Gewichtig novum voor Katholiek Nederland EISENHOWERenADENAUER bespreken Duitse eenheid i i V De sigaret waar ook U naar uitkijkt 80 Nieuwe voorstellen van het K.N.V.B.-bestuur Nobelprijs voor Hemingway fS A/V: AA Openingsrede van mgr. Alfrink Minister: Weergave onjuist Het tempo van de wegenbouw Rechtmatige eis, die alleen met vreed zame middelen moet worden nagestreefd Vietminh boycot de consul der VS. I TRAFFIC De Sterna verkocht aan Urugay Ter bescherming tegen afroming door Beroeps Voetbal Bond Mogelijkheden voor Nederlandse exporteurs op lange termijn Voor zijn krachtigstijlvormend meestei schap in de moderne vertelkunst55 'n Gezond ideerook KAVEEWEE VRIJDAG 29 OCTOBER 1954 PAGÏNA 5 HOGER KATECHETISCH INSTITUUT GEOPEND De rede van generaal Gruenther Minister optimistisch Duitsers voortaan bij Amerik. manoeuvres lil Hanoi I in één woord I VOL-maakt Zaak-Schmidt Oud-Hoge Commissaris in geding Ethiopië-dag van Nederl. Export Federatie Concurrentie met de hele wereld Opperwachtmeester tot officier bevorderd Weer tien mïllioen aan militaire orders Gisternamiddag heeft Zijne Hoogwaardige Excellentie mgr. J. B. Alfrink in 'iet klooster der paters Augustijnen te Culemborg officieel het Hoger Kate- chetisch Instituut voor priestergodsdienstleraren geopend. Dit instituut is geboren uit een algemeen gevoelde behoefte aan katechetische vernieuwing zowel naar inhoud als ten aanzien van de te volgen methoden en ten doop gehouden door het Hoogwaardig Episcopaat en de gezamenlijke provinciaals van alle Priester-Orden en Congregaties in Nederland. Het doel van het Hogei Katechetisch Instituut is het verdiepen en verruimen van de vakkennis der godsdienstleraren en wetenschappelijke bezinning ten dienste van hen, die leiding moeten geven aan het godsdienstonderwijs. De lessen, te geven door een corps van achttien voortreffelijke docenten, zijn verdeeld in drie secties: theologie in de katechese paedagogie en psychologie in de kate- chese didactiek in de katechese. De cursus omvat twintig lesweken, elk van vijf lesuren, telkens gevolgd door een gemeenschappelijke gedachtenwisse- lina om het contact tussen docenten en cursisten te bevorderen en zo prac- tisch mogelijk hulp te bieden. Aan het einde van het studiejaar wordt na afgelegd examen een diploma verleend. Voorlopig wordt de cursus gegeven ten behoeve van priester-godsdienstleraren voor alle vormen van voortgezet onderwijs. lijk voor deze taak te bekwamen. Het aantal leerlingen der middel bare scholen neemt uitermate toe. In 1952 bedroeg het meer dan 26.000; in 1953 kwamen er 2.000 bij. Hier ligt een zeer voornaam stuk van de intellectuele ontwikkeling van het katholieke volks deel. De religieuze houding van dit deel van het gelovige volk kan de Kerk niet onverschillig zijn. Te meer, daar een groot kwantum van hen, die na hun eindexamen een universiteit of hoge school bezoeken, voor hun verdere le ven blijven staan op het peil van gods dienstkennis, dat zij aan de middelbare school verworven hebben. Met dit bezit en op dit niveau worden zij de leiders van het katholieke volk. Het lijdt daar om geen twijfel, dat voor de Kerk van Nederland het godsdienstonderwijs van de middelbare school een factor van verstrekkende betekenis is. De curatoriumvoorzitter van het in stituut, mgr. dr. W. M. J. Koenraadt, vicaris-generaal van het bisdom Breda, zette in zijn begroetingswoord uiteen waarom de verwachtingen van deze nieuwe instelling hooggespannen zijn. De noodzaak van grondige katechetische vernieuwing is voor de kerkelijke over heid van ons land een vaststaand feit. De aanpak van het op te richten insti tuut was meteen zo groots mogelijk. Men heeft een college van docenten gevormd dat borg staat voor een onder wijs met allure. Anderzijds echter zal de verhouding tussen cursisten en do centen gebaseerd zijn op een vrucht bare wisselwerking tussen theorie en ervaring, welke tot wederzijdse inspi ratie en aanvulling moet leiden. Uit eindelijk hoopt het instituut