DE KOSTBARE ERFENIS VAN
LATE MIDDELEEUWEN
DE
kemu/crdW-
Nieuwe straten in Haarlem
D
TEYLERMUSEUM
1
I
exposeert tekeningen
Golzius
van
G
w
DE WEEK IN STAD EN STREEK
H
I
E
„De Spaarnestad"
Na Sint Nicolaas-intermezzo
de ernst hervat
Terug naar Begijnen
Kamermuziekavond
door „De Cantory"
«SSL a« i™« «vs£
Grondlegger van het realisme
der zeventiende eeuw
Wandelingen door het
Haarlem van weleer
^0^
EEN IDEALE
WARMTEBRON
ZATERDAG 11 DECEMBER 1954
PAGINA 3
ZIJLSTR. 56
RADIO en TELEVISIE
Het bejaarden-complex
in Zandvoort
ROLSCHAATSCLUB IN
HAARLEM OPGERICHT
Verkoop van steunbonnen
ZONDAG H.H. MISSEN
KERSTCONCERT
Betrouwbaarheidsrit en
kien-avond
is onze voortreffelijke
WALES ANTHRACIET
VICTORIOUS WALES
(Super kwal.)
Afm. 20/30 11.15 p. HL.
SEVEN SISTERS WALES
(le kwkl.)
Fr. Varkenmarkt 6—10
De lucht stond zwaar en donker als lood boven de grauwe mist van regen,
die gestadig over de stad viel. Aan de zee-zijde was de hemel in het
Westen één donker massief, dat snel opstuwde, dreef over de St. Bavo
heen, over het Spaarne naar Hollands Noorderkwartier. Agnietje had iets
ftezelligs klaar gemaakt, een kermiskostje, dat ze eens in een herberg in
Beverwijk geproefd had: wijn met beschuit en suiker. Ze droeg in grote
kommen deze wijnpap op en oom Barend knikte goedkeurend naar Johan.
Bij legde zijn pijpje weg. „Dat kan goed worden, zei Breeroo," merkte hij
lachend op. „En als hij het'niet gezegd heeft, dan had hij het kunnen zeg-
Ren, wanneer hij er zo prettig voor zat als wij." ,,'t Sinterklaasfeest stond
hem anders wel aan," liet Johan er op volgen. „Vraag maar aan Willem Jan,
die een heel stuk uit Moortje kan voordragen. De oude Geertrui schildert
het Sinterklaasfeest, zoals we dat allemaal kennen." „Laat horen," wilde oom
Barend, terwijl hij de wijnpap met zijn zilveren lepel naar binnen werkte.
schrijving van heel het feestelijke jaar:
Sinterklaas, Kerstmis, Driekoningen,
Nieuwjaar, Kopperdagen, Vastenavond
enz. We zouden echter afdwalen, wan
neer we hierop verder ingingen, boven
dien zouden we buiten het bestek van
deze opstellenreeks geraken en dat kan
niet de bedoeling zijn.
„St. Nicolaas heeft voor de hervor
ming in Haarlem vele vereerders ge
had", vervolgde Oom Barend het ge
sprek. „Natuurlijk, Amsterdam, de zee
varende stad, is zijn domein, maar de
Haarlemmers vergeten hem evenmin".
De zeevarende Oom Barend zou „zijn
patroon niet te kort willen doen",
lachte Agnietje.
„Bij de poort van Spaarnwoude had
St. Nicolaas zijn kapel", verklaarde
Oom Barend verder, „en de jonge Haar
lemmer, die meevoer op de vloot, zal
hem daar zeker om bescherming zijn
gaan vragen. Verder is er weinig in de
stad, dat aan deze heilige en zijn ver
ering zou kunnen herinneren. Maar wat
doet het er toe. Hij is blijven voortleven
bij katholiek en hervormd.
En och, ging hij verder, dacht je, dat
een afvallige vrouw, die een kind in
nood had, niet haar vertrouwen op de
heiligen bewaarde? Dat ze niet, schich
tig dat niemand het zou bemerken,
naar O.L. Vrouw van Haarlem sloop,
Willem Jan schraapte zijn keel en ging
*r voor staan als een echte rederijker,
*oals hij dat .eens had gezien in de
Amsterdamse Stadsschouwburg, waar
heen Oom Barend hem een middag
had meegenomen. Dan droeg hij het
«an Steentafereeltje voor, dat de Am-
'ierdammer in zijn blijspel had gedicht:
lek heb jou Ouwers seer te be-
dancken, zei Geertrui.
Asset Sinter Klaes was, so setten
mijn suen tot jouwent de schoen
Wat pleger jou moer Griet Jans
daar een hielle hoop goet in te doen,
Hielle peper-huysjes met suyeker-
erreten, met kabbeljaus ooghen, en
kappittelstocken.
