Export levert bijna de helft
van ons nationale inkomen
Overheidsingrijpen
overeenkomsten moet
inzake ondernemers-
slechts correctief zijn
Overschot op betalingsbalans
dient te worden afgeremd
Groot deel def
komt ten
goede
ensie-uitgaven
aan ons land
JA
A
Nog steeds interne moeilijkheden in
het Indonesische leger
Prof. dr. A. Sizoo spreekt in Nijmegen
„Augustinus en de cultuur van zijn
r
Kwetsbaar punt in onze economie
Plan voor groot
recreatieoord
85 pet. van orders
in Nederland
Tandarts en arts
voor rechtbank
6au c/e Co/ogne
Kabinet en P.I.R.
onverzoenlijk
De groep die thans de leiding heeft
sympathiseert met Moskou
Verbond van Nederlandsche Werkgevers
vergadert in Middelburg
J
V.
Prof. dr. J. Tinbergen:
MIN. STAF TOT DE WERKGEVERS
Belastingontduiking
Bambang Sugeng wil
niet aftreden
VRIJDAG 22 OCTOBER 1954
PAGINA 5
Te Maastricht
Kosten 2% millioen
NIJMEGEN HULDIGT
TWEE HOOGLERAREN
Prof. Post en prof. Rogier
DRS, A. QUAEDVLIEG
Naar dir.-gen. voor de
middenstand
TROIKA
In originele flacons van f 2.25 tot f 12.50
Splitsing in de P.I.R.
L. de Groot ridder
Ned. Leeuw
In een rede ter gelegenheid van de Algemene Ledenvergadering van het
Verbond van Nederlandsche Werkgevers te Middelburg wees de voorzitter,
de heer T. J. Twijnstra, op de gunstige economische omstandigheden, waarin
ons land verkeert, die men nu zelfs als een vanzelfsprekendheid gaat be
schouwen. Het kwetsbare punt is het feit, dat het exportvolume ten naaste bij
de helft van het nationale inkomen uitmaakt. Eventuele restrictieve maat
regelen in het buitenland zouden gevaar kunnen opleveren.
Ten aanzien van de conjunctuurbeheersing zou het kortzichtig zijn het
oog te sluiten voor de moeilijkheden om in alle omstandigheden de inter
nationale samenwerking tot stand te brengen, die noodzakelijk is.
De oplossing voor het probleem van
het tekort aan arbeidskrachten zag spre
ker in de verbetering van de technische
apparatuur, waardoor de productie per
man kan worden opgevoerd. De factor
kapitaalgoederen moet t.o.v. de factor
arbeid vergroot worden.
Aangaande de aanstaande huurver
hoging achtte de heer Twijnstra het
verbijsterend, dat er plannen schijnen
te bestaan om van hetgeen aan de hui
zenbezitters rechtmatig toekomt weer
een deel weg te nemen via een egali
satiefonds.
De economische mededinging en de
economische samenwerking van onder-
Overtuigd van de dringende noodzaak
dat Maastricht over voldoende sport
terreinen en recreatiegebieden moet
kunnen beschikken, heeft het college
van B. en W. besloten een plan voor
een groot recreatieoord te laten ontwer
pen. Op de komende raadsvergadering
van 2 November zullen de raadsleden
van Maastricht hierover van gedachten
kunnen wisselen. Met de uitvoering van
het plan zal een bedrag van 3.540.500
gulden gemoeid zijn.
In de buurt van het door Maastricht
aangekochte kasteel Geusselt, gelegen
bü de grote woonwijken Wittevrouwen-
veld, Limmel, Nazareth en Wijkerveld,
zal het recreatieoord worden aangelegd.
Zowel voor actieve als passieve recrea
tie zal het te stichten oord worden ge
schikt gemaakt. Voor de actieve recrea
tie bevat het recreatieoord o.m. twee
wedstrijdterrein en,zes voetbal-, zes vol
leyball- en twee hockeyvelden alsmede
twee terreinen voor schoolsport met
twee volleyvelden, negen tennisbanen
annex een centre-court en vijvers die
's winters de mogelijkheid tot ijssport
bieden. Voorts zijn in het plan wandel-
Paden, speelweiden en kinderspeelplaat
sen opgenomen ter bevrediging van de
behoefte aan passieve recreatie.
De uitvoering, van dit Maastrichtse
recreatieoord zal twee en een half jaar
Vergen.