te bereiken, dat de nieuwe katec,i_se een centrale plaats inneemt in het geheel van het katholieke onderwijs in Nederland. Vervolgens nam Z. Hoogw. Exc. mgr. J. B. Alfrink het woord tot het uitspreken der openingsrede. Niemand zal er aan twijfelen aldus Z. Hoogw. Exc., dat dit instituut, dat gods dienstleraren van het V.H. en M.O. voor hun uiterst gewichtige taak wil bekwamen, van zeer grote betekenis zal worden voor katholiek Nederland. Een verantwoorde en grondige ver nieuwing van het godsdienstonderwijs aan middelbare scholen is beslist ge boden. Maar een grotere kennis van het vak „godsdienst" vormt nog geen godsdien stige mens. Wanneer echter de onkunde het geloofsleven zelf raakt, zodat men met de wezenlijke inhoud van het geloof geen weg meer weet, en dat is he laas vaak het geval dan is er inder daad reden tot grote bezorgdheid en onrust. Aan deze bezorgdheid dankt het Hoger Katechetisch Instituut zijn ont staan. De godsdienstleraar dient zo goed mo gelijk voorbereid te zijn op zijn gewich tige taak. Loutere vakbekwaamheid en wetenschappelijke opleiding garande ren echter nog geen didactisch en pae- dagogisch geschoold leraar. Zoals de universiteit steeds meer oog krijgt voor deze zijde van het leraarsambt en de opleiding der leraren didactisch-paeda- gogisch tracht te vervolmaken, zo zal de Kerk niet alleen de beste man moe ten vinden voor de post van godsdienst leraar, zij zal hem ook de gelegenheid dienen te geven om zich zoveel moge- Op schriftelijke vragen van het Eer- ste-Kamerlid mr. Sassen naar aanlei ding van de rede. die generaal Alfred Gruenther, opperbevelhebber der NA- TO-strijdkrachten in Europa te New Vork heeft gehouden met betrek king tot de Europese Defensie Gemeenschap, heeft mr. Beyen mi nister van Buitenlandse Zaken, mede namens ir. Staf, minister van Oorlog en Marine, en van mr. Luns, minister zon der portefeuille, geantwoord, dat de ministers zich de tekst hebben doen Voorleggen van de rede, die generaal Gruenther op 29 September 1954 te New York heeft gehouden Na kennis neming van de nhoud dier rede zijn zij van mening, dat het United Press-be- richt, zoals afgedrukt in de „New York Herald Tribune" van 1 October j.l., de strekking van het betoog van generaal Gruenther onjuist heeft samengevat. De minister haalt ten bewijze hiervan de desbetreffende passage uit de rede Van de generaal woordelijk aan. Op klachten van de K.N.A.C., vervat in een brief aan de minister van Ver keer en Waterstaat over het trage tem po waarmede diverse wegenbouwwerken worden uitgevoerd, heeft de minister thans geantwoord dat hij de mening van de Automobiel Club geheel deelt, dat de snelheid van uitvoering van het Rijkswegenplan en andere wegenwerken voornamelijk wordt bepaald door de beschikbare gelden enerzijds en de per sonele en technische mogelijkheden anderzijds. Wat het beschikbaar stellen van mid delen betreft is de minister optimis tisch. Naarmate bet herstel van de oor- Mgsschade voortschrijdt en de econo mische kracht van ons land toeneemt, 20 merkt deze bewindsman op, zullen Tenslotte is de waarheid en het be leven van die waarheid het doel van alle katholiek onderwijs. Daarom moet het godsdienstonderwijs op de middelbare school zo hoog mogelijk worden opgevoerd. De godsdienstle raar zij zich bewust, dat hij in de Kerk een taak van grote waarde ver vult. Die taak vraagt de inzet van heel zijn persoonlijkheid. Want meer nog dan alle kennis en paedagogische bekwaamheid is het de persoon van de leraar, die vormend werkt op de leerlingen. Zo hoog schatte de aarts bisschop-coadjutor de betekenis van het nieuw opgerichte instituut, dat hij ter vervolmaking daarvan als ide aal zag een in de toekomst wellicht nog te verwerkelijken samenwerking met onze katholieke universiteit, om dat de universiteit en instituten als dit van elkander zullen kunnen pro fiteren en in elkanders licht de ka tholieke waarheid meer reliëf vermo gen te geven. Na Gods zegen over de nieuwe in stelling