Baldadigheid en vernielzucht nog
steeds van ernstige aard
Schatting van totale schade per jaar loopt uiteen
van vele tonnen tot enkele millioenen
27 Octoberdag van de Mars naar Rome
MUSSOLINI
een
mens
zich
gespleten
zelf voortdurend tegensprak
Aan het tweede Risorgimentohebben
in Italië ook de boeren meegedaan
die
SIR ANTHONY EDEN
DADENDRANG VAN DE JEUGD
MOET GELEID WORDEN
Hel
verzet gaf de
democratie
inhoud
DE KROONPRINS
GESPAARD?
ZATERDAG 23 OCTOBER 1954
D AGIN A
Aardbeien in de herfst
In de nacht van de 27e October worden door de
fascisten alle publieke gebouwen van Italië
bezet en marcheren onder leiding van de Bono,
Vecchi en Balbo 250.000 zwarthemden naar
Rome. De vorst roept Mussolini om een nieuwe
regering te vormen. Deze reist per slaapwagen
naar Rome om daar, vanaf het balcon van het
palazzo Venezia, meer dan twintig jaar zijn
woord over Italië te doen galmen. Eerst op
5 Mei 1943 zouden de glazen deuren van dit bal
kon voorgoed achter hem worden gesloten.
Deze Mussolini heeft geen woord gesproken,
of hij heeft het door een ander woord weerspro
ken, geen overtuiging aangehangen of deze door
een tegenovergestelde verloochend. Zeer goed
kende hij de woorden van Macchiavelli: „een
schrander heerser kan noch moet zijn woord hou
den, als hem dit nadeel bezorgt en als de redenen,
die hem tot de belofte bewogen, niet meer aan
wezig zijn". De megalomaan, bij wie in 1910
paranoia werd geconstateerd, werd het type dat
zich door een goede neus voor alle mogelijkheden
der realiteit onderscheidt en steeds naar deze
mogelijkheden op jacht is; steeds zich aan de om
standigheden aanpast; een voortdurende neiging
heeft zich interessant te maken; vatbaar is voor
beïnvloeding door anderen Mussolini had steeds
de mening van zijn laatste bezoeker en geest
driftig grijpt naar een mogelijkheid om die ten
gunste van een andere, schijnbaar zonder herinne
ring, weer op te geven.
Bietenbouwers worden
Boertjes van Buuten
Nieuwe namen K.R.O.
orkesten
Waarom geeft een man de voor
keur aan Dukia-Ondergoed
Aan de Beverwijkse Groentenveilin-
gen werden Vrijdag nog enkele kist
jes aardbeien van de koude grond
aangevoerd. Voor deze zeer late licht
gekleurde aardbeien werd 45 cent
per doosje betaald.
keer en waar de jongelui zich kunnen
vermaken. Men wijst daarbij op Dor
drecht, dat onlangs een straat voor rol
schaatsen heeft vrijgegeven. Maar denk
eens aan de omwonenden. En vergeet
niet, dat een jongen.juist daar waar hij
het niet mag bij voorkeur speelt. Van
veel betekenis is het dat bij de uitbrei
ding van de steden aan de stadsrand, en
bij voorkeur op terreinen tussen de
oude bebouwing en de nieuwe wijken,
sportvelden worden aangelegd.
Baldadigheid achteruit gegaan
Graag paraaeerde Mussolini als de grote „voorwerker" van het Italiaanse volk. Vooral de ontwikkeling van de land
bouw had daarbij zijn belangstelling. Hier ziet men hem aan het werk bij een dorsmachine, nadat hij tevoren een
grote rede over de landbouw in Italië had uitgesproken.
Gillend van angst, van onder tot boven met oranje
verf besmeurd, kwamen onlangs zes jongens de
loopplank van een coaster in de Amsterdamse ha
ven afrennen. Zij waren op het onbemande schip gegaan,
waren in de hut van de kapitein doorgedrongen en had
den daar een halve bus met een touwtje er aan evonden
Wat doen nieuwsgierige belhamels? Aan het touwtje trek
ken natuurlijk. Ze hadden er geen idee van, dat het een
daglichtnoodsignaal was en als ze de benaming gekend
hadden, had dit hun nog niets gezegd. Een enorme oranje
wolk had hen terdege aan het schrikken gemaakt. De
pas geverfde hut van de kapitein had, evenals de jon
gelui, een oranje verfje gekregen. In hun haast, om uit
de hut te komen, hebben ze nog allerlei (hoewel onopzet
telijk) vernield. De schade bleef beperkt tot f 500.Geen
geval van baldadigheid, maar zuiver een gevolg van
nieuwsgierigheid.
