Baldadigheid en vernielzucht nog steeds van ernstige aard Schatting van totale schade per jaar loopt uiteen van vele tonnen tot enkele millioenen 27 Octoberdag van de Mars naar Rome MUSSOLINI een mens zich gespleten zelf voortdurend tegensprak Aan het tweede Risorgimentohebben in Italië ook de boeren meegedaan die SIR ANTHONY EDEN DADENDRANG VAN DE JEUGD MOET GELEID WORDEN Hel verzet gaf de democratie inhoud DE KROONPRINS GESPAARD? ZATERDAG 23 OCTOBER 1954 D AGIN A Aardbeien in de herfst In de nacht van de 27e October worden door de fascisten alle publieke gebouwen van Italië bezet en marcheren onder leiding van de Bono, Vecchi en Balbo 250.000 zwarthemden naar Rome. De vorst roept Mussolini om een nieuwe regering te vormen. Deze reist per slaapwagen naar Rome om daar, vanaf het balcon van het palazzo Venezia, meer dan twintig jaar zijn woord over Italië te doen galmen. Eerst op 5 Mei 1943 zouden de glazen deuren van dit bal kon voorgoed achter hem worden gesloten. Deze Mussolini heeft geen woord gesproken, of hij heeft het door een ander woord weerspro ken, geen overtuiging aangehangen of deze door een tegenovergestelde verloochend. Zeer goed kende hij de woorden van Macchiavelli: „een schrander heerser kan noch moet zijn woord hou den, als hem dit nadeel bezorgt en als de redenen, die hem tot de belofte bewogen, niet meer aan wezig zijn". De megalomaan, bij wie in 1910 paranoia werd geconstateerd, werd het type dat zich door een goede neus voor alle mogelijkheden der realiteit onderscheidt en steeds naar deze mogelijkheden op jacht is; steeds zich aan de om standigheden aanpast; een voortdurende neiging heeft zich interessant te maken; vatbaar is voor beïnvloeding door anderen Mussolini had steeds de mening van zijn laatste bezoeker en geest driftig grijpt naar een mogelijkheid om die ten gunste van een andere, schijnbaar zonder herinne ring, weer op te geven. Bietenbouwers worden Boertjes van Buuten Nieuwe namen K.R.O. orkesten Waarom geeft een man de voor keur aan Dukia-Ondergoed Aan de Beverwijkse Groentenveilin- gen werden Vrijdag nog enkele kist jes aardbeien van de koude grond aangevoerd. Voor deze zeer late licht gekleurde aardbeien werd 45 cent per doosje betaald. keer en waar de jongelui zich kunnen vermaken. Men wijst daarbij op Dor drecht, dat onlangs een straat voor rol schaatsen heeft vrijgegeven. Maar denk eens aan de omwonenden. En vergeet niet, dat een jongen.juist daar waar hij het niet mag bij voorkeur speelt. Van veel betekenis is het dat bij de uitbrei ding van de steden aan de stadsrand, en bij voorkeur op terreinen tussen de oude bebouwing en de nieuwe wijken, sportvelden worden aangelegd. Baldadigheid achteruit gegaan Graag paraaeerde Mussolini als de grote „voorwerker" van het Italiaanse volk. Vooral de ontwikkeling van de land bouw had daarbij zijn belangstelling. Hier ziet men hem aan het werk bij een dorsmachine, nadat hij tevoren een grote rede over de landbouw in Italië had uitgesproken. Gillend van angst, van onder tot boven met oranje verf besmeurd, kwamen onlangs zes jongens de loopplank van een coaster in de Amsterdamse ha ven afrennen. Zij waren op het onbemande schip gegaan, waren in de hut van de kapitein doorgedrongen en had den daar een halve bus met een touwtje er aan evonden Wat doen nieuwsgierige belhamels? Aan het touwtje trek ken natuurlijk. Ze hadden er geen idee van, dat het een daglichtnoodsignaal was en als ze de benaming gekend hadden, had dit hun nog niets gezegd. Een enorme oranje wolk had hen terdege aan