te hebben afgesmeekt, ver klaarde Z. Hoogw. Exc. het Hoge Ka techetisch Instituut geopend. Pater dr. P. Schoonenberg S.J. open de vervolgens de cursus met een eer ste openbare les, die duidelijk het hoge niveau demonstreerde, waarop het in stituut zijn belangrijke taak vervult. Spr. gaf een algemene inleiding over de katechese als vorm van prediking, zich daarmede plaatsend midden in de actuele theologische reflectie over de verkondiging van Gods Woord. Van reformatorische zjjde immers verwijt men ons, dat wij de prediking onder waarderen ten voordele van de Sacra menten, en in eigen kring woirdt de vraag naar een theologie, die de pre diking dient, naar een theologie van de prediking zelf, steeds dringender. In een uitvoerig gedocumenteerd be toog toonde dr. Schoonenberg aan, dat de tekorten van wijsbegeerte en theo logie in het verleden dienden aange vuld te worden door een verder uitge werkt personalisme en schriftuurlijke denkcategorieën. Een wijsgerige uiteen zetting over de zin en het doel van het woord leidde tot de conclusie, dat het woord gemeenschap schept op .in terpersoonlijk plan. Theologisch gezien ontstaat diezelfde gemeenschap van geest en leven tussen God en de mens door het Woord van de H. Schrift. Spr. bewees deze stelling met een over vloed van Bijbelse teksten uit het Oude en Nieuwe testament. Gods Woord in de H. Schrift is werkdadig, scheppend, vervullend, verbindend. Vooral in het Nieuwe Testament wendt God zich tot ons in Christus, die de woorden van het eeuwige leven heeft, voor hem die gelooft. Volgens de H. Schrift komt het „woord" ach tereenvolgens tot ons door God, de profeten, Christus, de apostelen en de prediking. De prediking schenkt levende ge meenschap met God. Vervolgens be handelde spreker het verschil en de overeenkomst tussen sacrament en pre diking en concludeerde dat beide han delen in opdracht en uit kracht van Christus, zodat men de prediking kan zien als een instrumenteel handelen uit eigen werkdadigheid, al is het persoon lijk gegrepen-zijn natuurlijk van veel belang. Alle katechese draagt dit mys terie der prediking in zich. De kate- cheet moet zich plaatsen op het boven natuurlijk plan van het geloof. Omdat men een leer doorgeeft, die een mys terie is, dat slechts door het geloof kan benaderd worden, is de katechese steeds inleiding tot geloof, dat leven geeft. Daarom dient zij geïndividualiseerd te worden, aangepast aan de hoorder, voor wie men het mogelijk moet maken de H. Geest te ontmoeten. Deze ont moeting, die boven de leer uitgaat, moet mogelijk gemaakt worden voor een per soon, wat de volle inzet eist van onze vermogens op psychologisch, paedago- gisch en didactisch gebied. meer gelden ter beschikking van O Wegenbouw kunnen worden gesteld. mtrent de verhouding tussen de aan j^Êtenbouw bestede gelden en de door hooptVerkeer opgebrachte middelen, nort he minister binnenkort een rap- troct ontvangen van een door hem in- Hot commissie, wnrs tempo in de wegenbouw blijkt te afgeremd door een algemeen Bondskanselier Adenauer van West- Duitsland heeft gisteren in Washington eerst geconfereerd met de Amerikaan se minister van buitenlandse zaken, John Foster Dulles, en vervolgens liet noenmaal gebruikt met president Ei senhower. Na afloop van de besprekin gen tussen de bondskanselier en de pre sident werd een communiqué verstrekt, waarin een opsomming werd gegeven van problemen, die aan de orde zijn geweest. De beide staatslieden spreken de hoop uit, dat de te Londen en Parijs genomen besluiten de weg zullen v - nen naar een krachtig en verenigd Eu ropa. De eis van het Duitse volk tot de vorming van een vrij en verenigd Duitsland wordt in het communiqué een rechtmatige eis genoemd, maar te vens stellen Eisenhower en Adenauer vast, dat dit doel slechts met vreedza me middelen moet worden nagestreefd. Over de jongste Sovjet-nota met be trekking tot de hereniging van Duits land wordt in het communiqué gezegd, dat de inhoud daarvan in hoofdzaak