n*, |j| m MAGNETTE AUTOMOBIEL NEUW WERK VAN MARIA DERMOUT EN HELL A S. HAASSE Kamer wenst eerst een speciale nota Parochieel gemeenschapsbesef Basis voor apostolaat BEDRIJFSKERNEN iff W' fl i i# JSÈ t w- 4 ff s Reclamecampagnes aanpassen aan eigenschappen product Zwarte Piet Twee in Indië geboren schrijfsters zonder hart Nieuwe brandschilderkunst Dader Ravensteinse overval stak schuur in brand Vóór St. Nicofaas in het bezit van de Nieuwe sensationele M G Vh litre Hoofdprijs MG MAGNETTE ad f 10.842.- COMPLETE MEESTERWERKEN I>e man 1 RESA - HILVERSUM ZATERDAG 20 NOVEMBER 1954 PAGINA v - pp* Vermoeden bevestigd STAATSEXAMEN H.B.S. en Cymn. Slechts 4800 loten a f 25.- per stuk. Totale waarde der prijzen f 40.000.-. 2e prijs: MORRIS MINOR ad f5011.- Verder 58 prijzen ter waarde van f 400.- ieder. (Solex de Luxe). GRATIS op PROEF Missionarissen naar Indonesië door 0 JEAN BROCARD Romantiek Van nabij verleden Verset tegen loslaten broodprijs Dat de mensheid van onze tijd een geloofscrisis doormaakt, weet te genwoordig wel iedereen. Even eens is het algemeen bekend, dat de groeiende ontkerstening het grootste probleem vormt voor allen, die op een of andere wijze met zielzorg te maken hebben. Er gaat praktisch geen week voorbij, of hier of daar in ons land wordt een congres of een lezing gehou den over dit onderwerp. Boeken en tijd schriftartikelen, waarin dit vraagstuk behandeld wordt, zijn al niet meer te tellen. Het kerkelijk gezag tracht op verantwoorde wijze nieuwe maatregelen te ontwerpen, die in staat worden ge acht paal en perk te stellen aan de toe nemende geloofsafval en de katholieken zelf tot een betere geloofsbeleving te brengen. Herinneren wij alleen maar even aan de groots opgezette „Actie voor God", de stichting van het Hoger Catechetisch instituut te Culemborg, en vooral aan het jongste besluit van de bisschop van Haarlem, neergelegd in de Richtlijnen voor de geestelijke ont wikkelingsgebieden. Er is natuurlijk veel en veel meer; Wij behoeven maar te denken aan de zeer uitgebreide acti viteit van de Sint-Willibrordvereniging. Dit alles hier op te sommen zou veel te ver voeren en ligt buiten onze be doeling. Het lijkt ons praktischer van daag de aandacht te vestigen op één bepaald apostolaat, willekeurig gekozen, om zodoende een indruk te geven van wat er op dit gebied in ons land ge beurt. Het is één voorbeeld uit zeer vele en wij geloven, dat het kennis nemen van zulk werk in ons eigen land een beter begrip geeft van de tragische toestand op geestelijk gebied dan de beste theoretische verhandeling of uit eenzetting. Wij bedoelen de bijzondere zielzorg, die de Paters Redemptoristen in Den Haag uitoefenen. In de Novem beraflevering van het voortreffelijk tijd schrift: „De nieuwe mens" wordt daar aan een uitvoerige beschrijving gewijd, waaraan wij deze gegevens ontlenen. De Paters Redemptoristen hebben dit werk en zijn methode op zich genomen vanuit het doel hunner congregatie; directe, buitengewone zielzorg vooral voor die zielen, die het meest van gees telijke hulp verstoken zijn. Die zielzorg wordt uitgeoefend niet alleen door de prediking van Gods woord maar ook door het contact van persoon tot per soon. Tengevolge van deze opzet komen de onkerkelijken het eerst in aanmerking voor dit apostolaat, maar daarnaast evenzeer de non-paschanten en de niet-practiserenden. Sinds einde 1949 zijn de paters met dit werk bezig. Het ligt voor de hand, dat men eerst aard en omvang van de geestelijke nood moet kennen, vóórdat er sprake kan zijn van het kiezen der juiste methode. Daarom werd een aan vang gemaakt met de oude vertrouwde werkwijze der parochie-retraites. In 13 parochies heeft dit werk enige jaren in beslag genomen. Daarna begon men aan de tweede fase Men richtte in sommige parochies, waar de retraites gehouden waren, ker nen opvan apostolische leken, die sa men met de paters huisbezoek deden. Dit lekenapostolaat werd op gang ge bracht door de paters zelf, die i.i en kele van die parochies 3 maanden lang bleven werken. Het spreekt van zelf, dat er een