t-Veffelaar
De Nederlandse Comedie
De Drie Zusters"
m
Verkeersbeleid vereist samenwerking
en coördinatie
Een internationaal successtuk
het Minerva-theater
m
DELVENAAR" DOCTOR DIRK COSTER
in Teisterbant hartelijk gehuldigd
Voetgangers in het verkeer
m
Prachtig toneel in zachte tinten
Nog steeds worden aan de
lopende band nieuwe gevaar-
punten geschapen
Garage Den Hout
J
Toespraken van Godfried Bomans,
prof. Donkersloot, Emmy Van
Lokhorst en mr. Phaff
Besluit van G.S. niet vernietigd
door de Kroon
Cijfers van 1950: helft ongevallen
gevolg van onvoorzichtigheid
op de weg
Hoe spelen de
R.K. clubs?
rr
Herenhandschoenen
VERKEERSTECHNISCHE LEERGANG TE HAARLEM
Het HemelbedVan Jan de Hartog
HOTEL BOUWES
ENKELE MINUTEN
PROCESSIES OP PLEIN BIJ SINT BAVO
Geen inwilliging van protestants verzoek
DONDERDAG 25 NOVEMBER 1954
PAGINA 2
KUNSTHANDEL
4DEL/*1
Reproducties naar
Oude en Moderne Meesters
I. Veenstra overleden
Voorlichtingsavond over
vervoer en verkeer
Burgerlijke Stand
Gen. Cronjéstraat 1a-1b
ZANDVOORT
HET GEHELE JAAR GEOPEND
rijden mei de nieuwe
D.K.W. 3 cylinder
en U beni overtuigd
van de geweldige
rijcapaciieii.
Brandstofverbruik 1 op 13
Prijzen vanaf f 6175.—
Wagenweg 166-168
Tel. 12138
Nieuw boek
Plotseling oversteken
vermouth
Morgenavond, kwart voor 6 zal wet
houder D. J. A. Geluk in zijn kwa
liteit van voorzitter van de stichting
„Haarlems Bloei" officieel de verlich
ting van de Grote Houtstraat ontste
ken. Vannacht zijn aan de lichtinstal
laties enkele verbeteringen aange
bracht en de komende nacht zal wor
den proefgebrand. De harmoniekapel
van de N. Z. H. V. M. zal morgenmid
dag de ontstekingsplechtigheid opluis
teren. Het tijdstip van de ontsteking
is vastgesteld in overleg met de Ane-
gangvereniging, van welke straat de
verlichting, zoals is bericht, morgen om
S uur door burgemeester mr. P. O. F.
M. Cremers in werking zal worden
gesteld.
Advertentie
HAARLEM
Woensdagmorgen werd de heer I.
Veenstra in de Kosterstraat te Zand-
voort onwel en overleed vrijwel onmid
dellijk. De heer Veenstra bereikte de
leeftijd van 68 jaren. Hij was een al
gemeen geacht ingezetene van Zand-
voort. Hij vervulde de functies van ou
derling der gereformeerde gemeente en
van bestuurslid van de Anti-revolution-
naire partij afdeling Zandvoort. De
overledene was ook lange jaren be
stuurslid van de Zandvoortse schilders-
patroonsvereniging.
De ..Algemene Verladers en eigen
vervoerders Organisatie", district
Noordholland, organiseert op Woensdag
8 December a.s in café-restaurant Brink-
mann in Haarlem 'n voorlichtingsavond.
Het programma vermeldt het vertonen
van films over vervoers- en verkeers
problemen. De filmstrips worden voor
de toeschouwers toegelicht.
GEBOREN: J. Kleinhoutvan der Pijl,
z.; A. J. HaverKops, z.; G. L. M. van
LeerdamSchippers, z.; A. M. Verhagen
Everaardt, z L. J. M. DammersHoo-
gervorst, d.; D. H. Vermijvan der Hulst,
d.; J. RoversCafé, d.; L. van Bree
van Rooy, d.; J. M. L. HooningEbbeling,
d.
ONDERTROUWD: T. Staring en H.
Bliek; Chr. J. Vaal en L. van Leeuwen;
C. S. Tesselaar en W. M. Tuijn; J. A.
Hessels en M. W. Jacobsen Jensen; J.
Kroon en A. Osinga; J. A. Aal en A. Hil-
geman; A. Out en A. F. Breed; J. H.
van Dam en C. Th. Prins; C. H. Kroon
en A. Umans; J. Holl en G. W. Leen; J.