Dat pleech onse Arent voor Kloek-
spijs, met huydt en met hayr in te
schocken,
Noch kreeg hij een kolf van Klausje
Buytenaer songder quast,,
en songder schuer,
Met een wallbarcken 1) warp-tol,
met een staele pen, en een
plaatje daer vuer,
Mit een groot Embder 2) en een
Evangely, met en schrijfboeck van
fijn Kapitoorye 3),
Mit een nuwt schoolbort4) en een
KategismUs, en met de moye
stoozien
Van Fortunates Buersje, van Blan-
cefleur, van Amadis de Gauwelen;
Wat, onse jongen en kont mèt uyt-
stameren so vuel had hy te
wauwelen 5)
An sen vygen, ansen nueten, ansen
boekeflensjes 6) en sulek gebras 7):
Seker, het kynt sacher uyt so be-
grobbelt 8) dattet mier as wongder
was.
Wat stacker een geit in d'appelen:
een plat-beck9), een stooterlO), een
ryerll).
Een klimmer 11), vijf staate stuy-
vers, dat stack hy in zyn spaerpot
as een vryer."
Willem Jan boog. Hij liet het bij de
beschrijving van het Sinterklaasfeest.
Oom Barend en de anderen applaudi-
seerden. „Wat 'n taaltje, anders", vond
Agnietje. „De echte Amsterdamse volks
taal", wist Oom Barend, „vlak anders
het Haarlemse niet uit. Dat scheelt niet
zoveel". Ze aten hun wijnpap en geno
ten. Ons heeft dit tafereeltje de gele-
genheid geboden nog even een kijkje
W nemen op het 17e eeuwse Sint Nico-
■hiasfeest. Want om in een tijd en
?aar uitingen goed thuis te geraken is
S?t van belang de gang van het dage-
hjkse leven te kennen, door te drin-
Sen tot wat in die tijd plezierig was
onprettig, de sfeer van die toen
Jeefden te begrijpen.
Breeroo is bij uitstek een geschikte
*?ider bij het zoeken naar een gezel,
hie het volksleven van de zeventiende
*®uw kent. Het aangehaalde stuk uit
..Moortje" wordt gevolgd door een be-
De muziekkring „De Cantory" voert
v°cale en instrumentale werkjes uit
J'anaf het Troubadourlied zonder bege
leiding en de eerste instrumentale mu
ziek tot omstreeks 1700. Dit is de tijd,
^aarin Schütz al meerdere omvang-
ZÜke solozangnummers met zelfstandige
begeleiding, Praetorius en Melchior
rank reeds danssuites voor kleine
instrumentale ensembles hadden ge
schreven, Leillet niet alleen sonates
voor de nieuwere dwarsfluit, doch ook
Og voor blokfluit en continuo toonzette.
Dit alles kon men opmaken uit het
Programma van de ,,Cantory"-avond
ih het Frans Halsmuseum, een bij uit
stek geschikte gelegenheid voor het
laten beluisteren van oude muziek. Het
streven Van deze muziekkring is de
Zeldzame op Concerten uitgevoerde
bode muziek tot het publiek te brengen.
Det programma geleek ons wat lang
'°e. Gedurende zeven kwartier zonder
Pauze een betrekkelijk éénzijdig saam-
Resteld programma ten gehore te
brengen is een gewaagde onderneming,
inv ifas echter voor variatie gezorgd
in h karakter van de nummers en
B0 he bezetting van de instrumenten.
werd alles keurig verzorgd
leidi VOerh en dank zij een korte in-
S voor elk genre muziek kwam
D PPbegrijpelijk voor.
Pal6 .."bariton Rom Kalma zong een
aiestma-lied, waarin de Kruisvaarder
jn gevoelens uit over de aanblik van
v®.Heilige Stad. Een indrukwekkend
'ed, eenvoudig en toch doorvoeld voor
gedragen. Later hóórde men van hem
en stem uit Latijnse gezangen van
Compere en des Prés, terwijl de an-
here zangstemmen op blokfluiten en
°Ude strijkinstrumenten werden ge-
|.Peeld. Een algemeen gebruik in de
lid, dat er van zelfstandige instrumen
tje muziek nog geen sprake was. Twee
couterliedekens van Clemens non Papa
ijjbfden alleen op instrumenten ver-
<.Ankt met de melodie op een tenor-,
ojfhiaal zelfs op een basfluit, begeleid
br6 ®en Positief, een niet draagbaar
We pk je! Kerstliederen verkregen een
b!»„ .dende verklanking op strijk.
blaa - ende verklanking op strijk- en
PsaInstrumenten. Bij Schütz, in een
röi TL' verkreeg de zangstem een eigen
toc'. Psalm 13, vrij declamatorisch en
VaT1 mooi melodisch en aantrekkelijk
rhythme gecomponeerd, vormde
de TS°gtepunt van de avond, al deden
en 'jr'kzabethan Love Songs" uit 16-de
Meri eeuw aangenaam aan.