Er komen erger dingen voor: In een school hebben kin
deren louter uit vernielzucht de leesboekjes verscheurd,
inktpotten daarover uitgegooid en een polshorloge, dat
zij ergens vonden, niet meegenomen, neen, in gruizele
menten vertrapt. Het gevaarlijke spel met een catapult,
waardoor niet alleen telkenjare ontelbare ruiten sneuve
len, maar ook tal van oogverwondingen ontstaan, werd
in een dorp gebruikt om vogels te doden. Vlerkjes wer
den uitgetrokken en vormden een gewild ruilobject met
jongens uit een naburig dorp. Bij de wisseling van Oud
en Nieuw in Den Haag werden auto's aangehouden, de
bestuurders gemolesteerd en met vuurwerk en stenen
bekogeld. Het komt voor, dat men spijkers op het fiets
pad strooit, zodat fietsers ófwel enkele honderden meters
moeten lopen, ófwel kilometers.... met een lekke band
namelijk. In een plattelandsplaats is niet lang geleden een
egel met petroleum overgoten en in brand gestoken, waarna
de lieve jeugd het dier als voetbal gebruikte. Alle ge
vallen van ergerlijke baldadigheid, vernielzucht, zelfs van
verwildering. Het volgende, sprekende, geval is er tevens
nog een van grove diefstal: In de Openbare Leeszaal te
Delft is uit een tiendelig standaardwerk van de E. N. S.
I. E. een 35-tal bladzijden, die handelen over de elek
trotechniek, gescheurd. Kennelijk door een leergierig
iemand, die geen geld voor zijn studie over had.
Mussolini zou eens
een redevoering uit
spreken ten gunste
van neutraliteit. Toen
de zaal echter gevuld
was met interventio-
nisten, speechte hij
even geestdriftig voor
interventie: dit zegt
al genoeg. Hij ver
telde aan de journa
list Emil Ludwig, dat
antisemitisme in Ita
lië ondenkbaar was,
maar vaardigde in
1938 de antisemieti-
sche raswetten uit.
Hij was eerst repu
blikeins, toen ko
ningsgezind en in
1943 weer republi
keins. In de eerste
wereldoorlog was hij
eerst voor neutrali
teit en toen voor in
terventie. Hij vlucht
te naar Zwitserland
om de militaire
dienstplicht te ont
gaan, maar verheer
lijkte later het mili
tairisme.
Hij steunde eerst de
acties der landarbei
ders. maar wierp zich
later toen hij zag,
dat de rechtse groe
peringen hem meer
kans boden op de
staatsmacht op als
verdediger der land
eigenaren. Hij was
fel tegen de Libysche
veldtocht geweest,
maar zou later zelf
Abessinië binnenval
len. Na de Duitse
inval in België in
in 1914 schreef hij:
„waarom zou men
Mf» zich druk maken om
MB| het lot van een klein
Ill§y%| volk?" En twee
flHH maanden later klaag-
£je hij over het on
recht, België aange
daan. In 1912 ver
klaarde hij „als
ieder hetzelfde denkt,
9rdt het leven een gekkenhuis", maar
'ater zou hij geen enkele tegenspraak
u'den.
6 April 1912 schreef hij in de Popo-
a Italia: „weg met de staat in al zijn
'rnen; ons enige geloof is de anarchie",
™aar op 26 Mei 1927 verklaarde hij in
parlement „alles in, niets tegen en
mets buiten de staat." En om deze op
somming dar, maar te eindigen: in zijn
jonge jaren had hij ten overstaan van
«en vergadering gezegd: „als God be
staat, moet hij me kunnen neerslaan.