nauwe samenwerking moet bestaan tussen die kern van leken met de paters èn de parochiegeestelijkheid, aan wie zij verantwoording schuldig zijn. Zij krijgen slechts drie adressen toegewezen, waar zij hun werk moeten doen. Pas als er een geval afvalt of aan de paters wordt overgegeven tot verdere afwerking, krijgen ze er een nieuw adres bij. Aan de nazorg wordt veel aandacht besteed uit hoofde van haar belangrijk heid. Zij duurt drie maanden en wordt door twee paters ter hand genomen. De onkerkelijken vallen nog buiten het tot nu toe besprokene, aangezien de methode hierboven vermeld zich beperkte tot het huisbezoek van non- paschanten en niet-practiserenden. Om de onkerkelijken te bereiken heeft men als proef een pro- gram uitgewerkt over twee en een half jaar. Dit geldt slechts voor twee parochies, waarin men ervaring wil opdoen. Er worden weer kernen ge vormd, die als eerste opdracht de hele parochie moeten bezoeken katholiek of niet met de bedoeling te achter halen, waar katholieken wonen. Men tracht dan te weten te komen, hoe deze mensen nog over hun godsdienst denken. Andersdenkenden wordt gevraagd hoe zij staan tegenover het katholicisme. Elke lekenapostel krijgt daarna zijn ei gen straat toegewezen, met slechts drie adressen, die hij te bewerken zal heb ben als boven werd aangegeven. Intussen bezoeken de parochiegees telijken en de paters een deel van de parochie, bijgestaan door een kern van lekenapostelen. Daar menselijke in spanningen zonder Gods zegen geen re sultaat mogen verwachten, wordt er veel zorg besteed aan het vormen van een biddend leger uit deze straten voor deze straten. De deelnemers ne men de verplichting op zich om óf elke dag een speciaal gebed voor deze intentie te bidden óf eenmaal in de week in gezinsverband het rozenhoedje te bidden, óf eenmaal in de week hier voor de H. Mis bij te wonen. Verder brengt men de niet-practise renden en onkerkelijken bij elkaar op georganiseerde avondjes, die door het comité .Haags Apostolaat" worden ver zorgd met toneel, film, voorstellingen van schoolkinderen etc. Natuurlijk is de bedoeling van het een en ander con tacten te krijgen met deze mensen op godsdienstig gebied. De laatste werkzaamheid is dan weer een parochie-retraite of een andere oe fening, die geheel en al aan de behoefte der deelnemers is aangepast, met, van zelfsprekend, na afloop enige maanden nazorg. Op deze wijze hoopt men een blijvende kern over te houden, die in nauw contact met de parochiegeeste lijken en de paters in de toekomst vruchten zal blijven dragen. Het zal nu wel duidelijk zijn, dat heel dit apostolaat afgestemd is op het pa rochieel gemeenschapsbesef. Het is er om te doen een apostolische geest te kweken in de parochie, een saamho righeidsgevoel op het bewustzijn van onderlinge verantwoordelijkheid geba seerd. Er dient een sterke band te ontstaan tussen de priesters, de ker nen, het biddende leger en de parochië le organisaties. Een dergelijke ijver werkt aanstekelijk, op de niet-practise renden. Het huisbezoek, zeer intens be oefend, zal een grote invloed-ten-goede worden. De onkerkelijken leren op de contactavonden de priester beter ken nen. En ten laatste kan hieruit een vruchtbare samenwerking groeien tus sen de verschillende parochies. Hiermee is echter nog niet alles ge daan. Ook het arbeidsmilieu, dat voor zeer velen zo belangrijk is, zal moeten worden verzorgd. Men is ertoe overgegaan bedrjjfskernen op te richten van lekenapostelen, die in de bedrijven het toekomstige werk der pa ters voorbereiden. In heel dit werk, dat nog betrekkelijk jong is, blijft het voorlopig nog tasten en zoeken om zodoende op de duur te geraken tot de juiste werkmethode. Het is echter nu reeds duidelijk, dat wat tot nog toe gedaan wordt, een ont zaglijke inspanning kost. Zó wordt er in ons land gewerkt, omdat het zo bitter nodig 'is. Het zoeken naar de verloren schapen, waarbij Christus ons is voor gegaan, moet ons aller belangstelling hebben, omdat wij allen mede-verant woordelijk zijn voor het heil van onze mede-mensen. Allen