Kees Kerkhof: cameraman
met liefde voor gijn vak
Opzienbarende verklaring
boet aan waarde
De
opleiding van verpleegsters
Werkcommissie Wit-Gele Kruis
rapport uit
brengt
Indonesische kabinet onder
vuur genomen
Rijkste Zoeloe-opperhoofd ter
wereld gestorven
m
Steunpilaar van „Nederlands nieuws'
Emigranten-
vacantie begonnen
Ondergoek naar oorgaak
geen stap verder
nog
Onjuiste navigatie
van kapitein
Schiphol wordt niet
vergeten
Regeringspolitiek in het nadeel
van het land
Met grote Amerikaanse limousine
door gijn land
ZATERDAG 4 DECEMBER 1954
PAGINA 7
St. Nicolaas aan boord
„Maasdam" meert
te Rotterdam
-
l&e 1
Ondersoek Triton-ramp
Maximale zekerheid
9 Minimale premie
BEZWAREN TEGEN PLAN-HIRDES
Stranding „Spanker"
Uitspraak Raad voor
de Scheepvaart
Prins bezoekt troepen
in Duitsland
Motie van wantrouwen in parlement
Bij de klomp
(Van onze speciale verslaggever)
Wanneer u bij een of andere officiële gebeurtenis een camera-man van
„Polygoon" druk in de weer ziet, driftig bezig met zijn camera „shots"
te maken, dan zou het best eens kunnen zijn, dat het Kees Kerkhof is,
een van de steunpilaren van het „Nederlands Nieuws". Want er kan maar
zelden iets van enige importantie gebeuren in ons goede vaderland zonder dat
hij er bij is. Dat geldt zelfs voor de laatste vijfentwintig jaar, want Kees Kerk
hof beoefent zijn ietwat enerverende beroep reeds gedurende een kwart-eeuw.
Dat wil zeggen: het was niet altijd de filmcamera, die hij hanteerde; want als
fotograaf is hij begonnen.
En dat begin had dan nogal wat voeten in de aarde. Want, zoals vrijwel
een ieder, die zich met de journalistieke bezigheden onledig houdt, is Kerkhof
éérst in een tak van maatschappelijke bedrijvigheid niet helemaal gelukt.
Hij begon n.l. bij oom-met-een-hotel het hotelvak te leren. Daar kwamen moei
lijkheden van; en op dat moment nam Kerkhof resoluut zijn lot in eigen hand.
Hij werd kellner op de Etoile du Nord. Niet wetende overigens, dat hij daarmee
dé grondslag legde voor zijn carrière in het vak, dat hij nu beoefent. Hij ont
moette tijdens een van zijn vele reizen een slaapwagenconducteur, die zich
weldra ontpopte als de vermomde journalist Hans Nesna, bezig met schrijven
van reportages over zijn ervaringen. Kerkhof was destijds reeds een overtuigd
en enthousiast amateur-fotograaf; en zijn „prentjes" bleken uitstekend te
passen bij de stukken, die Nesna destijds in „Het Leven" publiceerde. En zo
begon het dus.
In de dertiger jaren vestigde Kerk
hof zich als zelfstandig free-lance fo
tograaf; als persfotograaf wel te ver
staan, want dat was immer zijn ideaal
geweest. £n hoewel hij van mening
is dat zijn beroep destijds bepaald „in
een slecht blaadje" stond, praat hij
toch met een zekere behaaglijkheid
over die „goede oude tijd", toen een
fotograaf nog allerlei „krijgslisten"
moest verzinnen om het geplande
„plaatje" te kunnen maken. Kerkhof
weet daar talloze saillante voorbeelden
van; vooral uit de tijd toen hij bij
„Polygoon" van de fotografie overge
stapt was op de cinematografie.
Neem bijvoorbeeld dat incident bij
de opening van de Verkeersbrug over
de Moerdijk in November 1936. Konin
gin Wilhelmina zou Haar rede bij goed
weer buiten en bij slecht weer binnen,
in een tent uitspreken. „Polygoon" had
in alle optimisme de opstelling van
zijn camera's op „buiten" gebaseerd.