Op Zaterdag 30 October a.s. des na
middags te drie uur zullen in de aula
van de R.K. Universiteit te Nijmegen
de hoogleraren prof. dr. R. R. Post en
prof. dr. L. J. Rogier, die onlangs hun
zestigste verjaardag vierden, in een
korte plechtigheid gehuldigd worden.
Het initiatief hiertoe is uitgegaan van
«de Nijmeegse Historische Studenten
Kring ,,Dr. Huijbers". Aan prof. Post
zal worden aangeboden een speciaal
nummer van „Studia Catholica", dat
artikelen bevat van zijn leerlingen, en
aan prof. Rogier een verzameling van
historische studies van zijn hand onder
de titel „Beschouwing en Onderzoek",
welke op initiatief van de Nijmeegse
Historische Studenten Kring door Het
Spectrum is uitgegeven. In het voor
woord tot deze bundel zegt prof. van
Duinkerken van de schrijver o.a. „Hoe
wel hij een scherplijnig portrettist kan
zijn, die in enkele trekken een figuur
tot leven brengt, vaak met een ge
voelige humor, waarbij hij zich zorgvul
dig voor bitter sarcasme behoedt, zoekt
hij zijn kracht minder in de uitbeelding
van de losse mens, dan in diens plaats
bepaling tussen zijn omgeving". De bij
eenkomst op Zaterdag 30 October a.s.
Is voor alle belangstellenden toeganke
lijk.
De H. Stoel heeft als lid van de al
gemene raad van de Internationale Ka
tholieke Migratie-commissie benoemd
voor een periode van twee jaren, dr.
W. L. P. M. de Kort, lid van de Twee
de Kamer, bestuurslid der Katholieke
Centrale Emigratie Stichting en secre
taris-generaal van het onlangs te Bre
da gehouden Internationaal Katholiek
Migrat'e-congres.
nemers noemde de inleider het meest
actuele vraagstuk van onze tijd. Een
van de belangrijke oorzaken van de
kartelvorming is het feit, dat het loon
niveau der arbeiders tot een starre
kostenfactor is geworden tengevolge
van de groeiende politieke macht van
de werknemers.
Niet alle mededingingsregelingen tus-
bij de ondernemer, terwijl de overheid
correctief moet kunnen optreden.
Sprekende over de recente loonsver
hoging herinnerde de heer Twijnstra
er aan, dat in een jaar tijds het ar
beidsloon met rond 15 pCt gestegen is.
Men kan er zich alleen dan in verheu
gen, dat de arbeidende bevolking langs
de weg van deze stijging zich een gro
ter deel van het nationale inkomen zal
zien toevloeien, indien een aanzienlijk
deel van dit bedrag door een stij
ging van de productiviteit van de be
drijven kan worden opgebracht. De
toekomst zal moeten leren of dit het
geval zal zijn.
Met voldoening constateerde spreker
het besluit der Benelux-regeringen om
in de nabije toekomst gemeenschappe
lijke handelsaccoorden met derde lan
den af te sluiten. Teneinde de wensen
sen ondernemers moeten verboden wor
den, maar zij moeten ook weer niet
alle aanvaard worden. Men moet hier
relatief te werk gaan en deze regelin
gen eerst op hun aanvaardbaarheid be-
ordelen, waarbjj het algemeen be
lang als richtsnoer moet dienen. Bij
iedere concentratie van economische
macht dient het handhaven van een
„evenwichtige mededinging" in het oog
te worden gehouden. De verantwoorde
lijkheid ligt hier in de eerste plaats
op handelspolitiek gebied voor het in
dustriële bedrijfsleven zo goed moge
lijk te coördineren weid op de laatste
conferentie van de centrale industrie
verbonden uit de Benelux-landen be
sloten een gemeenschappelijke commis
sie in het leven te roepen, welke te
vens een gemeenschappelijke gedrags
lijn ten aanzien van de handelspolitiek
der drie landen zal kunnen uitstippelen.
Vermoedelijk zal deze commissie spoe
dig haar werkzaamheden aanvangen.
In een rede op de algemene leden
vergadering van het Verbond van Ne
derlandsche Werkgevers te Middelburg
heeft prof. dr. J. Tinbergen o.m. ge
zegd, dat het Nederlandse bctalingsba-
lansoverschot zijn nuttige functie be
gint te verliezen. Een afremming van
dit overschot is derhalve gewenst,
merkwaardigerwijs is dit echter niet
eenvoudig.