kunnen wij daar aan medewerken door ons g.bed. Zou het dan niet de hoogste tijd zijn, dat wij, ieder voor zich, aan deze intentie een vaste plaats geven in ons dagelijks gebed? L w Jg» W <ir x's J~\ ovenstaand gebrandschilderd raam, getiteld „De Zweetdoek", is te zien h\ op de internationale tentoonstelling voor religieuze kunst, die op het ogenblik in Wenen gehouden wordt en waarop, naar verluidt door eigen schuld, Nederland niet vertegenwoordigd is. Het raam is van een van de meest opvallen de Oostenrijkse glazeniers, F. Deed. Hij werkt volgens een nieuw procédé, gebruikt nl. geen lood meer en werkt bij voorkeur met een geelachtig geaderd glas als ondergrond, dat dan aan de voorkant en vooral aan de ach terkant met stukjes gebrand glas wordt bedekt. De laatste inleiding op het congres van het Genootschap voor Reclame, dat Donderdag en Vrijdag in Rotterdam is gehouden, werd Vrijdagmiddag gegeven door de heer C. Vorstelman, directeur van een adviesbureau voor reclame, over de reclame-campagne in de prak tijk. De heer Vorstelman hield een, voor vakmensen, zeer interessante uiteenzet ting over een bepaalde reclame-cam pagne van een fabriek, welke moderne meubelen vervaardigt. Inleider kwam hierbij tot de conclusie, dat deze ge slaagde campagne de grote waarde van het merkartikel weer eens heeft bewezen en ten tweede, dat adverten ties aangepast moeten worden aan de karakteristieke eigenschappen van het product. Een zeer grote opvallendheid, een eigen stijl en tot op zekere hoog te een grote buitenissigheid kunnen zeer gunstig werken, mits zij maar con sequent worden doorgevoerd. Van het standpunt van de reclame man bekeken, zien wij, aldus de heer Vorstelman, dat wij een zeer levend vak hebben. Een vak, waarin telkens weer blijkt, dat, vaste analyses, vaste schema's, vaste recepten lang niet al tijd opgaan. Ik mag U, zo besloot hij, in dit verband misschien in herinnering brengen, dat men een jaar of wat gele den in Engeland een onderzoek heeft in gesteld, welke kleur het beste als ach tergrond van een affiche kan dienen. De conclusie was; geel. Na het publi ceren van deze conclusie verschenen er alle mogelijke affiches met een gele achtergrond, totdat twee Engels-Poolse ontwerpers met affiches kwamen, die een paarse achtergrond hadden. Toen men hun vroeg, waarom zij dit hadden gedaan, antwoordden zij kort en bondig: „Omdat onze affiches nu meer opval len. De grote fout van een reclame uiting kan zijn, dat zij saai is." Advertentie Uit het onderzoek van de roofover val op het postkantoor te Ravenstein is gebleken, dat de dader van deze over val ook de brand heeft gesticht in een schuur te Neerlangel. Er zijn getuigen gehoord, die de donkergroene auto op een diik in de nabijheid van de boer derij hebben zien manoeuvreren. Men heeft de wagen ook geparkeerd zien staan met geopend portier doch zonder chauffeur. Na de brandstichting is de man naar Ravenstein gereden, waar hij in de straat waarop de zij-ingang van het postkantoor uitkomt zijn kans heeft afgewacht. Kort voor de overval is de man in deze straat gesignaleerd. Vol gens een persoonsbeschrijving heeft hij een flink postuur. Zijn leeftijd is onge veer 30 jaar, zijn lengte circa 1.80 M. Hij was gekleed in een vrij donker cos- tuum. Het is eveneens vast komen te staan dat de man driest en orutaal heeft gereden. Het tegenliggend verkeer, ook fietsers, heeft hij opzettelijk met het licht van de schijnwerpers verblind. Een brandweerauto op weg naar de brand te Neerlangel werd zodanig in het felle licht gezet dat de wagen in de berm van de weg geraakte. Advertentie De kortste ei voordeligste opleiding: (Bekench Schriftelijke Cursus De trekking van de loterij t.b.v. de afbouw en inrichting van het Centrum voor VOLKSGEZONDHEID v/h Wit-Gele Kruis te Amersfoort zal plaats vinden op 30 November a.s. t.o.v. Notaris te Leuken te Amersfoort. MIS UW KANS NIET - BESTEL OMGAAND EEN LOT. Storting op giro 87375 t.n.v. het Wit-Gele Kruis Amersfoort (desgewenst verzending onder rembours) of reserveer telefonisch een lot. K 