n*,
|j|
m
MAGNETTE AUTOMOBIEL
NEUW WERK VAN MARIA DERMOUT
EN HELL A S. HAASSE
Kamer wenst eerst een
speciale nota
Parochieel gemeenschapsbesef
Basis voor apostolaat
BEDRIJFSKERNEN
iff W' fl
i i# JSÈ t w- 4
ff s
Reclamecampagnes aanpassen
aan eigenschappen product
Zwarte Piet
Twee in Indië geboren schrijfsters
zonder hart
Nieuwe brandschilderkunst
Dader Ravensteinse
overval stak schuur
in brand
Vóór St. Nicofaas in het bezit van de
Nieuwe sensationele M G Vh litre
Hoofdprijs MG MAGNETTE ad f 10.842.-
COMPLETE
MEESTERWERKEN
I>e man
1
RESA - HILVERSUM
ZATERDAG 20 NOVEMBER 1954
PAGINA
v -
pp*
Vermoeden bevestigd
STAATSEXAMEN H.B.S. en Cymn.
Slechts 4800 loten a f 25.- per stuk.
Totale waarde der prijzen f 40.000.-.
2e prijs: MORRIS MINOR ad f5011.-
Verder 58 prijzen ter waarde van f 400.- ieder. (Solex de Luxe).
GRATIS op
PROEF
Missionarissen naar
Indonesië
door
0 JEAN BROCARD
Romantiek Van nabij
verleden
Verset tegen loslaten broodprijs
Dat de mensheid van onze tijd een
geloofscrisis doormaakt, weet te
genwoordig wel iedereen. Even
eens is het algemeen bekend, dat de
groeiende ontkerstening het grootste
probleem vormt voor allen, die op een
of andere wijze met zielzorg te maken
hebben. Er gaat praktisch geen week
voorbij, of hier of daar in ons land
wordt een congres of een lezing gehou
den over dit onderwerp. Boeken en tijd
schriftartikelen, waarin dit vraagstuk
behandeld wordt, zijn al niet meer te
tellen. Het kerkelijk gezag tracht op
verantwoorde wijze nieuwe maatregelen
te ontwerpen, die in staat worden ge
acht paal en perk te stellen aan de toe
nemende geloofsafval en de katholieken
zelf tot een betere geloofsbeleving te
brengen. Herinneren wij alleen maar
even aan de groots opgezette „Actie
voor God", de stichting van het Hoger
Catechetisch instituut te Culemborg, en
vooral aan het jongste besluit van de
bisschop van Haarlem, neergelegd in
de Richtlijnen voor de geestelijke ont
wikkelingsgebieden. Er is natuurlijk
veel en veel meer; Wij behoeven maar
te denken aan de zeer uitgebreide acti
viteit van de Sint-Willibrordvereniging.
Dit alles hier op te sommen zou veel
te ver voeren en ligt buiten onze be
doeling. Het lijkt ons praktischer van
daag de aandacht te vestigen op één
bepaald apostolaat, willekeurig gekozen,
om zodoende een indruk te geven van
wat er op dit gebied in ons land ge
beurt. Het is één voorbeeld uit zeer
vele en wij geloven, dat het kennis
nemen van zulk werk in ons eigen land
een beter begrip geeft van de tragische
toestand op geestelijk gebied dan de
beste theoretische verhandeling of uit
eenzetting. Wij bedoelen de bijzondere
zielzorg, die de Paters Redemptoristen
in Den Haag uitoefenen. In de Novem
beraflevering van het voortreffelijk tijd
schrift: „De nieuwe mens" wordt daar
aan een uitvoerige beschrijving gewijd,
waaraan wij deze gegevens ontlenen.
De Paters Redemptoristen hebben dit
werk en zijn methode op zich genomen
vanuit het doel hunner congregatie;
directe, buitengewone zielzorg vooral
voor die zielen, die het meest van gees
telijke hulp verstoken zijn. Die zielzorg
wordt uitgeoefend niet alleen door de
prediking van Gods woord maar ook
door het contact van persoon tot per
soon.
Tengevolge van deze opzet komen de
onkerkelijken het eerst in aanmerking
voor dit apostolaat, maar daarnaast
evenzeer de non-paschanten en de
niet-practiserenden.
Sinds einde 1949 zijn de paters met
dit werk bezig. Het ligt voor de hand,
dat men eerst aard en omvang van de
geestelijke nood moet kennen, vóórdat
er sprake kan zijn van het kiezen der
juiste methode. Daarom werd een aan
vang gemaakt met de oude vertrouwde
werkwijze der parochie-retraites. In 13
parochies heeft dit werk enige jaren
in beslag genomen.
Daarna begon men aan de tweede
fase Men richtte in sommige parochies,
waar de retraites gehouden waren, ker
nen opvan apostolische leken, die sa
men met de paters huisbezoek deden.
