van de druk. On derling begrip is daarbij van het groot ste belang. Twee gevallen van belastingontdui king werden Donderdag voor de Bre dase rechtbank behandeld; tegen de twee verdachten, een tandarts en een kinderarts, eiste de officier resp. twee en drie maanden gevangenisstraf. De tandarts W. L. uit Breda had in de periode 19461953 39.100.inko men verzwegen en daardoor 17.916. belasting ontdoken. De wisselende be dragen door de verdachte opgegeven hadden argwaan gewekt bij de fiscale opsporingsdienst; bij het eerste verhoor had de arts direct bekend. Bij het on derzoek was hij zeer behulpzaam ge weest. Als reden voor zijn handelwijze gaf hij op de financiële nood, waarin hij verkeerde, ondanks een inkomen dat varieerde van 12.000.tot 17.000.Zijn drie zoons wilde hij laten studeren, hoewel dit eigenlijk niet betaald kon worden. Het pleidooi van de raadsman, mr. Pels Rijcken, wierp een triest licht op de financiële moeilijkheden van de arts. Volgens pleiter had de verdachte uit barre nood gehandeld. Hij drong aan op een geldboete. Ook twee boekhouders, die de onjuiste aangiften van de tandarts hadden on dertekend, moesten terecht staan. Tegen hen eiste de officier resp. 400.en 200.boete. De kinderarts J. S. uit Breda had in de jaren 19461952 ongeveer 54.000. aan inkomen verzwegen; dit veroor zaakte een belastingontduiking van ruim dertigduizend gulden. In zijn boeken had de arts alle verzwegen bedragen ge merkt met de letter F van fraude. Hij had zo veel verzwegen als hij nodig had om verzekeringspremies, in totaal 9000.per jaar, te voldoen. „Ik achtte mij tegenover mijn gezin verplicht re delijke levens- en pensioenverzekerin gen te sluiten", aldus de arts, „wat de Staat aan duizenden andere staatsbur gers wel toestaat, wordt aan ons, die een vrij beroep uitoefenen, onthou den". De officier wilde de praktijk van de verdachte niet in gevaar brengen door een al te lange gevangenisstraf, maar achtte een strenge straf, ook uit het oogpunt van preventie, noodzakelijk. De eis werd drie maanden. De verdediger ging aan de hand van de feiten na hoe zijn cliënt slachtoffer was geworden van de zware belasting druk op de hoge inkomens. De ver zekeringsbedragen zijn niet groot, de arts zal met 65 jaar slechts een pen sioen van 5000.krijgen. Pleiter vroeg een symbolische straf. Uitspraak 4 November. Drs. A. Quaedvlieg, secretaris van de Raad voor Economische Aangele genheden, zal deze functie, in verband met het aanvaarden van een taak bij het directoraat-generaal voor de Mid denstand, neerleggen. In een vergade ring van de Raad voor Economische Aangelegenheden heeft de minister-pre sident met hartelijke woorden de heer Quaedvlieg dank gezegd voor het vele werk, dat hij als secretaris van deze raad verricht heeft. De secretaris van de ministerraad, drs. J. Middelburg, zal in den vervolge tevens optreden als secretaris van de Raad voor Economi sche Aangelegenheden. Advertentie SAU Dê COLOGNE De pittige geur van het Troika Parfum verenigd met de verfris sende kracht van 4711 Eau de Co logne - een bijzondere combinatie met een eigen sportief karakter. Het Indonesische kabinet heeft Don derdagavond, na een bijeenkomst van 214 uur, besloten, de in de verklaring van de P. I. R. van 17 October ver vatte eis tot aftreden vóór 25 October af te wijzen. Donderdagavond heeft ook de par tijraad van de P. I. R. een bijeenkomst beëindigd, die 614 uur heeft geduurd. In deze bijeenkomst is het besluit ge nomen, dat de verklaring van 17 Oc tober zal worden gehandhaafd. Na af loop der bijeenkomst deelde dg heer Sjamsuddin Makmur aan de pers mede, dat het besluit van de partijraad