W. Mousset en E. G. Spoelder; F. Prandt
en J. A. Engberts; G. de Zeeuw en A.
Gorter; K. Bouma en E. Peper; H. Baars
en M. L. van Drimmelen; A. van Eve-
lingen en M. A. Vellekoop; J. Beekhuis
en M. Bink; H. H. Tuninga en L. C. O.
M. Meeuwis.
GETROUWD: N. Verkruissen en J. M.
van der Aar; H. J. A Buijs en J. A. M.
Rommelse; P. Rinkel en W. J. List; H.
Tholen en H. Erenstein; B. J. Turken
burg en G. J. Th. Bult; L. A. C. M. van
Heugten en C. van Warmerdam; J. van
der Velden en A. J. Poelgeest; F. Ferin-
ga en A. S. L. M. Wit; F. J. Verhap
pen en A. E. van den Heuvel; J. Verhal
len en S. Ij. Verbeek; C. J. Koedijk en
J. E. F. van Schie; J. Schoen en M. van
de Reep; H. van der Stelt en H. A. Kaest-
ner; N. J. v. d. Nouwland en M. E. Jan-
sens; P. D. Lodder en F. L. Hulscher; F.
Siepel en E. Amelink.
OVERLEDEN: W. H. Hoole—Eden, 64
j.. van Riebeecklaan; A. W. Limburg
Turkstra, 66 j.. Burgwal; J. Snoek, 66 j.,
Maerten van Heemskerkstraat; J. M. F.
WeberLössbroek, 68 j., Muiderslotweg;
C. C. van VeenSchrijnders, 82 j; Nach
tegaalstraat
Ter inleiding op Tsechow's terecht
overal dankbaar ontvangen „De Drie
Zusters", dat de Nederlandse Comedie
hier Zaterdag en Zondag a.s. komt spe
len, geven wij hieronder de indruk,
welke een vroegere voorstelling op
onze medewerker heeft gemaakt.
Men kan zich voorstellen, dat de ellen
dige lusteloosheid en gepolijste verve
ling van de mensen in Tsjechow's „De
Drie Zusters" irriterend gaan werken en
kriebelige wrevel oproepen. Tsjechow's
figuren zijn zich echter hun eigen leeg
heid bewust; zij zoeken heul voor hun
onvoldaanheid, willen vluchten voor de
dreiging van de verveling, zijn door af
komst en milieu echter niet opgewassen
tegen de leegheid. Daarom blijft de er
gernis uit en overheerst dt weemoed
over die onmacht. Wanneer wij het lege
leven zien dier Russen van een halve
eeuw geleden, bevangt ook ons deze
weemoed.... en dat is de schone triomf
van de voorstelling, welke de Neder
landse Comedie van dit stemmings
stuk geeft onder de uiterst gevoe
lige en genuanceerde regie van Peter
Scharoff. Ondanks het gebrek aan han
deling geeft men zich weldra over aan
dit zacht gestemde en fijn getinte toneel,
dat als het ware mistig en toch ont
stellend duidelijk een indruk geeft van
de armzalige onvoldaanheid en leegheid
in die Russische provinciestad, waar men
vreest, dat het leven zal verzanden, om
dat het garnizoen wordt overgeplaatst.
De sfeer wordt tastbaar, en die sfeer
houdt ons onweerstaanbaar geboeid. Het
negatieve argument is wellicht even
sterk: zonder de zuivere weergave van
sfeer en stemming zou Tsjechow voor
ons vervelend en zeer onbelangrijk wor
den, omdat de karakters ons volkomen
vreemd zouden blijven.
Het ongrijpbare dat tastbaar wordt,
verhief de voorstelling in de voor
naamste rollen en in vele scènes tot
superieur toneel van meeslepende
kracht. Hier en daar past geen andere
waardering dan: weergaloos mooi. Zicht
baar blijvende techniek zou de indruk
verstoren: het spel vraagt een intense
concentratie, maar tevens moet het ver
standelijk element, waaraan wij bij con
centratie denken, opgelost worden in en
gestuwd worden dóór het gevoel. Met
andere woorden: concentratie is nodig
om zich met de figuren te vereenzelvi
gen, pas daarna kunnen zij uit en door
hun eigen gevoel gaan leven.