spel blonk uit het Viola da gamba
hit m nBicer ares" van Ortiz, waarin
niede °i°'e instrument voor het eerst
het k? solo-instrument optrad. Kwam
ker „pfVverkjes met hoofdzakelijk don-
de V]® mbreerde blokfluiten vonden wij
sena ..,van deze Viola wat overheer-
Med? Bl klinken,
snel „o dient vermelding fraai solo-
ten he altblokfluitist en goed slui-
solo-inJ?enspel in he Suites en tussen
beu instrument en orgel of clavecim-
CiSpn g A°"d yan kunstgenot van spe-
Kunstk„f n!s" Kan men zulk een
gchol met eens uitnodigen op
.klanktimbre in deze muziek goed
van St. Bavo, schonk in 1262 een deel
van zijn boomgaard aan de begijntjes
om er een hof van te maken. Rond om
een bleekveld verrezen enkele kleine
huizen, waarin twee begijntjes konden
samenwonen. Later onstonden vijf gro
tere huizen, conventen, waarin 8 tot 12
maagden gehuisvest konden worden. De
namen van deze huizen Oom Ba
rend keek Agnietje glimlachend aan
beste Haarlemmers, heb ik je al ge
noemd. En Willem Jan repeteerde: St.
Aachtenconvent, St. Agnietenconvent,
St. Luciënconvent, St. Geertruyd- en
St. Barbaraconvent.
Aan de Zuidkant van het bleekveld
werd de begijnhofkerk gebouwd. Deze
kreeg een fraai torentje, dat het eerste
was van de stad. In dit torentje is een
klok* geplaatst, reeds tegen het einde
van de veertiende eeuw, die Maria
werd genoemd, want de Begijnen wü-
ren grote vereersters van Maria, de
beschermster van de stad. Die kerk
was hün parochiekerk. Ze hadden een
eigen pastoor en lange tijd een eigen
kapelaan. Ze vormden een geestelijke
elite in de stad en stonden in hoog'
aanzien. Niemand, zelfs de hervormden
niet, waagde het een hand naar de
Begijntjes uit te steken. Wel werd hun
kerk gesloten, maar verder liet men
hen en hun pastoor geheel ongemoeid.
Dat is natuurlijk de bijzondere be
scherming van O.L. Vrouw van Haar
lem geweest, besloot Oom Barend zijn
betoog, waarna hij traditioneel de kin
deren naar bed wees en om een borrel
vroeg, want als echte, degelijke Haar
lemmer versmaadde hij toch het gees
telijk noch het materieel genoegen. Het
maakte hem een volledig en gelukkig
mens.
Jan B.
1) tol van wal - berkenhout; 2) Gebe
denboek; 3) soort papier; 4) kastje om
boeken in te bergen; 5) smullen; 6)
boekweitflensjes; 7) rommel; 8) morsig;
S) munt; 10) 12 y, cent; 11) klein munt
je; 12) als 11.
AdveHentie
Haarlem - Tel. 11828
Collectie als nooit tevoren.
Ziet onze speciale etalage.
Er begint thans enige tekening te ko
men in het beheer van het te Zand
voort in aanbouw zijnde grote complex
voor de huisvesting van bejaarden. De
ze gebouwen worden gesticht voor re
kening van de Nederlandse centrale
voor de huisvesting van bejaarden, ge
vestigd te Amsterdam. Het beheer en
de exploitatie zullen worden opgedra
gen aan een plaatselijke stichting met
9 bestuursleden, 5 te benoemen door de
Nederlandse centrale, 4 door de ge
meenteraad van Zandvoort. De gemeen
teraad benoemde als zodanig de raads
leden Mevr. Mol-van Bellen (P.v.d.A)
en de heren Breure (VVD), Lindeman
(KVP) en Slagveld (Pl.B.)
De Nederlandse centrale schijnt in
tussen ook tot benoeming van leden te
znn overgegaan, want het heeft de le
den van het plaatselijk stichtingsbestuur
opgeroepen voor een installatie-verga
dering, welke op Vrijdag 17 December
a.s. te Amsterdam zal worden gehou
den. Na zijn installatie zal het plaatse
lijk stichtingsbestuur onverwijld aan het
werk moeten gaan want sinds jaar en
dag melden zich gegadigden aan voor
opname in het tehuis of voor het be
trekken van een der 48 woningen voor
beiaarden, zonder dat hun enige beslis
sing kon worden medegedeeld. Ver
trouwd magf worden, dat thans spoedig
nadere mededelingen zullen worden ge
daan omtrent de pensionprijs in het gro
te gebouw en de huurprijs van de wo
ningen, alsmede omtrent de andere
voorwaarden.
