Kees Kerkhof: cameraman met liefde voor gijn vak Opzienbarende verklaring boet aan waarde De opleiding van verpleegsters Werkcommissie Wit-Gele Kruis rapport uit brengt Indonesische kabinet onder vuur genomen Rijkste Zoeloe-opperhoofd ter wereld gestorven m Steunpilaar van „Nederlands nieuws' Emigranten- vacantie begonnen Ondergoek naar oorgaak geen stap verder nog Onjuiste navigatie van kapitein Schiphol wordt niet vergeten Regeringspolitiek in het nadeel van het land Met grote Amerikaanse limousine door gijn land ZATERDAG 4 DECEMBER 1954 PAGINA 7 St. Nicolaas aan boord „Maasdam" meert te Rotterdam - l&e 1 Ondersoek Triton-ramp Maximale zekerheid 9 Minimale premie BEZWAREN TEGEN PLAN-HIRDES Stranding „Spanker" Uitspraak Raad voor de Scheepvaart Prins bezoekt troepen in Duitsland Motie van wantrouwen in parlement Bij de klomp (Van onze speciale verslaggever) Wanneer u bij een of andere officiële gebeurtenis een camera-man van „Polygoon" druk in de weer ziet, driftig bezig met zijn camera „shots" te maken, dan zou het best eens kunnen zijn, dat het Kees Kerkhof is, een van de steunpilaren van het „Nederlands Nieuws". Want er kan maar zelden iets van enige importantie gebeuren in ons goede vaderland zonder dat hij er bij is. Dat geldt zelfs voor de laatste vijfentwintig jaar, want Kees Kerk hof beoefent zijn ietwat enerverende beroep reeds gedurende een kwart-eeuw. Dat wil zeggen: het was niet altijd de filmcamera, die hij hanteerde; want als fotograaf is hij begonnen. En dat begin had dan nogal wat voeten in de aarde. Want, zoals vrijwel een ieder, die zich met de journalistieke bezigheden onledig houdt, is Kerkhof éérst in een tak van maatschappelijke bedrijvigheid niet helemaal gelukt. Hij begon n.l. bij oom-met-een-hotel het hotelvak te leren. Daar kwamen moei lijkheden van; en op dat moment nam Kerkhof resoluut zijn lot in eigen hand. Hij werd kellner op de Etoile du Nord. Niet wetende overigens, dat hij daarmee dé grondslag legde voor zijn carrière in het vak, dat hij nu beoefent. Hij ont moette tijdens een van zijn vele reizen een slaapwagenconducteur, die zich weldra ontpopte als de vermomde journalist Hans Nesna, bezig met schrijven van reportages over zijn ervaringen. Kerkhof was destijds reeds een overtuigd en enthousiast amateur-fotograaf; en zijn „prentjes" bleken uitstekend te passen bij de stukken, die Nesna destijds in „Het Leven" publiceerde. En zo begon het dus. In de dertiger jaren vestigde Kerk hof zich als zelfstandig free-lance fo tograaf; als persfotograaf wel te ver staan, want dat was immer zijn ideaal geweest. £n hoewel hij van mening is dat zijn beroep destijds bepaald „in een slecht blaadje" stond, praat hij toch met een zekere behaaglijkheid over die „goede oude tijd", toen een fotograaf nog allerlei „krijgslisten" moest verzinnen om het geplande „plaatje" te kunnen maken. Kerkhof weet daar talloze saillante voorbeelden van; vooral uit de tijd toen hij bij „Polygoon" van de fotografie overge stapt was op de cinematografie. Neem bijvoorbeeld dat incident bij de opening van de Verkeersbrug over de Moerdijk in November 1936. Konin gin Wilhelmina zou Haar rede bij goed weer buiten en bij slecht weer binnen, in een tent uitspreken. „Polygoon" had in alle optimisme de opstelling van zijn camera's op „buiten" gebaseerd. Het zal u niet verbazen te vernemen, dat het tenslotte binnen" werd. De technici plaatsten ijlings de geluidsca mera in de tent. Maar een opname van geluid-zonder-beeld kon bepaald de bedoeling niet zjjn. En Kerkhof sloop dus met zijn camera letterlijk tussen de benen van de ministers door naar binnen. Tot grote woede overigens van een veldwachter, die zijn manipulaties wèl in de gaten had; en die Kerkhof onmiddellijk bij de kraag vatte toen hij weer buiten kwam. Op dat moment echter hief het muziekcorps het „Wil helmus" aan; onmiddellijk sprong de politieman in de houding