het schrikken gemaakt. De pas geverfde hut van de kapitein had, evenals de jon gelui, een oranje verfje gekregen. In hun haast, om uit de hut te komen, hebben ze nog allerlei (hoewel onopzet telijk) vernield. De schade bleef beperkt tot f 500.Geen geval van baldadigheid, maar zuiver een gevolg van nieuwsgierigheid. Er komen erger dingen voor: In een school hebben kin deren louter uit vernielzucht de leesboekjes verscheurd, inktpotten daarover uitgegooid en een polshorloge, dat zij ergens vonden, niet meegenomen, neen, in gruizele menten vertrapt. Het gevaarlijke spel met een catapult, waardoor niet alleen telkenjare ontelbare ruiten sneuve len, maar ook tal van oogverwondingen ontstaan, werd in een dorp gebruikt om vogels te doden. Vlerkjes wer den uitgetrokken en vormden een gewild ruilobject met jongens uit een naburig dorp. Bij de wisseling van Oud en Nieuw in Den Haag werden auto's aangehouden, de bestuurders gemolesteerd en met vuurwerk en stenen bekogeld. Het komt voor, dat men spijkers op het fiets pad strooit, zodat fietsers ófwel enkele honderden meters moeten lopen, ófwel kilometers.... met een lekke band namelijk. In een plattelandsplaats is niet lang geleden een egel met petroleum overgoten en in brand gestoken, waarna de lieve jeugd het dier als voetbal gebruikte. Alle ge vallen van ergerlijke baldadigheid, vernielzucht, zelfs van verwildering. Het volgende, sprekende, geval is er tevens nog een van grove diefstal: In de Openbare Leeszaal te Delft is uit een tiendelig standaardwerk van de E. N. S. I. E. een 35-tal bladzijden, die handelen over de elek trotechniek, gescheurd. Kennelijk door een leergierig iemand, die geen geld voor zijn studie over had. Mussolini zou eens een redevoering uit spreken ten gunste van neutraliteit. Toen de zaal echter gevuld was met interventio- nisten, speechte hij even geestdriftig voor interventie: dit zegt al genoeg. Hij ver telde aan de journa list Emil Ludwig, dat antisemitisme in Ita lië ondenkbaar was, maar vaardigde in 1938 de antisemieti- sche raswetten uit. Hij was eerst repu blikeins, toen ko ningsgezind en in 1943 weer republi keins. In de eerste wereldoorlog was hij eerst voor neutrali teit en toen voor in terventie. Hij vlucht te naar Zwitserland om de militaire dienstplicht te ont gaan, maar verheer lijkte later het mili tairisme. Hij steunde eerst de acties der landarbei ders. maar wierp zich later toen hij zag, dat de rechtse groe peringen hem meer kans boden op de staatsmacht op als verdediger der land eigenaren. Hij was fel tegen de Libysche veldtocht geweest, maar zou later zelf Abessinië binnenval len. Na de Duitse inval in België in in 1914 schreef hij: „waarom zou men Mf» zich druk maken om MB| het lot van een klein Ill§y%| volk?" En twee flHH maanden later klaag- £je hij over het on recht, België aange daan. In 1912 ver klaarde hij „als ieder hetzelfde denkt, 9rdt het leven een gekkenhuis", maar 'ater zou hij geen enkele tegenspraak u'den. 6 April 1912 schreef hij in de Popo- a Italia: „weg met de staat in al zijn 'rnen; ons enige geloof is de anarchie", ™aar op 26 Mei 1927 verklaarde hij in parlement „alles in, niets tegen en mets buiten de staat." En om deze op somming dar, maar te eindigen: in zijn jonge jaren had hij ten overstaan van «en vergadering gezegd: „als God be staat, moet hij me kunnen neerslaan. „1,geef de z-g- God vijf minuten tijd Z1in bestaan te bewijzen." En na in do°dse stilte op zijn hor- 1'hebben gekeken: „hiermee is er geen God bestaat." 