In het nabije verleden is meer dan
eens gebleken, dat de rolschaatssport ook
in Haarlem grote belangstelling geniet.
Daaraan is het ongetwijfeld te danken,
dat de rolschaatsbaan aan de Kleverlaan
het volgend jaar haar beslag zal krijgen.
Inmiddels is men in Haarlem overge
gaan tot de oprichting van de eerste
rolschaatsclub met een voorlopig be
stuur, waarin o.m. zitting hebben de he
ren J. W. Palm en J. Kraakman. Deze
vereniging stelt zich ten doel de rol
schaatssport in het algemeen te bevor
deren, te weten: kunstrijden voor dames
en/of heren, rolschaatshockey (met, na
voldoende training, deelname aan com
petities) en het brengen van shows.
Alles zal onder leiding staan van be
kwame trainers en trainsters.
De vereniging heeft zich reeds via
een circulaire gericht tot alle leerlingen
van de middelbare scholen om hen in
de gelegenheid te stellen lid te worden
Het raadslid mevr. M. v. d. Wall
Duyvendak heeft aan B. en W. ge
vraagd. of zij kunnen mededelen, of
voor de steunbonnenverkoop van de
„Adoptiecommissie Bejaarden", die in
de laatste weken in de gemeente in
het openbaar plaats vond, toestemming
is verleend. Zij vraagt B. en W„ in
dien een dergelijke toestemming is ver
leend, welke redenen er toe hebben
geleid om aan de Algemene Bond van
Ouden van Dagen in het begin van
dit jaar voor een soortgelijke verkoop
de toestemming te weigeren. Zij in
formeert ook of deze toestemming in
houdt, dat B. en W. deze wijze van
collecteren juist achten, mede gezien
de tekst van de door de Adoptie
commissie aangeboden bonnen.
Dinsdag 7 December had om 5 uur
in de Grote Houtstraat een aanrijding
plaats tussen een fiets en een perso
nenauto. De auto die enige tijd stil
had gestaan reed de fiets aan en be
schadigde het rijwiel ernstig aan de
achterzijde. Getuigen worden verzocht
zich te melden bij de Verkeerspolitie,
Lange Wijngaardstraat 14 alhier.
Ook de namen van de dichters H.
Marsman en J. Slauerhoff zullen in
„Delftwijk" blijven voortleven. Naar
Marsman is een plein genoemd, naar
Slauerhoff een straat.
J. Slauerhoff
e dichter J. Slauerhoff werd op
15 September 1898 in Leeuwarden
geboren, studeerde medicijnen in
Amsterdam, maakte als scheepsarts
verschillende grote reizen en vestigde
zich tijdelijk in Wassenaar, Haarlem en
Marokko. Hij stierf op 5 October 1936
te Hilversum.
Slauerhoff was vooral een romantisch
dichter, een man overigens, die zich
om hulp? 't Mag dan ln Haarlem na
de jaren, die ik je beschreef, officieel
uit zijn geweest met alles wat katho
liek was, de katholieke sfeer bleef in
vele dingen bestaan.
Oom Barend werd weer ernstig. Hij
ging de draad van zijn verhaal her
vatten en deed nu in korte trekken
herleven de Maria-liefde van een stad,
beroofd van haar oorspronkelijke luis
ter. Maria bleef echter wonderen doen
in Haarlem.
Eerst heeft hij nog even gegraven in
het verder verleden. Niet alleen de
Carmelieten hadden een Maria-klooster
in de stad. In de loop van de 14e en
15e eeuw vestigden er zich vier vrou
welijke kloosterorden, die door hun
Maria-devotie opvielen. De Carmelites-
sen aan de Barrevoetersstraat; de zwar
te zusters (Clarissen) op de Oude
Gracht, tegenover de Jacobijnenstraat;
het Zijlklooster tegenwoordig staat
het hoofdpostkantoor op deze plaats
en het klooster aan het Noordeinde van
de Bakenessergracht, vlak tegenover de
Noordelijke stadsmuren bij de St. Jans
poort.
Allemaal Maria-monumenten in een
groeiende stad, verdwenen in de tijd
van de hervorming. Eén kostbaar be
zit is echter gebleven, het Maria-beeld
van de Begijnen, vereerd reeds vóór
1500 en sindsdien gebleven in de 16e,
de 17e eeuw en, mogen we er aan
toevoegen, in de eeuwen, die daarna
kwamen, tot in onze. dagen.
Het Haarlemse Begijnhof lag in de
uiterste Noordoosthoek van de oude
stad, dichtbij de oude gravenhof, ge
scheiden hiervan door de Bakenesser
gracht. Arent van Sassenheim, pastoor
olzius was al een bekend gra
veur toen hij, zwaar lijdend aan
een slepende ziekte, op dokters
advies een reis ondernam naar Italië.
