t-Veffelaar De Nederlandse Comedie De Drie Zusters" m Verkeersbeleid vereist samenwerking en coördinatie Een internationaal successtuk het Minerva-theater m DELVENAAR" DOCTOR DIRK COSTER in Teisterbant hartelijk gehuldigd Voetgangers in het verkeer m Prachtig toneel in zachte tinten Nog steeds worden aan de lopende band nieuwe gevaar- punten geschapen Garage Den Hout J Toespraken van Godfried Bomans, prof. Donkersloot, Emmy Van Lokhorst en mr. Phaff Besluit van G.S. niet vernietigd door de Kroon Cijfers van 1950: helft ongevallen gevolg van onvoorzichtigheid op de weg Hoe spelen de R.K. clubs? rr Herenhandschoenen VERKEERSTECHNISCHE LEERGANG TE HAARLEM Het HemelbedVan Jan de Hartog HOTEL BOUWES ENKELE MINUTEN PROCESSIES OP PLEIN BIJ SINT BAVO Geen inwilliging van protestants verzoek DONDERDAG 25 NOVEMBER 1954 PAGINA 2 KUNSTHANDEL 4DEL/*1 Reproducties naar Oude en Moderne Meesters I. Veenstra overleden Voorlichtingsavond over vervoer en verkeer Burgerlijke Stand Gen. Cronjéstraat 1a-1b ZANDVOORT HET GEHELE JAAR GEOPEND rijden mei de nieuwe D.K.W. 3 cylinder en U beni overtuigd van de geweldige rijcapaciieii. Brandstofverbruik 1 op 13 Prijzen vanaf f 6175.— Wagenweg 166-168 Tel. 12138 Nieuw boek Plotseling oversteken vermouth Morgenavond, kwart voor 6 zal wet houder D. J. A. Geluk in zijn kwa liteit van voorzitter van de stichting „Haarlems Bloei" officieel de verlich ting van de Grote Houtstraat ontste ken. Vannacht zijn aan de lichtinstal laties enkele verbeteringen aange bracht en de komende nacht zal wor den proefgebrand. De harmoniekapel van de N. Z. H. V. M. zal morgenmid dag de ontstekingsplechtigheid opluis teren. Het tijdstip van de ontsteking is vastgesteld in overleg met de Ane- gangvereniging, van welke straat de verlichting, zoals is bericht, morgen om S uur door burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers in werking zal worden gesteld. Advertentie HAARLEM Woensdagmorgen werd de heer I. Veenstra in de Kosterstraat te Zand- voort onwel en overleed vrijwel onmid dellijk. De heer Veenstra bereikte de leeftijd van 68 jaren. Hij was een al gemeen geacht ingezetene van Zand- voort. Hij vervulde de functies van ou derling der gereformeerde gemeente en van bestuurslid van de Anti-revolution- naire partij afdeling Zandvoort. De overledene was ook lange jaren be stuurslid van de Zandvoortse schilders- patroonsvereniging. De ..Algemene Verladers en eigen vervoerders Organisatie", district Noordholland, organiseert op Woensdag 8 December a.s in café-restaurant Brink- mann in Haarlem 'n voorlichtingsavond. Het programma vermeldt het vertonen van films over vervoers- en verkeers problemen. De filmstrips worden voor de toeschouwers toegelicht. GEBOREN: J. Kleinhoutvan der Pijl, z.; A. J. HaverKops, z.; G. L. M. van LeerdamSchippers, z.; A. M. Verhagen Everaardt, z L. J. M. DammersHoo- gervorst, d.; D. H. Vermijvan der Hulst, d.; J. RoversCafé, d.; L. van Bree van Rooy, d.; J. M. L. HooningEbbeling, d. ONDERTROUWD: T. Staring en H. Bliek; Chr. J. Vaal en L. van Leeuwen; C. S. Tesselaar en W. M. Tuijn; J. A. Hessels en M. W. Jacobsen Jensen; J. Kroon en A. Osinga; J. A. Aal en A. Hil- geman; A. Out en A. F. Breed; J. H. van Dam en C. Th. Prins; C. H. Kroon en A. Umans; J. Holl en G. W. Leen; J. W. Mousset en E. G. Spoelder; F. Prandt en J. A. Engberts; G. de Zeeuw en A. Gorter; K. Bouma en E. Peper; H. Baars en M. L. van Drimmelen; A. van Eve- lingen en M. A. Vellekoop; J. Beekhuis en M. Bink; H. H. Tuninga en L. C. O. M. Meeuwis. GETROUWD: N. Verkruissen en J. M. van der Aar; H. J. A Buijs en J. A. M. Rommelse; P. Rinkel en