„1,geef de z-g- God vijf minuten tijd
Z1in bestaan te bewijzen." En na
in do°dse stilte op zijn hor-
1'hebben gekeken: „hiermee is
er geen God bestaat."
7A72 een voor het buitenland be-
S,,.r® dut°biografie vertelt hij over
•t!frL jvarLzÜn moeder in 1905, dat
zelfs zijn diep Geloof (sic) niet in staat
7eVMo1Jmanm^,t verhchten. En deze
c fde raan zou lat.er als een van zijn
hetVoto^eum krUis Plaatsen 'n
Deze gespleten mens kon met be
ginselen balanceren en hij zette z'in
kracht juist daar in, waar er behoef
te aan was. Het doel de bevredi
ging van het ik en de staatsverove-
hmg heiligde alle middelen. Even
voor de mars naar Rome verklaarde
Sr
MAARSCHALK
BALBO
hij „wij spelen op alle snaren van de
lier, van religieuze af tot geweldda
dige toe." Een vaste overtuiging had
hij niet, wel aangemetene die hem in
bepaalde omstandigheden het best
schenen te dienen. Die omstandighe
den hadden hem voorstander gemaakt
van een contrarevolutie, waren zij
echter anders geweest dan had hij
zich evengoed als leider van een sov
jetstaat kunnen ontpoppen of van een
Christelijke regering. Het is daarom
niet geheel juist, te stellen dat Musso
lini een leerling was van bepaalde
ideologieën, al hadden ideeën van an
deren inderdaad invloed op hem.
Van Nietzsche leerde hij alles te ver
achten wat uit zwakheid voorkomt. So-
rel onderwees hem de methode van het
geweld en de mythegedachte. Van He-
gel nam hij de idee over van de Staat
als absoluut begrjp; van Pare to de ge
dachte van de elite der minderheden;
van Macchiavelli de noodzaak van hui
chelarij voor een heerser. Men ziet dat
daarbij weinig Italiaanse neïnvloedin-
gen zijn en het fascisme kan daarom
zeker geen hergeboorte van de Romein
se tijd of het Risorgimento genoemd
worden. Het imperialisme was veeleer
van Engeland afgekeken dan van de Ro
meinen; de centralisatie nam Frank
rijk tot voorbeeld; Rusland leverde de
idee der eeuwige revolutie en Duits
land die van de ethische staat, het mi
litairisme en het antisemitisme.
Een mythe
Dat hij door de Italianen aanvanke
lijk werd geaccepteerd, ligt aan het
feit dat hij wist te appelleren aan de be
hoefte aan orde en rust. Zeer hanuig
was hij de mythe gaan propageren dat
Italië gered moest worden van een rood
gevaar. Wel had hij zelf geschreven:
„te zeggen, dat er in Italië een rood
gevaar bestaat, betekent een onoprech
te vrees in de plaats stellen van de re
aliteit", maar toen zag hy zyn kans
nog liggen bij de linksen! Hij had met
die woorden trouwens geen ongelijk
want met dat bolsjewistisch gevaar was
het zeker niet zo erg gesteld als Mus
solini later ter eigen rechtvaardiging
zou gaan beweren. Inderdaad mogen de
uiterst linksen niet van schuld worden
vrij gepleit: hun agitaties verontrust
ten de natie. Maar bij de spoorwegsta
king in Engeland waren tenminste even
veel personen betrokken geweest als
bij die in Italië en niemand had ooit
beweerd, dat er in Engeland gevaar
voor Bolsjewisme was. En wat de be
zetting van landerijen door linkse ar
beiders betrof: in 20 maanden tijd was
slechts 0.35 procent van het grondop
pervlak gewelddadig bezet. Maar Mus
solini had om aan de macht te komen
een tegenstander nodig, vandaar zijn
mythe van een rood gevaar.
In het opwekken van de angst daar
voor zag hij uiteindelijk meer heil dan
in het blijven ijveren voor het prole
tariaat, zoals hij aanvankelijk had ge
daan. Vele stakingen waren trouwens
door de fascisten zelf geënsceneerd ge
worden en een weifelachtige regering
was gaan knipogen tegen het fascisme
dat zich gehaast had om zichzelf de au
reool van de Grote Verzoent te geven.