3490/3030, 's avonds en Zondags K 3490/6419 en 4123, of schriftelijk postbus 90 Amersfoort. Loterij goedgekeurd bij beschikking van de M. v. J. dd 24 Juli 1954, 2e afd. A no. L.O. 540/o72. Een verlichte geest ont moet, die Sinterklaas wilde afschaffen. Omdat de kin dertjes maar angstcom plexen en zo van dat feest overhouden. „Waarom ze de. stuipen op het lijf ge jaagd met een Zwarte Piet, die niet bestaat?" vroeg hij rhetorisch. „Dat is nou het mooie van het hele Sinterklaasfeest," zei ik, „dat het alle maal maar onzin is, dat het van A tot Z is gelogen. En het zou pas erg wor den als wij de kindertjes de stuipen op het lijf zouden jagen met een Zwarte Piet, die wél bestaat; met de atoombom bijvoorbeeld." „Moet je ze dan per se opvoeden in de leugen?" zei hij. „Welzeker," antwoordde ik, „in al lerlei charmante leugens. Hoe meer, hoe liever." „Ik zeg ze liever meteen de waar heid," zei hij. „Om ze de stuipen op het lijf te ja gen," veronderstelde ik. „Om ze bestand te doen zijn tegen het leven," zei hij somber. En het leed geen twijfel, dat hij op dat moment het leven als één grote Zwarte Piet zag. Advertentie tANGSPEEl 33 1/3 TA*. HIGH FIDELITY NIET PER STUK, MAAR ALLE VIER F M.M.S. LANGSPEEL PLATEN PROFITEERT van ons Gramoclub proef- lidmaatschap. Geen verplichting. Bo vengenoemde plaat kunt U geduren de vier volle dagen rustig thuis horen. Daarna beslist U of U de plaat be houdt en betaalt of dat U deze aan ons wilt terugzenden. GEHEEL GRATIS kunt U zich nu over tuigen van de klankschoonheid en de technische vervolmaking van onze beroemde M M S. langspeelplaten. Onze catalogus en de circulaire over ons nieuwe clubsysteem zenden wij U au tomatisch tegelij k metU w bestelling. SCHUBERT Symphonic No 8 in b kl.t.. ..Dc Onvoltooide Zurich Tonhalle Orkest o.l.v. Otto Ackermann. MOZART Piano Concert in E gr.t.. Solist: Arthur Balsam Winterthur Symphome Orkest o.l v. Otto Ackermann BEETHOVEN Turkse Mars en Koor uit De Ruïnes van Athene Opus 113» Nederl. Philharm. Orkest o.l.v. Walter Goehr BACH Toccata en Fuga in d kl.t.. OrganistAlexander Schrcine#^ op het Salt Lake City Tabernacle Orgel BESTELBILJET Aan MUZIKALE MEESTERWERKEN SERIE N.V. J GRAMOCLUB Herengracht 336. Amsterdam-C. Ik verzoek U mij op zicht te zenden de vier complete Meesterwerken op één speciale langspeelplaatIndien ik besluit deze te behouden betaal ik f 7.50. zoniet dan retour- neer ik de plaat binnen 5 dagen na ontvangst en ben U J niets schuldig. I j NAAM: I STRAAT: PLAATS: Ao Van de Missieproeuur SVD te Tete- rtngen vernemen wij, dat er in de laat ste weken vier missionarissen een vi sum voor Indonesië hebben gekregen nl. de weleerw. heer. R. Dae muit Gent; pater J. Garger SVD uit Oosten rijk; pater P. Rehmet SVD uit Duits land en broeder Camillus Scharf SVD uit Duitslar.d die tevoren in China werkzaam was. 24 Huiverend in de koude nachtlucht deed Lunel voor de derde maal zijn verhaal; nu aan de drie politie-man- nen. De oudste van hen merkte op dat Lunel het koud kreeg. „Kom monsieur we zullen met U meegaan naar bin nen, want al is die kerel nu verdwe nen, U vindt het misschien toch wol prettig, nog even wat gezelschap tr- hebben. Hier buiten is het veel te koud voor U". De daad bij het woord voegend stap te hij op de voordeur af, gevolgd door Lunel en de beide andere politieman nen. De buurman wandelde terug naar zijn woning om zijn huisgenoten ge rust te stellen. Nu voorafgegaan door Lunel, liepen de mannen naar de kleine keuken van Lunel's huis, want deze wilde eerst voor een kop koffie zorgen. Ze hadden juist de keukendeur ach ter zich gesloten toen ze hevig ver schrikt opkeken Een der politieman nen begon te vloeken. Lunel drukte de handen tegen de oren, want in de gang, slechts enkele meters van hen verwijderd, klonk wederom het lachen van de Man Zonder Hart! „Verschrikkelijk," kreunde Lunel meer dan hij sprak. „Begin ik dan werkelijk krankzinnig te worden, dat ik overal dat lachen van dat monster moet horen?" Zonder aanstalten te maken de gang op te gaan, bleven de politiemannen bleek .an schrik staan luisteren. Even werd >et lachen nog luider maar dan verwij derde het zich en met een geweldige klap sloeg (ie buitendeur dicht. De Man Zonder Hart had nu werkelijk het huis verlaten. Door de slag waarmee de voordeur dichtviel schenen de politiemannen hun bezinning terug te krijgen. Onder aan voering van de oudste van hen renden ze de gang op naar de voordeur toe. hun wapens in aanslag. Van de voor deur drongen nijdige verwensingen tot Lunel door, toen de mannen bemerkten dat de moordenaar de deur zo hard had dichtgetrokken, dat hij onwrikbaar zat vastgeklemd. Even aarzelden ze, dan gaf de oudste het bevel: „Naar het raam, idioten." En meteen rende hij al naar de woonkamer, waar inderdaad een tweetal ramen op de tuin uitkwam. Ze kwamen nog juist op tijd om in het achterste deel van de tuin een geweldige gestalte dwars door het houten hek heen te zien lopen waarvan hij met een geweldige trap een stuk deed wegvliegen. Nu ze hun tegenstander hadden gezien dachten z< geen moment meer aan hun eigen vei ligheid. Het raam openrukken en naar buiten springen was het werk van en kele seconden. In looppas renden ze naar de plaats waar ze de reus het laatst hadden ge zien. Maar toen ze daar aankwamen was hij spoorloos verdwenen. De straat waaraan de tuin grensde was geheel verlaten! Nog wilden ze echter de jacht niet opgeven. Twee mannen renden naar links en en naar rechts. Enkele hon derden meters naar links was inder daad een zijstraat en de twee mannen die daarheen waren gelopen werden in zoverre beloond voor hun moeite, dat ze aan het eind van die straat nog juist een donkere personenwagen zagen weg rijden. De schoten die zij afvuurden wa ren meer een uiting - van woede, dan dat zij hoopten de auto nog te treffen, hetgeen dan ook niet gebeurde. Er bleef de mannen niets anders over dan terug te keren naar de woning van Lunel en daar te wachten op In specteur Chasseur. Het duurde niet lang voor deze ver scheen, want de overvalwagen, hoe snel ook uitgerukt, had geen spoor van de Man Zonder Hart kunnen 'ontdekken. Toen ze dan ook het schieten nabij Lunel's huis hoorden waren ze direct teruggekeerd. Verbitterd hoorde Chasseur het ver haal van de drie achtergebleven politie mannen en hij noemde zichzelf een stom meling toen hij bemerkte, dat het la chen in de verte, waardoor hij zich had laten weglokken, alleen was bedoeld als afleidingsmanoeuvre, terwijl de man waar ze achteraan zaten nog in het huis van Lunel zat en door zijn ondoor dachtheid had weten te ontsnappen. Van de kelder tot de nok onderzocht hij het huis van Lunel, om te trachten althans enkele aanwijzingen te vinden, maar ook dat had niet veel resultaat. De brandkast, die beneden in de bi bliotheek stond was met een groot breek ijzer eenvoudig opengebroken, c.lsof het een minderwaardig geldtrommeltje was inplaats van een zware, inbraakvrije stalen kast. Een verzameling papieren lag dooreengesmeten door de kamer verspreid. Al het geld en ook het trom meltje met sieraden waren verdwenen. Op de vraag van Chasseur hoeveel er ongeveer in de brandkast anwezig was geweest, bleek dit een behoorlijk bedrag te zijn, voldoende om enkele jaren rus tig van te leven. Toen Chasseur niet kon nalaten enigszins sarcastisch op te merken, dat er in de journalistiek blijk baar goede zaken werden gedaan, kreeg hij even sarcastisch van de nu van de schrik bekomen Lunel ten antwoord: „Net als bü de politie zjjn oe'- in ons beroep de vakmensen heel dun gezaaid. Die paar die hun vak werkelijk goed verstaan, hebben inderdaad niet te kla gen. Maar overigens behoeft U niet jaloers te zijn, want de journalistiek is voor mij uitsluitend liefhebberij. Ik heb namelijk een behoorlijk vermogen van mijn vader geërfd." Met een verbeten gezicht trok Chas seur een uur later huiswaarts om te trachten nog een r'aar uur te slapen, hoewel hij daar niet veel hoop op had. Hij werd te zeer door allerlei sombere gedachten in beslag genomen dan dat hij rustig zou kunnen slapen. Hij was in het huis van Lunel gebleven tot de fotograaf en