W. J. List; H. Tholen en H. Erenstein; B. J. Turken burg en G. J. Th. Bult; L. A. C. M. van Heugten en C. van Warmerdam; J. van der Velden en A. J. Poelgeest; F. Ferin- ga en A. S. L. M. Wit; F. J. Verhap pen en A. E. van den Heuvel; J. Verhal len en S. Ij. Verbeek; C. J. Koedijk en J. E. F. van Schie; J. Schoen en M. van de Reep; H. van der Stelt en H. A. Kaest- ner; N. J. v. d. Nouwland en M. E. Jan- sens; P. D. Lodder en F. L. Hulscher; F. Siepel en E. Amelink. OVERLEDEN: W. H. Hoole—Eden, 64 j.. van Riebeecklaan; A. W. Limburg Turkstra, 66 j.. Burgwal; J. Snoek, 66 j., Maerten van Heemskerkstraat; J. M. F. WeberLössbroek, 68 j., Muiderslotweg; C. C. van VeenSchrijnders, 82 j; Nach tegaalstraat Ter inleiding op Tsechow's terecht overal dankbaar ontvangen „De Drie Zusters", dat de Nederlandse Comedie hier Zaterdag en Zondag a.s. komt spe len, geven wij hieronder de indruk, welke een vroegere voorstelling op onze medewerker heeft gemaakt. Men kan zich voorstellen, dat de ellen dige lusteloosheid en gepolijste verve ling van de mensen in Tsjechow's „De Drie Zusters" irriterend gaan werken en kriebelige wrevel oproepen. Tsjechow's figuren zijn zich echter hun eigen leeg heid bewust; zij zoeken heul voor hun onvoldaanheid, willen vluchten voor de dreiging van de verveling, zijn door af komst en milieu echter niet opgewassen tegen de leegheid. Daarom blijft de er gernis uit en overheerst dt weemoed over die onmacht. Wanneer wij het lege leven zien dier Russen van een halve eeuw geleden, bevangt ook ons deze weemoed.... en dat is de schone triomf van de voorstelling, welke de Neder landse Comedie van dit stemmings stuk geeft onder de uiterst gevoe lige en genuanceerde regie van Peter Scharoff. Ondanks het gebrek aan han deling geeft men zich weldra over aan dit zacht gestemde en fijn getinte toneel, dat als het ware mistig en toch ont stellend duidelijk een indruk geeft van de armzalige onvoldaanheid en leegheid in die Russische provinciestad, waar men vreest, dat het leven zal verzanden, om dat het garnizoen wordt overgeplaatst. De sfeer wordt tastbaar, en die sfeer houdt ons onweerstaanbaar geboeid. Het negatieve argument is wellicht even sterk: zonder de zuivere weergave van sfeer en stemming zou Tsjechow voor ons vervelend en zeer onbelangrijk wor den, omdat de karakters ons volkomen vreemd zouden blijven. Het ongrijpbare dat tastbaar wordt, verhief de voorstelling in de voor naamste rollen en in vele scènes tot superieur toneel van meeslepende kracht. Hier en daar past geen andere waardering dan: weergaloos mooi. Zicht baar blijvende techniek zou de indruk verstoren: het spel vraagt een intense concentratie, maar tevens moet het ver standelijk element, waaraan wij bij con centratie denken, opgelost worden in en gestuwd worden dóór het gevoel. Met andere woorden: concentratie is nodig om zich met de figuren te vereenzelvi gen, pas daarna kunnen zij uit en door hun eigen gevoel gaan leven. Daarom is bijvoorbeeld het eerste be drijf zo voortreffelijk van stemming en karaktertekening en kijkt men ontroerd naar het geraffineerd gezochte, mis schien ook intuïtief gevonden scènetje met de bromtol; ofschoon een deel van het publiek bij een vroegere voor stelling sorns ongelukkig reageerde, bracht deze sublieme scène een wee moedige stilte in de uitverkochte zaal. Daarom geeft men zich onvoorwaarde lijk gewonnen aan de verbijsterend domme enkortzichtige leraar van Ton Lutz, die later blijkt toch niet zo kort zichtig te zijn. Daarom bewondert men hartelijk en erkentelijk het sterke en semble, dat op de voornaamste posten gelijk is aan de bezetting ^an 1950, toen Comedia het stuk heeft gespeeld. Daar om beleeft men in deze voorstelling vele hoogtepunten, zoals de vertederend- zuivere weergave van wisselende stem mingen door Ellen Vogel als Irina. en vooral haar schreiende vertwijfeling over het verglijdende, maar niet ge bruikte leven; zoals de treffende type ring door Louis v. Gasteren als de mis lukte, toch sympathieke militaire arts, die niets meer weet; zoals de schrijnende biecht van Ko v. Dijk als de ver schrikkelijk moede Andréj; zoals de onuitstaanbare, feeksige lievigheid van Bep Dekker als Nataalja; zoals de ver bijsterde wanhoop van Ank v. d. Moer als Maasja; zoals vooral de ideale intensiteit, bijzonder aangrijpend en zui ver, in de afscheidsscène van de nobele baron Toezenbach. Fons Rademakers gaf daarmede in het prachtige vierde bedrijf een climax, die u het hart naar de keel jaagt. De voorstelling van „De drie zusters" is een manifestatie van toewijding en talent, van toneel in prachtig getroffen zachte en halve tinten, waarvan men Zaterdag 27 en Zondag 28 November wederom kennis kan nemen. Hk. A. FILMS: REMBRANDT: „Koning der melodieën", a. 1. Tijden 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15 uur. PALACE: „U spreekt met uw moordenaar", 18 jaar. Tijden 2, 4.15, 7 en 9.15 u. LLXOR: „De groene halsdoek" 14 jaar. Tij den 2, 7 en 9.15 uur. L1DO: „Doctor in the house", a. 1. Tijden 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. ROXYTot en met Do.: De avonturen van kapitein Fabian", volw. Tijden: 2.30 en 8 uur. MINERVA: Donderdag: „Storm over Azië", 18 jaar. Tijden 8.15 uur. Donderdag 25 November Stadsschouwburg: Kon. Letterk. ver. „J. J. Cremer'' met „Mademoiselle", 20 uur. Concertgebouw: Haarl. Chr. Mannenkoor o.l.v. B. Verboom, m.m.v. Kon. Mil. Kapel o-i.v. Rocus van Yperen, 8 uur. Vrijdag 26 November Stadsschouwburg: „De Haagsche Come die" voert „Midzomernachtdroom" op. (Ver „Geloof en Wetenschap") besl. Aanv. 8 uur. Concertgebouw: 3e Concert van de serie van het Noord-Holl. Philharmoniseh Orkest o.l.v. Marinus Adam, 8 uur. TENTOONSTELLINGEN: Frans Halsmuseum: Groepsportretten van Frans Hals. Expositie van nieuwe aanwin sten uit de Recuperatie. Gerestaureerde Guudleerzaal, geopend op werkdagen van 1016 uur. Zo. van 1316 u. Tinholthuis: Vrijburglaan 17, Overveen. Geopend op werkdagen van 912 en 14— 16 uur. Cruquiusmuseum, Heemstede: Historische stoommachines en grote maquette van Ne derland met waterstanden en overzicht overstromingsramp Februari 1953. Kunsthandel Leffelaar, tuinzaal. Wagen weg 102: Schilderijen, gouaches en tekenin gen van Wim Steijn (t/m 27 Nov.). Kunsthandel Bier, Gr. Heiligland 66. - Schilderijen van Poolse expressionisten (tot eincf Nov.). Het Huis met de kogel, Spekstraat 12: Portretten en bloemstUlevens door Georg Reuter. Van 6 tot 27 November. Advertentie Echte Varkenslederen geheel gevoerd met wollen tricot 12.90 TELEFOON 16045 De directeur Wegen eri Verkeer van de ANWB, de heer A. G. M, Boost, heeft hedenmorgen ter gelegenheid van de door de bond georganiseerde Regio nale Verkeerstechnische Leergang 1954 te Haarlem een rede gehouden, waarin hij de samenwerking met de Neder landse Stichting voor Verlichtingskun- de memoreerde, welke geleid heeft tot een speciale leergang, gewijd aan weg en straatverlichting, een uiterst belang rijk onderdeel van de verkeerstechniek, omdat een goede verlichting een grote mate van veiligheid aan de weggebrui ken kan geven, een foutief aangebrach te, of een onvoldoende verlichting daarentegen gevaar scheppend kan zijn. Elke wegbeherende instantie moet ervan doordrongen zijn, aldus de heer