Daarom is bijvoorbeeld het eerste be
drijf zo voortreffelijk van stemming en
karaktertekening en kijkt men ontroerd
naar het geraffineerd gezochte, mis
schien ook intuïtief gevonden scènetje
met de bromtol; ofschoon een deel van
het publiek bij een vroegere voor
stelling sorns ongelukkig reageerde,
bracht deze sublieme scène een wee
moedige stilte in de uitverkochte zaal.
Daarom geeft men zich onvoorwaarde
lijk gewonnen aan de verbijsterend
domme enkortzichtige leraar van Ton
Lutz, die later blijkt toch niet zo kort
zichtig te zijn. Daarom bewondert men
hartelijk en erkentelijk het sterke en
semble, dat op de voornaamste posten
gelijk is aan de bezetting ^an 1950, toen
Comedia het stuk heeft gespeeld. Daar
om beleeft men in deze voorstelling vele
hoogtepunten, zoals de vertederend-
zuivere weergave van wisselende stem
mingen door Ellen Vogel als Irina. en
vooral haar schreiende vertwijfeling
over het verglijdende, maar niet ge
bruikte leven; zoals de treffende type
ring door Louis v. Gasteren als de mis
lukte, toch sympathieke militaire arts,
die niets meer weet; zoals de schrijnende
biecht van Ko v. Dijk als de ver
schrikkelijk moede Andréj; zoals de
onuitstaanbare, feeksige lievigheid van
Bep Dekker als Nataalja; zoals de ver
bijsterde wanhoop van Ank v. d. Moer
als Maasja; zoals vooral de ideale
intensiteit, bijzonder aangrijpend en zui
ver, in de afscheidsscène van de nobele
baron Toezenbach. Fons Rademakers
gaf daarmede in het prachtige vierde
bedrijf een climax, die u het hart naar
de keel jaagt.
De voorstelling van „De drie zusters"
is een manifestatie van toewijding en
talent, van toneel in prachtig getroffen
zachte en halve tinten, waarvan men
Zaterdag 27 en Zondag 28 November
wederom kennis kan nemen.
Hk. A.
FILMS:
REMBRANDT: „Koning der melodieën",
a. 1. Tijden 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15 uur.
PALACE: „U spreekt met uw moordenaar",
18 jaar. Tijden 2, 4.15, 7 en 9.15 u.
LLXOR: „De groene halsdoek" 14 jaar. Tij
den 2, 7 en 9.15 uur.
L1DO: „Doctor in the house", a. 1. Tijden
2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
ROXYTot en met Do.: De avonturen van
kapitein Fabian", volw. Tijden: 2.30 en
8 uur.
MINERVA: Donderdag: „Storm over Azië",
18 jaar. Tijden 8.15 uur.
Donderdag 25 November
Stadsschouwburg: Kon. Letterk. ver. „J.
J. Cremer'' met „Mademoiselle", 20 uur.
Concertgebouw: Haarl. Chr. Mannenkoor
o.l.v. B. Verboom, m.m.v. Kon. Mil. Kapel
o-i.v. Rocus van Yperen, 8 uur.
Vrijdag 26 November
Stadsschouwburg: „De Haagsche Come
die" voert „Midzomernachtdroom" op.
(Ver „Geloof en Wetenschap") besl. Aanv.
8 uur.
Concertgebouw: 3e Concert van de serie
van het Noord-Holl. Philharmoniseh Orkest
o.l.v. Marinus Adam, 8 uur.
TENTOONSTELLINGEN:
Frans Halsmuseum: Groepsportretten van
Frans Hals. Expositie van nieuwe aanwin
sten uit de Recuperatie. Gerestaureerde
Guudleerzaal, geopend op werkdagen van
1016 uur. Zo. van 1316 u.
Tinholthuis: Vrijburglaan 17, Overveen.
Geopend op werkdagen van 912 en 14—
16 uur.
Cruquiusmuseum, Heemstede: Historische
stoommachines en grote maquette van Ne
derland met waterstanden en overzicht
overstromingsramp Februari 1953.
Kunsthandel Leffelaar, tuinzaal. Wagen
weg 102: Schilderijen, gouaches en tekenin
gen van Wim Steijn (t/m 27 Nov.).
Kunsthandel Bier, Gr. Heiligland 66. -
Schilderijen van Poolse expressionisten (tot
eincf Nov.).
Het Huis met de kogel, Spekstraat 12:
Portretten en bloemstUlevens door Georg
Reuter. Van 6 tot 27 November.