de deskundige voor de vingerafdrukken waren gearriveerd en in de tijd, dat hij op hen wachtte had hij de zaak nog eens trachten te over denken, maar telkens weer gingen zijn gedachten terug naar dat luide lachen, dat hem en zijn mannen van het huis had weggelokt. Wanneer die kerel nog in dat huis was, hoe kon hij dan een paar straten verder zo hard lachen? En het was toch beslist zeker, dat het la chen niet uit het huis maar van een heel andere richting was gekomen. Al zijn mannen hadden precies dezelfde rich ting aangegeven als hijzelf. Het was dus vrijwel zeker, dat er een helper was geweest, die hun aandacht van de moordenaar had afgeleid. Het was hem alleen een volslagen raadsel hoe een gewoon mens op een dergelijke ma nier kon lachen. En als het geen ge woon mens was, zou dat dus betekenen, dat er twee van die reuzen rondliepen. (Wordt vervolgd) Maria Dermoüt, gedwongen tot het geven van rekenschap en verant woording inzake haar voorkeur voor de romantiek van het verleden, verklaart: „Wanneer ik over het toen en daar schrijf, is het niet een vertederd, een betreurend omzien (ik geloof niet dat wij zo om mogen zien), ook niet dat ik het nu en hier niet meer meeleef meelijd is het helaas veelal of dat ik het dreigend gerommel niet zou horen aan onze horizonten, alsof „alle keien verschuiven in de beddingen der rivieren"; maar omdat ik zo duidelijk voor mij zie, dat wonderlijk samenweefsel van een bepaalde tijd, een land, de mensen die erbij hoorden, landschappen, dieren, dingen, gebeurtenissen, verhalen er doorheen gevlochten." t Men kan deze uitspraak lezen in het zojuist verschenen boekje „Singel 262" (24 biografietjes van auteurs die dit jaar bij Querido uitgaven). Men kan er ettelijke soortgelijke uitspraken van Hella S. Haasse naastleggen, te vinden in haar boek „Zelfportret als legkaart". Het merkwaardige feit doet zich voor, dat beide schrijfsters geboren werden in het vooroorlogse Indië. Beiden we ten zij zich blijvend „kind van twee werelden". Al heel jong maakten zij de grote boottocht van Batavia naar Hol land en vice versa. Hun jeugd was boor devol felle impressies. En hun volwas senheid „teert" daar in zekere zin nog altijd op. Het is niet uit een drang tot weg vluchten uit de werkelijkheid dat zij zich blijven bekennen tot datgene wat onherroepelijk een voorbij tijdperk is. Het gaat deze schrijfsters niet om een zich veilig stellen in de romantiek van het verleden. Zij worden gedwongen tot zelfherkenning en menen dit niet beter te kunnen doen dan in de spiegel der historie. „Dat ik mij zo sterk tot de histo rie aangetrokken voelde," aldus Hella Haasse, „betekende misschien in wer kelijkheid gebondenheid aan de eigen achtergrond, het eigen verleden. Voor naamste prikkel is hier altijd geweest: het besef bitter weinig te begrijpen van de bodem waarin mijn ervarin gen en waarnemingen wortelen. Mijn altijd opnieuw gretig wroeten in de geschiedenis schijnt mij vooral een weerspiegeling van dat onbewuste in zicht, dat er geen rijping mogelijk is, tenzij in het teken van „Ken uzelf". Aan dat naarstig verzamelen van fei tenmateriaal, aan dat combineren en deduceren, dat beschrijven van men sen en gebeurtenissen, onder het motto „zo kan het geweest zijn", had ik behoefte, omdat het de illusie van een voor mijzeli vruchtbare ac tiviteit schonk. Wat ik vermomd in historisch costuum vorm trachtte te geven, was mijn eigen werkelijkheid" Hella {laasse zinspeelt hier op haar historische romans „Het woud der ver wachting" en „De scharlaken stad". Eerstgenoemde roman kenschetst zij nader ais „de verbeelding van eigen onzekerheid en levensangst, en tevens van de drang die te sublimeren; uit de symbolentaal waarin koningen en her togen, vorstelijke paleizen, diplomatieke en politieke intriges een rol spelen, kan ik nu aflezen hoe uitermate belangrijk dit alles toen voor mij geweest is, hoe sterk de behoefte in mij leefde mijn on macht te kleden in het purper en her melijn van formele staatsie, primitief middel om waarde te accentueren. Ik zie mijn eigen ivoren