een herhaling is van vroegere Russi sche voorstellen. Het streven om het hele Duitse volk eenheid en vrijheid te brengen is ongetwijfeld bevorderd door de overeenkomsten van Londen en Parijs en door de versterking van de vrije Europese landen, die daaruit voortvloeit. De Amerikaanse regering heeft de bondskanselier op zijn verzoek de verzekering gegeven, dat zij bij voort during bereid blijft steun en nuttig geoordeelde hulp te verlenen aan de West-Duitse pogingen om de vrijlating te verkrijgen van grote aantallen Duit- Radio-Vietminh meldt, dat de com munistische autoriteiten hebben beslo ten het Amerikaanse consulaat-gene raal, dat na de bezetting door de Viet minh in Hanoi was gebleven, niet te erkennen. De uitlatingen van het con sulaat-generaal zijn in strijd met de overeenkomst van Genève, waarin de souvereiniteit van de democratische re publiek Vietnam (Vietminh) wordt er kend, aldul de radio. Het Amerikaanse departement van buitenlandse zaken deelt mede, dat het als een „flagrante schending" van de 1 - QigClCliJU J. V-K.U 1 J"—-»-J I gebrek aan civiel-technische krachten bestandsovereenkomst zal worden be- °verheidsdienst. Het inschakelen" K m ,p®rt;iculiere bureaux, zoals de riiit i heeft voorgesteld, stuit hier op met te overkomen moeilijkheden. schouwd als de communistische mili taire autoriteiten het Amerikaanse con sulaat zouden dwingen Hanoi te verla ten. (AFP-Reuter). se krijgsgevangenen en weggevoerde Duitse burgers, die zich nog achter het IJzeren Gordijn bevinden. Amerikaans j en West-Duitse rege ringsvertegenwoordigers zullen binnen kort besprekingen beginnen over het vraagstuk van de vrijmaking van be zittingen van Duitse burgers in de Ver enigde Staten, die in de afgelopen oor log tot „vijandelijk bezit" zijn verklaard, zodat hun eigenaars er niet over kon den beschikken. De Amerikaanse regering zal dit vraagstuk in welwillende overweging nemen, zulks gekoppeld aan problemen zoals dat van de Amerikaanse aanspra ken op oorlogsschadevergoeding. Het Amerikaanse hoofdkwartier in Heidelberg heeft bekend gemaakt, dat West-Duitse regeringsfunctionarissen niet-geheime oefeningen en demonstra ties van het Amerikaanse leger mogen bijwonen. De inlichtingen, die zij ontvangen, moeten hen helpen bij het opstellen van plannen voor de rol van de Duitse strijd krachten in het nieuwe Westelijke de fensiestelsel. (Reuter) Advertentie F: s j' j TRj\FF Na enkele weken van onzekerheid staat thans vast, dat de Nederlandse kotter „Sterna", die het vorig jaar met een Nederlandse bemanning naar Zuid-Amerika vertrok, om daar voor de Braziliaanse kust de visserij te be proeven, verkocht is aan het gouver nement van Urugay. Enige weken geleden, toen het schip gereed was om naar ons land terug te keren, nadat diverse pogingen om het schip in Bra zilië te verkopen afgesprongen waren bleek, dat Urugay, dat al eerder be langstelling had getoond voor dit schip, misschien toch nog tot aankoop zou besluiten. Het schip is toen naar Mon tevideo vertrokken en daar geïnspec teerd en beproefd. Het resultaat is, dat het schip thans verkocht is. De bemanning zal zo spoedig mo gelijk naar ons land terugkeren. Het voornemen bestond, om de thuisreis te maken met de „Highland Brigade", doch dit schip blijkt volgeboekt te zijn. Er wordt nu naar passage op een ander schip gezocht en waarschijnlijk zal dat een Fransman zijn. Voor de reder, de heer A. D. de Kos ter te Wassenaar, betekent dit het einde van een experiment, dat niet steeds even succesvol is geweest. Ge zien de moeilijke verbindingen te land en de daarmee verband houdende pro blemen betreffende de distributie van de gevangen vis, gezien ook de schom melende standaard van de munt, bracht het bedrijf in Brazilië te grote risico's met zich mee. De heer De Koster deelde ons nog mede momenteel geen plannen te hebben tot hervatting van de visserij in ons land of elders. Op Zaterdag 30 October 1954 zal in Museum „Het Rembrandthuis", Joden- breestraat 46 te Amsterdam