Advertentie
Echte Varkenslederen
geheel gevoerd met wollen tricot 12.90
TELEFOON 16045
De directeur Wegen eri Verkeer van
de ANWB, de heer A. G. M, Boost,
heeft hedenmorgen ter gelegenheid van
de door de bond georganiseerde Regio
nale Verkeerstechnische Leergang 1954
te Haarlem een rede gehouden, waarin
hij de samenwerking met de Neder
landse Stichting voor Verlichtingskun-
de memoreerde, welke geleid heeft tot
een speciale leergang, gewijd aan weg
en straatverlichting, een uiterst belang
rijk onderdeel van de verkeerstechniek,
omdat een goede verlichting een grote
mate van veiligheid aan de weggebrui
ken kan geven, een foutief aangebrach
te, of een onvoldoende verlichting
daarentegen gevaar scheppend kan
zijn.
Elke wegbeherende instantie moet
ervan doordrongen zijn, aldus de heer
Boost, dat de kosten, welke vrij hoog
zijn, slechts dan ten volle lonend zijn,
wanneer de verlichting aan de te stel
len eisen voldoet.
Op voorstel van de ANWB, welk
voorstel door de OTA (Organisation
Mondiale du tourisme et de l'automo-
bile) werd overgenomen, werd van 16
20 Juni 1953 de eerste internationale
verkeerstechnische leergang in Den
Haag gehouden, waaraan 120 verkeers-
deskundigen uit 16 landen deelnamen.
Ofschoon de verkeersomstandigheden
in deze landen uiteraard uiteenlopen,
viel het op, dat de deskundigen in
hoofdzaak dezelfde inzichten hadden ten
aanzien van de elementen, die tot de
verkeersonveiligheid leiden en van de
middelen om deze te bestrijden en te
neutraliseren.
Van 2025 September van dit jaar
werd te Bürgenstock in Zwitserland de
tweede internationale leergang gehou
den, met ruim 300 deelnemers uit 22
landen. Er werden acht onderwerpen
behandeld, waarvoor 51 rapporten wer
den ingeleverd, die tezamen een uiterst
waardevolle bijdrage vormen tot de
kennis van de verschillende verkeers-
vraagstukken. Besloten werd in 1956
een derde internationale leergang in
Italië te houden.
Jarenlang hebben wij betoogd, al
dus de heer Boost, dat een coördina
tie van de „strijdkrachten" op hoog
niveau noodzakelijk is om een hech
te en harmonische samenwerking van
alle erbij betrokken instanties te
verkrijgen en tot een gericht ver
keersbeleid te geraken, een beleid
dus volgens bepaalde lijnen en met
een zo groot mogelijke systematiek.
Voor het bereiken van deze coördi
natie werd het instellen van een
„generale staf" voor het verkeer
noodzakelijk geacht als strategisch
adviescollege, dat de vraagstukken
systematisch en gecoördineerd kan
bestuderen en plannen tot bepaalde
acties en maatregelen aan de rege
ring kan voorleggen. Nog steeds zijn
het de drie bekende e's, engineering,
enforcement en education, tezamen
met het verkeersonderzoek en de sta
tistiek, die de operatiebasis vormen
van waaruit de acties tegen de ver
keersonveiligheid moeten worden on
dernomen.
Op het in 1950 gehouden congres van
de Vereniging het Nederlandse Wegen- waarheden.
congres, gewijd aan de verkeersveilig
heid, werd de wenselijkheid van een
generale staf voor het verkeer als con
clusie aanvaard en ter kennis van de
regering gebracht en het is uitermate
verheugend, dat op 28 September 1954
door de secretaris-generaal van Ver
keer en Waterstaat, mr. Spitzen, na
mens minister Algera de vaste commis
sie Veiligheid Wegverkeer is geïnstal
leerd. Hiermede is een geheel nieuwe
phase in de strijd tegen de verkeers
onveiligheid ingetreden.
De heer Boost zeide voorts, dat
dat slechts voortdurende studie en ob
servatie van de mens en zijn gedrag
in het verkeer kunnen leiden tot ver
keersveiligheid. Men dient te komen tot
uniformiteit van inzichten in principiële
gevallen het verkeer betreffende. In
Nederland zijn 1200 autonome wegbe
herende instanties, tienduizenden poli
tieambtenaren, honderden organen die
bij het verkeer betrokken zijn.
Sprekende over ongelukken, zeide
de heer Boost, dat deze niet vanzelf
gebeuren. Zij worden door mensen,
veroorzaakt. Het staat echter vast
dat niet steeds a priori gesproken mag
worden van nalatigheid, nonchalance,
roekeloosheid enz. Het is vaak een
reeks van omstandigheden welke
aanleiding of oorzaak van het onge
val zijn; omstandigheden, welke maar
al te dikwijls primair op technische
tekortkomingen zijn terug te bren
gen, waardoor zelfs een zorgvuldige
bestuurder onder die omstandighe
den kan falen.