Boost, dat de kosten, welke vrij hoog zijn, slechts dan ten volle lonend zijn, wanneer de verlichting aan de te stel len eisen voldoet. Op voorstel van de ANWB, welk voorstel door de OTA (Organisation Mondiale du tourisme et de l'automo- bile) werd overgenomen, werd van 16 20 Juni 1953 de eerste internationale verkeerstechnische leergang in Den Haag gehouden, waaraan 120 verkeers- deskundigen uit 16 landen deelnamen. Ofschoon de verkeersomstandigheden in deze landen uiteraard uiteenlopen, viel het op, dat de deskundigen in hoofdzaak dezelfde inzichten hadden ten aanzien van de elementen, die tot de verkeersonveiligheid leiden en van de middelen om deze te bestrijden en te neutraliseren. Van 2025 September van dit jaar werd te Bürgenstock in Zwitserland de tweede internationale leergang gehou den, met ruim 300 deelnemers uit 22 landen. Er werden acht onderwerpen behandeld, waarvoor 51 rapporten wer den ingeleverd, die tezamen een uiterst waardevolle bijdrage vormen tot de kennis van de verschillende verkeers- vraagstukken. Besloten werd in 1956 een derde internationale leergang in Italië te houden. Jarenlang hebben wij betoogd, al dus de heer Boost, dat een coördina tie van de „strijdkrachten" op hoog niveau noodzakelijk is om een hech te en harmonische samenwerking van alle erbij betrokken instanties te verkrijgen en tot een gericht ver keersbeleid te geraken, een beleid dus volgens bepaalde lijnen en met een zo groot mogelijke systematiek. Voor het bereiken van deze coördi natie werd het instellen van een „generale staf" voor het verkeer noodzakelijk geacht als strategisch adviescollege, dat de vraagstukken systematisch en gecoördineerd kan bestuderen en plannen tot bepaalde acties en maatregelen aan de rege ring kan voorleggen. Nog steeds zijn het de drie bekende e's, engineering, enforcement en education, tezamen met het verkeersonderzoek en de sta tistiek, die de operatiebasis vormen van waaruit de acties tegen de ver keersonveiligheid moeten worden on dernomen. Op het in 1950 gehouden congres van de Vereniging het Nederlandse Wegen- waarheden. congres, gewijd aan de verkeersveilig heid, werd de wenselijkheid van een generale staf voor het verkeer als con clusie aanvaard en ter kennis van de regering gebracht en het is uitermate verheugend, dat op 28 September 1954 door de secretaris-generaal van Ver keer en Waterstaat, mr. Spitzen, na mens minister Algera de vaste commis sie Veiligheid Wegverkeer is geïnstal leerd. Hiermede is een geheel nieuwe phase in de strijd tegen de verkeers onveiligheid ingetreden. De heer Boost zeide voorts, dat dat slechts voortdurende studie en ob servatie van de mens en zijn gedrag in het verkeer kunnen leiden tot ver keersveiligheid. Men dient te komen tot uniformiteit van inzichten in principiële gevallen het verkeer betreffende. In Nederland zijn 1200 autonome wegbe herende instanties, tienduizenden poli tieambtenaren, honderden organen die bij het verkeer betrokken zijn. Sprekende over ongelukken, zeide de heer Boost, dat deze niet vanzelf gebeuren. Zij worden door mensen, veroorzaakt. Het staat echter vast dat niet steeds a priori gesproken mag worden van nalatigheid, nonchalance, roekeloosheid enz. Het is vaak een reeks van omstandigheden welke aanleiding of oorzaak van het onge val zijn; omstandigheden, welke maar al te dikwijls primair op technische tekortkomingen zijn terug te bren gen, waardoor zelfs een zorgvuldige bestuurder onder die omstandighe den kan falen. Vooruitlopend op het probleem „kruis punten", dat vanmiddag door ir. A. E. J. Nap, hoofdingenieur van de Rijkswater staat, behandeld