een rond gang gehouden worden met deskundige toelichting tot Rembrandt's ets- en te kenwerken. Hieraan kunnen alle mu seumbezoekers deelnemen; aanvang half drie. Advertentie Volgens een tweede getuige, Haris Bin Suhaemi, voormalig lid van de Darul Islam, had de leider van de D.I., Karto- suwirjo, namen van vele Nederlanders, o.a. Westerling en Schmidt, genoemd als medewerkers van de organisatie. Op de vraag van de rechter, welke buitenlan ders getuige had zien praten met Kar- tosuwirjo noemde Haris o.a. de heer Lamping, de voormalige Nederlandse Hoge Commissaris in Djakarta. De ge tuige bleef bij zijn verklaring, ook na dat de rechter er op had gewezen, dat zijn verklaring waardeloos is indien zou blijken, dat hij zou hebben gelogen. Op andere vragen zei getuige, dat hij nooit Nederlanders met de Darul Islam in actie had gezien. Hij had zelf ook nooit aan acties van de D.L meegedaan, maar wel aanwijzingen gegeven. Na de zitting verklaarde de rechter de mededeling van Haris over de heer Lamping niet te zullen boekstaven, aan gezien hij geen internationale verwik kelingen wenste te veroorzaken. De volgende zitting is vastgesteld op vier November. Volgens D.P. achten Nederlandse au toriteiten te Djakarta de bewering van getuige Haris, dat de heer Lamping be trokken zou zijn geweest bij pogingen van fanatieke Mohammedaanse groepe ringen de republiek Indonesië omver te werpen „belachelijk". De agenda voor de bondsvergadering van de KNVB, welke Zaterdag te Am sterdam zal worden gehouden, is thans vastgesteld. Ze heeft een uitbreiding ondergaan vergeleken bij de enkele weken geleden publiceerde voorlopige agenda. Zo is het agendapunt „verslag over het hondsjaar 1953/54" thans ge splitst in: jaarverslag en beleid bonds- bestuur. Voorts stelt het hoofdbestuur ten aanzien van de reglementen voor artikel 8 van het h.r. o.m. als volgt te lezen: Aan hen, wier lidmaatschap van de KNVB niet is geëindigd, is het zonder toestemming van de KNVB niet ge oorloofd als speler, trainer of anders zins, direct of indirect deel te nemen aan de training of aan wedstrijden van andere dan door de KNVB toegelaten verenigingen en/of door de FIFA er kende organisaties. Op straffe van een dadelijk opvorderbare boete van f 50 voor iedere trainingsbijeenkomst en f 100 voor iedere wedstrijd. Eventuele uit dezen hoofde ontvangen bedragen worden gestort in de kas der stichting Wanneer de Nederlandse exporteurs met succes werkzaam willen zijn op de Ethiopische markt, moeten zij met meer overleg te werk gaan dan tot nu toe. De pogingen om de markt aldaar te pene treren moeten meer gecoördineerd wor- De Nobelprijs-commissie kende giste ren de Nobelprijs voor literatuur toe aan de 55-jarige Amerikaanse romanschrij ver Ernest Hemingway „voor zijn krach tig, stijlvormend meesterschap in de mo derne vertelkunst, zoals hij dit het laatst heeft getoond in zijn novelle „The Old Man and the Sea". De toegekende prijs is dit jaar een recordsom ter waarde van ongeveer f 130.000, het hoogste be drag sinds de prijs voor het eerst werd toegekend in het jaar 1900. Ernest Hemingway was de leider van de groep Amerikaanse schrijvers en schilders die zich na de eerste wereld oorlog in Parijs vestigden. Het kenmerk van de groep was afkeer voor Amerika, cynisme, en een ietwat zure ontgooche ling welke onmiddellijk voortvloeide uit de afgelopen oorlog. Van deze groep, waarvan Gertrude Stein de ongekroon de koningin was, was Hemingway ver reweg de meest begaafde. Hij verwierf een reputatie met zijn eerste, bittere ro man „The Sun also rises" (..Fiesta"), een wreed, rauw en gedesillusionneerd werk, ten zeerste representatief voor een schrijftrant welke men in Amerika sedertdien „hard gekookt" pleegt te noe men. In 1929 bereikte Hemingway de bestseller-klasse met zijn roman „A Farewell to Arms", waarin voor het eerst het eigenlijk meesterschap van Hemingway zijn volle bloei bereikte, de combinatie van desillusie en com passie en een naakte beeldhouwers