Het zal u niet verbazen te vernemen,
dat het tenslotte binnen" werd. De
technici plaatsten ijlings de geluidsca
mera in de tent. Maar een opname
van geluid-zonder-beeld kon bepaald de
bedoeling niet zjjn. En Kerkhof sloop
dus met zijn camera letterlijk tussen
de benen van de ministers door naar
binnen. Tot grote woede overigens van
een veldwachter, die zijn manipulaties
wèl in de gaten had; en die Kerkhof
onmiddellijk bij de kraag vatte toen
hij weer buiten kwam. Op dat moment
echter hief het muziekcorps het „Wil
helmus" aan; onmiddellijk sprong de
politieman in de houding en salueerde.
„Ik heb niet gewacht tot het volkslied
uitgespeeld was," zegt Kerkhof met
een knipoog.
En zo is er meer. Om prinses
Charlotte en prins Boudewijn van
België, die het circus bezochten, te
kunnen filmen stak hij zich in het
clownspak en deed quasi mee met
het desbetreffende nummer. En vdor
de grap" nam hij met zijn camera
een shot van prinses en prins. Zo
ging dat in die tijd. Kerkhof kan het
nauwelijks verhelen, dat hij het jam
mer vindt dat die voorbij is.
Kerkhof is een nieuws-filmer in
hart en nieren. Maar dat neemt niet
weg dat hij als camera-man een
doorslaggevend aandeel had in ver
schillende documentaires; over het
sanatorium in Davos bijvoorbeeld en
in een film voor het „Koningin Wil-
helminafonds", samen met Kees Stip.
Een wel zeer bijzondere reis heeft de
Maasdam" van de Holland—Amerika-
Lijn ditmaal gemaakt. Bijna vijfhonderd
Nederlanders, die reeds enige tijd in
Amerika zijn gevestigd, kwamen met
dit schip Vrijdagmiddag in de Rotter
damse haven aan, om de traditionele
familiefeesten in ons land te kunnen
vieren. Behalve deze passagiers was ook
St. Nicolaas zelf metzijn knecht aan
boord. Om twee uur meerde het schip
aan de kade. luid toegejuicht door de
talrijke familieleden, die de passagiers
kwamen verwelkomen.
St. Nicolaas, Zwarte Piet en de pas
sagiers werden in Nederland welkom
geheten door de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, de heer
Suurhoff, die in dit bezoek een bewijs
zag voor het feit, dat het onze land
genoten in Canada en Amerika niet
slecht gaat, en dat vooral het eerste
land, ondanks de depressie van de laatste
maanden toch altijd nog een land is met
grote toekomstmogelijkheden. Althans,
aldus de minister, als men wil aanpak
ken en de courage bezit om door de
eerste drie moeilijke maanden been ,e
komen. Zich speciaal tot St. Nicolaas
wendend zei de heer Suurhoff, dat de
Goedheiligman zich bij de douane wel
heel goed zou moeten legitimeren, „om
dat vorige week in Amsterdam een man
is aangekomen, die zich uitgaf voor St.
Nicolaas".
Na de volksliederen, die gespeeld
werden door het Harmoniekorps, richtte
St. Nicolaas zich tot de toeschouwers
met een kort woord, waarin hij de
dank vertolkte van de passagiers van de
„Maasdam", die dank zij de HAL in staat
waren, deze reis te maken.
Maar na de oorlog was het zo, dat
er niets van nationale betekenis kon
gebeuren of Kees Kerkhof was ter
plaatse aanwezig. Hij filmde, om maar
enkele dingen te noemen, het Konink
lijk bezoek aan Oslo er Kopenhagen.
En in de Rampnacht zelve liep hij
met zijn camera in de Langstraat rond.
Hij werd gewaarschuwd dat hij moest
maken dat hij wèg kwam, wilde hij
niet worden geïsoleerd. Maar Kees
Kerkhof bleef; en de negatieven gaf
hij mee aan een handelsreiziger, die
naar het veilige Noorden vertrok.