Als zijn persoonlijke mening over de
concrete vooruitzichten voor de Ne
derlandse economie gaf prof. Tinber
gen, die niet vooruit wilde lopen op
het oordeel, dat de Centrale Plancom
missie op 22 October a.s. over 1955
zal geven, te kennen, dat de toestand
zich niet sterk zal wijzigen. Hij ver
wacht voortzetting van het overschot
op de betalingsbalans en enige geringe
verruiming op de arbeidsmarkt.
Voorzover zich laat voorzien is de
neiging -van de conjunctuur in de par
ticuliere sectoren in het buitenland
niet sterk depressief. Van veel belang
noemde spreker het feit, dat het op
treden van een diepe depressie niet
meer als iets onvermijdelijks wordt be
schouwd, zij kan worden bestreden door
overheidsmaatregelen van tijdelijke
aard, mits deze bü het bedrijfsleven
begrip ontmoeten. Wat betreft de jong
ste loonsverhoging deze zal op korte
termijn het betalingsbalanssaldo weinig
verminderen, want vermindering van
de export zal slechts gering zijn, ter
wijl ook de invoer zal verminderen. Zij
zal eveneens de werkgelegenheid op
korte termijn niet sterk beïnvloeden.
Op iets langere termijn d.w.z. een
jaar of twee later zal de invloed op de
export vermoedelijk wat groter zijn,
waardoor ook de invloed op de werk
gelegenheid zich in ongunstige zin zal
doen voelen. Tegen de tijd dat het zo
ver is, kan door maatregelen als be
lastingverlaging een tegenkracht wor
den opgeroepen, daarom is het goed
het tijdstip hiervoor met zorg te kiezen.
Zelfs revaluatie zou op korte ter
mijn het betalingsbalanssaldo waar
schijnlijk nog doen toenemen. In gul
dens uitgedrukt zal de invoer dalen,
terwijl de uitvoer vermoedelijk min
der sterk zal dalen. Slechts op lan
gere termijn zou een revaluatie in
andere zin kunnen werken.
Als ik in ons land het buitengewone
herstel, de economische en sociale om
standigheden zie, kan ik niet zeggen,
dat de industrie, dat Nederland zo on
der de defensielast gebukt gaat. Zeker,
.orjH een groot bedrag aan de de-
besteed. Maar als daardoor de
K wordt voorkomen, is het toch
?„i,,?,,.W-aar<'' Er wordt in allerlei be
schouwingen gewezen op de toenemende
defensie- asten, maar is dit nu wel
reeel. Aldus vroeg minister Staf Don
derdagavond in een via een geluidsfilm
Ned«?and^e We^kgever's Verb°nd
Ik wil helemaal niet ontkennen, al
dus gmg de minister voort, dat aan
de defensiegeleden betere bestemmin
gen zouden kunnen worden gegeven
mits we leefden in een wereld van vre
de. Nu we leven in deze gespannen we
reld, zijn de gelden voor de defen
sie noodzakelijk, absoluut noodzakelijk
Een groot deel van deze gelden komt
direct of indirect Qnze eigen nationale
Volkshuishouding tèn goede. Spr. kan
de defensieve spanning geen zware en
«eker niet een te zware financiële last
vinden. Wel ziet hij de werkelijke last
voor onze defensie-inspanning in de om
standigheid, dat wij in deze periode van
full employment onze jongens ander
half jaar en langer onder de wapenen
moeten roepen.
Zeer velen worden beter van hun ver
blijf in de militaire dienst. Bij dit beter
worden denkt spr. zowel aan karakter
vorming als aan het verwerven van ook
in het civiele leven nuttige kennis en
ervaring. Van dit beter worden van on
ze jonge mensen in hun militaire dienst
tijd profiteert direct of indirect ook on
ze industrie.
Er is echter nog een nauwere rela
tie van de Nederlandse werkgever, van
de Nederlandse industrie met de mi
nister van Oorlog en van Marine. Ik
mag, aldus spr., zeggen, dat ik een van
uw grootste klanten, zo niet dé groot
ste ben. Als wij maar enigszins kunnen,
plaatsen wij onze orders in eigen land.
In de laatste jaren werd van de de
fensie-orders slechts 10 pet rechtstreeks
in het buitenland geplaatst, ter
wijl daarnaast slechts 5 pet bij impor
teurs werd ondergebracht."