van 17 October geldig is. De PJ.R. heeft vandaag vergaderd om het het ultimatum van Zondag nog eens onder de loupe te nemen. De groep Wongsonegoro probeerde het ingetrok ken te krijgen, maar Tadjuddin en zijn aanhang wilden daar niet van weten. De gemoederen raakten verhit en Wong sonegoro, algemeen voorzitter van de P.I.R., verdaagde de zitting. Vervolgens vergaderden Wongsone goro en 23 andere leden van de execu tieve commisie van de PIR apart. Zij be sloten een afzonderlijke partij te stich ten. In deze nieuwe partij zit minister van Verbindingen Rosseno. De andere 21 leden van de executieve raad bleven onder leiding van Tadjud din Noor. Deze beweert dat zijn groep 19 van de 22 stemmen, die de P.I.R. in het parlement heeft, beheerst De mi nister van Binnenlandse Zaken, Haza- rin, behoort tot deze groep. Vanmiddag kwam het kabinet samen om de resultaten van de vergadering van de P.I.R. te vernemen. Men meent dat Hazarin uit het kabinet zal treden, conform het oorspronkelijk ultimatum van de P.I.R. Wongsonegoro en Ro- senno zullen in het kabinet blijven. DJAKARTA, October. De interne moeilijkheden van het Indonesische leger zijn nog steeds niet overwonnen. Een aantal recente berichten heeft integendeel bewezen, dat zich nog steeds nieuwe complicaties voordoen. Het eerste bericht waarop wij doelen was de verklaring van de Indonesische procureur-generaal, Soeparto, dat het vooronderzoek in de zogenaamde „17 October-affaire"' vrijwel gereed is en dat de stukken thans aan het landgerecht zullen worden overgegeven, zodat tot berechting van de beschuldigden zal kunnen worden overgegaan. Wie deze beschuldigden zijn, wilde de procureur-generaal niet zeggen. Vol gens het oppositieblad „Indonesia Raya" bestaat hierover echter een verschil van mening tussen de Indonesische regering en de procureur-generaal. De procureur-generaal wil een groter aantal personen doen vervolgen dan de regering. Het tweede bericht is de afzetting van de Indonesische chef-staf van het leger, generaal-majoor Simatupang. Het derde bericht betreft het bezoek van drie kolonels aan Soekarno, die van hem o.m. de afzetting van de huidige chef-staf van de landmacht, kolonel Bambang Sugeng, eisten. De president zou daarop aan kolonel Bambang Sugeng de post van militair attaché in New-Delhi aangeboden hebben, welke deze geweigerd zou hebben. „m V ift» v,v 9 4 In de loop van de volgende maand zullen in Rome de beide Italianen Placido Ricardi en Assunta Pallotta, alsmede de Fransman Martin Moye zalig worden verklaard. Dezer dagen hebben de hoogwaardigheidsbekleders, die het zaligver klaringsproces hebben voorbereid, in tegenwoordigheid van Z. H. de Paus de beatificatie bepleit, tijdens een consistoriële bijeenkomst van het Hof. In een goed gevulde aula, waarin een groot aantal hoogleraren had plaats genomen, en ingeleid door de rector-magnificus van de Nijmeegse Universiteit prof. dr. L. J. Rogier, die zijn collega van de Vrije Universiteit hartelijk wel kom heette èn om de banden, die beide universiteiten binden èn om diens persoonlijke deskundigheid, sprak gisteravond in het kader der Augustinus- dagen prof. dr. A. Sizoo over „Augustinus en de cultuur van zijn tijd". Hoewel een cultuur geen scherp gemarkeerde grenzen vertoont en eerder als de uitlopers van een bergmassief vervloeit in het landschap van de tijd, meende prof. Sizoo Augustinus' tijd te mogen kenschetsen als de tijd van de laat-antieke cultuur. De wereld van het Romeinse Rijk begon oud te worden en de gedachte, dat men de dood van deze cultuur naderde, werd sterk be leefd. De godsdienst verwordt tot mythische culten met