In Italië slaat bovendien het „fare una
buona figura" altijd in en Mussolini
was inderdaad een figuur die indruk
wist te maken. Hij was niet oppervlak
kig, vrij intelligent (hij heeft ook een
roman geschreven) en had een enorme
flair en een nog grotere show, dat
laatste mogelijk juist als uiting van een
minderwaardigheidscomplex. De gro
te massa, ja de gehele Europese we
reld, kwam zo sterk onder de indruk
van zijn woord dat men zijn bedoeling
niet doorhad. De bereidheid van de mo
derne mens om te geloven is immers
ongelooflijk aldus Mussolini zelf te
gen Emil Ludwig!
Toch heeft het fascisme betekenis
voor Italië gehad. De directe beteke
nis is overdreven, gevolg van het
feit dat deze vooral op korte ter
mijn werkte waardoor een per
spectivisch gezichtsbedrog ontstond
en vooral door buitenlanders, als toe
risten, werd ervaren. De publieke or
de werd hersteld in een mate die
voor Italië tót dan toe ongekend was.
Het verkeerswezen werd geordend,
de hotelaccommodatie verbeterd, be
delarij streng gestraft en het straat-
Beeld van prostitutie gezuiverd, van
stakingen, bovendien, had de reizi
ger geen last meer. Naar deze cri
teria echter de juistheid van een sys
teem af te meten, is een verwarring
tussen schijn en wezen, een gebrek
aan critische zin. Iets groter is de
fascistische betekenis dan ook al in
dit opzicht, dat het grote plannen re
aliseerde. De nieuwe spoorlijn tus
sen Napels en Rome werd aange
legd; de haven van Genua vergroot;
Apulië kreeg irrigatiewerken; de Pon-
tijnse moerassen werden droogge
legd.
Ook dit alles is echter weer minder
ideaal dan het lükt, want ten eerste la
gen deze plannen reeds in de regerings
laden gereed, ten tweede was hierbij
veel show en ten derde kende Musso
lini ook déze woorden van Macchiavelli:
„niets brengt een vorst in groter aan
zien dan het uitvoeren van grote on
dernemingen." Bovendien het wordt
veel te weinig geweten hebben de de
mocratische regeringen tussen 1948 en
1953 op dit stuk aanzienlijk meer be
reikt dan het fascisme in 15 jaar tijd.
Zij hangen het echter minder aan de
grote klok! Aan agrarische hervormin
gen b.v. is 62 x méér geld uitgegeven
(in vooroorlogse waarde) dan het fas
cisme heeft gedaan. En in enkele jaren
tijds is Carlo Levi's uitspraak dat
Christus Eboli voorbij is gegaan, vol
komen gelogenstraft.
Terugkerend tot het fascisme, moet
daarom worden opgemerkt, dat het aan
kweken van een gevoel van eigenwaar
de bij de Italianen weer een belangrij
ker prestatie was dan het uitvoeren van
grote werken. De grote boulevards, de
nieuwe stations, de blootlegging van
het oude Rome, het doen her verschij
nen van het S.P.Q.R. op de muren van
de hoofdstad; dat alles was wel een
overprikkeling van nationalistische ge
voelens, het was weer veel show als
uiting van een minderwaardigheids
complex, het diende ook
graving der Romeinse Fora vooral
om door herleving der „romanita" het
geloof in de mythe te hulp te komen;
het was ook vaak strikt politiek (de
via dell Impero was niet slechts ver
keerstechnisch bedoeld maar ook om
de kolonnes te doen marcheren naar
het palazzo Venezia); maar dat al
les kweekte toch een zelfrespect dat de
Italiaan vaak te zeer miste. De op zich
onjuiste mythe hamerde eenheid en dis
cipline onder aller aandacht. Waarde
volle begrippen als stijl, traditie en
plicht werden (toegegeven: te sterk en
te weinig cumulatief) naar voren ge
bracht en grepen vooral de niet-cumu-
latief ingestelde jeugd.