7A72 een voor het buitenland be- S,,.r® dut°biografie vertelt hij over •t!frL jvarLzÜn moeder in 1905, dat zelfs zijn diep Geloof (sic) niet in staat 7eVMo1Jmanm^,t verhchten. En deze c fde raan zou lat.er als een van zijn hetVoto^eum krUis Plaatsen 'n Deze gespleten mens kon met be ginselen balanceren en hij zette z'in kracht juist daar in, waar er behoef te aan was. Het doel de bevredi ging van het ik en de staatsverove- hmg heiligde alle middelen. Even voor de mars naar Rome verklaarde Sr MAARSCHALK BALBO hij „wij spelen op alle snaren van de lier, van religieuze af tot geweldda dige toe." Een vaste overtuiging had hij niet, wel aangemetene die hem in bepaalde omstandigheden het best schenen te dienen. Die omstandighe den hadden hem voorstander gemaakt van een contrarevolutie, waren zij echter anders geweest dan had hij zich evengoed als leider van een sov jetstaat kunnen ontpoppen of van een Christelijke regering. Het is daarom niet geheel juist, te stellen dat Musso lini een leerling was van bepaalde ideologieën, al hadden ideeën van an deren inderdaad invloed op hem. Van Nietzsche leerde hij alles te ver achten wat uit zwakheid voorkomt. So- rel onderwees hem de methode van het geweld en de mythegedachte. Van He- gel nam hij de idee over van de Staat als absoluut begrjp; van Pare to de ge dachte van de elite der minderheden; van Macchiavelli de noodzaak van hui chelarij voor een heerser. Men ziet dat daarbij weinig Italiaanse neïnvloedin- gen zijn en het fascisme kan daarom zeker geen hergeboorte van de Romein se tijd of het Risorgimento genoemd worden. Het imperialisme was veeleer van Engeland afgekeken dan van de Ro meinen; de centralisatie nam Frank rijk tot voorbeeld; Rusland leverde de idee der eeuwige revolutie en Duits land die van de ethische staat, het mi litairisme en het antisemitisme. Een mythe Dat hij door de Italianen aanvanke lijk werd geaccepteerd, ligt aan het feit dat hij wist te appelleren aan de be hoefte aan orde en rust. Zeer hanuig was hij de mythe gaan propageren dat Italië gered moest worden van een rood gevaar. Wel had hij zelf geschreven: „te zeggen, dat er in Italië een rood gevaar bestaat, betekent een onoprech te vrees in de plaats stellen van de re aliteit", maar toen zag hy zyn kans nog liggen bij de linksen! Hij had met die woorden trouwens geen ongelijk want met dat bolsjewistisch gevaar was het zeker niet zo erg gesteld als Mus solini later ter eigen rechtvaardiging zou gaan beweren. Inderdaad mogen de uiterst linksen niet van schuld worden vrij gepleit: hun agitaties verontrust ten de natie. Maar bij de spoorwegsta king in Engeland waren tenminste even veel personen betrokken geweest als bij die in Italië en niemand had ooit beweerd, dat er in Engeland gevaar voor Bolsjewisme was. En wat de be zetting van landerijen door linkse ar beiders betrof: in 20 maanden tijd was slechts 0.35 procent van het grondop pervlak gewelddadig bezet. Maar Mus solini had om aan de macht te komen een tegenstander nodig, vandaar zijn mythe van een rood gevaar. In het opwekken van de angst daar voor zag hij uiteindelijk meer heil dan in het blijven ijveren voor het prole tariaat, zoals hij aanvankelijk had ge daan. Vele stakingen waren trouwens door de fascisten zelf geënsceneerd ge worden en een weifelachtige regering was gaan knipogen tegen het fascisme dat zich gehaast had om zichzelf de au reool van de Grote Verzoent te geven. In Italië slaat bovendien het „fare una buona figura" altijd in en Mussolini was inderdaad een figuur die indruk wist te maken. Hij was niet