en salueerde. „Ik heb niet gewacht tot het volkslied uitgespeeld was," zegt Kerkhof met een knipoog. En zo is er meer. Om prinses Charlotte en prins Boudewijn van België, die het circus bezochten, te kunnen filmen stak hij zich in het clownspak en deed quasi mee met het desbetreffende nummer. En vdor de grap" nam hij met zijn camera een shot van prinses en prins. Zo ging dat in die tijd. Kerkhof kan het nauwelijks verhelen, dat hij het jam mer vindt dat die voorbij is. Kerkhof is een nieuws-filmer in hart en nieren. Maar dat neemt niet weg dat hij als camera-man een doorslaggevend aandeel had in ver schillende documentaires; over het sanatorium in Davos bijvoorbeeld en in een film voor het „Koningin Wil- helminafonds", samen met Kees Stip. Een wel zeer bijzondere reis heeft de Maasdam" van de Holland—Amerika- Lijn ditmaal gemaakt. Bijna vijfhonderd Nederlanders, die reeds enige tijd in Amerika zijn gevestigd, kwamen met dit schip Vrijdagmiddag in de Rotter damse haven aan, om de traditionele familiefeesten in ons land te kunnen vieren. Behalve deze passagiers was ook St. Nicolaas zelf metzijn knecht aan boord. Om twee uur meerde het schip aan de kade. luid toegejuicht door de talrijke familieleden, die de passagiers kwamen verwelkomen. St. Nicolaas, Zwarte Piet en de pas sagiers werden in Nederland welkom geheten door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de heer Suurhoff, die in dit bezoek een bewijs zag voor het feit, dat het onze land genoten in Canada en Amerika niet slecht gaat, en dat vooral het eerste land, ondanks de depressie van de laatste maanden toch altijd nog een land is met grote toekomstmogelijkheden. Althans, aldus de minister, als men wil aanpak ken en de courage bezit om door de eerste drie moeilijke maanden been ,e komen. Zich speciaal tot St. Nicolaas wendend zei de heer Suurhoff, dat de Goedheiligman zich bij de douane wel heel goed zou moeten legitimeren, „om dat vorige week in Amsterdam een man is aangekomen, die zich uitgaf voor St. Nicolaas". Na de volksliederen, die gespeeld werden door het Harmoniekorps, richtte St. Nicolaas zich tot de toeschouwers met een kort woord, waarin hij de dank vertolkte van de passagiers van de „Maasdam", die dank zij de HAL in staat waren, deze reis te maken. Maar na de oorlog was het zo, dat er niets van nationale betekenis kon gebeuren of Kees Kerkhof was ter plaatse aanwezig. Hij filmde, om maar enkele dingen te noemen, het Konink lijk bezoek aan Oslo er Kopenhagen. En in de Rampnacht zelve liep hij met zijn camera in de Langstraat rond. Hij werd gewaarschuwd dat hij moest maken dat hij wèg kwam, wilde hij niet worden geïsoleerd. Maar Kees Kerkhof bleef; en de negatieven gaf hij mee aan een handelsreiziger, die naar het veilige Noorden vertrok. Want Kees Kerkhof is een camera man in wie die eigenschappen verenigd zijn die het wekelijkse nieuws van „Po lygoon" telkens weer doen vermoeden. Dat zijn: bekwaamheid en liefde voor zijn vak. Kees Kerkhof, camera-man. Zo ging het met de fotograafdie zich in 1937 (hij de geboorte van Prinses Beatrix) te dicht hij het Paleis-Soestdijk tvaagde.... De vijfde dag van het onderzoek naar de ramp. van de „Triton" in .King's Inn" te Dublin was voornamelijk van belang doordat de waarde van de op zienbarende getuigenis van de douane ambtenaar Thomas Kearney, Donder dag afgelegd, op duidelijke wijze zeer aanzienlijk gereduceerd werd. Zoals wij Advertentie CONCOnmA Coöp. Levensverzekering Mij. u.a. Ook voor collectieve personeelverzekerinpen Hoofdkantoor: Oudenoord - Utrecht Tel. 16591 (3 lijnen) Een werkcommissie van de nationa le Federatie „Het Wit-Gele Kruis" te Utrecht heeft een rapport uitgebracht inzake de herziening van de opleiding van verplegenden. Aanleiding hiertoe was een nieuw, constructief en concreet plan voor de verpleegstersopleiding, dat enige tijd geleden door een commissie werd opgesteld