Daarmee kom ik tot de indirecte be
tekenis van het fascisme, die veruit het
grootst is. Italië kreeg nu geen vreem
de heerser maar een eigene. En daar
tegen zou men wel in actie komen, ter
wijl men in vroeger eeuwen de vreem
de heersers, van de Oostenrijkers af
gezien, zo apathisch had bejegend. De
democratie kreeg in en door het Ver
zet een inhoud. Groepen, die ervoor
nooit geestdriftig waren geweest, wer
den het nu. De politieke bewustwor
ding werd wakker geroepen. Boeren
hadden aan het eerste Risorgimento
niet meegedaan, aan het tweede
want zo kan de periode van ongeveer
1935 tot 1945, lettend op het Verzet ge
noemd worden deden zij het wel.
De katholieke geestelijkheid stond t.
O. het tweede rusorgimento sympathie
ker dan tegenover het eerste. Italië
heeft in en door het fascisme een re
naissance ondergaan, die niet specta
culair doch wel evident is. Het fascisme
was een uitdaging, het huidige Italië
is daarop het antwoord. Mussolini heeft
opgewekt wat anders zou zijn blijven
sluimeren. In zoverre leeft hij nog
steeds in Italië voort.
Dr. L. VAN EGERAAT
Herhaaldelijk kan men vooral in
de plaatselijke pers lezen van ver
ontrustende gevallen van jongelui, die
niet de minste eerbied hebben voor het
goed van een ander, die in hun verniel
zucht voor duizenden guldens schade
aanrichten, die niet rusten voor zij plan
ten en struiken tot de wortel toe heb
ben vernield. Het lijkt wel, vooral door
de veelvuldig: voorkomende publicaties,
of de baldadigheid ernstiger vormen
heeft aangenomen dan vóór de oorlog.
Zonder meer kan men dit niet zeggen.
Kwalitatief is de vernielzucht niet toege
nomen. Men is niet zo ruw meer tegen
over dieren (al kan men de gevallen
van boeren die hun eigen vee zeer
wreed behandelen niet vergeten). Men
vergrijpt zich ook niet zo spoedig meer
aan zaken die de piëteit raken. Graf
schennis komt bijvoorbeeld betrekkelijk
zelden voor. Wel is men hardnekkiger
in zijn vernielzucht.
Niet groter dan voor de oorlog
Kan men in het algemeen niet zeg
gen dat de baldadigheid, vernielzucht
Jongens komen veelal door verveling tot de meest eigenaardige baldadige
bezigheden. Wat voor een attractie kan er nu aan zijn een verkeersbord op deze
manier te vernielen.
en verruwing groter zijn dan voor de
oorlog (kort na de oorlog natuurlijk wel,
maar dit heeft zich ten gunste gewij
zigd), dit neemt niet weg, dat wat er
dag in dag uit ten offer valt aan de
vernielzuchtige banden van de lieve jeugd,
toch nog onrustbarend is. Lang niet al
les komt ter kennis van de politie. Veel
vernielingen worden geconstateerd zon
der dat men haar er in mengt. Men zou,
als men zou trachten het locale schade-
cijfer te achterhalen, enig houvast heb
ben aan de schade teweeggebracht aan
gemeente-eigendommen. Maar daarvoor
zou men zijn informaties moeten uit
strekken tot zeker een twintig- a der
tigtal grote gemeenten. Daarbij komt
dat er zeer veel in de particuliere sec
tor vernield wordt. Een schatting van
wat er jaarlijks in ons land aan de ver
nielzucht ter, offer valt kan daarom
niet anders dan zeer globaal zijn. Men
spreekt van vele tonnen en zelfs van
enkele millioenen.
Genoeg, dunkt ons. Veel te veel zelfs.
Niet alles kan men echter op rekening
schrijven van de vernielzucht, de ver
wildering. Er zijn genoeg avontuurlijk
aangelegde knapen die heus niet al
len uit de volksbuurten behoeven te ko
men die er op een vrije middag
op uittrekken naar de havenkant, spoor
wegemplacement, laadstation en bouw
blokken en die uit nieuwsgierigheid op
kranen klimmen, machines in werking
stellen, in huizen in aanbouw rond
neuzen. Hun dadendrang, initiatief,
zwerflust veelal beknot in de te klei
ne huizen, meestal nog kleiner gewor
den door inwoning is te veel beperkt
en moet tot gelding komen in de ruimte.