Want Kees Kerkhof is een camera
man in wie die eigenschappen verenigd
zijn die het wekelijkse nieuws van „Po
lygoon" telkens weer doen vermoeden.
Dat zijn: bekwaamheid en liefde voor
zijn vak.
Kees Kerkhof, camera-man.
Zo ging het met de fotograafdie zich in 1937 (hij de geboorte van Prinses
Beatrix) te dicht hij het Paleis-Soestdijk tvaagde....
De vijfde dag van het onderzoek naar
de ramp. van de „Triton" in .King's
Inn" te Dublin was voornamelijk van
belang doordat de waarde van de op
zienbarende getuigenis van de douane
ambtenaar Thomas Kearney, Donder
dag afgelegd, op duidelijke wijze zeer
aanzienlijk gereduceerd werd. Zoals wij
Advertentie
CONCOnmA
Coöp. Levensverzekering Mij. u.a.
Ook voor collectieve personeelverzekerinpen
Hoofdkantoor:
Oudenoord - Utrecht
Tel. 16591 (3 lijnen)
Een werkcommissie van de nationa
le Federatie „Het Wit-Gele Kruis" te
Utrecht heeft een rapport uitgebracht
inzake de herziening van de opleiding
van verplegenden. Aanleiding hiertoe
was een nieuw, constructief en concreet
plan voor de verpleegstersopleiding, dat
enige tijd geleden door een commissie
werd opgesteld op basis van het beken
de plan Hirdes, waarover in ons blad
van 9, 19, en 20 October I.I. uitvoerig
Werd geschreven. De werkcommissie
meent, dat in het nader uitgewerkte
plan-Hirdes oplossing van het ver
pleegsterstekort en herziening van de
opleiding te veel nadruk is gelegd
op de oplossing van het tekort, ten kos
te van de opleiding, en dat de samen
stellers de taak van de verpleegsters
niet ruim genoeg gezien hebben. Het strik
te verplegen (lichamelijk ve-zorgen van
een hulpbehoevende) zou „eveel op de
voorgrond geplaatst zijn, terwijl de
werkcommissie meent, dat het ver-
pleegstersberoep meer omvattend is en
ook belangrijke sociale aspecten heeft,
die vooral in de gezondheidszorg tot
uiting komen. Het is uiteraard de ge
zondheidszorg, die de grootste belang
stelling van het Wit-Gele Kruis heeft.
Het plan-Hirdes komt in korte
trekken neer op een basisopleiding
Van anderhalf jaar, afgestemd op de
eenvoudige verpleging en bekroond
met het diploma verpleegster 4e klas,
dat bevoegdheid geeft tot werken onder
leiding. Hierop sluit een twee-jarige
Voortgezette opleiding 'ot zelfstandige
Verpleegster (3e klas) aan. Vervolgens
voorziet het plan in een opleiding tot
gespecialiseerde verpleegster (2e klas)
tenslotte in een opleiding tot dirige
rend verpleegster (le klas).
De voornaamste bezwaren van de
werkcommissie tegen dit plan vat het
rapport als volgt samen: Door de te
wordt opgeleid voor haar toekomstig
werk; dit zal zijn nadelige repercus
sie hebben op het hele uitvoerende
vlak van de gezondheidszorg. Boven
dien zal het „beroep" van de ver
pleegster devalueren, omdat zij niet
in haar zelfstandige positie gehand
haafd wordt, o.a. door de erkenning
van de verpleegster 4e klas.
Tegen de in het plan-Hirdes voorge
stelde basisopleiding maakt de werk
commissie bezwaar, omdat deze zo
breed mogelijk is gesteld om in deze
groep zoveel mogelijk meisjes te be
trekken, die uiteenlopen wat milieu,
ontwikkeling en instelling betreft, met
als gevolg een zo eenvoudig mogelijke
basisopleiding, zonder veel diepgang en
met een lesschema, dat hoofdzakelijk
geconcentreerd is rond de strikte ver
pleging.