Hij reisde incognito door zijn bediende
de rol van een kunstlievend kaaskoop
man op te dragen en zeif voor diens
knecht door te gaan. Op deze wijze
konden de buitenlandse kunstbroeders
vrijelijk hun mening uitspreken tegen
over de „kaasboer" omtrent diens
landgenoot, de Haarlemse graveur Gol
zius. In Rome verscheen hij in Duitse
dracht en liet zich Hendrick van
Bracht noemen.
Toen het gerucht liep dat Golzius
in Rome was, liet hij zijn bediende'
voor de beroemde Hollander doorgaan.
Slechts een enkele maal in Rome en
op de terugreis bij de gastheren van
de heenreis heeft hij zijn ware identi
teit bekend gemaakt en dit heeft nog
al eens vermakelijke scènes opgeleverd.
De schilder-schrijver Karei van Man
der heeft ons een schat van bijzonder
heden en anecdotes nagelaten uit het
leven van Henric Golzius. Hij heeft ze
waarschijnlijk uit zijn mond opgetekend
want tezamen met Cornelis van Haar
lem hebben zij gedrieën de Haarlemse
Academie opgericht, waaruit het rede
lijk is te concluderen, dat er een lang
durig en meer dan oppervlakkig con
tact tussen beide gelijkgezinde kunste
naars heeft bestaan.
Henric Golzius was afkomstig uit een
veeltallig-artistieke familie. Hij werd
in 1558 in Mulbracht bij Venlo gebo-
Een tekening yan Goltzius, voorstellende Giovanni Bolognawelke deel uitmaakt ren, tekende al jong de muren vol en
van de expositie, die in het Teylermuseum wordt gehouden. kwam met Coornhert naar- Haarlem.
at kun je toch soms een nare
en vervelende mensen ont
moeten, van die nurksen, die
altijd met een zuur gezicht rond
lopen. Onuitstaanbare wezens zijn
het, mensen met een hart als een
wrange citroen. Je vindt ze overal,
in steden, dorpen en gehuchten en
deze onuitroeibare nurksen zou ik
niet graaf willen localiseren tot on
ze stad en streek, laat staan tot
Haarlem alleen. Maar deze week
heb ik ze weer eens ontmoet in
mijn goede stad, mannen en vrou
wen met balken in het oog, die
zich zo enorm kwaad kunnen ma
ken over andermans splinter. Dit
maal trof ik ze in een lange rij
voor de balie van de Haarlemse
Incasso-dienst aan de Jacobijne-
straat. Daar stonden ze: sommigen
geduldig en verstandig, anderen
met van razernij fonkelende ogen
vanwege die „lamlendige ambte
naren", zoals een juffrouw met een
rode mantel dat zc hoofs uitdrukte.
Nu zijn er ambtenaren geluk
kig heel weinig in getal die niet
bepaald een vlotte indruk maken,
maar van de Haarlemse heb ik
vrijwel steeds mogen constateren,
dat zij met een wondere lenigheid
hun zaken aan het loket afwikke
len. Uit heel hun doen en laten
blijkt, dat zij geen „gevallen" af
wikkelen, maar mensen te woord
staan, die hun een geval voorleg
gen. Zij doen dat soms bijna ser
viel als krijgen zij van iedere
„klant" provisie.
Natuurlijk, ik vind het ook niet
aangenaam in een queue te moeten
staan, maar die rode mantel
althans de jufirouw, die zich daarin
bevond heeft mij geïrriteerd
evenals de man met die pet en
die snor en de mevrouw, die met
een ongezonde passie haar keffertje
stond te zoenen.
„De heren ambtenaren hebben
weer de tijd," zei die met het kef
fertje.
„Je ziet aan hun gezichten, dat
ze dik worden van luiigheid,"
voegde de snor er aan toe.
„En wij maar belasting betalen,"
fonkelde de rode mantel, die overi
gens niet de indruk maakte 's Rijks
schatkist te spekken.
„Ze zullen direct w^l weer 'ns
op hun dooie gemak een sigaretje
opsteken," ging de Snor voort, zelf
in brandgevaar verkerend vanwe
ge een indrukwekkende Sinter
klaas-sigaar. De Mantel en het
Keffertje waren het er verder roe
rend over eens, dat er achter de
balie maar slapend geld verdiend
wordt.
En die gmbtenaar achter de ba
lie maar vriendelijk zijn, en on
vermoeibaar en gedienstig, hoe las
tig de mensen ook zijn. Het ver
makelijke was alleen, dat het zure
trio ?o druk bezig was met het
uitpersen van citroenen, dat het de
ambtelijke vlotheid niet merkte en
tot de ontstellende ontdekking
kwam, dat velen, die later binnen
waren gekomen, al geholpen wa
ren. Geen nood voor dat drietal:
dat was immers de schuld van die
ambtenaar?