sterke excessen, de wetenschap kwijnt weg door atrophie, de poëzie is opgeschroefd en het proza getuigt van weinig oorspronkelijkheid; alleen de rhetorica neemt een over wegende plaats in; de cultuur van deze tijd wordt terecht getypeerd als een „culture oratoire". Door deze rhetorica waren ook Ambrosius, Hiëronimus en Augustinus gevormd. Deze cultuur had een volkomen hei dens karakter, uiterRjk en innerlijk, de straten en pleinen waren nog versierd met de heidense godenbeelden, gladia- torenspelen vonden nog overal plaats, en in de scholen berustte het gehele onderwas nog op de oude heidense schrijvers. Zo werd de denkwereld der christenen gestoffeerd met heidense be grippen. Weliswaar werd vanaf Tertulli- anus deze vorming als een principiële inconsequentie gevoeld; sommigen stel den zich tevreden met een schijnbare afwüzing, anderen kozen een onver bloemde aanvaarding. Hoe stond Augustinus daar tegenover? Hoewel hü aanvankelijk het heidendom afwijst dit heeft hij te danken aan zijn moeder Monica aanvaardde hü ook na zijn bekering heel de „culture ora toire" van zijn tq'd zonder bedenking. Een duidelqke ommekeer is pas merk baar nadat hü zich gedurende zün „re traite" te Tagaste heeft kunnen bezin nen op de consequenties van zijn chris tendom en hü in de eerste jaren van zijn presbyteraat zich dwingt aan zqn priesters een principieel verantwoorde leiding te geven. Zün systematische uiteenzetting „De Doctrina Christiana", in 397 be gonnen en dertig jaar later weer op genomen en in dezelfde lijn voltooid, werd hoewel in zün tijd niet als geruchtmakende publicatie be schouwd zqn christelüke eindaf rekening met de heidense cultuur. Het was een handleiding voor onderwijs en prediking, geschreven voor de practijk, maar zü fundeert de theo rie. Zün eindafrekening is geen vol komen verwerping, noch een critiek- loze aanvaarding, maar een selectie en een purificatie naar de inzichten der waarheid Gods, geïncarneerd in Christus Aldus verwerpt hij alles wat samen hangt met de heidense religie, als het werk van mensen en demonen; andere menselüke instellingen echter als kle ding, muntstelsel, stenografie en letter schrift, zijn doelmatig en mogen door de christenen worden aanvaard. Ten aanzien echter van de literatuur en de plastische kunst wil hij zijn christenen behoeden voor de gevaren van een te grote weelde, die afleidt van God. De wetenschappen aanvaardt hü slechts voorziver dienstig bij de uitleg van de H. Schrift en voor de philosophie en de artes liberates neemt hij als richt- lün een vergelüking van Origenes. Zo als de Israëlieten bij de uittocht uit Egypte het goud en zilver der Egypte- naren meenamen om daarvan voorwer pen te maken voor de dienst van hun God, zo moeten de christenen uit de schatten der heidense cultuur, die ze ker elementen van waarde bevat, door God geschonken, datgene puren wat het stempel der waarheid draagt. Zijn utilitarisme heeft Augustinus afge houden van de christelijke kunst; tot beschouwingen van de kunst om haar- zelfs wille komt hij niet; maar hü heeft de artes liberales principieel niet ver worpen en daarmee haar voortbestaan veilig gelaten; een grondige sanering ervan in christelijke geest oordeelt hü echter absoluut noodzakelijk. Aldus betekent Augustinus' visie een veroordeling var. de extremistische op vatting van de oude oerchristelüke tüd. Deze cultuurbeschouwing van Augusti nus markeert een overgang. Lang heeft het geduurd eer de christelijke cultuur haar vaste vormen heeft aangenomen, maar Augustinus' denkbeelden hebben daarop een onmiskenbare invloed uit geoefend. Met zqn „De Doctrina Chris tiana" heeft hü