Minister Staf merkte tenslotte op, dat
de Nederlandse industrie soms wel in
gebreke is gebleven om een order in
ons land te houden. Hij zag daarvoor
twee oorzaken: het ontbreken var; ini
tiatief bü de ontwikkeling van nieuwe
militaire goederen en te hoge prijzen.
Tenslotte merkt prof. Tinbergen op
dat het inkomen per hoofd van de be
volking in Nederland nog laag is, het
geen reeds een aanwüzing is, dat er
voor verdere verhoging van de produc
tiviteit, nog aanleiding genoeg is.
De fundamentele functie van de or
ganisatie van de productie blijft zeer
belangrijk. Het is slechts door verdere
groei der productie, dat een aantal
vraagstukken (woningnood, vergeten
groepen, uitbreiding onderwijs, Delta
plan) kunnen worden opgelost. De taak
van de Overheid hierbij is de zorg voor
een evenwichtige ontwikkeling en een
harmonische verdeling van de druk. On
derling begrip is daarbij van het groot
ste belang.
Twee gevallen van belastingontdui
king werden Donderdag voor de Bre
dase rechtbank behandeld; tegen de
twee verdachten, een tandarts en een
kinderarts, eiste de officier resp. twee
en drie maanden gevangenisstraf.
De tandarts W. L. uit Breda had in
de periode 19461953 39.100.inko
men verzwegen en daardoor 17.916.
belasting ontdoken. De wisselende be
dragen door de verdachte opgegeven
hadden argwaan gewekt bij de fiscale
opsporingsdienst; bij het eerste verhoor
had de arts direct bekend. Bij het on
derzoek was hij zeer behulpzaam ge
weest. Als reden voor zijn handelwijze
gaf hij op de financiële nood, waarin
hij verkeerde, ondanks een inkomen
dat varieerde van 12.000.tot
17.000.Zijn drie zoons wilde hij
laten studeren, hoewel dit eigenlijk
niet betaald kon worden.
Het pleidooi van de raadsman, mr.
Pels Rijcken, wierp een triest licht op
de financiële moeilijkheden van de arts.
Volgens pleiter had de verdachte uit
barre nood gehandeld. Hij drong aan
op een geldboete.
Ook twee boekhouders, die de onjuiste
aangiften van de tandarts hadden on
dertekend, moesten terecht staan. Tegen
hen eiste de officier resp. 400.en
200.boete.
De kinderarts J. S. uit Breda had in
de jaren 19461952 ongeveer 54.000.
aan inkomen verzwegen; dit veroor
zaakte een belastingontduiking van ruim
dertigduizend gulden. In zijn boeken had
de arts alle verzwegen bedragen ge
merkt met de letter F van fraude. Hij
had zo veel verzwegen als hij nodig
had om verzekeringspremies, in totaal
9000.per jaar, te voldoen. „Ik achtte
mij tegenover mijn gezin verplicht re
delijke levens- en pensioenverzekerin
gen te sluiten", aldus de arts, „wat de
Staat aan duizenden andere staatsbur
gers wel toestaat, wordt aan ons, die
een vrij beroep uitoefenen, onthou
den".
De officier wilde de praktijk van de
verdachte niet in gevaar brengen door
een al te lange gevangenisstraf, maar
achtte een strenge straf, ook uit het
oogpunt van preventie, noodzakelijk.
De eis werd drie maanden.
De verdediger ging aan de hand van
de feiten na hoe zijn cliënt slachtoffer
was geworden van de zware belasting
druk op de hoge inkomens. De ver
zekeringsbedragen zijn niet groot, de
arts zal met 65 jaar slechts een pen
sioen van 5000.krijgen.
Pleiter vroeg een symbolische straf.
Uitspraak 4 November.
Drs. A. Quaedvlieg, secretaris van
de Raad voor Economische Aangele
genheden, zal deze functie, in verband
met het aanvaarden van een taak bij
het directoraat-generaal voor de Mid
denstand, neerleggen. In een vergade
ring van de Raad voor Economische
Aangelegenheden heeft de minister-pre
sident met hartelijke woorden de heer
Quaedvlieg dank gezegd voor het vele
werk, dat hij als secretaris van deze
raad verricht heeft. De secretaris van
de ministerraad, drs. J. Middelburg, zal
in den vervolge tevens optreden als
secretaris van de Raad voor Economi
sche Aangelegenheden.