oppervlak kig, vrij intelligent (hij heeft ook een roman geschreven) en had een enorme flair en een nog grotere show, dat laatste mogelijk juist als uiting van een minderwaardigheidscomplex. De gro te massa, ja de gehele Europese we reld, kwam zo sterk onder de indruk van zijn woord dat men zijn bedoeling niet doorhad. De bereidheid van de mo derne mens om te geloven is immers ongelooflijk aldus Mussolini zelf te gen Emil Ludwig! Toch heeft het fascisme betekenis voor Italië gehad. De directe beteke nis is overdreven, gevolg van het feit dat deze vooral op korte ter mijn werkte waardoor een per spectivisch gezichtsbedrog ontstond en vooral door buitenlanders, als toe risten, werd ervaren. De publieke or de werd hersteld in een mate die voor Italië tót dan toe ongekend was. Het verkeerswezen werd geordend, de hotelaccommodatie verbeterd, be delarij streng gestraft en het straat- Beeld van prostitutie gezuiverd, van stakingen, bovendien, had de reizi ger geen last meer. Naar deze cri teria echter de juistheid van een sys teem af te meten, is een verwarring tussen schijn en wezen, een gebrek aan critische zin. Iets groter is de fascistische betekenis dan ook al in dit opzicht, dat het grote plannen re aliseerde. De nieuwe spoorlijn tus sen Napels en Rome werd aange legd; de haven van Genua vergroot; Apulië kreeg irrigatiewerken; de Pon- tijnse moerassen werden droogge legd. Ook dit alles is echter weer minder ideaal dan het lükt, want ten eerste la gen deze plannen reeds in de regerings laden gereed, ten tweede was hierbij veel show en ten derde kende Musso lini ook déze woorden van Macchiavelli: „niets brengt een vorst in groter aan zien dan het uitvoeren van grote on dernemingen." Bovendien het wordt veel te weinig geweten hebben de de mocratische regeringen tussen 1948 en 1953 op dit stuk aanzienlijk meer be reikt dan het fascisme in 15 jaar tijd. Zij hangen het echter minder aan de grote klok! Aan agrarische hervormin gen b.v. is 62 x méér geld uitgegeven (in vooroorlogse waarde) dan het fas cisme heeft gedaan. En in enkele jaren tijds is Carlo Levi's uitspraak dat Christus Eboli voorbij is gegaan, vol komen gelogenstraft. Terugkerend tot het fascisme, moet daarom worden opgemerkt, dat het aan kweken van een gevoel van eigenwaar de bij de Italianen weer een belangrij ker prestatie was dan het uitvoeren van grote werken. De grote boulevards, de nieuwe stations, de blootlegging van het oude Rome, het doen her verschij nen van het S.P.Q.R. op de muren van de hoofdstad; dat alles was wel een overprikkeling van nationalistische ge voelens, het was weer veel show als uiting van een minderwaardigheids complex, het diende ook graving der Romeinse Fora vooral om door herleving der „romanita" het geloof in de mythe te hulp te komen; het was ook vaak strikt politiek (de via dell Impero was niet slechts ver keerstechnisch bedoeld maar ook om de kolonnes te doen marcheren naar het palazzo Venezia); maar dat al les kweekte toch een zelfrespect dat de Italiaan vaak te zeer miste. De op zich onjuiste mythe hamerde eenheid en dis cipline onder aller aandacht. Waarde volle begrippen als stijl, traditie en plicht werden (toegegeven: te sterk en te weinig cumulatief) naar voren ge bracht en grepen vooral de niet-cumu- latief ingestelde jeugd. Daarmee kom ik tot de indirecte be tekenis van het fascisme, die veruit het grootst is. Italië kreeg nu geen vreem de heerser maar een eigene. En daar tegen zou men wel in actie komen, ter wijl men in vroeger eeuwen de vreem de heersers, van