Vooruitlopend op het probleem „kruis
punten", dat vanmiddag door ir. A. E. J.
Nap, hoofdingenieur van de Rijkswater
staat, behandeld wordt, zeide de heer
Boost, dat met ontzetting geconstateerd
moet worden, dat nog steeds aan de lo
pende band nieuwe gevaarpunten
worden gecreëerd. Als gevolg van talrij
ke nieuwe uitbreidingsplannen worden
aan de reeds bestaande gevaarlijke pun
ten voortdurend nieuwe toegevoegd, om
dat bij de opzet van deze plannen geen
of onvoldoende rekening wordt gehou
den men elementaire verkeerstechnische
Advertentie
Advertentie
Dagelijks; muziek van 6.30 uur af.
Zat. en Zond. uitgebr. Cabaret-progr.
Zondagmiddag Matinée.
„Het Hemelbed" van Jan de Hartog
Jan de Hartog's „Hemelbed" blijkt
tot dusverre tegen de zware proef van
tijd en herinnering bestand te zijn.
Anderhalf jaar nadat het in Haarlem is
gespeeld, kwam het gisteravond terug
in het Minerva Theater te Heemstede, en
na anderhalf jaar een lange tijd in
ons gejaagd tijdsgewricht wordt men
weer gepakt door deze vakkundig opge
zette en knap geschreven kroniek van
een huwelijk. Een blijspel met de duide
lijke moraal, dat „het huwelijk een goed
ding is". De kracht van het stuk. dat
zich geheel afspeelt bij het eerbied
waardige hemelbed, ligt in de eenvou
dige menselijkheid; daardoor wordt het
boeiend en vermakelijk, dikwijls wee-
moedig-zacht, soms ontroerend. De dia
loog is in al zijn eenvoud voortreffelijk
geschreven en zorgvuldig uitgebalan
ceerd; wij mogen wel aannemen, dat na
de provincie-tournée's in Amerika,
waar het internationale succes begon,
herzieningen hebben plaats gehad, ge
richt op goed berekend effect, en wij
mogen vooral niet vergeten, dat De
Hartog toneel-ogen heeft en bijvoorbeeld
een scène knap en treffend weet te laten
eindigen.
In de voorstelling, onder regie van
Jan Retèl, met Lily Bouwmeester en
Frits van Dongen (de laatste in de rol,
welke Ko van Dijk speelde in de voor
stellingen van het Rotterdams Toneel),
moet men overigens nu en dan scherp
speuren naar de zachte weemoed en de
warme werkelijkheid. De voorstelling
werd over het algemeen sterk naar
het kluchtige getrokken, de effecten
waren flink aangedikt, de grens tussen
komiekerigheid en humor van goeden
huize werd meer dan eens overschreden.
De uitbundige ochtendjapon, of wat het
dan was, van Agnes in het vierde
tafreel bijvoorbeeld, trof een vermake
lijke noot, maar door de malle sluimer-
helm op haar hoofd, ging het goed-
komische effect verloren en werd het
een goedkope klucht. Het gedoe met de
los schietende pruik maakte het nog een
beetje erger. Het betekent een ver
zwakking van het stuk en verlies in de
voorstelling. Om onverklaarbare redenen
waren de jaartallen van de tafrelen
vroeger gesteld dan in het oorspronke
lijke stuk.
Het zij in het midden gelaten, of de
filmcarrière van Frits van Dongen hem
in de weg stond, er was bij hem vaker
■sprake van vlotte techniek dan van na
tuurlijk spel. Wij geloven graag in hem
als de zelfingenomen en zichzelf bekla
gende jonge schrijver, maar te vaak
zocht hij het in forse uiterlijkheid; in
het markeren van de zes verschillende
leeftijden was te weinig genuanceerde
kleur. Ko van Dijk maakte er indertijd
werkelijk een mensenleven van, bij Van
Dongen bleef het te vlak.
Bij Lily Bouwmeester gingen de fijne
accenten wel eens in de komieke pret
verloren, maar dikwijls trof zij door
zachte eenvoud en overtuigende natuur
lijkheid; haar talent maskeert de enkele
zwakke plekken in gedachte en tekst.