op basis van het beken de plan Hirdes, waarover in ons blad van 9, 19, en 20 October I.I. uitvoerig Werd geschreven. De werkcommissie meent, dat in het nader uitgewerkte plan-Hirdes oplossing van het ver pleegsterstekort en herziening van de opleiding te veel nadruk is gelegd op de oplossing van het tekort, ten kos te van de opleiding, en dat de samen stellers de taak van de verpleegsters niet ruim genoeg gezien hebben. Het strik te verplegen (lichamelijk ve-zorgen van een hulpbehoevende) zou „eveel op de voorgrond geplaatst zijn, terwijl de werkcommissie meent, dat het ver- pleegstersberoep meer omvattend is en ook belangrijke sociale aspecten heeft, die vooral in de gezondheidszorg tot uiting komen. Het is uiteraard de ge zondheidszorg, die de grootste belang stelling van het Wit-Gele Kruis heeft. Het plan-Hirdes komt in korte trekken neer op een basisopleiding Van anderhalf jaar, afgestemd op de eenvoudige verpleging en bekroond met het diploma verpleegster 4e klas, dat bevoegdheid geeft tot werken onder leiding. Hierop sluit een twee-jarige Voortgezette opleiding 'ot zelfstandige Verpleegster (3e klas) aan. Vervolgens voorziet het plan in een opleiding tot gespecialiseerde verpleegster (2e klas) tenslotte in een opleiding tot dirige rend verpleegster (le klas). De voornaamste bezwaren van de werkcommissie tegen dit plan vat het rapport als volgt samen: Door de te wordt opgeleid voor haar toekomstig werk; dit zal zijn nadelige repercus sie hebben op het hele uitvoerende vlak van de gezondheidszorg. Boven dien zal het „beroep" van de ver pleegster devalueren, omdat zij niet in haar zelfstandige positie gehand haafd wordt, o.a. door de erkenning van de verpleegster 4e klas. Tegen de in het plan-Hirdes voorge stelde basisopleiding maakt de werk commissie bezwaar, omdat deze zo breed mogelijk is gesteld om in deze groep zoveel mogelijk meisjes te be trekken, die uiteenlopen wat milieu, ontwikkeling en instelling betreft, met als gevolg een zo eenvoudig mogelijke basisopleiding, zonder veel diepgang en met een lesschema, dat hoofdzakelijk geconcentreerd is rond de strikte ver pleging. Ook tegen de voortgezette opleiding (3e klas) maakt het rapport bezwaar. Basisopleiding en voortgezette oplei ding zouden volgens het plan-Hirdes samen de vooropleiding vormen voor verdere specialisatie (2e klas), dus ook voor de wijkopleiding, terwijl zij zo cu ratief en zuiver clinisch gericht is, dat zij geen goede voorbereiding voor de wijkopleiding is. In het lesprogramma wordt o.a. betrekkelijk geringe aan dacht geschonken aan de maatschappe lijke verhoudingen, terwijl er een hoe veelheid lesstof in verwerkt is. die voor de sociaal-hygiënische sector niet no dig geacht wordt. Tenslotte komt het rapport met een ei gen plan voor herziening van de opleiding waarin uiteraard speciale aandacht ge schonken wordt aan de wijkopleiding, terwijl met betrekking tot de andere sectoren slechts suggesties gelanceerd worden. Het rapport stelt voorop, dat de zie- kenverzorgster een nieuwe figuur. brede basis van de opleiding en de te die de laatste jaren in de ziekenhuizen geringe kans tot uitgediepte speciali-" fa e in de ondergescheiden sectoren van rie gezondheidszorg zal het plan uiet een verbetering van de i9g kunnen brengen. Door de ueperkte visie op de taak van de verpleegster —niet beantwoordend "aar plaats in de huidige gezond- »i1J>i11? 