Dit lekenapostolaat werd op gang ge
bracht door de paters zelf, die i.i en
kele van die parochies 3 maanden lang
bleven werken. Het spreekt van zelf,
dat er een nauwe samenwerking moet
bestaan tussen die kern van leken met
de paters èn de parochiegeestelijkheid,
aan wie zij verantwoording schuldig
zijn. Zij krijgen slechts drie adressen
toegewezen, waar zij hun werk moeten
doen. Pas als er een geval afvalt of
aan de paters wordt overgegeven tot
verdere afwerking, krijgen ze er een
nieuw adres bij.
Aan de nazorg wordt veel aandacht
besteed uit hoofde van haar belangrijk
heid. Zij duurt drie maanden en wordt
door twee paters ter hand genomen.
De onkerkelijken vallen nog buiten
het tot nu toe besprokene, aangezien
de methode hierboven vermeld zich
beperkte tot het huisbezoek van non-
paschanten en niet-practiserenden.
Om de onkerkelijken te bereiken
heeft men als proef een pro-
gram uitgewerkt over twee en
een half jaar. Dit geldt slechts voor
twee parochies, waarin men ervaring
wil opdoen. Er worden weer kernen ge
vormd, die als eerste opdracht de hele
parochie moeten bezoeken katholiek
of niet met de bedoeling te achter
halen, waar katholieken wonen. Men
tracht dan te weten te komen, hoe deze
mensen nog over hun godsdienst denken.
Andersdenkenden wordt gevraagd hoe
zij staan tegenover het katholicisme.
Elke lekenapostel krijgt daarna zijn ei
gen straat toegewezen, met slechts drie
adressen, die hij te bewerken zal heb
ben als boven werd aangegeven.
Intussen bezoeken de parochiegees
telijken en de paters een deel van de
parochie, bijgestaan door een kern van
lekenapostelen. Daar menselijke in
spanningen zonder Gods zegen geen re
sultaat mogen verwachten, wordt er
veel zorg besteed aan het vormen van
een biddend leger uit deze straten
voor deze straten. De deelnemers ne
men de verplichting op zich om óf
elke dag een speciaal gebed voor deze
intentie te bidden óf eenmaal in de
week in gezinsverband het rozenhoedje
te bidden, óf eenmaal in de week hier
voor de H. Mis bij te wonen.
Verder brengt men de niet-practise
renden en onkerkelijken bij elkaar op
georganiseerde avondjes, die door het
comité .Haags Apostolaat" worden ver
zorgd met toneel, film, voorstellingen
van schoolkinderen etc. Natuurlijk is de
bedoeling van het een en ander con
tacten te krijgen met deze mensen op
godsdienstig gebied.
De laatste werkzaamheid is dan weer
een parochie-retraite of een andere oe
fening, die geheel en al aan de behoefte
der deelnemers is aangepast, met, van
zelfsprekend, na afloop enige maanden
nazorg. Op deze wijze hoopt men een
blijvende kern over te houden, die in
nauw contact met de parochiegeeste
lijken en de paters in de toekomst
vruchten zal blijven dragen.
Het zal nu wel duidelijk zijn, dat heel
dit apostolaat afgestemd is op het pa
rochieel gemeenschapsbesef. Het is er
om te doen een apostolische geest te
kweken in de parochie, een saamho
righeidsgevoel op het bewustzijn van
onderlinge verantwoordelijkheid geba
seerd. Er dient een sterke band te
ontstaan tussen de priesters, de ker
nen, het biddende leger en de parochië
le organisaties. Een dergelijke ijver
werkt aanstekelijk, op de niet-practise
renden. Het huisbezoek, zeer intens be
oefend, zal een grote invloed-ten-goede
worden. De onkerkelijken leren op de
contactavonden de priester beter ken
nen. En ten laatste kan hieruit een
vruchtbare samenwerking groeien tus
sen de verschillende parochies.
Hiermee is echter nog niet alles ge
daan. Ook het arbeidsmilieu,
dat voor zeer velen zo belangrijk is,
zal moeten worden verzorgd. Men is
ertoe overgegaan bedrjjfskernen op te
richten van lekenapostelen, die in de
bedrijven het toekomstige werk der pa
ters voorbereiden.
In heel dit werk, dat nog betrekkelijk
jong is, blijft het voorlopig nog tasten
en zoeken om zodoende op de duur
te geraken tot de juiste werkmethode.