wordt, zeide de heer Boost, dat met ontzetting geconstateerd moet worden, dat nog steeds aan de lo pende band nieuwe gevaarpunten worden gecreëerd. Als gevolg van talrij ke nieuwe uitbreidingsplannen worden aan de reeds bestaande gevaarlijke pun ten voortdurend nieuwe toegevoegd, om dat bij de opzet van deze plannen geen of onvoldoende rekening wordt gehou den men elementaire verkeerstechnische Advertentie Advertentie Dagelijks; muziek van 6.30 uur af. Zat. en Zond. uitgebr. Cabaret-progr. Zondagmiddag Matinée. „Het Hemelbed" van Jan de Hartog Jan de Hartog's „Hemelbed" blijkt tot dusverre tegen de zware proef van tijd en herinnering bestand te zijn. Anderhalf jaar nadat het in Haarlem is gespeeld, kwam het gisteravond terug in het Minerva Theater te Heemstede, en na anderhalf jaar een lange tijd in ons gejaagd tijdsgewricht wordt men weer gepakt door deze vakkundig opge zette en knap geschreven kroniek van een huwelijk. Een blijspel met de duide lijke moraal, dat „het huwelijk een goed ding is". De kracht van het stuk. dat zich geheel afspeelt bij het eerbied waardige hemelbed, ligt in de eenvou dige menselijkheid; daardoor wordt het boeiend en vermakelijk, dikwijls wee- moedig-zacht, soms ontroerend. De dia loog is in al zijn eenvoud voortreffelijk geschreven en zorgvuldig uitgebalan ceerd; wij mogen wel aannemen, dat na de provincie-tournée's in Amerika, waar het internationale succes begon, herzieningen hebben plaats gehad, ge richt op goed berekend effect, en wij mogen vooral niet vergeten, dat De Hartog toneel-ogen heeft en bijvoorbeeld een scène knap en treffend weet te laten eindigen. In de voorstelling, onder regie van Jan Retèl, met Lily Bouwmeester en Frits van Dongen (de laatste in de rol, welke Ko van Dijk speelde in de voor stellingen van het Rotterdams Toneel), moet men overigens nu en dan scherp speuren naar de zachte weemoed en de warme werkelijkheid. De voorstelling werd over het algemeen sterk naar het kluchtige getrokken, de effecten waren flink aangedikt, de grens tussen komiekerigheid en humor van goeden huize werd meer dan eens overschreden. De uitbundige ochtendjapon, of wat het dan was, van Agnes in het vierde tafreel bijvoorbeeld, trof een vermake lijke noot, maar door de malle sluimer- helm op haar hoofd, ging het goed- komische effect verloren en werd het een goedkope klucht. Het gedoe met de los schietende pruik maakte het nog een beetje erger. Het betekent een ver zwakking van het stuk en verlies in de voorstelling. Om onverklaarbare redenen waren de jaartallen van de tafrelen vroeger gesteld dan in het oorspronke lijke stuk. Het zij in het midden gelaten, of de filmcarrière van Frits van Dongen hem in de weg stond, er was bij hem vaker ■sprake van vlotte techniek dan van na tuurlijk spel. Wij geloven graag in hem als de zelfingenomen en zichzelf bekla gende jonge schrijver, maar te vaak zocht hij het in forse uiterlijkheid; in het markeren van de zes verschillende leeftijden was te weinig genuanceerde kleur. Ko van Dijk maakte er indertijd werkelijk een mensenleven van, bij Van Dongen bleef het te vlak. Bij Lily Bouwmeester gingen de fijne accenten wel eens in de komieke pret verloren, maar dikwijls trof zij door zachte eenvoud en overtuigende natuur lijkheid; haar talent maskeert de enkele zwakke plekken in gedachte en tekst. En dat talent is wel zo groot, dat men de gerekte kluchtigheid te meer gaat betreuren. De kluchtigheid sloeg overigens wel aan in de zaal; de voorstelling vond gul en luid getoond succes in het uit verkochte theater. Hk. A. Het besluit van de Haarlemse ge meenteraad om goed te vinden, dat