7" zal het onontkoombaar «qn, dat de verpleegster te beperkt naar voren gekomen is gehandhaafd moet worden door haar een sociale sta tus en een eigen opleiding te geven. De ziekenverzorgster kan eenvoudige ver pleging onder leiding van anderen verrichten. Na een vooropleiding van tenminste volledige lagere school en een aanvangsleeftijd van 18 jaar stelt het rapport zich een opleiding voor van drie maanden uitsluitend theoretisch en vormend onderwijs, gevolgd door twaalf maanden practijk. Het rapport heeft er geen bezwaar tegen, dat zie- kenverzorgsters het gewone verpleeg stersuniform dragen en als „zuster" worden aangesproken, maar wel dat zij officiéél als verpleegster erkend zouden worden. Wat de verpleegsters betreft, wenst het rapport een opleiding, die meer gericht is op de werkelijke verpleeg- sterstaak, eerder gelegenheid geeft tot differentiëring, voldoende gelegenheid biedt voor persoonlijke vorming en de leerling in staat stelt zich te wijden aan studie en goed geleide stages. Als voor opleiding wordt tenminste M. U. L. O. gevraagd, als aanvangsleeftijd tenmin ste 18 jaar. De opleiding tot zelfstandi ge verpleegster wil het rapport verde len in een algemene onderbouw van an derhalf jaar (inclusief een half jaar practijkstage), waarna geen diploma gegeven wordt, maar alleen de moge lijkheid om de bijzondere opleiding te volgen, gesplitst in een clinische en een sociaal-hygiënische sector, beide be sloten met een einddiploma. Over de hierna volgende hogere opleiding weidt het rapport niet uit. Het genoemde plan-Hirdes, dat door een commissie nader werd uitgewerkt, kan weliswaar niet gelden als het offi ciële standpunt van de katholieke ziekenhuizen e.d. inzake de verpleeg stersopleiding, maar gezien de samen stelling van de commissie mag wel aangenomen worden, dat in dit rapport de gedachten verwerkt zijn, die in de ziekenhuiskringen leven. Thans heeft ook het Wit-Gele Kruis, via een werk commissie, zijn mening te kennen ge geven. De omstandigheid, dat in de ze werkcommissie ook de Ned. Katho lieke Bond van Ziekenverplegenden „Salus Infirmorum" vertegenwoordigd was, wettigt de veronderstelling, dat de bond achter dit rapport staat. De socia le status van de verpleegster is in het rapport buiten beschouwing gelaten, echter niet in het plan Hirdes. Ver wacht mag daarom worden, dat „Sa- lus Infirmorum" met een aanvullende nota op het rapport haar standpunt in zake de sociale status nader zal uiteen zetten. Daarna zal men ongeveer een afgerond geheel hebben omtrent de ge dachten, die in het katholieke kamp le ven met betrekking tot de verpleegsters opleiding. Het lijkt ons zeer wenselijk, dat genoemde partijen eerst onderling tot overeenstemming komen, alvorens men op hoger niveau in de ministe riële adviescommissie inzake verple- gingsaangelegenheden tot een ge meenschappelijk advies komt. gisteren meldden, verklaarde Kearney als enige, door de start van het vlieg tuig zeer verontrust geweest te zijn. Thans kwamen bjj de voortzetting van zijn verhoor een aantal onjuistheden en tegenspraken met zijn eigen vroeger ai- gelegde verklaringen aan het licht, die zijn betrouwbaarheid in een bedenkelijk daglicht plaatsten. De getuigenissen van de bemanning van het toestel, die aan de start niets abnormaals gemerkt had, hebben daar door hun waarde ten volle behouden, maar met dat al is men geen stap ver der gekomen bij het zoeken naar de oorzaak van de ramp. Kearney had de vorige dag o.a. gezegd, dat hfj in zijn kantoor stond, toen hij het vliegtuig nakeek. Volgens een vroe ger afgelegde verklaring, zo bleek giste ren tijdens de zitting, had hij het vlieg tuig vanaf het platform buiten zijn kan toor zien starten. Voor het verschil tus sen deze getuigenissen kon hij geen duidelijke verklaring geven. Evenmin als voor het verschil in zijn weergave van de verontrustende verschijnselen; de uitlaatvlammen waren aanvankelijk van een normale kleur, terwijl Kearney later zei dat ze blauwachtig waren. „Ik heb er nog eens over nagedacht", zei de man aarzelend, toen hem op deze tegen strijdigheid gewezen werd. Na Kearney werden een aantal andere beambten van het vliegveld onder vraagd. In ieder geval, zo is uit hun verklaringen gebleken, heeft zich naar aanleiding van hetgeen Kearney meende gezien te hebben, tussen enigen hunner een gesprek daarover ontwikkeld, als gevolg waarvan een melding naar de brandweer gegaan is. Maar hierop heeft men niet verder gereageerd. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan in de zaak van de op 17 November behandelde stranding van de „Spanker", die, zoals men zich zal herinneren, op 7 Augustus op de pier van Hoek van Holland is gestrand en daarna vergaan. Deze stranding, aldus luidt het oor deel van de Raad, is het gevolg ge weest van onjuiste navigatie door de gezagvoerder. Deze heeft klaarblijkelijk zijn aandacht geconcentreerd gehouden op een pier, tevergeefs gezocht naar het licht dat erpge uren tevoren was uitgewaaid en heeft tenslotte verzuimd zijn aandacht te richten op de geleide- lichten, zoals van hem mocht worden verwacht. (Van onze parlementaire redacteur) Over de statuten en de beheersvorm van de op te richten N.V. Schiphol zal in Februari 1955 worden beslist. Nog deze maand zal de gemeente Amsterdam haar standpunt hierover bekend ma ken. Minister Algera is van mening, dat deelneming van de K.L.M in het bestuur minder juist zou zijn. Men bedenke dat Schiphol een internationale luchtvaart haven is en dat wij zelfs niet de schijn op ons mogen laden in strijd met de in ternationale afspraken te handelen, door de K.L.M. op deze wijze te begunstigen boven haar concurrenten. Wel zal de K.L.M. een aandeel houden in de ont wikkeling van Schiphol door het lid maatschap van de commissie van ad vies. Het rapport van deze commissie wordt nog deze maand verwacht. Het uitbrei dingsplan zal in ieder geval zo soepel moeten zijn, dat het zich gemakkelijk laat aanpassen bij eisen die eerst later gesteld kunnen worden. Het is volgens de minister niet juist, dat onze luchthaven verwaarloosd wordt, zoals de Kamer vreesde. Er is tot het uiterste van de capaciteit aan gewerkt. Een bedrag van 13,5 van de 19 millioen die ter beschikking staan, Is reeds be steed. Over de plannen van de K.L.M. om passagiers-tarieven op afbetaling be schikbaar te stellen, zal de directie zelf moeten beslissen. Persoonlijk was hij geen voorstander van dit systeem, maar het is een kwestie die door de interna tionale concurrentie wordt beïnvloed. Prins Bernhard heeft Vrijdag in zijn kwaliteit van inspecteur-generaal der Koninklijke Landmacht te Sennelager in Duitsland het 32ste regiment infante rie bezocht, dat daar oefeningen heeft gehouden. Vrijdagmorgen woonde hij een oefening bij, waarna hij in het Brit se officierscasino met zestig officieren van het regiment en de Britse comman dant van Sennelager het middagmaal ge bruikte. In Vogelsang in de Eifel heeft de Prins Donderdag de daar gelegerde Nederland se troepen geïnspecteerd. i Onder zeer grote belangstelling is het Indonesische parlement Vrijdag begonnen met de behandeling van de motie van wantrouwen, die 18 Novem ber door Jusuf Wibisono (Masjumi) c.s. is ingediend. De zitting werd bijge woond door het vrijwel voltallige ka binet onder leiding van minister-presi dent Ali Sastroamidjojo. De premier heeft Donderdag in Semarang ver klaard er van overtuigd te zijn, dat de regering de overwinning zal behalen. De behandeling begon met een toe lichting van de ondertekenaars. Wi bisono zei, dat de achtergrond van de motie is de mening van de oppositie, dat alle maatregelen van de regering om haar programma uit te voeren, meer in het nadeel dan in het voor deel van het land zijn. Het minst sympathiek noemde Wibi sono de individuele verklaringen, dat er buitenlandse elementen zouden zijn, die Indonesische leiders omkopen om de regering ten val te brengen, juist nu zij staat voor de strijd om West- Irian in de Verenigde Naties. Hij kwa lificeerde dit als een „intimidatie-po litiek, die overigens de oppositie niet zal afhouden van haar motie van wan trouwen". Wibisono zei voorts, dat de leidraad, die de regering volgde bij de herschikking van het kabinet uit sluitend gericht was op het aan de macht blijven, met het ter zijde schui ven van alle normen, die feitelijk