Ook tegen de voortgezette opleiding
(3e klas) maakt het rapport bezwaar.
Basisopleiding en voortgezette oplei
ding zouden volgens het plan-Hirdes
samen de vooropleiding vormen voor
verdere specialisatie (2e klas), dus ook
voor de wijkopleiding, terwijl zij zo cu
ratief en zuiver clinisch gericht is, dat
zij geen goede voorbereiding voor de
wijkopleiding is. In het lesprogramma
wordt o.a. betrekkelijk geringe aan
dacht geschonken aan de maatschappe
lijke verhoudingen, terwijl er een hoe
veelheid lesstof in verwerkt is. die voor
de sociaal-hygiënische sector niet no
dig geacht wordt.
Tenslotte komt het rapport met een ei
gen plan voor herziening van de opleiding
waarin uiteraard speciale aandacht ge
schonken wordt aan de wijkopleiding,
terwijl met betrekking tot de andere
sectoren slechts suggesties gelanceerd
worden.
Het rapport stelt voorop, dat de zie-
kenverzorgster een nieuwe figuur.
brede basis van de opleiding en de te die de laatste jaren in de ziekenhuizen
geringe kans tot uitgediepte speciali-"
fa e in de ondergescheiden sectoren
van rie gezondheidszorg zal het plan
uiet een verbetering van de
i9g kunnen brengen. Door de
ueperkte visie op de taak van de
verpleegster —niet beantwoordend
"aar plaats in de huidige gezond-
»i1J>i11? 7" zal het onontkoombaar
«qn, dat de verpleegster te beperkt
naar voren gekomen is gehandhaafd
moet worden door haar een sociale sta
tus en een eigen opleiding te geven. De
ziekenverzorgster kan eenvoudige ver
pleging onder leiding van anderen
verrichten. Na een vooropleiding van
tenminste volledige lagere school en
een aanvangsleeftijd van 18 jaar stelt
het rapport zich een opleiding voor van
drie maanden uitsluitend theoretisch en
vormend onderwijs, gevolgd door
twaalf maanden practijk. Het rapport
heeft er geen bezwaar tegen, dat zie-
kenverzorgsters het gewone verpleeg
stersuniform dragen en als „zuster"
worden aangesproken, maar wel dat zij
officiéél als verpleegster erkend zouden
worden.
Wat de verpleegsters betreft, wenst
het rapport een opleiding, die meer
gericht is op de werkelijke verpleeg-
sterstaak, eerder gelegenheid geeft tot
differentiëring, voldoende gelegenheid
biedt voor persoonlijke vorming en de
leerling in staat stelt zich te wijden aan
studie en goed geleide stages. Als voor
opleiding wordt tenminste M. U. L. O.
gevraagd, als aanvangsleeftijd tenmin
ste 18 jaar. De opleiding tot zelfstandi
ge verpleegster wil het rapport verde
len in een algemene onderbouw van an
derhalf jaar (inclusief een half jaar
practijkstage), waarna geen diploma
gegeven wordt, maar alleen de moge
lijkheid om de bijzondere opleiding te
volgen, gesplitst in een clinische en een
sociaal-hygiënische sector, beide be
sloten met een einddiploma. Over de
hierna volgende hogere opleiding weidt
het rapport niet uit.