de Oostenrijkers af gezien, zo apathisch had bejegend. De democratie kreeg in en door het Ver zet een inhoud. Groepen, die ervoor nooit geestdriftig waren geweest, wer den het nu. De politieke bewustwor ding werd wakker geroepen. Boeren hadden aan het eerste Risorgimento niet meegedaan, aan het tweede want zo kan de periode van ongeveer 1935 tot 1945, lettend op het Verzet ge noemd worden deden zij het wel. De katholieke geestelijkheid stond t. O. het tweede rusorgimento sympathie ker dan tegenover het eerste. Italië heeft in en door het fascisme een re naissance ondergaan, die niet specta culair doch wel evident is. Het fascisme was een uitdaging, het huidige Italië is daarop het antwoord. Mussolini heeft opgewekt wat anders zou zijn blijven sluimeren. In zoverre leeft hij nog steeds in Italië voort. Dr. L. VAN EGERAAT Herhaaldelijk kan men vooral in de plaatselijke pers lezen van ver ontrustende gevallen van jongelui, die niet de minste eerbied hebben voor het goed van een ander, die in hun verniel zucht voor duizenden guldens schade aanrichten, die niet rusten voor zij plan ten en struiken tot de wortel toe heb ben vernield. Het lijkt wel, vooral door de veelvuldig: voorkomende publicaties, of de baldadigheid ernstiger vormen heeft aangenomen dan vóór de oorlog. Zonder meer kan men dit niet zeggen. Kwalitatief is de vernielzucht niet toege nomen. Men is niet zo ruw meer tegen over dieren (al kan men de gevallen van boeren die hun eigen vee zeer wreed behandelen niet vergeten). Men vergrijpt zich ook niet zo spoedig meer aan zaken die de piëteit raken. Graf schennis komt bijvoorbeeld betrekkelijk zelden voor. Wel is men hardnekkiger in zijn vernielzucht. Niet groter dan voor de oorlog Kan men in het algemeen niet zeg gen dat de baldadigheid, vernielzucht Jongens komen veelal door verveling tot de meest eigenaardige baldadige bezigheden. Wat voor een attractie kan er nu aan zijn een verkeersbord op deze manier te vernielen. en verruwing groter zijn dan voor de oorlog (kort na de oorlog natuurlijk wel, maar dit heeft zich ten gunste gewij zigd), dit neemt niet weg, dat wat er dag in dag uit ten offer valt aan de vernielzuchtige banden van de lieve jeugd, toch nog onrustbarend is. Lang niet al les komt ter kennis van de politie. Veel vernielingen worden geconstateerd zon der dat men haar er in mengt. Men zou, als men zou trachten het locale schade- cijfer te achterhalen, enig houvast heb ben aan de schade teweeggebracht aan gemeente-eigendommen. Maar daarvoor zou men zijn informaties moeten uit strekken tot zeker een twintig- a der tigtal grote gemeenten. Daarbij komt dat er zeer veel in de particuliere sec tor vernield wordt. Een schatting van wat er jaarlijks in ons land aan de ver nielzucht ter, offer valt kan daarom niet anders dan zeer globaal zijn. Men spreekt van vele tonnen en zelfs van enkele millioenen. Genoeg, dunkt ons. Veel te veel zelfs. Niet alles kan men echter op rekening schrijven van de vernielzucht, de ver wildering. Er zijn genoeg avontuurlijk aangelegde knapen die heus niet al len uit de volksbuurten behoeven te ko men die er op een vrije middag op uittrekken naar de havenkant, spoor wegemplacement, laadstation en bouw blokken en die uit nieuwsgierigheid op kranen klimmen, machines in werking stellen, in huizen in aanbouw rond neuzen. Hun dadendrang, initiatief, zwerflust veelal beknot in de te klei ne huizen, meestal nog kleiner gewor den door inwoning is te veel beperkt en moet tot gelding komen in de ruimte. Activiteit binden