Het is echter nu reeds duidelijk, dat
wat tot nog toe gedaan wordt, een ont
zaglijke inspanning kost. Zó wordt er
in ons land gewerkt, omdat het zo bitter
nodig 'is. Het zoeken naar de verloren
schapen, waarbij Christus ons is voor
gegaan, moet ons aller belangstelling
hebben, omdat wij allen mede-verant
woordelijk zijn voor het heil van onze
mede-mensen. Allen kunnen wij daar
aan medewerken door ons g.bed. Zou
het dan niet de hoogste tijd zijn, dat
wij, ieder voor zich, aan deze intentie
een vaste plaats geven in ons dagelijks
gebed? L
w
Jg» W
<ir
x's
J~\ ovenstaand gebrandschilderd raam, getiteld „De Zweetdoek", is te zien
h\ op de internationale tentoonstelling voor religieuze kunst, die op het
ogenblik in Wenen gehouden wordt en waarop, naar verluidt door eigen
schuld, Nederland niet vertegenwoordigd is. Het raam is van een van de meest
opvallen de Oostenrijkse glazeniers, F. Deed. Hij werkt volgens een nieuw
procédé, gebruikt nl. geen lood meer en werkt bij voorkeur met een geelachtig
geaderd glas als ondergrond, dat dan aan de voorkant en vooral aan de ach
terkant met stukjes gebrand glas wordt bedekt.
De laatste inleiding op het congres
van het Genootschap voor Reclame, dat
Donderdag en Vrijdag in Rotterdam is
gehouden, werd Vrijdagmiddag gegeven
door de heer C. Vorstelman, directeur
van een adviesbureau voor reclame,
over de reclame-campagne in de prak
tijk.
De heer Vorstelman hield een, voor
vakmensen, zeer interessante uiteenzet
ting over een bepaalde reclame-cam
pagne van een fabriek, welke moderne
meubelen vervaardigt. Inleider kwam
hierbij tot de conclusie, dat deze ge
slaagde campagne de grote waarde
van het merkartikel weer eens heeft
bewezen en ten tweede, dat adverten
ties aangepast moeten worden aan de
karakteristieke eigenschappen van het
product. Een zeer grote opvallendheid,
een eigen stijl en tot op zekere hoog
te een grote buitenissigheid kunnen
zeer gunstig werken, mits zij maar con
sequent worden doorgevoerd.
Van het standpunt van de reclame
man bekeken, zien wij, aldus de heer
Vorstelman, dat wij een zeer levend
vak hebben. Een vak, waarin telkens
weer blijkt, dat, vaste analyses, vaste
schema's, vaste recepten lang niet al
tijd opgaan. Ik mag U, zo besloot hij,
in dit verband misschien in herinnering
brengen, dat men een jaar of wat gele
den in Engeland een onderzoek heeft in
gesteld, welke kleur het beste als ach
tergrond van een affiche kan dienen.
De conclusie was; geel. Na het publi
ceren van deze conclusie verschenen
er alle mogelijke affiches met een gele
achtergrond, totdat twee Engels-Poolse
ontwerpers met affiches kwamen, die
een paarse achtergrond hadden. Toen
men hun vroeg, waarom zij dit hadden
gedaan, antwoordden zij kort en bondig:
„Omdat onze affiches nu meer opval
len. De grote fout van een reclame
uiting kan zijn, dat zij saai is."
Advertentie
Uit het onderzoek van de roofover
val op het postkantoor te Ravenstein
is gebleken, dat de dader van deze over
val ook de brand heeft gesticht in een
schuur te Neerlangel. Er zijn getuigen
gehoord, die de donkergroene auto op
een diik in de nabijheid van de boer
derij hebben zien manoeuvreren. Men
heeft de wagen ook geparkeerd zien
staan met geopend portier doch zonder
chauffeur.
Na de brandstichting is de man naar
Ravenstein gereden, waar hij in de
straat waarop de zij-ingang van het
postkantoor uitkomt zijn kans heeft
afgewacht. Kort voor de overval is de
man in deze straat gesignaleerd. Vol
gens een persoonsbeschrijving heeft hij
een flink postuur. Zijn leeftijd is onge
veer 30 jaar, zijn lengte circa 1.80 M.
Hij was gekleed in een vrij donker cos-
tuum. Het is eveneens vast komen te
staan dat de man driest en orutaal
heeft gereden. Het tegenliggend verkeer,
ook fietsers, heeft hij opzettelijk met
het licht van de schijnwerpers verblind.
Een brandweerauto op weg naar de
brand te Neerlangel werd zodanig in
het felle licht gezet dat de wagen in de
berm van de weg geraakte.
Advertentie
De kortste ei voordeligste opleiding:
(Bekench Schriftelijke Cursus
De trekking van de loterij t.b.v. de afbouw en inrichting van het Centrum
voor VOLKSGEZONDHEID v/h Wit-Gele Kruis te Amersfoort zal plaats vinden
op 30 November a.s. t.o.v. Notaris te Leuken te Amersfoort.
MIS UW KANS NIET - BESTEL OMGAAND EEN LOT.
Storting op giro 87375 t.n.v. het Wit-Gele Kruis Amersfoort (desgewenst verzending onder rembours) of
reserveer telefonisch een lot. K 3490/3030, 's avonds en Zondags K 3490/6419 en 4123,
of schriftelijk postbus 90 Amersfoort.