het voorplein van de Sint Bavo, na de voorgenomen overdracht van dat plein aan de gemeente in altijddurende erf pacht, enkele keren 's jaars zal worden afgesloten voor het houden van pro cessies, kan als definitief worden be schouwd. Het bisdom Haarlem had die mogelijkheid als voorwaarde gesteld voor de overdracht. Zoals men weet ligt het in de bedoeling, dat aan het plein binnen het kader van het uitbreidings plan der gemeente Haarlem een aan tal woningen voor bejaarden wordt gebouwd door de Woningbouwvereni ging „Sint Jozef". Op 8 September werd het raadsbesluit door Ged. Staten goedgekeurd, on danks de bezwaarschriften die waren ingekomen van de zijde van enige protestantse gemeenten uit Haarlem. Een verzoek tot vernietiging van het besluit van Ged. Staten door de Kroon heeft kennelijk geen succes gehad, het geen af te leiden valt uit het feit. dat niet binnen twee maanden de daar toe gestelde termijn tot vernietiging is overgegaan. Wel is, naar wij ver nemen, een dergelijk verzoek bij de Kroon ingediend, doch men heeft geen termen aanwezig geacht om op grond daarvan vernietiging van het besluit van Ged. Staten in overweging te ne men. Bij de Raad van State is de zaak dus in het geheel niet aanhangig ge weest voor advies. De Delftse letterkundige Dirk Cos- ter, aan wie op 1 November aan de Amsterdamse Universiteit het ere doctoraat verleend is in de letteren en wijsbegeerte, is in de Haarlemse so ciëteit Teisterbant deswege hartelijk en feestelijk gehuldigd. Van deze hul diging was de leiding in handen van Teisterbant's president Godfried Bo mans, die zich geestig en speels van zijn taak kweet. Hij legde o.a. precies uit, waarom Dirk Coster „Delvenaar" is en zovele anderen slechts „Delftena ren" zijn. Niet vergetend Coster's kwaliteit van buitengewoon lid der sociëteit in hetlichtste stellen, roemde hij hem als een groot polemist, „op wiens grijze hoofd plots de bloesem der erkenning was neergedaald". Hij gaf zijn hoogst persoonlijke visie op de huldigingen, welke aan de ere-doc- tor inmiddels te beurt waren gevallen en richtte zich met respectvolle woor den en met bloemen tot de mede aan wezige mevrouw Coster. Prof. Donkersloot, die in Amster dam de promotie had verricht en nu als eerste spreker optrad, gaf aller eerst een antwoord op de vraag, welke relatie tussen Dirk Coster enerzijds en Betje Wolff en Aagje Deken ander zijds tot aanleiding had gediend, om juist bij gelegenheid van de herden king van laatstgenoemden de ere promotie te doen plaats hebben. De verklaring achtte hij gelegen in een alle drie kenmerkende concentratie op het nationale karakter van onze let terkunde. Na de historie van het honoris causa promoveren van letter kundigen te hebben nagegaan en het leveren van beschouwend werk als criterium daarvoor te hebben aange wezen, karakteriseerde hij Coster als een, die van meet af aan met polemi sche nadruk de eer en de voorrang aan de levende persoonlijkheid heeft gegeven bij de beoordeling van lite raire kunstwerken. Hij schetste Coster als vermaard samensteller en inleider van bloemlezingen, gaf hem de hoge eer de meest aangevallen letterkun dige in Nederland te zijn geweest zij het bij tijden ook de meest be wonderde en weersprak het aan Coster wel eens toegevoegde verwijt van „mooi-schrijverij". Eerder mocht men hem verwijten, aldus spreker, dat zijn stem soms was overgeslagen. Als er aan Coster nóg een ere-doctoraat zou worden verleend, dan zou dat het best van een Zuid-Nederlandse uni versiteit kunnen komen, zulks in ver band met zijn verdiensten voor de Vlaamse letteren. Na prbf. Donkersloot sprak Haar lems