Advertentie
SAU Dê COLOGNE
De pittige geur van het Troika
Parfum verenigd met de verfris
sende kracht van 4711 Eau de Co
logne - een bijzondere combinatie
met een eigen sportief karakter.
Het Indonesische kabinet heeft Don
derdagavond, na een bijeenkomst van
214 uur, besloten, de in de verklaring
van de P. I. R. van 17 October ver
vatte eis tot aftreden vóór 25 October
af te wijzen.
Donderdagavond heeft ook de par
tijraad van de P. I. R. een bijeenkomst
beëindigd, die 614 uur heeft geduurd.
In deze bijeenkomst is het besluit ge
nomen, dat de verklaring van 17 Oc
tober zal worden gehandhaafd. Na af
loop der bijeenkomst deelde dg heer
Sjamsuddin Makmur aan de pers mede,
dat het besluit van de partijraad van
17 October geldig is.
De PJ.R. heeft vandaag vergaderd om
het het ultimatum van Zondag nog eens
onder de loupe te nemen. De groep
Wongsonegoro probeerde het ingetrok
ken te krijgen, maar Tadjuddin en zijn
aanhang wilden daar niet van weten.
De gemoederen raakten verhit en Wong
sonegoro, algemeen voorzitter van de
P.I.R., verdaagde de zitting.
Vervolgens vergaderden Wongsone
goro en 23 andere leden van de execu
tieve commisie van de PIR apart. Zij be
sloten een afzonderlijke partij te stich
ten. In deze nieuwe partij zit minister
van Verbindingen Rosseno.
De andere 21 leden van de executieve
raad bleven onder leiding van Tadjud
din Noor. Deze beweert dat zijn groep
19 van de 22 stemmen, die de P.I.R. in
het parlement heeft, beheerst De mi
nister van Binnenlandse Zaken, Haza-
rin, behoort tot deze groep.
Vanmiddag kwam het kabinet samen
om de resultaten van de vergadering
van de P.I.R. te vernemen. Men meent
dat Hazarin uit het kabinet zal treden,
conform het oorspronkelijk ultimatum
van de P.I.R. Wongsonegoro en Ro-
senno zullen in het kabinet blijven.
DJAKARTA, October.
De interne moeilijkheden van het Indonesische leger zijn nog steeds niet
overwonnen. Een aantal recente berichten heeft integendeel bewezen, dat
zich nog steeds nieuwe complicaties voordoen. Het eerste bericht waarop wij
doelen was de verklaring van de Indonesische procureur-generaal, Soeparto,
dat het vooronderzoek in de zogenaamde „17 October-affaire"' vrijwel gereed
is en dat de stukken thans aan het landgerecht zullen worden overgegeven,
zodat tot berechting van de beschuldigden zal kunnen worden overgegaan.
Wie deze beschuldigden zijn, wilde de procureur-generaal niet zeggen. Vol
gens het oppositieblad „Indonesia Raya" bestaat hierover echter een verschil
van mening tussen de Indonesische regering en de procureur-generaal. De
procureur-generaal wil een groter aantal personen doen vervolgen dan de
regering. Het tweede bericht is de afzetting van de Indonesische chef-staf
van het leger, generaal-majoor Simatupang. Het derde bericht betreft het
bezoek van drie kolonels aan Soekarno, die van hem o.m. de afzetting van
de huidige chef-staf van de landmacht, kolonel Bambang Sugeng, eisten. De
president zou daarop aan kolonel Bambang Sugeng de post van militair
attaché in New-Delhi aangeboden hebben, welke deze geweigerd zou hebben.
„m V
ift» v,v 9 4
In de loop van de volgende maand zullen in Rome de beide Italianen Placido Ricardi en Assunta Pallotta, alsmede de
Fransman Martin Moye zalig worden verklaard. Dezer dagen hebben de hoogwaardigheidsbekleders, die het zaligver
klaringsproces hebben voorbereid, in tegenwoordigheid van Z. H. de Paus de beatificatie bepleit, tijdens een consistoriële
bijeenkomst van het Hof.
In een goed gevulde aula, waarin een groot aantal hoogleraren had plaats
genomen, en ingeleid door de rector-magnificus van de Nijmeegse Universiteit
prof. dr. L. J. Rogier, die zijn collega van de Vrije Universiteit hartelijk wel
kom heette èn om de banden, die beide universiteiten binden èn om diens
persoonlijke deskundigheid, sprak gisteravond in het kader der Augustinus-
dagen prof. dr. A. Sizoo over „Augustinus en de cultuur van zijn tijd".