stijl. Dit werk bevat beschrijvingen van oorlogstonelen aan het Italiaanse front, welke door velen zijn vergele ken met de beste passages van een dere aard in Tolstoi's „Oorlog en Vrede." Vanaf het verschijnen van dit boek werd de Hemingway-stijl geïmiteerd door dozijnen auteurs, vooral in Ame- rika, velen helaas zonder de begaving welke de stijl kon verheffen boven een vulgair maniërisme. Doch ook Heming way zelf dreigde het slachtoffer te wor den van zijn eigen formule. In de jaren volgend op het verschijnen van „A Farewell to Arms" werden dood en ge weld zijn lievelingsonderwerpen, waar van de werken „Death in the After noon" (over de aantrekkingskracht van stierengevechten) en „For Whom the Bell Tolls" (over de Spaanse Burger oorlog, welke laatste Hemingway be keerde van het pacifisme dat hij zon- derlingerwijze tot dan had aangehan gen) getuigen. Na de tweede wereldoorlog verscheen er van zijn hand opnieuw een oorlogs roman waarvan men gehoopt had dat het een waardig pendant zou zijn voor „A Farewell to Arms", maar het werk: „Across the River and Into the Trees" bleek niet meer te zijn dan een onbe wuste parodie van eigen vroeger werk, vol van sentimentaliteit en geweld, vol (persoonlijke) rancune. Slechts de be schrijvingen van Venetië en van de eendenjacht verrieden dat men te doen had met de meester zelf en niet met een van zijn modderige epigonen. Het leek of Hemingway zijn formule dood geschreven had. En toen verraste hij zijn teleurgestel de bewonderaars met een novelle wel ke het vorig jaar verscheen onder de titel „The Old Man and the Sea", het verhaal van een oude visser en zijn vergeefse poging een monsterachtig grote vis te vangen. Dit is een meester werk, gehouwen uit albast, een sereen fluisterverhaal, waarin iedere zin en iedere episode is omgeven door zijn eigen stilte. En ofschoon de formulering van de Nobelprijs-commissie klinkt alsof iemand een hete aardappel in de mond had, doet het deugd te zien, dat de com missie het accent heeft gelegd op wat ongetwijfeld Hemingway's meest zuive re en volmaakte schepping ia. den. Daarbij dient men te bedenken, dat met de hele wereld geconcurreerd moet worden op een ïeer beperkte markt. Alle landen proberen er zaken te doen, omdat men voorziet, dat Ethiopië over enkele tientallen jaren zeer belangrijk zal zijn. Er zijn mogelijkheden, maar op lange termijn. Aldus de heer Vürtheim, consul-gene raal van Ethiopië in Nederland, op de Ethiopië-dag, die door de Nederlandse Export Federatie georganiseerd was in Rotterdam. De Ethiopiër is geen handelsman. De handel is volkomen in handen van bui tenlanders. Het is een rijk land, maar nog niet ontwikkeld. Allereerst moet er kapitaal geïnvesteerd worden. De beste manier om er voet aan de grond te krij gen is het vestigen van een eigen be drijf. In dit verband sprak de heer Vürtheim er zijn verwondering over uit dat geen enkele Nederlandse bank instelling er een filiaal heeft. De kapitaalkrachtige bovenlaag is er zeer dun en er is groot gebrek aan ad ministratief personeel De Ethiopiërs willen echter alles zelf in handen hou den en daarom zet men er alles op om een onderwijs-apparaat op te bouwen. Op het ogenblik studeren honderden Ethiopiërs in het buitenland om na af loop van hun studie de leidende func ties in hun land in te nemen. Daarna voerde Dr. Spit, die adviseur van keizer Haile Selassie is geweest, het woord. Hij sprak over land, volk en cultuur van het land. Drs. Drayer tenslotte hield een inlei ding over de Ethiopische volkshuishou ding en haar buitenlandse handel. De economie van Ethiopië berust hoofdzakelijk op de koffie-cultuur. Merk waardig is dat deze nog vrijwel nergens op geregelde wijze ter hand is genomen. De koffie-export bedroeg in 1953 Eth. 100 min., terwijl de totale export Eth. 403.000.000 bedroeg. De invoer in 1953 beliep een bedrag van Eth. 137.860.000. De ontwikkeling gaat in zeer geleide lijk tempo en wordt door de keizer per soonlijk op zeer intelligente wijze