de poort der middel eeuwen geopend. Indien wü de achtergronden van de moeilükheden in het Indonesische leger willen belichten, moeten wü te ruggaan tot 1952. De belangrükste per sonen waren daarbij anderen dan thans. Alleen de opperbevelhebber was dezelf de: president Soekarno. Onder hem res sorteerde de chef-staf van het leger, generaal-majoor Simatupang, dezelfde die thans van zün functie ontheven is. Onder deze kwamen de chef-stafs van landmacht, luchtmacht en zeemacht. Die van de landmacht was kolonel Na- sution. (Op de zee- en luchtmacht zul len wü in het kader van dit artikel niet verder ingaan. Onder kolonel Na- sution kwamen zeven territoriale com mandanten. Op zekere dag in 1952 nu kwam er bü het Indonesische parlement een schrüven binnen van kolonel Bambang Supeno, waarin deze bepaalde „mis standen" in het leger openbaarde. Voor dit zich rechtstreeks wenden tot het parlement werd Bambang Supeno dis ciplinair gestraft, doch het parlement nam zün aanklachten wel in behande ling. Na rumoerige debatten werd een motie aangenomen, waarin „reorgani saties" in t leger werden geëist. Deze reorganisaties werden niet nader om schreven, doch algemeen bekend was dat het hier ging om een ontheffing uit hun functies van de secretaris-ge neraal van het ministerie van Defen sie, mr. Ali Budiardjo, de chef-staf van het leger, generaal-majoor Sima tupang, en de chef-staf van de land macht, Kolonel Nasution. Zü werden beschouwd als de PSI, de partü van Sjahrir, te welgezind. De 17 October-affaire Toen kwam 17 October 1952. Wat er die dag gebeurd is, is tot op heden nog niet precies bekend. Vast staat echter, dat grote troepen lieden door Djakarta trokken met spandoeken en borden, waarop de ontbinding van het niet door verkiezingen gevormde parlement en het houden van verkie zingen geëist werden. Een groep van deze mensen bestormde het parle mentsgebouw en sloeg er de boel kort en klein. Een grote menigte van deze demonstranten verzamelde zich voor het paleis, waar Soekarno hen toesprak en hun op zeer korte ter mijn de verlangde verkiezingen be loofde. Onderwijl was ook het leger in Djakarta in actie. Kanonnen ston den in de stad opgesteld met de mon dingen gericht op het parlementsge bouw en het paleis van Soekarno. Ook bleken ineens alle territoriale commandanten uit geheel Indonesië, uit Medan, Palembang, Pontianak, Makas sar, Surabaja, Semarang en Bandung, zich in Djakarta te bevinden. Later werd bekend dat deze zeven comman danten, tezamen met kolonel Nasution en andere officieren van de generale staf, die dag president Soekarno hebben opgezocht om hem dezelfde eisen te stellen als de demonstranten stelden. Deze groep had op dat ogenblik ken nelijk de macht in handen. Verschil lende kranten werden verboden. Het telegraafverkeer met het buitenland werd lamgelegd. Djakarta vertoonde alle tekenen van een staatsgreep. In hoeverre de betrokken officieren daar- bü gedekt werden door de toenmalige minister van Defensie, sultan Hameng- ku Buwono IX, en door de chef-staf van het leger, generaal Simatupang, is nim mer bekend geworden. Inmiddels echter zond president Soe karno, als wij tenminste de lezing die bladen als „Indonesia Raya", „Pedo- man" en „Sumber" van het gebeurde geloven mogen, koeriers naar' de ver- 'schillende territoria. Als gevolg hier van vonden in Makassar, Surabaja en Palembang gebeurtenissen plaats, waar- bü ondercommandanten hun territoria le commandanten afzetten en verklaar den „zich achter de president te stel len". Later ging de regering over tot ver vanging van mr. Ali Budiardjo, kolo nel Nasution en verschillende andere officieren van de generale staf. Gene raal-majoor Simatupang bleef tot voor kort gehandhaafd, doch thans is ook hü uit zqn functie gezet. 