Activiteit binden
Moedwillige vernieling is natuurlijk
alleen maar te laken. Een kleine groep
van de hedendaagse jeugd is behept
met een vernielzuchtige tendenz. Hier
moet streng tegen opgetreden worden.
De andaren zou men door allerlei maat
regelen moeten binden. Men zou hun
activiteit in een andere bedding moe
ten brengen, hun gelegenheid moeten
geven hun energie op een andere ma
nier te uiten. Mogelijk krijgt men dan
ook de ernstigste gevallen de asphalt-
jeugd mee.
Allereerst is het gewenst dat het ge
zin op de voorgrond gesteld wordt. Het
te dicht op elkaar wonen in de grote
steden en vooral de samenwoning in te
kleine behuizingen maakt dat de jeugd
haar heil op straat zoekt. Een snellere
woningbouw, ook van ruime woningen,
zou de kinderen meer aan huis bin
den. Goede, boeiende radioprogramma's
en verstandig geleide televisie met goede
kinderverhalen in de middaguren houden
de jeugd van de straat. Jeugdbeweging
en verkennerij 'doen veel goeds, maar
hebben te weinig vat op de asphaltjeugd.
Het vrijgevochten, onordelijke verkeer
kan door verkeersopvoeding en ver-
keersbrigades in oetere banen geleid
worden. Een verkeerstuin zoals in Den
Haag is aangelegd brengt verkeersdis-
cipline bij. Uitingen van volksvermaak
als op Hartjesdag en bij het verbran
den van Kerstbomen worden door de
stedelijke overheid tot een ordelijke,
gezamenlijke manifestatie geleid. Pro
paganda voor het lezen van boeken en
inrichting van bibliotheken met een
ruime voorraad jeugdlectuur kunnen
een heilzame uitwerking hebben.
De jeugd wil eenter ook voldoende ge
legenheid tot spel hebben, vooral in de
buitenlucht. Zij heeft te weinig moge
lijkheid uiting te geven aan haar da
dendrang. Leg daarom speelstraten aan,
zo propageert men, straten die op be
paalde uren gesloten zijn voor het ver-
ijdens een audiëntie, die niet langer dan tien minuten
duurde, heeft koningin Elizabeth de Britse minister
van buitenlandse zaken, Anthony Eden, opgenomen
in de oudste en meest exclusieve ridderorde van Groot-
Brittannië, de Orde van de Kouseband. In meer dan één
opzicht is dat een opmerkelijke gebeurtenis. Dat er nu in
één Brits kabinet twee bewindslieden zetelen, die de Kou-
seband hebben ontvangen, voordat zij enige andere adel-
o „™„fi I üjke titel voerden, is al curieus genoeg. Sinds de dag,
dat Eduard III, die zich toen ook juist koning van Frank
rijk was gaan noemen, de Orde instelde, zijn in het ge
heel nog maar zeven „Commoners" met deze hoge onder
scheiding begiftigd: Walpole, Grey, Balfour, Austen Cham
berlain, Baldwin, Churchill en Eden. Sir Austen Cham
berlain was de laatste minister van buitenlandse zaken,
die ridder in de Orde van de Kouseband werd. Hij kreeg
die onderscheiding kort na het sluiten van het Pact van
Locarno in 1925, een overeenkomst, die elf jaar later door
Duitsland zonder voorafgaande waarschuwing werd ge
schonden door de bezetting van het Rijnland.
Sir Anthony Eden's carrière behoeft in genen dele on
der te doen voor die van Sir Austen. De conferentie van
Genève, waardoor een eind werd gemaakt aan de Indo-
Chinese oorlog, de oplossing van het Perzische oliegeschil,
de kwestie van het Suez-kanaal en het vraagstuk-Triëst,
alsme,de de uitermate belangrijke conferenties van Lon
den en Parijs uit het allernaaste verleden hebben grote
lijks bijgedragen tot verhoging van zijn prestige, dat toch
al niet gering was. Eden en Churchill zijn zonder enige
twijfel de meest ervaren beoefenaars van de internatio
nale politiek, die thans in leven zijn. Natuurlijk reikt de
ervaring van Sir Winston nog verder in het verleden terug
dan die van Sir Anthony, maar zo op het eerste gezicht
is er geen tweede figuur, die de internationale standing
van de Britse minister van buitenlandse zaken evenaart.