Loterij goedgekeurd bij beschikking van de M. v. J. dd 24 Juli 1954, 2e afd. A no. L.O. 540/o72.
Een verlichte geest ont
moet, die Sinterklaas wilde
afschaffen. Omdat de kin
dertjes maar angstcom
plexen en zo van dat feest
overhouden. „Waarom ze
de. stuipen op het lijf ge
jaagd met een Zwarte Piet,
die niet bestaat?" vroeg
hij rhetorisch.
„Dat is nou het mooie van het hele
Sinterklaasfeest," zei ik, „dat het alle
maal maar onzin is, dat het van A tot
Z is gelogen. En het zou pas erg wor
den als wij de kindertjes de stuipen
op het lijf zouden jagen met een
Zwarte Piet, die wél bestaat; met de
atoombom bijvoorbeeld."
„Moet je ze dan per se opvoeden
in de leugen?" zei hij.
„Welzeker," antwoordde ik, „in al
lerlei charmante leugens. Hoe meer,
hoe liever."
„Ik zeg ze liever meteen de waar
heid," zei hij.
„Om ze de stuipen op het lijf te ja
gen," veronderstelde ik.
„Om ze bestand te doen zijn tegen
het leven," zei hij somber.
En het leed geen twijfel, dat hij op
dat moment het leven als één grote
Zwarte Piet zag.
Advertentie
tANGSPEEl 33 1/3 TA*. HIGH FIDELITY
NIET PER STUK, MAAR ALLE VIER F
M.M.S.
LANGSPEEL
PLATEN
PROFITEERT van ons Gramoclub proef-
lidmaatschap. Geen verplichting. Bo
vengenoemde plaat kunt U geduren
de vier volle dagen rustig thuis horen.
Daarna beslist U of U de plaat be
houdt en betaalt of dat U deze aan
ons wilt terugzenden.
GEHEEL GRATIS kunt U zich nu over
tuigen van de klankschoonheid en
de technische vervolmaking van onze
beroemde M M S. langspeelplaten.
Onze catalogus en de circulaire over
ons nieuwe clubsysteem zenden wij U
au tomatisch tegelij k metU w bestelling.
SCHUBERT
Symphonic No 8 in b kl.t.. ..Dc Onvoltooide
Zurich Tonhalle Orkest o.l.v. Otto Ackermann.
MOZART
Piano Concert in E gr.t.. Solist: Arthur Balsam
Winterthur Symphome Orkest o.l v. Otto Ackermann
BEETHOVEN
Turkse Mars en Koor uit De Ruïnes van Athene Opus 113»
Nederl. Philharm. Orkest o.l.v. Walter Goehr
BACH
Toccata en Fuga in d kl.t.. OrganistAlexander Schrcine#^
op het Salt Lake City Tabernacle Orgel
BESTELBILJET
Aan MUZIKALE MEESTERWERKEN SERIE N.V. J
GRAMOCLUB Herengracht 336. Amsterdam-C.
Ik verzoek U mij op zicht te zenden de vier complete
Meesterwerken op één speciale langspeelplaatIndien ik
besluit deze te behouden betaal ik f 7.50. zoniet dan retour-
neer ik de plaat binnen 5 dagen na ontvangst en ben U J
niets schuldig. I
j NAAM:
I STRAAT:
PLAATS:
Ao
Van de Missieproeuur SVD te Tete-
rtngen vernemen wij, dat er in de laat
ste weken vier missionarissen een vi
sum voor Indonesië hebben gekregen
nl. de weleerw. heer. R. Dae muit
Gent; pater J. Garger SVD uit Oosten
rijk; pater P. Rehmet SVD uit Duits
land en broeder Camillus Scharf SVD
uit Duitslar.d die tevoren in China
werkzaam was.
24
Huiverend in de koude nachtlucht
deed Lunel voor de derde maal zijn
verhaal; nu aan de drie politie-man-
nen. De oudste van hen merkte op dat
Lunel het koud kreeg. „Kom monsieur
we zullen met U meegaan naar bin
nen, want al is die kerel nu verdwe
nen, U vindt het misschien toch wol
prettig, nog even wat gezelschap tr-
hebben. Hier buiten is het veel te koud
voor U".
De daad bij het woord voegend stap
te hij op de voordeur af, gevolgd door
Lunel en de beide andere politieman
nen. De buurman wandelde terug naar
zijn woning om zijn huisgenoten ge
rust te stellen.
Nu voorafgegaan door Lunel, liepen
de mannen naar de kleine keuken
van Lunel's huis, want deze wilde
eerst voor een kop koffie zorgen.
Ze hadden juist de keukendeur ach
ter zich gesloten toen ze hevig ver
schrikt opkeken Een der politieman
nen begon te vloeken. Lunel drukte
de handen tegen de oren, want in de
gang, slechts enkele meters van hen
verwijderd, klonk wederom het lachen
van de Man Zonder Hart!