Het genoemde plan-Hirdes, dat door
een commissie nader werd uitgewerkt,
kan weliswaar niet gelden als het offi
ciële standpunt van de katholieke
ziekenhuizen e.d. inzake de verpleeg
stersopleiding, maar gezien de samen
stelling van de commissie mag wel
aangenomen worden, dat in dit rapport
de gedachten verwerkt zijn, die in de
ziekenhuiskringen leven. Thans heeft
ook het Wit-Gele Kruis, via een werk
commissie, zijn mening te kennen ge
geven. De omstandigheid, dat in de
ze werkcommissie ook de Ned. Katho
lieke Bond van Ziekenverplegenden
„Salus Infirmorum" vertegenwoordigd
was, wettigt de veronderstelling, dat de
bond achter dit rapport staat. De socia
le status van de verpleegster is in het
rapport buiten beschouwing gelaten,
echter niet in het plan Hirdes. Ver
wacht mag daarom worden, dat „Sa-
lus Infirmorum" met een aanvullende
nota op het rapport haar standpunt in
zake de sociale status nader zal uiteen
zetten. Daarna zal men ongeveer een
afgerond geheel hebben omtrent de ge
dachten, die in het katholieke kamp le
ven met betrekking tot de verpleegsters
opleiding. Het lijkt ons zeer wenselijk,
dat genoemde partijen eerst onderling
tot overeenstemming komen, alvorens
men op hoger niveau in de ministe
riële adviescommissie inzake verple-
gingsaangelegenheden tot een ge
meenschappelijk advies komt.
gisteren meldden, verklaarde Kearney
als enige, door de start van het vlieg
tuig zeer verontrust geweest te zijn.
Thans kwamen bjj de voortzetting van
zijn verhoor een aantal onjuistheden en
tegenspraken met zijn eigen vroeger ai-
gelegde verklaringen aan het licht, die
zijn betrouwbaarheid in een bedenkelijk
daglicht plaatsten.
De getuigenissen van de bemanning
van het toestel, die aan de start niets
abnormaals gemerkt had, hebben daar
door hun waarde ten volle behouden,
maar met dat al is men geen stap ver
der gekomen bij het zoeken naar de
oorzaak van de ramp.
Kearney had de vorige dag o.a. gezegd,
dat hfj in zijn kantoor stond, toen hij
het vliegtuig nakeek. Volgens een vroe
ger afgelegde verklaring, zo bleek giste
ren tijdens de zitting, had hij het vlieg
tuig vanaf het platform buiten zijn kan
toor zien starten. Voor het verschil tus
sen deze getuigenissen kon hij geen
duidelijke verklaring geven. Evenmin
als voor het verschil in zijn weergave
van de verontrustende verschijnselen; de
uitlaatvlammen waren aanvankelijk van
een normale kleur, terwijl Kearney
later zei dat ze blauwachtig waren. „Ik
heb er nog eens over nagedacht", zei de
man aarzelend, toen hem op deze tegen
strijdigheid gewezen werd.
Na Kearney werden een aantal andere
beambten van het vliegveld onder
vraagd. In ieder geval, zo is uit hun
verklaringen gebleken, heeft zich naar
aanleiding van hetgeen Kearney meende
gezien te hebben, tussen enigen hunner
een gesprek daarover ontwikkeld, als
gevolg waarvan een melding naar de
brandweer gegaan is. Maar hierop heeft
men niet verder gereageerd.
De Raad voor de Scheepvaart heeft
uitspraak gedaan in de zaak van de
op 17 November behandelde stranding
van de „Spanker", die, zoals men zich
zal herinneren, op 7 Augustus op de
pier van Hoek van Holland is gestrand
en daarna vergaan.
Deze stranding, aldus luidt het oor
deel van de Raad, is het gevolg ge
weest van onjuiste navigatie door de
gezagvoerder. Deze heeft klaarblijkelijk
zijn aandacht geconcentreerd gehouden
op een pier, tevergeefs gezocht naar
het licht dat erpge uren tevoren was
uitgewaaid en heeft tenslotte verzuimd
zijn aandacht te richten op de geleide-
lichten, zoals van hem mocht worden
verwacht.
(Van onze parlementaire redacteur)
Over de statuten en de beheersvorm
van de op te richten N.V. Schiphol zal
in Februari 1955 worden beslist. Nog
deze maand zal de gemeente Amsterdam
haar standpunt hierover bekend ma
ken. Minister Algera is van mening, dat
deelneming van de K.L.M in het bestuur
minder juist zou zijn. Men bedenke dat
Schiphol een internationale luchtvaart
haven is en dat wij zelfs niet de schijn
op ons mogen laden in strijd met de in
ternationale afspraken te handelen, door
de K.L.M. op deze wijze te begunstigen
boven haar concurrenten. Wel zal de
K.L.M. een aandeel houden in de ont
wikkeling van Schiphol door het lid
maatschap van de commissie van ad
vies.