Tal van politieke waarnemers menen, dat Sir Anthony
Eden's positie als opvolger van Sir Winston nu steviger
is dan ooit. Koningin Elizabeth heeft als het ware haar
fiat gegeven aan de persoon van Eden als de nieuwe
„leider van Harer Majesteits regering". Alleen, de tegen
woordige leider schijnt voorlopig het veld nog niet te
ruimen. Tijdens het conservatieve partijcongres, dat en
kele weken geleden in Blackpool is gehouden, verscheen
in een Engels blad een caricatuur, waarop men Churchill
op een uitgelaten wijze naar het partijcongres van 1975
zag huppelen. Achter hem werd een oude heer in een in
validenwagentje voortgeduwd. Die oude heer was Eden
en twee oude dames fluisterden elkaar toe, dat zij zich
Eden nog uit hun meisjesjaren herinnerden als Churchill's
kroonprins. Deze caricatuur was misschien een boosaar
dige zinspeling op de tragische manier, waaróp de voor
uitzichten van een andere „troonpretendent", Lord Cur-
zon, door de loop van de geschiedenis de bodem werd
ingeslagen. De geschiedenis herhaalt zich, gelijk bekend,
nooit. En er is daarom menselijkerwijs gesproken ook
geen enkele reden om aan te nemen, dat de verlening
van de Kouseband het laatste hoogtepunt is in de carrière
van Sir Anthony.
Maar er is nog wel iets anders, dat de overweging waard
is. In één kabinet zitten twee dragers van de Kouseband
en zij hebben zonder twijfel dit gemeen, dat hun grootste
verdiensten liggen op het gebied van de buitenlandse po
litiek. In het geval van Sir Anthony moet men wellicht
zeggen, dat zijn verdiensten vrijwel uitsluitend op dat ge
bied liggen. Ook Churchill heeft altijd een grote voor
keur voor de buitenlandse politiek aan de dag gelegd,
maar hij heeft, met wisselend succes, ook nog
andere departementen beheerd. En een van de
voornaamste bestanddelen van zijn politiek vermogen
is Churchill's robuuste welsprekendheid, verrijkt en
verruimd door een lange ervaring. Waar zijn kennis
eventueel tekort schiet, helpen enkele saillante zinswen
dingen hem over het dode punt. Met Eden ligt de zaak
wel wat anders. Zijn uitstapjes op het gebied van de
binnenlandse politiek dateren uit de jaren twintig en nie
mand herinnert ze zich als brillante successen. Politieke
tegenstanders zijn nog altijd geneigd Sir Anthony te vra
gen. of hij er al in geslaagd is de juiste weg te vinden
naar de ..democratie van het bezit", die hij destijds aan
prees. Niet voor niets hebben politieke waarnemers vóór
de jongste kabinetswijziging gemeend, dat Sir Anthony het
„Foreign Office" zou verlaten om zich op het premier
schap „voor te bereiden". Misschien heeft Churchill zijn
jongere volgeling niet de ramp willen aandoen om hem
met het premierschap te belasten in een periode van zo
grote spanningen op sociaal en politiek terrein op het
Britse thuisfront.
De meest aantreKkelijke oplossing is
het aanleggen of benutten van z.g. rom-
melspeelterreinen, zoals men in Dene
marken heeft. Hier staan oude auto's,
afgedankte trams, lorries, waar de jon
gens zich, zonder schade aan te rich
ten, kunnen uitleven. Hun fantasie
wordt hier gevoed, hun avonturiers-
geest kan zich ontplooien en ook kan
him technische knobbel tot gelding
komen.