„Verschrikkelijk," kreunde Lunel
meer dan hij sprak. „Begin ik dan
werkelijk krankzinnig te worden, dat
ik overal dat lachen van dat monster
moet horen?"
Zonder aanstalten te maken de gang op
te gaan, bleven de politiemannen bleek
.an schrik staan luisteren. Even werd
>et lachen nog luider maar dan verwij
derde het zich en met een geweldige
klap sloeg (ie buitendeur dicht. De Man
Zonder Hart had nu werkelijk het huis
verlaten.
Door de slag waarmee de voordeur
dichtviel schenen de politiemannen hun
bezinning terug te krijgen. Onder aan
voering van de oudste van hen renden
ze de gang op naar de voordeur toe.
hun wapens in aanslag. Van de voor
deur drongen nijdige verwensingen tot
Lunel door, toen de mannen bemerkten
dat de moordenaar de deur zo hard had
dichtgetrokken, dat hij onwrikbaar zat
vastgeklemd.
Even aarzelden ze, dan gaf de oudste
het bevel: „Naar het raam, idioten." En
meteen rende hij al naar de woonkamer,
waar inderdaad een tweetal ramen op
de tuin uitkwam. Ze kwamen nog juist
op tijd om in het achterste deel van de
tuin een geweldige gestalte dwars door
het houten hek heen te zien lopen
waarvan hij met een geweldige trap
een stuk deed wegvliegen. Nu ze hun
tegenstander hadden gezien dachten z<
geen moment meer aan hun eigen vei
ligheid. Het raam openrukken en naar
buiten springen was het werk van en
kele seconden.
In looppas renden ze naar de plaats
waar ze de reus het laatst hadden ge
zien. Maar toen ze daar aankwamen
was hij spoorloos verdwenen. De straat
waaraan de tuin grensde was geheel
verlaten! Nog wilden ze echter de jacht
niet opgeven. Twee mannen renden naar
links en en naar rechts. Enkele hon
derden meters naar links was inder
daad een zijstraat en de twee mannen
die daarheen waren gelopen werden in
zoverre beloond voor hun moeite, dat ze
aan het eind van die straat nog juist
een donkere personenwagen zagen weg
rijden. De schoten die zij afvuurden wa
ren meer een uiting - van woede, dan
dat zij hoopten de auto nog te treffen,
hetgeen dan ook niet gebeurde.
Er bleef de mannen niets anders over
dan terug te keren naar de woning
van Lunel en daar te wachten op In
specteur Chasseur.
Het duurde niet lang voor deze ver
scheen, want de overvalwagen, hoe snel
ook uitgerukt, had geen spoor van de
Man Zonder Hart kunnen 'ontdekken.
Toen ze dan ook het schieten nabij
Lunel's huis hoorden waren ze direct
teruggekeerd.
Verbitterd hoorde Chasseur het ver
haal van de drie achtergebleven politie
mannen en hij noemde zichzelf een stom
meling toen hij bemerkte, dat het la
chen in de verte, waardoor hij zich had
laten weglokken, alleen was bedoeld
als afleidingsmanoeuvre, terwijl de man
waar ze achteraan zaten nog in het
huis van Lunel zat en door zijn ondoor
dachtheid had weten te ontsnappen.
Van de kelder tot de nok onderzocht
hij het huis van Lunel, om te trachten
althans enkele aanwijzingen te vinden,
maar ook dat had niet veel resultaat.
De brandkast, die beneden in de bi
bliotheek stond was met een groot breek
ijzer eenvoudig opengebroken, c.lsof het
een minderwaardig geldtrommeltje was
inplaats van een zware, inbraakvrije
stalen kast. Een verzameling papieren
lag dooreengesmeten door de kamer
verspreid. Al het geld en ook het trom
meltje met sieraden waren verdwenen.
Op de vraag van Chasseur hoeveel er
ongeveer in de brandkast anwezig was
geweest, bleek dit een behoorlijk bedrag
te zijn, voldoende om enkele jaren rus
tig van te leven. Toen Chasseur niet
kon nalaten enigszins sarcastisch op te
merken, dat er in de journalistiek blijk
baar goede zaken werden gedaan, kreeg
hij even sarcastisch van de nu van de
schrik bekomen Lunel ten antwoord:
„Net als bü de politie zjjn oe'- in ons
beroep de vakmensen heel dun gezaaid.
Die paar die hun vak werkelijk goed
verstaan, hebben inderdaad niet te kla
gen. Maar overigens behoeft U niet
jaloers te zijn, want de journalistiek is
voor mij uitsluitend liefhebberij. Ik heb
namelijk een behoorlijk vermogen van
mijn vader geërfd."