Hoewel een cultuur geen scherp gemarkeerde grenzen vertoont en eerder
als de uitlopers van een bergmassief vervloeit in het landschap van de tijd,
meende prof. Sizoo Augustinus' tijd te mogen kenschetsen als de tijd van de
laat-antieke cultuur. De wereld van het Romeinse Rijk begon oud te worden
en de gedachte, dat men de dood van deze cultuur naderde, werd sterk be
leefd. De godsdienst verwordt tot mythische culten met sterke excessen, de
wetenschap kwijnt weg door atrophie, de poëzie is opgeschroefd en het proza
getuigt van weinig oorspronkelijkheid; alleen de rhetorica neemt een over
wegende plaats in; de cultuur van deze tijd wordt terecht getypeerd als een
„culture oratoire". Door deze rhetorica waren ook Ambrosius, Hiëronimus en
Augustinus gevormd.
Deze cultuur had een volkomen hei
dens karakter, uiterRjk en innerlijk, de
straten en pleinen waren nog versierd
met de heidense godenbeelden, gladia-
torenspelen vonden nog overal plaats,
en in de scholen berustte het gehele
onderwas nog op de oude heidense
schrijvers. Zo werd de denkwereld der
christenen gestoffeerd met heidense be
grippen. Weliswaar werd vanaf Tertulli-
anus deze vorming als een principiële
inconsequentie gevoeld; sommigen stel
den zich tevreden met een schijnbare
afwüzing, anderen kozen een onver
bloemde aanvaarding.
Hoe stond Augustinus daar tegenover?
Hoewel hü aanvankelijk het heidendom
afwijst dit heeft hij te danken aan zijn
moeder Monica aanvaardde hü ook
na zijn bekering heel de „culture ora
toire" van zijn tq'd zonder bedenking.
Een duidelqke ommekeer is pas merk
baar nadat hü zich gedurende zün „re
traite" te Tagaste heeft kunnen bezin
nen op de consequenties van zijn chris
tendom en hü in de eerste jaren van
zijn presbyteraat zich dwingt aan zqn
priesters een principieel verantwoorde
leiding te geven.
Zün systematische uiteenzetting
„De Doctrina Christiana", in 397 be
gonnen en dertig jaar later weer op
genomen en in dezelfde lijn voltooid,
werd hoewel in zün tijd niet als
geruchtmakende publicatie be
schouwd zqn christelüke eindaf
rekening met de heidense cultuur. Het
was een handleiding voor onderwijs
en prediking, geschreven voor de
practijk, maar zü fundeert de theo
rie. Zün eindafrekening is geen vol
komen verwerping, noch een critiek-
loze aanvaarding, maar een selectie
en een purificatie naar de inzichten
der waarheid Gods, geïncarneerd in
Christus
Aldus verwerpt hij alles wat samen
hangt met de heidense religie, als het
werk van mensen en demonen; andere
menselüke instellingen echter als kle
ding, muntstelsel, stenografie en letter
schrift, zijn doelmatig en mogen door
de christenen worden aanvaard. Ten
aanzien echter van de literatuur en de
plastische kunst wil hij zijn christenen
behoeden voor de gevaren van een te
grote weelde, die afleidt van God. De
wetenschappen aanvaardt hü slechts
voorziver dienstig bij de uitleg van de
H. Schrift en voor de philosophie en
de artes liberates neemt hij als richt-
lün een vergelüking van Origenes. Zo
als de Israëlieten bij de uittocht uit
Egypte het goud en zilver der Egypte-
naren meenamen om daarvan voorwer
pen te maken voor de dienst van hun
God, zo moeten de christenen uit de
schatten der heidense cultuur, die ze
ker elementen van waarde bevat, door
God geschonken, datgene puren wat
het stempel der waarheid draagt.
Zijn utilitarisme heeft Augustinus afge
houden van de christelijke kunst; tot
beschouwingen van de kunst om haar-
zelfs wille komt hij niet; maar hü heeft
de artes liberales principieel niet ver
worpen en daarmee haar voortbestaan
veilig gelaten; een grondige sanering
ervan in christelijke geest oordeelt hü
echter absoluut noodzakelijk.