gemeentesecretaris, mr. Phaff, over Dirk Coster en het stadsschoon van Delft. Meer nog door zijn per-1 soon en zijn voorbeeld dan door zijn publicaties, aldus mr. Phaff, heeft de ere-burger Coster begrip ge kweekt voor de gave, stille stad, die Delft is, waar het marktplein nog is wat het heet te zijn, omdat er nog markt wordt gehouden, „en geen verkeersplein is zoals in Haarlem". Mevrouw Emmy van Lokhorst, secre taresse van de Vereniging van Letter kundigen, hield een korte bespiegeling over wat zij de „basiswoorden" van Dirk Coster noemde: op de eerste plaats de uitspraak, dat de grote scheidslijn niet die was tussen goede en boze mensen, maar die tussen le venden en levenlozen; en op de tweede plaats het profetisch woord: „van de wedloop tussen het werktuig en de menselijke ziel hangt de wereld af". „Ik ben blij, temidden van mijn oude Haarlemse vrienden te zijn, ook al is er enige weemoed, omdat ik sommige gezichten in deze vertrouwde kring moet missen", aldus de gehuldigde in zijn dankwoord. Hij bekende soms het gevoel te hebben, dat men alleen sprak over zijn „oude helft", waarvan hij in feite was weggegroeiü. Ten antwoord op de vraag waar die nieuwere helft dan was, onthulde hij, dat binnenkort een nieuw boek van hem zou verschijnen, waarvan het ma nuscript, in sprookjestermen verhaald, bij de gratie van de uitgever 10 jaar had. gevangen gezeten". Het behelst het „Dagboek van de heer Van der Putte", het speelt in Haarlem en be handelt de verschijnselen, die tot de crisis van '40 aanleiding hebben gege ven. Naar de schrijver bekende spreekt in dat boek die ene helft van zijn per soon, die destijds niet uit Haarlem weg wilde welke onwil hij nu als een bloem wenste te leggen aan de voeten van zijn Haarlemse vrienden. Uit dat boek las hij tenslotte een met gespannen aandacht aanhoord frag ment voor. Een ovationeel applaus vormde het hartelijke slot der huldiging, die werd opgeluisterd door pianospel van Stijnie Koot en waar, behalve mevrouw Van Lokhorst, prof. Donkersloot en de stadsarchivaris van Delft, o.a. nog aan wezig waren de schrijvers A. Roland Holst en M. Mok. Het lijkt wel of het voetgangers- 1300, waren jonger dan 11 jaar! vraagstuK thans meer dan vroeger de aanuaent treKt. De laatste maanden kon men meermalen bijzondere activi teiten opmerken. Er kwamen klachten uit het ouitenland van hen, die zich als voetgangers in ons verkeer bedreigd hebben gevoeld, aldus de hoofdinspec teur K. J. Muller, chef van de ver keerspolitie te Rotterdam in zijn voor dracht over het voetgangersprobleem. Organisaties wendden zich tot de re gering met verzoek om nadere bestu dering van het voetgangersvraagstuk. Er werd een vereniging opgericnt tot bescherming van ae belangen der voetgangers, het Verbond voor Venig Verkeer stelde een aparte voetgangers commissie in en op de Nationale Ver keerstechnische Leergang werd door de A.N.W.B. te Utrecht een aparte dag gewijd aan studie van dit onderwerp, uiteindelijk zullen deze pogingen er toe leiden, dat men de voetganger in het verkeer minder als een vergeten figuur zal zien. Het C.B.S. heeft ingezien, dat het grondmateriaal dat zij krijgt, niet ge. schikt is voor het vormen van een gefundeerd oordeel over de causaliteit aer verkeersongevallen. De schuld vraag wordt bij het onderzoek buiten bescnouwing gelaten en er wordt meer aandacht besteed aan het verkrijgen van een diepgaand inzicht in de gedra gingen van üe verkeersdeelnemers (de manoeuvres dus) op het moment vóór dat het ongeval plaats vond én aan eventueel van belang zijnde bu'komenue omstandigheden. Daartoe heeft het C.B.S. de dodelijke