de richtlijnen moeten vormen voor de samenstelling van een regering in een rechtsstaat. Ten aanzien van de buitenlandse po litiek zei hij deze niet meer als on afhankelijk te kunnen zien, doch meer als „naar het Russische blok overhel lend". De binnenlandse politiek helt zijn inziens steeds meer over naar het tctalitairisme. Tadjuddin Noor, van de afgesplitste groep van de P.I.R. zei, dat zijn partij niet de steun aan de regering ontzeg de, omdat zij het niet eens is met haar program, maar dat zijn partij geen vertrouwen heeft in haar methodes om dit uit te voeren. Sinds het kabinet- Ali Sastroadmidjojo aan de macht kwam, zijn de prijzen 200 tot 300 pro cent gestegen, verscheidene goederen uit de markt verdwenen, de deviezen voorraad verminderd en de koopkracht van het volk teruggelopen. De econo mische politiek van de regering speel de de grote handelaren een troef in handen, waardoor zij de handelsactivi teiten konden beïnvloeden. Soebadio Sastrosamoto van de P.S.L zeide o.a., dat de regerings-verklarin- gen anders zijn dan de werkelijkheid. Voorts zei hij, dat duizenden arbeiders werkeloos blijven wegens gebrek aan arbeidsmogelijkheden, terwijl tegelijk bedrijven gesloten worden wegens ge brek aan deviezen. ns Aan de schoorsteen staat mijn klomp Van begeerten hol te gapen. Sinterklaas om als U komt Vol te vloeien waar wij slapen. Daar wij morgen moeten staan In een andre dag dan heden, Staar ons niet naargeestig aan Als apostel van 't verledenI Geef hetgeen ik niet verwacht Dat in Holland zonder vrezen Voor verzet van elke macht Wij oorspronklijk mogen wezen. Geef aan elke katholiek Van dit kuddeken een eigen Weldoordachte zielsmuziek En leer domme schapen zwijgen. Geef aan predikers het woord, Dat een ziel kan zaligmaken En laat dichters ongestoord Als zij in vervoering raken. Geef aan ieder huwlijkspaar Liefde zonder hulp van paters. Muilkorf voor een enkel jaar Slechts de kwijlers en de blaters. Maar ik weet, goedheilig man Wat ik uit mijn klomp zal rapen; Uw vermaan, dat dit niet kan Onderwijl wij rustig slapen. Anton van Duinkerken Komt er geert, eind aan dat gestook dan staan wij gauw in vuur en rook tenzij de Yankees en de Russen elkaar als ware broeders kussen. Vooruit dus, beste Sinterklaas, een woordje bij de Grote Baas. Willem Elsschot Volgens woudlopers is het Zoeloe-op perhoofd, Mtoebatoeba, dat een fortuin vao een half millioen dollar bezat en zijn domein in een grote Amerikaanse limousine placht te doorkruisen, on langs op 99-jarige leeftijd overleden. Met Mtoebatoeba is een legende gestor ven. Het opperhoofd, dat verondersteld werd de rijkste Zoeloe ter wereld te zijn, had 20.000 onderdanen, die zich al len naar hem hadden genoemd. Afrikaanse woudlopers brachten het bericht van zijn dood aan de magis traat van Mount-Batoeba, S. C. N. Has- sard. De bezittingen van Mtoebatoeba om vatten o.a. 11.000 stuks vee, die hij on der zijn stamgenoten in het afgelegen gebied in het Noorden van Zoeloeland uitbesteedde. Hassard, die het opper hoofd kende, wenste zich niet uit te laten over het door iedereen genoemde bedrag van 500.000 dollar. De magistraat zei, dat de rijkdom van Mtoebaoeba niet nauwkeurig te schatten was, maar dat deze „fabelachtig" moest zijn. Het oude opperhoofd, dat vandaag begraven zal worden, verachtte de Wes terse kleding en gewoonten. Hij gaf er de voorkeur aan, zich gewikkeld in een mantel van beestenvel op de grond van zijn kraal te slapen te leggen. Zijn kraal ligt ongeveer 7 mijl van het stamdorp Mtoebatoeba, dat ook naar het opper hoofd genoemd is. Op één uitzondering na, leefde het opperhoofd als een ge wone inboorling. Hij hield namelijk veel van grote auto's en was in het bezit van een grote opzichtige Amerikaanse limou sine, waarin hij zijn domein in alle richtingen doorkruiste. Ook bezat hij nog een vrachtwagen. CUP).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 7