En dat talent is wel zo groot, dat men
de gerekte kluchtigheid te meer gaat
betreuren.
De kluchtigheid sloeg overigens wel
aan in de zaal; de voorstelling vond
gul en luid getoond succes in het uit
verkochte theater.
Hk. A.
Het besluit van de Haarlemse ge
meenteraad om goed te vinden, dat het
voorplein van de Sint Bavo, na de
voorgenomen overdracht van dat plein
aan de gemeente in altijddurende erf
pacht, enkele keren 's jaars zal worden
afgesloten voor het houden van pro
cessies, kan als definitief worden be
schouwd. Het bisdom Haarlem had die
mogelijkheid als voorwaarde gesteld
voor de overdracht. Zoals men weet ligt
het in de bedoeling, dat aan het plein
binnen het kader van het uitbreidings
plan der gemeente Haarlem een aan
tal woningen voor bejaarden wordt
gebouwd door de Woningbouwvereni
ging „Sint Jozef".
Op 8 September werd het raadsbesluit
door Ged. Staten goedgekeurd, on
danks de bezwaarschriften die waren
ingekomen van de zijde van enige
protestantse gemeenten uit Haarlem.
Een verzoek tot vernietiging van het
besluit van Ged. Staten door de Kroon
heeft kennelijk geen succes gehad, het
geen af te leiden valt uit het feit. dat
niet binnen twee maanden de daar
toe gestelde termijn tot vernietiging
is overgegaan. Wel is, naar wij ver
nemen, een dergelijk verzoek bij de
Kroon ingediend, doch men heeft geen
termen aanwezig geacht om op grond
daarvan vernietiging van het besluit
van Ged. Staten in overweging te ne
men. Bij de Raad van State is de zaak
dus in het geheel niet aanhangig ge
weest voor advies.
De Delftse letterkundige Dirk Cos-
ter, aan wie op 1 November aan de
Amsterdamse Universiteit het ere
doctoraat verleend is in de letteren en
wijsbegeerte, is in de Haarlemse so
ciëteit Teisterbant deswege hartelijk
en feestelijk gehuldigd. Van deze hul
diging was de leiding in handen van
Teisterbant's president Godfried Bo
mans, die zich geestig en speels van
zijn taak kweet. Hij legde o.a. precies
uit, waarom Dirk Coster „Delvenaar"
is en zovele anderen slechts „Delftena
ren" zijn. Niet vergetend Coster's
kwaliteit van buitengewoon lid der
sociëteit in hetlichtste stellen, roemde
hij hem als een groot polemist, „op
wiens grijze hoofd plots de bloesem
der erkenning was neergedaald". Hij
gaf zijn hoogst persoonlijke visie op
de huldigingen, welke aan de ere-doc-
tor inmiddels te beurt waren gevallen
en richtte zich met respectvolle woor
den en met bloemen tot de mede aan
wezige mevrouw Coster.
Prof. Donkersloot, die in Amster
dam de promotie had verricht en nu
als eerste spreker optrad, gaf aller
eerst een antwoord op de vraag, welke
relatie tussen Dirk Coster enerzijds en
Betje Wolff en Aagje Deken ander
zijds tot aanleiding had gediend, om
juist bij gelegenheid van de herden
king van laatstgenoemden de ere
promotie te doen plaats hebben. De
verklaring achtte hij gelegen in een
alle drie kenmerkende concentratie op
het nationale karakter van onze let
terkunde. Na de historie van het
honoris causa promoveren van letter
kundigen te hebben nagegaan en het
leveren van beschouwend werk als
criterium daarvoor te hebben aange
wezen, karakteriseerde hij Coster als
een, die van meet af aan met polemi
sche nadruk de eer en de voorrang
aan de levende persoonlijkheid heeft
gegeven bij de beoordeling van lite
raire kunstwerken. Hij schetste Coster
als vermaard samensteller en inleider
van bloemlezingen, gaf hem de hoge
eer de meest aangevallen letterkun
dige in Nederland te zijn geweest
zij het bij tijden ook de meest be
wonderde en weersprak het aan
Coster wel eens toegevoegde verwijt
van „mooi-schrijverij". Eerder mocht
men hem verwijten, aldus spreker, dat
zijn stem soms was overgeslagen. Als
er aan Coster nóg een ere-doctoraat
zou worden verleend, dan zou dat het
best van een Zuid-Nederlandse uni
versiteit kunnen komen, zulks in ver
band met zijn verdiensten voor de
Vlaamse letteren.