Moedwillige vernieling is natuurlijk alleen maar te laken. Een kleine groep van de hedendaagse jeugd is behept met een vernielzuchtige tendenz. Hier moet streng tegen opgetreden worden. De andaren zou men door allerlei maat regelen moeten binden. Men zou hun activiteit in een andere bedding moe ten brengen, hun gelegenheid moeten geven hun energie op een andere ma nier te uiten. Mogelijk krijgt men dan ook de ernstigste gevallen de asphalt- jeugd mee. Allereerst is het gewenst dat het ge zin op de voorgrond gesteld wordt. Het te dicht op elkaar wonen in de grote steden en vooral de samenwoning in te kleine behuizingen maakt dat de jeugd haar heil op straat zoekt. Een snellere woningbouw, ook van ruime woningen, zou de kinderen meer aan huis bin den. Goede, boeiende radioprogramma's en verstandig geleide televisie met goede kinderverhalen in de middaguren houden de jeugd van de straat. Jeugdbeweging en verkennerij 'doen veel goeds, maar hebben te weinig vat op de asphaltjeugd. Het vrijgevochten, onordelijke verkeer kan door verkeersopvoeding en ver- keersbrigades in oetere banen geleid worden. Een verkeerstuin zoals in Den Haag is aangelegd brengt verkeersdis- cipline bij. Uitingen van volksvermaak als op Hartjesdag en bij het verbran den van Kerstbomen worden door de stedelijke overheid tot een ordelijke, gezamenlijke manifestatie geleid. Pro paganda voor het lezen van boeken en inrichting van bibliotheken met een ruime voorraad jeugdlectuur kunnen een heilzame uitwerking hebben. De jeugd wil eenter ook voldoende ge legenheid tot spel hebben, vooral in de buitenlucht. Zij heeft te weinig moge lijkheid uiting te geven aan haar da dendrang. Leg daarom speelstraten aan, zo propageert men, straten die op be paalde uren gesloten zijn voor het ver- ijdens een audiëntie, die niet langer dan tien minuten duurde, heeft koningin Elizabeth de Britse minister van buitenlandse zaken, Anthony Eden, opgenomen in de oudste en meest exclusieve ridderorde van Groot- Brittannië, de Orde van de Kouseband. In meer dan één opzicht is dat een opmerkelijke gebeurtenis. Dat er nu in één Brits kabinet twee bewindslieden zetelen, die de Kou- seband hebben ontvangen, voordat zij enige andere adel- o „™„fi I üjke titel voerden, is al curieus genoeg. Sinds de dag, dat Eduard III, die zich toen ook juist koning van Frank rijk was gaan noemen, de Orde instelde, zijn in het ge heel nog maar zeven „Commoners" met deze hoge onder scheiding begiftigd: Walpole, Grey, Balfour, Austen Cham berlain, Baldwin, Churchill en Eden. Sir Austen Cham berlain was de laatste minister van buitenlandse zaken, die ridder in de Orde van de Kouseband werd. Hij kreeg die onderscheiding kort na het sluiten van het Pact van Locarno in 1925, een overeenkomst, die elf jaar later door Duitsland zonder voorafgaande waarschuwing werd ge schonden door de bezetting van het Rijnland. Sir Anthony Eden's carrière behoeft in genen dele on der te doen voor die van Sir Austen. De conferentie van Genève, waardoor een eind werd gemaakt aan de Indo- Chinese oorlog, de oplossing van het Perzische oliegeschil, de kwestie van het Suez-kanaal en het vraagstuk-Triëst, alsme,de de uitermate belangrijke conferenties van Lon den en Parijs uit het allernaaste verleden hebben grote lijks bijgedragen tot verhoging van zijn prestige, dat toch al niet gering was. Eden en Churchill zijn zonder enige twijfel de meest ervaren beoefenaars van de internatio nale politiek, die thans in leven zijn. Natuurlijk reikt de ervaring van Sir Winston nog