Het rapport van deze commissie wordt
nog deze maand verwacht. Het uitbrei
dingsplan zal in ieder geval zo soepel
moeten zijn, dat het zich gemakkelijk
laat aanpassen bij eisen die eerst later
gesteld kunnen worden.
Het is volgens de minister niet juist,
dat onze luchthaven verwaarloosd wordt,
zoals de Kamer vreesde. Er is tot het
uiterste van de capaciteit aan gewerkt.
Een bedrag van 13,5 van de 19 millioen
die ter beschikking staan, Is reeds be
steed.
Over de plannen van de K.L.M. om
passagiers-tarieven op afbetaling be
schikbaar te stellen, zal de directie zelf
moeten beslissen. Persoonlijk was hij
geen voorstander van dit systeem, maar
het is een kwestie die door de interna
tionale concurrentie wordt beïnvloed.
Prins Bernhard heeft Vrijdag in zijn
kwaliteit van inspecteur-generaal der
Koninklijke Landmacht te Sennelager
in Duitsland het 32ste regiment infante
rie bezocht, dat daar oefeningen heeft
gehouden. Vrijdagmorgen woonde hij
een oefening bij, waarna hij in het Brit
se officierscasino met zestig officieren
van het regiment en de Britse comman
dant van Sennelager het middagmaal ge
bruikte.
In Vogelsang in de Eifel heeft de Prins
Donderdag de daar gelegerde Nederland
se troepen geïnspecteerd.
i
Onder zeer grote belangstelling is
het Indonesische parlement Vrijdag
begonnen met de behandeling van de
motie van wantrouwen, die 18 Novem
ber door Jusuf Wibisono (Masjumi) c.s.
is ingediend. De zitting werd bijge
woond door het vrijwel voltallige ka
binet onder leiding van minister-presi
dent Ali Sastroamidjojo. De premier
heeft Donderdag in Semarang ver
klaard er van overtuigd te zijn, dat de
regering de overwinning zal behalen.
De behandeling begon met een toe
lichting van de ondertekenaars. Wi
bisono zei, dat de achtergrond van de
motie is de mening van de oppositie,
dat alle maatregelen van de regering
om haar programma uit te voeren,
meer in het nadeel dan in het voor
deel van het land zijn.
Het minst sympathiek noemde Wibi
sono de individuele verklaringen, dat
er buitenlandse elementen zouden zijn,
die Indonesische leiders omkopen om
de regering ten val te brengen, juist
nu zij staat voor de strijd om West-
Irian in de Verenigde Naties. Hij kwa
lificeerde dit als een „intimidatie-po
litiek, die overigens de oppositie niet
zal afhouden van haar motie van wan
trouwen". Wibisono zei voorts, dat de
leidraad, die de regering volgde bij
de herschikking van het kabinet uit
sluitend gericht was op het aan de
macht blijven, met het ter zijde schui
ven van alle normen, die feitelijk de
richtlijnen moeten vormen voor de
samenstelling van een regering in een
rechtsstaat.
Ten aanzien van de buitenlandse po
litiek zei hij deze niet meer als on
afhankelijk te kunnen zien, doch meer
als „naar het Russische blok overhel
lend". De binnenlandse politiek helt
zijn inziens steeds meer over naar het
tctalitairisme.
Tadjuddin Noor, van de afgesplitste
groep van de P.I.R. zei, dat zijn partij
niet de steun aan de regering ontzeg
de, omdat zij het niet eens is met haar
program, maar dat zijn partij geen
vertrouwen heeft in haar methodes om
dit uit te voeren. Sinds het kabinet-
Ali Sastroadmidjojo aan de macht
kwam, zijn de prijzen 200 tot 300 pro
cent gestegen, verscheidene goederen
uit de markt verdwenen, de deviezen
voorraad verminderd en de koopkracht
van het volk teruggelopen. De econo
mische politiek van de regering speel
de de grote handelaren een troef in
handen, waardoor zij de handelsactivi
teiten konden beïnvloeden.