Na prbf. Donkersloot sprak Haar
lems gemeentesecretaris, mr. Phaff,
over Dirk Coster en het stadsschoon
van Delft. Meer nog door zijn per-1
soon en zijn voorbeeld dan door zijn
publicaties, aldus mr. Phaff, heeft
de ere-burger Coster begrip ge
kweekt voor de gave, stille stad, die
Delft is, waar het marktplein nog is
wat het heet te zijn, omdat er nog
markt wordt gehouden, „en geen
verkeersplein is zoals in Haarlem".
Mevrouw Emmy van Lokhorst, secre
taresse van de Vereniging van Letter
kundigen, hield een korte bespiegeling
over wat zij de „basiswoorden" van
Dirk Coster noemde: op de eerste
plaats de uitspraak, dat de grote
scheidslijn niet die was tussen goede
en boze mensen, maar die tussen le
venden en levenlozen; en op de tweede
plaats het profetisch woord: „van de
wedloop tussen het werktuig en de
menselijke ziel hangt de wereld af".
„Ik ben blij, temidden van mijn oude
Haarlemse vrienden te zijn, ook al is
er enige weemoed, omdat ik sommige
gezichten in deze vertrouwde kring
moet missen", aldus de gehuldigde in
zijn dankwoord. Hij bekende soms het
gevoel te hebben, dat men alleen sprak
over zijn „oude helft", waarvan hij
in feite was weggegroeiü.
Ten antwoord op de vraag waar die
nieuwere helft dan was, onthulde hij,
dat binnenkort een nieuw boek van
hem zou verschijnen, waarvan het ma
nuscript, in sprookjestermen verhaald,
bij de gratie van de uitgever 10 jaar
had. gevangen gezeten". Het behelst
het „Dagboek van de heer Van der
Putte", het speelt in Haarlem en be
handelt de verschijnselen, die tot de
crisis van '40 aanleiding hebben gege
ven. Naar de schrijver bekende spreekt
in dat boek die ene helft van zijn per
soon, die destijds niet uit Haarlem
weg wilde welke onwil hij nu als
een bloem wenste te leggen aan de
voeten van zijn Haarlemse vrienden.
Uit dat boek las hij tenslotte een met
gespannen aandacht aanhoord frag
ment voor.
Een ovationeel applaus vormde het
hartelijke slot der huldiging, die werd
opgeluisterd door pianospel van Stijnie
Koot en waar, behalve mevrouw Van
Lokhorst, prof. Donkersloot en de
stadsarchivaris van Delft, o.a. nog aan
wezig waren de schrijvers A. Roland
Holst en M. Mok.
Het lijkt wel of het voetgangers- 1300, waren jonger dan 11 jaar!
vraagstuK thans meer dan vroeger de
aanuaent treKt. De laatste maanden
kon men meermalen bijzondere activi
teiten opmerken. Er kwamen klachten
uit het ouitenland van hen, die zich als
voetgangers in ons verkeer bedreigd
hebben gevoeld, aldus de hoofdinspec
teur K. J. Muller, chef van de ver
keerspolitie te Rotterdam in zijn voor
dracht over het voetgangersprobleem.
Organisaties wendden zich tot de re
gering met verzoek om nadere bestu
dering van het voetgangersvraagstuk.
Er werd een vereniging opgericnt tot
bescherming van ae belangen der
voetgangers, het Verbond voor Venig
Verkeer stelde een aparte voetgangers
commissie in en op de Nationale Ver
keerstechnische Leergang werd door
de A.N.W.B. te Utrecht een aparte dag
gewijd aan studie van dit onderwerp,
uiteindelijk zullen deze pogingen er toe
leiden, dat men de voetganger in het
verkeer minder als een vergeten figuur
zal zien.
Het C.B.S. heeft ingezien, dat het
grondmateriaal dat zij krijgt, niet ge.
schikt is voor het vormen van een
gefundeerd oordeel over de causaliteit
aer verkeersongevallen. De schuld
vraag wordt bij het onderzoek buiten
bescnouwing gelaten en er wordt meer
aandacht besteed aan het verkrijgen
van een diepgaand inzicht in de gedra
gingen van üe verkeersdeelnemers (de
manoeuvres dus) op het moment vóór
dat het ongeval plaats vond én aan
eventueel van belang zijnde bu'komenue
omstandigheden. Daartoe heeft het
C.B.S. de dodelijke verkeersongevallen
over 1950 en 1951 aan een nader onder
zoek onderworpen. Bij het nader on
derzoek van aeze dodelijke verkeers
ongevallen is een indeling in catego
rieën gebruikt, die uitgaat van de wijze
van deelneming aan het verkeer door
de slachtoffers.