Ik heb me die keer voorgenomen
ondanks het lange wachten
ook eens een huidelied op de amb
tenaar te schrijven, op zijn toewij
ding en voorkomendheid, op zijn
levenslust tussen die voor mij zo
dorre cijfers. Een lied is het echter
niet geworden, wel een stukje in
mijn geliefde rubriek, een eerher
stel in letters, zwart op wit, met
een tekening. Want die Rode Man
tel, die Snor en dat Keffertje zijn
gevaarlijke mensen in onze stad en
streek. Ge ontmoet ze overal, in
verschillende creaties, de mensen
met hun balken, die ieders hart
rammeien, niet het hunne, want dat
hebben ze helaas niet.
oe anders zou het kunnen zijn,
want als er ooit een tijd van
fleurigheid is geweest dan
toch zeker in de afgelopen weken.
De drukte van het Haarlemse
stadsbeeld heeft enig idee gegeven
van de hoge conjunctuur, waarin
we nu leven. Niet alleen de koop
lust, maar meer nog de koopkracht
dreef de mensen de straat op en
de winkels binnen. Er is gekocht,
dat bij wijze van spreken de stuk
ken er af. vlogen. De winkeliers
zijn tevreden, en dat is nog maar
simpel gezegd. De omzet is enorm
geweest, in sommige branches zelfs
het dubbele van vorige jaren, en
vooral in de avonduren kwam je
alleen maar gelukkige mensen te
gen. Die moesten wel eens lang
in de rij staan, zelfs om te mogen
betalen, maar zij waren reeds ge
lukkig, omdat zij konden betalen.
Sinterklaasfeest 1954 is ook in
stad en streek er een geweest in
een uitbundige hoera-stemming.
Men is royaal met surprises en
geschenken te werk gegaan, de
lach vierde hoogtij op pakjesavond
en nurksen kwamen toen niet aan
bod.
Iedereen had het goed, iedereen
nou jaEn bij deze punt
jes moet ik toch even stilstaan,
want eerlijk gezegd, hebben slechts
weinigen gedacht aan de gezinnen,
waar het een schraal feest is ge
worden, aan de kinderen, die blij
moesten zijn met een suikerbeest
en die alleen de kelen schor kon
den zingen op een feestje van een
liefdadigheidsvereniging, maar niet.
thuis.
U voelt wel, waar ik deze week
A'/'U
VOOR p£ snuc QftHeN
serieus kijkend door mijn bril
heen wil. Ik zou u graag eens mee
nemen naar de huizen van de „Stil
le Armen", naar die mensen en
in alle rangen en standen vindt u
ze die schoon gewassen en heel
van kleren voor de dag komen en
van wie „men" zegt: ze doen het
toch maar. Ze doen het ook. Maar
de armoede heeft zich binnen de
huiskamer genesteld zonder haar
gezicht buiten te laten zien. Zij is
daarom niet minder een zeer on
welkome gaste, die echter met geen
stok de deur is uit te krijgen.
Ik zal geen schrijnende verhalen
vertellen, waarbij u de tranen ln
de ogen springen; iedereen kent
wel een gezin, waar de stille ar
moe de bitterste troef is. O, we
weten het allemaal: er wordt
enorm veel gevraagd, en in de
voorbije weken was er geen parochie
kerk, waar niet een vermaard pre
dikant met schrijnende voorbeelden
die nood getekend heeft en de be
minde gelovigen tot milde offer
vaardigheid heeft aangespoord.
Dat wil echter niet zeggen, dat
deze algemene actie, waaraan ook
uw lijfblad zijn steun geeft, niét
ieders aandacht mag hebben. En
fin, laat ik er niet te veel
meer over schrijven alleen
nog dit franciscaanse woord:
grijp diep in uw
geldbuidel, God ze-
gene de greep!
lilOC WUD1U.
Daar trouwde hij een weduwe, wier
zoon Jacob Matham met Jac. de Gheyn
en Saenredam tevens een zijner zeer
begaafde leerlingen werd.
In 1590-'91 maakte hij zijn Italiaanse
reis, bracht een schat van studies en
inzichten mee en was ook nog gene
zen van zijn ziekte. Twee jaar later
werd de Academie gesticht mët het
doel naar gips en naar levend model
de menselijke figuur te bestuderen. Het
sterk overdreven maniërisme zoals dat
voordien bij bijv. Maerten van Heems-
kerek gezien werd, werd hierdoor over
wonnen en maakte plaats voor een
meer verantwoord realisme. Dit heeft
mede de basis gevormd waarop zich
de Hollandse kunst kon ontwikkelen, die
de zeventiende eeuw van ons land ook
cultureel een internationale faam be
zorgd heeft.