In Amsterdam-Oost heeft men sinds
enige tijd „Jongensland", een terrein in
de Watergraafsmeer aan het Merwede-
kanaal met riet en laag gewas, waar de
jongelui graag komen. De hele Indische
buurt is er mee gebaat. De baldadigheid
is er sterk achteruitgegaan. Allerlei af
gedankte spullen, oude voorraden hout,
vuurpotten van loodgieters, niet meer
te gebruiken gereedschap, zijn een
welkome prooi voor de jongens, die er
ook kunnen varen.
Men moest, aldus luidt een hart
grondige wens die men kan op
vangen in hoofdstedelijke politiekrin
gen. kunnen komen tot meer van der
gelijke terreinen. Men zou er dan
oud bouwmateriaal moeten brengen,
vervallen tramwagens, autowrakken,
niet meer te gebruiken motoren. De
jeugd zou er fietsen uit elkaar kun
nen halen en monteren, met machines
kunnen experimenteren. Alles moet
een beetje vuil en wat ruw zijn. Daar
heeft men het meeste plezier in. Voor
de winter zou er op dergelijke plaat
sen een houten keet moeten worden
gebouwd. En als het even kan zou
er gelegenheid moeten komen een
miniatuur-spoorwegemplacement aan
fe leggen.
Zou, zo zeggen wij van onze kant. niet
een deel van het Vliegenbos of Flora
park in Amsterdam-Noord met de grond
gelijk gemaakt kunnen worden en zou
daarop niet een dergelijk speelterrein
kunnen worden aangelegd? Biedt ook
Den Haag geen gelegenheid daartoe in
een deel van het Zuiderpark of de Sche-
veningse bosjes? Het klinkt misschien
vandalistisch, maar is het zo fraai als
telkenjare veel struiken, heesters en
bloemen vernield worden omdat de
jeugd geen voldoende bezigheid heeft?
Het terrein achter de Indische buurt
bindt iedere maand veertien- tot vijftien
honderd jongens. En het zou voor
hen nog veel aantrekkelijker kunnen
worden.
De kans dat de jongelui naar ruwe
films trekken, waar zwaar in geknokt
wordt en die een weinig verheffende
invloed hebbeil, zou kleiner worden. Be
slist geringer in aantal zouden ook wor
den de diefstallen van stripverhalen in
de warenhuizen en in de boekhandel.
Deze zijn wel niet zo schandelijk als in
Amerika, maar zij werken de verruwing
ten zeerste in de hand. Tenslotte zou
het nemen van initiatieven in de geest
als in het bovenstaande gepropageerd
koren op de molen zijn van de Tucht-
Unie, een organisatie die met veel ijver,
goede voorlichting en weinig geld tracht
de baldadigheid en verruwing, die toch
wel ernstige vormen heeft aangenomen,
te beperken.
GERARD GROOT
Hangende de kwestie tussen de KRO
en Ger de Roos heeft de KRO aan de
voorheen door Ger de Roos geleide en
sembles inmidels reeds andere namen
gegeven. De Bietenbouwers zullen voort
aan optreden onder de naam van „De
boertjes van buuten" en het Orkest zon
der Naam met de Markententsters en
de Drie Musketiers, zijn voortaan te be
luisteren onder de naam „De Trouba
dours". Zo bijvoorbeeld morgenmiddag,
Zondagmiddag 24 October om kwart
over één over Hilversum I.
Zoals wij bericht hebben heeft Ger de
Roos onlangs zijn ontslag ingediend bij
de KRO en wil de KRO dit ontslag wel
verlenen mits een andere formulering
wordt gebruikt. Zulks in verband met
eventuele juridische consequenties.
(Ger de Roos verklaarde dat de zaak
in feite wel afgedaan was. De geruchten
dat hij naar de AVRO zou gaan, zijn uit
de lucht gegrepen, aldus zijn eigen
woorden.
Advertentie
Omdat het de roigemde voordejem bezit:
PASVORM - Alle modellen zijn door
buitengewone pasvorm en afwerking
voor een ieder de ideale dracht
KWALITEIT-Alleen van de beste 1000/1»
Peru Katoen worden de DULCIA arti
kelen gefabriceerd
DULCIA-BAND
Dezeelastiek band
is door haar speci
ale samenstelling,
bij normaal ge
bruik, onverslijt
baar.
Uitstiiilend verkrijgbaar bij Herenmode-zalm