ge leid. De 36-jarige opperwachtmeester van de rijkspolitie C. W. Bloemers uit Nij megen is met ingang van 16 October benoemd tot Officier der Rijkspolitie tweede klasse. Dit is voor de eerste maal in de geschiedenis van de Rijkspo litie dat een onderofficier tot officier wordt benoemd. „Het nieuwe voetbalfonds". De KNVB kan ontheffing van deze boeten ver lenen. Voorgesteld wordt verder aan artikel 10 hx. toe te voegen: „Door het uit treden van de vereniging eindigt het lidmaatschap van de KNVB van de leden dezer vereniging". In de toelichting op de voorstellen wordt o.m. gezegd: De voorstellen strekken er toe om de KNVB te beschermen tegen de af roming, welke thans regelmatig door de Beroeps Voetbalbond plaats vindt. In het bijzonder zijn zij gericht op de bescherming van die verenigingen, door wie aan haar spelers geen ver goedingen worden gegeven en waarbij dus spelerscontracten, welke dezelfde strekking hebben als de onderhavige voorstellen, niet gebruikt kunnen wor den. Een der belangrijkste agendapunten is het bekende voorstel van een aantal verenigingen om aan het lagere voet bal dezelfde rechten toe te kennen als aan de eerste klassers voor wat de be taling van spelers betreft. Hierop zijn door de districten Zuid I en Zuid H amendementen ingediend, verband hou dende met de overschrijvingsbepalingen en een te treffen transfer-regeling. Het bondsbestuur staat op het standpunt, dat het algemeen invoeren van de be talingsmogelijkheid voor de lagere klas sers moet worden afgewezen. Tóch dispensatie Het valt intussen niet te betwijfelen, dat de pogingen van de Beroeps Voet balbond om spelers te werven zich in toenemende mate op de lagere klassers zullen richten en reeds hebben gericht. Het bondsbestuur heeft zich dan ook beraden over de vraag of het niet wenselijk zou zijn om op de „bedreigde punten", d.w.z. die lagere klassers welke in het bijzonder belaagd worden door de Beroeps Voetbalbond,, dispensatie van het verbod tot betalen te verlenen. Het bestuur heeft deze vraag bevesti gend beantwoord, maar wenst aan deze mogelijkheid de navolgende voorwaar den te verbinden: Het bondsbestuur moet zijn toestemming geven; deze toe stemming zal in ieder geval afhankelijk zijn van de vraag of: a. voor de betrok ken vereniging een positieve dreiging aanwezig is voor verlies van spelers aan organisaties buiten FIF A-verband; b. de vereniging financieel in staat moet worden geacht de door haar ge wenste betaling aan haar spelers te doen geschieden; c. de vereniging die betaling aan haar spelers wenst, bij een eventueel verzoek daartoe in be ginsel te kennen geeft in het seizoen 1955/56 te worden ingedeeld in de af zonderlijk in te stellen competitie voor betaald voetbal. Deze werkwijze is afgestemd op de huidige bijzondere omstandigheden en. houdt tevens het oog gericht op de noodzaak om in het seizoen 1955/56 tot gescheiden competities van betaald en niet-betaald voetbal te geraken. Het voornemen om in het volgende seizoen een eerste klasse amateurcompetitie in te stellen blijft onveranderd gehand haafd. Het ministerie van Oorlog en Marine heeft wederom een groot aantal in totaal 40 orders geplaatst bij Neder landse en buitenlandse ondernemingen. Met deze orders is in totaal een bedrag van bijna tien millioen gemoeid. Orders voor de fabricage van con- fectie-veldtenues voor de manschap pen. tot een totaal bedrag van ruim 2,3 millioen, werden geplaatst bij fir ma's in Dinxperlo, Amsterdam, Berg- eijk, Heerlen en Delft De Verenigde Blikfabrieken kregen een opdracht tot vervaardiging van Amerikaanse helmen ter waarde van bijna 2% millioen. Argentinië Zes-en-dertig Guate- malaanse aanhangers van de afgezette linksgezinde president van Guatemala, Jacobo Arbenz, zijn te Buenos Aires gearresteerd. De reden is niet bekend gemaakt. Bijna 300 politieke vluchte lingen uit Guatemala zijn kort geleden per vliegtuig naar Buenos Aires ge bracht. (Reuter).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 5