Aldus betekent Augustinus' visie een
veroordeling var. de extremistische op
vatting van de oude oerchristelüke tüd.
Deze cultuurbeschouwing van Augusti
nus markeert een overgang. Lang heeft
het geduurd eer de christelijke cultuur
haar vaste vormen heeft aangenomen,
maar Augustinus' denkbeelden hebben
daarop een onmiskenbare invloed uit
geoefend. Met zqn „De Doctrina Chris
tiana" heeft hü de poort der middel
eeuwen geopend.
Indien wü de achtergronden van
de moeilükheden in het Indonesische
leger willen belichten, moeten wü te
ruggaan tot 1952. De belangrükste per
sonen waren daarbij anderen dan thans.
Alleen de opperbevelhebber was dezelf
de: president Soekarno. Onder hem res
sorteerde de chef-staf van het leger,
generaal-majoor Simatupang, dezelfde
die thans van zün functie ontheven is.
Onder deze kwamen de chef-stafs van
landmacht, luchtmacht en zeemacht.
Die van de landmacht was kolonel Na-
sution. (Op de zee- en luchtmacht zul
len wü in het kader van dit artikel
niet verder ingaan. Onder kolonel Na-
sution kwamen zeven territoriale com
mandanten.
Op zekere dag in 1952 nu kwam er
bü het Indonesische parlement een
schrüven binnen van kolonel Bambang
Supeno, waarin deze bepaalde „mis
standen" in het leger openbaarde. Voor
dit zich rechtstreeks wenden tot het
parlement werd Bambang Supeno dis
ciplinair gestraft, doch het parlement
nam zün aanklachten wel in behande
ling. Na rumoerige debatten werd een
motie aangenomen, waarin „reorgani
saties" in t leger werden geëist. Deze
reorganisaties werden niet nader om
schreven, doch algemeen bekend was
dat het hier ging om een ontheffing
uit hun functies van de secretaris-ge
neraal van het ministerie van Defen
sie, mr. Ali Budiardjo, de chef-staf
van het leger, generaal-majoor Sima
tupang, en de chef-staf van de land
macht, Kolonel Nasution. Zü werden
beschouwd als de PSI, de partü van
Sjahrir, te welgezind.
De 17 October-affaire
Toen kwam 17 October 1952. Wat
er die dag gebeurd is, is tot op heden
nog niet precies bekend. Vast staat
echter, dat grote troepen lieden door
Djakarta trokken met spandoeken en
borden, waarop de ontbinding van
het niet door verkiezingen gevormde
parlement en het houden van verkie
zingen geëist werden. Een groep van
deze mensen bestormde het parle
mentsgebouw en sloeg er de boel
kort en klein. Een grote menigte van
deze demonstranten verzamelde zich
voor het paleis, waar Soekarno hen
toesprak en hun op zeer korte ter
mijn de verlangde verkiezingen be
loofde. Onderwijl was ook het leger
in Djakarta in actie. Kanonnen ston
den in de stad opgesteld met de mon
dingen gericht op het parlementsge
bouw en het paleis van Soekarno.
Ook bleken ineens alle territoriale
commandanten uit geheel Indonesië, uit
Medan, Palembang, Pontianak, Makas
sar, Surabaja, Semarang en Bandung,
zich in Djakarta te bevinden. Later
werd bekend dat deze zeven comman
danten, tezamen met kolonel Nasution
en andere officieren van de generale
staf, die dag president Soekarno hebben
opgezocht om hem dezelfde eisen te
stellen als de demonstranten stelden.
Deze groep had op dat ogenblik ken
nelijk de macht in handen. Verschil
lende kranten werden verboden. Het
telegraafverkeer met het buitenland
werd lamgelegd. Djakarta vertoonde
alle tekenen van een staatsgreep. In
hoeverre de betrokken officieren daar-
bü gedekt werden door de toenmalige
minister van Defensie, sultan Hameng-
ku Buwono IX, en door de chef-staf van
het leger, generaal Simatupang, is nim
mer bekend geworden.
Inmiddels echter zond president Soe
karno, als wij tenminste de lezing die
bladen als „Indonesia Raya", „Pedo-
man" en „Sumber" van het gebeurde
geloven mogen, koeriers naar' de ver-
'schillende territoria. Als gevolg hier
van vonden in Makassar, Surabaja en
Palembang gebeurtenissen plaats, waar-
bü ondercommandanten hun territoria
le commandanten afzetten en verklaar
den „zich achter de president te stel
len".