Deze Golzius was in hoofdzaak (pen)
tekenaar en graveur; eerst op het
laatst van zijn leven (hij stierf in 1616,
het jaar van het beroemde Feestmaal
van Frans Hals, bevestiging van de
jongere generatie) heeft hij met olie
verf geschilderd enige zijner doeken
zijn in het Frans Halsmuseum te
zien en ook heeft hij het glazeniers
vak beoefend.
Tekeningen en schetsen van zijn
Italiaanse reis zijn in het bezit van
het Teylermuseum dat uit de zeer
gevarieerde in'.oud van zijn portefeuilles
een collectie Golzius-tekeningen voor
het publiek tot aan het einde van dit
jaar ter bezichtiging heeft uitgelegd.
In de sterk-plastische opvatting en de
beheerste, geacheveerde lijnvoering en
de exacte beschrijving is de geboren gra
ficus steeds te herkennen.
De kleine zilverstift-portretten zijn
wonderen van precisie en miniatuur
kunst. In hun grote levendigheid van
het realisme en de gaafheid van be
handeling zijn het staaltjes van groot
meesterschap.
Er zijn studies te zien van de lijn
voering als burijn-oefeningen voor de
gravures maar ook vrije tekeningen en
schetsen zoals de twee groepen van fi
guren in sepia op sanguine. Van de
Italiaanse reis worden er de spontane
schetsen en de later doorgewerkte te
keningen naar antieke beeldhouwwer
ken getoond met een soms frappante
materiaal-uitdrukking zoals het mar
merkarakter in een beeld van een ri
viergod. Van twej bekende Italiaanse
reisportretten, levensgroot, zeer direct
en punctueel gedaan, heeft vooral dat
van de beeldhouwer Giovanni Bologna
ons sterk geboeid. De expositie is niet
overladen en men verkrijgt daardoor
een goed beeld van de kracht en de
betekenis van Golzius als realistisch
hervormer. Maar ook ziet men er aan
de herhaalde voorstudies voor een pro
fielportret dat Golzius zijn vaardigheid
niet van de muze ten geschenke heeft
gekregen, maar er hard voor heeft moe
ten werken.
L.T.
H. Bavo, (Kathedraal): 6.30, 7.30, 9 (Hoog
mis) 11 en 12 uur.
H. Antonius van Padua: 6.30, 7.30, 8.30,
(Hoogmis) 10, 11 en 12 uur.
H. Jozef: 6.45, 8, 9.15, (Hoogmis) en 11 u.
O. L. Vr. Rozenkrans (Spaarne): 6. 7.30,
9, 10.30 (Hoogmis) en 12 uur.
H. Joannes de Doper (Amsterdamstraat):
6.30, 7.30, 8.30, 9.30 (Hoogmis) 11 en 12 u.
H. Hart (Kleverpark): 6.30. 7.45, 9, 10.30
(Hoogmis) en 12 uur.
H.H. Elisabeth en Barbara (Paul Kruger-
straat): 6.30, 7.45, 9. (Hoogmis) en 11 uur.
H. Liduina (Rijksstraatweg): 6.30, 7.30, 8.30,
9.45 (Hoogmis) en 11:30 uur.
O. L. Vr. van Zeven Smarten (Rijksstraat
weg) 6.30, 7.30, 8.45, (Hoogmis) 10.15 en
11.30 uur.
H.H. Petrus en Paulns (Tesselschade-
straat): 6.30, 7.45, 9 (Hoogmis), 10.45 en
12 uur.
Allerheiligste Drieëenheid: 7, 9 (Hoogmis)
en 11 uur.
Hulpkerk Bloemcndaal: 7.30 en 11 uur.
O L. Vr. Onbevlekt Ontvangen (Overveen):
7, 8, 9 (Hoogmis), 10.30 en 11.30 u.
H. Agatha, Zandvoort: 7.30, 9, (Hoogmis)
en 11 uur.
H. Bavo, (Heemstede): 7.15, 8.45. 10 (Hoog
mis) -en 11.30 uur.
O. L. Vr. Hemelvaart. (Heemstede): 7, 8.15,
'Hoogmis), 9.45, 10.45 en Ï1.45 uur.
H. Antonius van Padua (Aerdenhout): 7.30,
9, (Hoogmis) en 11 uur.
De Liedertafel „Haarlems-Zangge
not" én het R. K. Gemengd koor „St.
Caecilia" en het gelijknamige Vrou
wenkoor" geven op 16 December a.s.
een „Kerst-Concert" in het Gem.