verkeersongevallen over 1950 en 1951 aan een nader onder zoek onderworpen. Bij het nader on derzoek van aeze dodelijke verkeers ongevallen is een indeling in catego rieën gebruikt, die uitgaat van de wijze van deelneming aan het verkeer door de slachtoffers. Ten aanzien van voetgangers kan het volgende worden opgemerkt: Van de 356 in 1950 gedode voetgangers wa ren 185 jonger dan 8, en 80 ouder dan 65 jaar. Samen leverden deze uiterste categorieën dus niet minder dan 265 slachtoffers. Er werden 65 voetgangers gedood (diz is ongeveer een vijfde van liet totale aantal slachtoffers door ach teruitrijdende, juist wegrijdende of stapvoets rijdende voertuigen. Zeer groot is het percentage jonge slacht offertjes. Rechtuit in de lengte-richting op de rijweg lopende, werden 21 voet gangers dodelijk aangereden. Aan de rechterzijde liepen 15, in het midden 2, aan de linkerzijde eveneens 2 en van de overige 2 is dit niet bekend. Al deze voetgangers werden van achteren aangereden, één overdag, de anderen bij duisternis. Hier ontbreekt helaas nog één gegeven: hoeveel lopen er on der die omstandigheden rechts en hoe veel links? Uit d§ cijfers van 1950 blijkt, dat van het totaal aantal van 6127 voetgangers ongevallen ongeveer de helft het gevolg zou zijn van „onvoorzichtig op de weg lopen". Tengevolge hiervan werden 2577 personen gedood of gewond. Meer dan de helft hiervan, namelijk precies Op de foto: dr. Dirk Coster in het midden, luisterend naar de toe spraak van Godfried Bomans (links). Rechts prof. Donkersloot. Al deze bijzonderheden worden door de cijfers over 1951 bevestigd. Het aantal voetgangers, dat plotse ling van achter een boom, auto of ander object vandaan kwam en op de rijweg werd gedood, is in 1951 sterk gestegen, namelijk tot 55. Door het ontbreken van goede gege vens kon ook in 1951 helaas geen na dere detaillering worden gegeven van de tijdens „normaal" oversteken van rijweg gedode zenaa voetgangers. Wel blijkt, dat van deze 200 slachtoffers 101 jonger waren dan 8 jaar, en 60 öuder dan 65 jaar. Uit de binnenkort verschijnende studie van de dodelijke verkeersongevallen over 1951 zal blij ken, dat de kwetsbaarheid van de zeer jonge en zeer oude groepen onder de voetgangers pok relatief inderdaad zeer hoog is. Rekening houdende met de be volkingsopbouw komt men tot de con clusie, dat per 100.000 inwoners der ge noemde leeftijdscategorieën het volgen de aantal dodelijke slachtoffers onder voetgangers valt te betreuren: Jonger dan 5 jaar: 9; van 6-8 jaar: 9; van 9-14 jaar: 2; van 15-24 jaar: 1; van 25- 49 jaar: 1; van 50-64 jaar: 3: 65 jaar en ouder: 11. Het C.B.S. laat doorschemeren, dat mogelijk nog meer goede gegevens zou den kunnen worden geleverd, als het grondmateriaal, dat o.m. door de poli tie wordt verstrekt, vollediger zou kun nen worden. Nadere bestudering van de C.B.S.-ge- gevens, vooral ook de uitvoerige over de dodelijke wielrijdresongevallen van 1951, zal zeker moeten geschieden. Advertentie (Zondag 28 November) ZilvermeeuwenVitesse SchotenV eisen K.V.V.Wijk aan Zee C.S.V.—D.E.M. ScheveningenH.B.C. T.Y.B.B.—L.F.C. LijndenOnze Gezellen BloemendaalN.A.S. TeijlingenRoodenburg S.J.C.—V.V.S.B. Inzendingen tot Zaterdagmorgen u^r op een open briefkaart aan de spor redactie van de N. Haarlemsche Smedestraat 3, Haarlem. Over de PrU vraag wordt niet gecorrespondeerd. Binnenkomende klachten over °n3^r heden worden onderzocht en zo gerectificeerd. Meent men dat de tn club wint, dan vult men het cijfer 3 bezoekende club is 2, geiijk spel Voor elke goede oplossing worat punt toegekend. nodiif

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 2