Met een verbeten gezicht trok Chas
seur een uur later huiswaarts om te
trachten nog een r'aar uur te slapen,
hoewel hij daar niet veel hoop op had.
Hij werd te zeer door allerlei sombere
gedachten in beslag genomen dan dat
hij rustig zou kunnen slapen. Hij was
in het huis van Lunel gebleven tot de
fotograaf en de deskundige voor de
vingerafdrukken waren gearriveerd en
in de tijd, dat hij op hen wachtte had
hij de zaak nog eens trachten te over
denken, maar telkens weer gingen zijn
gedachten terug naar dat luide lachen,
dat hem en zijn mannen van het huis
had weggelokt. Wanneer die kerel nog
in dat huis was, hoe kon hij dan een
paar straten verder zo hard lachen? En
het was toch beslist zeker, dat het la
chen niet uit het huis maar van een heel
andere richting was gekomen. Al zijn
mannen hadden precies dezelfde rich
ting aangegeven als hijzelf. Het was
dus vrijwel zeker, dat er een helper
was geweest, die hun aandacht van
de moordenaar had afgeleid. Het was
hem alleen een volslagen raadsel hoe
een gewoon mens op een dergelijke ma
nier kon lachen. En als het geen ge
woon mens was, zou dat dus betekenen,
dat er twee van die reuzen rondliepen.
(Wordt vervolgd)
Maria Dermoüt, gedwongen tot het geven van rekenschap en verant
woording inzake haar voorkeur voor de romantiek van het verleden,
verklaart:
„Wanneer ik over het toen en daar schrijf, is het niet een vertederd, een
betreurend omzien (ik geloof niet dat wij zo om mogen zien), ook niet dat
ik het nu en hier niet meer meeleef meelijd is het helaas veelal of dat
ik het dreigend gerommel niet zou horen aan onze horizonten, alsof „alle
keien verschuiven in de beddingen der rivieren"; maar omdat ik zo duidelijk
voor mij zie, dat wonderlijk samenweefsel van een bepaalde tijd, een land,
de mensen die erbij hoorden, landschappen, dieren, dingen, gebeurtenissen,
verhalen er doorheen gevlochten."
t
Men kan deze uitspraak lezen in het
zojuist verschenen boekje „Singel 262"
(24 biografietjes van auteurs die dit
jaar bij Querido uitgaven). Men kan er
ettelijke soortgelijke uitspraken van
Hella S. Haasse naastleggen, te vinden
in haar boek „Zelfportret als legkaart".
Het merkwaardige feit doet zich voor,
dat beide schrijfsters geboren werden
in het vooroorlogse Indië. Beiden we
ten zij zich blijvend „kind van twee
werelden". Al heel jong maakten zij de
grote boottocht van Batavia naar Hol
land en vice versa. Hun jeugd was boor
devol felle impressies. En hun volwas
senheid „teert" daar in zekere zin nog
altijd op.
Het is niet uit een drang tot weg
vluchten uit de werkelijkheid dat zij
zich blijven bekennen tot datgene wat
onherroepelijk een voorbij tijdperk is.
Het gaat deze schrijfsters niet om een
zich veilig stellen in de romantiek van
het verleden. Zij worden gedwongen
tot zelfherkenning en menen dit niet
beter te kunnen doen dan in de spiegel
der historie.
„Dat ik mij zo sterk tot de histo
rie aangetrokken voelde," aldus Hella
Haasse, „betekende misschien in wer
kelijkheid gebondenheid aan de eigen
achtergrond, het eigen verleden. Voor
naamste prikkel is hier altijd geweest:
het besef bitter weinig te begrijpen
van de bodem waarin mijn ervarin
gen en waarnemingen wortelen. Mijn
altijd opnieuw gretig wroeten in de
geschiedenis schijnt mij vooral een
weerspiegeling van dat onbewuste in
zicht, dat er geen rijping mogelijk is,
tenzij in het teken van „Ken uzelf".
Aan dat naarstig verzamelen van fei
tenmateriaal, aan dat combineren en
deduceren, dat beschrijven van men
sen en gebeurtenissen, onder het
motto „zo kan het geweest zijn", had
ik behoefte, omdat het de illusie
van een voor mijzeli vruchtbare ac
tiviteit schonk. Wat ik vermomd in
historisch costuum vorm trachtte te
geven, was mijn eigen werkelijkheid"
Hella {laasse zinspeelt hier op haar
historische romans „Het woud der ver
wachting" en „De scharlaken stad".
Eerstgenoemde roman kenschetst zij
nader ais „de verbeelding van eigen
onzekerheid en levensangst, en tevens
van de drang die te sublimeren; uit de
symbolentaal waarin koningen en her
togen, vorstelijke paleizen, diplomatieke
en politieke intriges een rol spelen, kan
ik nu aflezen hoe uitermate belangrijk
dit alles toen voor mij geweest is, hoe
sterk de behoefte in mij leefde mijn on
macht te kleden in het purper en her
melijn van formele staatsie, primitief
middel om waarde te accentueren. Ik
zie mijn eigen ivoren toren vermomd
als een vijftiende-eeuws kastelencom
plex." Dus tóch romantiek bij wijze van
vlucht uit de werkelijkheid?! Ja en neen.