Concertgebouw, alhier. Medewerkers
zijn: Aukje Rogge, sopraan; Gré Don
ker, alt; Peter Penders, tenor; Gerard
Ielo, bas. Aan het orgel Anton de
Beer,
niet kon schikken in het (Westers)
maatschappelijk leven. Hij zocht het
wijde vrije leven, zonder enige gods
dienstige gebondenheid, en hij koester
de een grondige hekel aan degenen, die
zich in de kunst door enige morele ge
bondenheid lieten leiden. Slauerhoff
weet in zijn verzen verrassende beel
den op te roepen en van zijn bundels
noemen wij .Archipel", „Clair Obscur",
„Eldorado" en „Een eerlijk zeemans
graf'. Enkele romans verschenen er
van zijn hand en bekendheid kregen
zijn novellen „Het Lente-eiland" en
„Schuim en Asch".
Het volgende gedicht is genomen uit
„Een eerlijk zeemansgraf".
Vroeger toen 'k woonde diep in 't
land
Vrat mij onstilbaar wee
Zoals een gier de lever wint
Ik wist: geen streek geeft mij be
stand,
En 'k zocht het ver op zee.
Maar nu- ik ver gevaren heb
En lag op den oceaan alleen
Waar zelfs d'Ancunha en St. He-
leen
Niet boren door de kimmen heen
Voel ik het trekken als een eb,
Naar 't verre," vaste, bruine land...
Nu weet ik nergens vind ik vree.
Op aarde niet en niet op zee
Pasaan die laatste smalle ree
Van hout in zand.
H. Marsman
en van de grootste dichters, die onze
letterkunde de laatste eeuw heeft
opgeleverd, is zonder meer mr. H.
Marsman. Hij werd op 30 September 1899
te Zeist geboren, studeerde rechten aan
de Utrechtse universiteit en wijdde zich
vrijwel geheel aan de letterkunde. Aan
vankelijk woonde hij in Utrecht, later
vestigde hij zich in Frankrijk. Toen hij
in 1940 aan de greep van de Duitsers
trachtte te ontkomen en naar Engeland
over te steken, werd het schip, waarmee
hij de overtocht maakte, getorpedeerd en
kwam hij op 21 Juni in de golven om.
Marsman mag wel de meest gezag
hebbende en ook de meest oorspronke
lijke dichter van zijn dagen genoemd
worden. Was zijn verhalend proza („De
dood van Angèle Degroux") te intellec
tualistisch en daarbij ook te oppervlak
kig om van blijvende waarde te blijven,
zijn critieken waren ongemeend boeiend
en meer nog zijn verzen, die een hele
generatie in vuur en vlam konden zetten.
Modern en vrij waren zijn verzen, beel
dend en direct; zijn taai was uitermate
lenig en soepel.
De sfeer van zijn eerste werk droeg
een heidens stempel, in dié zin, dat hij
alle accent op het leven van de dag
legde; daar kwam hij later van terug
met zijn grote angst en zijn vraag over
wat het werkelijk einde van het leven
zou zijn.
Vele verzen van hem hebben een grote
bekendheid, niet het minst dat, waar
in hij reeds jaren tevoren zijn sterven
beschreef. Van zijn bundels noemen wij
„Penthesileia", „Paradise Regained".
„Porta Nigra" en „Tempel en Kruis".
Uit de vele prachtige gedichten van
Marsman hebben wij hier „Doodsstrijd"
gekozen.
Ik lig zwaar en verminkt in een hoek
van den nacht
weerloos en blind; ik wacht
op den dood die nu eindelijk
komen moet
het paradijs is verbrand: ik proef roet,
dood, angst en bloed,
ik ben bang, ik ben bang voor den dood.
ik kan hem niet zien,
ik kan hem niet zien,
maar ik voel hem achter mij staan,
hij is misschien rakelings langs mij
gegaan.
hij sluipt op zwarte geruischloze voeten
onzichtbaar
achter het leven aan.
hij is weergaloos laf:
hij valt aan in den rug;
hij durft niet recht tegenover mij staan;
ik zou zijn schedel te pletter slaan.
ik heb nu nog, nu nog, een wild
ontembaar
verlangen naar bloed.
De Motorclub „Haarlem" organiseert
op Zondag 12 December een betrouw
baarheidsrit voor auto's en motoren
over een lengte van plm. 70 Km. Het
parcours is over goede wegen uitgezet.
Start om 1.00 uur n.m. bi) Café „Ken-
nemerland" 'Rijksstraatweg 433, Haar
lem Nrd. Inschrijving mogelijk vanaf
12.30 uur.
Tevens organiseert de club des avonds
in „Dreefzicht", de jaarlijkse kien-
avond. Aanvang 8 uur.
Medewerking verleent de band „The
Mirlitons" o.l.v. Theo de Mol.
Op deze avond worden de prijzen van
de betrouwbaarheidsrit uitgereikt.
Advertentie
Afm. 20/30 10.65 p. H.L.
ALLEEN-VERKOOP
Brandsloffenhandel
(Spaarne bij Viaduct)
Telefoon 14164 en 18904
V