'De chefs staf van landmacht, zeemacht en lucht macht zullen in het vervolg bü toer beurt de functie van chef-staf van het leger vervullen, zo werd van offi ciële züde verklaard. Dit is dan wat men gemeenlijk de „17 October-affaire" noemt. Volgen t blad Indonesia Raya is naar aanlei ding daarvan thans dus een geschil gerezen tussen de procureur-generaal en de regering. Volgens dit blad wil de regering alleen degenen vervolgen, die op 17 October 1952 deelnamen aan de „staatsgreep of wat het dan ook 'geweest mag zün. De procureur-gene raal wil echter ook de ondergeschikte officieren vervolgen, die hun territoria le commandanten afzetten en daarmede de militaire discipline overtraden. Inmiddels is met het ruim een jaar geleden aan het bewind komen van de regering van Ali Sastroamidjojo een nieuwe verwikkeling opgetreden. In de regering daarvoor, die van mr. Wilopo, was de sultan van Djokja minister van Defensie. Deze trad echter af. toen de regering besloot de ondergeschikte of ficieren die hun territoriale comman danten hadden afgezet, op hun aldus veroverde posten te handhaven. In de huidige regering is mr. Iwa Kusumasu- mantri, iemand die bekend staat als het communisme niet onvriendehjk ge zind, minister van Defensie. Eén van de belangrükste door hem benoemde functionarissen, kolonel Zulkifli Lubis, de vice-chef-staf van de landmacht, heeft eveneens de naam van het com munisme welgezind te zün. Moskou of Washington Was het dus zo, dat de groep die twee jaar geleden de leiding van het Indonesische leger in handen had be schuldigd kon worden te veel te sympa- tiseren met de socialistische partü van Sjahrir, de groep die thans de leiding heeft sympathiseert eerder met Moskon dan zoals Sjahrir's groep verweten wordt met Washington. Inmiddels is het nog steeds zo, dat het Indonesische leger verdeeld is in twee partüen: de groep die voor „17 October" is, en de groep die ertegen is. Sinds twee jaar geleden is de laatst genoemde groep sterker geworden, doch in verschillende territoria heeft men de oude commandanten (dezelfde die op 17 October 1952 president Soekarno opzochten) nog niet durven afzetten om dat hun invloed in de streek waar zü geplaatst zün te groot is. Tussen deze twee groepen in staat de huidige chef staf van de landmacht, generaal-majoor Bambang Sugeng, die het zorgvuldig vermijdt partü te kiezen, doch die zo- ker geen communist is. Thans hebben dus drie kolonels, da- zelfde kolonel Bambang Supeno die in 1952 de rel in het parlement veroor zaakte, kolonel Zulkifli Lubis en nog een kolonel van de generale staf zjjn ontslag geëist. Volgens het blad „Sum ber" wil Zulkifli Lubis zelf zqn functie hebben. President Soekarno zou aan deze eis tegemoet gekomen zün door Bambang Sugeng de functie van mi litair attaché in New Delhi aan te bie den, dezelfde functie waar Bambang Sugeng vroeger in een moedeloze bui wel eens om gevraagd heeft. Thans echter heeft hü deze geweigerd. En de spanningen in het Indonesische leger duren voort. De voorzitter van de Koninklijke Ne derlandse Middenstandsbond, de heer L. de Groot, is benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Dit heeft de staatssecretaris van Economi sche Zaken, dr. G. Veldkamp. Donder dag medegedeeld op een bijeenkomst te Rotterdam, waarop deze „grand old man" van de middenstand, die reeds sinds 1938 voorzïter is van de Kon. Ned. Middenstandsbond, ter gelegenheid van zün tachtigste verjaardag werd ge huldigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 5