verder in het verleden terug dan die van Sir Anthony, maar zo op het eerste gezicht is er geen tweede figuur, die de internationale standing van de Britse minister van buitenlandse zaken evenaart. Tal van politieke waarnemers menen, dat Sir Anthony Eden's positie als opvolger van Sir Winston nu steviger is dan ooit. Koningin Elizabeth heeft als het ware haar fiat gegeven aan de persoon van Eden als de nieuwe „leider van Harer Majesteits regering". Alleen, de tegen woordige leider schijnt voorlopig het veld nog niet te ruimen. Tijdens het conservatieve partijcongres, dat en kele weken geleden in Blackpool is gehouden, verscheen in een Engels blad een caricatuur, waarop men Churchill op een uitgelaten wijze naar het partijcongres van 1975 zag huppelen. Achter hem werd een oude heer in een in validenwagentje voortgeduwd. Die oude heer was Eden en twee oude dames fluisterden elkaar toe, dat zij zich Eden nog uit hun meisjesjaren herinnerden als Churchill's kroonprins. Deze caricatuur was misschien een boosaar dige zinspeling op de tragische manier, waaróp de voor uitzichten van een andere „troonpretendent", Lord Cur- zon, door de loop van de geschiedenis de bodem werd ingeslagen. De geschiedenis herhaalt zich, gelijk bekend, nooit. En er is daarom menselijkerwijs gesproken ook geen enkele reden om aan te nemen, dat de verlening van de Kouseband het laatste hoogtepunt is in de carrière van Sir Anthony. Maar er is nog wel iets anders, dat de overweging waard is. In één kabinet zitten twee dragers van de Kouseband en zij hebben zonder twijfel dit gemeen, dat hun grootste verdiensten liggen op het gebied van de buitenlandse po litiek. In het geval van Sir Anthony moet men wellicht zeggen, dat zijn verdiensten vrijwel uitsluitend op dat ge bied liggen. Ook Churchill heeft altijd een grote voor keur voor de buitenlandse politiek aan de dag gelegd, maar hij heeft, met wisselend succes, ook nog andere departementen beheerd. En een van de voornaamste bestanddelen van zijn politiek vermogen is Churchill's robuuste welsprekendheid, verrijkt en verruimd door een lange ervaring. Waar zijn kennis eventueel tekort schiet, helpen enkele saillante zinswen dingen hem over het dode punt. Met Eden ligt de zaak wel wat anders. Zijn uitstapjes op het gebied van de binnenlandse politiek dateren uit de jaren twintig en nie mand herinnert ze zich als brillante successen. Politieke tegenstanders zijn nog altijd geneigd Sir Anthony te vra gen. of hij er al in geslaagd is de juiste weg te vinden naar de ..democratie van het bezit", die hij destijds aan prees. Niet voor niets hebben politieke waarnemers vóór de jongste kabinetswijziging gemeend, dat Sir Anthony het „Foreign Office" zou verlaten om zich op het premier schap „voor te bereiden". Misschien heeft Churchill zijn jongere volgeling niet de ramp willen aandoen om hem met het premierschap te belasten in een periode van zo grote spanningen op sociaal en politiek terrein op het Britse thuisfront. De meest aantreKkelijke oplossing is het aanleggen of benutten van z.g. rom- melspeelterreinen, zoals men in Dene marken heeft. Hier staan oude auto's, afgedankte trams, lorries, waar de jon gens zich, zonder schade aan te rich ten, kunnen uitleven. Hun fantasie wordt hier gevoed, hun avonturiers- geest kan zich ontplooien en ook kan him technische knobbel tot gelding komen. In Amsterdam-Oost heeft men sinds enige tijd „Jongensland", een terrein in de Watergraafsmeer aan het Merwede- kanaal met riet en laag gewas, waar de jongelui graag komen. De