Alle verbeeldingsactiviteit is gericht op
het scheppen van compensaties voor
wat het „volle" leven de mens tekort
deed en doet. Dit streven is wellicht de
bronaar var alle kunstenaarschap, zo-
HELLA S. HAASSE
als het ook de bronaar van neuroses
kan zijn. Alle verbeeldingsleven staat in
het teken van de tweespalt tussen wat
wij zijn en wat wij willen zijn. De twee
spalt kan er door overbrugd, maar kan
er ook onoverbrugbaar door verwijd
worden. Van beide mogelijkheden is
sprake in de werken die het predicaat
„romantisch" dragen.
Ook de boeken van Hella S. Haasse
en Maria Dermoüt zijn romantisch. Zij
geven, overigens zonder hinderlijke na
druk, uiting aan het verlangen binnen
wereld en buitenwereld der ziel met el
kaar in harmonie te brengen, zulks door
een geheel nieuwe wereld uit het ver
leden op te roepen. Voor hen geen jon
ger, geen levender verleden dan dat
van hun jeugd in het vooroorlogse In
dië.
Spel van fifa-gongs
Dit geldt vooral voor Maria Dermoüt,
die, geboren in 1888, tot een oudere en
dus hechter in het verleden gewortel
de generatie behoort dan Hella Haasse.
In 1951 debuteerde Maria Dermoüt met
een kleine Indische roman waarvan de
titel in dit verband voor zichzelf spreekt
„Nog pas gisteren", thans is een twee
de werkje van haar hand verschenen:
„Spel van tifa-gong's" 1), geen ro
man, geen novelle, maar een kleine
cyclus, legenden van het leven, ge
situeerd in de zestiende en zeven
tiende eeuw, toen het eilandenrijk
der Molukken in al zijn vorstelijke
weelde door Portugezen en Hollan
ders werd ontdekt. Met behoud van de
authentieke legendarische sfeer geeft
Maria Dermoüt in „Spel van tifa-gong's"
ons de verbeelding var haar eigen (ver
leden, maar nog altijd levende er> actu
ele) werkelijkheid. Haar koning Baaboe
en haar boodschapper Samarau treden
als zinrijke figuren uit een parelgrijs
verleden in dit heden: als levende men
sen, tevens spiegels der ziel. „Spel van
tifa-gong's" is een bijzonder mooi en
innig boekje, dat wel eens zou kunnen
gaan behoren tot de hoogtepunten van
het hoofdstuk „Indië in onze letterkun
de".
Hella Haasse, geboren in 1918, heeft
Indië minder diepgaand gekend, of men
kan ook zeggen: zij groeide er op „in
de schaduwen van morgen". Haar eni
ge proza over Indië is de Boekenweek
novelle 1948: „Oeroeg". In „Zelfpor
tret als legkaart" vraagt ze zich af:
„Wat heeft in mijn verhaal Oeroeg
gestalte gekregen, behalve de herinne
ring aan het land waar ik geboren ben?
Misschien het verlangen naar het echte
„Indische" leven dat ik eigenlijk nooit
gekend heb, en het heimelijke schuld
gevoel ten aanzien va!n de Indonesische
mens die ik in mijn jeugd heb aan
vaard als décor, als vanzelfsprekend
deel van de'omgeving, maar die ik niet
werkelijk bewust heb gezien, al mag
ik mij dan ook nog zo veel uiterlijke
details herinneren. En de schrijfster
komt dan tot de conclusie, die zinbe-
palend mag heten voor dit merkwaar
dige autobiografische boek: „Ik werd
geen deel van die wereld, ik smolt niet
samen met het grote geheel." Eenzel
vigheid is de spil gebleven, waarom
heen al haar problemen draaien: bron
van kracht maar ook van onlust, in de
volste zin van het woord een „verbor
gen bron", gelijk de titel van een harer
romans luidt. En zij vervolgt dan: „Wat
opwellend uit een diepte die wij niet
kennen, zich in de mens zowei positief
als negatief manifesteert, is in de grond
één en hetzelfde element. Alles, zelfs
het meest verscheidene kan daartoe
worden herleid. De kracht die me vleu
gels geeft om boven mijn „ik" uit te
stijgen, kan zich ook metamorphoseren
in het loodzware dat mij in mijzelf ver
ankert. Waakzaam zijn, eerlijk zijn, on
ophoudelijk kiezen."