Later ging de regering over tot ver
vanging van mr. Ali Budiardjo, kolo
nel Nasution en verschillende andere
officieren van de generale staf. Gene
raal-majoor Simatupang bleef tot voor
kort gehandhaafd, doch thans is ook
hü uit zqn functie gezet. 'De chefs
staf van landmacht, zeemacht en lucht
macht zullen in het vervolg bü toer
beurt de functie van chef-staf van
het leger vervullen, zo werd van offi
ciële züde verklaard.
Dit is dan wat men gemeenlijk de
„17 October-affaire" noemt. Volgen t
blad Indonesia Raya is naar aanlei
ding daarvan thans dus een geschil
gerezen tussen de procureur-generaal
en de regering. Volgens dit blad wil
de regering alleen degenen vervolgen,
die op 17 October 1952 deelnamen aan
de „staatsgreep of wat het dan ook
'geweest mag zün. De procureur-gene
raal wil echter ook de ondergeschikte
officieren vervolgen, die hun territoria
le commandanten afzetten en daarmede
de militaire discipline overtraden.
Inmiddels is met het ruim een jaar
geleden aan het bewind komen van
de regering van Ali Sastroamidjojo een
nieuwe verwikkeling opgetreden. In de
regering daarvoor, die van mr. Wilopo,
was de sultan van Djokja minister van
Defensie. Deze trad echter af. toen de
regering besloot de ondergeschikte of
ficieren die hun territoriale comman
danten hadden afgezet, op hun aldus
veroverde posten te handhaven. In de
huidige regering is mr. Iwa Kusumasu-
mantri, iemand die bekend staat als
het communisme niet onvriendehjk ge
zind, minister van Defensie. Eén van
de belangrükste door hem benoemde
functionarissen, kolonel Zulkifli Lubis,
de vice-chef-staf van de landmacht,
heeft eveneens de naam van het com
munisme welgezind te zün.
Moskou of Washington
Was het dus zo, dat de groep die
twee jaar geleden de leiding van het
Indonesische leger in handen had be
schuldigd kon worden te veel te sympa-
tiseren met de socialistische partü van
Sjahrir, de groep die thans de leiding
heeft sympathiseert eerder met Moskon
dan zoals Sjahrir's groep verweten
wordt met Washington.
Inmiddels is het nog steeds zo, dat
het Indonesische leger verdeeld is in
twee partüen: de groep die voor „17
October" is, en de groep die ertegen
is. Sinds twee jaar geleden is de laatst
genoemde groep sterker geworden, doch
in verschillende territoria heeft men
de oude commandanten (dezelfde die
op 17 October 1952 president Soekarno
opzochten) nog niet durven afzetten om
dat hun invloed in de streek waar zü
geplaatst zün te groot is. Tussen deze
twee groepen in staat de huidige chef
staf van de landmacht, generaal-majoor
Bambang Sugeng, die het zorgvuldig
vermijdt partü te kiezen, doch die zo-
ker geen communist is.
Thans hebben dus drie kolonels, da-
zelfde kolonel Bambang Supeno die in
1952 de rel in het parlement veroor
zaakte, kolonel Zulkifli Lubis en nog
een kolonel van de generale staf zjjn
ontslag geëist. Volgens het blad „Sum
ber" wil Zulkifli Lubis zelf zqn functie
hebben. President Soekarno zou aan
deze eis tegemoet gekomen zün door
Bambang Sugeng de functie van mi
litair attaché in New Delhi aan te bie
den, dezelfde functie waar Bambang
Sugeng vroeger in een moedeloze bui
wel eens om gevraagd heeft. Thans
echter heeft hü deze geweigerd. En de
spanningen in het Indonesische leger
duren voort.
De voorzitter van de Koninklijke Ne
derlandse Middenstandsbond, de heer L.
de Groot, is benoemd tot ridder in de
orde van de Nederlandse Leeuw. Dit
heeft de staatssecretaris van Economi
sche Zaken, dr. G. Veldkamp. Donder
dag medegedeeld op een bijeenkomst te
Rotterdam, waarop deze „grand old
man" van de middenstand, die reeds
sinds 1938 voorzïter is van de Kon.
Ned. Middenstandsbond, ter gelegenheid
van zün tachtigste verjaardag werd ge
huldigd.