toren vermomd als een vijftiende-eeuws kastelencom plex." Dus tóch romantiek bij wijze van vlucht uit de werkelijkheid?! Ja en neen. Alle verbeeldingsactiviteit is gericht op het scheppen van compensaties voor wat het „volle" leven de mens tekort deed en doet. Dit streven is wellicht de bronaar var alle kunstenaarschap, zo- HELLA S. HAASSE als het ook de bronaar van neuroses kan zijn. Alle verbeeldingsleven staat in het teken van de tweespalt tussen wat wij zijn en wat wij willen zijn. De twee spalt kan er door overbrugd, maar kan er ook onoverbrugbaar door verwijd worden. Van beide mogelijkheden is sprake in de werken die het predicaat „romantisch" dragen. Ook de boeken van Hella S. Haasse en Maria Dermoüt zijn romantisch. Zij geven, overigens zonder hinderlijke na druk, uiting aan het verlangen binnen wereld en buitenwereld der ziel met el kaar in harmonie te brengen, zulks door een geheel nieuwe wereld uit het ver leden op te roepen. Voor hen geen jon ger, geen levender verleden dan dat van hun jeugd in het vooroorlogse In dië. Spel van fifa-gongs Dit geldt vooral voor Maria Dermoüt, die, geboren in 1888, tot een oudere en dus hechter in het verleden gewortel de generatie behoort dan Hella Haasse. In 1951 debuteerde Maria Dermoüt met een kleine Indische roman waarvan de titel in dit verband voor zichzelf spreekt „Nog pas gisteren", thans is een twee de werkje van haar hand verschenen: „Spel van tifa-gong's" 1), geen ro man, geen novelle, maar een kleine cyclus, legenden van het leven, ge situeerd in de zestiende en zeven tiende eeuw, toen het eilandenrijk der Molukken in al zijn vorstelijke weelde door Portugezen en Hollan ders werd ontdekt. Met behoud van de authentieke legendarische sfeer geeft Maria Dermoüt in „Spel van tifa-gong's" ons de verbeelding var haar eigen (ver leden, maar nog altijd levende er> actu ele) werkelijkheid. Haar koning Baaboe en haar boodschapper Samarau treden als zinrijke figuren uit een parelgrijs verleden in dit heden: als levende men sen, tevens spiegels der ziel. „Spel van tifa-gong's" is een bijzonder mooi en innig boekje, dat wel eens zou kunnen gaan behoren tot de hoogtepunten van het hoofdstuk „Indië in onze letterkun de". Hella Haasse, geboren in 1918, heeft Indië minder diepgaand gekend, of men kan ook zeggen: zij groeide er op „in de schaduwen van morgen". Haar eni ge proza over Indië is de Boekenweek novelle 1948: „Oeroeg". In „Zelfpor tret als legkaart" vraagt ze zich af: „Wat heeft in mijn verhaal Oeroeg gestalte gekregen, behalve de herinne ring aan het land waar ik geboren ben? Misschien het verlangen naar het echte „Indische" leven dat ik eigenlijk nooit gekend heb, en het heimelijke schuld gevoel ten aanzien va!n de Indonesische mens die ik in mijn jeugd heb aan vaard als décor, als vanzelfsprekend deel van de'omgeving, maar die ik niet werkelijk bewust heb gezien, al mag ik mij dan ook nog zo veel uiterlijke details herinneren. En de schrijfster komt dan tot de conclusie, die zinbe- palend mag heten voor dit merkwaar dige autobiografische boek: „Ik werd geen deel van die wereld, ik smolt niet samen met het grote geheel." Eenzel vigheid is de spil gebleven, waarom heen al haar problemen draaien: bron van kracht maar ook van onlust, in de volste zin van het woord een „verbor gen bron", gelijk de titel van een harer romans luidt. En zij vervolgt dan: „Wat opwellend uit een diepte die wij niet kennen, zich in de mens zowei positief als negatief manifesteert, is in de grond één en hetzelfde element. Alles, zelfs het meest verscheidene kan daartoe worden herleid. De kracht die me vleu gels geeft om boven mijn „ik" uit te stijgen, kan zich ook metamorphoseren in het loodzware dat mij in mijzelf ver ankert. Waakzaam zijn, eerlijk zijn, on ophoudelijk kiezen." Vruchl van waakzaamheid Dit jongste boek van de „romanti sche" Hella Haasse is de vrucht van te veel waakzaamheid om de schrijfster ervan nog als vluchtelinge in het rijk der romantiek te doodverven. Het is geen gewone roman; het is haar eigen levensroman; een