Vruchl van waakzaamheid
Dit jongste boek van de „romanti
sche" Hella Haasse is de vrucht van
te veel waakzaamheid om de schrijfster
ervan nog als vluchtelinge in het rijk
der romantiek te doodverven. Het is
geen gewone roman; het is haar eigen
levensroman; een speurtocht door de
werkelijkheden die samen de wereld
van de schrijfster vormen. Zij tast met
het peillood van haar herinneringen de
diepte van het verleden af: het histo
risch-romantische verleden, maar óók
het verleden dat nog altijd onvoltooide
tijd is: de werkelijkheid van de mens
op zoek naar zelfkennis
Uiteraard, dat kan in een boek als
het onderhavige niet anders, moeten
een aantal meningen en uitspraken voor
haar persoonlijke rekening blijven.
Haar levenshouding is niet de onze.
Maar zij stelt ons die houding ook niet
ten voorbeeld. „Zelfportret als leg
kaart" 2) is „slechts" een persoonlijk
getuigenis, maar als zodanig boeiend
en belangwekkend.
NICO VERHOEVEN.
1) Maria Dermoüt: „Spel van tifa-
gong's". Uitg. Querido, Amsterdam
1954.
2). Hella S. Haasse: „Zelfportret als
legkaart". Uitg. De Bezige Bij. Amster
dam 1954.
(Van onze parlementaire redacteur)
De mededeling van minister Zijlstra,
dat de minimumprijs voor het brood
zal worden afgeschaft, heeft met de
riskante bijzonderheid erbij, dat een be
sluit van het bedrijfschap daarvoor ver
nietigd moet worden bij de replie
ken over de begroting van Economische
Zaken enige weerstand verwekt. De
woordvoerders van de middenstand
kwamen allerwegen in opstand. De heer
Comelissen (WO) riep pathetisch uit,
dat de minister nu ,alle remmen los
ging gooien", waarop prof. Zijlstra nuch
ter antwoordde, dat niet hij, maar het
gehele kabinet aan de remmen staat
en dat hü de Kamer bij de motivering
slechts zijn persoonlijke mening had
willen geven. Hij wilde dat nog eens met
klem herhalen en waarschuwde weder
om tegen het star maken van het eco
nomisch leven door dergelijke prijsre
gelingen en -afspraken
De minister vond het levensgevaarlijk
wanneer wij niet los kunnen komen
van het waandenkbeeld, dat de ernstige
crisisjaren van voor de oorlog de norm
moeten zijn voor onze economische poli
tiek. Öij wees er op, dat die tijd vol
komen abnormaal was geweest en dat
er sindsdien voor het bedrijfsleven
vestigingswet! veel is veranderd. Nu
wij dan ook in een gunstige conjunctuur
zijn gekomen, valt volgens de minister
niet aan te nemen, dat het afschaffen
van deze minimumprijs ondraaglijke
concurrentie ten gevolge zal hebben.
Daarop had ook dr. Van den Heuvel
(KVP) gezinspeeld, die het gevaar van
concurrentie afleidde uit het feit, dat bij
de bakkers de minimumprijs op het
goed geleide bedrijf was afgestemd
Van verstarring zou volgens hem geen
sprake zijn. Hij vond het in ieder ge
val gewenst, dat alsnog met het be
drijfsleven overleg zal worden gevoerd
en vroeg ook aandacht voor het feit,
dat deze regeringsmaatregel ongeluk
kig zou vallen vlak oor de instelling
van een bedrijtschap in deze branche.
Op verzoek van de woorBvoerder
der K.V.P. zal de minister nu het ka
binet inlichten omtrent de afwijzen
de houding die de Kamer tegenover
deze maatregel mneemt en het ver
zoek overbrengen om vóórdat het De-
sluit in werking gaat treden bij het
parlement een nota hierover in te die
nen, zodat er gelegenheid zal zijn
daarover nog van gedachten te wisse
len.
Alvorens de begroting van Economi
sche Zaken zonder hoofdelijke stem
ming werd goedgekeurd (alleen de com
munisten waren tegen i kwam de Kamer
nog op enkele kwesties terug. De heer
Nederhorst (P. v. d A.i vroeg of de mi
nister niet het „gemeentelijk onbeha
gen" in Utrecht en omgeving over het
gasbeleid door persoonlijk contact zou
willen wegnemen Het bleek, dat zijn
wensen al voorkomen waren. De minis
ter stelt alles in het werk om de Utrech
tenaren in te lichten
Consumentenbond
Tenslotte ontstond ei van alle zij
den oppositie tegen de subsidie aan de
consumentenbond. De heer Koersen
(KVP) zag hierin een bron van tegen
stellingen van machtsgroepen die lijn
recht tegen de P.B O -gedachte in gaat.
De heer Hazenbosch (AR; had bezwa
ren tegen de ongezonde financiële posi
tie en de onbekendheid omtrent doel en
werkwijze. De minister heeft daarop
deze post teruggenomen.
Ook de begroting van de Staatsmij
nen is z.h.s. aangenomen.