hele Indische buurt is er mee gebaat. De baldadigheid is er sterk achteruitgegaan. Allerlei af gedankte spullen, oude voorraden hout, vuurpotten van loodgieters, niet meer te gebruiken gereedschap, zijn een welkome prooi voor de jongens, die er ook kunnen varen. Men moest, aldus luidt een hart grondige wens die men kan op vangen in hoofdstedelijke politiekrin gen. kunnen komen tot meer van der gelijke terreinen. Men zou er dan oud bouwmateriaal moeten brengen, vervallen tramwagens, autowrakken, niet meer te gebruiken motoren. De jeugd zou er fietsen uit elkaar kun nen halen en monteren, met machines kunnen experimenteren. Alles moet een beetje vuil en wat ruw zijn. Daar heeft men het meeste plezier in. Voor de winter zou er op dergelijke plaat sen een houten keet moeten worden gebouwd. En als het even kan zou er gelegenheid moeten komen een miniatuur-spoorwegemplacement aan fe leggen. Zou, zo zeggen wij van onze kant. niet een deel van het Vliegenbos of Flora park in Amsterdam-Noord met de grond gelijk gemaakt kunnen worden en zou daarop niet een dergelijk speelterrein kunnen worden aangelegd? Biedt ook Den Haag geen gelegenheid daartoe in een deel van het Zuiderpark of de Sche- veningse bosjes? Het klinkt misschien vandalistisch, maar is het zo fraai als telkenjare veel struiken, heesters en bloemen vernield worden omdat de jeugd geen voldoende bezigheid heeft? Het terrein achter de Indische buurt bindt iedere maand veertien- tot vijftien honderd jongens. En het zou voor hen nog veel aantrekkelijker kunnen worden. De kans dat de jongelui naar ruwe films trekken, waar zwaar in geknokt wordt en die een weinig verheffende invloed hebbeil, zou kleiner worden. Be slist geringer in aantal zouden ook wor den de diefstallen van stripverhalen in de warenhuizen en in de boekhandel. Deze zijn wel niet zo schandelijk als in Amerika, maar zij werken de verruwing ten zeerste in de hand. Tenslotte zou het nemen van initiatieven in de geest als in het bovenstaande gepropageerd koren op de molen zijn van de Tucht- Unie, een organisatie die met veel ijver, goede voorlichting en weinig geld tracht de baldadigheid en verruwing, die toch wel ernstige vormen heeft aangenomen, te beperken. GERARD GROOT Hangende de kwestie tussen de KRO en Ger de Roos heeft de KRO aan de voorheen door Ger de Roos geleide en sembles inmidels reeds andere namen gegeven. De Bietenbouwers zullen voort aan optreden onder de naam van „De boertjes van buuten" en het Orkest zon der Naam met de Markententsters en de Drie Musketiers, zijn voortaan te be luisteren onder de naam „De Trouba dours". Zo bijvoorbeeld morgenmiddag, Zondagmiddag 24 October om kwart over één over Hilversum I. Zoals wij bericht hebben heeft Ger de Roos onlangs zijn ontslag ingediend bij de KRO en wil de KRO dit ontslag wel verlenen mits een andere formulering wordt gebruikt. Zulks in verband met eventuele juridische consequenties. (Ger de Roos verklaarde dat de zaak in feite wel afgedaan was. De geruchten dat hij naar de AVRO zou gaan, zijn uit de lucht gegrepen, aldus zijn eigen woorden. Advertentie Omdat het de roigemde voordejem bezit: PASVORM - Alle modellen zijn door buitengewone pasvorm en afwerking voor een ieder de ideale dracht KWALITEIT-Alleen van de beste 1000/1» Peru Katoen worden de DULCIA arti kelen gefabriceerd DULCIA-BAND Dezeelastiek band is door haar speci ale samenstelling, bij normaal ge bruik, onverslijt baar. Uitstiiilend verkrijgbaar bij Herenmode-zalm

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 9