speurtocht door de werkelijkheden die samen de wereld van de schrijfster vormen. Zij tast met het peillood van haar herinneringen de diepte van het verleden af: het histo risch-romantische verleden, maar óók het verleden dat nog altijd onvoltooide tijd is: de werkelijkheid van de mens op zoek naar zelfkennis Uiteraard, dat kan in een boek als het onderhavige niet anders, moeten een aantal meningen en uitspraken voor haar persoonlijke rekening blijven. Haar levenshouding is niet de onze. Maar zij stelt ons die houding ook niet ten voorbeeld. „Zelfportret als leg kaart" 2) is „slechts" een persoonlijk getuigenis, maar als zodanig boeiend en belangwekkend. NICO VERHOEVEN. 1) Maria Dermoüt: „Spel van tifa- gong's". Uitg. Querido, Amsterdam 1954. 2). Hella S. Haasse: „Zelfportret als legkaart". Uitg. De Bezige Bij. Amster dam 1954. (Van onze parlementaire redacteur) De mededeling van minister Zijlstra, dat de minimumprijs voor het brood zal worden afgeschaft, heeft met de riskante bijzonderheid erbij, dat een be sluit van het bedrijfschap daarvoor ver nietigd moet worden bij de replie ken over de begroting van Economische Zaken enige weerstand verwekt. De woordvoerders van de middenstand kwamen allerwegen in opstand. De heer Comelissen (WO) riep pathetisch uit, dat de minister nu ,alle remmen los ging gooien", waarop prof. Zijlstra nuch ter antwoordde, dat niet hij, maar het gehele kabinet aan de remmen staat en dat hü de Kamer bij de motivering slechts zijn persoonlijke mening had willen geven. Hij wilde dat nog eens met klem herhalen en waarschuwde weder om tegen het star maken van het eco nomisch leven door dergelijke prijsre gelingen en -afspraken De minister vond het levensgevaarlijk wanneer wij niet los kunnen komen van het waandenkbeeld, dat de ernstige crisisjaren van voor de oorlog de norm moeten zijn voor onze economische poli tiek. Öij wees er op, dat die tijd vol komen abnormaal was geweest en dat er sindsdien voor het bedrijfsleven vestigingswet! veel is veranderd. Nu wij dan ook in een gunstige conjunctuur zijn gekomen, valt volgens de minister niet aan te nemen, dat het afschaffen van deze minimumprijs ondraaglijke concurrentie ten gevolge zal hebben. Daarop had ook dr. Van den Heuvel (KVP) gezinspeeld, die het gevaar van concurrentie afleidde uit het feit, dat bij de bakkers de minimumprijs op het goed geleide bedrijf was afgestemd Van verstarring zou volgens hem geen sprake zijn. Hij vond het in ieder ge val gewenst, dat alsnog met het be drijfsleven overleg zal worden gevoerd en vroeg ook aandacht voor het feit, dat deze regeringsmaatregel ongeluk kig zou vallen vlak oor de instelling van een bedrijtschap in deze branche. Op verzoek van de woorBvoerder der K.V.P. zal de minister nu het ka binet inlichten omtrent de afwijzen de houding die de Kamer tegenover deze maatregel mneemt en het ver zoek overbrengen om vóórdat het De- sluit in werking gaat treden bij het parlement een nota hierover in te die nen, zodat er gelegenheid zal zijn daarover nog van gedachten te wisse len. Alvorens de begroting van Economi sche Zaken zonder hoofdelijke stem ming werd goedgekeurd (alleen de com munisten waren tegen i kwam de Kamer nog op enkele kwesties terug. De heer Nederhorst (P. v. d A.i vroeg of de mi nister niet het „gemeentelijk onbeha gen" in Utrecht en omgeving over het gasbeleid door persoonlijk contact zou willen wegnemen Het bleek, dat zijn wensen al voorkomen waren. De minis ter stelt alles in het werk om de Utrech tenaren in te lichten Consumentenbond Tenslotte ontstond ei van alle zij den oppositie tegen de subsidie aan de consumentenbond. De heer Koersen (KVP) zag hierin een bron van tegen stellingen van machtsgroepen die lijn recht tegen de P.B O -gedachte in gaat. De heer Hazenbosch (AR; had bezwa ren tegen de ongezonde financiële posi tie en de onbekendheid omtrent doel en werkwijze. De minister heeft daarop deze post teruggenomen. Ook de begroting van de Staatsmij nen is z.h.s. aangenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 7