Soebadio Sastrosamoto van de P.S.L
zeide o.a., dat de regerings-verklarin-
gen anders zijn dan de werkelijkheid.
Voorts zei hij, dat duizenden arbeiders
werkeloos blijven wegens gebrek aan
arbeidsmogelijkheden, terwijl tegelijk
bedrijven gesloten worden wegens ge
brek aan deviezen.
ns
Aan de schoorsteen staat mijn klomp
Van begeerten hol te gapen.
Sinterklaas om als U komt
Vol te vloeien waar wij slapen.
Daar wij morgen moeten staan
In een andre dag dan heden,
Staar ons niet naargeestig aan
Als apostel van 't verledenI
Geef hetgeen ik niet verwacht
Dat in Holland zonder vrezen
Voor verzet van elke macht
Wij oorspronklijk mogen wezen.
Geef aan elke katholiek
Van dit kuddeken een eigen
Weldoordachte zielsmuziek
En leer domme schapen zwijgen.
Geef aan predikers het woord,
Dat een ziel kan zaligmaken
En laat dichters ongestoord
Als zij in vervoering raken.
Geef aan ieder huwlijkspaar
Liefde zonder hulp van paters.
Muilkorf voor een enkel jaar
Slechts de kwijlers en de blaters.
Maar ik weet, goedheilig man
Wat ik uit mijn klomp zal rapen;
Uw vermaan, dat dit niet kan
Onderwijl wij rustig slapen.
Anton van Duinkerken
Komt er geert, eind aan dat gestook
dan staan wij gauw in vuur en rook
tenzij de Yankees en de Russen
elkaar als ware broeders kussen.
Vooruit dus, beste Sinterklaas,
een woordje bij de Grote Baas.
Willem Elsschot
Volgens woudlopers is het Zoeloe-op
perhoofd, Mtoebatoeba, dat een fortuin
vao een half millioen dollar bezat en
zijn domein in een grote Amerikaanse
limousine placht te doorkruisen, on
langs op 99-jarige leeftijd overleden.
Met Mtoebatoeba is een legende gestor
ven. Het opperhoofd, dat verondersteld
werd de rijkste Zoeloe ter wereld te
zijn, had 20.000 onderdanen, die zich al
len naar hem hadden genoemd.
Afrikaanse woudlopers brachten het
bericht van zijn dood aan de magis
traat van Mount-Batoeba, S. C. N. Has-
sard.
De bezittingen van Mtoebatoeba om
vatten o.a. 11.000 stuks vee, die hij on
der zijn stamgenoten in het afgelegen
gebied in het Noorden van Zoeloeland
uitbesteedde. Hassard, die het opper
hoofd kende, wenste zich niet uit te
laten over het door iedereen genoemde
bedrag van 500.000 dollar. De magistraat
zei, dat de rijkdom van Mtoebaoeba niet
nauwkeurig te schatten was, maar dat
deze „fabelachtig" moest zijn.
Het oude opperhoofd, dat vandaag
begraven zal worden, verachtte de Wes
terse kleding en gewoonten. Hij gaf er
de voorkeur aan, zich gewikkeld in een
mantel van beestenvel op de grond van
zijn kraal te slapen te leggen. Zijn kraal
ligt ongeveer 7 mijl van het stamdorp
Mtoebatoeba, dat ook naar het opper
hoofd genoemd is. Op één uitzondering
na, leefde het opperhoofd als een ge
wone inboorling. Hij hield namelijk veel
van grote auto's en was in het bezit van
een grote opzichtige Amerikaanse limou
sine, waarin hij zijn domein in alle
richtingen doorkruiste. Ook bezat hij
nog een vrachtwagen. CUP).