Ten aanzien van voetgangers kan
het volgende worden opgemerkt: Van
de 356 in 1950 gedode voetgangers wa
ren 185 jonger dan 8, en 80 ouder dan
65 jaar. Samen leverden deze uiterste
categorieën dus niet minder dan 265
slachtoffers. Er werden 65 voetgangers
gedood (diz is ongeveer een vijfde van
liet totale aantal slachtoffers door ach
teruitrijdende, juist wegrijdende of
stapvoets rijdende voertuigen. Zeer
groot is het percentage jonge slacht
offertjes. Rechtuit in de lengte-richting
op de rijweg lopende, werden 21 voet
gangers dodelijk aangereden. Aan de
rechterzijde liepen 15, in het midden 2,
aan de linkerzijde eveneens 2 en van
de overige 2 is dit niet bekend. Al
deze voetgangers werden van achteren
aangereden, één overdag, de anderen
bij duisternis. Hier ontbreekt helaas
nog één gegeven: hoeveel lopen er on
der die omstandigheden rechts en hoe
veel links?
Uit d§ cijfers van 1950 blijkt, dat van
het totaal aantal van 6127 voetgangers
ongevallen ongeveer de helft het gevolg
zou zijn van „onvoorzichtig op de weg
lopen". Tengevolge hiervan werden
2577 personen gedood of gewond. Meer
dan de helft hiervan, namelijk precies
Op de foto: dr. Dirk Coster in het
midden, luisterend naar de toe
spraak van Godfried Bomans
(links). Rechts prof. Donkersloot.
Al deze bijzonderheden worden door
de cijfers over 1951 bevestigd.
Het aantal voetgangers, dat plotse
ling van achter een boom, auto of
ander object vandaan kwam en op
de rijweg werd gedood, is in 1951
sterk gestegen, namelijk tot 55.
Door het ontbreken van goede gege
vens kon ook in 1951 helaas geen na
dere detaillering worden gegeven van
de tijdens „normaal" oversteken van
rijweg gedode zenaa voetgangers.
Wel blijkt, dat van deze 200 slachtoffers
101 jonger waren dan 8 jaar, en 60
öuder dan 65 jaar. Uit de binnenkort
verschijnende studie van de dodelijke
verkeersongevallen over 1951 zal blij
ken, dat de kwetsbaarheid van de zeer
jonge en zeer oude groepen onder de
voetgangers pok relatief inderdaad zeer
hoog is. Rekening houdende met de be
volkingsopbouw komt men tot de con
clusie, dat per 100.000 inwoners der ge
noemde leeftijdscategorieën het volgen
de aantal dodelijke slachtoffers onder
voetgangers valt te betreuren: Jonger
dan 5 jaar: 9; van 6-8 jaar: 9; van
9-14 jaar: 2; van 15-24 jaar: 1; van 25-
49 jaar: 1; van 50-64 jaar: 3: 65 jaar
en ouder: 11.
Het C.B.S. laat doorschemeren, dat
mogelijk nog meer goede gegevens zou
den kunnen worden geleverd, als het
grondmateriaal, dat o.m. door de poli
tie wordt verstrekt, vollediger zou kun
nen worden.
Nadere bestudering van de C.B.S.-ge-
gevens, vooral ook de uitvoerige over
de dodelijke wielrijdresongevallen van
1951, zal zeker moeten geschieden.
Advertentie
(Zondag 28 November)
ZilvermeeuwenVitesse
SchotenV eisen
K.V.V.Wijk aan Zee
C.S.V.—D.E.M.
ScheveningenH.B.C.
T.Y.B.B.—L.F.C.
LijndenOnze Gezellen
BloemendaalN.A.S.
TeijlingenRoodenburg
S.J.C.—V.V.S.B.
Inzendingen tot Zaterdagmorgen u^r
op een open briefkaart aan de spor
redactie van de N. Haarlemsche
Smedestraat 3, Haarlem. Over de PrU
vraag wordt niet gecorrespondeerd.
Binnenkomende klachten over °n3^r
heden worden onderzocht en zo
gerectificeerd. Meent men dat de tn
club wint, dan vult men het cijfer 3
bezoekende club is 2, geiijk spel
Voor elke goede oplossing worat
punt toegekend.
nodiif